Bevolkingskrimp een zegen of vloek voor de architectuur Thema: Architectuur en de bevolkingskrimp Vak: Philosophy in architecture ( 7X700) Docent: Dr. Jacob Voorthuis Door: Ilse Jonkman Idnr: 0589714
Bevolkingskrimp een zegen of vloek voor de architectuur De vorige eeuw werd gekenmerkt door een enorme bevolkings- en welvaartsgroei. Dat leverde veel bouwopgaven en werk voor architecten op. Nu, aan het begin van de 21e eeuw, is het duidelijk dat dit gaat veranderen. De groei van de wereldbevolking, en daarmee ook die van Europa en Nederland, zal in de loop van deze eeuw stagneren en afnemen 1. Wat deze krimp van de bevolking voor de architectuur van de 21e eeuw zal betekenen en hoe architecten in Nederland onder invloed van dit gegeven nog bij kunnen dragen aan de ruimtelijke inrichƟng van de samenleving in deze eeuw, zal de uitdaging zijn voor deze beroepsgroep.
Wereldwijd zal in de 21e eeuw de groei van de wereldbevolking afnemen. In verschillende Europese landen krimpen de bevolkingsaantallen al, zoals in Italië2. Dit levert krimpende steden en regio’s op. Dit gaat verder dan de ontvolking van het pla eland wat al langer aan de gang is 3. Ook in Nederland zal de bevolking in de komende eeuw af gaan nemen. In verhouding tot andere Europese landen zet deze bevolkingskrimp zich rela ef laat in en zal zich volgens het CBS gaan voltrekken in 2038 4. Deze krimp brengt onmiskenbaar veranderingen mee voor de ontwerper van de 21e eeuw. Zo stelt Hans Ibelings in zijn boek ‘Europese architectuur vanaf 1890’. ‘Een krimpende bevolking zal leiden tot een krimpende bouwopgave, en daarmee komt een breuk tot stand met de afgelopen anderhalve eeuw, waarin groei en vooruitgang - of anders zeker wel groei en verandering - onlosmakelijk met elkaar waren verbonden 5. De krimp betekent dat er nieuwe opgaven zullen komen om vorm te geven aan de stad die ontwerpers echter niet tegemoet kunnen treden met de gebruikelijke reflex waarmee elk probleem wordt opgelost door er vierkante meters bij te bouwen 6. Naast deze verandering op stedenbouwkundig niveau stelt hij dat: ‘er in de achterliggende periode zoveel openbare gebouwen gerealiseerd zijn dat zelfs als de bevolking nog verder zou
groeien een verzadigingspunt bereikt is. Hoeveel bibliotheken, musea, theaters, scholen enzovoort zouden er nog bij kunnen komen 7? Bij alles wat er is, zal de behoe e aan nog meer afnemen. Naar architectuur zal al jd vraag blijven, maar niet meer in de mate waarin dat gedurende de 20e eeuw het geval was 8’. Dat er door de krimp van de bevolking iets fundamenteels gaat veranderen voor de architectuur en dat ze niet op gelijke voet verder kan gaan blijkt uit bovenstaande citaten. Er zal een antwoord geformuleerd moeten worden op de vraag hoe de architectuur onder invloed van de krimpende bevolking bij kan dragen aan de ruimtelijke inrich ng van de samenleving in de 21e eeuw.
Regionaal plannen In het ar kel ‘Mul func oneel gebruik gebouwen en gebieden noodzakelijk - Wennen aan wedera ouw’ in De Ingenieur van 28 januari 2011 worden sugges es gedaan en voorbeelden genoemd van hoe onder andere de architectuur om kan gaan met het toekoms ge krimpvraagstuk in Nederland. Doordat een aantal gebieden in Nederland op dit moment al door het verdwijnen van werk en func es leeglopen is er reeds kennis opgedaan over hoe om te gaan met bevolkingskrimp. Hieruit blijkt dat vooral overheid provincie en gemeenten hier een grote rol in zullen moeten spelen. ‘Alles in de bouwwereld is markt geworden’ stelt OTB onderzoeker Harry van der Heijde. ‘Iedereen concurreert met elkaar, niet alleen bouwbedrijven, projectontwikkelaars, maar ook gemeenten. Daardoor is het niet makkelijk om op regionaal niveau te opereren’. En juist deze regionale samenwerking is het belangrijkste devies om de aanstaande bevolkingskrimp op te vangen. ‘Niet elke gemeente kan meer zijn eigen sporthalletje of scholengemeenschap onderhouden. In de toekomst zullen ze daarom strikter moeten kijken wie welke voorzieningen waar realiseert. De kantoren- en huizenmarkt zal een soortgelijke aanpak vergen. Daartoe zullen ook de demografische modellen meer geschikt moeten worden gemaakt voor regionaal gebruik’ 9. Dit regionaal opereren van gemeente zal er toe leiden dat de mobiliteit van de bewoners toeneemt en daarvoor zullen de nodige vervoersnetwerken onderhouden en uitgebreid worden.
3
Nieuwbouw Naast het meer regionaal plannen en het samenwerken van overheid, provincie en gemeenten, is het belangrijk dat er de komende jd secuur gepland wordt. Want ook al groeit de bevolking in Nederland de komende 30 jaar nog met ongeveer 1 miljoen mensen, daarna wordt de krimp toch echt realiteit. Onder dit secuur plannen valt het levensloopbestendig maken van gebieden, terreinen en gebouwen en het niet bouwen voor de eeuwigheid. Dit kan door ze Mul -func oneel te maken. Grond die gereserveerd is voor de verdubbeling van een snelweg of woonwijk, kan volgens Corné Nijburg van de civiele-kennisontwikkelingsorganisa e CURNET, jdelijk bestemd worden als natuurgebied of evenemententerrein. Een gebouw kan levensloopbestendig gemaakt worden door bij de nieuwbouw beter te kijken naar andere bestemmingen in de toekomst. ‘Bij het ontwerpen van een school moet rekening worden gehouden met een nieuwe bestemming als bejaardenhuis of seniorenwoning. Dat betekent dus nu al gelijkvloers bouwen zonder drempels en met een water- en rioolsysteem dat ook de nieuwe bestemming aankan’, aldus Nijburg 10. Daarnaast kan het niet meer bouwen voor de eeuwigheid ingevuld worden door het ontwerpen van duurzame gebouwen waarbij in de ontwerpfase al rekening wordt gehouden met de sloop van het object en het hergebruik van materialen. Volgens prof. ir. Henco Bekkering, hoogleraar Urban Design van de TU Del , ‘zullen de toekoms ge bouwkundigen en architecten de pre-occupa e met de hedendaagse flitsende vormen meer laten varen om de beschikbaarheid van materiaal en onderdelen te laten prevaleren’. Er zijn bureaus die op deze trend van demontabel bouwen hebben gepreludeerd. Een pionier als Jouke Post van XX Architecten ontwierp al meer dan en jaar geleden gebouwen die na een afschrijvingstermijn van pakweg twin g jaar kunnen worden afgebroken om tot en met de laatste schroef te worden hergebruikt – cradle-to-cradle avant la leƩre 11. Kennis van hergebruik, duurzaamheid, materiaal, bouwtechniek, ambacht en wat het kost is onmisbaar voor de 21e eeuwse architect om mul func onele en cradle-to-cradle gebouwen te kunnen realiseren.
Herbestemmen Naast nieuwbouw zal de opgave voor architecten van de 21e eeuw vooral bestaan
4
uit het transformeren van bestaande gebieden en gebouwen naar de eisen van deze jd en de toekomst. De afgelopen eeuw is er veel gebouwd en daarmee is een groot bestand aan gebouwen gecreëerd. De opgave voor architecten zal bestaan uit het samenvoegen van krappe appartementen of woningen, om zo aan de ruimte eis van deze jd te voldoen, of uit het slopen van bijvoorbeeld woningen uit een rij, als niemand hier meer wil wonen. Dit slopen is pijnlijk voor de portemonnee van gemeenten als het om nog niet afgeschreven onroerend goed gaat. Architecten kunnen gemeenten in krimpregio’s adviseren over wat de sterke punten van het gebied zijn. Wat behouden moet blijven en wat toch echt gesloopt moet worden. Bij het slopen en herstructureren van gebieden is het belangrijk dat dit secuur gedaan wordt om zo met zo min mogelijk geld zoveel mogelijk te bereiken. De rigide en grootschalige herstructureringsopera es van de afgelopen jaren kunnen niet meer in krimpsitua es. Spreekwoordelijk zullen er mondjesmaat de ‘ro e kiezen’ getrokken moeten worden en daarbij moet er goed geluisterd worden naar de wensen van de bewoners 12. Een voorbeeld van ‘ro e-kiezen-trekken’ aanpak is de wijk Sanderbout in Si ard. Deze wijk in de westelijke mijnstreek stond op de nomina e om
Aĩ 1: Cradle-to-cradle project XX in DelŌ van XX Architecten.
Aĩ 2: Plannen voor Sanderbout te SiƩard door HVN Architecten.
5
grotendeels gesloopt te worden. De woningcorpora e wilde het aandeel sociale huurwoningen terugbrengen en er luxe nieuwbouw voor in de plaats ze en. ‘Dit tot grote ontsteltenis van de gemeenschap, waarvan zelf velen in de mijnen werkzaam zijn geweest. Bewoners schreven een prijsvraag uit voor stedenbouwkundigen en architecten om een voorstel te doen tegen de sloop van 450 woningen. Uit zeven en inzendingen werd het voorstel van Jerome Paumann van HVN Architecten gekozen. Hij stelt een plan voor met als mo o: behoud is goud. In zijn visie vormt de oude mijnwerkerskolonie met haar compacte structuur de ruggengraat van de wijk. Wanneer je rigoureuze aanpassingen doet door slopen, sla je le erlijk en figuurlijk de ziel uit Sanderbout. Juist door de bestaande bouw zoveel mogelijk te behouden en daar waar het echt nodig is te slopen, kan de structuur van de historische mijnbouw behouden blijven. Met minimale middelen probeert hij de maximale poten es uit de wijk te halen. Zo stelt hij voor om bestaande woningen samen te voegen of uit te breiden. Hiermee slinkt de woningvoorraad, zonder de bo e bijl te hanteren. Dit betekent echter niet dat Paumann tegen vernieuwing is. Hij pleit er alleen voor om te behouden wat goed is en om door middel van een kleinschalige manier van bouwen aan te sluiten op de karakteris eken van de wijk’ 13. Een ander voorbeeld wat pleit voor een secure aanpak in krimpregio’s is de strategie voor duurzame stedenbouw die 2012Architecten ontwikkelde in opdracht van het ministerie van VROM, het Atelier Rijksbouwmeester en het Planbureau voor de Leefomgeving. In deze strategie stonden de Heerlense krachtwijken Meezenbroek, Schaesbergerveld en Palemig (MSP) centraal als casestudy. ‘2012Architecten besloot het gebied als een ecosysteem te benaderen. Het bureau analyseerde de loca e met een mul disciplinair team dat was samengesteld uit onder meer een scheikundige, een waterexpert en een milieukundige. Bestaande stromen energie, transport, geld, voedsel en water zijn voor dit gebied in kaart gebracht. Door het poten eel aan onderlinge verbindingen in het gebied aan te wijzen, wist 2012Architecten een kringloopmodel te bewerkstelligen. De verbindende schakels noemt Jan Jongert Cyclifiers. Voorbeelden hiervan zijn kassen die tussen bestaande rijwoningen het warmteverlies opvangen en voedselproduc e mogelijk maken. Leegstaande flats worden ingericht als pakhuis of champignonkwekerij. Dergelijke ac viteiten kunnen behalve een duurzame impuls ook werkgelegenheid en
6
een nieuw zel ewustzijn voor de regio opleveren. Door de voedselketen, de energiehuishouding en de economie op wijkniveau te concentreren, hee Jongert met zijn team berekend dat MSP over der g jaar voor tach g procent zelfvoorzienend kan zijn. De schema sche weergave van het ecosysteem of Recyclicity, zoals 2012Architecten het noemt, gee de bewoners en bestuurders inzicht in de keuzes die zelfvoorziening mogelijk maken. In de visie van Jongert is de uitdaging voor Parkstad Limburg om dingen slim opnieuw te gebruiken en verbindingen te leggen op lokaal niveau’ 14. Naast dat met een secure aanpak veel bereikt kan worden, laten bovenstaande voorbeelden zien hoe belangrijk het is dat de bewoner/ gebruiker van het gebied/ gebouw centraal staat. De eindgebruiker vormt de sleutel tot een realis sch project. Vraag en aanbod moeten op elkaar afgestemd worden met een focus op kwaliteit. Om die reden worden de vragers, de eigenaren en makers gedwongen om elkaar op te zoeken en ze staan gezamenlijk garant om een ontwerp te realiseren die een grote toegevoegde waarde hee voor de eindgebruiker. De noodzaak hiervan wordt nog extra versterkt door het feit dat als de eindgebruiker niet bekend is, banken en financiële instellingen het benodigde geld niet durven voor te schieten 15. Voor de architect brengt dit met zich mee dat deze goed zal moeten luisteren naar de wensen van de eindgebruiker, ook al is dit niet degene die betaald. Om de wensen van gebruikers uit verschillende lagen van de bevolking te begrijpen is het belangrijk dat de architect van de 21e eeuw midden in de samenleving staat en weet wat er speelt.
Nieuwe uitdaging In het begin van deze beschouwing stelt Hans Ibelings dat de krimp van de bevolking in de 21e eeuw zal leiden tot een afname van de bouwopgave, een afname van de vraag naar architectuur en een verandering van de architectuuropgave. Dat laatste is zeker het geval. Op dezelfde voet, zo blijkt uit bovenstaande voorbeelden, kan en zal niet verder gegaan worden. Wat betre de afname van de vraag naar architectuur en de crisis jd waar in we nu zi en, is het juist de verandering van de architectuuropgave die de enorme uitdaging vormt. De economie zal beteren en ook het aantal huishoudens en onze ruimtehonger neemt nog steeds gestaag toe 16. De opdracht van de architect verschui van veel
benadert het
nieuwbouw naar het herstructureren van het gebouwde in de 20e eeuw om zo de verworven bouwvoorraad te laten voldoen aan de wensen en eisen van deze jd en de toekomst. Voor de architect van de 21e eeuw is het belangrijk dat deze in staat is mul -func onele en cradle-to-cradle gebouwen te ontwerpen, dan wel te vormen uit de bestaande bouwvoorraad. Daarnaast zal de architect verstand moeten hebben van hergebruik, duurzaamheid, materiaal, bouwtechniek, ambacht en kosten. Tot slot zal de architect midden in de samenleving moeten staan om zo met ac ef en crea ef nadenken en handelen aan de wensen van de eindgebruiker te kunnen voldoen. Deze beroepsmodifica e zal er toe leiden dat de 21e eeuw een periode wordt met kwalita ef hoge en consciën euze architectuur!
cosysteem waarin riaal en voedselstgelegd. De aan(donkerblauw) eld aan nieuwe uw).
Construction material
Hill with mining rubble
Sand
Solar cell panels
Solar cells
Solar cell production
chip production
silicium waste
Sand
Sand mine
Construction material Sand waste Precipitation
Construction of houses and restoration of castle
Evaporation
Evaporation Precipitation
clean water
When demolished: construction material
Water bu er
Helophyte ltering system
Electricity
water
Resources Food
Sunligh t en solar heat
used water
Drinking water Rain water Natural gas for heating
Households
Greenhouses, farmland, urban far ms
Food
Schools
Electricity
Plant residue
When demolished: construction material
O ces
Organic w aste Crop residue, manure
Fertiliser
Sewage sludge
Municipal solid waste
water
Electricity Waste heat
Sewer
Biogas plan t (biodigest er)
Sewage sludge
Waste heat
Heat
Heat Biogas
Seasonal thermal storage in mines
Carbon dioxide
Biogas storage Biogas
Heat
Electricity
Aĩ 3: Rechts: 2012architecten benadert het gebied als een ecosysteem waarin de water-, materiaal en voedselstromen zijn vastgelegd. De aanwezige actoren (donkerblauw) worden gekoppeld aan
Combined hea t and power (CHP)
Electricity
food fertilizer
biogas CHP
greenhouses
crops
electricity
nieuwe actoren (lichtblauw).
biodigester
water biological waste and sewage sludge
thermal storage
Aĩ 4: Twee impressies van de duurzame stedenbouw ontwikkeld door 2012Architecten.
7
8
Bronvermelding Noten 1. Wanneer gaat de wereldbevolking krimpen?; Cassandraclub, 20 mei 2009: www.cassandraclub.wordpress.com/2009/05/20/wanneer-gaat-dewereldbevolking-krimpen/ 2. Didde, R: p. 23. 3. Ibelings, H: p. 41. 4. Didde, R: p. 22. 5. Ibelings, H: p. 78. 6. Ibelings, H: p. 42. 7. Ibelings, H: p. 78. 8. Ibelings, H: p. 220. 9. Didde, R: p. 25. 10. Didde, R: p. 24. 11. Didde, R: p. 24. 12. Didde, R: p. 25. 13. Tinga, F: p. 73 en 74. 14. Tinga, F: p. 74 tot en met 75. 15. Haan, M. de: p. 97. 16. Didde, R: p. 27.
Aĩeeldingen A 1: Green House Effect studio/thinktank 2009: www.ghe2009.wikispaces. com/XX-Office A 2: HVN Architecten: wwwh p: www.hvna.nl/page.asp?id=818 A 3: Tinga, F: p. 76 A 4: Tinga, F: p. 77
Bronnen • Didde, R.; Mul func oneel gebruik gebouwen en gebieden noodzakelijk, Wennen aan wedera ouw; De Ingenieur, 28 januari 2011: p. 20 tot en met 27. • Haan, M. de; Krimp als vijand van de oude jd; De Architect februari 2011: p. 94 tot en met 97. • Ibelings, H.; Europese architectuur vanaf 1890; Uitgeverij SUN, Amsterdam 2011; ISBN 978 90 8506 8808. • Tinga, F; Krimp als kan, op naar duurzaam Limburg; De Architect februari 2011: p. 72 tot en met 79.
9