Dutch Retail Market Bulletin - 2011
Duurzaam winkelvastgoed De Nederlandse economie laat bescheiden groeicijfers zien en ook het consumentenvertrouwen is verbeterd. Toch is de detailhandelsomzet nog niet hersteld. Wel wordt er een verdere groei van de online consumentenbestedingen verwacht.
De vraag naar winkelruimte op A1-locaties blijft in de grote steden op niveau en neemt af in de kleinere steden. Het verschil tussen de vraag naar A1-locaties en naar locaties in aanloopstraten wordt in alle steden groter.
De ontwikkeling van duurzaam winkelvastgoed staat in Nederland nog in de kinderschoenen. Duurzaamheid is voor retailers niet doorslaggevend in hun huisvestingskeuze. Betere samenwerking tussen eigenaren en retailers is essentieel om duurzaamheidsvoordelen te creëren.
On Point • Dutch Retail Market Bulletin • 2011 3
Voorwoord Dit Dutch Retail Market Bulletin beschrijft de laatste trends en ontwikkelingen op de vastgoedmarkt voor retail. Het behandelt onder meer de huurprijsontwikkelingen en de toenemende
In dit bulletin worden vier componenten beschreven die een essentiële rol spelen bij succesvolle verduurzaming van winkelvastgoed: •
zijn en hij moet de eventuele hogere huisvestingslasten kunnen
leegstand in aanloopstraten en kleinere steden. Ook komen de
compenseren door bijvoorbeeld een hogere omzet of
langjarige retailtrends en de toenemende interesse van
substantieel lagere energiekosten.
internationale retailers voor de Nederlandse retailmarkt aan bod. Dit bulletin besteedt niet alleen aandacht aan de gebruikersmarkt,
•
duurzame voorzieningen, alsmede de kosten en besparingen
bijzonder veel interesse voor winkelvastgoed, vooral van
die deze meebrengt, zijn bepalend voor het succes van
institutionele beleggers. Toch is het beleggingsvolume in de eerste
duurzaam winkelvastgoed.
helft van 2011 aanzienlijk afgenomen. Dit komt onder meer door •
omliggende winkelgebied. Andersom moet de locatie
duurzaamheid en de ontwikkeling van duurzaam winkelvastgoed.
voldoende aanleiding geven om verlenging van de levensduur
Uit onderzoek dat Jones Lang LaSalle in samenwerking met ING
door duurzaamheidsmaatregelen als zinvol te betitelen.
Real Estate Investment Management heeft gehouden onder bijna aspect is bij de huisvestingskeuze. Toch spelen aspecten als passantenstroom en bereikbaarheid een beduidend belangrijkere rol. Bovendien richten consumenten zich eerder op duurzaamheidsaspecten van producten van retailers dan op de huisvesting van retailers. Hierdoor is de vraag naar duurzaam vastgoed vanuit de retailers, in vergelijking met andere vastgoedsectoren, nog relatief beperkt. Omdat winkels veelal casco worden verhuurd, zijn de duurzaamheidsmaatregelen die eigenaren zelf kunnen nemen, beperkt. Bovendien hebben eigenaren nauwelijks inzicht in het energieverbruik van retailers. Uit het onderzoek blijkt ook dat slechts de helft van de retailers bereid is informatie hierover te delen. Door deze aspecten is er een beperkt aantal mogelijkheden om bestaand winkelvastgoed succesvol te verduurzamen.
De locatie: een duurzame winkel moet in de omgeving passen en minstens een stimulerende werking hebben op het
Deze publicatie gaat daarnaast dieper in op het thema
800 Nederlandse retailers, blijkt dat duurzaamheid een belangrijk
Het gebouw: de mogelijkheden die het gebouw, de winkelruimte en de installaties bieden voor implementatie van
maar ook aan de beleggingsmarkt. In 2010 was er namelijk
een aantal grootschalige transacties die in 2010 plaatsvonden.
De retailer: deze moet bereid zijn om duurzaam gehuisvest te
•
De eigenaar: de eigenaar moet bereid zijn om te investeren in duurzaamheidsmaatregelen. Samen met de retailer is hij de mogelijke initiator van de verduurzaming. In combinatie met de drie andere componenten bepaalt de eigenaar uiteindelijk het succes van de verduurzaming van winkelvastgoed.
De ontwikkeling van duurzaam winkelvastgoed staat in Nederland nog in de kinderschoenen. Bewustwording van het feit dat duurzaamheid van producten wordt bepaald door de hele keten, van inkoop en productie tot aan verkoop en gebruik, is van groot belang. Vanuit die visie en vanwege het feit dat vastgoed verantwoordelijk is voor bijna 50% van de totale CO2-uitstoot, is het niet meer dan logisch om ook winkelvastgoed te verduurzamen. Om dit te realiseren is samenwerking tussen betrokken partijen essentieel. Alleen op die manier is het verduurzamingspotentieel van winkelvastgoed optimaal te benutten en levert het voor alle partijen voordelen op. Zowel wat betreft de operationele kosten als wat betreft de aantrekkelijkheid van winkels en winkelgebieden en de waarde van het winkelvastgoed.
Richard Dallinga
Ruben Langbroek
Director Retail
Head of Research
4 On Point • Dutch Retail Market Bulletin • 2011
Economische ontwikkeling De Nederlandse economie laat vanaf de tweede helft van 2009 weer positieve groeicijfers zien. Het herstel startte zwak en onzeker, maar zette door en kwam eind 2010 uit op 1,7% groei. Ook voor 2011 en 2012 worden bescheiden groeicijfers geraamd: 2,0% in 2011 en 1,75% in 2012. Naar verwachting komt in het eerste kwartaal van 2012 het Nederlandse bruto nationaal product weer uit
Figuur 2: Omzet online bestedingen € miljard 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
boven het niveau van voor de crisis. De ontwikkeling van de
2005
2006
Nederlandse economie valt voor een groot deel samen met het internationale beeld. Zowel de krimp in 2009 als het herstel in 2010
2007
2008
januari - juni
2009
2010
juli - december
Bron: Thuiswinkel.org, 2011
werden bepaald door de export. De internationale omgeving blijft onzeker. Zo vormt de huidige schuldencrisis een serieuze
Online bestedingen
bedreiging voor de financiële stabiliteit in Europa.
Volgens Thuiswinkel.org is de omzet van online bestedingen in 2010 verder gestegen naar € 8,2 miljard. Daarmee vormden
Figuur 1: Economische ontwikkeling Nederland
aankopen via internet circa 23% van de totale detailhandelsForecast
8%
aankopen. Veruit het grootste deel van de aankopen, circa 71%, vond nog altijd plaats in een winkel of op een vergelijkbare fysieke
6% 4%
plek. Wel bleek dat er in 2010 vaker rechtstreeks bij de producent of
2%
fabrikant werd gekocht; dit aandeel bedroeg circa 6%. Voor 2011
0% -2%
wordt een online omzet verwacht van ruim € 9 miljard. Ook het
-4% -6%
detailhandelsaankopen zal naar verwachting verder groeien.
aandeel van de online aankopen in verhouding tot de totale
-8% 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Economische groei
Groei detailhandelsomzet
Bron: Global Insight, 2011
Gebruikersmarkt De polarisatie van de vraag naar winkelvastgoed die is ingezet na
De arbeidsmarkt ontwikkelt zich positief: de werkloosheid daalt naar
de crisis, zet door. De vraag naar winkelunits is onverminderd groot
verwachting verder tot 4% in 2012. Daarmee is er sprake van
op A1-locaties in grote steden als Amsterdam, Den Haag en
evenwicht en zelfs bijna van krapte op de arbeidsmarkt. Mede
Rotterdam, terwijl het aanbod schaars is. In middelgrote steden blijft
dankzij saldoverbeterende maatregelen van de Nederlandse
de vraag naar winkelvastgoed op A1-winkellocaties redelijk stabiel,
overheid loopt bovendien het nationale begrotingstekort snel terug.
maar deze vraag neemt in de kleinere steden duidelijk af. Daarnaast
Deze maatregelen dempen echter het herstel en ze werken door in
loopt het verschil tussen de vraag naar A1-locaties en locaties in
de koopkracht van consumenten, die volgens het CBS in 2010 met
aanloopstraten in alle steden verder op. Gemiddeld is er in
-0,5% daalde en dit jaar naar verwachting verder daalt tot -1,0%.
Nederland sprake van een toename van het aanbod.
Het consumentenvertrouwen is sinds begin 2011 wel licht verbeterd, maar gezien de verwachte daling van de koopkracht blijven
Tabel 1: Vraag winkelruimte retailers in Nederland
consumenten waarschijnlijk voorlopig terughoudend. Winkelunits
De Nederlandse detailhandelsomzet lag in mei 2011 0,5% hoger dan in april 2010. Deze toename is volledig toe te schrijven aan prijsstijgingen, want het omzetvolume kromp met -2,1%. De detailhandelsomzet is nog niet op het niveau van voor de crisis en naar verwachting zal de groei over heel 2011 en 2012 zeer gematigd zijn.
Winkelcentra
Toplocaties Secundaire locaties
Hoog
Laag
Retail warehousing
On Point • Dutch Retail Market Bulletin • 2011 5
Figuur 3: Tophuurprijzen winkelunits
Voor de vier grootste winkelsteden in Nederland wordt voor de periode tot en met 2013 slechts een gematigde groei verwacht van
Per m² wvo p.j.
Amsterdam
€ 2.800
Maastricht
daarmee in lijn met steden in het Verenigd Koninkrijk en Spanje. De
€ 1.690
Utrecht
huurgroeiontwikkeling in de Nederlandse steden blijft echter licht
€ 1.635
Rotterdam
€ 1.700
Eindhoven
€ 1.400
Den Haag
€ 1.400 €0
€ 500
tophuren voor winkelunits (1,1-2,1%). De Nederlandse steden liggen
achter bij de ontwikkeling in de overige Europese steden. Vooral voor Moskou en steden in Duitsland, Polen, Turkije en Scandinavië zijn de verwachtingen optimistisch; de tophuur voor solitaire
€ 1.000 € 1.500 € 2.000 € 2.500 € 3.000
Bron: Jones Lang LaSalle, 2011
winkelunits zal in een aantal van deze steden naar verwachting met meer dan 4% per jaar stijgen. De enige Europese stad waarvoor de tophuur voor winkelunits de komende jaren naar verwachting gelijk
Huurprijsontwikkelingen
•
•
blijft, is Dublin.
De tophuurprijzen op A1-winkellocaties in de zes grootste winkelsteden lieten in 2010 een lichte stijging zien van gemiddeld 0,3% (gecorrigeerd voor inflatie). Gedurende de eerste helft van 2011 bleven de tophuren in Utrecht en Maastricht stabiel en namen deze toe in de overige vier grote steden. De hoogste huurprijs voor solitaire winkelunits wordt behaald in de Kalverstraat in Amsterdam en bedraagt momenteel € 2.800 per m² wvo per jaar.
Figuur 5: Huidige tophuur winkelunits Europa en verwachte huurgroei 2011-2013 4,0% <
-1,9% - -0,1%
2,0% - 3,9%
-2,0% - -3,9%
0,1% - 1,9%
< -4,0%
0%
Stockholm € 1.955
Moskou € 3.170
Dublin € 2.300 Amsterdam € 2.800 Berlijn € 2.760 Londen € 7.855
Gezien het toenemende aanbod in aanloopstraten en straten buiten de centrale winkelgebieden, zullen huurprijzen op deze locaties naar verwachting licht dalen.
Warschau € 1.140 Brussel € 1.800 Praag € 1.920 Frankfurt € 3.240 Parijs € 7.500 c Barcelona € 2.545 Milaan € 3.000
•
Op A1-locaties in de middelgrote steden blijft het huurniveau relatief stabiel. In kleine winkelsteden wordt een lichte daling op deze locaties verwacht.
Helsinki € 1.300
Madrid € 2.640
Boedapest € 1.200
Rome € 3.000
Bron: Jones Lang LaSalle, 2011
Figuur 4: Leegstandspercentage per locatiesegment Langjarige retailtrends A1-locaties
•
Retailers onderscheiden zich steeds sterker door eigen keuzes te maken in het combineren van verkopen via hun fysieke winkel en via internet (‘multichanneling’).
•
Vooral de modegevoelige branches besteden meer aandacht aan het uitdragen van een duidelijke identiteit en sfeer om zo een eigen positie in te nemen in de perceptie van de klant.
•
De A1-winkellocaties krimpen in omvang. Retailers willen alleen een vestiging op de beste locatie en doen geen concessies meer aan winkelinrichting of consumentbeleving.
•
Naar verwachting zal de vraag naar winkelunits in grote wijkwinkelcentra zich positief ontwikkelen. Steeds vaker worden modewinkels toegevoegd aan het bestaande winkelaanbod op deze locaties.
A2-locaties B1-locaties B2-locaties C-locaties Overige locaties 0%
5%
10%
% VKP t.o.v. totaal Bron: Locatus, 2011; Jones Lang LaSalle, 2011
15%
20%
% m² wvo t.o.v. totaal
25%
6 On Point • Dutch Retail Market Bulletin • 2011
Beleggingsmarkt
Toenemende interesse Amerikaanse retailers Sinds begin 2010 tonen internationale retailers weer duidelijk interesse voor de Nederlandse markt. Opvallend is het grote aantal
In 2010 werd in totaal circa € 28,5 miljard belegd op de Europese
Amerikaanse retailers.
winkelbeleggingsmarkt; een aandeel van 28% van het totale vastgoedbeleggingsvolume. Daarmee is het Europese
Tabel 2: Nieuwe Amerikaanse retailers in Nederland
winkelbeleggingsvolume vorig jaar in vergelijking met 2009 met 50% gegroeid. Vooral Polen, Zweden en Duitsland lieten een sterk
Formule
Type
Status
Forever 21 Apple Hollister Abercrombie & Fitch Starbucks Steve Madden
Mode Elektronica Mode Mode Horeca Schoenen
Op zoek naar eerste vestiging Op zoek naar eerste vestiging Op zoek naar verschillende vestigingen Op zoek naar eerste vestiging Recent gevestigd in Amsterdam Recent gevestigd in Amsterdam en Rotterdam
herstel zien. In Italië en Spanje was er vorig jaar daarentegen nog geen sprake van herstel op de winkelbeleggingsmarkt. Figuur 6: Groei beleggingsvolume grootste Europese winkelmarkten 300%
Internationale retailers volgen een Europese uitbreidingsstrategie. Dat wil zeggen: retailers kiezen niet voor bepaalde landen, maar
200%
voor bepaalde topwinkellocaties in Europa. Vanuit Europees
150%
perspectief is Amsterdam een dergelijke topwinkellocatie. Kwalitatief
100%
goed aanbod in Amsterdam is echter schaars, waardoor internationale retailers soms ook bereid zijn te kiezen voor alternatieve locaties, zoals Den Haag en Rotterdam.
2008
250%
2009 2010
50% 0% -50%
betreden. Als een keten zich eenmaal met een bepaald merk in
nje
lië
Sp a
Ita
en
kri jk Fr an
VK
rw eg
No o
nd
nd
er la Ne d
n
n Zw ed e
Po le
Du its la
buitenlandse retailers niet eenvoudig de Nederlandse markt te
Eu r
Vanwege de uitzonderlijke Nederlandse retailstructuur is het voor
op a
-100%
Bron: Jones Lang LaSalle, 2011
Nederland vestigt, neemt de kennis over de Nederlandse markt snel toe en blijkt deze keten ook eerder bereid te zijn om met overige
Ook de winkelbeleggingsmarkt in Nederland liet in 2010 een forse
merken, en via andere steden dan alleen Amsterdam, de
groei zien. Die was grotendeels toe te schrijven aan de verkopen
Nederlandse markt te betreden. Inditex is hiervan een goed
van Unibail-Rodamco. Vergeleken met 2009 werd een stijging van
voorbeeld. De winkelketen betrad de Nederlandse markt eerst met
het beleggingsvolume van 80% gerealiseerd, waarmee het totale
het merk Zara in Amsterdam. Vervolgens is het merk succesvol
beleggingsvolume uitkwam op € 2,2 miljard. In de eerste helft van
uitgerold in andere steden en werden ook winkels geopend van het
2011 is voor ruim € 570 miljoen in winkelvastgoed belegd. Het
merk Bershka. Recent is Inditex ook toegetreden met de merken
beleggingsvolume is daarmee aanzienlijk afgenomen. Dit komt
Pull & Bear en Massimo Dutti. De eerste winkels hiervan zijn
onder meer door een aantal grootschalige transacties die in 2010
geopend in Den Haag, Rotterdam en Tilburg.
plaatsvonden. Het beleggingsvolume in solitaire winkelunits was het hoogst in de eerste helft van 2011 en bedroeg circa € 300 miljoen.
Tabel 3: Toetreders op de Nederlandse retailmarkt (2010-2011) Formule
Type
Taschen Springfield New Zealand Auckland Palladium (K-Swiss) Pull & Bear Massimo Dutti Jane Norman
Literatuur Mode Mode Mode Mode Mode Mode
Land van herkomst Duitsland Spanje Nieuw-Zeeland VS Spanje Spanje UK
Locatie eerste vestiging Amsterdam Rotterdam Amsterdam Amsterdam Den Haag Den Haag Den Haag
Beleggingen in winkelcentra en retail warehousing bedroegen respectievelijk circa € 260 miljoen en € 11 miljoen. De grootste belegging in de eerste helft van 2011 was de aankoop van de commerciële ruimte van ontwikkelproject ‘Achter de Lange Stallen’ in Breda. De in dit project opgenomen 24.000 m² winkelruimte is voor circa € 100 miljoen gekocht door Syntrus Achmea van MAB Development en Dura Vermeer.
On Point • Dutch Retail Market Bulletin • 2011 7
Figuur 7: Beleggingsvolume Nederland per retailsegment
Figuur 9: Totaal rendement retail
€ miljard 2,5
20%
2,0
15%
1,5
10%
1,0
5%
0,5
0% -5%
0,0 2006 Winkelunits
2007
2008
Winkelcentra
2009
2010
Retail warehousing
2001
H1 2011
2003
2004
Direct rendement
Vijfjarig gemiddelde
Bron: Jones Lang LaSalle, 2011
2002
2005
2006
2007
2008
Indirect rendement
2009
2010
Totaal rendement
Bron: IPD/ROZ, 2011
Voorheen ging de interesse van beleggers voornamelijk uit naar
Het segment voor retail warehousing blijft nog altijd het kleinst
kantoren en logistieke ruimten, maar vanwege de relatief ongunstige
binnen de winkelvastgoedmarkt. Hoewel het aantal transacties dat
marktomstandigheden voor deze sectoren wordt er steeds vaker
binnen dit segment plaatsvond het afgelopen jaar zeer gering was,
belegd in winkelvastgoed en woningen. De meeste interesse in
zijn de aanvangsrendementen licht aangescherpt.
winkelvastgoed komt momenteel van institutionele en particuliere beleggers.
Het totale rendement op winkelvastgoed is in 2010 voor het eerst sinds 2006 gestegen en kwam volgens IPD/ROZ uit op 7,8%. Het
Figuur 8: Prime netto aanvangsrendementen
directe rendement is met 6,2% gelijk gebleven. Door een positieve Forecast
waardegroei werd in 2010 een indirect rendement behaald van
7,5%
1,5%. In het eerste kwartaal van 2011 bedroeg het indirecte
6,5%
rendement op winkelvastgoed op jaarbasis 1,7% (0,4% op
5,5%
kwartaalbasis).
4,5%
Beleggingstrends korte en lange termijn 3,5%
•
Beleggers kiezen steeds vaker voor waardebehoud van de winkelportefeuille. Daarbij investeren ze voornamelijk in goede retaillocaties en nemen ze veelal afscheid van winkelvastgoed op randlocaties en secundaire locaties.
•
Veel institutionele partijen zijn bereid om winkelvastgoed te kopen, maar ze stellen hoge eisen aan de kwaliteit. Er is sprake van een discrepantie tussen de vraag naar kwalitatief goed winkelvastgoed en het geringe aanbod hiervan. Kwalitatief goed winkelvastgoed wordt, behalve door de locatie en het verzorgingsgebied, mede bepaald door de uitstraling van het gebouw en de kwaliteit van de retailer.
•
De vraag van beleggers naar supermarkten is aanhoudend hoog. Beleggers zijn vooral geïnteresseerd in supermarkten die zijn gelegen in wijkwinkelcentra met een goed eigen verzorgingsgebied.
2,5% 2006
2007
2008
Winkelunits
2009 Winkelcentra
2010
2011
2012
Retail warehousing
Bron: Jones Lang LaSalle, 2011
In 2010 zijn, op het tweede kwartaal na, de top aanvangsrendementen binnen de zes grootste winkelsteden in Nederland in alle kwartalen aangescherpt. In de eerste helft van 2011 bleven de top netto aanvangsrendementen voor solitaire winkelunits op A1-locaties stabiel. Een groot aantal beleggers toonde in 2010 interesse in stadsdeelcentra en planmatig ontwikkelde winkelcentra. De netto aanvangsrendementen voor deze categorie zijn in het tweede en derde kwartaal van 2010, alsook in het eerste kwartaal van 2011 verder aangescherpt. Deze aanvangsrendementen hebben betrekking op de best presterende stadsdeelcentra in de betreffende steden.
8 On Point • Dutch Retail Market Bulletin • 2011
Duurzaam winkelvastgoed Retailers besteden in hun beleid steeds meer aandacht aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Daarnaast verandert de dynamiek binnen het Nederlandse retaillandschap: de leegstand neemt toe op B- en C-locaties en de kernwinkelgebieden krimpen. Ook gaat de consumentenbeleving een belangrijkere rol spelen en stellen retailers strengere eisen aan hun locatie- en objectkeuze vanuit de behoefte zich te onderscheiden. Maar in welke mate nemen retailers duurzame huisvesting mee in hun locatiekeuze? Is verduurzaming van winkelvastgoed wellicht een oplossing voor eigenaren om hun vastgoed beter te laten aansluiten op de vraag van retailers, om zo toename van leegstand te
Van de respondenten geeft circa de helft aan bereid te zijn mee te werken aan verduurzaming van hun huisvesting, door gegevens over het energieverbruik te rapporteren. Retailers zijn nauwelijks bereid om financieel bij te dragen aan duurzame huisvesting. Van de respondenten waarbij die beslissing niet via het hoofdkantoor verloopt, is slechts 6% bereid een premie te betalen op de huurprijs. Retailers die onderdeel zijn van een keten, zijn eerder bereid een premie te betalen. Dit komt voornamelijk vanwege het feit dat die beslissingen op strategisch niveau worden genomen (op het hoofdkantoor), in plaats van op operationeel niveau (op de winkelvloer). Verder blijkt dat de genomen duurzaamheidsmaatregelen vaak beperkt blijven tot het bezuinigen op energieverbruik, vooral op het gebied van verlichting.
voorkomen? De Toolkit Duurzame Winkelcentra, ontwikkeld door AM, Corio
Eigenaren en retailers bekijken verduurzaming van winkelvastgoed
Nederland, SCM Europe, Grontmij Vastgoedmanagement en Ahold
voornamelijk vanuit hun eigen business case. Beleggers zijn bereid
Vastgoed, is een instrument voor gemeenten, ontwikkelaars,
duurzaamheidsinvesteringen te doen, indien de business case
beleggers, retailers en bouwbedrijven om winkelcentra duurzaam te
positief is en de terugverdientijd acceptabel. Duurzaam
ontwikkelen, realiseren en exploiteren. In dit handboek zijn voor
winkelvastgoed moet voor hen potentiële leegstandsrisico’s
diverse typen winkelcentra energieconcepten uitgewerkt en vertaald
verlagen, zorgen voor waardebehoud en daarmee voor een beter
naar invloed op energiebesparing, EPC, kosten en opbrengsten. De
rendement. Door het toepassen van een premie voor retailers op de
aanpak sluit aan bij BREEAM-NL en geeft inzicht in de
kale huurprijs, kunnen beleggers bovendien de terugverdientijd van
investeringskosten van de diverse maatregelen, terugverdientijden,
de investering verkorten en wordt de business case positiever.
eventuele besparing op huisvestingslasten en de mogelijke
Duurzame huisvesting moet in dat geval wel relevant genoeg zijn
waardeverhoging van het vastgoed.
voor de business case van retailers. Voor retailers is duurzaamheid weliswaar een van de aspecten die
Resultaten onderzoek onder retailers Onderzoek van ING Real Estate Investment Management en Jones Lang LaSalle naar de positie van Nederlandse retailers ten aanzien van duurzame huisvesting, laat zien dat voor ruim 70% van de 778 respondenten duurzaamheid een belangrijk aspect is bij de keuze
zij meenemen in hun vestigingskeuze, maar uit het onderzoek blijkt dat locatieaspecten zoals de passantenstroom en bereikbaarheid van veel groter belang zijn. De gehuurde winkelruimte wordt door de meeste retailers gezien als ondersteuning van de kernactiviteiten en duurzame huisvesting heeft daardoor niet de hoogste prioriteit. Dit
van hun huisvesting.
wordt versterkt doordat de huisvestingslasten van retailers slechts Figuur 10: Bereidheid Nederlandse retailers om premie op de kale huurprijs te betalen voor duurzame huisvesting
een relatief klein deel (10-15%) van de totale exploitatielasten vormen. Bovendien vormen de energielasten op hun beurt een klein deel van de totale huisvestingslasten. Doordat energiebesparingen
57%
> 5% premie
relatief weinig financieel voordeel bieden voor de retailer, moet een
1-5% premie
eventuele premie op de huurprijs te compenseren zijn door andere voordelen die duurzame huisvesting biedt. Omdat de consument
Niet bereid premie te betalen
zich eerder richt op de duurzaamheidsaspecten van een individueel
Geen mening
product en zich minder bewust is van het huisvestingsbeleid van
37% 2%
4%
Bron: ING REIM en Jones Lang LaSalle, 2011
retailers, is compensatie vanuit bijvoorbeeld een hogere omzet in de praktijk minder waarschijnlijk.
On Point • Dutch Retail Market Bulletin • 2011 9
In de huidige markt zijn vooral internationale retailketens, alsmede
Ook voor overige locaties kan verduurzaming interessant zijn,
retailers die zich met een duurzaam imago willen onderscheiden ten
maar die moet dan wel goed passen binnen de omgeving en
opzichte van hun concurrenten, bereid te kiezen voor duurzame
de gebiedsplannen of een stimulerende werking hebben op het
huisvesting. Tevens hebben beursgenoteerde retailondernemingen
omliggende winkelgebied. Verduurzaming van bestaand
in de Dow Jones Sustainability Index (DJSI), zoals Ahold, vanuit hun
winkelvastgoed op locaties met veel leegstand is daarom niet
exposure en imago concrete duurzaamheidsdoelstellingen
per definitie aantrekkelijk voor retailers. Het nut van
verwoord. Op die manier willen ze als ‘best in class’ worden
verduurzaming is in die gevallen beperkt.
beschouwd. Ook familieketens zoals C&A hebben een relatief grote focus op duurzaamheid. Dit komt vooral door hun langetermijnvisie en hun aandacht voor volgende generaties. Bepalende componenten voor succesvolle verduurzaming
•
Eigenaar Het initiatief om winkelvastgoed te verduurzamen, komt vooral van genoteerde vastgoedfondsen (vanwege hun exposure en imagovoordelen), institutionele partijen (vanwege eisen van investeerders zoals pensioenfondsen) en van eigenaar-
Voor de verdere ontwikkeling van duurzaam winkelvastgoed is niet
gebruikers en familiebedrijven (vanuit een langetermijnvisie die
alleen de potentie vanuit de retailer van belang. Ook het gebouw, de
gericht is op volgende generaties). Ook ontwikkelaars nemen
locatie en de eigenaar spelen een rol in het komen tot succesvolle
steeds vaker het initiatief tot verduurzaming om zo waarde toe
verduurzaming van winkelvastgoed.
te voegen aan het vastgoed en om de afzetmogelijkheden te
•
Gebouw Om winkelvastgoed op gebouwniveau te verduurzamen, is vooral het verlengen van de technische en economische levensduur van belang. Cruciaal voor het verduurzamingspotentieel is het gebouwtype, alsook de energiebesparing die technisch gezien mogelijk is.
vergroten. Voor eigenaren biedt duurzaam winkelvastgoed bovendien concrete voordelen, zoals lagere onderhouds- en vervangingskosten van installaties. Ook voldoet duurzaam vastgoed makkelijker aan verscherpte milieueisen. Door inzicht in het energieverbruik van retailers, kan het besparingspotentieel bovendien beter worden ingeschat.
Gebouwkarakteristieken zoals de grootte en het ruimtelijk concept zijn daarbij bepalende factoren. Bij verduurzaming
Het duo-energielabel is een idee dat onlangs door AgentschapNL
wordt bij winkelcentra het grootste voordeel behaald vanwege
specifiek voor winkelvastgoed is geïntroduceerd. Doordat winkels
de schaalgrootte. Het verduurzamen van solitaire winkelunits is
casco worden verhuurd, is het lastig een energielabel toe te kennen.
over het algemeen complexer. Er is veelal sprake van kleine
Bij toepassing van het duolabel worden de prestaties voor de
winkelunits in beschermde binnensteden en van versnipperd
eigenaar gemeten op de aspecten isolatie en kierdichting. Voor de
eigendom. Hierdoor zijn de mogelijkheden beperkt om op
retailer worden de aspecten verlichting, koeling en verwarming
efficiënte wijze een hoog duurzaamheidsniveau te realiseren.
meegenomen. Beide onderdelen worden separaat gehonoreerd en
Daarnaast worden solitaire winkelunits meestal casco
vervolgens samengevoegd tot een duo-energielabel.
opgeleverd aan retailers, zodat de retailer zelf verantwoordelijk is voor een al dan niet duurzaam inbouwpakket. •
Locatie
Conclusie
Ook de locatie en het omliggende gebied zijn bepalend voor
De ontwikkeling van duurzaam winkelvastgoed staat in Nederland
het succes van verduurzaming. De locatie moet voldoende
nog in de kinderschoenen. Een reden hiervoor is dat de vraag
aanleiding geven om verlenging van de levensduur door
vanuit de gebruiker, in vergelijking met andere commerciële
duurzaamheidsmaatregelen als zinvol te betitelen. Aspecten
vastgoedsectoren, nog relatief beperkt is. Dit wordt onder meer
als het verzorgingsgebied, ligging (passantenstromen),
veroorzaakt doordat aspecten zoals een beter imago of verlaging
bereikbaarheid, parkeergelegenheid en multifunctionaliteit
van de energiekosten voor veel retailers nog geen cruciale rol
spelen een belangrijke rol voor het laten slagen van de
spelen. Ook zijn de maatregelen die een eigenaar op eigen
verduurzaming. Het meest kansrijk zijn locaties waarnaar veel
initiatief kan nemen beperkt. Samenwerking tussen de retailer en
(blijvende) vraag is: A1-winkellocaties, druk bezochte retail
de eigenaar is daarom van essentieel belang om het
warehousing locaties en wijkwinkelcentra met een goed
verduurzamingspotentieel van winkelvastgoed optimaal te
verzorgingsgebied.
benutten en voor beide partijen voordelen te realiseren.
Jones Lang LaSalle Contacts: Richard Dallinga Director Retail Jones Lang LaSalle Amsterdam +31 (0)20 5 405 405
[email protected]
Ruben Langbroek Head of Research Jones Lang LaSalle Amsterdam +31 (0)20 5 405 405
[email protected]
In collaboration with:
Follow the Dutch Research team on twitter. www.twitter.com/JLLResearchNL Visit our interactive webportal Retail 2020 and join us to discuss about the future of the Retail landscape. Retail 2020 explores how the Retail sector will change over the next decade. It will provide you with Retail news and insights from the leaders of the Retail industry across the EMEA region. www.retail2020.com
Dutch Retail Market Bulletin - 2011 OnPoint reports from Jones Lang LaSalle include quarterly and annual highlights of real estate activity, performance and specialised surveys and forecasts that uncover emerging trends. www.joneslanglasalle.com
COPYRIGHT © JONES LANG LASALLE IP, INC. 2011. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any means without prior written consent of Jones Lang LaSalle. It is based on material that we believe to be reliable. Whilst every effort has been made to ensure its accuracy, we cannot offer any warranty that it contains no factual errors. We would like to be told of any such errors in order to correct them.
Before printing, think about the environment