De Vuurvogel Symphonic Cinema
Informatie voor docent: Les 1 Hieronder staan de antwoorden van de vragen weergegeven. Opdracht 1 a. Eigen antwoord. b. De Eerste Wereldoorlog: Stravinsky verbleef in de jaren voor de oorlog al een aantal maanden per jaar in Zwitserland met zijn familie. Door de Eerste Wereldoorlog en de daarop volgende Russissche Revolutie sloten de grenzen en keerde hij niet meer terug naar Rusland (hij kwam daar pas weer in 1962). Tijdens De Eerste Wereldoorlog woonde hij in Zwitserland. Daarna wilde hij in één van de belangrijke Europese muzikale steden gaan wonen. Hij woonde lange tijd in Frankrijk, verkreeg de Franse nationaliteit en vestigde zich uiteindelijk in Parijs. De Tweede Wereldoorlog: tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Stravinksy’s muziek door nazi’ s als ‘Ertartete Kunst’ verklaard. In Amerika was er wel belangstelling voor zijn muziek, waardoor hij besloot daar te gaan wonen en er later ook de Amerikaanse nationaliteit verkreeg. Hij bleef tot zijn dood in Amerika wonen. c. Instrumentatie: de combinatie van de instrumenten die Stravinksy gebruikte was vernieuwend en zorgde voor een nieuw geluid. Ritmiek: de ritmes die Stravinsky gebruikte zijn vaak geschreven in onregelmatige maatsoorten, waardoor er veel meer ritmische mogelijkheden ontstonden. Articulatie: hij schreef uitgebreid op hoe de muziek gearticuleerd moet worden. Volksmuziek: Gebruik van (elementen uit de) Russische volksmuziek als basis voor een muziekstuk, zorgde voor vernieuwende muzikale componenten. d. Eigen antwoord Opdracht 2 Eigen antwoord. Opdracht 3 a. Eerst speelt de hobo het thema, daarna de violen samen met de fagot. Muzikaal verhaal: eigen antwoord. b. De Vuurvogel: een geluid van een fluit past goed bij het geluid wat een vogel maakt. Daardoor associeer je de fluit/piccolo met een vogel, De Vuurvogel in dit geval. De violen, de hoogste strijkinstrumenten, tsilpen daar ook doorheen. Opdracht 4 Klassengesprek. Opdracht 5 Leesopdracht.
1
Informatie voor docent: Les 2 Hieronder staan de antwoorden van de vragen weergegeven. Opdracht 1 a. Deze opdracht bestaat uit deelopdrachten: – Viool, altviool, cello, contrabas – Viool, altviool, cello, contrabas. De volgorde is hetzelfde. Het kleinste instrument klinkt dus het hoogste en het grootste instrument het laagste. – Een piccolo is veel kleiner dan een dwarsfluit en is vaak zwart van kleur, een dwarsfluit is meestal zilverkleurig. Doordat een piccolo kleiner is klinkt deze ook hoger dan een dwarsfluit. – Tuba – Het verschil tussen houtblaasinstrumenten in koperblaasinstrumenten zit hem in de manier waarop de lucht in trilling wordt gebracht. Bij houtblaasinstrumenten blaas je op een riet (dwarsfluit/piccolo uitgezonderd, maar die waren vroeger van hout, vandaar dat ze bij deze groep horen), bij koperblaasinstrumenten op een mondstuk. Dat geeft een andere klank. – Pauken, xylofoon, buisklokken b. Kijkopdracht c. Eigen invulling Opdracht 2 Doe-opdracht Opdracht 3 a. Van boven naar beneden: piccolo, fluit 1, fluit 2, hobo 1, hobo 2, althobo, esklarinet, klarinet, basklarinet, fagot 1, fagot 2, contrafagot, hoorn 1+2, hoorn 3+4, trompet 1+2, trompet 3, trompet op het podium (speelt niet), trombones, tuba, pauken, bekkens, grote trom, strijkers (viool 1, viool 2, altviool, cello, contrabas) b. Overeenkomsten: Strijkers staan onderaan, blazers bovenaan, overige instrumenten in het midden. Verschillen: Andere toonsoort. Niet precies dezelfde instrumenten. Het notenbeeld is heel anders: bijlage 1 onregelmatig, bijlage 2 regelmatig. Invloed op muziek: de muziek uit bijlage 1 klinkt drukker en onregelmatiger, de muziek uit bijlage 2 klinkt heel ritmisch, want het grootste gedeelte van het orkest speelt hetzelfde ritme. c. Doe-opdracht d. Doe-opdracht
2
De Vuurvogel Symphonic Cinema
Informatie voor docent: Les 3 Hieronder staan de antwoorden van de vragen weergegeven. Opdracht 1 Kijkopdracht Opdracht 2 a. Fluit. Het leidmotief hoort bij de Vuurvogel. Een fluit associeer je met een fluiten van een vogel. b. Hoorn. Het leidmotief hoort bij de keizer. Een hoorn heeft een steviger geluid dan de fluit dat goed past bij een keizer. c. Fluit en hoorn wisselen af. De fluit hoort bij de Vuurvogel en de hoorn bij de keizer. Het is als het ware een dialoog tussen de keizer en zijn dochter. Opdracht 3 Eigen antwoord
3
Informatie voor docent: Les 4 t/m 6 Hieronder staan de antwoorden van de vragen weergegeven.
Les 4 Luisteropdracht 1 Fragment 1: de violen Fragment 2: fluit en hoorn afgewisseld Luisteropdracht 2 4 zinnen zin 1+3 zijn hetzelfde, zin 2+4 zijn anders
Les 5 Luisteropdracht 1 Hobo Luisteropdracht 2 2 zinnen
Les 6 Luisteropdracht 1 Koperblazers, de muziek is heroisch en daar passen de schallende koperblazers goed bij. Er spelen meer instrumenten mee en het thema klinkt twee keer zo langzaam. Luisteropdracht 2 2 zinnen, het ritme staat in een onregelmatige maatsoort.
4
De Vuurvogel Symphonic Cinema
Informatie voor docent: Extra opdrachten
Maak je eigen Symphonic Cinema op muziek van De Vuurvogel. Bekijk film Coco Chanel & Igor Stravinsky. Schilderopdracht: maak een schilderij op een fragment van De Vuurvogel Bekijk de documentaire over Stravinksky: http://www.youtube.com/watch?v=FSJQwkBKKBo Luister naar een ander stuk van Stravinsky, wat vind je ervan? Bekijk via uitzending gemist een aflevering van het programma Maestro en kom zo meer te weten over dirigeren. Bekijk via uitzending gemist de aflevering van Kunstlicht Next ‘Kunst en de romantie’. Deze documentaire gaat in op de geschiedenis van Het Concertgebouw.
5