Alumni nieuwsbrief lerarenopleidingen NHL
• • • •
Winter 2014
Educator
Het onderwijs hier vs. het onderwijs in VS, China en Ethiopië Win Teach like a champion App-tips Nascholingstraject Omgangskunde
1
Beste Alumni, Ik wens je veel leesplezier en roep een ieder op mee te dingen naar het boek Teach like a Champion. Het boek belooft 49 technieken om een betere leraar (vo en po) te worden en leerlingen te laten excelleren. Dat willen we natuurlijk allemaal!
Een grote prijs én een dikke 10 kregen Wendy en Wanda voor hun project Take 2! Zo zie je maar weer dat een project niet groot en professioneel hoeft te zijn om te scoren. Die groei komt vanzelf, nu anderen bijvoorbeeld kansen zien voor een Chinese variant! Proficiat en succes met dit boeiende, innovatieve taalproject.
Geiske Tol directeur Instituut Educatie & Communicatie
En we blijven in dit nummer verschillende culturen proeven via projecten van oud-studenten en docenten. Ze delen hun kennis en ervaring uit den vreemde en nemen ons mee naar Amerika, Ethiopië en China. Je leest in deze Educator over de verschillen tussen leerlingen hier en leerlingen daar en over of we het als leraar in Nederland nu wel of niet beter hebben dan onze collega’s over de grens. Educator wordt meer en meer gevuld met columns van onze afgestudeerden en internationale onderwijsdidactische belevenissen: een fantastisch goede ontwikkeling.
Agenda
Inhoudsopgave
oorlichtingsactiviteiten master pedagogiek V www.nhl.nl/nhl/10041/werk-en-studie/voorlichtingsactiviteiten/informatiebijeenkomsten/informatieavonden-masterpedagogiek” \t “_blank”
iPad-klas op het Zernike Wendy wint Europees Talenlabel Onderwijs hier vs. onderwijs daar Win: Teach like a champion! Update van twee lectoraten App-tips
Diverse data in maart en april: Informatieavonden Masteropleiding Pedagogiek. Bent u op bachelor niveau werkzaam in het pedagogische of educatieve werkveld en wilt u een stap zetten in uw carrière? Dan is de masteropleiding Pedagogiek iets voor u. De masteropleiding Pedagogiek leidt u op voor een voortrekkersrol in het pedagogische en educatieve werkveld.
3 4 6 9 10 11
Colofon Educator is een uitgave van de lerarenopleidingen van NHL Hogeschool.
Dinsdag 15 april, 18.00-21.00 uur: Informatieavond deeltijdopleidingen en cursussen.Vragen over deeltijdopleidingen of cursussen? Laat uw laatste twijfels wegnemen op de informatiebijeenkomst die de NHL op organiseert tussen 18.00 en 21.00 uur. Deze avond zijn opleidingen en cursussen van alle vakgebieden aanwezig.
Redactie: Ingrid Geertsma, Tjitske Idsinga, Iepie Idzerda, Annet van Kouwen en Atsje de Vries. Hoofdredactie: Atsje de Vries Eindredactie: Tjitske Idsinga Vormgeving: Marion Vegter | Jack of all Trades Drukwerk: CopyShop NHL Hogeschool Oplage: 1540 exemplaren
Donderdag 21 augustus 18.00-20.00 uur: Informatieavond deeltijdopleidingen. Informatie over deeltijdopleidingen of cursussen? kom naar de informatiebijeenkomst op donderdag 21 augustus tussen 18.00 en 20.00 uur. Deze avond zijn opleidingen en cursussen van alle vakgebieden aanwezig.
Wieke Hillen is coördinator van de iPad-pilot op het Zernike
‘Leerlingen hadden de valkuil van afleiding dondersgoed door’ Anderhalf jaar werkt het Zernike College inmiddels met iPads. In november 2012 kregen alle leerlingen en leraren van atheneum 3Plus een tablet in bruikleen. In het eerste pilotjaar werden er weinig eisen gesteld aan het gebruik in de lessen. Nu moeten leraren in ieder geval de interactieve werkschema’s voor hun lessen in iTunes U zetten. Zowel leraren als leerlingen moesten wennen. ‘De leraren liepen tegen de meeste problemen aan, leerlingen leerden er snel mee omgaan, maar hadden de valkuil van afleiding ook dondersgoed door’, vertelt Wieke Hillen, docent Engels en coördinator van de iPad-pilot op het Zernike. Haalbare doelen Ton Bominaar bezoek en organiseer ik studiedagen en tijdens vergaderingen is er extra aandacht voor good practices. Ook evalueren we veel en praten we over de toekomst van de pilot. Leerlingen vinden het vooral prettig dat ze niet meer met zware tassen hoeven te slepen. Daarentegen moeten ze wel leren omgaan met de afleiding die een iPad biedt. Docenten vinden het vooral mooi dat ze met iPads makkelijk kunnen differentiëren, eenvoudig experts naar het lokaal kunnen halen en interactief kunnen werken.’
‘De schoolleiding kwam met het idee een pilot te doen met tablets. Ze zochten collega’s die daarin geïnteresseerd waren en ik meldde me aan. We besloten de pilot in atheneum 3Plus te doen. Dat is een kleine afdeling waardoor de kosten beperkt blijven en bovendien zijn het goede leerlingen. Mocht het gebruik van iPads wel negatieve effecten op de resultaten hebben, dan kunnen zij het wel hebben. Overigens zijn inmiddels de leerresultaten onderzocht en daarin is geen achteruitgang te zien. We kozen haalbare doelen; we stelden weinig eisen aan het gebruik van iPads door leraren. Ze moesten de apparaten alleen op z’n minst als e-reader gebruiken.’
Toekomst ‘We hebben inmiddels besloten dat we in ieder geval nog een jaar doorgaan, volgend jaar gaan twee eerste klassen met iPads werken. Hoe het daarna gaat, weten we nog niet. We zien het als een leermiddel en zullen het zeker inzetten, maar niet koste wat kost.’
Experts in de klas ‘Na het eerste pilotjaar bleek er nog genoeg te leren en besloten we door te gaan. Samen met collega-coördinator
2
3
Vakoverstijgend werken, dat spreekt Wendy Viel aan. Maar als haar vak drama er alleen bij wordt gehaald om een ander vak op te fleuren, dan bedankt ze vriendelijk. Toen ze voor de master Kunsteducatie de opdracht kreeg om een educatief, vakoverstijgend project te ontwikkelen, ging ze dan ook voor een project waarbij beide vakken in hun kracht zouden staan. Samen met collega Wanda van Dam, die voor haar lerarenopleiding Engels een soortgelijke opdracht moest doen, ontwikkelde ze Take 2! En dat werd gewaardeerd; door leerlingen, collega’s, docenten (ze kreeg er een 10 voor!) én door de jury van het Europees Talenlabel; een Europese prijs ter aanmoediging van innovatieve taalprojecten. Wendy en Wanda wonnen de eerste prijs.
fotocredit
s: Bas Sie
bring
Wendy Viel wint samen met collega het Europees Talenlabel
2! produceerden alle derdejaars vmbo-leerlingen van Ubbo Emmius Winschoten in juni in twee dagen een Engelse soap. ‘We wilden graag aansluiten bij de leerlingen; vandaar een soap. Bovendien is een soap makkelijker in twee dagen te realiseren dan een voorstelling. En voor leerlingen die niet zo van toneel houden is een film maken in een klein groepje minder eng dan optreden voor de hele klas.’
Underdog ‘Dat hadden we niet verwacht! We waren de underdog, want de acht andere genomineerde projecten waren veel groter en professioneler opgezet. De jury kende ons uiteindelijk de prijs toe omdat ons project didactisch goed in elkaar zit, de leerlingen er skills voor de 21ste eeuw door ontwikkelen en er snel resultaat geboekt wordt.’ Voor Take
De gêne voorbij Alles moest in het Engels, een vak dat veel vmbo-leerlingen als moeilijk ervaren. ‘Maar als je twee dagen alleen maar Engels spreekt, is de gêne weg. Leerlingen zeiden achteraf ook dat ze het minder eng vonden om Engels te spreken omdat ze nu zoveel konden oefenen. Ze vonden het ook leuk om iets met de klas te maken en waren heel gemotiveerd. De verdeling Engels/drama was echt 50/50. Van mij kregen ze les in personageopbouw, storyboard maken en acteren voor de camera. Van Wanda kregen ze les in Engels
schrijven en spreken; de soap was ook direct hun Engelse mondeling. Na de zomer hebben we nog een Oscaravond georganiseerd, toen hebben we alle soaps teruggekeken en Oscars uitgereikt.’
Onderzoek in de school
En nu? ‘Het Europees Talenlabel bestaat uit een label dat je op je product mag plakken en een geldprijs van € 5000. Ook gezien de enthousiaste reacties van collega’s uit het land –er zijn al mensen die het in het Chinees willen– is het duidelijk dat we er meer mee moeten. In juni doen we het project nog een keer met alle huidige derde klassen. En na juni, als ik klaar ben met mijn master, gaan we verdere stappen zetten.’
Hoe kunt u als schoolleider een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van een onderzoekende cultuur en een onderzoekende houding bij uw personeel? NHL-ECNO verzamelde een paar good practices die als inspiratie kunnen dienen voor interventies op uw school. Meer weten? Neem contact op met Carina de Leeuw: c.i.de.leeuw@ nhl.nl. Carina is verbonden aan het lectoraat Duurzame schoolontwikkeling. Lees op pagina 10 het interview met haar en lector Hennie Brandsma.
Eerste basisscholen van start met tweetalig onderwijs 12 Nederlandse basisscholen starten komend schooljaar met volledig tweetalig onderwijs. Leerlingen krijgen er vanaf de kleuterschool maximaal de helft van hun lestijd instructies in het Engels.
In het noorden gaan De Polle (Marsum) en De Groningse Schoolvereniging (Groningen) van start met tweetalig onderwijs.
Veel minder scholen willen excellent zijn
Leerlingen krijgen op de scholen die deelnemen aan de proef niet alleen les in de Engelse taal, maar ook andere vakken zoals gym, geschiedenis en aardrijkskunde kunnen maximaal de helft van de tijd in het Engels worden gegeven. Tot op heden was dit alleen mogelijk op middelbare scholen. Staatssecretaris Dekker (Onderwijs) werkt aan een wetsvoorstel dat álle basisscholen structureel ruimte biedt om tot 15% van hun onderwijstijd Engels, Frans of Duits als instructietaal te hanteren.
Veel minder scholen wilden dit jaar kans maken op een diploma voor excellentie. De aanmeldingen zijn fors gedaald. Half januari reikte staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs in totaal 76 predicaten uit aan scholen. Om kans te maken op het predicaat excellent moeten scholen zich zelf aanmelden. Een jury bepaalt of ze het diploma krijgen. Gaven in 2012 nog 90 basisscholen zich op, in 2013 waren het er 52: een daling van ruim 40 procent. In het voortgezet onderwijs daalde het aantal aanmeldingen met 20 procent. Volgend jaar kans maken op het predicaat? Aanmelden kan vanaf het voorjaar op www.regioplan.nl/excellentescholen
Lees verder op de volgende pagina
4
5
Het onderwijs hier vs. het onderwijs daar Onze docenten en oud-studenten zijn niet alleen actief in Nederland, maar ook ver over de grens. Ze maakten er onvergetelijke dingen mee en kunnen door hun ervaringen nu het onderwijs, de leerlingen en leraren in Nederland goed vergelijken met het buitenland. Hier lees je over hun belevenissen en constateringen. groeide. Zo kreeg ik er vrienden van over de hele wereld, een Amerikaanse familie en een beste vriendin bij: Jamie Farmer uit Dallas, Texas. Ze kwam in 2004 naar Nederland voor een uitwisseling en voelde zich door mijn gezin met open armen ontvangen. Onze vriendschap groeide verder toen ik naar de VS verhuisde en in 2012 was ik maid of honor bij haar bruiloft. Ondanks de afstand nu ik weer in Nederland woon, zijn we nog steeds elkaars steun en toeverlaat. Ik ben erg dankbaar dat ik de mogelijkheid had en de stap nam om naar het buitenland te verhuizen, omdat ik door mijn leven in Amerika mezelf heb kunnen vinden. Het was absoluut de beste tijd van mijn leven.’
Lieneke Mous | Alumnus | Was eerder student en docent in de Verenigde Staten 1. Wat zijn de verschillen tussen Nederlandse en buitenlandse studenten? ‘Eén van de grootste verschillen tussen Nederlandse en Amerikaanse studenten is de gedrevenheid. De gemiddelde Nederlandse student lijkt zijn of haar tentamen te willen halen met een 5,5 of 6, terwijl een Amerikaanse student gedreven is om een A (9-10) te krijgen omdat zij continue geconfronteerd worden met hun cijfers. Zo hangt bijvoorbeeld het ontvangen van studiebeurzen af van cijfers. De gemiddelde bachelorstudent in de VS is daardoor meer bezig met zijn of haar GPA (grade point average) dan met verzamelen en implementeren van kennis. Het GPA zorgt er ook voor of studenten al dan niet door een dispuut geaccepteerd worden; hun cijfers bepalen dus hun sociale status op de campus.’
3. Wat kunnen we van elkaar leren? ‘In Nederland kunnen studenten zich, met uitzondering van bijvoorbeeld een rechtenstudie of medicijnen, inschrijven op elke hogeschool zonder dat er gekeken wordt naar cijfers of kwaliteiten. In Amerika moet men onder andere een personal statement schrijven, een cv toesturen en zichzelf promoten om aangenomen te worden op de universiteit van hun keuze. Het hoger onderwijs in Nederland zou dit meer mogen toepassen.’
2. Wat is het meest onvergetelijke dat je in het buitenland hebt meegemaakt?
‘De Verenigde Staten daarentegen zouden hun onderwijssysteem kunnen verbeteren door het aanhouden van richtlijnen voor kwaliteitsonderwijs. Nu kan een leerling - mede door het systeem van openbare- en privéscholen op de ene school een tien halen, wat bij een andere school misschien een zes zou zijn. Door de grote verschillen in kwaliteitseducatie komen veel leerlingen onvoorbereid aan op de universiteit.’
‘Het meest onvergetelijke aan mijn tijd in de VS is dat mijn internationale familie -en daarmee mijn thuisgevoel-
4. Leraren hebben het in Nederland wel/ niet beter omdat… ‘Het docentenvak lijkt op veel plekken in de wereld moeilijk, ondergewaardeerd en onderbetaald te zijn.’
6
Vincent van der Post | docent NHL Hogeschool | bracht in het kader van een innovatieproject samen met studenten een bezoek aan Guangzhou, China
kan jouw positie benadelen. Daarnaast was het opvallend dat studenten hun eigen competenties niet wilden benoemen (erkennen) uit angst uniek of anders te zijn. Dit was een lastige hobbel die we moesten nemen om het innovatieproject te doen slagen.’
1. Wat zijn de verschillen tussen Nederlandse en buitenlandse studenten?
3. Wat kunnen we van elkaar leren?
‘De verschillen zitten voornamelijk in de omgangsvormen. De Chinese studenten die wij ontmoetten in Guangzhou zijn vooral heel bescheiden terwijl de Nederlandse studenten soms zeer aanwezig zijn en snel het voortouw nemen. Een Chinese student maakt onderdeel uit van het geheel terwijl Nederlandse studenten zich veel meer willen manifesteren als unieke persoonlijkheid. De Chinese cultuur is sterk hiërarchisch georganiseerd en daarom zullen Chinese studenten niet snel hun hoofd boven het maaiveld uitsteken. Dit geldt overigens ook voor de docenten. Chinese studenten werken heel hard omdat hun familie hoge verwachtingen heeft en omdat je niet zomaar op een vervolgopleiding terecht komt. Daarnaast merk je een enorme drang naar economische vooruitgang.’
‘Chinezen kunnen zeer hard werken omdat ze gemotiveerd worden door vooruitgang; voor henzelf dan wel voor hun kinderen. In China kan alles goedkoop -en door de enorme bevolkingsaantallen ook nog eens relatief snel- gerealiseerd worden. Concepten en ideeën produceren kunnen Chinezen echter veel minder goed dan onze studenten. Wat wij ervan kunnen leren is dat we ons meer zouden moeten richten op werken vanuit concepten en idee-ontwikkeling dan op formele kennis. Zij, en de computerdeskundigen in derdewereldlanden, kunnen dit veel beter en sneller (niks geen kenniseconomie dus). De toekomst van ons onderwijs ligt in die zin meer in de richting van design en concepting. We spreken immers nog steeds vaker van made in China dan van designed in China.’
‘De Chinese schoolcultuur is hard en competitief. Wordt bijvoorbeeld een medeleerling ziek dan schieten medestudenten niet snel te hulp, omdat zij dan zelf eerder een hogere positie in de klassenhiërarchie verwerven. Het systeem is in die zin dus niet erg sociaal te noemen. De Chinese studenten zijn wel weer heel sociaal als het gaat om activiteiten buiten school. De studenten organiseren onderling veel verschillende activiteiten op de campus en zijn dan uiterst vriendelijk en behulpzaam. In de klas wordt voornamelijk frontaal les gegeven en de docent vindt het niet zo belangrijk of leerlingen opletten of niet, zolang ze maar aanwezig zijn.’
4. Leraren hebben het in Nederland wel/ niet beter omdat… ‘Leraren in China leven vaak alleen op de campus, ver van familie en eigen huis. Ze maken relatief wel minder lesuren dan hun Nederlandse collega’s. De hiërarchische verhoudingen in het onderwijssysteem maken het lastig om promotie te maken. Alle kleine wijzigingen moeten verantwoord worden aan directe bazen en aan partij-medewerkers die ook baantjes in de school hebben (veel papierwerk en stempeltjes halen bij verantwoordelijken). Hierbij gaat het vaak niet om wat iemand kan, maar om het hebben van de juiste relaties.’
2. Wat is het meest opvallende dat je in het buitenland hebt meegemaakt? ‘Het meest opvallende wat ik meegemaakt heb, is dat de Chinese studenten die wij ontmoetten niet gewend waren samen te werken. Dit had ik persoonlijk niet verwacht in een communistisch land. Het blijkt niet goed te passen in het hiërarchische onderwijsmodel. Voor samenwerken moet je immers ideeën delen. Jouw idee aan een ander geven,
7
plaats toegewezen gekregen. Ze zouden graag anders willen, maar hebben geen keuze en ander werk is er ook niet. Toch doen ze met verbazingwekkende motivatie hun werk. De school beschikt niet over water en elektriciteit; ook andere middelen zijn minimaal. Eén of twee leraren gaan voordat de school begint op pad met de ezel van de school om water te halen voor de school en de eigen gezinnen.’
Jan Borkent | Volunteer organisation for supporting projects in developing countries at Project Uitzending Managers (PUM) | deed voor Edukans en het Development Expertise Centre (DEC) onderzoek naar het basisonderwijs in Ethiopië
de grote pannenkoek, vrouwen eten daarna. Al met al een mooie ervaring die een inkijk geeft in het leven en werken op het schoolplein van een rurale Ethiopische school.’
3. Wat kunnen we van elkaar leren? ‘In Ethiopië is gebrek aan de meest basale zaken, de voorzieningen zijn zeer mager en de infrastructuur is om te huilen. De hygiënevoorwaarden zijn slecht: veel te weinig toiletten (of wat er voor doorgaat), vaak geen water en zeker geen zeep om de handen te wassen. Maar ondanks dit alles is er onderwijs voor ieder gebaseerd op een door de overheid opgelegde, maar door ieder onderschreven onderwijsopvatting: leerling gericht onderwijs. De organisatie is gebaseerd op stamgroepen van vijf leerlingen met een diverse samenstelling: jongens, meisjes, sterke en zwakke leerlingen. Elkaar helpen en accepteren staat hoog in het vaandel. Tegelijkertijd is dit een keurslijf voor iedere situatie, of de klas nu veel of weinig leerlingen bevat, het meubilair redelijk of slecht is, et cetera. Flexibiliteit, didactische wendbaarheid en zinvol gebruik van middelen komen in het vocabulaire van de meeste leraren niet voor. Op deze punten zouden studenten en docenten van de lerarenopleidingen van de NHL en Ethiopië veel van elkaar kunnen leren.’
1. Wat zijn de verschillen tussen Nederlandse en buitenlandse leerlingen ‘Het basisonderwijs in Ethiopië omvat de leeftijdsgroep van 7 tot 15 jaar. Na het basisonderwijs kan een leerling naar de high school, die maximaal 4 jaar duurt. De eerste twee jaar zijn algemeen onderwijs, na twee jaar gaat een leerling door naar jaar 3 en 4 als voorbereiding op een universitaire studie of gaat naar een beroepsopleiding. Dat laatste kan bijvoorbeeld een lerarenopleiding zijn.’ ‘Hoewel steeds meer kinderen naar school gaan, is het uitvalprobleem levensgroot, vooral in de rurale gebieden. Bij meisjes is de uitval veelal groter dan bij jongens. Kinderen worden thuis gehouden om in het huishouden te helpen, het vee te hoeden of wat dan ook te doen om een bijdrage aan het gezinsinkomen te leveren. Op marktdagen is het aantal afwezige leerlingen dan vaak ook erg groot.’
2. Wat is het meest onvergetelijke dat je in het buitenland hebt meegemaakt?
‘Er wordt dan ook nagegaan of een zinvolle samenwerking tussen de lerarenopleidingen van de NHL en Ethiopische lerarenopleidingen mogelijk is. Ik ben ervan overtuigd dat aankomende leraren veel kunnen leren van een stage in Ethiopië. Het confronteert je met je interculturele bagage, maar laat je ook ervaren wat de betekenis is van kennis van vak en vakdidactiek bij de inrichting van leeromgevingen in een totaal andere context met andere regels en andere maatschappelijke voorwaarden.’
‘Op een school in het landelijk geleden Roge interviewde ik de schoolleider en een groepje leraren. Na het interview word ik uitgenodigd voor een kopje koffie, of beter gezegd voor een Ethiopische coffee ceremony, bij de leraren thuis. Groene koffiebonen worden in een schaal boven een houtskoolvuurtje geroosterd en daarna met een houten stamper gemalen. De vloer wordt bedekt met gras en/of bladeren. Alles gebeurt zorgvuldig en er is veel tijd voor gesprekken over van alles en nog wat. De openhartigheid en hartelijkheid zijn opvallend. Na de hete en sterke koffie wordt het eten opgediend: de injerra met groenten en vlees. Je eet als mannen gezamenlijk en met je handen van
4. Leraren hebben het in Nederland wel/ niet beter omdat… ‘De (jonge) leraren wonen met hun gezinnen om het schoolplein; ze komen van elders en hebben deze stand-
8
‘Het salaris voor een beginnende leerkracht is zo’n 700 birr per maand, dat is ongeveer 30 euro per maand. Een ervaren leraar verdient ongeveer 2500 birr per maand, ruim 100 euro. Docenten van lerarenopleidingen verdienen wel tussen de 4000 en 5000 birr per maand. Dit wordt als belangrijke reden genoemd om lerarenopleider te willen worden.’
Complimentenslag De bruggers worden weer herkend; Zij zijn op school al gauw gewend! Er is veel leerstof neergepend En jonkies worden ook gejend. Zijn in hun groep vaak wél content, Hoewel, niet over ’t reglement, Want hoe je het keert of wendt: Dat blijft een lastig document. Die regels gelden permanent Van maandags vroeg, tot het weekend! De uitvoering is consequent: Een leerkracht is pas competent Als hij de regels onderkent, Waardoor de leerling efficiënt De aandacht richt op zijn talent En zich niet van dat doel afwendt! Dat vergt wel enig commitment Van een vakbekwaam docent En als je dan zo’n leraar bent Voel je je wellicht miskend, Want al ben je heel attent
Vakliteratuur: Teach Like a Champion
En gebeurt het dus frequent Dat j’ een leerling NIET wegzendt, Maar overtuigend argument Na argument bij hem inprent… Dan word je vast niet vaak verwend Met gewoon een compliment! Ook al doceer je excellent Wordt dat niet altijd erkend Want je bent een instrument Voor de bloei van d’ adolescent; En dát voelt ambivalent! Dus vraag ik aan het management: Leg nou eens wat meer accent Op waardering voor de docent!
Dea Jansen SG De Nieuwe Veste, Hardenberg
Ook een champion worden? Onder de lezers verloot Educator twee exemplaren van de Nederlandse versie van Teach Like a Champion. Winnen? Stuur dan voor 1 april een e-mail met je naam en adresgegevens naar
[email protected].
In een jaar met Olympische Spelen én het WK voetbal is er geen didactisch boek toepasselijker dan Teach Like a Champion. Het boek is overgewaaid vanuit Amerika en nu vertaald en bewerkt voor het Nederlandse onderwijs. Teach Like a Champion belooft 49 technieken om een betere leraar (voortgezet- en basisonderwijs) te worden en leerlingen te laten excelleren. Doug Lemov, de Amerikaanse auteur van Teach Like a Champion bezocht leraren die opmerkelijke resultaten wisten te bereiken. Hij observeerde minutieus wat er in het klaslokaal gebeurde; van leerlingen begroeten tot blaadjes uitdelen, van ongevraagd beurten geven tot wachten op een antwoord. Hij vertaalde de succesvolle werkwijzen van excellente leraren naar 49 bruikbare technieken. Die tech-nieken zijn gebundeld rond onderwerpen als: hoe leg je de lat hoog bij je leerlingen, hoe houd je leerlingen bij de les en hoe bouw je aan een goede klascultuur.
9
st
Jan Beren
App-tips Jantina de Vries | lerares Frans | Zernike College, Groningen - - -
Bookcreator | €4,49 Makkelijke manier om iBooks te maken op je iPad. Handig voor kleurboeken voor kinderen, foto-, kook- en tekstboeken of handleidingen. Woordenboeken van Prisma | €6,99 Makkelijke en snelle woordenboekapp, offline te gebruiken, 70.000 trefwoorden en tienduizenden voorbeeldzinnen, uitdrukkingen en gangbaar idioom. Nearpod | gratis Won al heel wat prijzen, als leraar kun je hiermee onder andere presentaties op de iPads van al je leerlingen laten zien.
Gary Stremmelaar | leraar Engels | SBO, Heerenveen - - ndsma
Hennie Bra
NHL Hogeschool telt bijna 20 lectoraten, waarvan een aantal op het gebied van educatie. Eerder interviewden we Jan Berenst en Hennie Brandsma over hun lectoraten. Nu blikken we terug en vooruit; wat hebben ze de afgelopen jaren bereikt en wat staat er nog op stapel? Hennie Brandsma | Lector Duurzame schoolontwikkeling
Jan Berenst | Lector Taalgebruik & Leren ‘In het lectoraat Taalgebruik & Leren proberen we met praktijkgericht onderzoek meer zicht te krijgen op het proces van leren over een onderwerp, door er in de klas over te praten, schrijven en lezen. Ook willen we onderwijsvormen vinden waarmee we zowel de taalvaardigheid als de kennisconstructie van kinderen kunnen optimaliseren.’ ‘Sinds de start van het lectoraat (ruim 3 jaar geleden) vinden er zo een aantal concrete onderzoeken plaats. Daarnaast zijn er ook producten ontwikkeld, waaronder een lessenreeks om kinderen te oriënteren op goede manieren van overleggen in het kader van samen werken. Daarnaast ontwikkelden we een reeks projectmappen, aangevuld met didactische kaarten voor leerkrachten en hulpkaarten voor leerlingen.’
Toen we lector Hennie Brandsma in 2011 interviewden zei hij ‘ik hoop dat mijn lectoraat over tien jaar niet meer nodig is.’ Hoe staat het nu met die hoop? ‘Die hoop is er nog steeds, maar hoewel mijn eerste periode als lector dit jaar afloopt, ga ik graag nog vier jaar door. We hebben de afgelopen jaren al veel bereikt, maar er is ook nog een lange weg te gaan. Scholen moeten lerende scholen worden en meer werk maken van de eigen innovatie. Van het PDCA (plan, do check, act) lijstje komen de p en d wel aan bod, maar evalueren en onderzoeken nauwelijks. Zo is dus niet duidelijk wat de innovatie oplevert. Voor onderzoek is binnen de school een kern van docentonderzoekers nodig en die wordt nu opgeleid. Ook binnen de lerarenopleidingen is er bijvoorbeeld steeds meer aandacht voor onderzoek.’
‘Vanaf januari is er ook een nieuwe reeks ontwikkel- en onderzoeksprojecten ten behoeve van het taalonderwijs in het Friese basisonderwijs gestart. Zowel de uitkomsten van de onderzoeken als de ontwikkelde producten sluiten direct aan op de praktijk van het onderwijs en worden zo spoedig mogelijk verder verspreid in het onderwijsveld. Bovendien wordt de ontwikkelde kennis op een aantal plekken in de opleidingen van de NHL ingebracht, zodat beginnende leerkrachten er vanaf de start mee bekend raken.’
‘Leraren in opleiding ontwikkelen zo een kritische en onderzoekende houding’, valt Carina de Leeuw van de kenniskring hem bij. ‘En die houding nemen ze mee naar de scholen. Daar moeten ze vervolgens gericht stilstaan; nadenken over waar ze mee bezig zijn. Het probleem is natuurlijk altijd tijd, maar ook dat wordt beter. Eigenlijk moet elke school nadenken over hoe ze hun leraren een leven lang laten leren. Dat verwachten we namelijk wel van onze leerlingen en studenten, maar hoe zorgen we dat leraren dat doen?’
Wrts | gratis Om woordjes te leren op bijvoorbeeld iPhone of iPod Touch, kan ook in combinatie met overhoorprogramma op worts.nl. Google translate | gratis Ankje Zw anenburg Om woorden te vertalen. Geen zinnen want dat is een drama…
Meer app-tips en lesideeën op eduapp.nl
50% afgestudeerden Omgangskunde maakt gebruik van nascholingstraject, Ankje Zwanenburg is daar één van en kan nu betere vragen stellen en goed doorvragen. Door de opleiding heb ik bovendien meer raakvlakken met mbo-studenten en dat komt, ook nu op de basisschool, goed van pas bij het begeleiden van stagiairs klassenassistenten.’
‘Een opfriscursus’, zo noemt Ankje Zwanenburg het nascholingstraject dat ze volgde voor de opleiding Omgangskunde. In 2011 ontvingen enkele honderden (oud)studenten van de vier opleidingen Omgangskunde in het land een brief waarin stond dat hun diploma niet de beloofde lesbevoegdheid voor tien vakken binnen het praktijkonderwijs en onderwijs aan LWOO-geïndiceerde leerlingen omvatte. Vanaf 2006 waren (toekomstige) studenten hierover verkeerd voorgelicht. Er werd over gedebatteerd in de Tweede Kamer en de vier hogescholen die de opleiding aanbieden hebben uitvoerig overlegd over de beste oplossing voor de gedupeerde (oud)studenten. Die oplossing werd gevonden in het aanbieden van een nascholingstraject van 15 ec’s, met name gericht op taal en rekenen.
Brede bevoegdheid
‘Nascholing verbreedt mijn kansen’
Na het behalen van het nascholingstraject, in combinatie met het getuigschrift Omgangskunde, hebben afgestudeerden een brede bevoegdheid voor Nederlands, Engels, wiskunde, geschiedenis, aardrijkskunde, biologie, verzorging, muziek en handvaardigheid voor zover dit onderwijs gegeven wordt aan groepen leerlingen die zijn geïndiceerd voor LWOO of praktijkonderwijs. Zonder het certificaat nascholing Omgangskunde zijn afgestudeerden uitsluitend bevoegd voor het MBO, tenzij scholen voor voortgezet onderwijs het vak omgangskunde in de lessentabel hebben opgenomen. Ongeveer 50% van de afgestudeerden maakt gebruik van het nascholingstraject.
Ankje ontving de brief toen zij nog bezig was met de opleiding. ‘Ik heb eerder de pabo gedaan, deze nascholing voelde voor mij als een opfriscursus voor taal en rekenen. Omdat ik toch nog in de schoolbanken zat, was het voor mij niet een hele grote opgave om de lessen te volgen. Momenteel geef ik les aan een basisschool in Tzummarum, de bevoegdheid voor tien vakken heb ik dus niet nodig, maar met het oog op de toekomst wil ik het diploma wel. Het verbreedt mijn kansen en het staat natuurlijk goed op mijn cv. De opleiding Omgangskunde is een goede aanvulling op de pabo. Ik heb beter leren coachen en begeleiden 11
10
Column
So you think you can Teach… denk dat ik het fout doe, maar omdat ik bang ben dat er uitgerekend dan van alles mis gaat en/of dat mijn collega mij negatief beoordeeld. Daar zit hem de kneep, ik (en ik ben vast niet de enige) ben bang voor negatieve feedback. Het menselijk brein is een meester in het voorspellen van doemscenario’s, zo ook het mijne.
“Wij halen er uit wat er in zit!” is een veel gehoorde opmerking op opendagen. En zeg nou zelf, als docent wil je toch ook niets liever dan het beste in je leerlingen naar boven halen? Ons vak is al lang niet meer die van autoriteit voor de klas, achter een lessenaar, met een strenge, alwetende blik de jeugd moeten aansporen tot het halen van goede cijfers. Nee, wij zijn coaches! Wij inspireren, stimuleren en juichen langs de zijlijn terwijl onze studenten zich een weg door hun opleiding banen. Het gaat al lang niet meer alleen om het overdragen van vakkennis, vooral als je het voorrecht hebt mentor te zijn van een aantal leerlingen. Maar hoe zit dat eigenlijk met ons zelf? Halen wij wel het beste uit ons zelf? Wie coacht ons? Willen wij eigenlijk wel gecoacht worden?
En toch kan het anders. Ik heb het gezien in Schotland. Daar ben je verplicht ieder jaar zes dagen aan je eigen professionaliteit te werken. Er lopen fulltime docentencoaches rond die je lessen bijwonen, trainingen en nascholingen organiseren, beginnende docenten helpen opstarten, websites bouwen vol pedagogisch-didactisch advies enz. Het mooie is, de wijze van feedback is zo positief dat onze overzeese collega’s het als prettig ervaren. Hun feedback begint standaard met iets positiefs, gevolgd door de vraag Wat vond je goed gaan? en Waar wil je aan werken?
Tja, goede vraag. Het valt me op dat het onderwerp: werken aan professionalisering, er voor zorgt dat het stil wordt aan de koffietafel. Op oproepen voor intervisie voor docenten wordt maar mondjesmaat gereageerd en het idee dat een collega jouw les komt bijwonen is voor de meesten not done. Maar waarom eigenlijk? Kijk om je heen, in allerhande beroepen is werken aan professionaliteit helemaal geen taboe! Programma’s als The Voice, Master Chef, So you think you can dance e.d. leven er van! Mensen laten zich coachen, ontvangen feedback, willen het beste uit zichzelf halen. Dat moeten wij toch ook willen? Maar om heel eerlijk te zijn, bij de gedachte van een cameraobservatie tijdens mijn les of een collega met een klembord achter in de klas, krijg ik ook zweethandjes! Niet omdat ik
Heel warm om het maar zo te zeggen. Ik zou het graag hier ook zien gebeuren. We hebben zo’n mooi beroep en ik wil ook niets liever dan het beste uit mezelf halen. En het beste uit mezelf, betekent voor mij dat ik er ook wil zijn voor mijn vakbroeders. Mijn visie wil delen met de rest, nieuwe inzichten onderzoeken en kijken hoe we met zijn allen het onderwijs een stapje beter kunnen maken! Programmaideetje: So you think you can Teach? Ach wel nee! Gewoon een scholinkje of twee in het geven en ontvangen van feedback. Dus, wie komt er eens in mijn les? Oja, en laat je klembord maar thuis!
mentor ocent en ma is vakd st o P enpost. y it d Cin ge in Bu lle o C in w rd op het No
Oproep! Educator wil weten wat je zoal doet / hebt gedaan na je opleiding. Sta je voor de klas of ben je een hele andere richting opgegaan? Doe je mee aan een bijzonder project of woon je in het buitenland? Heb je een eigen bedrijf gestart of bijzondere ideeën over het onderwijs? Stuur een mail naar
[email protected], dan nemen we contact me je op voor een interview!
www.nhl.nl NHL Hogeschool. Vergroot je perspectief. 12