Eendenkroos: een nieuw Nederlands eiwitgewas Cees Gauw Ph.D. kandidaat & docent tuin- akkerbouw.
1 w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Inhoud • • • • •
Introductie waarom kroos Eendenkroossoorten Groeicondities Eiwit-groeicondities Eigen experimenten
• Evt. toegift ziekten en plagen in eendenkroos w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Een van de belangrijkste plantaardige bronnen van eiwit is soja
Wereldwijd wordt er naar schatting 241 miljoen ton soja/jaar geproduceerd. Met een gemiddelde opbrengst van 2,3 ton/ha (V.S. 2,7 ton/ha). 3 Faostat.fao.org
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Teelt eiwitrijke gewassen in Nederland
de Rooij, 2013
4 w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Vraag naar eiwitrijke producten • Grote vraag naar eiwithoudende gewassen. – Veevoederindustrie gebruikt gemiddeld 1.800.000 ton soja/jaar 1 – Voor humaan gebruik en technische wordt 135.300 ton soja/jaar gebruikt 1 – Hiervoor is samen 708000 ha/jaar nodig
• De prijs van eiwitpreparaten en eiwithoudende materialen was in 2011:2 – – – – – – – –
Sojameel (40%) Sojaconcentraat (70%) Soja-isolaat (>90%) Aardappeleiwit (veevoeder) Aardappeleiwit (voedsel) >> Sojaboon Soja perskoek Maïs
€ 0,80 € 2,00 € 3,00 € 0,80 € 3,00 € 0,41 € 0,30 € 0,12
5 1. Hoste & Bolhuis, 2010 2. Mulder, van den Broek, Sanders, Bruins, & Scott, 2013
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
QuickScan duurzaamheid soja vs. eendenkroos
Eendenkroos komt voornamelijk goed uit de vergelijking door • Voedingsmiddelengebruik, • Gewasbeschermingsmiddelengebruik, • Teeltmogelijkheden, • Ruimtegebruik. de Wolff, Schipper, de Wit, de Groot, & van der Woude Ongepubliceerd
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Soorten in Nederland In Nederland 3 families, minstens 6 soorten. • Definitieve morfologische determinatie is zeer lastig. Lemna spp. • Klein kroos (L. minor) – – – –
•
Bultkroos (L. gibba) – – –
•
Veel onderzocht Lijkt veel op L. minor maar dan dikkere fronds Voor promotieonderzoek.
Puntkroos (L. trisulca) – – –
•
Een van de meest onderzochte kroossoorten Geschikt voor toxiciteits-testen (veel over bekend) ~3 mm breed plat
Onderwater groeiend kroos Puntig ~3 mm
Dwergkroos (L. minuta) –
Kleinste Lemnasoort in Nederland
7 w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Soorten in Nederland In Nederland 3 families, minstens 5 soorten. Spirodela sp. • Veelwortelig kroos (Spirodela polyrrhiza) – –
De grootste kroossoort in Nederland (0,5-1 cm). Vaak rode onderkant
Wolffia sp. • Wortelloos kroos (Wolffia arrhiza) – – – – –
Zeer klein kroossoort (1-2 mm). Lijken op hele kleine eitjes Geen worteltjes Lekkerste? Wordt o.a. gegeten in Thailand
Christian Fischer
8 w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Groei kroos • Voornamelijk vegetatieve voortplanting. – Elke frond kan ongeveer 20 dochterfronds vormen. – Enige tijd na de vorming van de dochterfrond zal ook deze nieuwe dochterfronds gaan vormen. – Dit betekend dat exponentiele groei kan plaatsvinden totdat er een tekort ontstaat. – Door rond het breekpunt van B en C te telen is continuë exponentiele groei mogelijk, en daardoor zeer hoge opbrengsten. • Onder Nederlandse condities verwacht ik ongeveer 10-30 ton d.s./ha.
Cross, 2002
Fase A: lagfase Fase B: exponentiele groeifase Fase C: transitiefase Fase D: equilibrium fase
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
De groei van kroos is afhankelijk van onder andere nutriëntlevels, pH, temperatuur, licht en een aantal biotische factoren.1
1. Kufel, Strazalek, Wysikinska Blardzaka, Okninska & Rys 2012
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Groeifactoren - plantdichtheid
11 Frédéric, Samir, Louise, & Abdelkrim, 2006
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Groeifactoren – temperatuur en CO2
Lasfar, Monette, Millette, & Azzouz 2007 Landolt & Kandeler, 1987 Ook uit eigen observatie blijkt een behoorlijk snellere groei bij verhoogde CO2 concentraties.
12 w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Groeifactoren - NP
[conc. N]
[conc. P]
13 Lasfar, Monette, Millette, & Azzouz, 2007
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Groeifactoren - Lichtintensiteit
Fig 2.22 Landolt & Kandeler, 1987
Lichtbron
Indicatie lux
Indicatie sterkte*
Assimilatie verlichting
8.000 lux
± 100-180 µmol/m²s
Direct zonlicht
100.000 lux
± 1.200 µmol/m²s
Daglicht, indirect zonlicht
10.00020.000 lux
± 125-250 µmol/m²s
Bewolkte dag
1.000 lux
± 30 µmol/m²s
* Ruwe schattingen
14 w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Opbouw • Ongeveer 6-20% is droge stof. • Hiervan is ongeveer: Eiwit Koolhydraten As Ruwe vezels Lipiden
min. 6,8 14 12 5,7 1,8
max. 45 43,6* 27,6 16,2 9,2 *80% mondeling gerapporteerd
* Landolt & Kandeler, 1987
15 w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Eiwit concentratie varieert sterk In de literatuur worden geregeld cijfers tussen de 20-40% gepubliceerd.
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Eendenkroos eiwitconcentratie • Op dit moment is de aanname dat: – Dat de eiwitconcentratie afhankelijk is van de groeicondities.1 – Waarbij een snellere groei resulteert in meer eiwit en minder as en vezels.2
• Dit vertaald zich onder andere in: – Onder natuurlijke, arme, omstandigheden bevat kroos meestal tussen de 15-25% eiwit en 15-30% ruwe vezel 2, 3. • Zo bevatte kroos uit de vijver in Prinsentuin Leeuwarden afgelopen jaar bij meerdere metingen gemiddeld 19,3% eiwit.
– Onder ideale omstandigheden 35-43% eiwit en 5-15% ruwe vezel 2,3. • En hetzelfde kroos onder meer geconditioneerde omstandigheden al tot 29% eiwit.
• Dit betekend voor het telen dat het verstandig is om zo dicht mogelijk bij de optima te telen.
1.
2. 3.
Landesman, Chang, Yamamoto, & Goodwin, 2006 Skillicorn, Spira, & Journey, 1993 Leng, Stambolie, & Bell, 1995
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Eiwit en plantdichtheid • Kroosdichtheid lijkt maar een marginale invloed op eiwitgehalte te hebben. • Het moment dat plantdichtheid echter voor een reële concurrentie om groeifactoren zorgt kan redelijkerwijs aangenomen worden dat plantdichtheid wel een sterk effect heeft op het eiwitgehalte. – Bij een hoge plantdichtheid zal er in ieder geval minder licht en nutriënten per plant beschikbaar zijn.
Lemna
Kg natgewicht m2
0,25
0,50
1,0
1,5
Celwandfractie%
32,9
34,4
32,2
32,9
Ruw eiwit%
11,8
11,4
12,0
12,2
Totaal beschikbare koolhydraten%
12,2
14,1
13,7
13,9
As%
25,5
27,1
25,6
23,5
18
Figuur: Frédéric, Samir, Louise, & Abdelkrim, 2006
Tucker 1981: nergens significant w w w. h overschil geschoolvhl.nl
Eiwit en temperatuur • Tussen temperatuur en eiwit lijkt een verband te zijn.
1
– Zowel in wortels als fronds.
• Onbekend of dit gelijk oploopt met de optimum temperatuur. 2.
1. Lasfar, Monette, Millette, & Azzouz, 2007 2. Lehman, Silk, Knight 1980
19 w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Eiwit en CO2 en lichtintensiteit • Zowel CO2 en lichtintensiteit direct van invloed op de fotosynthese. • Rubisco is een van de belangrijkste eiwitten in het fotosynthese proces en vormt een zeer groot gedeelte van het krooseiwit. • Echter de lage respons van Rubisco op zowel een lichtintensiteitsproef (0-2000 µmol/m²s) als een CO2 (0-1150 µmol/mol) proef doet vermoeden dat 30-50% van het Rubisco niet geactiveerd word zelfs onder goede groeicondities1.
Both from: Landolt & Kandeler, 1987 1. Martindale & Bowes 1996
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Eiwit en fosfaat •
Fosfaat wordt onder andere gebruikt voor energietransport binnen de plant. –
–
In deze lijkt het indirect van invloed op eiwitpercentage van de plant. Wordt later verder besproken.
[conc. P] Lasfar, Monette, Millette, & Azzouz, 2007
21 w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Eiwit en stikstof en zwavel •
Eiwit bestaat voor een belangrijk deel uit stikstof en zwavel. – Er is een significant verband tussen opgeloste stikstof in water en opgenomen stikstof 1. – Een optimum lijkt rond de 48 mg N/l te liggen.
•
Eenzelfde verband kan verwacht worden tussen zwavel (sulfaat) en eiwit . – Hogere opname van NH4+ zorgt voor meer incorporatie van S042- in eiwit (normaal ~25:1 ratio) 2.
[conc. N] Lasfar, Monette, Millette, & Azzouz, 2007
Onderzoek
Stikstof en eiwit concentratie (mg N/l en % eiwit)
Mohedano, Velho, Costa, Hofmann, Filho 2012 L. punctata
14
44
28%
35%
Tu, Dong & Preston 2012 Duckweed
0
24
48
72
96
120
23,4%
23,4%
28,0%
30,6%
25,9%
26,4%
3,9
8,9
13,9
28,5
54,6
±10%
±10%
±11%
±13%
±16%
Landesman, Parker, Fedler & 0 Konikoff 2005 ±9% L. obscura
1. Kufel, Strazalek, Wysikinska Blardzaka, Okninska & Rys 2012
2. Brunhold & suter 1984
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Voorbereidend inhoudstoffen experiment
Om een inschatting te kunnen maken van de reactiesnelheid en reactie-intensiteit is er een extra kleinschalig experiment uitgevoerd.
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Voorlopige resultaten onderzoek naar invloed teeltcondities op eiwitfractie Eiwit concentratie over tijd = L. minor - kloonmix A 30,00
25,00
Eiwitpercentage
7,1 mM NO3-, 0,5 mM HPO4220,00 0,71 mM NO3-, 0,5 mM HPO42-
15,00
• 2 kroosmixen met L. minor. • ±450 cm2 bakken. • 4 behandelingen • 4 herhalingen • Wekelijks ±50cm2 geoogst.
0,0 mM NO3-, 0,5 mM HPO42-
10,00
7,1 mM NO3-, 0,0 mM HPO42-
5,00
0,00 0
5
10
15
20
25
30
35
Dagen na inzet
*
* Eiwitconcentratie d21 valt laag uit door misgaan destructiestap
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Voorlopige resultaten onderzoek naar invloed teeltcondities op eiwitfractie Eiwit concentratie over tijd = L. minor - kloonmix B 30,00
25,00
Eiwitpercentage
7,1 mM NO3-, 0,5 mM HPO4220,00 0,71 mM NO3-, 0,5 mM HPO42-
15,00
• 2 kroosmixen met L. minor. • ±450 cm2 bakken. • 4 behandelingen • 4 herhalingen • Wekelijks ±50cm2 geoogst.
0,0 mM NO3-, 0,5 mM HPO42-
10,00
7,1 mM NO3-, 0,0 mM HPO42-
5,00
0,00 0
5
10
15
20
25
30
35
Dagen na inzet
*
* Eiwitconcentratie d21 valt laag uit door misgaan destructie
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Voorlopige resultaten • Kroos ervaart een ‘schok’ bij transfer naar nieuw medium, deze duurt zeker 6 dagen. • Een hogere concentratie N is voordelig voor het percentage eiwit. – Onbekend tot welke waarden dit doorgaat. – N vermoedelijk beperkend na dag 13 bij 0,71 mM.
• Een lage concentratie P op langere termijn pas sterk negatief • Er was een duidelijk pigmentverschil te zien bij – 0,00 mM N op dag 6, – 0,71 mM N na dag 13, – 0,00 mM P na dag 21.
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Nitraat gebrek 0,71 mM NO3-, 0,5 mM HPO42-
7,1 mM NO3-, 0,5 mM HPO42-
eiwit; 13,81
eiwit; 28,13
koolhydraten; 45,12
koolhydraten; 62,48
ruwe celstof; 18,98
ruwe celstof; 14,84
as; 15,01 vet; 3,77
as; 18,58
vet; 3,24
0,0 mM NO3-, 0,5 mM mM HPO42eiwit; 8,05
koolhydraten; 59,26
ruwe celstof; 19,50 vet; 2,22 as; 17,40
Ruwe cijfers: In alle gevallen wordt het gehalte koolhydraten met 6-18 % punten overschat. w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Fosfaat gebrek 7,1 mM NO3-, 0,5 mM HPO42-
7,1 mM NO3-, 0,0 mM HPO42-
eiwit; 15,23
eiwit; 28,13
koolhydraten; 45,12
ruwe celstof; 18,98
koolhydraten; 61,54
ruwe celstof; 23,88
as; 15,15
as; 18,58
vet; 2,77 vet; 3,24
Ruwe cijfers: In alle gevallen wordt het gehalte koolhydraten met 6-18 % punten overschat. w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Voorlopige resultaten • Koolhydraten worden waarschijnlijk met 6-18% overschat. • Desondanks; lage N en P concentraties lijken bevorderlijk voor koolhydraat concentratie. • Ruwe celstof, as en vet lijken niet direct beïnvloed te worden door N tekort. • Ruwe celstof mogelijk wel door P.
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Ruwe opbrengstberekening •
•
7,1 mM NO3-, 0,5 mM HPO42– Totaal ds was 7,27g – 5,43g groei/21d – ≥ 15,5 ton ds/ha/jaar – ≥ 4,4 ton eiwit/ha/jaar – 7 ton koolhydraat/ha/jaar?
•
0,71 mM NO3-, 0,5 mM HPO42– Totaal ds was 7,58g – 5,74g groei/21d – ≥ 16,4 ton ds/ha/jaar – ≥ 2,3 ton eiwit/ha/jaar – 10 ton koolhydraat/ha/jaar?
•
0,0 mM NO3-, 0,5 mM HPO42– Totaal ds was 6,43g – 4,59g groei/21d – ≥ 13,1 ton ds/ha/jaar – ≥ 1,1 ton eiwit/ha/jaar – 8 ton koolhydraat/ha/jaar?
𝑂𝑝𝑏𝑟𝑒𝑛𝑔𝑠𝑡
𝑔 𝑐𝑚2 𝑗𝑎𝑎𝑟
≥
𝑔 𝑐𝑚2 21 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 ∗ 270 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝐵𝑖𝑗𝑔𝑟𝑜𝑒𝑖
7,1 mM NO3-, 0,0 mM HPO42– Totaal ds was 7,16g ds – 5,32g groei/21d – ≥ 15,2 ton ds/ha/jaar – ≥ 2,3 ton eiwit/ha/jaar – 9 ton koolhydraat/ha/jaar?
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Tot slot Een aantal plantenziekten en -plagen tegengekomen tijdens teelt.
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Oevervliegjes
James Lindsey at Ecology of Commanster w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l www.vanhall-larenstein.nl
Waterlilly aphid
33 w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Algen, diverse soorten
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Schimmels (Pythium?)
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Pyrallid mot
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Azolla
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Gebrekverschijnselen?
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l
Tot slot, vragen.
w w w. h o g e s c h o o l v h l . n l www.vanhall-larenstein.nl