FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID
Echelon: een vloek of een zegen?
Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door 00606000 Devlieghere Jeroen Academiejaar 2009-2010
Promotor : Prof. Dr. Marc Cools
Commissarissen : Prof. Dr. Paul Ponsaers Lic. Jelle Janssens
Trefwoorden:
Echelon, inlichtingendiensten, spionage, NSA, Privacyrecht
Verklaring inzake toegankelijkheid van de masterproef criminologische wetenschappen
Ondergetekende, [Naam en Voornaam + stamnummer] ...…………………………………………………. geeft hierbij aan derden, zijnde andere personen dan de promotor (en eventuele co-promotor), de commissarissen of leden van de examencommissie van de master in de criminologische wetenschappen, [de toelating] [geen toelating] (schrappen wat niet past) om deze masterproef in te zien, deze geheel of gedeeltelijk te kopiëren of er, indien beschikbaar, een elektronische kopie van te bekomen, waarbij deze derden er uiteraard slechts zullen kunnen naar verwijzen of uit citeren mits zij correct en volledig de bron vermelden. Deze verklaring wordt in zoveel exemplaren opgemaakt als het aantal exemplaren waarin de masterproef moet worden ingediend, en dient in elk van die exemplaren ingebonden onmiddellijk na het titelblad. Datum: ……………………………………..
Handtekening: ……………………………
Woord Vooraf In mijn 3e jaar van de Bacheloropleiding Criminologische wetenschappen had ik samen met mijn medestudenten het verplichte vak: “Politiële en gerechtelijke organisatie” van professors Marc Cools en Paul Ponsaers. In deze colleges kwam voor de eerste keer inlichtingenstudies aan bod. Ik vond deze nieuwe materie zeer boeiend en begon zelf verschillende dingen hierover op te zoeken. Aangezien het te laat was om mijn bachelorproef hier nog over te schrijven, wou ik graag mijn masterproef rond een inlichtingenorganisatie schrijven.
We zijn nu een jaar verder en ik ben tevreden dat ik mijn masterproef heb kunnen schrijven over Echelon; een systeem dat door verschillende inlichtingendiensten wordt gebruikt. Hier zijn enkele dankbetuigingen wel gepast. Ik wil iedereen die me rechtsreeks of onrechtstreeks heeft geholpen oprecht bedanken. Het is echter onmogelijk alle mensen met naam te bedanken. Toch zijn er een paar personen die ik wil vermelden omdat deze belangrijk voor mij zijn.
Vooreerst mijn oprechte dank aan mijn promotor Professor dr. Marc Cools. Door hem ben ik niet alleen in contact gekomen met inlichtingenstudies maar heb ik eveneens de kans gekregen om over dit onderwerp te schrijven.
Mijn dank gaat ook speciaal uit naar mijn naaste familie die soms redelijk wat moesten verdragen van mij en me toch onvoorwaardelijk bleven steunen. Hierbij wil ik nog eens extra mijn ouders vermelden want zonder hun onvoorwaardelijke steun zouden de voorbije jaren voor mij veel moeilijker geweest zijn.
Daarnaast wil ik ook Vroni Blancquaert en Hans Schatteman bedanken om mijn thesis na te lezen op schrijffouten.
Ten slotte nog een speciaal woord voor Hanne die, hoewel ze het vaak niet besefte, mij altijd heeft gesteund wanneer ik het nodig had. Zonder haar vriendschap zou me dit nooit gelukt zijn.
Bedankt! A
Inhoudstafel Woord Vooraf
A
Inhoudstafel
B-C
Lijst van gebruikte afkortingen
p. 1
1. Inleiding
p. 2
1.1. Inlichtingendiensten 2. Werking van Echelon
p. 3 p. 8
2.1. Geschiedenis van Echelon
p. 8
2.2. Technologie van Echelon
p.18
2.2.1.Verzameling van informatie
p.18
2.2.1.1. Elektrische kabels
p.19
2.2.1.2. Radiocommunicatie
p.21
2.2.1.3. Satellietcommunicatie
p.22
2.2.2. Verwerking en analyse van informatie
p.26
3. Aanwijzingen van het bestaan van Echelon
p.30
3.1. Bewijs van het afluisteren
p.30
3.2. Bewijs van de nodige infrastructuur
p.30
3.2.1. Onderscheppingsstations 3.3. Bewijs van samenwerking 4. Voordelen van Echelon 4.1. Waarden, visies en mission statements
p.32 p.33 p.35 p.35
4.1.1. NSA
p.36
4.1.2. GCHQ
p.37
4.1.3. GCSB
p.38
4.1.4. DSD
p.39
4.1.5. CSEC
p.40
4.2. Technische meerwaarde
p.42
5. Nadelen van Echelon
p.43
5.1. Praktische nadelen
p.43
5.2. Effectiviteit van Echelon
p.45
5.2.1. 9/11
p.45
5.3. Schending van rechten
p.48
B
5.3.1. De UVRM
p.48
5.3.2. EU-wetgeving en het EVRM
p.50
5.3.3. Nationale wetgeving
p.53
5.4. Industriële spionage
p.59
5.4.1. Bruikbaarheid van Echelon
p.61
5.4.2. Moeilijkheden in verband met industriële spionage
p.64
6. Conclusie
p.66
7. Bibliografie
p.69
7.1. Boeken en andere publicaties
p.69
7.2. Internetreferenties
p.71
8. Bijlagen
I
Bijlage A
I
Bijlage B
IV
C
Lijst van gebruikte afkortingen CIA: Central Intelligence Agency COMINT: Communication Intelligence CSEC: Communications Security Establishment Canada DGSE: Direction Générale de la Sécurité Extérieure DSD: Defence Signals Directorate ELINT: Electronic Intelligence EHRM: Europees Hof voor de Rechten van de Mens EU: Europese Unie FSB: Federal Security Service of the Russian Federation GCHQ: Government Communications Headquarters GCSB: Government Communications Security Bureau HUMINT: Human Intelligence IMINT: Imagery Intelligence INTELSAT: International Telecommunications Satellite Organisation LAN: Local Area Network MASINT: Measurement and Signature Intelligence NSA: National Security Agency SIGINT: Signals Intelligence STOA: Scientific and Technological Options Assessment UKUSA-akkoord: United Kingdom-USA Communications Intelligence Agreement UVRM: Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens VK: Verenigd Koninkrijk VN: Verenigde Naties VS: Verenigde Staten WAN: Wide Area Network
1
1. Inleiding Omdat ik geïnteresseerd ben in inlichtingendiensten en hun werking wou ik graag mijn masterproef hierover schrijven. Eerst wou ik graag over de NSA schrijven maar mijn promotor, professor Cools wees me erop dat hier waarschijnlijk niet genoeg lectuur zou zijn om een goede masterproef te schrijven. Hij raadde me vervolgens aan om Echelon eens onder de loep te nemen. Over Echelon is eveneens niet veel bekend maar alleszins meer dan over één inlichtingendienst. Echelon is een netwerk dat gebruikt wordt door verschillende landen om aan inlichtingen te komen.
Inlichtingenstudies is een vrij nieuwe discipline dus er zijn nog veel onderwerpen waar men nog weinig over weet. Dit maakt dat men een goede bijdrage kan leveren over bepaalde onderwerpen. Naar het einde van mijn masterproef toe, besefte ik dat ik zo goed als geen Nederlandstalige bronnen had gebruikt en dat ik nooit volledige verslagen had gevonden over Echelon. Hierdoor had ik toch het gevoel dat ik met mijn masterproef toch een kleine bijdrage aan deze discipline had geleverd door de verschillende kanten te bundelen en kritisch te verwerken.
Het grootste probleem is ,dat er nooit officieel bevestigd is dat dit netwerk echt zou bestaan. Toch zijn er meer dan genoeg aanwijzingen om te kunnen bevestigen dat er wel degelijk een netwerk is tussen deze landen. In het tweede hoofdstuk zal ik eerst Echelon objectief bespreken aan de hand van zijn geschiedenis en de technologie waar men gebruikt van maakt. Vervolgens zal ik in het 3e hoofdstuk dan proberen aantonen dat er genoeg aanwijzingen zijn dat Echelon wel degelijk bestaat hoewel de overheden dit nog steeds ontkennen.
De lectuur over Echelon is echter vrij versnipperd en is meestal vrij subjectief geschreven. Ofwel wordt Echelon opgehemeld ofwel wordt het uitermate bekritiseerd. Weinig tot geen bronnen gaven beide standpunten weer of lieten een geheel beeld zien over Echelon. Dit is waarschijnlijk te wijten aan het gebrek aan bruikbare informatie. Daarom vond ik het wel een uitdaging om al deze standpunten te bundelen en te bespreken. Dit zal ik vooral aan de hand van de Rechten van de Mens doen aangezien er veel verwijzingen zijn aan beide kanten. Langs de ene kant is er het recht op bescherming en langs de andere kant is er het recht op privacy. De vraag is meestal hoe Echelon effect heeft op deze rechten en op de manier hoe de
2
inlichtingendiensten hier mee om gaan. Uiteindelijk is Echelon een netwerk en moet men meer naar de actoren kijken die hiermee werken. Het zijn deze organisaties die de belangrijke en ingrijpende beslissingen nemen.. In het 4e en 5e hoofdstuk zou ik dan respectievelijk de voordelen en de nadelen van dit systeem bespreken.
Vervolgens zal ik deze voor- en nadelen vergelijken in mijn conclusie. Dit zal echter meer subjectief zijn aangezien ik hier vooral met waarden , rechten en vrijheden zal werken. Dit is altijd meer persoonlijk en iedereen heeft een andere waardeschaal. Toch kan men hierover een zeker objectiviteit innemen en een degelijke vergelijking maken. In het besluit kan ik dan aan de hand van verschillende argumenten Echelon evalueren.
Verder zal ik in deze inleiding nog een paar begrippen introduceren en uitleggen die men toch moet kennen om de verdere hoofdstukken te begrijpen.
1.1. Inlichtingendiensten
Overheden hebben een behoefte aan systematische inzameling en evaluatie van informatie over bepaalde situaties in andere staten. Deze informatie dient als basis voor besluiten betreffende de strijdkrachten of buitenlands beleid. Naast politiemachten hebben de meeste landen dan ook inlichtingen- en/of veiligheidsdiensten die over de veiligheid waken. In het algemeen hebben deze diensten de volgende taken: 1. het verzamelen van informatie om gevaren voor staatsveiligheid te voorkomen 2. contraspionage 3. het minimaliseren van de mogelijke gevaren voor de buitenlandse strijdkrachten 4. informatie verzamelen over situaties in het buitenland1 Onderzoek2 heeft aangetoond dat minstens 80% van deze informatie publiekelijk beschikbaar is. Maar de belangrijkste informatie wordt meestal geheim gehouden voor andere overheden of bedrijven. Iemand die over deze informatie wilt beschikken, heeft geen andere optie dan deze te stelen. Deze informatie kan sterk verschillen van elkaar, zo kan het over nieuwe 1
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 25 2 Commission on the Roles and Capabilities of the United States Intelligence Community, Preparing for the 21st century: An appraisal of U.S. intelligence, Washington D.C. , U.S. Government Printing Office, 1996, 71 p.
3
wapensystemen of militaire informatie gaan maar eveneens over belangrijke komende beslissingen van de politiek of over de economische toestand van een land.3 Inlichtingen zijn meestal niet neutraal; ze kunnen zeer gevaarlijk en machtig zijn. Vaak gaan inlichtingen samen met militaire of politionele operaties. Het is dan ook bekend dat men oorlogen niet alleen met wapens kan winnen. Er komt veel meer bij kijken en informatie over de tegenstanders is meestal het belangrijkste. Sun Tzu had het meer dan 2500 jaar geleden al over het belang van spionnen.
“Alle oorlogvoering is gebaseerd op misleiding.
Hij die weet wanneer hij kan vechten en wanneer hij niet kan, zal overwinnen.
Geheime operaties zijn van essentieel belang in de oorlog; het leger vertrouwt op hen bij elke beweging.”4
Men was toen al overtuigd dat het leger op de inlichtingendiensten moet vertrouwen en dat men de vijand moet kennen om hem te verslaan. Indien men de zwakheden van de tegenstander en de capaciteiten van het eigen leger kent, kan men de oorlog niet verliezen. Deze regels zijn nog steeds van toepassing in allerlei situaties. Dit geldt ook op economisch vlak.
Het probleem is echter dat men informatie op een legale manier moet bemachtigen. Om de mens te beschermen zijn hierover rechtsregels opgesteld. In de Universele Verklaring van de rechten van de mens (UVRM) is het volgende vastgelegd:
“Een ieder heeft recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon.”(Art. 8).
Hierdoor is UVRM één van de meest belangrijkste internationale wetsinstrumenten die hier bescherming willen bieden. Toch is deze bescherming vaak summier. Deze internationale verdragen zijn meestal richtlijnen aan welke de naties zich moeten houden. Nationaal recht moet deze regels nog verder uitwerken om tot duidelijkheid te scheppen. Bij het maken van 3
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 25 4 SUN, T., de kunst van het oorlogvoeren, Librero, Kerkdriel, 2006, 272 p.
4
deze wetten moet naar de internationale verdragen gekeken worden en er conform naar gehandeld worden. Het is meestal op nationaal vlak dat men de straffen bepaalt op misdrijven die hier tegenin gaan. Toch is het algemeen bekend dat de meeste naties militaire en diplomatische informatie van andere naties onderscheppen. Verschillende naties onderscheppen ook communicatie tussen burgers. Elk land heeft hierop een andere wetgeving over. Sommige naties laten de inlichtingendiensten toe om elke vorm van binnenkomende of uitgaande communicatie te onderscheppen. In democratieën is dit echter enkel mogelijk indien men aan bepaalde voorwaarden voldoet. Hierbij moet men wel opmerken dat deze wetten alleen burgers beschermt die zich op het grondgebied van de desbetreffende natie bevinden. De VS mag bijvoorbeeld in België verdachte personen afluisteren.5
Om aan informatie te geraken, kan men verschillende technieken aanwenden. Men kan deze technieken in 3 grote clusters plaatsen:
1. Human Intelligence (HUMINT): Hier zal men aan informatie komen aan de hand van menselijk contact. Aangezien men geheime informatie meestal in een kleine groep van mensen houdt, is het vaak vrij moeilijk hier toch over te beschikken. De informatie kan enkel via deze mensen worden doorgegeven dus zijn er 2 mogelijke manieren om toch aan de informatie te komen. Ofwel plaatst men agenten in de organisatie of het netwerk waarin men aan spionage wilt doen ofwel rekruteert men mensen die al in het netwerk zitten. Deze rekruten willen in het algemeen overlopen voor één van de volgende redenen. •
Ze zijn sexueel verleid door een agent van een inlichtingendienst.
•
Ze worden omgekocht.
•
Ze worden gechanteerd.
•
Omwille van ideologische redenen.
•
Er wordt beroep gedaan op de eer of het ego van de persoon.
5
STOA , Development of surveillance technology and risk of abuse of economic information, I., Luxemburg, European Parliament, 1999, 4-5
5
Indien het mogelijk is, proberen inlichtingendiensten echter zo weinig mogelijk met HUMINT te werken en meer met SIGINT. Deze zijn meer betrouwbaar en gemakkelijker in te schatten. Het is enkel daar waar men niet aan de hand van SIGINT kan werken dat men met spionnen zal werken.6
2. Signals Intelligence (SIGINT): In tegenstelling tot persoonlijk contact komt men hier aan informatie door middel van het aftappen van signalen. Deze signalen zijn echter meestal nog gecodeerd en moeten in het algemeen nog altijd worden omgezet tot bruikbare herkenbare informatie. Men kan dit nog verder onderverdelen in COMINT (communication intelligence), ELINT (electronic intelligence) en IMINT ( imagery intelligence) waarbij er respectievelijk gebruik gemaakt wordt van communicatie tussen personen, elektronische communicatie en satelliet- en luchtfotografie. Tegenwoordig wordt SIGINT het meest gebruikt door de inlichtingendiensten.
3. Measurement and Signature Intellingence (MASINT) Alle technieken die men verder nog kan gebruiken om aan informatie te komen en die niet in de bovenstaande categorieën vallen. 7
6
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 23 7 NATO, NATO Glossary of terms and definitions AAP-6, s.l., Allied Administrative Publication of the NATO, 2008, 204
6
Na de verzameling van deze informatie heeft men enkel nog rauwe data die niet gemakkelijk te gebruiken is. Daarom wordt deze informatie door analisten eerst bekeken en de nuttige informatie wordt in verschillende rapporten gegoten. Zo kan men alle informatie over één bepaald onderwerp in één rapport vinden. Deze rapporten zijn wel bruikbaar en dit is ook meestal het eindproduct van de inlichtingendiensten. Veiligheidsdiensten nemen het hier meestal over; dit kan gaan om het leger, inspectiediensten, de politie of andere overheidsinstellingen. Deze diensten gaan dan meestal aan de hand van de nieuwe informatie acties kunnen plannen. Zonder deze informatie zou men niet alleen minder op de hoogte zijn van nieuwe ontwikkelingen, men zou ook deze acties niet kunnen ondernemen zonder mensen in gevaar te brengen. Aan de hand van deze acties kan men weer nieuwe informatie nodig hebben, waardoor men de inlichtingendiensten ook onrechtstreeks stuurt. Deze diensten kunnen dit uiteraard niet altijd bewerkstelligen. Deze kringloop noemt men de inlichtingencyclus.8
8
STOA , Development of surveillance technology and risk of abuse of economic information, II., Luxemburg, European Parliament, 1999, 8-9
7
2. Werking van Echelon 2.1. Geschiedenis van Echelon Al in de 1e Wereldoorlog waren er banden tussen de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, maar in 1940 startte de 2e wereldoorlog en vrij snel werd duidelijk dat de geallieerden elkaar op elk vlak zouden moeten steunen om stand te kunnen houden tegen de asmogendheden. Door de uitvinding van de radio en de telecommunicatie kon men nu gemakkelijk berichten naar andere continenten sturen. Het enige nadeel was wel dat iedereen kon meeluisteren. Voordien was men zeker van de veiligheid aangezien men een fysieke component nodig had. Daarom had men nu een grote nood aan cryptografie en geheime codes. Hierdoor begonnen de inlichtingendiensten zich beter te organiseren. Hetzelfde jaar nog begonnen deze 2 landen samen te werken aan SIGINT waarbij de Amerikanen zich vooral richtten op het onderscheppen van communicatie uit Japan terwijl de Britten vooral Duitsland en Italië afluisterden. Tijdens de 2e Wereldoorlog starten de VS en het VK verschillende operaties om hun capaciteit van informatie-inwinning te vergroten. Op 17 mei 1943 zou het zelfs komen tot een toen geheim en zelfs nog actief verdrag genaamd BRUSA COMINT-agreement dat in 1995 werd vrijgegeven door de NSA. Tot hier is er zekerheid dat er een officiële samenwerking was tussen de inlichtingendiensten van de twee naties. Hierna zijn er geen officiële verklaringen meer van regeringen of diensten over samenwerkingen tussen de verschillende naties. Wel zijn er verklaringen van directeurs of werknemers van de inlichtingendiensten die meewerkten aan de samenwerking tussen de verschillende naties. Dit zijn echter altijd individu’s die geen hard bewijs kunnen of mogen leveren. Vaak willen de getuigen zelf anoniem blijven wegens angst voor de gevolgen die hun bekentenissen zouden hebben. Bijgevolg is veel van de informatie soms subjectief en zal men over verdere samenwerking weinig tot geen officiële berichten vinden.9
Na de Tweede Wereldoorlog was het vooral het Verenigd Koninkrijk dat deze SIGINTalliantie wou voortzetten. Eén van de doelen was om SIGINT personeel uit Europa rond de Stille Oceaan te stationeren om Amerika te helpen bij hun oorlog tegen Japan. Tijdens de oorlog had men hier al pogingen gedaan om verdere contacten te leggen met Australië, Nieuw-Zeeland en Canada. In september 1945 tekende President Truman een memorandum dat achteraf de hoeksteen bleek van een SIGINT-alliantie in vredestijd. Na dit memorandum 9
DESMOND, B. en RICHELSON, J., The Ties That Bind: Intelligence Cooperation Between the UKUSA Countries, AuckLand, Allen and Unwin, 1985, 248
8
begon men direct gesprekken tussen de verschillende landen. In 1946 vindt er een geheime SIGINT-conferentie plaats en deze leidt uiteindelijk tot de UKUSA-Agreement in 1948. De 2 grootste voorstanders van deze alliantie waren de VS en het VK. Tot op de dag van vandaag hebben zij nog steeds de grootste verantwoordelijkheid op zich genomen. De NSA en de GCHQ helpen hun bondgenoten omdat ze hen ook nodig hebben om een globaal netwerk in stand te houden. Het is dus pas in 1948 dat er werkelijk sprake is van een alliantie tussen 5 verschillende landen en hun inlichtingendiensten. Om volledig correct te zijn, gaat het hier eigenlijk om een bilateraal verdrag tussen de VS en het VK dat betrekking heeft op een alliantie tussen 5 landen. De enige 2 landen die het verdrag hebben getekend zijn de VS en het VK. De andere 3 landen zijn hier in meegegaan maar men heeft geen weet van een getekend verdrag tussen de andere landen.10 De desbetreffende landen zijn:
•
Verenigde Staten
National Security Agency (NSA)
•
Verenigd Koninkrijk
Government Communications Headquarters (GCHQ)
•
Australië
Defence Signals Directorate (DSD)
•
Nieuw-Zeeland
Government Communications Security Bureau (GCSB)
•
Canada
Communications Security Establishment Canada (CSEC)
Achteraf werd lange tijd ontkend dat er een UKUSA-akkoord bestond. In het rapport van de UK Intelligence and Security Committee van 1999/2000 is er voor de eerste keer sprake van een dergelijk akkoord. De laatste jaren is er nog meer bewijs gevonden van het akkoord. Voormalige directeurs van de inlichtingendiensten van Canada, Verenigd Koninkrijk en Amerika hebben bevestigd dat er een akkoord bestaat. Toch is dit nooit helemaal officieel gemaakt waardoor het een soort publiek geheim is geworden dat Echelon wel degelijk bestaat. Wat het akkoord precies inhoudt is echter nog steeds geheim.11
10
HAGER, N., Secret Power: New Zeeland's role in the international spy network, Nelson, Craig Potton Publishing, 1996, 62 11 BAMFORD, J., The Puzzle Palace, Boston, Houghton Mifflin, 1982, 315
9
Sinds 1948 zijn er nog andere landen die een verdrag hebben gesloten met de UKUSA-groep. Van de volgende landen heeft men voldoende argumenten om te kunnen zeggen dat ze ook voordelen hebben van het Echelonsysteem via het Derde-Partij-Statuut. Men kan echter niet met zekerheid bepalen wanneer elk land een verdrag heeft aangegaan met de UKUSAalliantie. •
Italië
•
Turkije
•
Duitsland
•
Japan
•
Griekenland
•
Noorwegen
•
Denemarken
•
Zuid-Korea
•
Thailand
•
Oostenrijk
Deze landen werken samen met de UKUSA-landen maar hebben niet dezelfde rechten als de 5 grondleggers van het systeem. Ze zullen wel meewerken aan het verzamelen van de informatie en deze wordt dan ook opgenomen in het systeem maar ze kunnen niet zelf in het systeem zoeken. De UKUSA helpt deze inlichtingendiensten via financiële steun en nieuwe technologie. Wanneer deze 3e partijen echter zelf informatie willen gebruiken, moeten ze dit aanvragen en dan zullen de UKUSA beslissen in welke mate er wordt voldaan aan het verzoek. Dit kan gaan van een weigering tot een gedeeltelijke of volledige toegang tot informatie over het onderwerp. De informatie die men krijgt is echter altijd al verwerkt. Men zal zelden tot nooit de rauwe data te zien krijgen. Hierdoor zijn deze partijen redelijk benadeeld.12
De jaren na de Tweede Wereldoorlog stond men technisch nog niet ver genoeg om overal ter wereld kabelnetwerken te leggen voor communicatie en bijgevolg gebeurde het merendeel van communicatie (zowel burgerlijk, militair als diplomatisch) aan de hand van radiotransmissie op hoge frequentie. De nieuw gevormde UKUSA-alliantie begon nieuwe Onderscheppingsstations te bouwen over de hele wereld maar vooral rond Rusland en China. 12
RICHELSON, J., The U.S. Intelligence Community, Jackson, Westview Press, 1999, 278-302
10
Door de Koude Oorlog was het uiteraard belangrijk om genoeg informatie over deze tegenstanders te hebben. Door de nucleaire dreiging van beide kanten moest zoveel mogelijk communicatie van de troepen van de Sovjet-Unie afgeluisterd worden om altijd de overhand te hebben indien het ooit tot een conflict zou komen. Het VK had tijdens de oorlog al verschillende stations gebouwd in het buitenland. In 1945 hadden ze stations in Bermuda, Cyprus, Gibraltar, Irak, Singapore en Hong Kong. Na het tekenen van het UKUSA-akkoord kwamen er nog posten bij in Duitsland, Oostenrijk en Iran. Hiernaast begon de VS ook verschillende stations op te richten in Europa.
Deze Onderscheppingsstations waren meestal bunkers waar operatoren zaten die elkaar moesten aflossen om steeds iemand op de post te hebben. Deze mensen moesten urenlang naar meestal stilte luisteren. Af en toe was er dan een boodschap en dan moest men deze direct opnemen. Door het gebrek aan automatisering was dit dus een moeilijke taak om lang vol te houden. Personen die werkzaam waren in de stations die op de frontlijn van de Koude Oorlog lagen, moesten vaak snel vervangen worden door de zware stress die deze job met zich meebracht. Verschillende ex-operatoren van deze stations verklaren dat men wel vaker dacht dat men een bericht had onderschept dat een oorlog zou inluiden.
In de jaren ‘60 was de technologie ten slotte zo ver dat men niet alleen communicatie kon afluisteren maar men kon met de juiste apparatuur ook bepalen van waar de boodschap juist verstuurd was. In 1964 werden dan ook 9 stations van de VS aangepast zodat deze antennes niet alleen alle communicatie kon horen maar elk signaal ook kon lokaliseren.
Tijdens de Vietnamoorlog werkten de inlichtingendiensten van Australië en Nieuw-Zeeland vooral aan inlichtingenverzameling om de Amerikanen te steunen. Het VK was echter een neutraal land en mocht hierbij niet helpen aangezien men technisch gezien hierdoor de neutraliteit zou verliezen. Toch zijn er verschillende VK-operatoren die ook tijdens de Vietnamoorlog nog steeds inlichtingen bleven verzamelen uit Vietnam.
Na de val van de Berlijnse muur en het communisme zijn er sommige documenten vrijgemaakt over de inlichtingendiensten en over andere militaire operaties hierrond. Deze documenten zijn niet alleen van geschiedkundig belang, want in sommige documenten kan men ook zien dat er samenwerking was tussen de verschillende inlichtingendiensten. De UKUSA-landen beweren dat deze eenmalige gevallen waren. 11
Maar een ander aspect van de langdurige samenwerking is ook nog steeds niet bevestigd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog en achteraf in de Koude Oorlog brak zowel de VS als het VK de codes van vrienden en bondgenoten, evenals van burgers en commerciële communicatie over de hele wereld. De diplomatieke communicatie van elk land werd constant in de gaten gehouden en altijd onderschept. De stations die ze hiervoor gebruikten zijn dezelfde als degene die enkel voor militair gebruik bestaan. Daarom kan men dit niet bevestigen dat dit wel degelijk de waarheid is. Toch zijn er details van deze operaties bekend geraakt door twee NSA-analisten die tijdens de Koude Oorlog zijn overgelopen naar de Sovjetunie. Bernon Mitchell en William Martin vertelden op een persconferentie in Moskou op 6 september 1960 dat er inderdaad interesse was naar burgerdoelen vanuit de NSA. Vooral de nieuwe ondernemingen die zich specialiseerden in telecommunicatie. Deze bedrijven begonnen radiostations te bouwen of zelfs al onderzeese kabels te leggen om zo grote communicatienetwerken te maken. Deze netwerken werden vervolgens verhuurd aan andere grote bedrijven maar ook regelmatig aan overheden. De meeste werden dan ook gebruikt voor de openbare telegraaf, telex of telefoondiensten. Het is vrij normaal dat de inlichtingendiensten hierin geïnteresseerd waren omdat dit nieuwe netwerken waren die ze ook in de gaten wilden houden.13
In het interview kwam onder andere het volgende naar voor:
“The United States Government is as unscrupulous as it has accused the Soviet Government of being.
Our main dissatisfaction concerned some of the practices the United States uses in gathering intelligence information ... deliberately violating the airspace of other nations...intercepting and deciphering the secret communications of its own allies...
Perhaps United States hostility towards Communism arises out of a feeling of insecurity engendered by Communist achievements in science, culture and industry.
As we know from our previous experience working at N.S.A., the United States successfully reads the secure communications of more than forty nations, including its own allies.” 13
CAMPBELL, D., Inside Echelon [WWW], Heise Zeitschriften Verlag, http://www.heise.de/tp/r4/artikel/6/6929/1.html [18/03/2010]
12
Deze zinnen zijn de belangrijkste van het hele interview en leggen ook de haat vast die de mannen tegen de VS en de NSA hebben. Hiermee zijn ze echter juist in de fout gegaan. Door zo subjectief over de feiten te gaan zijn hun getuigenissen minder sterk. Zonder twijfel zal hier veel waarheid in zitten en zal de VS inderdaad zijn eigen bondgenoten afluisteren. Aangezien het zelf over meer dan 40 naties gaat, is dit dan ook geen uitzondering die de regel bevestigd. Spijtig genoeg is de gehele verklaring volledig subjectief en breekt men niet alleen de NSA af maar de volledige kapitalistisch VS. Het kostte de VS dan ook weinig moeite om deze 2 mannen zwart te maken in Amerika en bij hun bondgenoten. De Amerikaanse regering antwoordde hier ook op dat de getuigenissen van Mitchell en Martin compleet verzonnen waren maar dat men toch voor alle zekerheid een onderzoek zou doen naar eventuele misbruiken. Het ministerie van binnenlandse zaken maakte dan ook duidelijk dat het landsverraders waren waarvan één psychologische problemen had en beide waren uiteraard volkomen verward. Daarom dienden ze gemakkelijk als Russische propaganda. Nog geen dag later waren er al rapporten waaruit bleek dat Mitchell psychiatrische hulp kreeg en dat beide mannen homoseksueel waren. De krantenkoppen hadden het dan ook over “2 verraderlijke homoseksuelen die afgeperst werden”. Het onderzoek dat uiteindelijk ook werd gedaan had dit dan ook als conclusie. Door deze snelle en effectieve reactie van de Amerikaanse overheid is de zaak snel in de doofpot gestopt aangezien er toch geen harde bewijzen waren. Toch kan men nu met zekerheid zeggen dat de er een kern van waarheid in deze getuigenissen zat.14
Tot in het begin van de jaren ’70 werd de communicatie die men onderschepte, nog altijd afgeprint en de operatoren moesten vervolgens alle bladzijden lezen en scannen op verschillende sleutelwoorden. Deze stonden op de beruchte “watch-lists”. Hier stonden vaak bekende Amerikaanse personen op zoals Jane Fonda (wegens haar afkeur van de Vietnamoorlog) of Eldridge Cleaver (voorvechter van de rechten van Afro-Amerikanen) en verder personen die van grote invloed konden zijn op de buitenlandse politiek. Hieronder moet men zeker de Afrikaanse Guerilla-leiders verstaan.
14
ANDERSON, R., The Worst Internal Scandal in NSA History Was Blamed on Cold War Defectors’Homosexuality, Seattle Weekly,15/02/2010, p.5
13
Vanaf de jaren ’70 werd dit proces afgeschaft en werden er computers aangeschaft die deze taak zouden overnemen. Deze computers zijn dus vergelijkbaar met zoekmachines op het internet. De “watchlists” werden opgenomen in het systeem en zo kon men gemakkelijker de gigantische stroom van informatie doorlopen. De computers scanden alle boodschappen op zoek naar de sleutelwoorden en categoriseerden alles automatisch. Tijdens de jaren ’80 ontwikkelde de NSA een speciale microprocessor die enkel hiervoor gemaakt was. Enkele jaren later was deze zelf gecommercialiseerd. Dit principe wordt nog steeds gebruikt door Echelon, alleen is het natuurlijk mee geëvolueerd met de technologie. Elk Echelonstation heeft een Dictionary aanwezig. Dit is het hart van het netwerk want zonder dit systeem zouden we niet kunnen onderscheiden wat belangrijk is en wat niet. De Dictionary is dus eigenlijk het programma dat al deze sleutelwoorden bevat en de communicatie onderverdeeld in categorieën. Deze nieuwe technologie zorgt er ook voor dat er minder controle is van de informatie. Vroeger moesten de analisten al deze rauwe data eerst verwerken en analyseren. Elke inlichtingendienst was verantwoordelijk voor de informatie die verzameld werd op hun grondgebied. Indien de VS dan onderschepte informatie nodig had van de stations in NieuwZeeland, konden ze deze rapporten laten overkomen. In de meeste gevallen zagen ze de rauwe data helemaal niet, enkel indien men er expliciet om vroeg. Door de nieuwe techniek wordt dit allemaal automatisch gedaan. Bij elk onderscheppingstation heeft men de vroegere watchlists geprogrammeerd. Er zijn echter 5 verschillende lijsten geprogrammeerd die onafhankelijk van elkaar werken. De 5 inlichtingendiensten kennen zelfs elkaars lijsten niet. Indien een station data binnen krijgt waarvan er een woord op één van de lijsten staat, dan wordt deze rauwe data doorgestuurd naar de respectievelijke inlichtingendienst. Er is dus geen inlichtingendienst meer die als tussenstation dient.15
15
HAGER, N., Secret Power: New Zeeland's role in the international spy network, Nelson, Craig Potton Publishing, 1996, 29
14
De informatie die niet belangrijk is, wordt verwijderd. Dit is belangrijk want anders zou het systeem uiteraard overbelast geraken. Ondertussen zou men zelfs al kleine draagbare computers hebben aangemaakt die enkel hiervoor dienen. Deze hebben als codenaam ORATORY meegekregen. Dit zijn dus laptops die gemaakt zijn om deze informatie te verwerken. Deze laptops kunnen dus overal worden meegenomen en aan de hand van nieuwe technologie kan men hier een kleine ontvanger op monteren. Men deze installatie kan men dus op een klein grondgebied communicatie beginnen afluisteren.16 Hier zal ik in het volgende subhoofdstuk verder op ingaan.
Het Echelonsysteem is dus zeker al in werking sinds de jaren ’70. Op dit moment werd ook duidelijk dat de SIGINT verzameling via satellieten veel effectiever was dan men gedacht had. Toen men de eerste burgerlijke communicatie satellieten lanceerde, moesten de inlichtingendiensten deze ook kunnen onderscheppen aangezien men dit veel zou gebruiken om informatie te verzenden.
Russische communicatie kon hiermee gemakkelijk worden afgeluisterd en de data werden meestal in het VK nog verwerkt in een groot station; Menwith Hill. In 1981 raakte hier een document naar buiten waarop er sprake was van Echelon 2. Hieruit kon men afleiden dat het Echelonsysteem al in zijn 2e generatie was.
16
STOA , Development of surveillance technology and risk of abuse of economic information, II., Luxemburg, European Parliament, 1999, 18
15
Het is ook volkomen logisch dat de inlichtingendiensten de nieuwste technologieën gebruiken. Ze moeten hun systemen voortdurend aanpassen om bij te blijven. Aangezien dit zeer specifieke technologie is moet men hier soms buitenstaanders inhuren om mee te helpen aan de software. Eén van deze medewerkers was Margaret Newsham. Deze vrouw werkte voor Lockheed Space and Missiles Corporation aan een systeem om informatie van spionagesatellieten door te sturen. Ze was echter vrij bezorgd over de ‘corruptie, fraude en misbruiken’ binnenin de organisatie die SIGINT-informatie zou verzamelen. Ze zou op een bepaald moment getuige geweest zijn van het onderscheppen van een telefoongesprek van een senator van de VS. Ze heeft haar bevindingen dan ook gerapporteerd aan het Congress House Permanent Select Committee on Intelligence in 1988. Dit zou de eerste keer zijn dat er een rapport over Echelon zou gepubliceerd worden. Maar dit rapport niet eens bekend geraakt bij het grote publiek. Er zijn echter enkelingen die door deze verklaring meer zijn beginnen zoeken naar informatie over Echelon. In het begin van de jaren ’90 waren er dan ook enkele schrijvers en journalisten die beperkt onderzoek begonnen doen naar Echelon. 17 De belangrijkste zijn Nicky Hager, die uit het oogpunt van Nieuw-Zeeland de zaak bekijkt, James Bamford en Jeff Richelson, die meer nadruk op de VS en de NSA leggen, en Duncan Campbell die het VK onder de loep neemt.
In de zomer van 1996 vonden veiligheidsdeskundigen van de Europese Unie bewijzen dat de NSA via het Internet was binnengedrongen in het interne e-mailsysteem waarmee zo'n vijfduizend Europese politici en ambtenaren onderling communiceren. De aldus verkregen informatie zou door de Verenigde Staten gebruikt zijn in de GATT-onderhandelingen. De infiltratie leidde tot het onderzoek van STOA naar de afluisteractiviteiten van de NSA in Europa, waardoor uiteindelijk Echelon de krantenkoppen haalde. 18 In 1999 en 2000 kwamen er dan ook verschillende rapporten uit van de Europese Unie die over Echelon gingen. Deze zijn de grootste bronnen over Echelon aangezien men hier ook medewerking heeft gevraagd aan de schrijvers en journalisten die hier al langer mee bezig waren. In deze rapporten werd dan ook een mooi overzicht gegeven over de verschillende effecten die Echelon heeft op Europa. In deze 2 jaren is er dan ook veel aandacht van de pers op Echelon gericht. Hierna is de storm echter terug geluwd en indien men nu aan de mensen 17
CAMPBELL, D., Inside Echelon [WWW], Heise Zeitschriften Verlag, http://www.heise.de/tp/r4/artikel/6/6929/1.html [18/03/2010] 18 VAN BUUREN, J., “Rode oortjes; Internationaal afluisteren”, Privacy en informatie, 2001, p.52-58
16
op straat zou vragen wat Echelon is, zouden er ook maar weinig een goed antwoord kunnen geven. Ook de media en verschillende journalisten die in 1999 tot 2001 onderzoek deden naar Echelon geven geen blijk van interesse meer. De UKUSA-alliantie zal hiermee ongetwijfeld zeer tevreden zijn.
17
2.2. Technologie van Echelon 2.2.1. Verzameling van informatie Indien men probeert te communiceren met iemand over een bepaalde afstand heeft men altijd een medium nodig. Als medium gebruikt men meestal lucht, licht, stroom of elektromagnetische golven. Iedereen die toegang heeft tot dit medium kan meeluisteren met het gesprek .. Naar gelang van de situatie en het medium kan dit uitermate gemakkelijk zijn tot extreem moeilijk. Voor een normaal gesprek gebruikt men de lucht als medium. Als men dicht genoeg staat, zal men eveneens horen wat er gezegd wordt. Dit is natuurlijk het gemakkelijkste voorbeeld. Indien men bijvoorbeeld met elektromagnetische golven werkt, zal men al moeten investeren om apparatuur aan te schaffen die dit registreert. Dit is dus al minder evident. SIGINT is de belangrijkste inlichtingenbron voor Echelon. Hiernaast zal er ook nog aan de hand van HUMINT en MASINT aan informatiewinning gedaan worden maar in mindere mate. Uiteindelijk is deze informatie dus ook uit het systeem te halen maar Echelon is juist bekend geworden door de manier waarop men de SIGINT verzamelt. Echelon verschilt juist van andere inlichtingensystemen door de quasi-totale onderschepping.
Dit is dus één van de moeilijkheden van een globaal afluisteringssysteem. Men moet altijd toegang hebben tot het medium van de communicatie. Om echt alles te willen afluisteren moet men bijgevolg toegang hebben tot alle media die men gebruikt. Echelon is dus niet in staat, zoals weleens in de pers is gesuggereerd, om ál het e-mail-, telefoon- en faxverkeer in de wereld af te luisteren. Ook is het nog niet mogelijk om automatisch de inhoud van alle gesproken communicatie te ontvangen, te herkennen en te analyseren. Maar het systeem is wel in staat om het grootste deel van 's werelds (satelliet)communicatie te onderscheppen, automatisch te filteren en te analyseren met behulp van sleutelwoorden. De meest gebruikte media in de moderne wereld zijn elektrische kabels en radiocommunicatie en deze zal ik nu nader bespreken.19
19
VAN BUUREN, J., “Rode oortjes; Internationaal afluisteren”, Privacy en informatie, 2001, p.52-58
18
2.2.1.1.Elektrische kabels Via kabel kan men in principe alle soorten communicatie verzenden. Of dit nu data, e-mail of een gewoon gesprek is, men kan dit allemaal via kabel verzenden. Om dit soort communicatie te onderscheppen moet men enkel toegang hebben tot deze kabel. In de meeste gevallen kan men dit niet legaal verkrijgen. Enkel in eigen land kunnen inlichtingendiensten de toestemming krijgen om deze kabels af te tappen. Dit is echter ook meestal als uitzondering. Men zal dus nooit toestemming krijgen van andere landen om kabels af te luisteren op hun grondgebied.
Praktisch gezien is het ook moeilijk om deze kabels af te tappen. Intercontinentale kabels liggen vaak op de zeebodem en zijn moeilijk te bereiken. Toch is het mogelijk om ook deze kabels af te tappen. In dit geval kan men zelf meestal geen verbinding maken met de kabel zelf maar door middel van elektromagnetische spoelen aan de kabel te leggen kan men zonder fysiek contact te maken toch de elektrische stroom nabootsen en zo dezelfde data te verkrijgen. Maar dit is enkel mogelijk met zeer dure technologie. Tijdens de koude oorlog is de VS erin geslaagd om via een duikboot kabels af te tappen en zo militaire informatie te verkrijgen. Dit is nu verleden tijd. Tegenwoordig worden deze kabels voor veel meer informatie gebruikt en indien men de informatie van 1 kabel zou willen aftappen, zou men bijna zelf een 2e kabel moeten leggen om alle informatie te kunnen verwerken en te versturen. Dit zou dan weer een fysiek bewijs zijn van een afluisteringssyteem waardoor dit geen reële optie is. Duikboten zouden dan weer niet consequente informatie kunnen geven. Ze zouden van bepaalde momenten informatie kunnen onderscheppen en zijn hierdoor wel goed tijdens oorlogen of andere conflicten maar niet om op permanente basis informatie te onderscheppen. De laatste jaren staat de technologie weer verder waardoor men een nieuw soort kabel gebruikt: de fibre-optic kabels. Deze gebruiken echter lasertechnologie om informatie te verzenden waardoor men door middel van elektromagnetische spoelen geen informatie meer kan onderscheppen.
19
Door deze praktische obstructies is het quasi enkel mogelijk voor de UKUSA-landen om communicatie te onderscheppen in de terminals waar de kabels uit de zee komen. Onderzeese onderschepping is praktisch gezien uitermate moeilijk. Men zal dus alleen de informatie die vertrekt en aankomt in een terminal onderscheppen. Hiernaast moet men natuurlijk ook de toestemming hebben zich op dat grondgebied te bevinden. Bijgevolg zullen de UKUSAlanden enkel informatie uit Europa kunnen onderscheppen dat op het grondgebeid van het VK passeert. Interne communicatie wordt via binnenlandse kabelnetwerken verwerkt dus deze is moeilijker te verkrijgen.
Door de privatisering van telecommunicatie heeft men minder zekerheid van de veiligheid van communicatienetwerken. Dit is echter in elke situatie anders dus kan men moeilijk inschatten of Echelon via deze firma’s aan informatie kan komen. Er mag hier ook vermeld worden dat deze ondernemingen ook niet helemaal zonder schuld zijn. Deze ondernemingen weten dat ze al etteloze jaren worden afgeluisterd maar voor hen is dit blijkbaar geen probleem. Overheden proberen de laatste decennia ondernemingen aan te praten dat de veiligheid van een informatienetwerk belangrijk is, niet alleen voor de onderneming zelf maar ook voor de gehele economie. Deze maatschappijen, aan wie de bevolking elke maand een mooi bedrag betaalt, beveiligen hun netwerken niet. Er is technologie op de markt dat voor deze ondernemingen betaalbaar is maar ze nemen de moeite niet om ze aan te schaffen. Spijtig genoeg spelen deze ondernemingen hiermee perfect in de kaart van de inlichtingendiensten. 20
Binnenlandse verbindingen zijn meestal veiliger dan internationale netwerken maar deze zijn dus ook niet volkomen veilig. De telefoon- en faxverbindingen zijn meestal het moeilijkste om te onderscheppen. Het grootste probleem is het internet. Indien men via het internet iets verstuurt, wordt de data in verschillende stukken gebroken en deze pakketjes worden apart verstuurd via verschillende routes om uiteindelijk op het eindadres terug samen te worden gezet. Deze routes zijn volledig willekeurig gekozen dus men kan niet voorspellen langs waar de pakketjes zullen passeren. Door de commercialisering van het internet en de providers is de route zelfs niet enkel meer bepaald door de capaciteit van het netwerk maar ook door de kosten van deze ondernemingen. Deze routes zijn bijgevolg ook niet de snelste routes. Intraeuropese internetcommunicaties kunnen ook via Amerika plaatsvinden, hoe onlogisch dit ook 20
HAGER, N., Secret Power: New Zeeland's role in the international spy network, Nelson, Craig Potton Publishing, 1996, 56
20
lijkt. Via internet kan men dus stukken onderscheppen van een bericht of een volledig bericht maar het is ook mogelijk dat er niets is onderschept in de VS of het VK. Door deze willekeur is internet vrij onveilig. Men kan nooit met zekerheid zeggen of er iets wel of niet zal onderschept worden.21
2.2.1.2.Radiocommunicatie Het onderscheppen van radiocommunicatie is afhankelijk van de aard van de golven die men gebruikt. Men kan de grondgolven en de ruimtegolven onderscheiden. Bij de grondgolven volgt de golf de oppervlakte van de aarde, bij ruimtegolven stuurt men de golf de ruimte in. Hierbij maakt men gebruik van de eigenschap van de ionosfeer om golven te weerkaatsen. Door de verschillende lagen in de ionosfeer zal er ook meer weerkaatst worden waardoor men verder kan communiceren.
De afstand die men kan communiceren hangt af van de golflengte. Zeer lange tot gemiddelde golven (3 kHz tot 3 MHz) zijn enkel grondgolven, maar kunnen ’s nachts ook als ruimtegolf worden verzonden. Korte golven (3MHz tot 30MHz) zijn ook meestal grondgolven en kunnen wereldwijd ontvangen worden. Ultrakorte golven (30MHz tot 300MHz) worden niet meer gereflecteerd door de ionosfeer dus kan men dit enkel als grondgolf gebruiken. Ze werken meer in rechte lijn, zoals licht, waardoor men door de ronding van het aardoppervlakte niet zo ver kan zenden. Hun bereik wordt dan ook bepaald door de hoogte en de capaciteit van de antenne. Verder heeft men ook nog decimeter- en centimetergolven (300 MHz tot 30 GHz). Deze hebben een klein bereik maar hebben maar weinig energie nodig.
Voor militaire en burgerlijke communicatie gebruikt men alleen maar korte golven tot centimetergolven. Bijgevolg moet men niet alle golflengtes proberen te ontvangen want niet alle lengtes worden gebruikt voor nuttige informatie. De korte golven kunnen overal worden opgevangen dus deze vormen ook geen probleem. In elk ander geval moet men een ontvangstation hebben binnen de 100 km om informatie te kunnen onderscheppen. Hierbij moet men rekening houden dat de UKUSA-landen ook ambassades hebben in de meeste 21
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 30-35
21
landen en meestal zijn deze ambassades in een hoofdstad gevestigd. Indien men hier onderscheppingsapparatuur plaatst, kan men wel de communicatie van dit gebied onderscheppen. Maar dit is uiteraard maar een klein deel van een groter geheel, hoewel we dit niet mogen onderschatten aangezien deze ambassades meestal in de buurt van belangrijke overheidsinstellingen liggen. Het bijkomend voordeel is dat deze installatie volledig beschermd is door de diplomatieke onschendbaarheid want ambassades zijn grondgebied van het desbetreffend land. Toch kan men met zekerheid zeggen dat indien men radiocommunicatie gebruikt,de UKUSA-landen niet alle informatie kunnen onderscheppen. Hierbij moet bovendien vermeld worden dat veel van de ultrakorte en decimeter golven gebruikt worden voor gsm-verkeer en dergelijke. Deze zullen dus signalen geven aan een grotere mast die deze golven ontvangt en vervolgens zal dit station dit ofwel aan de hand van fibre-optic kabels doorsturen ofwel stuurt men dit door naar een satelliet die het signaal ontvangt, verwerkt en terug naar het aardoppervlak stuurt.
2.2.1.3.Satellietcommunicatie Vandaag kan men satellietcommunicatie niet meer wegdenken omdat het ook een cruciale rol speelt bij televisie en radio. Toch moet men dit relativeren door de nieuwe fibre-optic kabels. Deze kabels hebben een veel grotere capaciteit van informatiedoorstroom. Waar men bij satellieten 1890 kanalen heeft voor telefoongesprekken, kan men met 1 kabel 241920 kanalen opzetten. Dit is dus 128 keer meer dan bij een satelliet. Hierdoor zal het merendeel van de communicatie nog steeds gebeuren via kabel.22
Er zijn zowel nadelen als voordelen aan satellietcommunicatie verbonden. De kwaliteit van een satellietconnectie is minder goed en er is een grotere vertraging merkbaar dan bij kabelverbinding. Kabels zijn meestal ook beter beveiligd. Men moet wel vermelden dat slechts 15% van de wereldbevolking rechtsreeks is aangesloten op kabel. Het is soms ook niet evident om overal deze kabels aan te leggen. Als voorbeeld kan men Australië nemen; sommige boerderijen liggen op uren rijden van elkaar. Indien men deze allemaal moet verbinden met kabels, zou dit een enorm werk zijn. Voor deze personen is het vaak gemakkelijker om een satellietverbinding te hebben. Een satelliet heeft ook bijna een bereik van 50% van het aardoppervlakte en men kan alle gebruikers ten allen tijde contacteren. Men 22
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 37
22
kan ze binnen een paar maand operationeel maken en ze zijn gemakkelijk te vervangen. Als nadeel hebben ze echter dat ze niet zo snel zijn en gemakkelijker te onderscheppen; ze zijn gemakkelijker beschadigd en de levensduur van een satelliet is korter dan die van een kabel.
In de volgende gevallen is een satellietverbinding beter geschikt: •
Verbindingen in gebieden waar men weinig tot geen communicatie heeft. Bv. Australië
•
Tijdelijke communicatiesystemen in de context van eenmalige operaties. Bv. natuurrampen, grootschalige bouwsites
•
VN missies in gebieden met onderontwikkelde communicatie-infrastructuur.
•
Flexibele of mobiele stations die nodig zijn in de zakenwereld.
Zoals in radiocommunicatie al aangehaald kan men aan de hand van antennes radiogolven effectief focussen bij hoge frequentie. Indien men echter geen vrij zicht heeft tussen de zender en de ontvanger heeft men problemen. Door de vorm van de aarde zou men niet tussen 2 continenten kunnen verzenden. Om tussen Europa en Amerika te verzenden zou men langs beide zijden van de Atlantische Oceaan een mast moeten hebben van 1,8km hoog om toch verbinding te hebben. Dit is dus praktisch gezien niet mogelijk. Daarom gebruikt men satellieten. Men plaatst de satellieten in een baan rond de aarde die parallel loopt met de evenaar. Zo lijkt het alsof de satelliet zou blijven stil staan op een bepaald punt. Ze draait echter mee met de aarde. Dit noemen ze geostationaire satellieten. Het is nodig dat deze op dezelfde plaats gericht blijft aangezien men er steeds moet op kunnen rekenen. De meeste satellieten zijn van dit type maar er zijn ook andere die een andere baan rond de aarde volgen. Deze hebben op elk moment een ander bereik.
23
De route die de informatie neemt is vrij eenvoudig. Meestal komt het signaal van een kabel die aankomt in een zendstation op aarde en deze via een antenne naar de satelliet stuurt. Aangezien deze altijd op dezelfde plaats tegenover de aarde staat, kan men dit gemakkelijk richten. Dit signaal noemt men “de uplink”. De satelliet ontvangt dit signaal, verwerkt en kopieert het signaal en zendt dit vervolgens terug naar de aarde naar een ander station. Dit noemt men “de downlink”. Hier gaat het signaal meestal via kabel terug in een netwerk. Deze stations zijn er ondertussen al in verschillende vormen. Dit kan gaan van nog grotere stations die via grote antennes veel informatie tegelijk verzenden tot kleine satelliettelefoons die een enkele boodschap rechtsreeks naar een satelliet zenden. Dit zijn dus kleine mobiele zenders.23
Deze satellieten zijn dus altijd aan een netwerk verbonden door middel van de stations op de aarde. Zo heeft men zowel globale, regionale als nationale systemen. Er zijn al meer dan 100 private ondernemingen die meer dan 1000 satellieten bedienen en dit worden er alleen meer. Hoewel ze vroeger de informatie terugstuurden zonder echt gericht te sturen, is de technologie ook hier verbeterd. Hierdoor probeert de UKUSA-alliantie hun Onderscheppingsstations zo dicht mogelijk bij de ontvangststations van de legale netwerken te zetten. Het is dan soms ook opvallend dat indien er nieuwe satellieten worden gelanceerd er door de overheid nieuwe stations worden gebouwd. 24
23
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 38-39 24 HAGER, N., Secret Power: New Zeeland's role in the international spy network, Nelson, Craig Potton Publishing, 1996, 33
24
De belangrijkste onderneming is ongetwijfeld de International Telecommunications Satellite Organisation (INTELSAT). Veel dochtermaatschappijen van INTELSAT waren bedrijven die voor een overheid werkten. In 1965 bezaten ze dan ook het eerste commerciële satelliet systeem en ze zijn nog steeds een voortrekker van de nieuwe satelliettechnologie. Momenteel zijn er meer dan 200 landen die dit systeem gebruiken en heeft men een 50-tal werkzame satellieten. 25
Verder zijn er ook nog spionagesatellieten waarvan men enkel zeker is dat de VS ze heeft. Dit zijn satellieten van de overheid die niet dienen als communicatiemiddel. Ze worden enkel gebruikt om communicatie in een gebied af te luisteren. Op een paar uitzonderingen na, zijn deze satellieten niet geostationair. Deze satellieten kunnen zelfs militaire radio’s opvangen dus zijn wel handig in sommige situaties. Men is ook vrij zeker dat deze satellieten niet alleen in verbinding staan met de NSA maar ook met de Central Intelligence Agency(CIA).
Hierbij moet wel opgemerkt worden dat het tegenwoordig niet meer mogelijk is om al de communicatie van alle landen te verwerken. Daarom gebruikt men filters om slechts de “nuttige” informatie te onderscheppen en bij te houden. Computers filteren op sleutelwoorden en houden zo een grondige selectie. Dit is echter nog altijd moeilijk door sommige factoren: de capaciteit van de computers, het taalprobleem en het aantal analisten die zich kunnen bezig houden om vervolgens de informatie te verwerken. De technologie van stemherkenning staat nog niet helemaal op punt. Hierdoor worden woorden niet altijd juist herkend of juist niet herkend. Toch zou er volgens beschermde bronnen al de mogelijkheid bestaan om 1 bepaalde stem eruit te pikken. Hiervoor moet men wel genoeg vergelijkend materiaal hebben. De gaten in het filtersysteem van Echelon zijn echter nog altijd groot aangezien men geïnteresseerd is in verschillende zaken. Deze sleutelwoorden moeten dus zowel over militaire veiligheid, criminaliteit en economische informatie gaan.26
25
http://www.intelsat.com/ Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 30-35
26
25
2.2.1. Verwerking en analyse van informatie Het systeem dat Echelon gebruikt lijkt in principe erg op het internet. Echelon was op een manier zelf een voorloper van het internet. Rond 1980 begon de kost van internationale breedband verbindingen te dalen. Hierdoor begon men vooral met kabels te werken. Het internationale netwerk dat de SIGINT-stations en de centra voor analyse verbond was het eerste wereldwijde Wide Area Network (WAN). Dit netwerk bestaat nog steeds maar nu zijn de intercontinentale kabels uiteraard vernieuwd en hebben ze naast deze verbindingen ook communicatiesatellieten. Het is pas in de jaren ’90 dat het publieke internet groter werd dan het geheime net dat de Onderscheppingsstations verbond. 27
Op de website van de GCHQ wordt expliciet vermeld dat de organisatie helpt om één van de grootste WAN’s ter wereld te onderhouden. Verder zouden alle GCHQ-systemen samen gelinkt zijn tot de grootste Local Area Network (LAN) in Europa en verbonden zijn met andere buitenlandse stations. Ze beweren eveneens dat de grootte en de kracht van het computernetwerk van de GCHQ moeilijk te vatten is. Hoewel dit uiteraard niet kan bevestigd worden en men dit met een kritisch oog moet bekijken, kunnen we wel vermoeden dat dit netwerk Echelon zou kunnen zijn.28
Binnen dit internetsysteem zijn er verschillende kanalen aanwezig die elk hun eigen doel hebben. Bijvoorbeeld het tv-conferentiekanaal met de codenaam Gigster, dat uiteraard sterk beveiligd is net zoals elk ander deel van het systeem. NSA’s e-mailsysteem lijkt bijvoorbeeld ook volledig op een normaal internetsysteem maar toch staat dit volledig naast het publieke internet. E-mails verzonden van buitenaf naar een intern geheim adres zullen dan ook nooit toekomen.
Het belangrijkste kanaal dat men kan gebruiken, is natuurlijk hetgene waar men de informatie kan opzoeken en bekijken. Dit zou als codenaam Platform hebben. Bevoegde gebruikers kunnen aan de hand van standaard web browsers de informatie bekijken. Dit systeem dat codenaam Intelink heeft, verbindt 13 verschillende overheidsdiensten van de VS met nog enkele andere inlichtingendiensten om op deze manier iedereen de toegang te geven tot de verschillende informatiestromen. Net zoals op het internet kunnen er duizenden analisten of 27 28
BAMFORD, J., Body of secrets, Anchor Books, New York, 2001, 404 http://www.gchq.gov.uk/
26
militairen tegelijk op dit netwerk en kiezen uit welke informatie ze willen bekijken. Het systeem zou gemakkelijk te bedienen zijn als men niet lukraak moet zoeken. Indien men iets wilt weten over een bepaald land of een regio, klikt men dit gewoon op de wereldkaart aan en de bruikbare informatie kan men verder opzoeken in categorieën zoals video’s, satellietfoto’s of inlichtingenrapporten.29
Zoals in het vorig hoofdstuk “de geschiedenis” al beschreven is, gebruiken de inlichtingendiensten dus Computers met het Dictionary-systeem. Dit systeem is een programma dat al de belangrijke sleutelwoorden voor de inlichtingendiensten bevat en de communicatiestroom onderverdeelt in categorieën. De informatie die niet belangrijk is, wordt dan ook verwijderd. Dit is belangrijk want anders zou het systeem uiteraard overbelast geraken. De informatie die op één van de lijsten staat wordt doorgestuurd naar de inlichtingendienst van de desbetreffende lijst. Deze rauwe data (kopies van de onderschepte berichten) zal vervolgens door analisten verwerkt worden in een rapport. Toch vragen de inlichtingendiensten aan elkaar om sommige van deze rapporten ook door te sturen naar elkaar en andere betrouwbare diensten. Dit is dus niet meer de ruwe data die wordt rondgestuurd in het Echelonsysteem. Dit gebeurt nog eens extra. Indien men bijvoorbeeld op de lijst van de VS en de lijst van Canada het trefwoord “Russische tanks” terugvindt, zullen ze beide de ruwe data door Echelon worden toegestuurd. Hier zullen beide inlichtingendiensten analisten opzetten en beide zullen een rapport maken. Vervolgens zullen ze kijken op een lijst wie allemaal geïnteresseerd is in deze informatie. Dit kunnen dan bijvoorbeeld de ambassade van de VS in Rusland, de CSEC en de NSA, een legereenheid en nog een paar inlichtingendiensten van bondgenoten zijn. Deze zullen allemaal deze 2 rapporten dan ook ontvangen. Afhankelijk van het onderwerp kan men soms tot honderden rapporten moeten versturen.30
29
CAMPBELL, D., Inside Echelon [WWW], Heise Zeitschriften Verlag, http://www.heise.de/tp/r4/artikel/6/6929/1.html [18/03/2010] 30 HAGER, N., Secret Power: New Zeeland's role in the international spy network, Nelson, Craig Potton Publishing, 1996, 206
27
De Dictionaries worden ondersteund door enorme databases, waarin al bekende informatie is gerangschikt. Dat kan gaan om lijsten van telefoonnummers, mobiele telefoonnummers, faxen of pagers, namen, uitdrukkingen en delen van zinnen. Grote aandacht gaat bijvoorbeeld uit naar allerlei non-gouvernementele organisaties, zoals Amnesty International, Christian Aid of Greenpeace. Vaak beschikken deze organisaties over exclusieve informatie over de toestand in Afrika, India of Azië. Ze komen op plaatsen waar regeringen nauwelijks toegang toe hebben. Maar ook Lady Di vormde bijvoorbeeld een interessant doel, omdat ze veel invloed had op de onderhandelingen over een wereldwijd verbod op landmijnen. Om dezelfde reden is het Vaticaan interessant: het oefent invloed uit op tal van internationale kwesties.31
Om hier een beter beeld te krijgen van de omvang van dit systeem, citeer ik voormalig directeur van de NSA, William Studeman uit een speech van 1992:
“One [unidentified] intelligence collection system alone can generate a million inputs per half hour; filters throw away all but 6500 inputs; only 1,000 inputs meet forwarding criteria; 10 inputs are normally selected by analysts and only one report is produced. These are routine statistics for a number of intelligence collection and analysis systems which collect technical intelligence” 32
Hierbij moet men ook rekening houden dat dit een citaat is uit 1992. Ondertussen is de technologie al veel verder gevorderd dus is dit eigenlijk al lang niet meer up to date. Toch kon het systeem toen al zonder probleem een miljoen inputs per half uur verwerken. Als we zien dat er uiteindelijk van deze miljoen boodschappen een duizendtal worden bekeken door mensen en uiteindelijk een tiental worden geselecteerd door de analisten gaat er een behoorlijke hoeveelheid aan informatie verloren. Nu, 20 jaar later, is de technologie al veel verder gevorderd maar op zich maakt dit weinig uit aangezien de informatiestroom ook groter geworden is en de informatie nog steeds bekeken moet worden door de analisten. Dit zijn ook maar mensen dus kan men niet veel sneller verwerken dan vroeger.
31
VAN BUUREN, J., “Rode oortjes; Internationaal afluisteren”, Privacy en informatie, 2001, p.52-58 Bijdrage aan het symposium 'National Security and National Competitiveness: Open Sources Solutions' van vice-admiraal William Studeman, onder-directeur van de CIA en oud-directeur van de NSA, 1 december 1992, McLean, Virginia
32
28
De NSA heeft de laatste jaren ook gewerkt aan een “topic analysis”. Dit zou het Dictionary systeem aan passen. Aan de hand van het nieuw systeem zou men gemakkelijker onderwerpen vinden die verband houden met elkaar. Men zou dus niet alleen alle onderwerpen zien van het sleutelwoord dat men ingeeft maar ook alle onderwerpen die hiermee verband houden. Dit zou in de praktijk gemakkelijk te gebruiken zijn aangezien men dan aan de computer zou kunnen vragen om alle documenten te zien die verband houden met bv. kernwapens in Rusland. Hier kan men dan een volledig verslag vinden van kernwapens en alle onderwerpen die hier verband mee houden. Dit zou wel beter zijn dan het systeem waarbij men enkel met sleutelwoorden kan werken want hier zal er enkel relevante informatie te vinden zijn. Bijgevolg moet men achteraf niet meer schiften in het beschikbare materiaal. Alle informatie die men aan de hand van HUMINT verkrijgt is ook gemakkelijker om zo te klasseren.33
33
CAMPBELL, D., Inside Echelon [WWW], Heise Zeitschriften Verlag, http://www.heise.de/tp/r4/artikel/6/6929/1.html [18/03/2010]
29
3. Aanwijzingen van het bestaan van Echelon Dat inlichtingendiensten geen details geven over hun werk is niet meer dan logisch. De finaliteit van deze diensten is dan ook het geheim houden van belangrijke informatie (contraspionage) en het verzamelen van informatie. Daarom is er ook geen enkele dienst die officieel toegeeft dat ze samenwerken in een globaal interceptie systeem. Daarom moet men het bestaan van een dergelijk systeem bewijzen aan de hand van verschillende aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen het best in 3 clusters gegroepeerd worden:
3.1. Bewijs van het afluisteren In democratieën kunnen inlichtingendiensten enkel werken op basis van de wetten die geschreven zijn om de dienst hun doel en hun middelen te geven. Op deze manier kan men dus gemakkelijk bewijzen dat deze diensten bestaan om communicatie tussen de burgers te monitoren. Dit geldt ook voor de staten waarvan men vermoedt dat ze het Echelon-netwerk vormen: De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië en NieuwZeeland. Deze landen beschikken over satellieten waarmee ze communicatie kunnen onderscheppen. Deze satellieten zijn echter ook capabel om communicatie in het buitenland te onderscheppen. Via getuigenissen van beschermde ex-werknemers kan men bijna zeker bewijzen dat deze inlichtingendiensten dit ook hiervoor gebruiken.
3.2. Bewijs van de nodige infrastructuur Om over de hele wereld alle communicatie af te luisteren moet men verschillende stations hebben wegens technische beperkingen. Hiervoor zou men basissen moeten hebben rond de Atlantische, de Indische en de Stille Oceaan. Men kan wel met zekerheid zeggen dat bijna geen enkel land deze capaciteit bezit. Bijgevolg moet er een samenwerking bestaan tussen verschillende landen indien men een globaal afluisteringsnetwerk wil opstarten. Hier moet eveneens worden opgemerkt dat deze infrastructuren zeer duur zijn. Men kan bijgevolg niet verwachten dat een derdewereldland een degelijke installatie zou kunnen bouwen en nadien nog onderhouden. Naast het technisch onderhoud moet men ook nog militaire bewaking voorzien en verdere analyse-instellingen. Het is dus logisch dat deze kosten steeds lager zijn dan het baten dat het land zou hebben van een dergelijk interceptiesysteem. Daarom vermoedt men dat alleen China en de G8-landen dit zouden 30
kunnen opzetten. De 2 landen, naast de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, die een dergelijk systeem zouden kunnen ontwikkelen of ontwikkeld hebben zijn Frankrijk en Rusland.
Frankrijk heeft als gevolg van de vroegere kolonisatie nog steeds grondgebieden in de 3 bovengenoemde gebieden. Zoals te verwachten is de meeste informatie over deze basissen ook niet toegankelijk voor burgers. Zeker over de basissen in de overzeese gebieden is door de Franse geheime dienst (DGSE) alles geheim gehouden. Door het gebrek aan informatie over het aantal of de vorm van de antennes kan men niets met zekerheid zeggen. Theoretisch gezien heeft Frankrijk dus de geografische, technische en financiële mogelijkheid om een globaal interceptiesysteem te onderhouden.
De Russische inlichtingendienst FSB, heeft naast binnenlandse basissen ook nog verschillende stations in Letland, Vietnam en Cuba die met hun militaire inlichtingendiensten samenwerken. Volgens officiële bronnen is het de rol van FAPSI om politieke, economische, militaire en wetenschappelijke informatie te verzamelen. Toch werd door de directeur van FAPSI, een onderdeel van de FSB, onderschepping van buitenlandse communicatie één van de belangrijkste taken genoemd. Ook hier is het theoretisch mogelijk dat Rusland over een globaal interceptiesysteem beschikt. Spijtig genoeg is er onvoldoende bewijs dat het wel degelijk bestaat.
31
3.2.1. Onderscheppingsstations
Aan de hand van volgende criteria kan men nagaan of een basis ook communicatie tussen burgers afluistert: •
Er bestaan rapporten waar men officieel de taakbeschrijving van een basis publiceert. Indien een degelijk rapport beschikbaar is, doen de andere criteria er niet meer toe;
•
Indien er echter geen duidelijk rapport is, moet men eerst kijken of het mogelijk is om de basis te betreden of te bezoeken. Onderscheppingsstations zullen nooit toegankelijk zijn voor het publiek. Deze basissen zijn altijd beschermd door het leger. Dit heeft 2 voordelen: ten eerste is de basis zo altijd beschermd tegen aanvallen van buitenaf of indringers. Maar door de aanwezigheid van het leger kan men ook denken dat het een gewone legerbasis is;
•
Indien men aan de vorige criteria voldoet, kan men kijken naar de satelliet zelf. Er worden op deze basissen verschillende antennes gebruikt. Aan de hand van de vorm kan men zeggen waarvoor de antenne gebruikt wordt. Om satelliet signalen te ontvangen maakt men enkel gebruik van parabolische antennes. Soms worden de antennes echter bedekt dus is het niet altijd mogelijk te zien met welke antennes men te maken heeft;
•
Indien ook aan deze criteria wordt voldaan, heeft men nog de keuze tussen een station dat informatie ontvangt van •
Militaire communicatie satellieten
•
Spionage satellieten
•
SIGINT satellieten
•
Onderscheppingssatellieten van communicatie tussen burgers
Ook hier kan men aan de hand van de vorm en de grootte een selectie maken maar hier bestaan geen exacte cijfers voor en dus kan men hier nog in de fout gaan. Enkel indien een basis 2 antennes gebruikt van minstens 18 meter diameter kan men met zekerheid zeggen dat 1 van de 2 wordt gebruikt om communicatie tussen burgers te onderscheppen.34
34
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 48-49
32
3.3. Bewijs van samenwerking
Hiervan is er weinig bewijs. Het is in het algemeen normaal dat er samenwerking is tussen verschillende inlichtingendiensten van naties maar deze verdragen zijn bijna altijd bilateraal. Hierbij wordt ook meestal gebruik gemaakt van materiaal dat al geanalyseerd is. In het geval van Echelon zou het gaan om een multilaterale samenwerking van ruw materiaal. Dit is zeer uitzonderlijk. Aangezien dit het moeilijkste te bewijzen is, steunt men vooral op sterke aanwijzingen.35
Officieel is het afluisternetwerk dus geheim. Regeringswoordvoerders weigeren stelselmatig antwoorden te geven op vragen over de interceptiepraktijken, of doen het af als ongegronde geruchten afkomstig uit open, niet-geverifieerde bronnen. De informatie uit 'openbare bronnen' komt echter niet van de minsten, bijvoorbeeld van verschillende oud-medewerkers van de geheime dienst die uit de school klapten. Verder bestaat die informatie uit recent openbaar geworden officiële Amerikaanse regeringstukken over het afluistersysteem, octrooien die geheime diensten hebben aangevraagd op de techniek die het grootschalig afluisteren mogelijk maakt en uit journalistiek onderzoek naar het gebruik van het afluistersysteem om orders bij Europese bedrijven weg te kapen.36
In 2000 is er in Nieuw-Zeeland in een interne nota sprake van een samenwerking tussen de verschillende UKUSA-landen. Het verdrag wordt niet expliciet vernoemd maar er is duidelijk sprake van samenwerking;
“The operation of the GCSB is directed solely by the New Zealand Government. It is, however, a member of a long-standing collaborative international partnership for the exchange of foreign intelligence and the sharing of communications security technology.
The other members of the partnership are the USA’s National Security Agency (NSA), the UK’s Government Communications Headquarters (GCHQ) Australia’s Defence Signals Directorate (DSD), and Canada’s Communications Security Establishment (CSE).
35
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 39-40 36 VAN BUUREN, J., “Rode oortjes; Internationaal afluisteren”, Privacy en informatie, 2001, p.52-58
33
New Zealand gains considerable benefit from this arrangement, as it would be impossible for New Zealand to generate the effectiveness of the five nation partnership on its own”37
Verder bevestigt de voormalige directeur van de NSA, Dr. Louis Torella, in een interview van Christopher Andrew, Professor aan de universiteit van Cambridge, dat er inderdaad een verdrag is getekend tussen de UKUSA-landen. Hij kan dit bevestigen aangezien hij er zelf zou bij geweest zijn.38
Verder zijn er nog interviews geweten waarin men bevestiging krijgt van een samenwerking onder het UKUSA-akkoord maar deze zijn meestal officieus en kunnen bijgevolg niet als hard bewijs dienen.
In 2000 bracht Jeffrey T. Richelson een bundel uit met gedeclassificeerde documenten van de NSA. In 1 van deze documenten stonden er duidelijke verwijzingen naar Echelon. Hoe langer dat de VS dit ook blijft ontkennen, hoe ongeloofwaardiger ze eigenlijk overkomt. Deze documenten zijn achteraan toegevoegd als bijlage A.
37
Domestic and External Secretariat of the Department of the Prime Minister and Cabinet of New Zealand, Securing our Nation’s Safety. How New Zealand manages its security and intelligence agencies, Wellington, Domestic and External Security Group, 2000, enkel te verkrijgen op http://www.dpmc.govt.nz/dpmc/publications/index.html 38 ANDREW, C., “The growth of the Australian intelligence community and the Anglo-American connection, Intelligence and National Security, 1989, p. 213-256
34
4. Voordelen van Echelon
Om de voordelen van het systeem Echelon te kunnen formuleren moeten we eerst breder kijken naar wat de doelstellingen zijn van de diensten die Echelon gebruiken. Aangezien deze diensten niet geheim zijn, kunnen we gemakkelijk hun opdrachten en de waarden die ze nastreven vinden. Deze waarden zouden de basis moeten zijn en de reden waarom men Echelon als systeem gebruikt. Vervolgens moeten we ons afvragen of Echelon niet alleen deze waarden nastreeft, maar ook of het systeem dat men gebruikt een meerwaarde op zich heeft. Hier zullen we dan kijken of Echelon de organisatie effectiever maakt. Indien de waarden ook op een andere manier kunnen nagestreefd worden, zal men de voordelen moeten opwegen tegen de nadelen van het andere systeem.
4.1. Waarden, visies en mission statements
De inlichtingendiensten van de UKUSA-landen werken allemaal onder een federale regering en bijgevolg moeten ze zich ook houden aan de beperkingen en de verplichtingen die hen is opgelegd in de wet. Meestal hebben deze diensten hun waarden dan ook in zogenaamde “mission statements” verwoord. Aan de hand hiervan kan men een globaal beeld geven van de algemene waarden die worden nagestreefd.
35
4.1.1. NSA
De NSA heeft niet alleen een duidelijk mission statement maar publiceert eveneens hun visie en hun waarden:
”The National Security Agency/Central Security Service leads the community in delivering responsive, reliable, effective, and expert Signals Intelligence and Information Assurance products and services, and enables Network Warfare operations to gain a decisive information advantage for the Nation and our allies under all circumstances.
Global Cryptologic Dominance through National Network Advantage Integrity. Transparency. Accountability. Respect for Law.”39
Hun visie is duidelijk geformuleerd en geeft ook gedeeltelijk hun ambitie mee: globale cryptologische dominantie. Opvallend is eveneens dat in de mission statement geen verwijzing is naar de burgers van de natie. Men werkt om effectieve en betrouwbare informatie te verkrijgen om voordeel te halen voor de natie en zijn bondgenoten. Hierdoor klinkt dit alles vrij technisch. Als men vervolgens de waarden bekijkt, zijn dit niet de waarden waarom ze deze inlichtingen willen maar waarden waar men zich aan zal houden omdat men deze inlichtingen wilt bekomen. Deze waarden zijn dus niet de reden waarom ze aan inlichtingenverzameling doen, maar niettemin zijn het ook belangrijke waarden die eveneens moeten aanwezig zijn. Het is duidelijk dat ze transparantie, verantwoordelijkheid en integriteit willen nastreven tijdens de informatiewinning maar het is niet de reden waarom men dit doet.40
39 40
http://www.nsa.gov/about/values/index.shtml http://www.nsa.gov/index.shtml
36
4.1.2. GCHQ
In het Verenigd Koninkrijk staat het minder opvallend weergegeven maar vindt men ook nog vrij duidelijk wat ze nastreven.
“GCHQ has two important missions, Signals Intelligence (known as SIGINT) and Information Assurance (IA), both missions sharing the challenges of modern communications and working together hand in hand.
Our SIGINT work provides vital information to support Government policy-making and operations in the fields of national security, military operations, law enforcement and economic well being. The intelligence we provide is at the heart of the struggle against terrorism and also contributes to the prevention and detection of serious crime. GCHQ also supplies crucial intelligence to the UK armed forces, wherever they may be deployed in the world.”
De GCHQ bestaat uit 2 afdelingen waarvan alleen de SIGINT voor ons belang heeft. Ook hier spreekt men over cruciale informatie om de staat te versterken maar hier gaat er dieper op in. Ze zijn specifieker en hebben het over veiligheid, het naleven van de wet en economische welstand. Naast militaire toepassingen willen ze criminaliteit detecteren en eveneens op een preventieve wijze aanpakken. Hier wordt toch al meer naar de maatschappij verwezen dan bij de VS. 41
41
http://www.gchq.gov.uk/about_us/whatwedo.html
37
4.1.3. GCSB
“The increased spotlight on intelligence agencies in the past few years has highlighted the constant need for Governments to be supplied with accurate and timely information which enables them to make the best decisions possible. Without an independent and reliable source of intelligence the ability of a Government to engage in effective policy making is curtailed.
At the same time Governments have a duty to ensure that all their official information is protected from disclosure to, or tampering by, inappropriate individuals or organisations, and that critical infrastructure is also appropriately protected.
The Government Communications Security Bureau (GCSB) in New Zealand has a dual role in this field. Firstly GCSB is a major contributor of foreign intelligence to the New Zealand Government through its foreign signals intelligence collection; secondly the GCSB is responsible for providing advice and expertise to ensure that the Government's official information is protected.
As an intelligence and security agency the level of information available about the GCSB's role is, by its very nature, restricted. In order to maintain our level of effectiveness we must also retain a certain level of secrecy, especially about our intelligence targets and the details of our capabilities, sources, and methods. However as the public profile of intelligence and security agencies has risen, the availability of information has increased, as has the level of accountability the organisation has to provide.”
De GCSB heeft net als de QCHQ een minder duidelijk mission statement maar men kan wel uitmaken wat ze doen en wat ze ongeveer willen nastreven. Ook hier wordt er weer duidelijk vermeld dat men de overheid helpt met het werk dat ze doen. Toch stelt men op het einde van het citaat dat men vrij genoeg moet zijn met sommige informatie en dat men wel degelijk verantwoording aflegt aan de overheid zelf. 42
42
http://www.gcsb.govt.nz/about-us.html
38
4.1.4. DSD
“Our mission tells a lot about what we do. DSD is the national agency responsible for the collection, analysis and distribution of foreign signals intelligence (known as Sigint), and the national authority on information, communications and computer security (Infosec).
DSD has also established the Cyber Security Operations Centre (CSOC). CSOC will provide the government with a comprehensive understanding of cyber threats and coordinate operational responses to cyber events.
As part of the Australian Government's Department of Defence and the Australian Intelligence Community, DSD operates some of the most powerful, leading edge technologies in a dynamic environment to support its objectives:
Combating international crime, weapons proliferation and terrorism Supporting military operations Protecting Australian Government computer networks”
De DSD begint ook vrij technisch uit te leggen dat men een dienst is dat voor de overheid werkt. Verder in het citaat geven ze ook hun objectieven weer en hier kan men meer uit halen. Naast de bescherming van de overheid en ondersteuning van militaire operaties vecht de DSD ook tegen terrorisme en (internationale) criminaliteit. Dit is echter het enige dat niet direct naar de overheid verwijst.43
43
http://www.dsd.gov.au/
39
4.1.5. CSEC
“Our vision Safeguarding Canada's security through information superiority.
Our mission To provide and protect information of national interest through leading-edge technology, in synergy with our partners.
Our values Lawfulness, Respect, Integrity, Teamwork, Professionalism, Service and Innovation”
De Canadese inlichtingendienst is vrij kort over hun missie en hun visie en wijdt hier niet te lang over uit. Ook hier wordt meer naar de overheid verwezen. Hun waarden duiden echter meer aan. Er wordt ook verwezen naar de waarden die men verwacht van de werknemers binnenin de inlichtingendienst. 44
In het algemeen kan men dus stellen dat alle inlichtingendiensten zich ten dienste stellen van de overheid. Het is duidelijk dat dit geen openbare dienst is die veel in contact komt met de bevolking. Toch is de bevolking onrechtstreeks wel de reden waarom ze inlichtingen verzamelen. Wanneer de inlichtingendiensten het hebben over veiligheid, criminaliteitsbestrijding en economische welstand zijn dit doelstellingen waar uiteraard de gehele bevolking baat bij heeft. Het is dan ook vanzelfsprekend dat inlichtingendiensten een bijdrage leveren aan de veiligheid en de welvaart van een land. In het EVRM staat ook expliciet weergegeven dat men het privacyrecht mag terzijde schuiven indien dit belangrijk is voor het grotere goed.
44
http://www.cse-cst.gc.ca/index-eng.html
40
“Artikel 8 – Recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven
Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.”45
In principe mogen de inlichtingendiensten enkel informatie verschaffen in de situaties die opgesomd zijn. Hier zijn de gevallen waarin men mag afluisteren expliciet vermeld. Aangezien dit het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en zijn fundamentele vrijheden (EVRM) is, zijn de staten die niet tot de EU behoren hier niet aan gebonden maar deze verklaring komt voort uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) en deze is ook goedgekeurd door de andere leden van de UKUSA-landen. Ze zouden dus ook achter deze waarden moeten staan aangezien dit een standaard is geworden.
Echelon is dus een systeem dat gebruikt wordt om deze waarden te beschermen. Het is de bedoeling om Echelon technisch gezien zo goed mogelijk te maken om deze waarden ook de beste bescherming te bieden die mogelijk is. De vraag die men hier kan bij stellen is natuurlijk of het systeem alleen hiervoor gebruikt wordt. Dit is uiteraard moeilijker te controleren. Aangezien Echelon aan een grote hoeveelheid belangrijke informatie komt, is het soms gemakkelijk om dit ook te misbruiken. Hier kan men echter niet steeds van uit gaan. Indien men technologie niet verder zou ontwikkelen uit angst dat de mens er iets slechts mee zou kunnen doen, zouden we veel uitvindingen moeten missen.
45
Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden zoals gewijzigd door Protocol Nr. 11 met de aanvullende Protocollen Nrs. 1, 4, 6, 7, 12 en 13, Raad van Europa, Griffie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 2003, 6
41
Om wangedrag tegen te gaan kan men natuurlijk controle gaan uitoefenen op de inlichtingendiensten. In alle UKUSA-landen staan de inlichtingendiensten onder controle van een andere dienst of commissie. Men kan wel met zekerheid zeggen dat het overgrote deel van de rapporten van de inlichtingendiensten ethisch gezien geen probleem vormen en dat ze deze waarden effectief nastreven. Er zullen ook andere rapporten zijn maar of dit kleiner aantal genoeg tegengewicht kan vormen om alle rapporten in kwaad daglicht te stellen is natuurlijk de vraag. In de conclusie zal ik hier nog dieper op ingaan.
4.2. Technische meerwaarde
Echelon is zoals ik al vermeld heb dus niet in staat alle communicatie in de wereld af te luisteren. Maar het systeem is wel in staat om het grootste deel van 's werelds (satelliet)communicatie te onderscheppen, automatisch te filteren en te analyseren met behulp van sleutelwoorden. De UKUSA-alliantie heeft wel het grootste inlichtingennetwerk uitgebouwd. Geen enkel ander land of alliantie is voor zover het natuurlijk bekend is, hier ooit in geslaagd. Indien Rusland of Frankrijk ook een globaal interceptiesysteem hebben, kan dit ook zeer effectief zijn maar door de samenwerking van de verschillende lidstaten van de UKUSA kan men wel vrij zeker zijn dat dit systeem onmogelijk groter zou zijn dan het UKUSA-netwerk. Dus technisch gezien is Echelon het grootste globaal interceptiesysteem van de wereld. Indien dit dan ook gebruikt wordt om de waarden uit het vorige hoofdstuk te beschermen kan men geen beter systeem bedenken.
42
5. Nadelen van Echelon De nadelen van het Echelon systeem zijn in stukken te verdelen. Ten eerste heeft men de inlichtingendiensten die het systeem gebruiken en hiervan nadelen ondervinden. Dit zijn vooral technische en praktische problemen. Deze zal ik proberen toe te lichten maar specifieke problemen zal ik onmogelijk niet kunnen geven aangezien men hiervoor een beter beeld moet hebben op de effectieve situatie waarvan nagenoeg geen buitenstaanders op de hoogte zijn. Ten tweede is er de effectiviteit van het Echelonnetwerk. Aan de hand van een casus zal ik uitleggen dat men aan de hand van Echelon niet op alles kan voorbereid zijn. Ten slotte heeft men de wereldbevolking, waarvan de rechten al dan niet geschonden worden. Hier kan men weer in onderverdelen. Niet alleen de rechten van de individuele persoon kunnen geschonden worden maar ook hele ondernemingen kunnen negatieve gevolgen ervaren als gevolg van interceptie van informatie. Deze onderverdeling zal ik ook maken aangezien er in de wetgeving ook een duidelijk onderscheid wordt gemaakt.
5.1. Praktische nadelen
De meeste praktische nadelen van Echelon zijn al besproken in hoofdstuk 2: Werking van Echelon. Ik zal ze hier daarom maar kort aanhalen.
Hoewel Echelon gegroeid is uit de samenwerking tussen 2 naties, is hier hoe langer hoe meer bij komen kijken. De samenwerking tussen deze staten is enkel mogelijk indien er goede contacten en goede afspraken zijn gemaakt. Aangezien het tot nu toe nog altijd niet officieel bekend geraakt is dat Echelon bestaat, kunnen we daar alleen uit concluderen dat deze samenwerking vrij vlot moet verlopen. Zulke samenwerking geheim houden voor de rest van de wereld is moeilijk, zeker nu men hier toch onderzoeken naar gedaan heeft. Alle partijen moeten dus constant de aandacht erbij houden om zeker geen informatie naar de buitenwereld te laten doorsijpelen. Dit wijst erop dat men ten allen tijde geconcentreerd te werk moet gaan. De inlichtingendiensten moeten er dus sterk op toezien dat iedereen de aandacht erbij houdt. In het UKUSA-akkoord zou ook een regeling zijn opgenomen over de procedures die men moet volgen indien men medewerkers aanneemt die in contact komen met het inlichtingennetwerk. Indien men de selectieproeven doorstaat, moet men eerst een
43
levenslange verbintenis tekenen dat men alles waar men tijdens de werkuren kennis van neemt, geheim houdt. Elk individu wordt vervolgens ook “geïndoctrineerd” en krijgt alleen te horen wat strikt noodzakelijk is. Verder gebruikt men binnen deze inlichtingendiensten honderden speciale codewoorden om de informatie en de verschillende systemen te categoriseren. Om dit allemaal werkbaar te houden is een sterke organisatie nodig. De UKUSA-alliantie blijkt dit absoluut te hebben.
Door te werken met de nieuwste technologie moet men ook regelmatig vernieuwingen aanbrengen aan de apparatuur. Hiervoor moet men ook altijd specialisten aannemen en zoals gebleken in het verleden zijn deze niet altijd volledig te vertrouwen. Naast de vernieuwing moet men ook denken aan het gewone onderhoud van alle infrastructuur. Aangezien men doorheen het hele netwerk duizenden mensen te werk stelt over de hele wereld heen, moet men zeker een goed overzicht blijven behouden. Het gehele systeem moet als een bedrijf kunnen samenwerken. Naast het feit dat iedereen dan nog eens geheimhoudingsplicht heeft is dit al een prestatie op zich. Als men rekent dat de NSA alleen al 38000 werknemers heeft en een jaarlijks budget heeft van 3,6 miljard dollar, dan moet de organisatie inderdaad enorm zijn. Natuurlijk zijn niet alle inlichtingendiensten zo indrukwekkend. De CSE is de kleinste van de alliantie en heeft maar 890 werknemers en moet het jaarlijks “maar” met 110 miljoen Canadese dollars doen. 46
46
GOODSPEED, P., The new space invaders, spies in the sky, National Post, 19/02/2000
44
5.2. Effectiviteit van Echelon Vooral de NSA is zeer positief tegenover het Echelonsysteem en wilt dit liefst blijven uitbouwen. Echelon heeft echter ook beperkingen en men moet deze durven zien. Deze worden duidelijk in de volgende casus.
5.2.1. 9/11 Op 10 september 2001 onderschepte de NSA twee berichten van Afghanistan naar SaoediArabië, beide in het Arabisch. De sprekers werden niet herkend, maar de berichten werden opgepikt in de veronderstelling dat ze te maken hadden met Al Qaeda. Het ene bericht luidde: “De wedstrijd begint morgen.”. Het andere: “Morgen is nul uur.”. Terwijl het achteraf onweerlegbaar lijkt dat de twee berichten op de terreuraanslagen van 9/11 sloegen, werd geen van beide voor 12 september vertaald. Het is natuurlijk onwaarschijnlijk dat het tijdig onderscheppen en vertalen van een van die berichten genoeg informatie zou hebben verschaft om de aanslagen van de volgende dag te voorkomen, maar het is niettemin een illustratieve waarschuwing voor wat er kan gebeuren indien men bij de NSA niet snel genoeg reageert. Deze twee boodschappen werden juist door de computers gemarkeerd omdat ze op de een of andere manier verband hielden met Al Qaeda, maar het aantal onderschepte berichten van alleen al de Al Qaeda was die dag zo groot, dat het achtenveertig uur duurde voor ze terechtkwamen bij een analist.47
Opmerkelijker nog is dat van twee van de vliegtuigkapers sinds 1999 bekend was dat ze banden hadden met AL Qaeda. Toch waren ze probleemloos de VS binnengekomen, waar ze zich zonder al te veel toezicht hadden kunnen bewegen. Bovendien hadden de autoriteiten valse verklaringen in visumaanvragen van Al Qaeda niet ontdekt en ook valse paspoorten werden niet als dusdanig herkend. Als klap op de vuurpijl is op beelden van beveiligingscamera’s van “Dulles International Airport” te Washington te zien hoe makkelijk vijf mannen die later een van de aanslagen zouden plegen door de controlechecks waren gekomen. Vier van hen waren nader onderzocht nadat het alarm van een metaaldetectiepoortje was afgegaan. Toch hadden ze alle vijf zonder noemenswaardige problemen met messen op zak het vliegtuig kunnen betreden. En dat terwijl twee van hen op een officiële terroristenlijst voorkwamen, die ook bij de luchthavens bekend was.48 47
RADDEN, K.P., Chatter. Hoe iedereen wereldwijd wordt afgeluisterd, Amsterdam, Uitgeverij Balans, 2005, 143-144 48 MATTHIJS, H.,Cursus Politieke Structuren van de Verenigde Staten van Amerika, Brussel, VUB, 2006
45
De aanslagen van 11 september 2001 sloegen door onwetendheid – of misschien wel nonchalance- dan ook letterlijk en figuurlijk in als een bom. Op alle vlakken was dit voor de VS een complete verrassing. Velen hebben zich de vraag gesteld hoe het mogelijk is dat een grootmacht als deze, met de beste inlichtingendiensten ter wereld, zoiets niet had zien komen.
Als antwoord op deze vraag stelde men in juli 2002 het Report of the subcommittee on Terrorism and Homeland Security op. Deze subcommissie maakt deel uit van het Huis van Afgevaardigden van het Amerikaanse Congres en is ten eerste belast met het onderzoek naar wat fout is gegaan bij de inlichtingendiensten. Dit waren hun bevindingen:49 •
NSA heeft de prioriteiten betreffende hun verzameling van intelligentie-informatie niet correct gevolgd. De subcommissie vindt het zorgwekkend dat er niet meer middelen en financiën in het SIGINT-systeem werden gestoken voor 9/11, gezien er reeds verschillende terroristische aanvallen in de VS waren gebeurd vanaf 1983. Eveneens van belang is het feit dat de NSA quasi geen nieuwe medewerkers in dienst heeft genomen sinds een lange periode voorafgaand aan de aanslagen, hetgeen heeft geresulteerd in een niet-optimale werking van het agentschap.
•
Tekortkomingen op het vlak van analyse en vertaling werden onvoldoende aangepakt. In april 2000 rapporteerde de “General Accounting Office” dat er een significant tekort aan vertalers was binnen de NSA. Een lange termijn werkstelling van zowel analisten en vertalers was dan ook dringend nodig.
•
De ondersteuning van nieuwe onderzoeksmethoden en de ontwikkeling van specifieke doelstellingen liet te wensen over. Voor 9/11 had de NSA geen allesomvattende doelstelling wat betreft anti-terrorisme. Alhoewel er ruim voldoende analisten in dienst waren om een voldoende omschreven doelstelling voor de NSA op te stellen beweerde de NSA toch dat er onvoldoende middelen waren om een specifiek antiterrorisme-doelstelling naar voor te schuiven.
•
Er was een duidelijk gebrek aan een globale collectie van gegevens van het wereldwijde communicatienetwerk. Het globale communicatienetwerk is steeds meer digitaal, gaat steeds vaker via optic-fibre kabel dan via radiofrequenties, gebeurt meer en meer via het internet in plaats van via de telefoon, en bovendien ruimt vaste telefonie steeds meer plaats voor mobiele telefonie. De NSA heeft zich op dat vlak
49
CHAMBLISSE, S., Counterterrorism intelligence capabilities and performance prior to 9/11[WWW], Cryptome, http://cryptome.quintessenz.at/mirror/ths071702.htm [23/02/2010]
46
onbekwaam getoond om door middel van een goede organisatie een systeem te implementeren en te integreren dat aan deze vernieuwingen een antwoord bood. •
Er waren duidelijke moeilijkheden in het oplossen van algemene tekortkomingen van het inlichtingensysteem. De NSA heeft het de laatste jaren heel moeilijk om problemen binnen het management op te lossen. De NSA zou moeten werken met een raad van experts om het management en de organisatie van het agentschap te verbeteren.
In één zin samengevat zegt de commissie over de NSA het volgende: “De NSA moet van een passieve informatieverzamelaar in een pro-actieve jager veranderen. Er moet een complete revolutie komen in hoe het onderzoekswerk geleid wordt.”50 De commissie was dus zeker niet mals voor de NSA. Ondanks alles was de VS dus niet voorbereid op een aanslag. Dit verklaart wel de progressieve houding dat de NSA heeft aangenomen inzake de inlichtingenverzameling aan de hand van Echelon.
50
CHAMBLISSE, S., Counterterrorism intelligence capabilities and performance prior to 9/11[WWW], Cryptome, http://cryptome.quintessenz.at/mirror/ths071702.htm [23/02/2010]
47
5.3. Schending van rechten
Rechten van individuen moeten eerst worden vastgelegd voor men deze kan breken. Sommige van deze rechten gelden op elke mens zoals de rechten vastgelegd in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (UVRM). Verder heeft men ook het Europese Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en zijn fundamentele vrijheden (EVRM), EUwetgeving of nog specifiekere nationale wetten. Ik zal er hier enkele bespreken.
5.3.1. De UVRM De UVRM wordt beschouwd als de basis van de internationale wetgeving rond de rechten van de mens. Ze is tot stand gekomen en aangenomen op de Algemene vergadering van de VN op 10 december 1948. Ze heeft zonder twijfel tot inspiratie gediend voor verschillende verdragen waaronder het EVRM. Het verdrag is echter niet strikt bindend voor alle leden van de VN. De landen hebben impliciet de plicht om de rechten van de UVRM na te leven. Dit zouden ze moeten doen door middel van andere verdragen die van de VN uit gaan te ratificeren en door hun wetgeving aan te passen aan de rechten. Dit is echt gewenst en indien men dit niet doet zal men hierop louter worden aangesproken. Indien men blijft weigeren om verdragen te ratificeren, heeft de VN geen bevoegdheid om straffen uit te delen. Maar aangezien deze rechten meestal niet erg specifiek zijn, heeft elk lid van de VN minstens één van de acht verdragen getekend die er ondertussen al zijn. Verder moet men ook vermelden dat ondanks de UVRM geen bindende bevoegdheid heeft, er toch al rechters van verschillende landen in verscheidene uitspraken naar de UVRM verwezen waardoor men toch kan besluiten dat ze standaard is geworden. Doordat het UVRM dus niet strikt bindend is zijn de UKUSA-landen ook niet in strijd met de het verdrag.51
In het UVRM wordt er onderscheid gemaakt tussen verschillende rechten. De rechten die ons vooral interesseren zijn de integriteitsrechten. Deze zijn niet opschortbaar en zijn dus altijd van toepassing op elke persoon. Het zijn de rechten op bescherming van de persoon en zijn
51
http://www.ohchr.org/EN/Issues/Pages/WhatareHumanRights.aspx
48
vrijheden, m.n. vrijheid van meningsuiting; vrijwaring van marteling, doodstraf, buitengerechtelijke executie en verdwijning; habeas corpus52; en privacy. Hiervan is het recht op privacy het belangrijkste voor ons aangezien Echelon deze mogelijk schendt.
De UVRM formuleert het recht op privacy als het recht zijn eigen leven te leiden met zo weinig mogelijk inmenging van buitenaf. Het omvat ook het vermijden om een vals daglicht te worden gesteld, bescherming tegen publicatie van privéfoto’s en brieven zonder toestemming, en bescherming tegen onthulling van vertrouwelijk verstrekte of ontvangen gegevens. Het VN-verdrag verbiedt onwettige inmenging in iemands privacy, gezin, huis of briefwisseling. Het stelt ook het recht op bescherming door de wet tegen dergelijke inmenging. Schendingen van het recht op privacy zijn bijv. onwettige huisvredebreuk en huiszoeking, onwettige persoonsregistratie en het onwettig afluisteren van iemands telefoongesprekken. Het openbaar maken van iemands persoonlijke gegevens, bijv. in sensatiejournalistiek, kan een schending zijn van iemands privacy en eer. Je mag niet zomaar onthullingen of beweringen over het privéleven van anderen doen. De rechter moet afwegen of daar een maatschappelijk belang mee wordt gediend. In het algemeen: hoe 'publieker' de figuur, hoe meer mag. Het kan van maatschappelijk belang zijn om iets van het privéleven van een minister of een bekende persoon te onthullen. Zo iemand kan dan altijd nog naar de rechter stappen. De rechter beschermt vooral degenen die geen publieke functies of zelfgekozen openbare persoonlijkheid hebben. 53
52
Dit houdt in dat gevangenschap moet worden erkend en een gevangene moet worden voorgeleid bij een rechter. 53 http://www.un.org/en/index.shtml
49
5.3.2. EU-wetgeving en het EVRM Aangezien er geen specifieke wetgeving in de EU-wetgeving bestaat rond de inlichtingenverzameling van inlichtingendiensten moeten we kijken naar het grotere plaatje. Naast de normale wetgeving van de EU is er ook nog het EVRM. Dit verdrag is ondertekend door alle lidstaten waardoor men in de gehele EU van deze bescherming kan genieten. De lidstaten garanderen deze rechten en onderwerpen zich hiervoor aan het gezag van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Het is uitdrukkelijk vermeld dat dit algemeen aanvaarde mensenrechten zijn en daarom zijn deze ook niet gelinkt aan een nationaliteit. Daarom moeten de lidstaten dit aan iedereen garanderen die zich op hun grondgebied bevindt, dus niet alleen aan hun staatsburgers. Hiernaast zijn er gevallen waar een staat ook jurisdictie heeft in het buitenland indien het om zijn burgers gaat. In deze gevallen geldt het EHRM ook. Zoals in verschillende internationale verdragen benadrukt het EVRM het recht op privacy nog eens door het een fundamenteel recht te maken. 54 In artikel 8 staat:
“Artikel 8 – Recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven
Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.”55
54
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 83-85 55 Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden zoals gewijzigd door Protocol Nr. 11 met de aanvullende Protocollen Nrs. 1, 4, 6, 7, 12 en 13, Raad van Europa, Griffie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 2003, 6
50
Er is in dit citaat geen expliciete verwijzing naar de bescherming van telecommunicatie maar toch wordt er verondersteld dat dit onder het privéleven en de correspondentie valt. Maar er staat ook duidelijk gegeven dat dit recht kan worden ingetrokken op een legale basis. De nationale wet kan gevallen voorzien waarin men dit recht kan intrekken en de telecommunicatie kan afluisteren. Deze moeten uiteraard wel stroken met het EVRM. Dit is dus geen vrijgeleide voor industriële spionage aangezien het uitdrukkelijk nog vermeld wordt dat het “in een democratische samenleving noodzakelijk is”56.
Praktisch gezien betekent dit dus voor de inlichtingendiensten dat men telecommunicatie mag afluisteren indien men de bedoeling heeft om de nationale veiligheid te beschermen. Dit moet echter wel in de nationale wetgeving vermeld staan. Men zou telkens indien men telecommunicatie wilt afluisteren de afweging moeten maken of het belang van de staat opweegt tegen de schending van de privacy. Dit hangt af van geval tot geval. Het EHRM heeft al verklaard dat men dit niet tot het minimum moet beperken maar er moeten gegronde argumenten bestaan om te denken dat er een mogelijk gevaar kan zijn.
Een intelligentiesysteem dat permanent en in het wilde weg informatie onderschept zou een schending van het principe van evenredigheid zijn en is daarom niet compatibel met het EVRM. Aangezien de meeste wetten die de activiteiten van bv. de NSA in het buitenland toelaten geclassificeerd zijn, is de naleving van het proportionaliteitsbeginsel minstens twijfelachtig. Hoewel de VS zelf geen lidstaat van het EVRM is, moeten de leden van de EU niettemin op een manier handelen verenigbaar met het EVRM. De lidstaten kunnen niet zeker zijn dat de vereisten die door het EVRM zijn opgelegd aan hen, ook worden opgevolgd door de inlichtingendiensten van andere landen. Toch wordt er momenteel grotendeels op hun mening vertrouwd.
56
Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden zoals gewijzigd door Protocol Nr. 11 met de aanvullende Protocollen Nrs. 1, 4, 6, 7, 12 en 13, Raad van Europa, Griffie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 2003, 6
51
Hierdoor kan men zeggen dat het gebruik van Echelon niet strijdig is tegenover de UVRM of het EVRM. Enkel het VK is lid van de EU en deze zouden wel in aanmerking komen voor een straf van het EHRM aangezien ze via Echelon toch informatie doorspelen aan andere inlichtingendiensten die niet dezelfde bescherming garanderen als de lidstaten van het EVRM. Toch is het nog nooit zover gekomen dat het VK hiervoor gestraft is ,of zelfs maar is moeten voorkomen. 57
57
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 89-90
52
5.3.3. Nationale wetgeving De nationale wetgeving is in de meeste gevallen vrij duidelijk over wie men mag bespioneren. In Amerika zijn er bijvoorbeeld 2 inlichtingendiensten; de NSA en de CIA. De NSA is bevoegd voor alle inlichtingenverzameling in het buitenland. De CIA is echter enkel bevoegd in de VS zelf. Deze twee inlichtingendiensten mogen bijgevolg niet op elkaars terrein werken. Door middel van Echelon kan dit verbod echter omzeild worden. De NSA zal de wet niet overtreden en zal geen communicatie verzamelen op hun eigen grondgebied. Dit laten ze over aan andere inlichtingendiensten. Canada grenst juist aan de VS en kan perfect de meeste communicatie afluisteren. Zij staan niet onder de wetten van de VS en doen hier dus niets fout mee. Het probleem is dat de informatie die Canada verzamelt in het Echelonsysteem terecht komt. Zo kan de NSA dus ook aan informatie geraken die in het binnenland onderschept is. Dit is met andere woorden een hiaat in de wetgeving. De NSA kan hier enkel voor gestraft worden indien men harde bewijzen zou kunnen voorleggen. Dit is uiteraard nog niemand gelukt. Niet alleen de NSA omzeilt hun nationale wetten, ook GCHQ is hier al min of meer in geslaagd. Men kan hier natuurlijk bedenkingen bij hebben want aangezien de pers hiervan op de hoogte is , kan men dit niet echt als een succes beschouwen. In 1989 kon men in de Observer lezen dat de Eerste minister Margaret Thatcher een wapendeal met Saudi Arabië had beïnvloed en dat er mensen waren omgekocht.58 Of dit klopt, doet hier niet ter zake maar Thatcher voelde zich duidelijk bedreigd door de krant. Ze had via contacten aan de GCHQ de opdracht gegeven om de onderneming van de krant, Lonrho Company in de gaten te houden en haar een rapport over de bevindingen op te sturen. Zo werd de Canadese inlichtingendienst hierover gecontacteerd. Deze lieten een team overkomen naar Londen en dit team onderschepte de informatie van het bedrijf. Uiteraard werd alles geregeld door de GCHQ, van de frequenties die ze moesten gebruiken tot de betalingen die ze moesten maken. Deze informatie werd gebundeld in een mooi dossier en zo overhandigt aan de GCHQ die dit dan weer aan Thatcher doorgaf. Een toenmalig lid dat nu reeds op pensioen is, Robin Robison, brak zijn eed toen hij bij de GCHQ ging, om dit verhaal te kunnen doen. Ook hier werd ervoor gezorgd dat de wet kon omzeild worden. Zelfs indien men toch aan hard bewijs zou kunnen komen, wat niet het geval was in deze zaak, dan nog zou men niets kunnen doen hebben tegen de GCHQ aangezien ze geen spionagetaak hebben uitgevoerd op het grondgebied van het VK. Ze konden alles perfect ontkennen zonder dat ze veel moesten liegen. De GCHQ had geen onderzoek uitgevoerd. 58
O’SHAUGHNESSY, H., “Thatcher ordered Lonhro phone-tap over Harrods affair”, Observer, 28/06/1992
53
Het lijkt erop dat de inlichtingendiensten van de UKUSA wel vaker helpen met dit soort “kleine” zaken. Op deze manier kunnen ze elkaar steunen en kan men in eigen land politieke verantwoording van zich af werpen indien ze illegale onderschepping uitvoeren. Men vermoedt dat dit zelfs maar het topje van de ijsberg is. Er is dan ook weinig bewijs dat binnen de UKUSA-alliantie er een ethische code is of een traditie van respect voor de mensenrechten, zelfs niet voor binnenlandse opdrachten. Het tegengestelde lijkt zelfs waar; alles kan zolang men maar niet betrapt wordt. Doordat men weet dat alles toch geheim gehouden wordt, kan men altijd proberen een stapje verder gaan59
Uiteindelijk is er geen echte controle op deze organisaties. Men heeft wel Commissies die de inlichtingendiensten controleren maar als het erop aankomt, kunnen ze de inlichtingendiensten weinig maken. Als de inlichtingendiensten erin slagen om senatoren af te luisteren, zou het toch raar zijn dat ze hun eigen controlediensten niet bespioneren. Gezien de geheime aard van de operaties, kan men enkel mensen met speciale toelating informatie geven over de inlichtingendiensten en dan nog slechts op need-to-know-basis. Hierdoor worden de inlichtingendiensten vaak van onder het toezicht van de democratie gehaald. De bevolking krijgt hierdoor geen of zeer weinig informatie over wat er gebeurt rond de inlichtingendiensten. Het maakt natuurlijk ook weinig uit op wie ze stemmen bij de verkiezingen. Hierdoor staan de verkozen regeringsfunctionarissen hier vaak buiten. Via commissies probeert men toch een soort van controle uit te oefenen maar kritisch gezien lijkt me dit toch maar een façade. Indien er toch verkozen mensen de toelating hebben om bepaalde stukken in te kijken, gebeurt dit meestal toch niet omdat deze mensen (meestal eerste ministers) het toch te druk hebben om zich hiermee bezig te houden.60 In 1988 heeft het Parlement in Nieuw-Zeeland gevraagd om iemand van de commissie die de GCSB controleert, te horen. Hoewel er iemand kwam opdagen, kregen ze toch weinig informatie te horen.
59
HAGER, N., Secret Power: New Zeeland's role in the international spy network, Nelson, Craig Potton Publishing, 1996, 54 60 HAGER, N., Secret Power: New Zeeland's role in the international spy network, Nelson, Craig Potton Publishing, 1996, 218
54
“Jim Sutton (committee chair): “You’re not going to tell us how much you’re spending, how much you want us to approve; you’re not telling us who’s spending it, but nevertheless you feel we should approve this expenditure.”
Hensley: “That’s true.”
Doug Kidd: “The source of the money is Parliament, and the presumption is that we don’t need to know, we won’t be allowed to know, we’re not considered worthy of clearance even on a selective basis, and yet some public servant, only remotely answerable to us, is cleared by other public servants to know.” Hensley: “That has been Government policy.” ”61
Het jaar hierop kreeg het Parlement dan toch een verslag van het jaarlijks budget waarin uiteraard weinig informatie stond en hun invloed hierop bleef uiteindelijk uitermate beperkt. Hierdoor kan men toch stellen dat de inlichtingendiensten buiten de democratische controle werken.
Inlichtingendiensten zouden altijd onder een democratisch bewind moeten staan. Dit is ook mogelijk. Ze zouden geregeld aan het publiek of ten minste aan het parlement moeten bekend maken waar ze aan werken, hoe de organisatie in zijn werk gaat en met welke buitenlandse diensten ze samenwerken. Uiteindelijk zou het publiek zo kunnen kiezen wat de bedreigingen zijn en op deze manier de inlichtingendiensten sturen. Men kan dit natuurlijk niet door de hele bevolking laten beslissen maar dit kan wel gebeuren door de politiekers die het volk kiest. Indien men zelfs maar een paar politiekers van verschillende partijen zou hebben, zou men al veel democratischer zijn. Zo zou men het budget kunnen laten afhangen van de relevantie van de verzamelde informatie. Indien men merkt dat de informatie nutteloos is, kan men zo het budget verminderen of omgekeerd. 62
61
HAGER, N., Secret Power: New Zeeland's role in the international spy network, Nelson, Craig Potton Publishing, 1996, 224 62 HAGER, N., Secret Power: New Zeeland's role in the international spy network, Nelson, Craig Potton Publishing, 1996, 249
55
Door alles geheim te houden, blijft men naast de democratie werken. Men zal de prioriteiten van de machtigen personen in de organisatie volgen in plaats van te doen wat de bevolking wil. Deze geheimhouding maakt niet alleen oneerlijkheid maar zelfs corruptie mogelijk. Dit is overal merkbaar, zowel bij de overheid als bij elk andere bedrijf of onderneming in de maatschappij. De vermindering van “TOP SECRET”-documenten is een goede stap in de richting van een democratische overheid.
In de UKUSA-landen krijgt de bevolking altijd van de overheid te horen dat de inlichtingendiensten nodig zijn en dat deze broodnodige informatie verzamelen. Toch zijn er soms ook andere verhalen. Het Echelonnetwerk is waarschijnlijk het grootste inlichtingennetwerk ter wereld. Voor een land zoals de VS en het VK is dit misschien nuttig maar Nieuw-Zeeland, Australië en Canada winnen minder bij de uitbouw van dit netwerk. Deze laatste hechten gewoonweg minder belang aan de inlichtingendienst van hun land. In 1993 verklaarde Alan Wrigley, secretaris bij het ministerie van Defensie van Australië: 63
“In my exposure, over ten years, to increasingly sensitive classified information, I can think of no major policy position or decision that was influenced significantly by secret intelligence…
…The most costly intelligence and processing programmes Australia conducted were initiated because of our role as a minor partner in the Western Alliance.”64
Indien dit waar is, zet dit de inlichtingen die men verzamelt aan de hand van echelon toch in een ander daglicht. Deze inlichtingen zouden juist waardevol moeten zijn. Het uiteindelijke doel van de inlichtingendiensten is ten slotte zich ten dienste van de overheid stellen. Als men dit doel niet bereikt, zou men eens moeten nadenken waar het fout loopt.
Hetzelfde verhaal hoort men bij de GCSB. Tijdens interviews met verschillende werknemers van de Nieuw-Zeelandse overheid, kon niemand zich een belangrijke politieke beslissing herinneren dat was beïnvloed door de informatie die men van Echelon had gekregen. Toegang
63
HAGER, N., Secret Power: New Zeeland's role in the international spy network, Nelson, Craig Potton Publishing, 1996, 240 64 Alan Wrigley, speaking to a national security conference in Canberra, quoted in the Press, 27 November 1993.
56
hebben tot deze verborgen informatie lijkt interessant maar blijkbaar vinden de overheden dit toch niet al te nuttig. Voor de analisten die met de informatie moeten werken, is het vast handig om over zoveel data te beschikken maar de uiteindelijke rapporten moeten ook nuttig zijn. Zelfs al zijn UKUSA-middelen voor hen een groot hulpmiddel, uiteindelijk maakt dit niets uit voor de beslissingen van de overheid. In dezelfde interviews werd duidelijk dat open bronnen en diplomatische bevindingen hoger worden ingeschat door ministers indien men een beleid maakt of aanpast. Zelf de eerste minister sprak vrij slecht over de dienst:
“We didn’t get any significant information, from a government point of view, from signals intelligence. The information was little more than one would have gleaned from periodicals and publications....
I never felt I was given a preview on history. More often, when something happened everyone in the intelligence community was surprised. If you’re going into agreements like GATT65 you do need to know what positions other nations will take, what coalitions are forming....
But we’ve been much better provided with good intelligence by people on the spot than by secret intelligence.”66
Deze uitspraken zijn uiteraard niet goed voor de reputatie van de inlichtingendiensten. Aangezien ze toch hun budget willen houden, moeten ze toch bewijzen dat ze nuttig zijn voor de overheid. Na de Koude Oorlog was dit niet meer zo evident en moest men snel iets nieuws vinden. Dit was te zien in de jaren ’90 toen men met andere argumenten begon te komen. De inlichtingendiensten verklaarden dat ze meer en meer belang begonnen te hechtten aan economische inlichtingen. In Nieuw-Zeeland werd dit in 1996 zelfs met een wet officieel gemaakt. Vanaf toen was het economisch welzijn van de natie ook een deel van de veiligheid waarvoor de inlichtingendienst moest zorgen. Dit klonk de meeste beleidsvormers beter in de
65
General Agreement on Tariffs and Trade HAGER, N., Secret Power: New Zeeland's role in the international spy network, Nelson, Craig Potton Publishing, 1996, 241
66
57
oren. Dit werd dan ook door de meeste personen aanvaard als een goed argument. Men werd zich echter snel duidelijk dat de informatie nu wel interessant was maar het nut was soms moeilijk te vinden. Men moest uiteindelijk iets kunnen doen met de informatie dat niet illegaal was en dit was niet zo evident als sommigen dachten. Dit kwam eveneens duidelijk naar voor in de interviews met werknemers van het ministerie die zich met economische zaken bezig hielden.
“What can the Ministry of Foreign Affairs and Trade do [with economic intelligence] which obeys the rules? You can’t give it to one company over another or you might tread on other agencies’ toes [e.g. a New Zealand company getting advantage over an Australian or US company]. So it’s hard to get it to a level where it is useful. It is debatable whether it has found any useful or strategic use.”
In de praktijk is de informatie die men verzamelt dus nog steeds van weinig belang. De focus van zowel de kleinere lidstaten als de NSA en de GCHQ ligt nog steeds niet op economische inlichtingen. Men moet niet ontkennen dat er wel economische inlichtingen worden verstrekt maar dit is zeker niet de hoofdzaak van de inlichtingendiensten.67
67
HAGER, N., Secret Power: New Zeeland's role in the international spy network, Nelson, Craig Potton Publishing, 1996, 240-248
58
5.4. Industriële spionage
Naast militaire en politiek informatie verzamelt men aan de hand van Echelon ook economische informatie zoals ontwikkelingen in economische sectoren, trends op de markten, informatie over embargo’s, enz. Naast deze algemene economische informatie onderschept Echelon ook communicatie binnenin ondernemingen of tussen verschillende ondernemingen indien er zich samenwerkingen voordoen. De inlichtingendiensten hebben dan ook een uitgesproken mening over economische informatie.
Robert Gates, directeur van de CIA, hield op 13 april 1992 voor de Economic Club of Detroit een lezing over dit onderwerp. 'De herdefiniëring van nationale veiligheid onderstreept het enorm toegenomen belang van internationale economische zaken in het werk van de inlichtingendiensten,' hield Gates zijn gehoor voor. 'Bijna veertig procent van de nieuwe opdrachten zijn economisch van aard. De meeste beleidsmakers van de overheid zien in dat veel van de belangrijkste uitdagingen en kansen aan het eind van deze eeuw in de internationale economische arena liggen.' Eerder had Gates gesteld dat, ook al deed de CIA niet aan "commerciële spionage", de dienst wel 'behulpzaam kon zijn bij economische inlichtingen, door buitenlandse regeringen te identificeren die zich schuldig maken aan corrupt zakendoen'. Gates vervolgde dat een 'tweede algemene economische inlichtingentaak' ligt in het volgen van 'technologische trends die de nationale veiligheid kunnen bedreigen.' 'We moeten nauw toezien op de ontwikkeling van buitenlandse capaciteit op het gebied van geavanceerde technologie - niet alleen op militair gebied - die grote veiligheids- of economische gevolgen kunnen hebben.' Naast de CIA is het ook bekend dat de NSA dezelfde mening toegedaan is en bijgevolg zullen ze niet schuwen om economische informatie te onderscheppen. 68
68
Citaten komen uit KOBER, S., Policy Analysis No. 185, Washington, Cato-Institute, 1992
59
Maar deze mening is niet enkel door de VS verdedigd. Ook de Engelsen weten wel raad met de ongekende mogelijkheden die Echelon biedt. De voormalig Britse minister van Buitenlandse Zaken Lord Owen en ex-topambtenaar Lord Renwick gaven in de BBCdocumentaire 'How to be a Foreign Secretary' (januari 1998) toe dat de Engelse inlichtingendienst MI6 de Europese bondgenoten bespioneert. 'Het zou een vorm van plichtsverzuim zijn als we niet probeerden zoveel mogelijk informatie te verzamelen over degenen met wie we onderhandelen, maar onze bedoelingen zijn doorgaans honorabel,' zei Renwick in deze documentaire.69
De officiële verklaring is dat aan industriële spionage gedaan wordt als preventieve maatregel tegen omkoperij. Maar deze gedetailleerde informatie kan snel leiden tot een voordeel op de markt. Het zou uiteraard verkeerd zijn indien inlichtingendiensten zich zouden laten gebruiken om binnenlandse bedrijven van informatie te voorzien waarmee ze voordeel op de internationale markt zouden kunnen hebben. De UKUSA-landen verklaren unaniem dat de informatie die ze ontvangen niet wordt doorgegeven aan binnenlandse bedrijven. Er zijn al vaak geruchten geweest dat dit wel het geval zou zijn maar wegens het gebrek aan bewijs is hier nooit een rechtzaak van gekomen.70
Er is dus weinig twijfel over het feit dat de UKUSA-alliantie aan bedrijfsspionage doet aangezien personen die hoge functies bekleden dit zelfs niet meer ontkennen. Ze geven ook toe dat men door middel van deze informatie veel verschil kunnen uitmaken in de globale economie. Door informatie over het onderzoek, de ontwikkeling, de procedures, de distributie, e.a. te gebruiken heeft men een veel beter inzicht op de plannen van de onderneming maar ook over zijn zwakke punten. Op deze manier zou de concurrentie strategisch het overwicht kunnen halen op de arbeidsmarkt. Een deel van deze informatie is ook beschikbaar voor het publiek maar dit is uiteraard beperkt. Toch zijn er tegenwoordig firma’s die hierin gespecialiseerd zijn. Enkel door middel van legale procedures maken ze zo een complete analyse van de concurrent op de markt. In de VS is dit zelfs al ingeburgerd. Ook in Europa begint dit meer en meer mee te spelen. Door deze professionele analyse heeft men ook een veel beter zicht op de gehele situatie. Bedrijfsspionage kan dus ook op een legale manier gebeuren. De manier waarop men aan de 69
VAN BUUREN, J., “Rode oortjes; Internationaal afluisteren”, Privacy en informatie, 2001, p.52-58 Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 135-136 70
60
informatie komt, bepaalt dus of men legaal of crimineel bezig is. De analyse op zich is niet verboden bij wet maar de gedragingen die men doet om aan de informatie te komen kunnen wel verboden zijn. Uiteraard is de belangrijkste informatie meestal beschermd door de onderneming zelf en kan men soms niet anders dan op illegale wijze deze te onderscheppen.71
5.4.1. Bruikbaarheid van Echelon De UKUSA-landen kunnen door middel van het Echelon systeem wel veel informatie onderscheppen maar de vraag is hier vooral of men dit op een efficiënte en effectieve manier kan doen. Want de gevoelige economische informatie van ondernemingen wordt meestal binnenskamers gehouden waardoor men hier meestal moet terugvallen op HUMINT. Aangezien ondernemingen meer open zijn dan de faciliteiten van het leger of inlichtingendiensten, kan men hiervoor andere methoden gebruiken . Ondernemingen nemen regelmatig nieuwe werknemers aan. Deze worden wel gescreend maar in minder sterke mate dan in sommige overheidsdiensten. Hierdoor kan men gemakkelijker een werknemer vinden die om een bepaalde reden wel informatie zou kunnen lekken. Ondernemingen zullen ook minder beveiliging hebben dan legerbasissen dus is het ook gemakkelijker om op bepaalde plaatsen te komen. Door deze vrijheid die men heeft om door het grootste deel van het bedrijf te wandelen kan men ook gemakkelijker aan informatie komen. Het enige dat men nog nodig heeft is een diskette, een cd-rom of een laptop om elektronische data te kopiëren. Ook diefstal van de oorspronkelijke data is mogelijk maar deze wordt uiteraard sneller opgemerkt. De regel is “Hoe kleiner de ondernemingen zijn, hoe minder men de informatie beschermt”. Hierdoor kan men ook gemakkelijker de technische apparatuur aftappen.72 Het overgrote deel van de informatieverzameling gebeurt dan ook op deze manieren.
71
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 98 72 Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 99-100
61
Enkel indien men informatie via een communicatiesysteem verzendt, kan men dit ook gemakkelijk van buitenaf ontvangen. Dit komt echter maar in 3 gevallen voor:
•
Indien men werkt in ondernemingen die in minstens 3 verschillende tijdszones, wordt de informatie telkens doorgestuurd naar de volgende zones.
•
Indien men gebruik maakt van videoconferenties binnenin multinationals.
•
Indien er belangrijke contracten worden gemaakt en het nodig is om de hoofd van de onderneming te spreken.
Aangezien deze verbindingen bijna nooit als onveilig worden beschouwd, meer door onwetendheid dan door onvoorzichtigheid, kan men hier gemakkelijk worden afgeluisterd.73
Hierdoor kan men dus wel stellen dat Echelon in principe niet geschikt is om aan industriële spionage te doen. De meeste informatie die men gebruikt over ondernemingen, wordt aan de hand van HUMINT verzameld. De informatie die men via Echelon krijgt, kan men soms niet goed voorspellen hoewel men van sommige bedrijven ondertussen wel weet of ze via een communicatiesysteem werken dat onderschept kan worden. Toch krijgt Echelon soms informatie binnen die men kan gebruiken. De VS zou, volgens de rapporten van de EU, door de informatie die Echelon onderschepte, contracten hebben kunnen aangaan die een uiteindelijk waarde van 7 miljard dollar hebben. Dit is dus geen kleine bedrijfsspionage meer. Indien men de binnenlandse economie zo kan vooruithelpen, wordt dit blijkbaar wel gedaan. De EU kon hier echter geen bewijzen van vinden.74
Wettelijk gezien mag Echelon dan geen informatie doorgeven dat tot een bevoordeelde positie zou leiden op de wereldmarkt. De wetten van alle geïndustrialiseerde landen bepalen de diefstal van economische geheimen van ondernemingen als een misdrijf. De wetgeving verschilt wel van land tot land maar overal is de straf van industriële spionage minder zwaar dan spionage met betrekking tot nationale veiligheid. In verschillende landen is het echter alleen een misdrijf om binnenlandse bedrijven te bespioneren en staat er geen straf op de spionage van buitenlandse bedrijven. 73
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 135-136 74 COELHO, C., Echelon: the risk is there - precautions are needed [WWW], European Parliament Press Release, http://www.cyber-rights.org/interception/echelon/ ,10/04/2000
62
Verder zijn deze wetten gemaakt om spionage tussen bedrijven onderling te bestraffen. De wetgeving beperkt zich ook enkel tot deze bedrijven. Hierdoor is het eigenlijk legaal voor de inlichtingendiensten om informatie te stelen van bedrijven.
Toch is er een grijs gebied waar men de wetgeving soms wel en soms niet omzeilt. Volgens de economische wetten zijn de inlichtingendiensten niet strafbaar bij spionage maar de wetten die de inlichtingendiensten aanstellen bepalen hun opdracht. Indien men zich specifiek zou richten op een bepaald bedrijf valt dit niet meer onder hun wettelijk opdracht. Deze grens is echter vrij vaag en men draait de waarheid dan meestal naar zijn hand om bepaalde opdrachten goed te praten. Meestal moeten de inlichtingendiensten zich ook niet verantwoorden want de kans dat men een rechtszaak start tegen hen, is altijd vrij klein. Deze inlichtingenoperaties laten geen spoor achter en bijgevolg is er bijna nooit hard bewijs dat er effectief gespioneerd is. Hierdoor gaan inlichtingendiensten altijd vrijuit. Toch zijn er zaken bekend van industriële spionage. In een rapport van de Europese Unie staat hier een zeer mooie samenvatting van.(Zie bijlage B)75
75
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 102-107
63
5.4.2. Moeilijkheden in verband met industriële spionage De meeste staten hebben ondertussen het feit geaccepteerd hebben dat de meeste inlichtingendiensten naast de normale informatie rond nationale veiligheid ook een deel economische informatie onderscheppen. Zolang dit niet volkomen in strijd is met de hen voorgeschreven wettelijke opdrachten is er ook geen probleem. Deze onderlinge stilzwijgende overeenkomst blijft aan de orde tot er een land deze informatie gebruikt om een eigen industrie te versterken. Elke staat die hierop betrapt wordt, komt onder zware politieke druk te staan. Landen die politiek niet zo sterk in de schoenen staan, kunnen hier soms nog mee wegkomen. Maar de UKUSA-landen, met de VS als voorloper, zijn eerder grootmachten en hebben politiek redelijk veel verantwoordelijkheid. Hierdoor zou de politieke druk nog groter zijn dan voor kleinere naties.
Naast het politieke probleem, is er nog een praktische kwestie die men niet gemakkelijk kan oplossen en indien deze verkeerd wordt aangepakt, kan deze catastrofale gevolgen hebben. De informatie waarmee men de industrie van het land wilt bevoordelen, moet ergens op de markt geraken. Men moet dus beslissen aan welke onderneming men deze waardevolle informatie geeft. In sommige gevallen is dit vrij gemakkelijk wegens het kleine aantal ondernemingen op de wereldmarkt. Er zijn bijvoorbeeld maar 2 ondernemingen in de gehele wereld die een leidende rol hebben inzake vliegtuigbouw. In de meeste gevallen zijn er echter een groter aantal ondernemingen die er toe doen. Indien al deze ondernemingen apart werken en er is geen enkele onderneming die onder controle van de staat zijn werkzaamheden uitoefent, dan is het moeilijk om een onderneming te bevoordelen. Meestal wordt dit ook helemaal niet gedaan aangezien men niet een enkele onderneming wil voortrekken maar een gehele nationale industrie. Daarom zou men alle ondernemingen deze informatie moeten doorspelen. Dit is echter uitermate gevaarlijk aangezien de geheime aard van de informatie. Indien men dit zou doen, is er veel kans dat één bedrijf of één van zijn werknemers, hier toch bedenkingen zou bij hebben. Als dit dan zou uitlekken in de pers dat inlichtingendiensten bedrijven hebben geholpen om een bevoordeelde positie op de wereldmarkt te nemen, zou dit een wereldwijd schandaal tot gevolg hebben. Bovendien is de onderschepte informatie vaak een vorm van nieuwe technologie. Dit soort informatie kan men echter maar aan één onderneming geven aangezien er ook maar één onderneming een patent kan aanvragen op “hun” nieuwe uitvinding. De vraag is dan alleen welke onderneming men moet gaan voortrekken. De manier waarop men dit beslist is uiteraard strikt geheim gehouden. 64
In landen zoals de VS kan men zich hier wel een beeld van vormen hoe deze beslissing wordt beïnvloed. Hier wordt de politieke partijen gesteund door verschillende ondernemingen. Deze ondernemingen financieren de campagnes van verschillende politieke figuren. Het zou dan ook niet verwonderlijk zijn indien deze ondernemingen door middel van politieke druk worden voorgetrokken. Langs de andere kant worden deze ondernemingen ook iets meer in de gaten gehouden want indien men ooit bewijs zou vinden dat één onderneming effectief werd bevoordeeld door de inlichtingendiensten dan zou de reactie immens groot zijn. 76
76
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 107-108
65
6. Conclusie Zoals gebleken in mijn thesis zijn er dus zowel voor- als nadelen aan het echelonnetwerk verbonden. De intenties waarmee men een inlichtingendienst opricht, zijn altijd goed. Het was een handig instrument dat een natie kon gebruiken in moeilijke tijden. De geschiedenis heeft uitgewezen dat men in een oorlog altijd op inlichtingendiensten moet kunnen rekenen. Aan de hand van informatie kan men dan ook gemakkelijker een oorlog winnen. Men kan dus zeker besluiten dat een inlichtingendienst noodzakelijk is tijdens een oorlog. Echelon had dus zeker zijn nut tijdens de Koude Oorlog en de Vietnamoorlog maar achteraf begon men te merken dat er toch minder nood was aan inlichtingendiensten.
Inlichtingendiensten zouden ook in vredestijd nuttig kunnen zijn maar naar mijn mening in mindere mate. Ze zijn inderdaad geschikt voor oorlogsvoering en ook voor criminaliteit op te sporen maar in mindere mate voor economische inlichtingen. De overheden beweren wel dat de inlichtingendiensten nuttige informatie geven maar indien men doorvraagt, geven zij ook toe dat men geen beleidsbeslissing voert aan de hand van de informatie van deze diensten. Ze zouden zelf weinig tot geen invloed hebben bij het maken van beslissingen. Nu men de nadruk probeert te leggen op de economische inlichtingen blijkt dat men deze ook niet kan gebruiken. Ze zijn wel interessant maar hebben weinig nut aangezien men er niets legaal mee kan doen. Toch gebruikt men dit excuus nog steeds om te bewijzen dat de inlichtingendienst op zich nog nuttig is. Naast de economische informatie zijn er ook nog de inlichtingen in verband met internationale criminaliteit en georganiseerde misdaad. Hiervoor zijn de inlichtingendiensten vooral in vredestijd heel belangrijk. Dit is hun momenteel hun sterkste punt. Indien ze zich hier meer zouden op toespitsen, zou men zelfs nog veel meer kunnen bereiken. Toch kiezen ze ervoor om te verklaren dat ze een economisch nut hebben. Indien men publiek zou maken dat men een grote invloed op internationale criminaliteit kan hebben, zou men volgens mij meer steun krijgen.
Echelon levert een enorme stroom aan informatie aan al de lidstaten van de UKUSA-alliantie. Voor de kleinere staten; Canada, Nieuw-Zeeland en Australië, is dit waarschijnlijk wel interessant maar niet zo nuttig. In Nieuw-Zeeland is er al sprake geweest om uit het Echelonnetwerk te stappen maar aangezien dit niet goed zou zijn voor de banden tussen de
66
verschillende lidstaten, hebben ze hier toch altijd van afgezien. Vooral de VS en ook deels het VK hebben voordeel van Echelon, deze andere landen hebben ook de capaciteit niet om alles te verwerken zoals de NSA dit bijvoorbeeld doet. Hoewel ze dus ook voordelen hebben van het systeem, is Echelon van minder nut voor de kleine lidstaten.
Uit de verschillende bronnen die ik gelezen heb, blijkt dat de NSA bij de andere lidstaten toch aandringt om de alliantie te behouden. Uiteindelijk doet de NSA ook het meeste om Echelon in stand te houden. Dit alleen al bewijst hoe belangrijk Echelon voor de VS is. De NSA verzorgt niet alleen de installaties in eigen land maar helpt de andere lidstaten ook. In Onderscheppingsstations van Nieuw-Zeeland staat Amerikaanse apparatuur en werken ook vaak nog Amerikaanse werknemers. Soms heeft men hierdoor het gevoel dat de NSA Echelon beheerst en dat de andere landen meer als poppen van een poppenspeler zijn. Dit is ook te begrijpen na de aanslagen van 9/11. De VS werden hier persoonlijk aangevallen en achteraf werd de NSA vrij fel bekritiseerd. Door deze aanvallen weet men nu wel dat het Echelonnetwerk niet onfeilbaar is. Hierdoor heeft men de organisatie van de NSA aangepast om beter voorbereid te zijn op dit soort terrorisme. De NSA is nu veel pro-actiever en leidt zo de UKUSA-alliantie verder. Het Echelonnetwerk zal nu ongetwijfeld beter voorbereid zijn op dergelijke incidenten.
Het grootste probleem rond Echelon blijft nog altijd dat men meestal werkt in hiaten in de wetgeving. Diensten die de bevoegdheid niet gekregen hebben om hun landgenoten te bespioneren mogen dit ook niet doen via de buitenlandse bevriende inlichtingendiensten. Verder beweert de EU dat de VS ook via bedrijfsspionage de wereldmarkt beïnvloed. Hoewel er geen harde bewijzen zijn om dit te staven, kan men er wel van uit gaan dat deze dingen werkelijk gebeuren. Deze dingen kan men volgens mij grotendeels tegengaan door de inlichtingendiensten uit de geheime sfeer te trekken. Het is logisch dat de bevolking niet alles moet weten maar nu werken ze niet in de democratie maar ernaast. Indien er meer wordt overlegd en samengewerkt met de verkiesbare overheden, zouden beide partijen meer nut van elkaar hebben. De overheid zou op deze manier de informatie kunnen bekomen die ze zelf vragen en de inlichtingendiensten zouden meer gericht kunnen werken. Indien ze goed werk leveren en men merkt dat de inlichtingen opbrengen, kan men via het budget de inlichtingendienst zelfs “belonen”. Naast deze duidelijke voordelen, zullen de inlichtingendiensten ook minder
67
illegale praktijken kunnen uitoefenen. Door de controle zullen ze meer moeten oppassen wat ze doen.
Echelon is dus technisch gezien een zeer goed inlichtingensysteem. Spijtig genoeg misbruiken de UKUSA-landen het soms om er de wetgeving mee te omzeilen. Als men een beter contact zou hebben met de overheden van de respectievelijke landen, zou men het systeem nog beter kunnen laten functioneren en zouden er minder tot geen illegale acties meer gebeuren.
68
7. Bibliografie 7.1. Boeken en andere publicaties ANDERSON, R., The Worst Internal Scandal in NSA History Was Blamed on Cold War Defectors’Homosexuality, Seattle Weekly,15/02/2010, p.5
ANDREW, C., “The growth of the Australian intelligence community and the AngloAmerican connection, Intelligence and National Security, 1989, p. 213-256
ANDREW, C., ‘The making of the Anglo-American SIGINT Alliance’ in In the Name of Intelligence. Essays in Honor of Walter Pforzheimer, PEAKE, H.B. en HALPERN, S., (Eds.), Washington, NIBC Press, 1994, 620 p.
BAMFORD, J., Body of secrets, Anchor Books, New York, 2001, 763 p.
BAMFORD, J., The Puzzle Palace, Boston, Houghton Mifflin, 1982, 465 p.
Commission on the Roles and Capabilities of the United States Intelligence Community, Preparing for the 21st century: An appraisal of U.S. intelligence, Washington D.C. , U.S. Government Printing Office, 1996, 71 p.
DESMOND, B. en RICHELSON, J., The Ties That Bind: Intelligence Cooperation Between the UKUSA Countries, AuckLand, Allen and Unwin, 1985, 424 p.
Domestic and External Secretariat of the Department of the Prime Minister and Cabinet of New Zealand, Securing our Nation’s Safety. How New Zealand manages its security and intelligence agencies, Wellington, Domestic and External Security Group, 2000, enkel te verkrijgen op http://www.dpmc.govt.nz/dpmc/publications/index.html
GOODSPEED, P., The new space invaders, spies in the sky, National Post, 19/02/2000
HAGER, N., Secret Power: New Zeeland's role in the international spy network, Nelson, Craig Potton Publishing, 1996, 299 p.
69
KOBER, S., Policy Analysis No. 185, Washington, Cato-Institute, 1992
MATTHIJS, H.,Cursus Politieke Structuren van de Verenigde Staten van Amerika, Brussel, VUB, 2006
NATO, NATO Glossary of terms and definitions AAP-6, s.l., Allied Administrative Publication of the NATO, 2008, 364 p.
O’SHAUGHNESSY, H., “Thatcher ordered Lonhro phone-tap over Harrods affair”, Observer, 28/06/1992
RADDEN, K.P., Chatter. Hoe iedereen wereldwijd wordt afgeluisterd, Amsterdam, Uitgeverij Balans, 2005, 319 p.
RICHELSON, J., The U.S. Intelligence Community, Jackson, Westview Press, 1999, 544 p.
STOA , Development of surveillance technology and risk of abuse of economic information, V dln., Luxemburg, European Parliament, 1999, 135 p.
SUN, T., de kunst van het oorlogvoeren, Librero, Kerkdriel, 2006, 272 p.
Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 113 p.
Text of Statements Read in Moscow by Former U.S. Security Agency Workers Wednesday September 7, New York Times, 7/09/1960, p.10.
VAN BUUREN, J., “Rode oortjes; Internationaal afluisteren”, Privacy en informatie, 2001, p.52-58
Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden zoals gewijzigd door Protocol Nr. 11 met de aanvullende Protocollen Nrs. 1, 4, 6, 7, 12 en 13, Raad van Europa, Griffie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 2003, 41 p. 70
7.2. Internetreferenties
CAMPBELL, D., Inside Echelon [WWW], Heise Zeitschriften Verlag, http://www.heise.de/tp/r4/artikel/6/6929/1.html [18/03/2010]
CHAMBLISSE, S., Counterterrorism intelligence capabilities and performance prior to 9/11[WWW], Cryptome, http://cryptome.quintessenz.at/mirror/ths071702.htm [23/02/2010]
COELHO, C., Echelon: the risk is there - precautions are needed [WWW], European Parliament Press Release, http://www.cyber-rights.org/interception/echelon/ ,10/04/2000
RICHELSON, J., The National Security Agency Declassified [WWW], National Security Archive Electronic Briefing Book, http://www.gwu.edu/~nsarchiv/NSAEBB/NSAEBB24/index.htm, 02/04/2000
71
8. Bijlagen Bijlage A RICHELSON, J., The National Security Agency Declassified [WWW], National Security Archive Electronic Briefing Book, http://www.gwu.edu/~nsarchiv/NSAEBB/NSAEBB24/index.htm, 02/04/2000
I
II
III
Bijlage B Temporary Committee on the ECHELON Interception System, Report on the existence of a global system for the interception of private and commercial communications (ECHELON interception system), Luxemburg, European Parliament, 2001, 102-107
IV
V
VI
VII