Elke seconde telt AED’s in de provincie Groningen
Door Aletta de Rooij 289717 en Eveline Staal 271349
Faculteit Instituut voor Sportstudies Opleiding Sportmanagement Plaats Datum Studiejaar Klas
Groningen 28 juni 2006 2005-2006 2A
Opdrachtgever Provincie Groningen
Begeleiding/ R.T.B.M. Gelinck docenten A.J. Eggink
Onderzoek Provincie Groningen
Samenvatting AED; ooit van gehoord? Een AED (een automatische Externe Defibrillator) kan een schok toedienen bij hartfalen. (defibrilleren). De kans op overleven daalt met ca 10% per minuut als defibrilleren wordt uitgesteld, binnen 1 minuut reageren geeft een overlevingskans van 75%, na 10 minuten is de overlevingskans nihil. Uiteraard zijn alle ambulances uitgerust met defibrillatoren, maar in Nederland bedraagt de gemiddelde aanrijtijd van een ambulance ongeveer tien minuten. Dit is dus te lang om een hoog percentage succesvolle reanimaties te realiseren. De AED biedt hier een uitkomst. Moet de provincie Groningen door middel van de zogehete co-financieringsregeling bijdragen in de aanschaf van AED’s binnen de provincie Groningen? Dat is de vraag waar de provincie Groningen mee zit na een voorstel van het CDA. En waar wij mee aan de slag gaan. Het betreft een regeling waarbij de provincie de helft financiert van de kosten die met de aanschaf van een AED gemoeid zijn. Dit om een ‘hart-veilige-omgeving’ omgeving te creëren. De regeling richt zich op sportverenigingen, gemeenten en eventuele andere organisaties van (sport)evenementen, omdat uit onderzoek blijkt dat meer sporten en bewegen risico’s met zich meebrengt m.b.t. (acute) hartstilstand. Literatuuronderzoek en een behoefteondezoek bij de eventuele afnemers zullen lijden tot een advies aan de provincie. Het aantal mensen dat aan hartfalen lijdt zal waarschijnlijk jaarlijks met 10% stijgen door de vergrijzing en de overlevingskans na een hartinfarct. Uit onderzoek is gebleken dat in Nederland jaarlijks ongeveer 150 tot 200 sporters aan een plotse dood sterven. Een goed calamiteitenplan en de aanwezigheid van een AED zijn van levensbelang in het geval van hartfalen. Veel verenigingen hebben dit echter niet. AED’s worden niet aangeschaft door de hoge kosten en het feit dat hartfalen niet vaak voorkomt. Kleine verenigingen kunnen het daarom vaak niet opbrengen. Medische keuringen zouden wellicht het aantal gevallen van hartfalen tijdens sport en erna kunnen verkleinen. Echter zijn de symptomen vaak niet duidelijk en kunnen sporters makkelijk informatie over gezondheidsklachten achter houden om afkeuring te voorkomen. 56% van de sportverenigingen in Groningen acht het zinvol om een AED tot hun beschikking te hebben en daarmee zijn ze het met ons eens. In de provincie zijn de ontwikkelingen betreft de inzet van AED’s nog in een pril stadium. Het feit blijft dat er maar weinig gevallen van hartfalen voorkomen in de sport, maar in verhouding tot het aantal gevallen onder niet sportende mensen is dit relatief veel. 82% van de sportverenigingen heeft nog nooit een dergelijk incident gekend. Elk leven dat gered kan worden is belangrijk. Een co-financieringsregeling voor de aanschaf van AED's zien wij, gelet op de resultaten van ons onderzoek, als een goed middel om tegemoet te komen aan die verenigingen, die aangegeven hebben dat de prijs het grootste obstakel vormt. Echter, zijn er nu al gemeenten die zelf overgaan tot de aanschaf van AED's, en zijn er misschien nog meerdere mogelijkheden om de prijs van de aanschaf te drukken zoals, subsidie gemeenten, gezamenlijke aanschaf, leaseconstructies of via het bedrijfsleven. Dit zou nader onderzocht kunnen worden. Welke constructie er dan ook gekozen wordt, feit blijft dat hartfalen voor Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
iii
Onderzoek Provincie Groningen blijft komen. Overigens zal wel aandacht besteedt moeten worden aan samenwerking tussen kleinere verenigingen zelf of met derden. Verder is een goede ‘marketing’ van de AED’s belangrijk om de behoefte te vergroten. Wat opvallend is, is het feit dat de sportverenigingen met AED's in hun bezit en de sportverenigingen die gebruikmaken van sportaccommodaties met een AED, met name de noodzaak van scholing naar voren brachten Tot slot denken we dat het zinvol is contact te onderhouden met andere provincies (zoals Drenthe en Overijssel) die met de stimulering van de inzet van AED’s bezig zijn.
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
iv
Onderzoek Provincie Groningen
Voorwoord Het vierde lesblok van het tweede jaar sportmanagement bevat een onderzoek. Vlak voordat het blok ging beginnen hadden we al bedacht waar we graag onderzoek zouden doen en wat ons interessant leek. Dit lag redelijk in het straatje waarmee we bekend zijn, namelijk de schaatssport. Toen we op de opleiding hoorden dat sommigen zich bezig konden gaan houden met een onderzoek van de provincie over AED’s hebben we ons even ingelezen en besloten om eens buiten het bekende straatje te kijken. Bovendien hebben we het idee met dit onderzoek daadwerkelijk van betekenis kunnen zijn. We volgen allebei de opleiding sportmanagement, een richting aan het instituut voor sportstudies van de Hanzehogeschool. Juist omdat het onderzoek over AED’s gaat en misschien meer aansluit bij de richting sportgezondheid binnen ons instituut, leek het ons des te meer een uitdaging een goed eindverslag neer te leggen op basis van onze ‘helikopterview’. We hebben er bewust voor gekozen samen te werken, omdat we van elkaar weten hoe we werken, na een intensief bestuursjaar. Zoals kort beschreven komt de opdracht voor het onderzoek van de provincie Groningen, daarom is het verslag in eerste instantie voor de provincie geschreven. We hebben geprobeerd een objectief verslag neer te leggen tot het advies. In het advies geven we blijk van onze mening betreft het vraagstuk waar de provincie ook mee zit. De opdracht is tevens een invulling van de opdracht van onze opleiding. Maar het kan natuurlijk door iedereen gelezen worden die geïnteresseerd zijn naar de ontwikkelingen betreft de inzet van AED’s in de provincie Groningen. Tot slot zouden we graag onze dank betuigen aan Arjo Eggink voor de flexibele hulp tijdens het onderzoek, aan Robert Gelinck voor de kritische blik en alle medewerkers van Cultuur en Welzijn van de provincie Groningen voor het helpen uitvoeren van het onderzoek. Ook willen we onze medestudenten in dit onderzoek voor de veelal fijne samenwerking bedanken. Aletta de Rooij en Eveline Staal Te Groningen, 28 juni 2006
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
v
Onderzoek Provincie Groningen
Inhoud Samenvatting............................................................................................................................................... iii Voorwoord.................................................................................................................................................... v Inhoud.......................................................................................................................................................... vi 1
Inleiding........................................................................................................................................................ 1
2
Achtergrond ................................................................................................................................................. 3 2.1 2.2 2.3 2.4
3
Literatuurstudie........................................................................................................................................... 5 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
4
Wanneer wordt een AED gebruikt?...................................................................................................... 5 Hoe groot is de kans op hartfalen? ....................................................................................................... 5 Calamiteitenplan .................................................................................................................................. 6 Onderhoud van de AED ....................................................................................................................... 6 Voorkomen?......................................................................................................................................... 7 Andere Provincies en de AED ............................................................................................................. 7
Resultaten..................................................................................................................................................... 9 4.1 4.2
5
Doelgroep............................................................................................................................................. 3 Methode ............................................................................................................................................... 3 Randvoorwaarden ................................................................................................................................ 3 Materialen ............................................................................................................................................ 4
Enquête bij sportverenigingen.............................................................................................................. 9 Gemeenten ......................................................................................................................................... 10
Advies ......................................................................................................................................................... 12 Nawoord ..................................................................................................................................................... 14 Literatuurlijst ............................................................................................................................................ 15 Begrippenlijst ............................................................................................................................................. 16 Bijlagen....................................................................................................................................................... 20
Verwijsmethoden I : verwijzing naar voetnoot onder aan de pagina hartfalen: verwijzing naar begrippenlijst Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
vi
Onderzoek Provincie Groningen
1 Inleiding Sporttragedies: Miklós Fehér Het is 25 januari 2004. Tijdens de competitiewedstrijd Vitória Guimaraes tegen Benfica mag voetballer Miklós Fehér invallen. Het wordt de laatste wedstrijd van de Hongaar. Net als Marc-Vivien Foé zeven maanden ervoor, wordt Fehér onwel en overlijdt. De wedstrijd staat een halfuur voor het einde nog 0-0. Benfica-coach Camacho stuurt de Hongaar Fehér in het veld om de aanval van zijn team te versterken. Het blijkt succesvol. Kort voor tijd scoort Fernando Aguiar voor Benfica. De scheidsrechter vindt dat Fehér iets te lang juicht en geeft hem de gele kaart voor tijdrekken. De aanvaller ziet er de humor van in en lacht om de officiële waarschuwing. Dan draait de speler zich om, buigt voorover en zakt in elkaar op het veld. Zijn hart heeft het begeven. Fehér wordt ter plekke gereanimeerd terwijl de supporters van Benfica zijn naam scanderen. Zodra hij even bijkomt, wordt hij naar het ziekenhuis vervoerd. Maar onderweg overlijdt de 25-voudig Hongaars international alsnog. Fehér begint zijn loopbaan in 1995 bij Eto FC Györ. Na twee jaar wordt hij Hongaars Talent van het Jaar. In 1998 maakt hij de overstap naar FC Porto om in 2002 te switchen naar Benfica. Hier is hij vooral wisselspeler. Bij deze club mag hij slechts elf keer aan een duel beginnen. Na zeven doelpunten voor de adelaars stokt zijn productie.
Wist je dat: - AED staat voor Automatische Externe Defibrillator. - Er van de 17.000 mensen die jaarlijks overlijden aan een hartstilstand, er 14.450 mensen gered hadden kunnen worden met één schok van een AED! - Uit onderzoek is gebleken, dat defibrillatie binnen zes minuten na een hartstilstand de overlevingskans van het slachtoffer aanzienlijk vergroot (met 70%), na 10 minuten is de kans vrijwel nihil. - Elke minuut vertraging in defibrillatie de overlevingskans met 10% verlaagt. De hedendaagse moderne levensstijl kent een toename van acuut hartfalen en hartafwijkingen. Onderzoek heeft uitgewezen, dat meer sporten en bewegen risico’s met zich meebrengt m.b.t. (acute) hartstilstand.I Om vanuit het provinciale sport en gezondheidsbeleid deze risico’s te beperken en om een optimale gezondheidswinst te realiseren, dient er volgens het CDA een ‘hart-veilige-omgeving’ gecreëerd te worden door middel van de aanschaf van AED’s door sportverenigingen en gemeenten. De aanwezigheid van een AED zorgt voor een preventieve werking op de volksgezondheid. Het CDA, binnen de provinciale politiek, heeft in januari 2006 een initiatiefvoorstel gelanceerd om een co-financieringsregeling op te stellen. Een regeling waarbij de provincie de helft financiert van de kosten die met de aanschaf van een AED gemoeid zijn. De regeling richt zich op sportverenigingen, gemeenten en eventuele andere organisaties van (sport)evenementen. Het doel van dit onderzoek is om te kijken of het zinvol is dit voorstel te I
Zie informatie hoofdstuk 3
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
1
Onderzoek Provincie Groningen implementeren en of dat mogelijk is. We zullen aan de hand van een behoefteonderzoek en verdere verdieping een aanbeveling formuleren richting de provincie Groningen. Tevens zullen we eventuele andere of betere alternatieven niet achterwege laten in de aanbeveling. Het is belangrijk hier onderzoek naar te doen, omdat het mogelijk redden van mensenlevens niet genegeerd mag worden. Dit leidt tot de volgende vraagstelling: Moet de provincie Groningen door middel van de zogehete co-financieringsregeling bijdragen in de aanschaf van AED’s binnen de provincie Groningen? Om hier antwoord op te kunnen geven zullen o.a. aspecten als de wet- en regelgeving van de AED’s, medisch kwantitatieve gegevens, informatie over het apparaat AED en toepasbaarheid van het apparaat besproken worden. Deelvragen die onderzocht worden zijn: - Welke maatregelen zijn noodzakelijk om plaatsing van AED’s binnen een bedrijf of instelling te handhaven? - Wat is de winst die te behalen valt met een AED bij hartfalen in de sport in vergelijking met de huidige situatie? - Wat zijn criteria voor de aanschaf en het gebruik van een AED? - Wat is er in de wet geregeld betreft het gebruiken van een AED? - Hoeveel AED’s zijn er in de huidige situatie? - Is er behoefte aan AED’s bij de doelgroep?II In het tweede hoofdstuk zal de doelgroep van het verslag en de randvoorwaarden van het onderzoek beschreven worden. Literatuurstudie die antwoord geeft op een aantal van de genoemde deelvragen komt hoofdstuk drie aan bod. Hoofdstuk vier biedt ruimte voor het bespreken van gegevens verkregen door behoefteonderzoek. En tot slot een advies richting de Provincie Groningen over het al dan niet invoeren van een co-financieringsregeling voor de aanschaf van AED’s, gebaseerd op alle besproken gegevens in hoofdstuk vijf. In de tekst wordt verder verwezen naar uitleg van begrippen in de begrippenlijst en aanvullende stukken zijn te vinden in de bijlage. Deze zijn na de literatuurverwijzing te vinden.
II
Omschrijving doelgroep; hoofdstuk 2, blz. 3
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
2
Onderzoek Provincie Groningen
2 Achtergrond 2.1 Doelgroep Dit onderzoeksverslag is niet alleen bedoeld als product voor de opleiding sportmanagement aan de Hanzehogeschool, maar is voornamelijk ook een onderzoeksverslag voor de Provincie Groningen. Dit verslag zal namelijk resulteren in een adviesrapport over de cofinancieringsregeling betreffende AED’s voorgesteld door het CDA. We willen een verslag neerleggen dat de provinciale politiek zal helpen bij het nemen van een besluit over de cofinancieringsregeling. De doelgroep voor deze co-financieringsregeling zijn sportverenigingen, gemeenten en eventuele andere organisaties van (sport)evenementen. Als deze regeling wordt ingevoerd zal dit in de praktijk veranderingen bij deze doelgroep teweeg brengen.
2.2 Methode Antwoord op de onderzoeksvraag hopen we te kunnen geven door literatuurstudie naar bestaand onderzoek en relevante informatie over het onderwerp. We achten het ook noodzakelijk zelf aanvullend onderzoek doen. Om namelijk ruchtbaarheid aan ons onderzoek te geven is een onderzoek naar de behoeften van de doelgroep voor de regeling een belangrijk aspect om mee te nemen in het advies.
2.3 Randvoorwaarden Voor het uitvoeren en schrijven van dit onderzoek hebben we een tijdsbestek van 24 april tot 29 juni (uitgezonderd week 25). Door het relatief korte tijdsbestek in verhouding tot een groots onderzoek hebben we aantal keuzes moeten maken in de aanpak van het onderzoek. 1. De deelvragen zijn elk door een tweetal studenten onderzocht, zodat de verschillende gebieden tegelijkertijd onderzocht konden worden. Dit om het uiteindelijke adviesrapport in de voorgeschreven periode uit te kunnen werken. We werken met 5 tweetallen aan het onderzoek. 2. In het onderzoek willen we zo veel mogelijk informatie vergaren van belangenpartijen in de co-financieringsregeling. De provincie Groningen telt 25 gemeenten. Bij de gemeenten willen we een interview afnemen, maar gezien het tijdsbestek en de kosten hebben we besloten het interview telefonisch te houden. Elk tweetal houdt de telefonische enquête bij een aantal gemeenten. Bovendien moet de gegeven informatie per gemeente makkelijk met elkaar te vergelijken zijn, waardoor gesloten vragen geschikter lijken. Voor een behoefteonderzoek hebben we tevens informatie van de sportverenigingen in de Provincie Groningen nodig. We hebben een steekproef van 650 genomen uit een populatie van ruim 1300. Aangezien de Provincie Groningen ruim 1300 sportverenigingen rijk is hebben we daarin een schifting moeten maken gezien de kosten van het aanschrijven en de tijd voor verwerking van de uitkomsten. De helft van de sportverenigingen in elke gemeente heeft een enquête ontvangen, oftewel 650. Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
3
Onderzoek Provincie Groningen
Aangezien we niet een vooraf opgestelde hypothese of verwachting onderzoeken betreft het hier een beschrijvend onderzoek waarin we trachten een objectief verslag neer te leggen. Dit beschrijvende onderzoek is nodig om een beeld van de Provincie Groningen en het gebruik van AED’s te vormen, op basis waarvan verdere stappen kunnen worden ondernomen. Alleen in het laatste hoofdstuk zullen we een advies schrijven en onze mening door laten schemeren. Verder is het een transversaal onderzoek, omdat we eenmalig een meting/ enquête hebben afgenomen.
2.4 Materialen Nu we een beeld hebben van de manier waarop we het aan gaan pakken kunnen we inventariseren welke materialen we hiervoor gaan gebruiken. Dit zijn de volgende: - Enquête voor de sportverenigingenIII - Inleidende brief bij de Enquête om het doel en belang van het onderzoek duidelijk te maken - Enquête voor de gemeenten - Inleidende brief om naar de gemeenten te versturen alvorens de telefonische enquête - Verwerkingsbestand voor de enquêtes - Telefoon - Computer met internet - Briefpapier, enveloppen en retourenveloppen van de Provincie Groningen
III
Zie bijlagen voor de gebruikte enquêtes en brieven
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
4
Onderzoek Provincie Groningen
3 Literatuurstudie 3.1 Wanneer wordt een AED gebruikt? Uit onderzoek is gebleken dat in Nederland jaarlijks ongeveer 150 tot 200 sporters aan een plotse dood sterven. Dat stelt de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) op basis van een Italiaans onderzoek. De plotse dood heeft vaak te maken met hartfalen, met een circulatiestilstand tot gevolg. Om dit hartfalen en de circulatiestilstand weer tot stand te brengen, dient er gereanimeerd te worden. Dit kan doormiddel van hartmassage, maar een effectievere oplossing is het defibrilleren van het hart. De voornaamste reden waarom de kans op een succesvolle reanimatie zo gering is, komt door het feit dat de benodigde defibrillatieschok te laat komt. De kans op overleven daalt met ca 10% per minuut als defibrilleren wordt uitgesteld, binnen 1 minuut reageren geeft een overlevingskans van 75%, na 10 minuten is de overlevingskans nihil. Uiteraard zijn alle ambulances uitgerust met defibrillatoren. In Nederland bedraagt de gemiddelde aanrijtijd van een ambulance ongeveer tien minuten. Dit is dus te lang om een hoog percentage succesvolle reanimaties te realiseren. Elke seconde telt... Met een Automatische Externe Defibrillator kan en mag iedereen defibrilleren. Iedereen mag wettelijk gezien een AED bedienen, toch wordt aangeraden om een cursus te volgen. Mede doordat er vele verschillende AED’sIV op de markt zijn en het belangrijk is te weten hoe te handelen bij een dergelijk incident. Er zijn verschillende oorzaken van een circulatiestilstand (waarna defibrilleren noodzakelijk is), namelijk hartfalen, kamerfibrilleren en ischemie.
3.2 Hoe groot is de kans op hartfalen? Plotse hartdood komt onder sporters jonger dan 35 jaar vaker voor dan onder niet sporters. Van elke 100.000 sporters worden 3,1 jonge sporters getroffen door een plotse hartstilstand.V Bij sporters boven de 35 loopt dit aantal op tot 50 à 60 slachtoffers per jaar.VI Onder de niet sportende bevolking (van alle leeftijden) gaat het om 0,7 personen per 100.000. Bovendien is de kans dat een man getroffen wordt door een plotse hartdood tien keer zo groot als die van een vrouw. Wanneer jonge mensen (<35 jaar) met een erfelijke of aangeboren hartafwijking gaan sporten, lopen zij een verhoogd risico. Getracht kan worden het risico te minimaliseren door alle sporters medisch te laten goedkeuren. De kans dat er iemand gevonden wordt met een aangeboren of erfelijke afwijking is klein, daarnaast zijn er voorbeelden te noemen van medisch goedgekeurde sporters die toch aan een plotse hartdood zijn gestorven, het meest recente voorbeeld hiervan is David diTomasso van FC Utrecht. Een ander probleem is het niet erkennen van het probleem, uit onderzoek blijkt dat slachtoffers van plotse dood in de 4 weken voor hun overlijden meer gezondheidsklachten hebben gehad dan normaal. Die klachten zijn meestal vaag, zoals moeheid. Veel klachten worden gebagatelliseerd door de sporter zelf, door de trainer of door zijn familie en soms zelfs heeft de dokter ze onderschat. De meeste plotse hartdoden in de sport boven de 35 jaar is een gevolg van een aandoening van de kransvaten. Er treedt een verstopping in een kransvat op en er ontstaat een hartinfarct IV
Zie bijlage 5 voor een overzicht van de verschillende AED’s Uit de berekening van Nicole Panhuyzen-Goedkoop, sportcardioloog, lid van een werkgroep sportartsen en cardiologen en verbonden aan het UMC St. Radboud en de St. Maartenskliniek te Nijmegen. VI Gegevens van sportcardioloog Jan Hoogsteen van het Maxima Medisch Centrum in Veldhoven. V
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
5
Onderzoek Provincie Groningen (er sterft een stukje van de hartspier) dat kan soms leiden tot een kamerritmestoornis en uiteindelijk een hartstilstand. De verwachting is dat in de toekomst door de vergrijzing en door de grotere overlevingskans na een hartinfarct meer mensen hartfalen zullen krijgen.VII Hartfalen kan direct na een hartinfarct optreden of enige tijd later. Er zijn nu zo'n 200.000 mensen (mannen én vrouwen) in Nederland die aan hartfalen lijden. Per jaar groeit dit aantal met zo'n tien procent. De kans wordt dus steeds groter dat u, of iemand uit uw omgeving, ermee te maken krijgt.VIII
3.3 Calamiteitenplan Als er bijvoorbeeld bij een van de sportvereniging zich een plotse hartstilstand voordoet, is het belangrijk dat er bekend is wat er geregeld is, hoe het geregeld is, welke hulpmiddelen er aanwezig zijn en dat de leden hiervan op de hoogte zijn. Aangezien de Bedrijfshulpverlening (BHV) nog niet een verplichting is voor verenigingen zijn dergelijke zaken lang niet altijd duidelijk vast gelegd in een zogenaamd calamiteitenplan. Het onderwerp bedrijfshulpverlening is afkomstig uit de Europese regelgeving en is in Nederland opgenomen in de Arbowet. De BHV is een onderdeel van het geheel aan maatregelen om de veiligheid van medewerkers / bezoekers / klanten etc bij een calamiteit te waarborgen. De onderwerpen die vallen onder het begrip BHV, zoals omschreven in artikel 15 van de Arbowet 1998, betreffen: - Het verlenen van EHBO - Het beperken en bestrijden van brand, en het voorkómen en beperken van ongevallen - Het alarmeren en evacueren van werknemers en personen - Het alarmeren van- en samenwerken met politie/brandweer/ambulance Het van belang voor een vereniging om een duidelijk calamiteitenplan te hebben, om goed en snel te kunnen handelen in geval van een calamiteit. Ook als eventueel AED’s worden ingevoerd. Bijvoorbeeld bij een sporthal waar meerdere verenigingen gebruik van maken moeten ze op de hoogte zijn van aanwezige EHBO-voorzieningen.
3.4 Onderhoud van de AED In principe behoeft een AED geen onderhoud. Het is wel belangrijk om goed voor een AED te zorgen. Bewaar de AED niet in de zon of in de vrieskou. De gebruiksaanwijzing laat zien wat de beste omgevingstemperatuur is. De elektrodes dienen om de twee jaar vervangen te worden, sommige AED’s doen een zelftest, om de elektroden op uitdroging te testen, dit doen ze echter lang niet allemaal. De houdbaarheid van de batterij varieert van 1 jaar tot 5 jaar, dit ligt aan het merk. Na gebruik moeten de elektroden vervangen worden, en afhankelijk van het merk, ook de batterijen. Hiervoor kan contact opgenomen worden met de leverancier, de nieuwe onderdelen worden in rekening gebracht. Dit kan sterk verschillen per merk en type AED. Verschillende types AED doen na een bepaalde periode een zelftest, deze geven dan aan of onderhoud of vervanging noodzakelijk is. Dit onderhoud kan vervolgens geleverd worden door leveranciers of bedrijven die gespecialiseerd zijn in dit onderhoud. (EHBOverenigingen).IX
VII
Bron: Nederlandse Hartstichting, cijfers en feiten Hartfalen Bron: http://www.hartstichting.nl/hartfalen IX Bron: www.aedshop.nl VIII
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
6
Onderzoek Provincie Groningen
3.5 Voorkomen? Hoogsteen promoveerde vorig jaar op de risico's van hartstilstand onder beoefenaars van duursporten als hardlopen en wielrennen. Zijn proefschrift mondde uit in een pleidooi voor de herinvoering van de sportkeuring, zoals die tot de jaren tachtig van de vorige eeuw bestond, maar die sindsdien door bijna alle sportbonden is afgeschaft. Hoogsteen was betrokken bij de opstelling van de IOC-richtlijn. Volgens die richtlijn moeten alle sporters die in verenigingsverband aan sport gaan doen, een vragenlijst invullen om te zien of sprake is van verhoogde risico's. Een sportarts kan dan een nader onderzoek doen en een gericht advies geven. Bij topsporters zou in elk geval een elektrocardiogram moeten worden gemaakt die door een sportcardioloog zou moeten worden beoordeeld. “Een medische keuring levert geen garantie op”, zegt ook Jessica Gal, sportarts in opleiding aan het Universitair Medisch Centrum in Utrecht en tot vier jaar geleden op topniveau judoka. Soms zijn de symptomen niet duidelijk. Hoogsteen wenst niet mee te gaan met deze redenering. Hij is wel overtuigd van het nut van een dergelijke sportkeuring: ,,In Italië overlijden minder mensen aan een plotselinge hartstilstand dan in Nederland. Dat kan ik alleen maar verklaren uit het feit dat ze daar al een verplichte sportkeuring hebben.''X
3.6 Andere Provincies en de AED In onder andere het Dagblad van het Noorden (Drenthe editie) hebben we kunnen lezen dat ook andere provincies bezig zijn met het kijken naar de mogelijkheden om AED’s in grotere getale in te voeren. We hebben contact gehad met de provincies Drenthe en Overijssel. Hier volgt een korte beschrijving van de vorderingen en bevindingen in deze provincies. Drenthe Directeur Tjerk Hiddes van de UMCG Ambulancezorg wil dat er in heel Drenthe defibrillatoren beschikbaar komen, zodat er een sprake is van een povinciebrede dekking. Het is de bedoeling dat er bij de meldkamer inzichtelijk is waar allemaal een AED aanwezig is. Doormiddel van marketing willen ze gemeenten aanzetten om geld beschikbaar te stellen. De provincie wil meebetalen aan een plan om het gebruik van defibrillatoren te stimuleren, echter klinkt het de provincie nu nog vooral aanbodgericht in de oren. Daarom doet de ambulancezorg in Tynaarloo nu een vooronderzoek naar de behoefte aan AED’s. Er moet namelijk wel draagvlak bij de locale gemeenten en bevolking zijn, om het project te doen slagen. Verder wordt er aangegeven dat het zinvol kan zijn om bevindingen in de lopende onderzoeken van Drenthe en Groningen met elkaar uit te wisselen. Provincie Overijssel In de provincie Overijssel tracht men een impuls te geven aan regionale initiatieven op het gebied van AED's. Een impuls door met behulp van de provincie een goede infrastructuur van AED's op te zetten voor heel Overijssel, met daaraan gekoppeld een deskundigheidsbevordering. Dit in samenwerking met andere instanties zoals zorgverzekeraars, gemeenten, ambulancediensten, politie, brandweer en huisartsen. Met een goede infrastructuur wordt veel kostbare tijd gewonnen omdat de behandeling kan starten voordat een ambulance ter plekke is. Mensen met een hartstilstand kunnen op deze wijze sneller en adequater geholpen worden.
X
Bron: © Telegraaf juli 2005; zie gehele artikel in bijlage 7
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
7
Onderzoek Provincie Groningen In diverse regio's is men bezig met de aanschaf van AED's. In de Regio IJssel Vecht zijn plannen om leden van EHBO-verenigingen op te leiden voor gebruik van AED’s. En in Twente wordt momenteel een systeem ontwikkeld voor de meldkamers, waarbij men in één oogopslag kan zien waar ze staan en wie ze kan bedienen. Belangrijk hierbij is dus een goede infrastructuur. De provincie is van mening dat het meebetalen aan de opleiding onderdeel is van de provinciale taak op het gebied van de spoedeisende hulp. Het betreft een aanvullende opleiding van het personeel dat al een diploma heeft voor de reguliere reanimatie!
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
8
Onderzoek Provincie Groningen
4 Resultaten 4.1 Enquête bij sportverenigingen Doormiddel van een enquête is er bij sportverenigingen geïnventariseerd of er behoefte is aan een AED en aan de gedeeltelijke financiering hiervan. Deze enquête is aan 650 sportverenigingen in de provincie Groningen verstuurd, hiervan zijn 251 enquêtes ingevuld terug gestuurd. De ondervraagde sportverenigingen beoefenen de meest uiteenlopende sporten en zijn ook erg variërend in ledenaantallen. Beheerder accommodaties
7%
22% Huren bij gemeente Huren bij particulier Acc. in eigen beheer 60%
N.V.T
11%
De meeste sporters maken gebruik van een buitensport accommodatie, daarnaast zijn er veel verenigingen die in de sporthal sporten. Onder de in sporthal sportende mensen, zijn ook verenigingen die alleen in de winter in de hal sporten. 73 verenigingen maken gebruik van een gymzaal en 29 verenigingen zijn accommodatie onafhankelijk. Dit zijn voornamelijk (weg)atletiekverenigingen, fietsclubs en schaatsverenigingen.
Grafiek 4.1 Beheerder van de accomodatie
De meeste accommodaties worden bij de gemeente gehuurd, voetbal verenigingen hebben over het algemeen een accommodatie in eigen beheer. Wanneer de verenigingen in een gehuurde accommodatie sporten, bij 70 (40%) van deze verenigingen is meestal een beheerder van de accommodatie aanwezig. Calamiteitenplan
Er zijn 88 sportverenigingen die een beleid of procedure hebben bij grote ongelukken, in de regels kon de geënquêteerde kort invullen wat dit plan inhield. Bij de meeste stond 112 of een dokter bellen. 156 (64%) verenigingen hebben geen calamiteitenplan.
36% Calamiteitenplan Geen calamiteitenplan 64%
Grafiek 4.2 Calamiteitenplan
Er zijn 56 gevallen bekend van een hartstilstand, bij 82% van de verenigingen heeft een dergelijk incident niet plaatsgevonden. Hierbij moet wel gezegd worden dat er niet is gevraagd in welk tijdsbestek de incidenten hebben plaatsgevonden. Een aantal verenigingen heeft zelfs aangegeven dat het voorval al meer dan 10 jaar geleden is. Vrijwel alle geënquêteerden hebben ooit van een AED gehoord. Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
9
Onderzoek Provincie Groningen Er zijn 13 verenigingen die sporten in een accommodatie waar een AED aanwezig is, Kardinge wordt door de schaatsverenigingen genoemd. De verenigingen hebben het apparaat niet in eigen beheer. Geen AED omdat
26%
Te duur Nut niet inzien
49%
Onbekend 8%
anders
17%
Op de vraag waarom de sportverenigingen geen AED in bezit had, is zeer gevarieerd geantwoord. Veel verenigingen vinden de kosten te hoog, daarnaast wordt er bij een eigen antwoord ook vaak genoemd dat ze een te kleine vereniging zijn, of dat er door meerdere verenigingen gebruik wordt gemaakt van de accommodatie en dat de andere verenigingen dan ook mee moeten betalen. Er blijken 41 verenigingen niet bekend te zijn met een AED.
Grafiek 4.3 Redenen om nog geen AED te hebben Bij co-financiering een AED aanschaffen?
11%
42%
Ja Eerst meer informatie Nee 47%
56% van de verenigingen denken dat een AED zinvol zou zijn voor hen, 34% vindt het niet nodig om een AED te hebben. Vooral omdat ze veel jeugdige sporters hebben, te klein zijn en de kans dat het hen gebeurd zeer klein achten. Wanneer de provincie de helft van de aanschafkosten vergoed, 26 verenigingen zouden dat wel willen, 112 verenigingen willen eerst nog meer informatie en de overige 98 verenigingen zouden ook dan geen AED aanschaffen.
Grafiek 4.4 Aanschaf AED bij een co-financieringsregeling
De verenigingen die over een AED beschikken, geven aan de AED nog nooit te hebben gebruikt en dat ze scholing voor het gebruik van de AED nodig achten.
4.2 Gemeenten De gemeenten in de Provincie Groningen hebben we geprobeerd telefonisch te bereiken, om ze vervolgens een aantal vragen te stellen over de inzet van AED’s. Veel gemeenten waren moeilijk te bereiken door afwezigheid van betreffende personen. Op de vraag of er gegevens bekend zijn over hartfalen in de gemeente gaven ze veelal nee als antwoord. Sommige gemeenten hadden wel degelijk iets opgenomen over AED’s in het gemeentebeleid, maar vele anderen niet. Bij de vraag of er belemmeringen voor het invoeren van AED’s bekend zijn werd veelal financieel genoemd als deze vraag met ja beantwoord werd. Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
10
Onderzoek Provincie Groningen
Er zijn over het algemeen geen sportorganisaties die aan de gemeente te kennen hebben gegeven een AED te willen aanschaffen. De behoefte is bij de gemeente niet in kaart gebracht. Eerder wordt een zwembad of groter complex genoemd. Ook op de vraag of er nagedacht is over het stimuleren van het inzetten van AED’s werd overwegend nee geantwoord. Er werd aangegeven dat de kosten vrij hoog zijn. Er zou dan eerst gekeken worden naar gebouwen zoals een zwembad, gemeentehuis o.i.d. Of het verkeerd nog in een pril stadium De meeste gemeenten gaven aan dat een AED naar hun mening het beste ingezet kan worden bij een sportvereniging, de helft van de totaal ondervraagde gemeenten. De andere helft is verdeeld over eigen organisatie (alle gemeentelijke faciliteiten) of voor het antwoord dat ze allebei belangrijk vinden.
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
11
Onderzoek Provincie Groningen
5 Advies Moet de provincie Groningen door middel van de zogehete co-financieringsregeling bijdragen in de aanschaf van AED’s binnen de provincie Groningen? In alle bestaande literatuur hebben we kunnen lezen dat hartfalen regelmatig voorkomt, er zijn momenteel ongeveer 200.000 mensen die aan hartfalen lijden en dit aantal zal waarschijnlijk elk jaar met 10% stijgen door de vergrijzing en de overlevingskans na een hartinfarct. Het is naar onze mening dan ook meer dan redelijk dat hier de nodige aandacht aan geschonken wordt. Zo hadden we een paar maanden geleden alleen nog maar gehoord van een AED. Nu kunnen we stellen dat AED’s mensenlevens kunnen redden. De AED die ter plaatse is bij hartfalen kan de overlevingskans van diegene aanzienlijk vergroten (tot maximaal 75%). Onderzoek heeft uitgewezen, dat meer sporten en bewegen risico’s met zich meebrengt m.b.t. (acute) hartstilstand. Dat wil niet zeggen dat er meer sportende mensen overlijden aan hartfalen. In Nederland sterven jaarlijks 150 tot 200 sporters aan een plotse dood. Om vanuit het provinciale sport en gezondheidsbeleid deze risico’s te beperken en om een optimale gezondheidswinst te realiseren, dient er volgens het CDA een ‘hart-veiligeomgeving’ gecreëerd te worden door middel van de aanschaf van AED’s door sportverenigingen, gemeenten en eventueel andere organisaties van (sport)evenementen. Maar moet de provincie Groningen door middel van de zogehete co-financieringsregeling bijdragen in de aanschaf van AED’s binnen de provincie Groningen? Aan de ene kant zijn we geneigd snel ‘ja’ te zeggen. Met een AED zijn levens te redden, doordat er in veel gevallen sneller gefibrilleerd kan worden. Ieder mensenleven dat gered wordt is goed. Verder kunnen we als voordeel zien dat iedereen met een AED kan en mag defibrilleren. Iedereen mag wettelijk gezien een AED bedienen. Echter is er wel een aantal punten waar misschien eerst naar gekeken moet worden alvorens blind het geld in de financiering van AED’s te stoppen. Want misschien zijn er juist grotere stappen te maken in het traject voor het aankomt op het gebruik van de AED. Getracht kan worden het risico te minimaliseren door alle sporters medisch te laten goedkeuren. In Italië, waar een verplichte sportkeuring is, overlijden minder mensen aan een plotselinge hartstilstand dan in Nederland. Verder viel ons op uit de enquête dat veel sportverenigingen niet eens een duidelijk calamiteitenplan hebben. Ook hebben veel kleine verenigingen gewoonweg niet de financiële middelen beschikbaar voor de aanschaf van een AED, ook al komt er een co-financieringsregeling. Is de dekking van het aantal AED’s dan wel groot genoeg? Iedereen mag dan wel een AED gebruiken, maar de verenigingen die een AED gebruiken geven aan dat een cursus wel nodig is. Mede doordat er vele verschillende AED’s op de markt zijn en het belangrijk is te weten hoe te handelen bij een dergelijk incident. Dit brengt dus ook kosten met zich mee. Bovendien moet voor een dergelijke cursus degene in het bezit zijn van een EHBO-diploma. Terwijl het aantal mensen met een EHBO-diploma niet eens altijd naar behoren is. En eenmaal in het bezit van een AED komen er eventueel ook kosten voor onderhoud bij.
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
12
Onderzoek Provincie Groningen Daarentegen biedt een sportkeuring ook geen garantie tegen hartfalen in de sport. De kans dat er iemand gevonden wordt met een aangeboren of erfelijke afwijking is klein, daarnaast zijn er voorbeelden te noemen van medisch goedgekeurde sporters die toch aan een plotse hartdood zijn gestorven, het meest recente voorbeeld hiervan is David diTomasso van FC Utrecht. Verder kunnen sporters relatief makkelijk informatie over gezondheidsklachten achter houden als ze bang zijn om afgekeurd te worden tijdens een sportkeuring. Het feit blijft dat er maar weinig gevallen van hartfalen voorkomen in de sport, maar in verhouding tot het aantal gevallen onder niet sportende mensen is dit relatief veel. 82% van de verenigingen heeft nog nooit een dergelijk incident gekend. Wegen de kosten daar tegen op? 56% Van de verenigingen achten het wel degelijk zinvol om in het bezit te zijn van een AED. Op grond van de resultaten van ons onderzoek kan de provincie besluiten om een cofinancieringsregeling voor de aanschaf van AED's in te stellen. Dit laatste omdat in veel gevallen de prijs inderdaad het grootste obstakel vormt. Mogelijk dat, nu er al gemeenten zijn die AED's aanschaffen, er ook andere mogelijkheden zijn om de kosten van de aanschaf van AED's te drukken, zoals subsidies gemeente, gezamenlijke aanschaf, leaseconstructies, of via het bedrijfsleven. Dit zou nader onderzocht kunnen worden. Welke constructie er dan ook mag komen, feit is dat hartfalen blijft voorkomen. Er zal bovendien wel aandacht besteed moeten worden aan de samenwerking tussen kleinere verenigingen onderling en/of met derden. Verder is een goede ‘marketing’ van de AED’s belangrijk om de behoefte te vergroten. Zo valt er nog veel winst te halen bij de verenigingen die in de enquête aangaven geen AED te hebben doordat ze er niet bekend mee zijn of er het nut niet van inzien. Dit onderzoeksverslag kan gezien worden als een vooronderzoek in het opstellen van een eventuele co-financieringsregeling. We zijn er van overtuigd en achten het zinvol dat er een vervolg aan het onderzoek wordt gegeven. Ten eerste zal een dergelijk onderzoek herhaald kunnen worden als er meer aandacht aan de promotie/marketing van de AED’s is besteed (Veel sportverenigingen zijn onbekend met het thema AED!). Mocht er een cofinancieringsregeling komen dan is het noodzakelijk dat er gekeken wordt naar de invulling hiervan. Tot slot zou er in de voorbereiding nog meer overlegd kunnen worden met de gemeenten, omdat zij veelal de eerste contactpersoon richting de verenigingen zijn en de gemeenten zouden willen helpen in het voorzien in de behoefte aan AED’s. We denken dat het zinvol is contact te onderhouden met andere provincies (zoals Drenthe en Overijssel) die met de stimulering van de inzet van AED’s bezig zijn.
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
13
Onderzoek Provincie Groningen
Nawoord In dit nawoord willen we graag nog een kritische blik werpen op het gedane onderzoek, wat waren de sterke en zwakke punten. Dit om daar in het vervolg rekening mee te kunnen houden. Verder komt vervolgonderzoek ter sprake. Informatie die nodig was voor het uitvoeren van het onderzoek was relatief makkelijk te vergaren doordat onze begeleider mede werkzaam is voor het Huis voor de Sport. Bovendien is er veel literatuur over hartfalen te vinden die niet tegenstrijdig zijn, oftewel we kunnen wel stellen dat de betrouwbaar van de literatuur vrij hoog is. Tijdens het onderzoek ging het uiteraard niet altijd vlekkeloos. Ten eerste is tien mensen volgens ons een te groot aantal gebleken om aan dit onderzoek te werken. Wij hebben de vier onderzoeksverslagen van de andere tweetallen in dit uiteindelijke verslag verwerkt. Echter bleek dat wij moeilijk de inhoud van de verslagen kunnen controleren en soms zelfs niet in hun geheel hebben gekregen. Dit resulteerde in het feit dat niet altijd alles even bruikbaar was. De deelverslagen gingen vaak diep in op een klein aspect en hebben dit niet in een ruimer aspect geplaatst. Er komt bij dat met tien mensen afspraken maken ook meer tijd in beslag neemt Een ander punt waar we tegen aan liepen is dat het tijdsbestek erg kort is. Voordat alle enquêtes terug zijn bij een dergelijk grote populatie ben je een aantal weken verder, tijd voor verdere uitwerking is er niet veel. Bij de uitwerking stuitten we tevens op het probleem dat er met de huidige manier van werken moeilijk verbanden te leggen zijn tussen de verschillende vragen. Eventueel hadden we een uitgebreider advies kunnen geven als er bijvoorbeeld tijd was geweest te leren werken met het programma SPSS. Het laatste zwakke punt heeft wederom enigszins met het tijdsbestek te maken. We hebben daardoor en door het feit dat er ook veel kleinere gemeenten in de Provincie Groningen zijn, helaas niet van alle gemeenten informatie kunnen vragen. Dit onderzoeksverslag kan gezien worden als een vooronderzoek in het opstellen van een eventuele co-financieringsregeling. We zijn er van overtuigd en achten het zinvol dat er een vervolg aan het onderzoek wordt gegeven. Ten eerste zal een dergelijk onderzoek herhaald kunnen worden als er meer aandacht aan de promotie/marketing van de AED’s is besteed (Veel sportverenigingen zijn onbekend met het thema AED!). Mocht er een cofinancieringsregeling komen dan is het noodzakelijk dat er gekeken wordt naar de invulling hiervan. Tot slot zou er in de voorbereiding nog meer overlegd kunnen worden met de gemeenten, omdat zij veelal de eerste contactpersoon richting de verenigingen zijn en de gemeenten zouden willen helpen in het voorzien in de behoefte aan AED’s. Meer overleg met andere provincies is zinvol.
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
14
Onderzoek Provincie Groningen
Literatuurlijst Boeken: - E. Haag, J. Dirven, Schrijven in stappen, Handboek voor de verslaggeving van literatuuronderzoek, Tweede druk, Utrecht: Lemna BV, 2002 - Baarda, M.P.M. de Goede, Basisboek methoden en technieken, Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek, Derde druk, Groningen: Wolters Noordhof, 2001 Artikelen: - Clemens Vollebergh, Plotse Hartdood in de sport, Schaatssport nr.10 Juni 2006, p. 14-15 - Richtlijnen Reanimatie 2005 in Nederland, Reanimatieraad - Martin de Bruin, Dagblad van het Noorden (Drenthe editie), vrijdag 19 mei 2006 - Telegraaf juli 2005 Internet: - http://www.tigch.nl/medisch/dood.htm - Jan Hoogsteen http://www.avpijnenburg.nl/WAC/sudden%20death.htm - http://www.hartstichting.nl/hartfalen - www.aedshop.nl Verslagen: - Veenhuis, M. Ram, Hartfalen, Hoe vaak komt het voor binnen de sport, Groningen, juni 2006 - J. Gal, Maatregelen voor het handhaven van AED’s, Groninegn, juni 2006 - Waardijk, M. Hanssen, Automatische Externe Defibrillator, de aanschaf en het gebruik van een AED, Groningen, juni 2006
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
15
Onderzoek Provincie Groningen
Begrippenlijst Automatische Externe Defibrillator (AED) Een AED is een apparaat waarmee een elektrische schok aan het hart kan worden toegediend, indien er sprake is van een levensbedreigende hartritmestoornis. Het hart kan na de stroomstoot weer zelf proberen een hartritme te krijgen. Met de komst van de AED is het voor omstanders mogelijk snel en adequaat te reageren bij een plotselinge hartstilstand. Nog voordat de ambulance ter plaatse is kan men al beginnen met reanimeren en defibrilleren. De meeste defibrillator fabrikanten hebben inmiddels ook een defibrillator op de markt gebracht die speciaal voor niet-professionals (o.a. particulieren) is ontwikkeld. Deze defibrillators, de zogenaamde AED's (= Automatic External Defibrillator, ook wel PAD = Public Access Defibrillator) vinden inmiddels hun weg naar bedrijven, sportcentra, vliegvelden, winkelcentra en andere min of meer publieke locaties. Ook particulieren kunnen een AED aanschaffen. Circulatiestilstand In normale omstandigheden trekt de hartspier bij een volwassene 60 tot 80 keer per minuut samen waarna ze zich weer ontspant. Deze pompfunctie van het hart zorgt ervoor dat het bloed voortdurend door het lichaam circuleert. Een circulatiestilstand is een toestand waarbij de bloedsomloop bijna of volledig is stilgevallen. Dit kan komen door een obstructie in de bloedsomloop zelf, of aan het hart dat zijn pompfunctie verloren heeft. Na een circulatiestilstand worden de lichaamscellen niet meer van zuurstof voorzien en sterven de weefsels vlug af. Een circulatiestilstand veroorzaakt zuurstoftekort in de vitale organen. Ook het hart verliest hierdoor al gauw zijn pompfunctie waardoor een circulatiestilstand snel gepaard zal gaan met een hartstilstand. Vaak worden beide termen door elkaar gebruikt, er is echter een duidelijk onderscheid.XI Cursus ( scholing / opleiding) Tijdens de cursus AED leert u het verantwoord toepassen van een Automatische Externe Defibrilator. Er wordt gestart met theoretische kennis van de anatomie en fysiologie van het hart, de longen en de bloedsomloop. Verder leert u een aantal levensreddende handelingen. Om deel te kunnen nemen aan de cursus wordt er verwacht dat U het reanimatiediploma heeft volgens de huidige richtlijnen. Voor de geldigheid van het AED-certificaat en het bijhouden van de reanimatievaardigheid moet jaarlijks een herhalingscursus worden gevolgd. Het bijwonen hiervan wordt op het diploma aangetekend. Een herhalingscursus duurt ongeveer 2 uur en bestaat uit een opfrissing van de theorie waarna de reanimatie vaardigheid met behulp van de AED getraind wordt. Een cursus AED duurt 4 uur. Hiervan wordt ongeveer 2 uur besteed aan theorie, en ongeveer 2 uur aan het oefenen met de AED. Een cursus kan gegeven worden op twee dagen of avonden van elk twee uur maar ook als een blok van 4,5 uur. Wanneer de AED cursus met goed gevolg is gevolgd en u beheerst de vaardigheid van het gebruik van de AED, dan ontvangt u een door de Nederlandse Hartstichting erkend certificaat. Voor de geldigheid van dit certificaat en het bijhouden van de vaardigheid moet jaarlijks een herhalingscursus worden gevolgd. Het bijwonen wordt op het certificaat aangetekend.
XI
Bron:http://www.reanimatie.be/Basic%20Life%20Support/Circulatie.html#Wat%20is%20een%20circulatiestil stand
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
16
Onderzoek Provincie Groningen Alle instructeurs die door Reanimatie.nl worden ingezet zijn professionals die werkzaam zijn bij een ambulancedienst of spoedeisende hulp. Allen zijn didactisch geschoold en zijn ingeschreven als AED-instructeur bij de Nederlandse Reanimatie Raad. Uit een presentatie van de reanimatieraad blijkt dat eerste hulp bij kinderen niet overeenkomt met eerste hulp bij volwassenen. Onder andere is verhouding tussen ademhaling en hartslag bij kinderen anders is dan bij volwassenen, waar rekening mee moet worden gehouden tijdens het reanimeren. Mede om deze reden moet er een aparte cursus worden gevolgd om eerste hulp verantwoord bij kinderen toe te kunnen passen. Dit kan pas worden verkregen na een volgens de NRR (Nederlandse reanimatieraad) gecertificeerde PBLS- opleiding.XII Uit een document van de Nederlandse reanimatieraad, waarin de richtlijnen van het gebruik van de AED worden beschreven blijkt echter dat als er geen speciaal aangepast AED-apparaat voor kinderen aanwezig is, de standaard AED ook kan worden toegepast bij kinderen.XIII Hartaanval of myocardinfarct is het afsterven van een deel van de hartspier door onderbreking van de bloedtoevoer ervan door de kransslagaderen. Dit kan leiden tot (soms op korte termijn levensbedreigende) ritmestoornissen en tot hartfalen door onvoldoende pompwerking van het hart. Een hartaanval ontstaat meestal doordat zich op de plaats van een atherosclerotische plaque in een kransslagader een bloedstolsel vormt waardoor de toevoer van bloed, die voordien al geringer was, nu opeens helemaal wordt afgesneden. Hartfalen Hartfalen is de grote onbekende onder de hartziekten. Het woord klinkt misschien bekend, doet denken aan hartinfarct, hartaanval of hartstilstand. Toch is het heel iets anders. Hartziekten komen vaak als donderslag bij heldere hemel. Hartfalen niet, dat sluipt erin. Hartfalen is het gevolg van tekortschietende pompfunctie van het hart. In de literatuur ontbreekt consensus over de definitie van hartfalen. In de multidisciplinaire richtlijn ‘Chronisch hartfalen’ wordt hartfalen gedefinieerd als 'een complex van klachten en verschijnselen ten gevolge van een tekortschietende pompfunctie van het hart' (NVC, 2002). Essentieel bij deze definitie, en de definities in de richtlijnen van de NHG en de European Society of Cardiology is een tekortschietende pompfunctie in combinatie met klachten (Walma et al., 1995; Task Force for the diagnosis and treatment of chronic heart failure, 2001). Bij een, bijvoorbeeld via echografisch onderzoek aangetoonde verminderde functie van de hartkamer die niet gepaard gaat met symptomen, is het dus beter niet van hartfalen te spreken, maar van asymptomatische ventrikeldisfunctie. Tegenwoordig wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende vormen van hartfalen: 1. Hartfalen met verminderde linkerventrikel systolische functie: vooral de knijpkracht van het hart schiet tekort (systolisch hartfalen genoemd) 2. Hartfalen met normale of behouden linkerventrikel systolische functie: vooral de vulling van het hart is onvoldoende (diastolisch hartfalen genoemd)
XII
(Bron: http://www.reanimatieraad.nl/docs/presentatie%20PBLS_PALS.pdf) (Bron: http://www.reanimatieraad.nl/docs/HetgebruikvandeAutomatischeExterneDefibrillator.pdf)
XIII
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
17
Onderzoek Provincie Groningen
Handhaven Van dale woordenboek zegt het volgende over handhaven: hand.ha.ven -haafde, heeft gehandhaafd 1 in stand houden; 2 niet ontslaan. In dit geval wordt met handhaven “het in stand houden van het gebruik van de AED” bedoeld. Wanneer een AED binnen een bedrijf/instelling wordt gehandhaafd, kan hier op elk willekeurig moment gebruik van worden gemaakt en zijn de noodzakelijke maatregelen getroffen om dit te kunnen realiseren. Ischemie Ischemie, een te geringe aanvoer van bloed naar een gebied zodat de zuurstofvoorziening er te kort schiet en de cellen niet goed kunnen functioneren of zelfs doodgaan (zie infarct). Dit wordt meestal veroorzaakt door vernauwing van een slagader als gevolg van arteriosclerose.XIV Kamerfibrilleren kamerfibrilleren, een toestand waarbij de verschillende spiervezels waaruit de hartkamers bestaan, niet langer gecoördineerd volgens een vast patroon samentrekken en zo het bloed de aorta en long slagader indrijven, maar ieder voor zichzelf in een snel en onregelmatig patroon samentrekken. Hierdoor wordt er geen bloed de kamers uitgedreven. De patiënt raakt bewusteloos. De oorzaak van kamerfibrilleren is meestal acuut zuurstofgebrek van een deel van de hartspier. (het is de meest gevreesde complicatie van de vroege fase van het hartinfarct) Maar kan ook een ernstige verstoring van de bloedelektrolytenspiegel zijn, (bijv. bij acidose, hypokaliëmie) of een te hoge dosering geneesmiddelen (bijv. `digitalis').XV Noodzakelijke maatregelen In de hoofdvraag wordt de woordcombinatie noodzakelijke maatregelen gebruikt. Hierbij wordt gedoeld op bijkomende maatregelen die moéten worden genomen om een AED binnen een bedrijf/instantie te kunnen handhaven. Zonder deze maatregelen zou een AED niet bruikbaar zijn binnen een bedrijf/instelling.
XIV XV
Bron: Encyclopedie Winkler Prins, 1993-2002 Bron: Encyclopedie Winkler Prins, 1993-2002
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
18
Onderzoek Provincie Groningen NRR De NRR (Nederlandse Reanimatieraad) is opgericht in 1993 en is een overlegorgaan van de Nederlandse Hartstichting, het Nederlandse Rode Kruis, Het Oranje Kruis en de vereniging van Artsen (VVAA). De eerste doelstelling van de NRR was het bereiken van overeenstemming met betrekking tot een uniform lesprogramma in elementaire reanimatie in Nederland. Sportmedische keuring Sinds kort is er een consensus bereikt over welk advies aan de recreatieve sporters t.a.v. hart en vaatziekten screening meegegeven wordt. Tot 35 jaar kan worden volstaan met een vragenlijst en die screened op mogelijke aandoeningen van het hart. De vragenlijst kan indien noodzakelijk aangevuld worden met een lichamelijk onderzoek (door een arts) en rust ECG. Bij twijfel kan dan eventueel een inspannings ECG en ECHO van het hart gemaakt worden. Een dergelijke keuring is in de maak en komt rond de 60 euro te liggen. Boven de 35 jaar wordt een uitgebreidere keuring standaard geadviseerd dus in ieder geval een inspannings ECG om kransvatlijden uit te sluiten. Kosten rond de 90 euro. Wanneer er ook een uitgebreid lichamelijk onderzoek (houding- en bewegingsapparaat), bloed-, urine- en longfunctieonderzoek zijn de kosten 175 euro. De meeste verzekeraars hebben wel enige vergoeding in het aanvullende pakket opgenomen een aantal vergoeden zelfs eens in de 2 jaar een sportmedisch onderzoek nagenoeg helemaal. Een algemene richtlijn is helaas niet te geven, wel is het eigen risico niet van invloed omdat het uit het aanvullende pakket komt. Je zult in de polis moeten kijken welke vergoeding voor sportmedisch onderzoek (consulten en keuring) is opgenomen.
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
19
Onderzoek Provincie Groningen
Bijlagen Bijlage 1: Begeleidende brief telefonische enquête Groningen, 22 mei 2006 Geachte heer/mevrouw, De provincie Groningen heeft een aantal studenten van het Instituut voor Sportstudies aan de Hanzehogeschool gevraagd een onderzoek te verrichten. Dit onderzoek heeft betrekking op het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator (AED) bij sportverenigingen. Dit is een medisch instrument dat bij een hartstilstand een schok kan toedienen aan het slachtoffer. Nog voordat de ambulance ter plaatse is kan men al beginnen met defibrilleren. Snelle reanimatie (beademen en hartmassage) en het gebruik van een AED vergroot het overlevingspercentage aanzienlijk. De hedendaagse moderne levensstijl kent een toename van acuut hartfalen en hartafwijkingen. Onderzoek heeft uitgewezen, dat meer sporten en bewegen risico’s met zich meebrengen m.b.t. (acute) hartstilstand. Het CDA, binnen de provinciale politiek, heeft in januari 2006 een initiatiefvoorstel gelanceerd om een co-financieringsregeling op te stellen. Een regeling waarbij de provincie de helft financiert van de kosten die met de aanschaf van een AED gemoeid zijn. Mede op basis van uw informatie willen we onderzoeken of er behoefte is en het zinvol is om het voorstel van het CDA tot uitvoer te brengen. Bij dit onderzoek benaderen we de helft van alle sportverenigingen in de provincie Groningen door middel van een enquête. Aangezien de gemeenten in de provincie Groningen ook een grote rol bekleden richting sport/ sportverenigingen zouden we met u graag een telefonisch interview houden. Voor een goed verloop van het interview zouden we het op prijs stellen dat u enige beschikbare informatie vergaart over het gebruik van AED’s binnen uw gemeente. Hierbij zouden we graag weten of er bekend is bij de gemeente waar AED’s aanwezig zijn. En of er iets in het gemeentelijke beleid is opgenomen m.b.t. een hartveilige omgeving. In week 22 zullen we telefonisch contact opnemen om een afspraak te maken voor het afnemen van het interview. Dit interview zal ongeveer 10 minuten in beslag nemen. Alvast bedankt voor uw medewerking. Met vriendelijke groet,
Namens de Provincie Groningen, Hanzehogeschool; instituut voor sportstudies Tel: E-mail:
(Eigen) (Eigen)
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
20
Onderzoek Provincie Groningen
Bijlage 2: Begeleidende brief enquête sportverenigingen Groningen, 22 mei 2006 Geachte heer/mevrouw, De provincie Groningen heeft een aantal studenten van het Instituut voor Sportstudies aan de Hanzehogeschool gevraagd een onderzoek te verrichten. Dit onderzoek heeft betrekking op het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator (AED) bij sportverenigingen. Dit is een medisch instrument dat bij een hartstilstand een schok kan toedienen aan het slachtoffer. Nog voordat de ambulance ter plaatse is kan men al beginnen met defibrilleren. Snelle reanimatie (beademen en hartmassage) en het gebruik van een AED vergroot het overlevingspercentage aanzienlijk. De hedendaagse moderne levensstijl kent een toename van acuut hartfalen en hartafwijkingen. Onderzoek heeft uitgewezen, dat meer sporten en bewegen risico’s met zich meebrengen m.b.t. (acute) hartstilstand. Het CDA, binnen de provinciale politiek, heeft in januari 2006 een initiatiefvoorstel gelanceerd om een co-financieringsregeling op te stellen. Een regeling waarbij de provincie de helft financiert van de kosten die met de aanschaf van een AED gemoeid zijn. Mede op basis van uw informatie willen we onderzoeken of er behoefte is en het zinvol is om het voorstel van het CDA tot uitvoer te brengen. Bij dit onderzoek benaderen we alle gemeenten in de provincie Groningen telefonisch. Gezien het aantal sportverenigingen in de provincie houden we onder de helft van alle sportverenigingen een schriftelijke enquête. Aangezien uw sportvereniging tot de doelgroep behoort voor het gebruik van AED’s, zou u ons bij dit onderzoek kunnen helpen door het beantwoorden van de vragen op bijgevoegde lijst. Daarbij willen we te weten komen of er behoefte is aan AED’s. Graag zouden we de ingevulde vragenlijst zo spoedig mogelijk retour ontvangen (uiterlijk 10 juni), middels bijgevoegde antwoordenveloppe. Het invullen van de enquête zal ongeveer 5 minuten in beslag nemen en kan door een bestuurslid direct worden ingevuld. Alvast bedankt voor uw medewerking. Met vriendelijke groet,
Namens de Provincie Groningen, Hanzehogeschool; instituut voor sportstudies Tel: E-mail:
(Eigen) (Eigen)
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
21
Onderzoek Provincie Groningen
Bijlage 3: Enquête sportverenigingen Enquête Sportverenigingen Naam sportvereniging
:
…………………………………………………………………… Gemeente
: ……………………………………………………………………
Naam van de geënquêteerde : …………………………………………………………………… E-mail
: ……………………………………………………………………
1. Welke tak(ken) van sport wordt/worden binnen uw sportvereniging beoefend? …………………………………………………………………………………………….. 2. Hoeveel leden telt uw sportvereniging?
……………………leden
3. Wat voor accommodatie wordt er gebruikt bij uw sportverenging? o o o o
a) b) c) d)
Buitensport accommodatie Gymzaal Sporthal Accommodatie onafhankelijk
4. Accommodatie is in beheer van? o o o o
a) b) c) d)
Huren bij de gemeente Huren van een particulier Accommodatie in eigen beheer Niet van toepassing
5. Indien u een accommodatie huurt: Is er een beheerder aanwezig gedurende de uren dat uw sportvereniging gebruik maakt van de accommodatie? o Ja o Nee
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
22
Onderzoek Provincie Groningen 6. Bestaat er binnen uw sportvereniging een beleid/procedure voor grote ongelukken, weet iedereen wat hij/zij moet doen? Zo ja, geef het beleid weer in steekwoorden. o Ja,……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………........ o Nee 7. Zijn er in het verleden binnen uw vereniging voorvallen geweest met betrekking tot een hartstilstand, zo ja hoe vaak? o Ja, …… keer o Nee 8. Heeft u wel eens gehoord van een AED* (automatische externe defibrillator)? o Ja o Nee * Een automatische externe defibrillator (AED) is een medisch instrument dat bij een hartstilstand een schok kan toedienen aan het slachtoffer. Nog voordat de ambulance ter plaatse is kan men al beginnen met defibrilleren. Snelle reanimatie (beademen en hartmassage) en het gebruik van een AED vergroot het overlevingspercentage aanzienlijk.
9. Is er op de accommodatie waar u sport een Automatische Externe Defibrillator (AED) aanwezig? o Ja (ga verder met vraag 13) o Nee (ga verder met vraag 10, 11 en 12)
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
23
Onderzoek Provincie Groningen 10. Waarom is uw sportvereniging niet in het bezit van een AED? o a) o b) o c) o d)
We willen een AED aanschaffen, maar omdat dit een grote investering is, hebben we hier niet genoeg geld voor (aanschafprijs van een AED ligt tussen de € 1500 en € 2000) Omdat wij het nut van een AED niet inzien. Omdat wij tot op heden niet bekend zijn met een AED. Anders nl: …..……….…..…..…..…….…..…………………..….…..……..…
………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
11. Denkt u dat een AED zinvol zou zijn voor uw sportvereniging? o a) o b)
Ja Nee, omdat……………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………..
12. Als de provincie de helft van de aanschafkosten van een AED voor haar rekening neemt, gaat u dan een AED aanschaffen? o a) o b) o c)
Ja We willen eerst meer informatie Nee
Hier eindigt voor u de enquete. De volgende vragen zijn alleen voor verenigingen die een AED hebben. U wordt bedankt voor uw medewerking
13. Hoe vaak is de AED gebruikt bij uw sportvereniging? o a) o b) o c)
Nooit. 1 keer Meer dan 1 keer, nl …… keer
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
24
Onderzoek Provincie Groningen 14. Is er scholing nodig voor het gebruik van de AED? o a) o b) o c)
Ja, zonder scholing kan het apparaat niet goed gebruikt worden. Nee, scholing is absoluut niet nodig iedereen kan het apparaat gebruiken. Nee, met logisch nadenken is het apparaat makkelijk in gebruik.
15. Wat zijn uw ervaringen met het bijscholen van “gebruikers” van de AED? o o o o
a) b) c) d)
Het bijscholen valt erg mee, minder dan we hadden verwacht. Er moet worden bijgeschoold, maar dat hadden we verwacht. Er moet veel worden bijgeschoold, meer dan we hadden verwacht. We hebben niemand bijgeschoold.
16. Wie weten binnen uw vereniging hoe de AED moet worden gebruikt? o o o o
a) b) c) d)
1 persoon die constant aanwezig is. De coach/trainer/begeleiders/verzorgers van ieder team Iedereen die bij de vereniging hoort. Anders, namelijk: ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………
17. Wat is/zijn uw ervaring(en) met het gebruik van een AED, zijn deze ervaringen positief of negatief? En waarom? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………
Hier eindigt voor u de enquête. U wordt bedankt voor uw medewerking Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
25
Onderzoek Provincie Groningen
Bijlage 4: Telefonische enquête Interview gemeenten in de provincie Groningen Inleiding De provincie Groningen heeft een aantal studenten van het instituut voor sportstudies gevraagd een onderzoek te verrichten. Het CDA, binnen de provinciale politiek, heeft in januari 2006 een initiatiefvoorstel gelanceerd om een co-financieringsregeling op te stellen. Een regeling waarbij de provincie de helft financiert van de kosten die met de aanschaf van een AED gemoeid zijn. Er wordt onderzocht of dit gerealiseerd kan worden. Het interview zal telefonisch worden afgenomen en zal hooguit 5 á10 minuten duren. Heeft u er bezwaar tegen dat verkregen informatie wordt gebruikt in het onderzoeksrapport? Graag zouden we eerst wat vragen stellen m.b.t. statistieken. 1. Zijn er cijfers bekend over het aantal sportdeelnemers / sportorganisaties/ verenigingen binnen uw gemeente? o Ja o Nee 2. Zijn er binnen de gemeente ook cijfers bekend over hartfalen? o Ja o Nee Graag zouden we nu een aantal vragen stellen over het gebruik van AED’s. 3. Is er iets over het gebruik van AED’s in het gemeentebeleid opgenomen? o Ja o Nee 4. Zijn er binnen de gemeente ook belemmeringen bekend betreft het invoeren van AED’s? o Ja o Nee Zo ja; wat zijn deze belemmeringen? 5. Zijn er gegevens bekend over gebruikers van AED’s binnen de gemeente? o Ja o Nee Zo ja, wat zijn de ervaringen van deze gebruikers en zouden we contact met hen mogen opnemen? 6. Kent de gemeente sportorganisaties die AED’s willen aanschaffen? o Ja o Nee Zo ja, wat zijn de motieven van deze organisatie en zouden we contact men hen mogen opnemen? 7. Is er door de gemeente nagedacht over het stimuleren van het inzetten van AED’s? o Ja o Nee Zo ja, zijn er al concrete plannen? Zo nee, zou de gemeente hierin willen meewerken? Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
26
Onderzoek Provincie Groningen
8. Bij welke organisaties kan, naar uw idee, de AED het beste worden ingezet? o Eigen organisatie (breed, hieronder vallen alle gemeentelijke faciliteiten) o Sportverenigingen o (Sport)evenementen o Anders, nl ……………… 8. Heeft u nog toevoegingen?
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
27
Onderzoek Provincie Groningen
Bijlage 5: Verschillende AED’s Tabel 1 De merken vergeleken. MERK
TYPE
€
AFM (CM)
GEW
DISPLAY
BATT
GAR
BIJZONDERHEDEN
Medtronic
Lifepak 500 Lifepak CR+ Lifepak Express Lifepak 1000 Lifepak 500 audio Lifepak 500 DPS Lifepak 500 DPS audio
3550 2950 1750 3350 3750 3950 4150
10 x 27 x 30 11 x 20 x 24 11 x 20 x 24 9 x 23 x 28 10 x 27 x 30 10 x 27 x 30 10 x 27 x 30
3300 2000 2000 Onb. 3300 Onb. Onb.
+ -
312 30 20 440 312 312 312
5 jr 5 jr. Onb. Onb 5 jr. Onb. Onb.
Regelmatig gebruik Voor minder intensief gebruik Instapmodel medtronic Wordt in aug. 2006 verwacht Regelmatig gebruik Semi-automatisch
HeartStart thuisdefibrillator HeartStart FR2+
1499 3550
7 x 21 x 19 7 x 22 x 22
1500 2100
++
90 300
5 jr. 5 jr.
HeartStart FRx
2150
6 x 18 x 22
1500
-
200
5 jr.
HeartStart FR2
2850
7 x 22 x 22
2100
-
300
5 jr.
Speciaal voor thuisgebruik Stem met aanwijzingen Voor professional Eenvoudig voor leken Waterdicht Stem met aanwijzingen Intensief, professioneel gebruik
Powerheart G3 automatic Powerheart G3
2550 2250
8 x 27 x 31 8 x 27 x 31
3100 3100
+ +
290 290
7 jr. 7 jr.
Powerheart G3 pro
3350
8 x 27 x 31
3100
+
290
7 jr.
Semi-automatisch Uitgebreide zelftesten Voor professional
Heartsine
Samaritan AED Samaritan PAD
2100 1495
6 x 26 x 21 5 x 18 x 20
1900 1100
+ -
120 >30
5 jr. 5 jr.
Grote broer van PAD Meest compact
Zoll
AED Plus
1850
13 x 24 x 29 3100
Opt.
300
5 jr
Waterdicht, huishoudbatterij
Philips
Cardiac Science
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
+
28
Onderzoek Provincie Groningen Defibtech
Lifeline
2150
7 x 22 x 30
2000
300
5 jr.
MERK
TYPE
€
AFM (CM)
GEW
Welch Allyn
AED 10
1995
7 x 18 x 21
AED 20
Onb.
DISPLAY
BATT
GAR
1600
+
150
5 jr.
8 x 24 x 23
2300
+
350
Onb.
Onbekend merk, maar bedrijf met vele jaren ervaring Mogelijkheid tot handmatig defibrilleren met beveiliging Zeer beperkt aangeboden in NL.
Heartsafe Heartsafe 6 Heartsafe 6S Heartsafe AED-M
2190 Onb. Onb. 2590
9 x 26 x 26 9 x 26 x 26 9 x 26 x 26 9 x 26 x 26
2300 2500 2700 2500
+ + +
110 110 110 110
Onb. Onb. Onb. Onb.
Zeer beperkt aangeboden in NL. Zeer beperkt aangeboden in NL. Zeer beperkt aangeboden in NL. Zeer beperkt aangeboden in NL.
General Electric GE Responder AED GE Responder Pro
1750 2750
9 x 27 x 32 9 x 27 x 32
3100 3100
290 Onb.
7 jr. Uitgebreide zelftesten Batt 1 jr. Uitgebreide zelftesten
FRED easy Schiller (Bron: www.aedvergelijk.nl)
2340
Onb.
Onb.
200
Onb.
Primedic
Afm = Afmetingen
Onb. = Onbekend
Gew = Gewicht in gram
Jr. =
Batt = Aantal schokken met 1 batterij
Opt. = Optioneel
Gar = Garantie
+=
-=
+
Heeft geen display
Jaar Heeft display
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
29
Geen zelftest, eenvoudig voor leken, waterdicht BIJZONDERHEDEN
Zeer beperkt aangeboden in NL.
Onderzoek Provincie Groningen
Bijlage 6: Wat te doen bij hartfalen?
Bijlage 7: Artikel Telegraaf Training voorkomt niet alles Wellicht verplichte sportkeuring gewenst door Wilfried van der Bles De dood van twee deelnemers aan de IJsselsteinloop roept de vraag op of wandelen dan toch gezonder is dan hardlopen. En of de sportkeuring weer ingevoerd moet worden. Afgelopen zaterdag overleden plotseling twee hardlopers tijdens de jaarlijkse IJsselsteinloop. Toevallig buigt de Nederlandse sportwereld zich volgende week over de vraag of een verplichte sportkeuring moet worden ingevoerd om de risico's van sportbeoefening zoveel mogelijk te beperken. ,,Een verplichte sportkeuring is een hot item. Jonge sporters Vorig jaar december stelde het Internationaal Olympisch Comité richtlijnen op voor een medische keuring van sporters. De KNWU (wielrennen) en de KNVB (voetbal) zijn ermee bezig. En volgende week houdt de Vereniging van Sportgeneeskunde er een discussiedag over'', zegt Jan Hoogsteen, cardioloog aan het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven. Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
30
Onderzoek Provincie Groningen Hoogsteen promoveerde vorig jaar op de risico's van hartstilstand onder beoefenaars van duursporten als hardlopen en wielrennen. Zijn proefschrift mondde uit in een pleidooi voor de herinvoering van de sportkeuring, zoals die tot de jaren tachtig van de vorige eeuw bestond, maar die sindsdien door bijna alle sportbonden is afgeschaft. Hoogsteen was betrokken bij de opstelling van de IOC-richtlijn. Volgens die richtlijn moeten alle sporters die in verenigingsverband aan sport gaan doen, een vragenlijst invullen om te zien of sprake is van verhoogde risico's. Een sportarts kan dan een nader onderzoek doen en een gericht advies geven. Bij topsporters zou in elk geval een elektrocardiogram moeten worden gemaakt die door een sportcardioloog zou moeten worden beoordeeld. Met enige regelmaat wordt de Nederlandse sportwereld opgeschrikt door het overlijden van jonge sporters. Een plotselinge dood overkwam vorig jaar nog twee jonge voetballers. Ook de wielrennerij is wat dat betreft een bekende risicosport. Het is nog gissen waaraan de twee mannen in IJsselstein zijn overleden. Er kan bij de IJsselsteinloop worden ingeschreven op een halve (20 kilometer) of een kwart marathon (tien kilometer) of op een jeugdloop. Volgens Nico Roof, een van de organisatoren van de IJsselsteinloop, is op verzoek van de families inmiddels sectie verricht op de lichamen van de overledenen. Het gaat om mannen van 62 en 63 jaar. Reanimatiepogingen door aanwezige agenten en ehbo'ers liepen op niets uit. Wat de sectie heeft opgeleverd, wist Roof nog niet niet te vertellen. Een plotselinge hartstilstand als gevolg van een aangeboren hartafwijking of van een dichtgeslibde kransslagader, is een zeer waarschijnlijke oorzaak. Sportkeuring De organisatoren verwijten zichzelf niks, hoewel er geen ambulance langs de route stond opgesteld. Roof: ,,Maar de ambulance was wel verschrikkelijk vlug ter plaatse, binnen de tijd die daarvoor staat. Als organisatie hebben we alle mogelijke voorzorgen genomen. Langs de route waren ehbo-posten. De twee mannen waren goed getraind. Deelnemers met een slechte conditie worden ook zonder pardon uit het veld gehaald. Dat is zaterdag in één geval gebeurd. Verder is het een eigen verantwoordelijkheid van sporters om zich medisch te laten keuren, al levert dat geen garantie op. Er kan iets sluimeren zonder dat dat er in de keuring uitkomt; een bloedstolsel bijvoorbeeld of een virus. Je kunt ook overlijden tijdens het winkelen.'' Nee, een medische keuring levert geen garantie op, zegt ook Jessica Gal, sportarts in opleiding aan het Universitair Medisch Centrum in Utrecht en tot vier jaar geleden op topniveau judoka. ,,Aan de hand van een vragenlijst kun je achter symptomen komen van een mogelijk aanstaande hartstilstand, zoals pijn op de borst met een uitstraling naar de linkerarm. Vervolgens kan de cardioloog een elektrocardiogram maken om de risico's verder in kaart te brengen. Helaas komt hartstilstand ook voor zonder de voorafgaande gebruikelijke symptomen. Soms zijn de symptomen niet duidelijk.'' Hoogsteen wenst niet mee te gaan met deze redenering. Hij is wel overtuigd van het nut van een dergelijke sportkeuring: ,,In Italië overlijden minder mensen aan een plotselinge hartstilstand dan in Nederland. Dat kan ik alleen maar verklaren uit het feit dat ze daar al een verplichte sportkeuring hebben.'' Oorzaken Voor wat betreft de oorzaken van een plotselinge hartstilstand maakt Gal onderscheid tussen jongeren tot pakweg 35 jaar en ouderen. Bij de jongeren gaat het meestal om een aangeboren hartafwijking. Oudere sporters overlijden meestal aan een hartinfarct als gevolg van het dichtslibben van de kransslagaderen waardoor de bloedtoevoer naar het hart stopt en de hartspier of een deel daarvan sterft. Dit is de meest voorkomende doodsoorzaak in de sport, aldus Gal. Volgens haar maakt getraind zijn of niet, voor jongeren niet zoveel uit. Maar voor ouderen wel. ,,Wie nooit sport en dat dan een keertje wel doet, loopt een grotere kans op een hartinfarct.'' Maar geen foute conclusie uit dit relaas: de gezondheid is buitengewoon gediend Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
31
Onderzoek Provincie Groningen met de beoefening van sport. Een geleidelijke opbouw van de conditie kan veel ellende voorkomen. Jan Hoogsteen, de cardioloog, wijst op de risico's van stoer gedrag. 'Oudere jongeren' besluiten wel eens spontaan om mee te doen aan een marathon of tijdens de vakantie even met de fiets een berg bedwingen. Ank van Drenth, arts bij de Hartstichting, weet uit literatuurstudie dat een plotselinge hartstilstand zich ook nog wel eens voordoet tijdens de beoefening van cross country skiën en op golfbanen. ,,Dat zijn onder ouderen geliefde sporten. Soms is de spanning of de inspanning kennelijk te groot.'' Onverantwoord sporten Cardioloog Jan-Paul van Mantgem waarschuwt voor onverantwoord bewegen Door zijn werk als cardioloog houdt hij regelmatig zijn spreekwoordelijke hart vast. Wanneer Jan-Paul van Mantgem s ochtends op weg naar het ziekenhuis langs het Amsterdamse bos komt, schrikt hij nog wel eens wanneer hij ziet hoe sommige joggers op een gevaarlijke manier hun sport bedrijven. Vijftigers met een zichtbaar uitpuilend buikje rennen er met een door de inspanning rood aangelopen hoofd. „Weten die mensen wel welke risicos zij kunnen lopen?" vraagt Van Mantgem, die tevens ploegarts van de Rabobank-wielerploeg is, zich hardop af. Zwaardere duursporten Het plotselinge overlijden van FC Utrecht-speler David di Tommaso aan een hartstilstand heeft heel Nederland opgeschrikt. De acute dood is een fenomeen dat in de topsport niet veel voorkomt. Slechts 1 op de 50.000 topsporters sterft aan een hartstilstand. „Het meeste gevaar lopen atleten in de zwaardere duursporten", stelt Van Mantgem. ,,Zon twintig jaar geleden werd de wielersport opgeschrikt door een aantal sterfgevallen. Iedere plotselinge dode in de topsport wordt gerelateerd aan doping. Daar kan ik me kwaad over maken, want dat slaat nergens op. Voor de UCI was dat een teken om een groot onderzoek op te zetten. Daar heb ik aan meegewerkt zodat we een grote hoeveelheid gegevens van topwielrenners hebben verzameld. Juist met die data kunnen we hartproblemen nu in een eerder stadium constateren." Het is bekend dat topsport niet altijd gezond is. „Het hart wordt langdurig overbelast, waardoor je het nauwkeurig in de gaten moet houden. Screening is heel belangrijk. Bij de Rabobank-ploeg ondergaan alle wielrenners aan het begin van het seizoen een intensief hartonderzoek. Beter kan niet. Ik denk dat het zo ook moet." Achterstand Nederland heeft op dit gebied nog achterstand op Italië, waar voor iedere topsport een uitgebreide hartkeuring verplicht is en de wetenschap sportcardiologie verder geëvolueerd is. „Topsporters zijn unieke personen in de samenleving. De cardiologische keuringsproblemen rond voetballers als Nwankwo Kanu en Arouna Koné bewijzen dat er onder cardiologen onduidelijkheid bestaat over de specifieke aanpassingen van het hart bij een topsporter. Door sport wordt het hart groter. Die ontwikkeling begint al in de jeugd. Daardoor moet je hen anders bekijken dan niet-sporters. Een hart kan ook té groot worden, met alle risicos van dien. Dan moet je iemand onherroepelijk afkeuren." Risicogroep Jan-Paul van Mantgem, cardioloog en ploegarts van de Rabobankwielerformatie, vindt dat er meer verantwoord gesport moet worden.In ons land zijn jaarlijks 200 tot 400 acute doden in Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
32
Onderzoek Provincie Groningen de sport. In de IJsselsteinloop overleden in mei nog twee trimmers. In de sportnota wordt meer bewegen in het gevecht tegen overgewicht gepromoot. Van Mantgem waarschuwt echter dat er verantwoord gesport moet worden. „Een uur lopen en fietsen vergroot de levensverwachting, maar zodra je de intensiviteit overdrijft, kom je in de negatieve groep. Zeker wanneer je ouder bent dan 35 jaar en tot een risicogroep behoort, bijvoorbeeld door overgewicht." SMA Van Mantgem stopt met zijn werk als cardioloog in het Amstelland in Amstelveen en is vanaf januari werkzaam als sportcardioloog bij het Sportmedisch Centrum Amsterdam op het Olympiaplein. Een revolutie voor ons land. Daar hoopt Van Mantgem vooral preventief werk te verrichten door recreatieve sporters bewust te maken van de gevaren van topsport. Afgelopen week werd bekendgemaakt dat liefst vier miljoen Nederlanders hardlopen.„In Italië is aangetoond dat er bijna twee keer zo veel atleten aan een acute dood sterven als nietatleten", illustreert Van Mantgem. „Veel sporters zijn zich niet bewust van de gevaren. In mijn ogen schiet de voorlichting in Nederland tekort. Juist door een simpel onderzoek te doen, te kijken of er in de familie problemen zijn en een eenvoudige inspanningstest kunnen veel risicogevallen gescreend worden. De meeste sporters besteden honderden, soms duizenden euros aan hun hobby. In mijn ogen moet je dan niet bezuinigen op een relatief goedkoop hartonderzoek. Dat risico zou ik niet nemen." (bron: © Telegraaf juli 2005 )
Hanze Hogeschool Groningen; Instituut voor Sportstudies
33