Egypte 5000-3000 jaar voor Christus Gemaakt door Veerle, Eline en Sebastian Inhoud Les 1
Water in de woestijn Woestijn Rivier Vruchtbaar Wonen De seizoenen in Egypte De Nijl overstroomd Zaaien en oogsten Een moeilijke tijd Het water de baas Dijken, kanalen en vijvers Samenwerken Slimme hulpmiddelen Voorspoed Meer eten Nieuwe beroepen Rijkdom Dit weet ik nu
Les 2
Overal goden Hapi Veel goden Tempels en priesters Tempels Kennis Offers Pech Na de dood Geschenken Speciale behandeling Op reis De kist van Seth Osiris en Isis Bedrog Verdriet Straf Dit weet ik nu
Les 3
Koningen van Egypte Koning Veroveraars God op aarde Opvolgers Een bijzondere farao Hatsjepsoet Succes Snel vergeten Graven voor de farao’s Wereldwonder Rekenkunst Glimmend wit Kamers en gangen Het schrift Schrijven Beeldschrift Papier Vertaling Dit weet ik nu
les 1 de Nijl Egypte ligt in het noorden van Afrika. Egypte is een droog en warm land. Dat is nu en dat was 5.000 jaar geleden ook. Door Egypte stroomt de rivier de Nijl. Het water bracht meer leven in de woestijn. Na elke overstroming was de grond vruchtbaar. Veel boeren gingen er wonen. Ze leerden langzaam omgaan met het water.
De woestijn. Egypte bestond voor het grootste deel uit een zandwoestijn. Planten maar ook dieren hadden het moeilijk in de woestijn. Veel dieren leefden dan ook niet in de woestijn. Door Egypte stroomde een grote rivier. Dat was de Nijl daar zag het leven er heel anders uit als hier. De Nijl begon als een klein stroompje in het zuiden van Zuid-Afrika. Vanaf daar stroomde het wat water over een lengte van zevenduizend kilometer richting de zee bij Egypte. Nu nog steeds! Maar als het in Zuid-Afrika regende, kwam veel tegenwater in de Nijl terecht. De Nijl werd dan breder en breder. Zo breed dat vroeger de oevers bijna elk jaar overstroomde.
- de vlag van Egypte
Vruchtbaar Bij een overstroming stonden de oevers van de Nijl onder water en dat was goed. Want in het rivierwater zat vruchtbare modder, met voedsel voor de planten. Die vruchtbare modder zakte in de grond van de oevers. Als het water van de rivier weer weg was gestroomd, waren de oevers nat en ook vruchtbaar.
Wonen De Nijl bracht leven in de woestijn. Langs de oevers leefden veel planten maar ook dieren. Maar ook mensen kwamen op het water af. Ze bouwden dorpjes met boerderijen langs de Nijl. Ze leefden op het land en verzorgden het vee. Leven op de boerderij was makkelijker dan rondtrekken en jagen in de woestijn.
Weetje! De Nijl verzamelt het regenwater en brengt het naar Egypte. Dat is maar goed ook want in Egypte regent het bijna nooit. Er valt minder dan drie millimeter water per jaar! Dat is zelfs voor een woestijn erg weinig.
De seizoenen in Egypte Voor de boeren in Egypte bestond het jaar uit drie seizoenen: het natte seizoen, het zaaiseizoen en het oogstseizoen. In juni en juli overstroomde de Nijl. De oevers van de Nijl bleven dan tot september of oktober onder water staan. Dit was het natte seizoen. De Egyptenaren konden in het natte seizoen niet op het land werken. Aan het einde van het natte seizoen niet op het land werken. Aan het einde van het natte seizoen stroomde het water langzaam weer weg.
Zaaien en oogsten Vanaf oktober, na de overstroming, waren de oevers van de Nijl nat en vruchtbaar. De boeren in Egypte zaaiden dan tarwe, gerst en linzen. Maar ook planten ze knoflook. En ze zaaiden sla en verschillende soorten fruit. Voor de boeren was dit het zaaiseizoen. Na een paar maanden begon het oogstseizoen. De boeren oogstten dan wat ze eerder gezaaid hadden. De boeren werkten niet alleen op het land. Ze hielden ook schapen, geiten, kippen en runderen.
Een moeilijke tijd Er was ook wel eens een jaar dat de Nijl niet overstroomde. De oevers droogden uit. De boeren konden dan bijna niets zaaien en oogsten. Dat betekende honger voor de mensen. Maar in sommige jaren was er juist veel water. Boerderijen stonden onder water. De huizen en stallen gingen dan ook kapot. De mensen en het vee verdronken. Ook dan was er honger in de dorpen.
Het water de baas Het water van de Nijl bracht geluk voor de mensen in Egypte, maar het water was ook gevaarlijk. Er was al snel te veel. Of juist te weinig. Daar bedachten de boeren iets op. Sommige boeren bouwden een dijk rond hun boerderij. Ze maakten een wal van de aarde die het water tegenhield. Dat maakte het leven langs de Nijl een stuk veiliger. Andere boeren groeven kanalen van de Nijl naar hun akkers. Via kanalen kon het water nu het hele jaar door de akkers komen. Ook waren er boeren die grote vijvers maakten. Bij overstromingen kwamen dan niet de akkers onder water te staan, maar liepen de vijver vol. De boeren goten dan zelf zakken vol met water over de akkers. Niet te veel en niet te weinig, precies zoals zij het wilden. Zo konden ze het water leiden naar plaatsen waar het niet vanzelf kwam. Dat heet irrigatie.
Samenwerken Al dat graafwerk kostte veel tijd. Niet iedereen wist hoe het moest of had er de spierballen voor. De boeren gingen samen aan de slag, dat was slimmer en dan alleen zwoegen. In het dorp kwamen de boeren bij elkaar. Ze bedachten samen waar dijken en kanalen moesten komen en wat een goede plek was voor een dorpsvijver. Iedereen moest meewerken. Dat was verplicht. Daarvoor maakten ze wetten en regels. De boeren leerden steeds beter hoe ze met al dat water moesten omgaan. Ze vonden handige hulpmiddelen uit, zoals een hefboom. Een slimme Egyptenaar had ontdekt dat je met een lange stok, een gewicht en een waterzak makkelijk water uit de vijver kon scheppen. Hoe dat zie je hieronder.
Voorspoed Slimme hulpmiddelen en samenwerking maakten het leven van de Egyptenaren makkelijker. De boeren waren niet meer bang voor het water van de Nijl. Elk jaar wachtten ze ongeduldig tot de overstroming de vijvers deed vollopen. Voortaan werkten de boeren in de zomer op het land. Er was nu bijna altijd genoeg water. Het hele jaar door groeiden de groenten en was het fruit rijp voor de oogst. Meteen daarna zaaiden de boeren opnieuw. Weer werd alles snel rijp. Weer konden ze oogsten. En nog een keer! In Egypte konden de boeren in een jaar drie keer oogsten.
Nieuwe beroepen Er was zo veel eten dat niet iedereen meer op het land hoefde te werken. ‘ Als jij boer blijft, word ik dijk meester ‘, zei iemand ‘ Dan word ik timmerman ‘, zei een ander. De boer ruilde graan tegen meubels van de timmerman. En citroenen tegen de bescherming van de dijkmeester. Zo kwamen er veel nieuwe beroepen in Egypte. Boeren werden handelaren, juweliers, beeldbouwers, architecten, soldaten en geleerden. Egypte werd rijker en rijker. De bevolking groeide. Er kwamen mensen uit het Midden-Oosten en heel Afrika naar Egypte. Ze kwamen naar Egypte omdat er in hun eigen land niet genoeg werk en voedsel was.
- Egypte bestaat voor het grootste deel uit een woestijn. Dwars door de woestijn loopt de rivier de Nijl. - De Nijl overstroomde elk jaar in de winter. In de lente bleef de grond vruchtbaar achter. In de zomer droogde de grond uit. Dat waren de seizoenen van Egypte. - Egypte kende maar drie seizoenen - De Egyptenaren gingen samenwerken. Ze maakten dijken, kanalen en vijvers om het water te beheersen. Zo konden ze het land irrigeren. - Er kwam meer voedsel in Egypte. Vee; boeren kozen voor een ander beroep. Er kwamen meer mensen naar Egypte. Het werd een rijk land.
dit is een oude kaart van Egypte
De overstroming van de Nijl
dit filmpje gaat over de overstroming van de Nijl.
Les 2 Goden in Egypte Overal goden Het was heel belangrijk dat de Nijl soms overstroomde, want anders was er ook geen oogst en stierven er steeds meer mensen. Maar waarom overstroomde de Nijl steeds weer opnieuw en waarom sloeg de Nijl soms een jaartje over. Ze geloofde ook dat er goden waren die voor de overstromingen zorgde. Ze geloofde ook dat er heel veel goden waren die van alles deden.
Hapi De Egyptenaren geloofden dat de god van de Nijl Hapi heette. Ze maakten tempels voor Hapi en vroegen daar aan hem `Hapi, breng ons een goede overstroming. Niet te groot en niet te klein. Ze brachten offers, want als ze geen offers gaven dachten ze dat ze Hapi nooit meer de Nijl liet overstromen.
Veel goden De Egyptenaren geloofden in heel veel goden zoals: De god van de zee, elke berg, een god van de hemel, van de zon en van de maan. Ze dachten zelfs dat er ook een god was die het liet bliksemen en een anderen het liet regenen. Je kon ook ziek of gezond worden door de goden zeiden de Egyptenaren. Ze brachten ook geluk of pech en als je een god boos maakte, dan zag het er slecht voor je uit. Want de goden waren machtiger dan de mensen. De Egyptenaren maakten beelden en schilderingen van hun goden. Goden werden gezien als: dieren, mensen of een combinatie van allebei. De macht of de geest van de goden waren zichtbaar in de dieren aan de Nijl. Het is niet het dier dat de goden bijzonder maakt, maar dat is de geest van de goden. Meestal zien ze in zo’n dier een kenmerk dat hij een verband heeft met een van de goden.
Tempels en priesters De mensen in Egypte letten de hele dag goed op hoe ze leefden. Ze wilden de goden niet boos maken, want wie weet wat er dan gebeurden? De Egyptenaren wilden de goeden blij en tevreden houden, maar wat moesten ze daarvoor doen? Dat wisten de priesters in de tempels die ze hadden gebouwd. Voor elke god werd een tempel gebouwd. Daar kon die god door de mensen worden vereerd. In de tempels waren de priesters de baas. De priesters vertelden de mensen dat ze precies wisten wat een god of godin wilde. De Egyptenaren geloofden de priesters. Die priesters werden daardoor bijna net zo belangrijk als de goden zelf.
Kennis Priesters leerde dingen over de werelden om hen heen. Ze keken ook elke dag naar Hapi en naar de Nijl. Alles wat de priesters wisten en leerden, schreven ze op. Na een tijdje konden ze goed voorspellen wanneer de volgende overstroming kwam. Zo ging het ook met andere priesters. Door de plek van hun god te herkennen. Door de plek van hun god goed te herkennen leerden ze veel over de wereld.
Offers en priesters De priesters vertelden de mensen dat de goden offers wilden. De goden wilden eten en geld. De Egyptenaren brachten dat naar de tempels, maar de priesters gaven die offers niet aan de goden. Ze namen het zelf. Daar leefden de priesters van. En daar konden ze de tempel van onderhouden. De mensen brachten geld en eten naar de tempels, ze baden veel en probeerden zich aan alle regels te houden. En toch was er soms droogte of brand of er gebeurden andere ongelukken. Vaak kregen de priesters daarvan de schuld. De mensen geloofden dat de priesters dan niet goed naar de goden hadden geluisterd.
Geschenken De Egyptenaren geloofden dat het leven na de dood niet zo anders was dan voor de dood. Een dode had nog steeds een lichaam nodig. Daarom werden de doden in Egypte heel goed verzorgd. Ze werden in mooie graven gelegd. Ze kregen eten en drinken mee. En geld, boeken, wapens, gereedschap, sieraden, opmaakspullen en hun lievelingskleren. Alles wat de Egyptenaren dachten nodig te hebben voor de reis naar het dodenrijk.
Speciale behandeling De Egyptenaren ontdekten ook hoe je een lichaam goed kon houden na de dood. Ze bedachten een speciale behandeling. Alleen de allerrijksten konden zo’n behandeling betalen. Zij werden na hun dood eerst goed gewassen en schoongemaakt. De Egyptenaren smeerden het lichaam van top tot teen in met speciale olie. Daarna wikkelde ze het hele lichaam in met linnen. Door deze behandeling kon er geen lucht meer bij de dode en bleef het lichaam goed. Soms zelfs eeuwenlang. Zo’n lichaam heet een mummie.
Op reis De Egyptenaren dachten dat een dode door poorten en doolhoven moest. En dat een dode spreuken en wachtwoorden moest opzeggen. Maar het werd pas echt spannend als een dode bij Osiris kwam. Dat was de god van het dodenrijk. Ze geloofden dat Anubis, de hond van Osiris, je hart woog. Het moest zo licht als een veertje zijn. Als het te zwaar was, at Anubis je hart op. Dan had de dode nooit rust. Was je hart licht, dan had je een goed leven geleid. De dode kreeg het eeuwige leven.
Isis
Osiris
Seth
Osiris en Isis De god Osiris was ooit koning van Egypte. Hij was een goede koning en het volk was blij met hem. Osiris trouwde met Isis, de godin van de liefde en van kinderen. Isis en Osiris hielden van elkaar. Maar er kwam al snel een einde aan hun geluk.
Bedrog Seth was de broer van Osiris. Hij was de god van de duisternis en het kwaad. Seth was erg jaloers op Osiris. Hij wilde de koning zijn, hij wilde met Isis trouwen. En dus bedacht Seth een list. Hij maakte een prachtige kist waar Osiris precies inpaste. Seth zei tegen iedereen die hem zag: “als je in de kist past, mag je hem houden.” Veel mensen probeerden het, maar niemand paste er in. Tot Osiris het probeerde. Hij paste er natuurlijk precies in. Snel sloot Seth de kist. Osiris kon geen kant op. Hij werd met kist en al in de Nijl gegooid. Langzaam zakte hij naar de bodem en verdronk.
Verdriet Isis merkte al snel dat haar man was verdwenen. Bedroefd ging ze zoeken. En warempel, ze vond de kist…… maar Osiris was al dood. Toch was Seth niet tevreden. Hij stal het lichaam en sneed het in stukken. De stukken van Osiris verspreidde Seth over heel Egypte. Isis was ontroostbaar. Jarenlang zocht ze haar man. Eindelijk had ze alle stukken gevonden. Osiris kon nu eindelijk rust vinden in het dodenrijk. Daar werd hij god van de doden. Seths bedrog (filmpje)
Straf En Seth? Werd hij nu koning van Egypte? Nee hoor. De andere goden straften Seth voor de moord. Voortaan moest hij de zon langs de hemel trekken. Elke dag opnieuw. Volgens de Egyptenaren komt daardoor de zon op en gaat hij ’s avonds weer onder.
De Egyptenaren geloofden dat goden alles om hen heen bepaalden Priesters vertelden de mensen wat de goden wilden. De priesters werden erg belangrijk. Egyptenaren geloofden dat ze na hun dood op reis gingen. Daarom werd hun lichaam goed verzorgd en kregen ze geschenken mee in het graf. Belangrijke goden waren Isis en Osiris. Isis was de godin van de liefde. Osiris was de god van de doden.
Les:3 Farao’s in Hun Graven In Egypte waren machtige koningen de baas. zij bouwde indrukwekkende tempels en de mooiste graven. Op alle muren stonden zinnen of letters wat ze allemaal gedaan hadden. Door wat de koning allemaal heeft geschreven weten we nog zoveel over het oude Egypte.
Koningen van Egypte In Egypte werd de koning Farao genoemd. Hij was de baas van Egypte, en van leger, en van de geloven, De farao droeg een dubbele kroon: een rode van Noord Egypte en een van witte van Zuid Egypte. Wel heel apart. Aan zijn kin plakte hij een vals baartje. Op zijn voorhoofd droeg hij een slangenkop. Zo zag iedereen dat de farao machtig en rijk was.
Veroveraars De farao was de baas van het leger. Sommige farao’s gebruikten het leger om de landen rond het Egypte te veroveren. De farao reed dan op de strijdwagen tussen alle soldaten en boogschutters en speerwerpers.
God op Aarde De Egyptenaren geloofden dat de farao’s goden waren. Daarom was de farao ook de baas van alle priesters. De priesters moesten er voor zorgen dat de Egyptenaren de goden vereerden en gehoorzaam waren. Alle priesters in Egypte luisterden naar de Farao. Ze konden niks tegen de farao doen want dan werd je hard gestraft zoals de doodstraf.
Opvolgers Een farao wilde altijd dat iemand van zijn eigen familie hem zou opvolgen. Hij benoemde zich daarom zijn lievelingszoon of zijn broer tot zijn opvolger. Zo bleef de macht in dezelfde familie.
Een bijzondere farao Egypte is eeuwenlang geregeerd door de farao’s. Er zijn er meer dan driehonderd geweest. Ze waren allemaal erg machtig. Sommige farao’s waren ook bijzondere mensen zoals bijvoorbeeld Hatsjepsoet.
Hatsjepsoet Meestal was de farao een man maar er was maar een paar keer een vrouw farao. Hatsjepsoet bijvoorbeeld. Zij was eerst getrouwd met farao. De man van Hatsjepsoet was ziek. Toen hij doodging zij Hatsjepsoet dat zij de nieuwe farao was. Dat was bijzonder. De farao’s waren altijd mannen. Toch lukte het Hatsjepsoet om de Farao te worden. Ze was meer dan twintig jaar de farao van Egypte.
Succes Hatsjepsoet deed net of ze een man was. Ze ging mannenkleren dragen. In tekeningen en beelden liet ze zichzelf afbeelden als man, zelf met een vals baartje. Om te laten zien dat ze een goede farao was liet Hatsjepsoet veel mooie gebouwen en beelden maken. De Tempels van Hatsjepsoet zijn nu nog steeds een van de mooiste tempels van Egypte. Hatsjepsoet maakte Egypte ook rijker. Ze stuurde handelsboten naar andere landen. Hierdoor werd Hatsjepsoet erg beroemd.
Snel vergeten Na haar dood werd Hatsjepsoet snel vergeten. Haar zoon was de nieuwe farao. Hij liet op veel plaatsen haar naam weghalen. Waarom hij dat deed, weten we niet. In tempels en op beelden werd haar naam overgeschilderd of weggebeiteld. Niemand mocht zich nog herinneren dat er ooit een farao was, die Hatsjepsoet heette. Gelukkig heeft hij niet overal de naam van zijn moeder weg laten halen. Daarom weten we nu nog toch veel over zijn moeder Hatsjepsoet.
Graven voor de farao’s Bij de hoofdstad van Egypte vind je midden in de droge woestijn iets heel bijzonder. Het zijn de graven van de farao’s. De eerste werd bijna 5.000 jaar geleden gebouwd.
Wereldwonder Toen de jongen Cheops de nieuwe farao was van Egypte werd, deed hij wat alle nieuwe farao’s deden. Hij liet meteen een graf maken voor zichzelf. Het werd een heel bijzonder gebouw. Het werd een piramide. Zoiets groots moois en knap had niemand ooit gezien. Meer farao’s bouwden daarna piramides. Maar nooit meer zo groot als die van Cheops.
Rekenkunst Een piramide heeft een bijzondere vorm. De bodem is vierkant. Bovenin komen vier driehoeken samen in een punt. Ook de driehoeken zijn precies even groot. Om zoiets te bouwen moet je heel goed kunnen rekenen. Hoe de Egyptenaren de piramides konden maken snappen we eigenlijk nog steeds niet goed.
Glimmende wit Ooit was de buitenkant van een piramide bedekt met een dikke laag witte kalk. Een piramide had gladde, glimmende muren. Nergens zag je een deur of raam want de ingang werd dichtgemetseld na de begrafenis. Er lagen tempels en tuinen rondom de piramides. De mensen vonden het de mooiste plek op aarde.
Kamers en gangen Ook binnenin waren de piramides erg bijzonder. Er was een grafkamer voor de farao. Deze lag onder de grond. En er waren schatkamers voor alle spullen van de farao. Ook waren er geheimen gangen en valkuilen om rovers buiten te houden.
Schrijven De Egyptenaren schreven echt alles op. Ze schreven plechtige dingen om de goden te eren. Ze schreven verhalen over helden. Ze schreven wetten en regels op. Ze schreven op hoe alles werkte: hoe maak je brood en bier en een boot? enz.
Papier De Egyptenaren gebruikten geen letters, ze gebruikten tekens. Elk teken is een woord. Heel veel tekens maken een zin, net als bij een rebus. Deze tekens van de Egyptenaren noemen we hiërogliefen. De Egyptenaren schreven de wanden van de piramides, paleizen en tempels vol.
Vertaling Eeuwen lang hebben mensen gezocht naar de betekenis van al die Egyptische tekens. Niemand wist het. Tot 200 jaar geleden een steen werd gevonden met een tekst in drie verschillende talen. Een van die talen was Egyptisch. Die hiërogliefentekst is goed vergeleken met andere teksten. Toen lukte het om de hiërogliefen te lezen.
De farao was de koning of koningin van het land dus Egypte de mensen geloofde in god. Farao’s lieten speciale graven voor zichzelf bouwen Cheops bouwde de eerste piramide. De Egyptenaren schreven met hiërogliefen. Ze gebruikten geen letters maar tekens. En die tekens zij hiërogliefen.
Nijl Een rivier in Egypte. De Nijl loopt dwars door Egypte. Door de overstroming van de Nijl was de grond van de oevers erg vruchtbaar.
De Seizoenen Delen van het jaar. In Egypte was het jaar opgedeeld in drie seizoen. In het natte seizoen stonden de oevers onder water. In het zaaiseizoen waren de oevers vruchtbaar. In het oogstseizoen konden de boeren alle gewassen oogsten.
Irrigatie Een manier om de hele jaar voldoende water te hebben voor het land. In Egypte groeven de mensen dijken vijvers en kanalen. Zo konden ze het water naar de akkers laten stromen.
Priesters Iemand die veel wist van de Egyptische goden. Een priester leerde veel mensen wat ze wel en niet moesten doen om de goden tevreden te houden.
Mummie Een dood lichaam dat niet vergaat omdat het een speciale manier behandeld word.
Osiris De god va het dodenrijk. Hij werd afgebeeld als een mummie met een kroon.
Isis De godin van de liefde en van kinderen. Zij werd afgebeeld met hoorns op haar hoofd. De hoorns Stonden voor de troon van Egypte
farao De koning van Egypte. In Egypte geloofden de mensen dat de farao een god was.
Piramide Het graf voor een farao. Een piramide heeft een bijzondere vorm. De bodem is precies vierkant. Bovenin komen vier driehoeken samen in een punt. De driehoeken zijn precies even groot.
Hiërogliefen Het schrift van de oude Egyptenaren. In plaats van letters gebruikten de Egyptenaren tekens. Daarmee schreven ze op stenen en op papier.
Egyptische tempels & piramides filmpje Egyptische muziek
Einde We hebben veel van dit onderwerp geleerd zoals hoe hiërogliefen eruitzien, dat de Nijl vaak overstroomde en dat er dijken werden gebouwd en waarom goden altijd als dieren afgebeeld werden. Het was een leuk onderwerp en we hebben er veel van geleerd.