Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
een wereldplaats
docentenhandleiding
1
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
De acht Millenniumdoelen 1. Extreme armoede en honger zijn uitgebannen 2. Alle jongens en meisjes gaan naar school 3. Mannen en vrouwen hebben dezelfde rechten 4. Kindersterfte is sterk afgenomen 5. Minder vrouwen sterven door zwangerschap 6. De verspreiding van ziektes als AIDS en malaria is gestopt 7. Er leven meer mensen in een duurzaam leefmilieu 8. Er is meer eerlijke handel, schuldverlichting en hulp
2
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
De mondiale speurtocht Dit boekje bevat de handleiding voor een mondiale speurtocht voor de hoogste twee groepen van de basisscholen en de basisvorming voortgezet onderwijs in Buitenpost. Aan de hand van een routebeschrijving en een aantal werkbladen worden de kinderen geconfronteerd met hun culturele, economische, sociale, ecologische en historische banden met de rest van de wereld. De tocht begint met een presentatie op het gemeentehuis over de Millenniumdoelen. Na de tocht wordt op school op de wereldkaart ingevuld met welke landen de kinderen tijdens de tocht allemaal in aanraking zijn geweest. Dit kan al gauw oplopen tot 50 landen!. Hierdoor wordt de leerlingen duidelijk dat ze vaak mondialer zijn dan ze denken. Als de wereld alleen uit Nederland zou bestaan zou er veel - heel veel - niet mogelijk zijn. Tijdens de speurtocht en tijdens de opdrachten op school kunnen een aantal problemen in de internationale relaties aangestipt worden bijv. het ongelijkheidsprobleem in de wereldhandel en het milieuprobleem. Maar de inhoud is nadrukkelijk niet alleen probleemgericht. Het is de bedoeling ook de prettige kanten van onze contacten met andere landen duidelijk te maken: het maakt ons leven er een stuk veelzijdiger op.
Doelstelling van de speurtocht Gerelateerd aan Millenniumdoel 7 en 8: Eerlijke en Duurzame handel. • Leerlingen maken kennis met aspecten van eerlijke en duurzame handel: welzijn voor mens, dier en milieu; • Leerlingen ervaren hoe groot de rol is die grondstoffen en producten uit andere landen, waaronder de Derde Wereld, in het dagelijks leven spelen; • Leerlingen worden zich bewust van de positieve kanten van onze contacten met andere landen; • Leerlingen worden zich bewust van het feit dat je door middel van keuzes bij de aankoop van producten invloed uit kunt oefenen op het milieu en de ongelijkheid
3
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
Opzet Het materiaal voor “Buitenpost, een wereldplaats!” bestaat uit: • deze docentenhandleiding • voor iedere leerling een speurtochtboekje met routebeschrijving en werkbladen • een grote wereldkaart. De handleiding voor de leerkracht bestaat uit suggesties voor • de inhoudelijke voorbereiding • praktische voorbereiding • nabespreking van de opdrachten • verdieping van enkele onderwerpen Het speurtochtboekje met vragen is bedoeld voor het verzamelen van informatie over materialen en grondstoffen die in de eigen omgeving (winkels, bedrijven, de straat, de school of het eigen huis) te vinden is. Bij elke opdracht hoort een schoolopdracht in een blauw kader. Deze opdrachten worden op school uitgevoerd. De wereldkaart wordt bij iedere opdracht verder ingevuld. Het materiaal kan worden aangepast aan eigen wensen en mogelijkheden van de school.
Inhoudelijke voorbereiding Het verdient aanbeveling om een aantal begrippen die gebruikt worden van te voren met de leerlingen door te nemen. Het is niet noodzakelijk. De Derde Wereld In het speurtochtboekje voor de leerlingen is als ‘Inleiding’ een korte bespreking opgenomen over de term ‘De Derde Wereld’. Bespreek dit stukje voor de speurtocht begint, samen met de leerlingen. Grondstoffen Een belangrijk deel van onze grondstoffen komt uit de Derde Wereld. Bespreek met de leerlingen de gevolgen die ons grondstoffengebruik heeft op de Derde Wereld. Zoek eventueel in uw eigen lesmethode het hoofdstuk op waar hier aandacht aan besteed wordt en behandel dit hoofdstuk in de klas. Kinderen leren in deze lessen vaak hoe ze door eigen keuzes de milieuvervuiling binnen de perken kunnen houden. Milieuvervuiling Het vervoer van goederen over de hele wereld is niet goed voor het milieu. Dit aspect komt voor in de speurtocht. Praat hier van te voren eens over met de kinderen. Fair Trade Dit betekent “eerlijke handel” met respect voor mens en milieu. Het is goed om van te voren even over dit begrip te praten. Wilt u wat dieper ingaan op fairtrade, dan kunt u eventueel de lestasjes “Fair trade” lenen bij NME-Achtkarspelen.
4
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
Praktische voorbereiding van de speurtocht De speurtocht wordt in het voorjaar of vlak na de zomervakantie gelopen. De voorlichter van de gemeente of een medewerker van NME-Achtkarspelen ontvangt uw school op de afgesproken tijd in het gemeentehuis. De speurtocht begint gezamenlijk in het gemeentehuis in Buitenpost en eindigt in De Kruidhof. Daar vandaan wordt de tocht gelopen door groepjes leerlingen. Laat ieder groepje enkele minuten na elkaar starten. De groepjes kunnen bestaan uit 3 tot maximaal 6 leerlingen. Bij ieder groepje is een volwassen begeleider nodig. Hiervoor moeten tijdig vrijwilligers (ouders) gezocht worden door de school zelf. Het is handig om als leerkracht zelf mee te gaan als vliegende keep, om eventuele stagnaties of onverhoopte moeilijkheden op te lossen.
Instructie voor de begeleiders: Tijdens een instructiebijeenkomst komen de volgende punten aan de orde: • • • •
Toelichten van het doel van de speurtocht. Ontvangst op het gemeentehuis. Verdeling van de groepjes en starttijden. Het maken van afspraken over de tijd waarop gestart en geëindigd gaat worden. De eindtijd is bindend, ook al zijn alle opdrachten nog niet af. • Als groepen elkaar inhalen is het nodig opdrachten over te slaan of wat meer tijd te nemen. • Vraag aan de begeleiders / surveillanten om eventuele op- of aanmerkingen op de tocht direct in hun eigen werkboekje te noteren en na de tocht aan de coordinator door te geven. Bespreking van de aanwijzingen voor de leerlingen. • De instructie voor de leerlingen wordt op het gemeentehuis gegeven • De groepsindeling met begeleider wordt bekend gemaakt. • Aan de hand van de plattegrond wordt de route toegelicht
Belangrijk! Het is van groot belang dat de kinderen zich in de winkel rustig gedragen, zodat klanten die zich eventueel in de winkel bevinden geen last ondervinden. Wanneer dit niet het geval is lopen we het risico dat winkeliers een volgende keer niet weer hun medewerking willen verlenen. Eén vervelende groep kan veel bederven! Maak daarom met de kinderen en de begeleiders de volgende afspraak: “De begeleider van een groep die overlast veroorzaakt neemt direct de beslissing niet meer met deze groep naar binnen te gaan.” Dat betekent helaas dat een groot aantal opdrachten overgeslagen moet worden, maar we lopen zo niet het risico dat we de medewerking van de winkeliers verspelen. Zonder deze medewerking kunnen we niet nog eens een mondiale speurtocht organiseren.
5
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
p
lattegrond
1 start 2
20 einde
19
3
5
18 17
17
16
6 6
7
4 8
15 9 14 7
13 9 12 11 10
6
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
l
ocaties opdrachten
3 4
waar Gemeentehuis binnen Gemeentehuis Wapen Haagen Hobby Read Shop
5
Pyramide
6
Kledingwinkel Modique of Henk ten Hoor Bloemenwinkel He- herkomst tulp en dera of Yucca andere bloemen Drogisterij Kruidvat oorsprong drogist, medicijnen / kruiden Bakkerij v/d Bijl of frans stokbrood, Gouma oorsprong graan Mariakerk verschillende geloven Slagerij v/d Bijl herkomst vlees en veevoer
eerlijke handel / milieu
12
Kado en dropshop
cultureel/ milieu
13 14
A. Visser audio Snackbar Twaspan
15
Schipper AGF
16
Parkeerplaats
17
Coop of Lidl
18
E-norm
herkomst ijzer
19
Op é Stal
20
Kruidhof
fair trade en streekproducten, leerlingen krijgen reep fair trade chocola die ze eerlijk moeten delen millenniumdoel Malaria / thee
1 2
7 8 9 10 11
opdracht doel gemeentehuis / millenniumdoelen oorsprong gemeentewapen herkomst wol herkomst favoriete schrijver (film mag ook) vgl Nederlands buitenlands eten herkomst kleding / katoen
wereldkaart Buitenpost
aard eerlijke handel
Munster
cultureel
Australie
eerlijke handel cultureel
cultureel
cultureel / milieu cultureel milieu cultureel eerlijke handel
herkomst souvenirs (molen made in taiwan) je mobieltje oorsprong aardappel en herkomst snacks herkomst drie verschillende groenten auto versus fiets, herkomst rubber fair trade producten, max havelaar koffie
7
eerlijke handel cultureel / milieu milieu eerlijke handel / milieu eerlijke handel / milieu Brazilie
milieu / eerlijke handel eerlijke handel / milieu
eerlijke handel
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
Aanwijzingen voor de leerlingen (staan ook voor in de werkboekjes): • Neem alleen een potlood en dit boekje mee, geen tas! • Blijf bij je groepje en ga niet samen met andere groepjes • Let op het verkeer. • Hoe je moet lopen zie je op blz. 4 (leerlingenboekje) • Werk zoveel mogelijk samen. Ieder vult zijn eigen boekje in, vaak zijn meerdere antwoorden mogelijk. Kom je er niet uit dan sla je de vraag over. • Achter elke opdracht staat (binnen) of (buiten). • Als er binnen staat kan je met je groepje naar binnen. • Als er buiten staat blijf je buiten en beantwoord daar de vragen die bij het werkblad horen. • Als er achter een werkblad binnen staat en de winkel is gesloten doe je de opdracht buiten. • Als er al een groepje binnen is, wacht je tot dat groepje klaar is voordat jullie naar binnen gaan. Er zijn dus nooit twee groepjes tegelijk in een winkel. • Sla eventueel een werkblad over als je verwacht dat het te lang gaat duren voordat jullie aan de beurt zijn. • Als het druk is in de winkel, ga dan niet allemaal naar binnen, maar stuur twee leerlingen naar binnen om de vragen te beantwoorden. • Maak geen lawaai en kom nergens aan als dat niet nodig is. • De blauwe opdracht is voor op school • Neem dit boekje na de speurtocht weer mee naar school. Je hebt het nog nodig! • Heb je alle opdrachten gedaan, dan ga je met je groepje naar De Kruidhof. Blijf bij elkaar en let op het verkeer.
8
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
Verwerking
9
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
Suggesties voor de verwerking van de speurtocht op school Algemene aanwijzingen • Na de speurtocht volgt het uitwerken van de opdrachten in de klas. De leerlingen werken in dezelfde groepen als tijdens de speurtocht zelfstandig de opdrachten uit. Zij hebben hiervoor steeds hun speurtochtenboekje, de atlas, hun aardrijkskundeboek en soms de computer nodig. • Bij iedere opdracht krijgen de leerlingen de opdracht de wereldkaart in te vullen. Door taken te verdelen (ieder zoekt een ander land op) kan hierbij veel tijd bespaard worden. • Tijdens de nabespreking wordt de grote wandkaart ingevuld. Niet alle gegevens van alle leerlingen hoeven erop. Steeds kunnen per item drie of vier landen worden aangegeven die bijvoorbeeld door veel groepjes zijn gevonden. • De nabespreking van de opdrachten vormt een belangrijk onderdeel. De leerkracht kan aanvullende informatie geven en door uitwisseling van informatie tussen de verschillende groepen kan discussie ontstaan. • Discussie is belangrijk. De verschillende afwegingen die een rol kunnen spelen bij de keuze van producten, komen naar voren. De taak van de leerkracht is de discussie aan te moedigen door het stellen van prikkelende vragen en te zorgen dat de discussie niet moraliserend wordt.
Suggesties voor vervolgactiviteiten De wereldkaart • De wereldkaart, die gaandeweg is ingevuld, kan een vast plekje krijgen in de klas. • In de loop van het schooljaar zullen er regelmatig zaken aan de orde komen die verband houden met één van de onderwerpen die in het kader van de speurtocht zijn besproken. Dit kan zijn tijdens wereldoriëntatielessen, aardrijkskunde of geschiedenisonderwerpen, spreekbeurten, krantenkringen, actuele gebeurtenissen, enz. • De wereldkaart kan dienen om bepaalde kennis in herinnering te brengen of om nieuwe informatie toe te voegen door zelf de legenda uit te breiden. Wereldreis • Laat de leerlingen een reis bedenken die leidt langs verschillende plekken waar de leerlingen nieuwsgierig naar zijn geworden door deze mondiale speurtocht. Vul de route in op de wereldkaart. Bespreek bij ieder punt wat je daar zou willen bekijken of wat je aan de mensen daar zou willen vragen. Ontwerp een wervende reisfolder voor deze studiereis.
10
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
Verdieping van de thema’s Zelfgekozen thema • Welke reis heeft mijn spijkerbroek gemaakt voordat hij bij mij in de kast hing? • Welke woorden van onze taal komen uit een andere taal en hoe zijn die erin terecht gekomen? (taalles) • Hoe is het gat in de ozonlaag ontstaan? (werkstuk) • Hoe is het leven in één van de landen die aan de orde geweest zijn? (maquette) • De weg van cacaoboon tot Marsreep. (muurkrant) • Ik begin een winkel in Buitenpost. Welke producten ga ik verkopen en hoe kan ik daarbij rekening houden met het milieuprobleem en het ongelijkheidsprobleem? (reclamefolder) • Hoe is het om in een ander land te wonen? (interview) • Hoe zou het leven zijn als we geen buitenlandse producten hadden? (opstel) Millenniumdoelen 1. Extreme armoede en honger zijn uitgebannen 2. Alle jongens en meisjes gaan naar school 3. Mannen en vrouwen hebben dezelfde rechten 4. Kindersterfte is sterk afgenomen 5. Minder vrouwen sterven door zwangerschap 6. De verspreiding van ziektes als AIDS en malaria is gestopt 7. Er leven meer mensen in een duurzaam leefmilieu 8. Er is meer eerlijke handel, schuldverlichting en hulp De gemeente heeft gekozen voor verwegdoelstelling 6: “Malaria” en dichtbijdoelstelling 7 en 8 “Eerlijke, duurzame handel “ • Organiseer een Millenniummarkt! Naar aanleiding van de bevindingen kan een eerlijke handelsmarkt opgezet worden waarbij leerlingen goed kijken naar wat fair trade nu eigenlijk is. Ze kunnen hiervoor met winkeliers in gesprek, zelf onderzoekjes doen etc. Economische verdieping Naast de bewustwording van de leerlingen voor wat betreft de wereldhandel met de insteek duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord, kan ook gekeken worden met een economische pet. De focus zou kunnen liggen op de internationale handel en het hebben/opstarten van een eigen bedrijf/winkel. • Laat de leerlingen een opdracht maken met als thema internationale handel. Hier zijn voorbeelden van te vinden op het internet. Hier krijgen ze inzicht in zaken als invoer, uitvoer, ruilvoet en eu. • De leerlingen kunnen een vorm van een ondernemingsplan schrijven om duurzame producten te verkopen. Zo komen de twee doelstellingen samen. Hier is informatie beschikbaar bij de kamer van koophandel. Eventueel kan een coach een gastles geven. • Laat de leerlingen mee doen met het startersspel van de KvK. Het spel is specifiek voor het VMBO en het doel is leerlingen spelenderwijs te informeren over de stappen die je moet nemen om een eigen onderneming te starten.
11
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
Achtergrondinformatie voor de nabespreking per opdracht
H
et Gemeentehuis
1
Er kan ingegaan worden op de ‘mondiale’ betekenis voor de burgers van Achtkarspelen (geboorteaangifte, nationaliteit, paspoort, (reis)documenten)
Waarom heeft Buitenpost een gemeentehuis? Hoofdplaats van de gemeente Achtkarspelen, het hebben van een bestuurlijk apparaat, een link is te leggen met regels en afspraken die gemaakt zijn, ons politieke-bestuurlijke systeem Wat vinden leerlingen mooier: De nieuwe raadszaal of het Jeltingahuis? U kunt ingaan op wat iemand mooi vindt, dit wordt bepaald door cultuur, tijd (oud versus modern), opvoeding, herkomst etc. U kunt hier ook ingaan op verschillen en overeenkomsten in bijvoorbeeld eet- en kleedgewoonten, maar ook hoe iemand eruit ziet. Er kan een discussie gevoerd worden over wat ‘gewoon’ is voor ons en wat gewoon is voor iemand anders De leerlingen hebben een presentatie gehad. Er zijn acht Milleniumdoelen. De gemeente heeft gekozen voor twee doelstellingen: een verwegdoel en een dichtbijdoel. Het dichtbijdoel is eerlijke, duurzame handel. Dit doe je dichtbij maar heeft effect op ver weg. In de presentatie is de gsm belicht (zie ook opdracht 13). Hiervoor zijn veel grondstoffen nodig, worden bendeoorlogen gevoerd etc. Wat is de leerlingen hierover bijgebleven?
h
et wapen van Achtkarspelen
Buitenpost hoort bij de gemeente Achtkarspelen In de Middeleeuwen behoorde Achtkarspelen tot het bisdom Münster, terwijl de rest van Friesland onderdeel was van het bisdom Utrecht. De grietenij Achtkarspelen werd in 1851 een gemeente na de invoering van de gemeentewet van Thorbecke in Nederland.
2
Het wapen was een eigendomsteken en symbool dat documenten van de gemeente een officieel karakter verleende. Dienaren en beambten droegen het wapen op ambtskleding, helm of pet. Ook vandaag nog dragen de bodes in het gemeentehuis het wapen op hun uniform. Ook op eigendommen van de gemeente, zoals bijvoorbeeld voertuigen en bruggen, werd het wapen afgebeeld. De acht torens hebben betrekking op de acht kerkdorpen (kerspelen) die in 1818 in Achtkarspelen lagen. Augustinusga, Buitenpost, Drogeham, De Kooten, Kortwoude, Lutkepost, Surhuizum en Twijzel.
12
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
Wat is nog meer typisch Fries? Friezen hebben een eigen vlag. Wat betekenen de pompeblêden die op de vlag staan? Zijn er ook typisch Friese sporten? En hoe zit dat met de taal? Leerlingen leren hiermee dat er binnen de landsgrenzen soms meerdere talen en culturen kunnen bestaan. Waarom vinden veel mensen het belangrijk om ‘hun eigen land’ te hebben met een ‘eigen’ vlag? Ga in op eigen en vreemd.
H
aagen hobby
3
Haagen hobby heeft een grote diversiteit op het gebied van papier, verf, borduren en breien. Hobbies die voor veel leerlingen niet meteen voor de hand liggen. Wat voor hobbies hebben leerlingen zelf en wat hebben ze daarvoor nodig? Wat is hun opgevallen in de winkel? Over wol De wereld telt ongeveer een miljard schapen, die jaarlijks zo’n twee miljard kilo wol leveren. Australië is met een productie van grofweg 500 miljoen kilo wol, afkomstig van zo’n 98 miljoen Merino-schapen, het belangrijkste wolproducerende land. In Nederland komt 80% van alle schapenwol uit Australië. De Australische kuddes zijn zo groot, tot 100.000 schapen op 90.000 hectare grasland, dat ze met zo’n 11 herders op motoren bijeengedreven moeten worden.
In Nederland worden grofweg 1,5 miljoen schapen gehouden voor met name de vleesindustrie. Wol wordt beschouwd als bijproduct en heeft een ondergeschikte rol. Het bij ons meest voorkomende Texelse schaap levert maar weinig wol (3,5 kilo per schaap). De kwaliteit is laag en de hoeveelheid is minder dan 1% van alle wol die in Nederland wordt verkocht. De Nederlandse wol is te grof voor de kledingindustrie en wordt vooral gebruikt voor tapijten, dekens en als vulling voor matrassen en dekbedden.
B
OEKWINKEL
Boeken en films krijgen zijn vaak geromantiseerd maar geven ons wel veel informatie over andere culturen. Weten de leerlingen iets over die cultuur?
e
4 5
ethuisje
De meeste kinderen krijgen waarschijnlijk regelmatig buitenlandse gerechten (nasi, saté, pizza, shoarma e.d.). In de supermarkt kun je hiervoor allerlei kant en klare producten krijgen. Het gaat er hier om een gesprek op gang te brengen over hoe het moet zijn om in een ander land te gaan wonen en werken. Stel ook eens de vraag wat nou typisch Hollandse gerechten zijn. Maak een lijst op het bord met Nederlandse en buitenlandse voedingsmiddelen. Best saai als we niks zouden importeren!
13
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
6
K
LEDINGWINKEL
In veel kleren zit katoen verwerkt. Veel in Nederland gekochte kleding wordt in de landen rond de Middellandse zee gemaakt of in de zgn. ‘lage lonen landen’ als Taiwan, Singapore en Zuid-Korea. Katoen is een typisch gewas voor de armere streken van de wereld. Voordat een kledingstuk in de winkel ligt in Nederland, heeft de katoen die erin verwerkt is al gauw 10 tot 15.000 km. afgelegd. De ruwe katoen wordt meestal per schip vervoerd, confectie met het vliegtuig (Azië) of de vrachtauto (Middellandse Zeegebied).
Waarom wordt kleding nauwelijks (meer) in Nederland gemaakt? De kleding wordt goedkoper voor ons omdat de lonen in armere landen lager zijn dan bij ons.
7
B
LOEMENWINKEL
Veel kamerplanten komen uit tropische landen. Daar staan ze gewoon buiten. In Nederland staan ze boven de verwarming en krijgen ze water uit een gieter. Buiten overleven ze niet. Deze informatie kan aanleiding zijn om het over klimaatverschillen te hebben. Een paar voorbeelden van kamerplanten met hun oorspronkelijke herkomst: • de fuchsia stamt uit midden en zuid Amerika • de ficus groeit in de meeste Afrikaanse landen in het wild • de dieffenbachia komt uit de hete jungle van Brazilië • ook de lidcactus komt uit Brazilië • het koraalmosje komt uit Nieuw Zeeland Tulpen komen oorspronkelijk uit Turkije. Via Oostenrijk en Antwerpen zijn de tulpen in 1593 uiteindelijk in Nederland gekomen. Het woord ‘tulp’ komt van ‘tulpian’. Kan iemand raden wat dat woord betekend? (gelet op hoe het woord klinkt en de vorm van de bloem) Het betekend ‘tulband’. De eerste tulpen waren erg bijzonder, zeldzaam en ook heel erg duur. Later kwamen er steeds meer tulpen en werden ze voor iedereen.
Nederland is nu het meest dominerende land als het gaat om de export van tulpen en tulpen bollen. En bussen vol toeristen trekken in de lente naar de tulpenvelden. Die zien er prachtig uit met al hun kleuren. Op Google kan je er hele mooie plaatjes van vinden.
14
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
D
8
ROGIST
In de Tropen zijn veel geneeskrachtige stoffen ontdekt, die ten grondslag hebben gelegen aan onze medicijnen. Het idee van het gewone aspirientje is ontstaan dankzij stoffen die uit het tropische regenwoud kwamen. Er worden nog steeds nieuwe geneeskrachtige stoffen ontdekt. De natuur levert ook geneesmiddelen, zoals basilicum dat diarreeremmend werkt of vlierbessen die actief zijn tegen virussen zoals verkoudheid. Om parfum te maken heb je onder andere de geur van bloemen nodig. De belangrijkste bloem is de roos. Die wordt al bijna drieduizend jaar gebruikt door parfumliefhebbers. De Roos kwam in die tijd uit China. Maar ook jasmijn (oorspronkelijk uit India) wordt veelvuldig gebruikt. Andere belangrijke bloemen voor het maken van parfum zijn: Tuberoos (uit Mexico), Narcis (uit de Alpen), Mimosa (uit Australë), Sinaasappelbloesem (uit zuid China en het Middellandse Zeegebied), en Lavendel (uit de Alpen en Engeland).
9
B
AKKER
In Nederland wordt veel graan verbouwd, maar dit graan is volgens veel bakkers van mindere kwaliteit en wordt daarom vooral als veevoer gebruikt. Tarwe heeft zijn oorsprong in het Midden-Oosten, in het tweestromengebied, tussen Eufraat en Tigris. Reeds in 10.000 à 12.000 jaar voor onze tijdsrekening werd er tarwe gezaaid en geoogst. In eerste instantie werden deze granen rauw verbruikt. Later werden ze geroosterd of tot poeder gemalen wat ze beter verteerbaar maakten. Dit poeder (bloem) werd aangelengd met water en verwerkt in pap, in ronde platte koeken of brood.
Tarwe is uitstekend bewaarbaar. Dit liet bewoners toe een voorraad aan te leggen voor de kille wintermaanden. Zo kon men zich op een bepaalde plaats vestigen in plaats van rond te trekken door onbekende gebieden. Tegenwoordig worden granen wereldwijd verwerkt tot verschillende eindproducten zoals brood, beschuit, gebak, koeken, ontbijtgranen, … Granen zijn het meest gebruikte voedingsmiddel ter wereld. In totaal wordt jaarlijks ongeveer 610 miljard kg tarwe geproduceerd, wat overeenkomt met 115 kg tarwe per inwoner. Ook mais en rijst zijn graansoorten. Er wordt in Nederland niet alleen tarwebrood gemaakt maar ook brood van o.a. spelt, rogge, en haver! Bij de bakkerij lagen ook typisch Friese etenswaren zoals Fryske Dúmkes, en sûkerbôle. Het verschilt dus niet alleen per land, maar ook per regio wat met ervan maakt.
15
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
10
K
erk
Wat verstaan de leerlingen onder religie of geloof? Mogelijke antwoorden kunnen zijn: • Het geloven in een god • Naar de kerk gaan en bidden • Priesters, bijbels, kerken etc. • Goed zijn voor anderen • Een manier van leven • Het is iets zoals christendom, islam enz. Ga met de leerlingen in gesprek over of zij ook in iets geloven. Welke geloven / levensbeschouwingen kennen de leerlingen? Wat zijn verschillen en overeenkomsten? Bekende religies / levensbeschouwingen zijn o.a.: • Christendom • Islam • Hindoeïsme • Boedhisme • Jodendom • Humanisme
S
11
LAGER
Een groot deel van het voedsel van rundvee, varkens en kippen bestaat uit mengvoer. Tapioca uit Thailand is een belangrijk bestanddeel daarvan. In Thailand wordt twee keer de oppervlakte van Nederland gebruikt om cassave te verbouwen dat als tapioca naar Nederland wordt geëxporteerd om ons vee te voeden. Resultaat in Thailand: erosie en uitputting van de grond. Een Islamitische slager slacht zijn vee op een speciale manier omdat dat volgens zijn geloof zo voorgeschreven is. De klanten in de Islamitische slagerij zijn vooral mensen die uit godsdienstige overtuiging juist hier vlees kopen. In de slagerij wordt vooral rund-, geiten-, en schapenvlees verkocht. Krachtvoer voor vee wordt onder andere van cassave gemaakt. Veel tropische oerwouden zijn inmiddels gekapt om cassave te kunnen verbouwen. Hoe meer vlees we eten, hoe meer krachtvoer we in Nederland nodig hebben! Nederland zou veel te klein zijn als we al het veevoer voor de Nederlandse koeien, varkens en kippen in eigen land zouden moeten verbouwen!
16
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
K
adowinkel
Naar aanleiding van deze opdracht kan gepraat worden over: • Wanneer is iets echt Hollands? • Hoe vaak loop je zelf eigenlijk op klompen? • Wat hoort echt bij onze cultuur? Vaak weet je het van een ander land beter dan van je eigen land. Misschien kloppen jouw oordelen over andere culturen ook niet altijd.
E
12 13
LECTRONICAZAAK
Voor onze moderne electronica zijn veel grondstoffen nodig Een goed voorbeeld is de mobiele telefoon. Hierin zitten grondstoffen verwerkt uit meer dan 20 landen In onze mobiele telefoon zitten wel 30 soorten (bijzondere) metalen, waaronder koper, kobalt en coltan. Deze drie grondstoffen worden uit Congo gehaald. Congo is rijk aan grondstoffen, zoals goud, koper, kobalt, coltan, uranium en cassiteriet, maar is tegelijkertijd (na Zimbabwe) het armste land ter wereld. Helaas wordt de grondstoffensector niet goed beheerd. Hierdoor loopt het land miljarden mis aan inkomsten. Politici, legerleiders en zakenlieden pikken allemaal een graantje mee uit de opbrengsten van grondstoffen.
In Congo vindt veel mijnbouw plaats. Alleen al in de provincie Katanga werken naar schatting 150.000 mensen in de mijnen. Met een schop en een zeef zoeken ze naar koper en kobalt. Iedereen werkt in de mijnen. Kinderen vanaf zeven jaar, jongeren, vrouwen, mannen, ouderen en zieken. Mannen delven de grondstoffen, kinderen doen alles in zakken en dragen deze loodzware last naar vrouwen, die op hun beurt het erts oppoetsen. Onder de mijnwerkers van Katanga bevinden zich ruim 50 000 jongeren en kinderen. Sommigen zijn nauwelijks 7 jaar oud. Door het gebrek aan familie-inkomsten zijn veel kinderen genoodzaakt in de mijnen te werken om hun eigen schoolgeld te betalen. Ze verdienen maar een paar dollar per dag voor gemiddeld 10 uur werken. De kinderen graven, verzamelen het ruwe erts, maken het schoon en zeven het. Daarna transporteren ze de zakken van ongeveer twintig kilo uit de mijnen. De werkomstandigheden zijn moeilijk en gevaarlijk. Sinds 1996 is er in Oost-Congo een burgeroorlog aan de gang. Een aantal grondstoffen spelen een grote rol in dit voortslepende conflict. Deze grondstoffen worden ook wel conflictgrondstoffen genoemd omdat de opbrengst uit de illegale handel ervan bijdraagt aan de financiering van het conflict, bijvoorbeeld door het kopen van wapens of door het betalen van salarissen aan de rebellen. De elektronica-industrie, waaronder de producenten van mobiele telefoons, kopen niet rechtstreeks hun grondstoffen in. De productieketen voor koper, kobalt en coltan loopt via Azië, waar het wordt omgesmolten tot halffabricaten. Vervolgens vinden deze mobieltjes en halffabricaten, zoals oplaadbatterijen hun weg naar de Europese markt.
17
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
S
14
NACKBAR
De lunchroom verkoopt ook producten die uit de Derde Wereld komen, waaronder snacks: • Patat: aardappels komen van oorsprong uit Zuid-Amerika • Pinda’s voor de pindasaus komen uit Afrika, met name Gambia • Allerlei kruiden voor de snacks • Cacao en kokos voor de repen die er verkocht worden. • Waar groeien kokospalmen? • Waar groeien cacaostruiken? • Gerechten als: bamischijf, nasibal, shoarma, broodje bapao Patat wordt van aardappels gemaakt. In Nederland worden veel aardappels verbouwd. De aardappel komt van oorsprong niet uit Nederland. Voor 1600 had nog nooit iemand in Europa een aardappel gegeten! Stel dat de aardappel nu pas ontdekt werd en de landen daar patent kregen om alleen zelf aardappels te verbouwen en te verkopen. Zou dat eerlijk zijn?
g
roenteboer
Onze groente- en fruitsoorten komen: 1. Van Nederlandse koude grond 2. Uit Nederlandse kassen 3. Uit het buitenland
15
Als een soort bij ons geteeld kan worden, betekent dat nog niet dat dit dan ook altijd gebeurt. Veel groenten en fruit worden geïmporteerd omdat dat goedkoper is. Wat zijn de voor en de nadelen van groente en fruit uit het buitenland? • Nadelen liggen o.a. op het gebied van het milieu, kinderarbeid, het vervoer kost veel energie en ruimte (wegen). • Voordelen zijn dat er meer keuze is uit veel meer groente en fruitsoorten en dat producten die hier seizoensgebonden zijn elders wel geoogst kunnen worden (bijvoorbeeld verse aardbeien met kerst). Natuurlijk zijn buitenlandse producten, zoals sinaasappels en bananen, hier niet meer weg te denken. In dit verband is het misschien aardig te vertellen dat sommige ‘typisch Nederlandse groenten’ van oorsprong helemaal niet uit Nederland komen. Aardappelen komen bijvoorbeeld oorspronkelijk uit ZuidAmerika, bloemkool komt uit Italië en Frankrijk en aardbeien uit Chili en Spanje.
18
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
16
P
arkeerplaats
Bij de bespreking van deze opdracht komen de voor- en nadelen van autorijden aan de orde. Nederland importeert o.a. veel olie uit de Arabische wereld (SaoedieArabië, Koeweit, e.a.). Ook Derde Wereldlanden als Indonesië, Nigeria en Venezuela zijn grote olieproducenten.
Eén van de nadelen van autorijden is de milieuvervuiling die het veroorzaakt. Dit is aanleiding om aandacht te besteden aan het feit dat milieuvervuiling een mondiaal probleem is. Onze vervuilde lucht gaat meestal richting Duitsland, we krijgen van hen vies water terug. Ook wij krijgen vervuilde lucht, het meest van fabrieken die in Engeland staan. Misschien komen er kinderen met ‘het gat in de ozonlaag’ op de proppen. Een mondiaal milieuprobleem bij uitstek. Rubber zit verwerkt in: deuren, stuur, ruiten (randen), dashboard (soms), banden, uitlaat (ophang rubbers), verlichting (isolatie) en pedalen. Rubber wordt veel gebruikt omdat het elastisch, vochtbestendig en slijtvast is. Voorbeelden van rubberproducten te over: elastiekjes, condooms, schoenzolen, huishoud-handschoenen, enzovoort. Ook de ruwe rubber (net als de ruwe diamant) wordt goedkoop verkocht aan de rijke landen, die het verwerken tot bijvoorbeeld autobanden (en sieraden) en er zodoende het meest aan verdienen. Vaak moeten arme landen dan vervolgens weer dure eindproducten terugkopen: bijvoorbeeld de autobanden. De oplossing zou gezocht moeten worden naar voorbeeld van de cacao. Door een eerlijker prijs te betalen voor de ruwe grondstoffen wordt het voor Ivoorkust mogelijk meer geld en kennis te vergaren om zelf de eindproducten te gaan produceren. De gevolgen voor ons land kunnen zijn: hogere prijs voor de ruwe rubber en diamant, minder werkgelegenheid voor fabrieksarbeiders. Een eerlijker verdeling van arm en rijk over de wereld heeft echter ook positieve gevolgen voor de rijkere landen: deze armere landen kunnen meer aan de oplossing van milieuproblemen doen (milieuproblemen houden niet op bij de grenzen van het land), een eerlijke verdeling van de rijkdom geeft minder conflicten en de landen zullen op den duur minder financiële hulp nodig hebben.
S
17
UPERMARKT
De koffieprijs is al jaren erg laag. Dit lijkt misschien leuk voor de consument, maar het is rampzalig voor de boeren. Hoe kan het dat de koffieprijs zo laag is? Dat komt omdat er meer aanbod is dan vraag. Er is dus duidelijk teveel koffie. Voor de kopers betekent dit dat er altijd genoeg is. Ze hoeven dus niet veel geld te betalen voor iets wat er meer dan genoeg is. Ze hebben als het ware de macht over de koffieprijs (vraag - aanbod principe). Met als gevolg dat de koffie boeren voor heel weinig geld hun koffie moeten verkopen.
19
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
Fair Trade betekent eerlijke handel. Ieder krijgt zo een eerlijk loon naar werken. Een product mag niet zomaar biologisch genoemd worden. Biologische boeren en producenten gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen en geen kunstmest. Uitgangspunten van de biologische landbouw is dat het minder belastend voor dier en milieu is dan gangbare landbouw. Er wordt veel gediscussieerd over de voor en nadelen van biologische landbouw. Als nadelen wordt bijvoorbeeld genoemd: • Bepaalde ziekten en plaagdieren zijn moeilijk te bestrijden. Niet biologische boeren die buren zijn van biologische boeren zijn daardoor bang voor besmetting en verspreiding van plagen en ziekten. • De biologische landbouw is niet effectief genoeg om de hele wereldbevolking van voedsel te voorzien. Argumenten voor biologische landbouw zijn: • Het hongerprobleem in de wereld is geen kwestie van tekorten, maar een probleem van verdeling en distributie. • Kunstmest en bestrijdingsmiddelen worden steeds minder betaalbaar voor kleine boeren in ontwikkelingslanden. • Door het gebruik van bestrijdingsmiddelen worden steeds meer ongedierte en schimmels immuun voor de bestrijdingsmiddelen waardoor steeds zwaarder gif ingezet moet worden om te voorkomen dat oogsten verloren gaan. De VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) was een Nederlandse handelsonderneming tussen Europa en Azië. In de 17e en 18e eeuw was het het grootste handelsbedrijf in de wereld. De VOC handelden in meer dan 100 verschillende goederen. In de 17e eeuw waren peper en andere specerijen de belangrijkste producten. De specerijen leverden hoge winst op en namen dan ook bijna 60 % van de scheepslading in beslag. Specerijen als peper, kruidnagel en nootmuskaat worden tegenwoordig nog steeds veel gebruikt.
D
18
oe het zelf zaak
Zo'n 5% van de aardkorst bevat ijzer. De meeste ijzerertsmijnen bevinden zich in Brazilië, Australië, India, China, VS en Rusland. China is met een marktaandeel van 50% de grootste producent van staal en is ook de grootste gebruiker. De EU is de tweede grootste producent. • De grootste ijzervoorraden liggen vaak op ecologisch waardevolle plekken. De winning van erts kan daardoor aantasting van natuurgebieden als regenwouden tot gevolg hebben. Naast ijzererts zijn voor de bereiding van staal kolen (cokes) nodig, en de diepe winning ervan kan ook - in mindere mate dan bij oppervlaktewinning - aantasting van het landschap tot gevolg hebben. • De staalindustrie is energie-intensief. Bij de productie van 1 ton staal wordt gemiddeld 1,8 ton CO2 uitgestoten. Hiermee is de ijzer- en staalindustrie verantwoordelijk voor 4-5% van de totale mondiale CO2-uitstoot. • Er zijn twee hoofdprocessen waarmee staal wordt geproduceerd: het hoogovenproces of het elektrostaalproces. Beide processen kunnen niet zonder de
20
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
inzet van gerecycled staal. Bij het elektrostaalproces wordt tot 100% gerecycled staal ingezet, bij het hoogovensproces tot 30%. Het duurt bij de meeste stalen producten lang voordat het staal weer beschikbaar is voor recycling, en de vraag naar nieuw staal overtreft het aanbod van gebruikt staal. Beide processen zijn daarom nodig om aan de vraag naar staal te blijven voldoen. • Staal is magnetisch en daarom gemakkelijk te scheiden van ander afval ten behoeve van recycling. Staal is ook oneindig te recyclen zonder verlies van belangrijke eigenschappen. Een voorbeeld: recycling van 1 ton staalschroot bespaart 1400 kg ijzererts, 400 kg kolen en 55 kg kalksteen, en zorgt dus ook voor een forse besparing op energiegebruik en de uitstoot van CO2. • Voor staal is er niet direct sprake van grote schaarste (voorraad voor circa 50100 jaar), maar worden de prijzen wel steeds hoger (prijsstijging bedraagt ca. 12% per jaar) als gevolg van de grote vraag van staal door opkomende markten zoals China. Ook in ontwikkelingslanden in Latijns Amerika, Azië en Afrika neemt de staalproductie toe, ten behoeve van met name bouw en infrastructuur.
S
19
treekproducten
Veel producten uit op e stal zijn ook wel in andere winkels te koop. Laat de leerlingen aan elkaar vertellen welke producten zij hebben gezien en hoe zij de winkel vonden.. De producten in op e stal zijn meestal duurder dan in een ‘gewone’ winkel.
Het zijn ambachtelijk gemaakte streekproducten (dus in kleine oplage) Streekproducten leveren een enorm milieuvoordeel. Denk maar eens aan de transportkosten Of het zijn fair trade producten uit Derde Wereldlanden. Van de prijs van Fair trade producten gaat meer naar de Derde Wereld dan van producten in andere winkels, zodat de mensen er meer geld aan verdienen en zo een beter bestaan op kunnen bouwen. De leerlingen hebben een chocoladereep gekregen Veel cacao komt uit Ivoorkust. Dit land bevindt zich in een vicieuze cirkel. Het land beschikt over vele grondstoffen die in de hele wereld worden verwerkt tot allerlei producten die wij dagelijks kopen of gebruiken (rubber, cacao, koffie, diamant). Omdat Ivoorkust een arm land is, is er geen geld om fabrieken te bouwen en mensen op te leiden. Ze zijn daarom genoodzaakt voor een klein bedrag de grondstoffen aan het buitenland te verkopen. De landen die de grondstoffen verwerken tot eindproducten verdienen vele malen meer aan de cacao dan de cacaoboeren in Ivoorkust. Zij zijn daarom wel in staat nieuwe mensen op te leiden en hun fabrieken te onderhouden of uit te breiden. De mensen in Ivoorkust moeten zelf dure industrieproducten van de andere landen kopen (bijv. vrachtauto’s om de geoogste cacao te kunnen vervoeren). Zo houden ze weer te weinig geld over om zelf fabrieken te beginnen.
21
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
De cacao van de Max Havelaar reep komt uit Bolivia en de Rietsuiker uit de Filippijnen. De cacao is afkomstig van de coöperatie El Ceibo, waaraan 800 boerenfamilies verbonden zijn. Zij hebben zelf een kleine verwerkingsfabriek waar de cacao wordt verwerkt tot de halffabrikaten cacaoboter en cacaopoeder. Een voorbeeld van hoe het Max Havelaar-project goed kan werken. Fair Trade betekent eerlijke handel. Ieder krijgt zo een eerlijk loon naar werken.
B
otanische tuin De Kruidhof
20
In de Kruidhof wordt onderzoek gedaan naar Artemisia Annua, een heel gewone plant met een bijzondere werking: Artemisinine is momenteel het meest effectieve (95%) en meest betrouwbare medicijn om malaria te genezen. Uit de Artemisia annua kan de stof artemisinine gewonnen worden. Hiervan worden door Europese farmaceutische bedrijven medicijnen gemaakt tegen malaria. Voor de arme Afrikaanse plattelandsbevolking zijn dergelijke medicijnen vooralsnog onbetaalbaar, als ze al beschikbaar zijn. Met het drinken van maximaal één kop artemisiathee per week wordt al een aanzienlijke resistentie tegen de malariamuggen opgebouwd. Juist dat is wel haalbaar voor veel Afrikaanse families, wanneer zij in hun eigen dorp een veldje Artemisia annua kunnen verbouwen. Het drinken van deze thee is helaas onvoldoende om mensen definitief tegen malaria te beschermen. Het malariavirus blijft sluimeren in de lever van degene die besmet is. Een volgende stap is, dat in de gebieden waar malaria heerst de gecombineerde medicijnen ter plaatse gemaakt kunnen worden en dat deze zonder beperkingen ter beschikking komen van alle patiënten, ongeacht hun maatschappelijke status. In China, veruit koploper bij de teelt van Artemisia annua, draait een fabriek waar Artemisia zo wordt bewerkt dat de werking langduriger is er minder artemisinine nodig. Dit productieproces zou op gang gebracht kunnen worden in Oost Afrika. Vooral Kameroen wordt genoemd als potentiële producent. Uitwisseling van kennis tussen bijvoorbeeld De Kruidhof in Buitenpost en proefprojecten in onder andere Oeganda, Ghana en Gambia is belangrijk, maar er is ook geld nodig. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan in Afrika binnen enkele jaren malaria worden teruggedrongen als belangrijke doodsoorzaak Theeplanten groeien ondermeer in India, China, Sri Lanka, Kenia en Indonesië. Theeblaadjes worden door vrouwen en meisjes geplukt. Op de theeplantages wordt het plukken van de theeblaadjes doorgaans gezien als licht werk. Het feit dat ook kinderen (met name meisjes) dit werk doen bevestigd dit. Desalniettemin werken de theepluksters gemiddeld zo´n 9,5 uur per dag. Ze plukken in die tijd ong. 30 kilo blaadjes. Mannen en jongens zorgen voor de aanplant en het onderhoud van de theeplanten. Daarnaast werken zij in de fabrieken waar de thee grotendeels machinaal verder wordt verwerkt. Feitelijk minder zwaar werk, maar hoger in status. Mannen krijgen doorgaans drie keer zoveel uitbetaald dan vrouwen. Voorbeeld: Als hier in Nederland voor 100 cent thee wordt gekocht, dan krijgt de theeplukster 0,5 cent en ontvangt de fabrieksarbeider 1,5 cent.
22
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
Websites: Millenniumdoelstellingen: www.millenniumdoelen.nl www.millenniumgemeente.nl Onderwijs en ondernemen:
www.kidsencompany.nl
www.kvkstartersspel.nl Maatschappelijk verantwoord ondernemen: www.mvonederland.nl Fair trade: www.fairtrade.nl www.maxhavelaar.nl Natuur en Milieueducatie: www.nme-achtkarspelen.nl Artemisia (kruidhof) www.dekruidhof.nl Gemeente www.achtkarspelen.nl Winkeliers www.buvo.nl
23
Buitenpost, een wereldplaats!, docentenhandleiding
Colofon Buitenpost, een wereldplaats Een mondiale speurtocht door Buitenpost voor de basisvorming en de hoogste groepen van het basisonderwijs. Dit project bestaat uit: • een handleiding voor docenten • dit werkboekje voor onderweg Tekst: Arda Oosterhoff, Eddy Wijnsma, Aanpassingen voor Achtkarspelen: Ragna van Sonsbeek Tekeningen: Ronald Derkzen De mondiale speurtocht is uitgegeven door: NME-Achtkarspelen Stationsstraat 18 Buitenpost Eerste uitgave september 2012 © 2011 tekst en tekeningen: Oosterhoff & Wijnsma educatieve projecten, Raerd
24