Duurzaamheid
Duurzaam denken, duurzaam doen Tekst Manou van de Zande Fotografie Thirza Luijten
Het UMC Utrecht wil duurzaam zijn. Dat betekent zorg, onderzoek en onderwijs bieden die toekomstbestendig is, zowel in economisch, ecologisch als sociaal opzicht. Duurzaam doen betekent niets verspillen, de patiënt de regie geven en een gezonde leefstijl kiezen: bijvoorbeeld een uur sporten en vroeg naar bed in plaats van overwerken. Het UMC Utrecht wil bijdragen aan een gezond leven, ook voor de komende generaties, door maatschappelijk verantwoord te handelen. Lees in deze UMC&Zo hoe dit streven vorm krijgt in álle lagen van het ziekenhuis. Wat doet cluster Voeding om voedselverspilling te beteugelen? Kan de apotheek schadelijke medicijnresten uit ons oppervlaktewater weren? Hoe zorgt P&O voor onze energie- en stressbalans?
4 UMC&ZO
Duurzaamheid
Praktisch idealisme in vijf icoonprojecten Het UMC Utrecht werkt – bewust én onbewust – al jaren aan duurzaamheid. Nu duurzaamheid is verankerd in strategie Connecting U wordt zichtbaar hoe meer dan zestig projecten bijdragen aan de duurzaamheidsambitie. Uitgelicht: vijf icoonprojecten waarin duurzaam doen en denken vorm krijgt. Esther Willems, stafadviseur duurzaam heid, wil zichtbaar maken dat duur zaamheid raakt aan álles waar we mee bezig zijn in dit ziekenhuis: onderzoek, patiëntenzorg, onderwijs. “Uiteindelijk moet iedereen denken: hoe kan ik wat ik doe duurzamer doen? Duurzaamheid is veel meer dan energiebesparing en afvalscheiding – het gaat ook over je relatie met patiënten, collega’s en andere belanghebbenden, over alle werkprocessen waarbij je betrokken bent.” Hoe veelomvattend het duurzaam heidsstreven is, werd duidelijk tijdens de MVO Expeditie Duurzame Zorg, waar UMC Utrecht vorig jaar samen met zeven andere zorgorganisaties aan mee deed. Zo’n vijftig medewerkers van het UMC Utrecht volgden een of meer van de bijeenkomsten over bestuur, vastgoed, milieu en inkoop, mede werkers, patiëntenzorg, ketenzorg en
maatschappij. Zij deden kennis, kunde en inspiratie op en zijn daar in hun werk enthousiast mee aan de slag gegaan. Willems inventariseerde wat er al aan duurzame projecten liep in het UMC Utrecht. “Heel veel, zo bleek.” Projecten als e-health, week van de werkstress, duurzame kledinglijn, de energybattle en gezonde voeding in de restaurants – een willekeurige greep. Op het eerste gezicht hebben zulke projecten weinig met elkaar te maken, maar ze geven allemaal invulling aan een of meer van de vijf duurzaamheidsthema’s waar UMC Utrecht op focust. “Dat duurzaam heid nu onderdeel is van de strategie, betekent dat het niet meer vrijblijvend is. Iedereen die met duurzaamheid bezig is, is geïnspireerd en enthousiast. Tegelijkertijd is het een lastig thema: duurzaamheids’winst’ is niet keihard te meten – niet direct tenminste. We hebben een lange adem nodig.”
Duurzaamheidsthema’s en icoonproject Het UMC Utrecht richt zich in zijn duurzaamheidsbeleid op: gezond houden wat gezond is effectief en efficiënt behandelen aantrekkelijke werkgever en opleider schone omgeving transparant en verantwoorden
• • • • •
Per duurzaamheidsthema is één icoonproject gekozen. Drie daarvan lopen al een tijd: poli 3.0, Science in Transition en Energiek@UMC. Twee zijn net van start: Groene farmacie en Love Food, Hate Waste. Hoe dragen deze projec ten bij aan een duurzaam UMC Utrecht en een duurzame maatschappij? Meer lezen? Kijk op UMCUtrecht.nl/duurzaamheid. Hier staat binnenkort ook het duurzaamheidsverslag 2014.
Esther Willems, stafadviseur duurzaamheid, doet ook buiten het UMC Utrecht duurzaam.
“Vier jaar geleden hebben we een energieneutraal huis gebouwd vlakbij Zutphen. We wilden behalve een fijn huis voor ons gezin ook laten zien dat het met de huidige technieken goed mogelijk is om te leven van de zon.” UMC&ZO 5
Duurzaamheid
1 Energiek@UMC “Investeren in je eigen batterijen” Energiek@UMC is het vitaliteitsprogramma van het UMC Utrecht. Vanuit de gedachte dat vitale medewerkers meer kunnen betekenen voor patiënten, studenten én elkaar, organiseert P&O Gezondheid trainingen gericht op het verbeteren van mentale kracht, emotionele veerkracht en fysiek uithoudingsvermogen. “Preventief dus”, zegt Sara Everts, bedrijfscounselor (één van de vijf in het UMC Utrecht) en lid van het Energiek@UMC-projectteam. “Het belang van regelmatig reflecteren op de vraag ‘Hoe doe ik de dingen eigenlijk?’ dringt in alle lagen van het UMC door. Sinds we acht jaar geleden begonnen met ‘werk in balans’, merken we dat mensen eerder aan de bel trekken.” Drie imaginaire interne batterijen staan symbool voor vitaliteit: voor mentale, emotionele en fysieke energie. Dat de balans bewaken tussen opladen en ontladen de hele werkdag doorgaat, wordt heel duidelijk in de Energiek@UMC-trai ningen, vindt P&O-adviseur Elsbeth van Epen van Vitale Functies. Haar negenhonderd medewerkers tellende divisie is één van de afnemers: dertig trainingen voor 350 medewerkers. “Met de kennis
6 UMC&ZO
die je als team opdoet tijdens zo’n dagdeel, kun je gelijk aan de slag. Voorbeeld: als je mentaal heel moe bent – er is altijd wel iets dat aan je trekt, op of buiten het werk – sla dan juist niet je hardlooprondje over.” Ook aios doen mee met de training en leren hoe ze elkaar kunnen steunen en in de gaten houden. “Het oplossingsgerichte zit er van begin tot eind in.”
GRENS BEREIKT Perfectionisme: Everts kent genoeg werknemers die erop stuk (dreigen te) lopen. “Onder specialisten is het niet gebruikelijk om aan te geven dat hun grens bereikt is, en onderzoekers zijn soms zó bevlo gen dat ze zichzelf veronachtza men.” Onderop beginnen is het duurzame devies; Everts en haar collega’s geven regelmatig een werkcollege aan geneeskunde studenten vlak voor hun laatste coschap. “We leren ze hoe ze hun vitaliteit kunnen meten en hoe ze die op peil kunnen houden in een setting waarin veel van ze wordt verwacht.” En als alle vitaliteitskennis uit het UMC Utrecht via de medewerkers dan óók nog terecht komt bij hun familie, vrienden en zelfs patiënten, is dat extra duurzaamheidswinst. Meer informatie: Scoop/medewerkers/energiek
Niels Vlieland, onderzoeker in opleiding, Laboratoria en apotheek
Duurzaamheid
2 Groene farmacie
Medicijn verwerkende toiletten Elk medicijn is een paradox: het wil iets bestrijden – hoofdpijn, kanker – zonder de innemer te schaden. Nadien plast de gebruiker de ‘ongebruikte’ rest uit. Restjes dáárvan komen in ons opper vlaktewater terecht, en uiteindelijk weer in onszelf.
Charlotte Linde Bekker, extern medewerker, Laboratoria en apotheek
Paracetamol doet misschien weinig kwaad, maar diclofenac of ibuprofen al meer. En dat resten van cytostatica – chemokuren – schadelijk zijn voor ons milieu, zal niemand verbazen. “Ingrijpen in deze complexe kringloop is niet eenvoudig”, zegt ziekenhuisapotheker Tessa Ververs, “maar we gaan doen wat we kunnen.” Groene farmacie draait grofweg om drie dingen: zuiniger zijn, kiezen voor de minst schadelijke variant, en innovaties inzetten om te voorko men dat medicijnresten in het milieu terechtkomen. Het begint met bewust wording: de meeste patiënten, ver pleegkundigen en artsen hebben er nooit bij stil gestaan dat medicatie schadelijk kan zijn voor het milieu. Nefroloog Walther Boer ook niet. “Meedoen aan de MVO Expeditie Duurzame Zorg was voor mij een eyeopener; ik wil graag wat doen. Artsen moeten iets tastbaars in handen krijgen, bijvoorbeeld een boekje of een website waarin/op ze snel kunnen zien dat er ook een milieuvriendelijker alternatief is voor hun ‘vertrouwde’ medicatie.” De kennis die daarvoor nodig is, is niet één, twee, drie voorhan den. Geneesmiddelfabrikanten zelf zijn te druk met zorgen dat medicijnen voor patiënten veilig zijn. Ververs: “We willen een overzicht maken van ‘groene’
medicijnen, maar welke criteria leg je aan? En het zou mooi zijn als medicijnen een groen label kregen.” Verspilling tegengaan is stap twee. Twee promo vendi van het UMC Utrecht en de Sint Maartenskliniek in Nijmegen, Niels Vlieland en Charlotte Bekker (foto), verdiepen zich in mogelijk hergebruik van ongebruikte medicatie. Zij onder zoeken of medicijnen goed worden bewaard, hoeveel medicijnen er niet worden gebruikt en wat de randvoor waarden zijn voor mogelijk hergebruik van medicijnen. Ze streven er naar om verspilling van medicijnen tegen te gaan. Het UMC Utrecht wordt ook proeftuin: proberen medicijnresten uit urine te halen. “Dat betekent absorptie materiaal in het toilet, of absorberend toiletpapier. Er bestaan ook toiletten die medicijnresten verwerken; daarvan gaan we een type uitproberen.” Woeste plannen, geeft Ververs opgewekt toe. “Als UMC Utrecht gaan we gewoon beginnen en dan haken anderen vanzelf aan!” Omdat groene farmacie een nagenoeg nieuwe term is en het UMC Utrecht hier een voortrekkersrol in neemt, zijn alle ideeën en suggesties om medicatiegebruik zuiniger en milieuvriendelijk te maken welkom. Mail Tessa Ververs:
[email protected]
UMC&ZO 7
Duurzaamheid
3 Poli 3.0
Zelfvoorzienend en patiëntgericht In icoonproject poli 3.0 gaat het poligebouw op de duurzame schop. Dat betekent zowel een nieuwe visie op werkorganisatie als op bouwmaterialengebruik. “Waar het om gaat: hoe kunnen we met dit gebouw nog jaren vooruit? Daarbij is onze primaire taak zorg verlenen, waar het gebouw zich naar moet plooien.” Lars van Boeckel, projectmanager Facilitair Bedrijf, pleit voor anders leren kijken. Praktisch voorbeeld: “Overal in dit ziekenhuis staan wanden. Met stopcontacten, met kraantjes. Als een ruimte moet worden verbouwd voor een nieuwe MRI-scanner, of een nieuw type bed van 20 centimeter langer, wordt zo’n ‘maatpak’-wand afgebro ken, en een eindje verder een nieuwe gebouwd. Niet duurzaam.”
MATERIALEN HERGEBRUIKEN In poli 3.0 worden flexibelere wanden gebruikt, die je kunt verzetten en na enige aanpassing ook in een nieuwe situatie kunt gebruiken. Behalve flexibel bouwen gaat het UMC Utrecht zoveel mogelijk materialen die vrijkomen hergebruiken. En de materialen die dan nog nodig zijn circulair inkopen. Dat betekent bij aanschaf al nadenken over de bestemming die de materialen hierna kunnen
krijgen. Zo draagt de organisatie bij aan de circulaire economie en behoudt ze de grondstoffen voor komende generaties. De ophanden zijnde verbouwing van het poligebouw hangt samen met een nieuwe visie op zorg en het poliklinische proces. Gezondheid en eigen regie van de patiënt staan centraal. Door de zorgprocessen rondom de patiënt te organiseren kan de behandeling efficiënter verlopen en worden vierkante meters, tijd, en dus geld bespaard.
Van A tot Z Tinka Deutekom bracht als projectleider proces en organi satie alle afzonderlijke poli-processen in kaart. “Ons doel was: uitvinden welke processen gezamenlijk geregeld kunnen worden, en welke processen daarvoor te poli-specifiek zijn. De verhouding blijkt ongeveer 70/30 procent. In de nieuwe polikliniek komen spreek- en behandelkamers die door verschillende artsen gebruikt kunnen worden. Aan de voorkant hiervan is een verblijf ruimte voor de patiënten. Aan de achterkant is een grote gemeenschappelijke ruimte waar zorgprofessionals elkaar kunnen treffen. Het multidisciplinaire werken, gecen treerd rondom de patiënt, ga je terugzien in zowel de inrichting als de manier van werken. Hoe dit alles gaat uitpakken, is nog work in progress.”
4 Science in Transition Maatschappelijk verantwoord onderzoek doen Wetenschap is op zichzelf duurzaam: kennis genereren, delen, daarop voortbouwen... Maar de relatie tussen wetenschap en maatschappij is dat nu niet, vinden de initiatiefnemers (waaronder het UMC Utrecht) van Science in Transition.
8 UMC&ZO
Patiënten en andere maatschappelijke stakeholders moeten meer betrokken zijn bij het onderzoek dat we doen. Dat komt de kwaliteit, relevantie en reproduceerbaar heid van wetenschap ten goede, vindt Science in Transition (SiT). Allemaal zaken die belangrijk zijn bij maatschappelijk verantwoord ondernemen. Om daar te komen vindt SiT dat wetenschappers anders beloond en geprikkeld moeten worden. Niet alleen kijken naar het aantal publicaties, maar ook naar de impact van het onderzoek op de kwaliteit van leven van patiënten en de bijdrage aan een gezonde maatschap pij. Daarnaast is het belangrijk transparant te zijn door burgers beter uit te leggen hoe wetenschap werkt en welke belangen een rol spelen. SiT deelt kennis en zwengelt discussies aan over een andere manier van wetenschap bedrijven. Het UMC Utrecht brengt de ideeën van SiT in de praktijk. Niet alleen via discussiebijeenkomsten, maar ook door innovatie en valorisatie te stimuleren, door studenten onderwijs te geven over het wetenschapssysteem en door patiëntenparticipatie in onderzoek UMC-breed te organiseren.
Duurzaamheid
5 Love Food, Hate Waste “Brood van gisteren: tosti’s” “Vorig jaar hebben we aan iedereen die in de centrale keuken werkt, de berg voedsel laten zien die we elke dag weggooien. Dat was schrikken”, vertelt kwaliteitscoördinator cluster Voeding Aafke van Mourik. “Als je vervolgens kunt laten zien wat duurzaam werken oplevert, wordt besparen leuk.” Voedselverspilling in het UMC Utrecht is vorig jaar teruggebracht met 18 procent. Dit jaar is het streven 20 procent. Een van de meest besparende maatregelen is de tijd tussen koken en serveren verkorten. “Omdat we voor patiënten al de dag van tevoren koken, bestellen we op prognose. Nu gaan we daar waar we kúnnen, dat proces aanscherpen. Als we bijvoorbeeld zo snel mogelijk weten dat een patiënt verplaatst is, of dat iemand voor een operatie niets mag eten, dan scheelt dat al.” Wat ook gaat helpen, is een nieuw voedingsmanagementsysteem dat het UMC Utrecht in juni in gebruik neemt. Patiënten kiezen op een scherm aan het bed hun maaltijd en de grootte van de porties. Ze kunnen ook een menu aanvinken met het ‘gezonde keuze’-la bel van het UMC Utrecht. Verpleegafdeling B5 – onderdeel van het toekomstige UMC Utrecht Cancer Center – voert begin volgend jaar een nieuw voedingsconcept in. Mechelien van der Woude, afdelingshoofd patiëntenvoeding: “We gaan koken op locatie, dus het keuze- en serveermoment ligt straks heel dicht bij elkaar.”
ONDERVOEDING BESTRIJDEN
Ilker Gunes, Medewerker Voeding
Behalve verspilling tegengaan, willen cluster Voeding en B5 ook ondervoeding bestrijden. Heel moeilijk, zegt Van der Woude. “Zeker bij oncologische patiënten. De gemiddelde ligduur is vijf dagen. Als iemand al ondervoed binnenkomt, kunnen wij dat in vijf dagen niet herstellen. Behalve in gezonde voeding steken we dus veel energie in bewustwording, in de hoop dat de patiënt en zijn familie thuis beter met voeding omgaan.” Niet elk plan is even uitvoerbaar. Europese regelgeving staat soms haaks op verspilling tegengaan. Van Mourik: “We zijn verplicht om bij onze zelfgepro duceerde maaltijden de eventueel aanwezige allergenen te vermelden. Ad hoc kokkerellen wordt zo bijna onmogelijk: met een halve pan selderijsoep en een kwart aspergesoep een nieuwe maken vraagt een nieuw etiket met allergenen. Natuurlijk brengen wij nooit de voedselveiligheid in gevaar, maar wetgeving zet ons soms in vreemde spagaten.”
UMC&ZO 9