Duurzaam samen
Jaarverslag 2011 Eneco Holding N.V.
Inhoudsopgave 2
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
2 4 5 6 7 12 16 17
Bericht voorzitter Raad van Bestuur Missie en visie Strategie Management-agenda 2011 Risicoprofiel Dialoog met de samenleving Profiel Kengetallen
18
Financieel
18
Financieel resultaat
20
Resultaten
20 22 23 24 31 36 40
Trends en ontwikkelingen Partnering & acquisities Internationale groei Opwekken Leveren Oplossen Infrastructuren
44
Medewerkers
44 48 50
Samen voor duurzaam Veiligheid Medezeggenschap
52
Duurzame bedrijfsvoering
52
CO2-neutrale bedrijfsvoering
60
Governance
60 61 66 67 70 72 79
Raad van Bestuur Raad van Commissarissen Gedragscode Over dit verslag Stroometiket GRI index Assurance
82
JAARREKENING
83 88 100
131 132
Geconsolideerde jaarrekening 2011 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening Toelichting op de geconsolideerde balans Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht Toelichting per segment Overzicht van belangrijkste dochterondernemingen, joint ventures, geassocieerde deelnemingen Vennootschappelijke jaarrekening Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening
135
OVERIGE GEGEVENS
105 126 127 130
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
1
Verslag Raad van Bestuur
Bericht voorzitter Raad van Bestuur
Investeren in verdere groei Eneco heeft een goed jaar achter de rug. Ons resultaat vertoonde een mooie stijging. Daar kunnen wij met recht trots op zijn want turbulent was het afgelopen jaar zeker. Grote onzekerheid over de robuustheid van het financiële fundament onder Europa domineerde het nieuws. Dit had zijn weerslag op de economische activiteiten en tastte het
duurzame consumentenproduct Hollandse Wind is daar een mooi
vertrouwen over de toekomst aan bij het bedrijfsleven en
voorbeeld van.
consumenten. In dat klimaat geeft het voldoening te constateren dat Eneco met haar duurzame strategie in staat is verder te
Duurzaam Samen
groeien.
Wij gaan dan ook vol vertrouwen voort op de ingeslagen weg: investeren in duurzame energieproductie, leveren van energie aan
In herinnering Douwe Kras
onze klanten, in vernieuwing van het distributienetwerk en in het
Allereerst wil ik stilstaan bij een zeer droevige gebeurtenis. Tot
bieden van innovatieve oplossingen voor onze zakelijke en
ons grote verdriet hebben wij in december afscheid moeten
huishoudelijke klanten. Wij zijn ervan overtuigd dat de antwoorden
nemen van Douwe Kras, lid van de Raad van Bestuur van Eneco.
op de energievragen van onze klanten zo dicht mogelijk bij die
Na een kortstondig ziekbed overleed hij op 7 december 2011.
klanten zelf liggen. Eneco vat die visie samen in de woorden
Douwe trad ruim twee jaar geleden toe tot de Raad van Bestuur.
Duurzaam Samen.
Hij was verantwoordelijk voor Eneco Shared Energy Solutions, Eneco Warmte & Koude, Eneco Installatiebedrijven en Stedin en
Duurzaam Samen is een kernbegrip in onze strategie. Het plaatst
Joulz. Zijn optimisme, grote kennis en vooral zijn aandacht voor
Eneco midden in de samenleving, meedenkend en in partnerschap
mensen was voor ons van grote waarde. Wij zijn er trots op dat
direct samenwerkend met onze klanten en andere
Douwe onze collega is geweest en missen hem.
belanghebbenden. De voorbeelden ervan staan overal in dit jaarverslag, maar graag noem ik hier de nieuwe biomassacentrale
Goede resultaten
in Delfzijl waarvan de bouw net is begonnen en waarbij
De financiële resultaten vertonen over de hele linie een stijging.
omwonenden en lokale belangengroepen nauw worden
We hebben onze kosten onder controle. We doen meer met
betrokken. Bij alle projecten is veiligheid voor de directe omgeving
minder zonder dat de kwaliteit van onze dienstverlening
en betrokkenheid van die omgeving essentieel omdat het
daaronder lijdt: de tevredenheid over onze dienstverlening is
bijdraagt aan het maatschappelijk draagvlak voor wat wij doen.
gestegen. Ook de margeverbetering bij distributie en de groeiende
Duurzaam Samen is daarnaast van economisch belang, want
commerciële opdrachten van ons infrabedrijf Joulz dragen bij aan
energieproductie dicht bij de afnemers vermijdt hoge
het goede resultaat.
investeringen in verzwaring van de publieke transportnetwerken.
Klanten achter duurzame ambitie
Investeren voor de toekomst
Bij alles wat wij doen, blijft de klant centraal staan. De
Ondanks de economische recessie blijft Eneco veel nieuwe
betrouwbaarheid van Eneco, de goede dienstverlening en onze
investeringen doen. Onze verbeterde resultaten maken dat mede
duurzame ambities spreken klanten aan. Zij waarderen Eneco
mogelijk. Jaarlijks doen we grote investeringen in de uitbreiding en
hierom. Ons motto ‘Samen gaan we voor duurzaam’, betekent dat
het onderhoud van de gas- en elektriciteitsnetten, waaronder
we via onze producten onze klanten in staat stellen energie te
voorzieningen om uitwisseling van elektriciteit mogelijk te maken.
besparen, zelf op te wekken of groener te maken. Ons nieuwe
Wij hebben plannen om een nieuw windpark te bouwen, 23 kilometer uit de kust bij Noordwijk, mede mogelijk gemaakt door
2
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Verslag Raad van Bestuur Bericht voorzitter Raad van Bestuur
een exploitatiesubsidie van de Nederlandse overheid. In Engeland hebben wij de concessie voor de bouw van een 900 MW groot windpark bij Isle of Wight en ook in België wordt een nieuw offshore windpark voorbereid. Ook staan veel nieuwe windparken op land op de tekentafel. Met dit alles draagt Eneco bij aan de Europese doelstelling om de energieproductie in 2020 voor 20% duurzaam te maken. In 2011 namen wij Oxxio over. Ook kwamen onze nieuwe gascentrale Enecogen en onze gasopslag in Duitsland in gebruik. Twee belangrijke productielocaties die ons gaan helpen de stap vooruit versneld te maken. De bouw van beide projecten bleef zonder noemenswaardige incidenten en binnen budget. Direct en scherp toezicht op veiligheid en strenge regels hebben goed gewerkt. Bij de bouw van onze Biomassacentrale Delfzijl passen we dezelfde strikte standaard van veiligheid toe.
Splitsing Op 24 februari 2012 nam de Hoge Raad een beslissing inzake de cassatie die de Nederlandse Staat instelde tegen de uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag over de Splitsingswet. De Hoge Raad stelt vragen over de verenigbaarheid van de Splitsingswet met het Europees recht en die moeten eerst worden beantwoord door het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. De behandeling van de zaken in cassatie is opgeschort totdat het Europese Hof de vragen heeft beantwoord. Dit betekent dat de huidige status quo naar alle waarschijnlijkheid nog enkele jaren van kracht zal zijn.
Grote inzet medewerkers Onze medewerkers zijn zeer belangrijk om onze ambities te realiseren. Het waarborgen van veiligheid en gezondheid van mensen die voor ons werken staat centraal in alle keuzes die wij maken. Op dat vlak doen we geen concessies. Gezamenlijk werken onze mensen aan het waarmaken van onze missie: duurzame energie voor iedereen. We maken de verbinding met de samenleving via de betrokkenheid en het vakmanschap van onze medewerkers. In 2011 hebben we veel nieuwe medewerkers mogen verwelkomen die zich aangesproken voelen door onze doelstellingen en zich willen gaan inzetten voor Eneco, Stedin en Joulz. Zij zijn ook onze investering in de toekomst. Wij kijken vol vertrouwen uit naar 2012.
Jeroen de Haas Voorzitter Raad van Bestuur Eneco Holding N.V.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
3
Verslag Raad van Bestuur
Missie en visie
Duurzame energie voor iedereen Eneco levert duurzame energie, produceert deze en verzint slimme duurzame energieoplossingen. We behoren tot de schoonste energieondernemingen van Europa en willen dit uitbouwen. Onze ambitie is: duurzame energie voor iedereen. Dat betekent
Samenwerken aan de energietoekomst
betrouwbare, betaalbare en schone energie voor iedereen:
Bovenal moeten we zuiniger omgaan met energie. Dat is de
klanten, aandeelhouders, medewerkers, partners, politici en
eerste opdracht die wij als samenleving hebben. Daarbij willen wij
burgers, en hun kinderen en kleinkinderen. Deze passie komt voort
onze klanten helpen om ook zelf energie op te wekken. Via slimme
uit verbondenheid met de wereld om ons heen én omdat een
concepten wisselen we die energie met elkaar uit. Samenwerking
duurzame strategie bedrijfseconomisch de meeste waarde
tussen leverancier en afnemer is de sleutel. Samenwerking tussen
oplevert vandaag en morgen.
bedrijven, tussen bedrijven en consumenten en tussen consumenten onderling. In een wereld waarin iedereen zijn eigen
Onze visie is Duurzaam Samen Oneindige energievoorziening, het gebeurt al!
energie opwekt, ben je soms producent en soms afnemer. De
In de visie van Eneco staat de samenleving voor een fundamentele
woningen en gebouwen en koken zal steeds meer elektrisch
verandering van hoe wij omgaan met energie. De tijd dat klanten,
gebeuren. We gaan meer elektrische auto’s rijden. Die elektriciteit
particulier of zakelijk, afhankelijk waren van leveranciers die vanuit
wekt de afnemer steeds meer zelf of met anderen dichtbij op.
technologische ontwikkelingen gaan snel. Verwarmen van
grote centrales elektriciteit rondpompten, zal in onze ogen ten einde lopen. Klanten gaan zich actief met hun energiebeheer
Nieuwe rol energieonderneming
bezighouden, als afnemer en als leverancier. Zij participeren actief,
De veiligheid, continuïteit en beschikbaarheid van de
managen hun eigen energiebehoefte. En zij stellen eisen: hun
energievoorziening op de lange termijn moeten blijven
energie moet duurzaam zijn.
gewaarborgd. Energiebedrijven hebben daarin al een belangrijke
Op deze veranderingen speelt Eneco in. In plaats van een pure
rol te vervullen, maar die rol zal een nieuwe inhoud krijgen. Ze
leverancier te zijn, pakt Eneco de rol op van partner en adviseur
moeten samenwerken met veel meer partijen dan voorheen,
van de klant. Eneco helpt klanten energie te besparen en de meest
bovenal met klanten. Energiebedrijven krijgen naast hun
duurzame en efficiënte oplossingen te vinden voor hun
traditionele rol ook meer en meer de rol van adviseur en
energievragen en –behoefte. Dicht bij de klant: in zijn stad of wijk,
intermediair.
zelfs in zijn huis met innovatieve oplossingen, of op bedrijventerreinen en in bedrijfsgebouwen.
Verbinding met de samenleving De transitie naar een duurzame energievoorziening vraagt een
De enige weg
actievere rol van klanten. Energie besparen, energie zelf
Duurzame energie is de enige weg voor een veilige, betrouwbare
opwekken en wat ze niet zelf nodig hebben uitwisselen met
en efficiënte energievoorziening. Fossiele brandstoffen raken
anderen. Daarbij helpen wij hen. Om die rol te spelen is vertrouwen
uiteindelijk op. Geopolitieke spanningen maken de toegang tot
van klanten wezenlijk. Sinds jaar en dag zijn we nauw verbonden
fossiele bronnen onzeker. Traditionele kolencentrales tasten het
met de samenleving. Het is essentieel voor ons bestaansrecht,
milieu te veel aan en kernenergie kent te veel onzekerheden. Als
voor onze rol als vooral aanjager van de vernieuwing. Wij zijn
we doorgaan op dezelfde voet, stevenen we af op een tekort aan
optimistisch. De mogelijkheden zijn eindeloos.
energie en een ernstig klimaatprobleem. Terwijl de productie van energie voor en door klanten volledig op een duurzame en natuurlijke wijze kan gebeuren. Mits we durven te denken in mogelijkheden en niet in beperkingen.
4
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Verslag Raad van Bestuur
Strategie
In dienst van de klant De klant staat centraal in ons denken en doen, vandaag en morgen. Eneco is een energieonderneming met alle activiteiten in huis die nodig zijn om energie bij de klant te krijgen of deze op locatie op te wekken bij de klant, particulier of zakelijk. Wij helpen klanten ook energie te besparen. Wij produceren elektriciteit, verzorgen de levering ervan, net als van gas en warmte, en bouwen infrastructuren. Wij lossen met onze klanten hun energievraagstukken op. In Nederland werken de bedrijven in onze groep nauw samen aan
Om onze missie ‘Duurzame energie voor iedereen’ te bereiken is
een betrouwbare, veilige en betaalbare energievoorziening. Met
een samenspel tussen klanten en ons bedrijf essentieel. De
een groeiend aandeel elektriciteit uit eindeloze bronnen: zon,
transitie naar 100% duurzaam vraagt een actieve houding van
wind, biomassa en water. In 2011 is dat duurzame aandeel in
klanten. Zij kunnen daarbij rekenen op onze ondersteuning en
onze totale elektriciteitslevering gegroeid naar 50% (2010: 26%).
advies. Onze strategische agenda voor de komende jaren richt
Zie ook het stroometiket (pagina 70). In de omringende landen
zich op een maximale inspanning om de activiteiten van het bedrijf
bouwt Eneco samen met partners haar positie uit.
in dienst te stellen van de belangen van de klant. Wij gaan hen helpen energie te besparen, zelf op wekken en af te nemen. Onze
Samen ontwikkelen en bouwen we voor klanten en met klanten
kennis en vakmanschap stellen we ten dienste van de klant. Zij
de nieuwe, veilige en slimme energieoplossingen van morgen. We
mogen rekenen op koersvast leiderschap en klantgerichte
transformeren van een centraal model met grote centrales en een
dienstverlening.
wijdvertakt netwerk naar een decentraal model, waarin gezinnen en bedrijven zelf in hun energie voorzien. Daarvoor ontwikkelen
Dilemma's
we slimme, veilige netwerken en slimme meet- en
Ons streven is 100% duurzame energie te realiseren voor
afrekenmethodes.
iedereen. Dat willen we nu al, maar de realiteit is dat er onvoldoende duurzame opwekcapaciteit is om dat streven waar
Onze klanten worden leverancier en afnemer tegelijkertijd. Wij zorgen dat nu en straks uitwisseling van energie tussen aanbieders en afnemers mogelijk is. We zorgen ook dat decentrale productie-units aangesloten kunnen worden op de distributienetwerken. Natuurlijk staan we met onze grootschalige
te maken. We lossen dit dilemma op door in de tussenliggende periode expliciet voor gas te kiezen als schoonste fossiele brandstof en tegelijkertijd te investeren in duurzame productiefaciliteiten, zoals wind op land en zee, biomassavergisting en zonne-energie .
productie uit gas, wind en biomassa als vangnet klaar als een tekort op decentraal niveau moet worden aangevuld.
De investeringen in grootschalige duurzame energieopwekking zijn kapitaalsintensief. Onze ontwikkelingsportefeuille is goed
Strategische agenda
gevuld.
Onze strategische agenda tot en met 2011 was gericht op het scheppen van voorwaarden om deze transformatie in te zetten. Onze aandacht ging uit naar het optimaal inrichten van onze kernactiviteiten, opwekken, leveren, infrastructuren en het bieden van integrale energieoplossingen.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
5
Verslag Raad van Bestuur
Management-agenda 2011
Voortvarend op weg Onze management-agenda 2011 bestaat uit zes pijlers.
ontwikkeling van ons klantbestand en breiden we onze (duurzame) productiefaciliteiten uit. We beschikken bovendien over een
1. Groeiende financiële resultaten en beheersen van risico’s: boven plan
groeiende pijplijn van aantrekkelijke projecten in de
Het aantal retailklanten van Eneco in Nederland en België groeide
met partners te investeren in de transitie naar een duurzame
in 2011 met 20%. Halverwege 2011 hebben we Oxxio
energievoorziening. Ten slotte versterken we met gerichte
overgenomen (ruim 400.000 klanten) en in augustus zijn we in
onderdelen van ons portfolio. Voorbeelden van partnering &
België gestart op de retailmarkt. Beide blijken waardevolle
acquisities in 2011: onder meer de meerjarige overeenkomst met
toevoegingen aan ons klantenbestand dat hierdoor blijft groeien.
het Wereld Natuur Fonds, waarbij we ons eendrachtig inzetten
Het financiële resultaat en de ROCE vertonen een stijgende lijn.
voor verduurzaming van de energievoorziening en bescherming
De creditrating van Eneco is, tegen de ontwikkeling in onze sector
van de natuur. Met onze Deense partner DONG Energy hebben
in, naar boven bijgesteld naar A-.
wij de Enecogen-centrale ontwikkeld. Overnames in 2011: Oxxio
ontwikkelingsfase. We zetten groei verder kracht bij door samen
(leveren), resterend belang Air Energy (opwekken), resterende
2. Opbouwen rendabel asset portfolio met stabiele cashflow: boven plan
belang in het Prinses Amaliawindpark (opwekken), zonprojecten van Enfinity België (opwekken).
We liggen ruim voor op onze prognose voor de langere termijn qua eigen productievermogen. Onze eigen gasgestookte centrale Enecogen en onze eigen
6. Duurzame bedrijfsvoering: achter op plan
gasopslag zijn eerder dan gepland in gebruik genomen. We
We hebben sinds 2008 een CO2-neutrale bedrijfsvoering en willen
hebben de voor ons beschikbare energieproductie in 2011
50% besparing op onze CO2-uitstoot realiseren in 2013 ten
uitgebreid met 138 MW duurzame elektriciteit en 435 MW uit
opzichte van 2007. Het groepsresultaat ligt iets achter op schema
onze gascentrale.
voornamelijk vanwege tegenvallende ontwikkelingen in elektrisch vervoer. We nemen aanvullende maatregelen om onze
3. Ontwikkeling energieoplossingen met klant: inspanningen vergroten In 2011 hebben wij meerdere decentrale energieoplossingen voor klanten gerealiseerd en we willen onze inspanningen op dit gebied vergroten door nog meer samen met klanten te gaan ontwikkelen. Voorbeelden zijn onder meer Windpark Fuji, proeven met slimme netten in de bebouwde omgeving, proeven met elektrisch vervoer en verduurzaming van bedrijventerreinen.
4. Internationale groei: op plan, verder te ontwikkelen Om groei in duurzame energie te realiseren op bedrijfseconomisch verantwoorde wijze (gezond rendement en spreiding van risico's) streeft Eneco naar beheerste groei in Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland. In België zijn we succesvol met het uitbouwen van onze productie- en leveringsactiviteiten. In het Verenigd Koninkrijk hebben we eveneens een goede positie om onze duurzame productie (wind op land en op zee) uit te breiden. Voor Frankrijk en Duitsland ontwikkelen wij in 2012 businessplannen gericht op verdere groei.
5. Groeien: autonoom en door partnering en acquisities: op plan, verder te ontwikkelen Eneco wil allereerst op eigen kracht groeien en daarin zijn we succesvol. In Nederland en ook België zien we een positieve
6
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
doelstelling te halen.
Verslag Raad van Bestuur
Risicoprofiel
Risico's in balans met groei Ondernemen houdt ook in het nemen van risico. Door risico’s te beheersen, streven we ernaar de strategie van Eneco duurzaam uit te voeren. De onderdelen van deze strategie zijn: • Groeiende financiële resultaten en beheersen van risico’s
Financieel Sturingskader: Eneco hanteert een financieel
• Opbouwen productiefaciliteiten en netwerken met stabiele
sturingskader, waarin de voornaamste financiële
cashflow
randvoorwaarden aan de strategie zijn vastgelegd. Deze
• Ontwikkeling Duurzaam Samen-businessmodel
randvoorwaarden bevatten bijvoorbeeld minimale vereisten voor
• Internationale groei
de ratio’s voor solvabiliteit en cash flow ten opzichte van de
• Samenwerking en acquisities
nettoschuld, met als richtlijn een credit rating rond de A (Standard
• Duurzame bedrijfsvoering
& Poors).
Risicomanagement vormt een belangrijk onderdeel van de
Stresstests: Eneco voert stresstests uit op haar financiële
bedrijfsvoering. Onderdeel van het risicobeleid is dat wij
prognoses om de impact van de risico’s mee te wegen in de
zorgvuldig afwegen welke risico’s Eneco loopt en welke
beoordeling van de financiële robuustheid van de strategie. Naast
waarborgen wij daartegenover zetten. Wij stellen vast hoe wij de
het verkrijgen van inzicht in de mogelijke effecten van deze risico’s,
risico’s monitoren, welke beheersmaatregelen wij treffen en hoe
worden voor deze risico’s ook beheersmaatregelen bepaald.
wij controle houden op de effectiviteit en de naleving van onze interne regels. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het
Audit Risk Committee: Ieder besturingsniveau heeft een Audit
risicomanagement van de onderneming als geheel. Zij heeft deze
Risk Committee, op het niveau van de Raad van Bestuur en op
verantwoordelijkheid gedelegeerd naar ieder van de
segmentniveau (directieteams). In deze ARC’s worden de risico-
businessmanagementteams van de onderliggende segmenten
inschattingen en status van beheersmaatregelen en mitigerende
(kernbedrijven) en businessunits (‘’1e lijn’’). Deze
acties periodiek besproken. Het Audit Committee van de Raad van
verantwoordelijkheid wordt voor de betrokken managers
Commissarissen ziet toe op het adequaat functioneren van het
ondersteund door bijvoorbeeld functies als veiligheid en
geheel van risicomanagementactiviteiten.
compliance (‘’2e lijn’’). De overall coördinatie is belegd bij de afdeling financiën. De internal audit functie voert additioneel audits uit (‘’3e lijn’’) en rapporteert de resultaten aan de Raad van Bestuur en het Audit Committee.
Risicomanagement-raamwerk Het risicomanagement-raamwerk bestaat uit de volgende hoofdbestanddelen:
Risicobereidheid Het management weet wat de risicobereidheid is van de onderneming en waar de grenzen liggen die bij het functioneren van de onderneming in acht moeten worden genomen. De risicogrenzen op ondernemingsniveau hebben we concreet vertaald in de diverse beleidsuitgangspunten en richtlijnen binnen Eneco. Bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid, handelsmandaten, autorisatiebevoegdheden en de gedragscode.
ECRS: Eneco Control en Risico Systeem (ECRS) bestaat uit een risico assessment methodologie, een set aan beheersmaatregelen en een methodiek waarmee het management zelf kan vaststellen of de beheersmaatregelen
Onze risicobereidheid is onderverdeeld naar type risico, zoals die binnen Eneco worden onderscheiden:
effectief zijn (zie In Control statement).
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
7
Verslag Raad van Bestuur Risicoprofiel
Veiligheid Bouwen en exploiteren van productiefaciliteiten speelt een
Voornaamste risico’s Eneco beschouwt de volgende risico's als toprisico:
centrale rol in onze strategie. Deze activiteiten brengen veiligheidsrisico’s met zich mee. Onze risicobereidheid is in dit geval: ‘’zero tolerance’’. Een ongeval met verzuim beschouwen wij als significant en ernstiger voorvallen (ziekenhuisopname, dodelijk ongeval) als kritisch, respectievelijk onaanvaardbaar.
Financiën Eneco voert een strategie van groei en transformatie met substantiële investeringen in nieuwe en bestaande activiteiten. De strategie is vertaald in een tienjaars Financieel Strategische Prognose, die als ‘’rolling forecast’’ per kwartaal wordt bijgewerkt met de laatste inzichten. Onze risicobereidheid op dit gebied is afgeleid van het financieel sturingskader. Risico’s die kunnen leiden tot een overschrijding van limieten in het financieel
1.
Veiligheid bij bouw en operatie van productiefaciliteiten en
2.
Ontwikkeling van de marges op de handelsmarkten, met
3.
Lage CO2-prijzen en (wisselende) subsidieregimes vertragen
4.
Wet Onafhankelijk Netbeheer en gedwongen splitsing
5.
Counterparty risico op banken en obligaties in de Verenigde
energie-infrastructuren name de spark spreads (= de marges op de gascentrales) de uitrol van de duurzame strategie
Staten
Risico's en beheersmaatregelen VEILIGHEID - TOPRISICO
sturingskader of het niet behalen van limieten krijgen in het risicomanagementraamwerk de volle aandacht. De grenzen hiervoor liggen bij een overschrijding van de resultaat- en cash flow-prognoses met € 20 miljoen of meer op jaarbasis en een balanstotaal dat op jaarbasis € 100 miljoen of meer beneden de prognose ligt.
Integriteit Een belangrijk risico vormt onethisch en frauduleus gedrag van de medewerkers, het integriteitsrisico. Eneco kan haar rol alleen goed vervullen als we hoogste gedragsnormen hanteren. De Eneco Gedragscode en onderliggende richtlijnen geven aan wat het gewenste gedrag is en hoe we integer kunnen handelen. We besteden in werkoverleggen en door middel van workshops veel
Veiligheid bij bouw en operatie van productiefaciliteiten en energie-infrastructuren Eneco krijgt meer eigen productiefaciliteiten, zoals windparken, biomassacentrales, gasopslag en elektriciteitsproductie. We hebben ruime ervaring met infrastructuren voor elektriciteit, gas en warmte evenals met technische installatiewerkzaamheden en welke veiligheidseisen daaraan gesteld worden. De groei van de duurzame activiteiten brengt nieuwe veiligheidrisico’s met zich mee. Risicomitigatie: Eneco heeft een veiligheidsbeleid en een veiligheidsorganisatie opgezet, die passen bij deze risico’s. Dit beleid is van toepassing op alle Eneco medewerkers, materiaal en alle aannemers. In 2011 hebben we de Enecogen-centrale en de Gasspeicher gasopslag en meerdere windparken in productie genomen.
aandacht aan het integriteitsbewustzijn van de medewerkers. Er is ook een meldpunt integriteit en er zijn vertrouwenspersonen ten behoeve van de adequate en vertrouwelijke afhandeling van integriteitincidenten.
Reputatie Onze goede en betrouwbare reputatie is van wezenlijk belang voor ons bestaansrecht. Negatieve aandacht beschouwen we als een toprisico. Het risico dat onze strategische doelen niet worden behaald om een duurzame en betrouwbare energievoorziening te realiseren, rubriceren wij ook onder het reputatierisico. Als wij niet voldoen aan de betrouwbaarheidsvereisten die worden gesteld aan onze netbeheeractiviteiten of leveranciersactiviteiten beschouwen wij dat als toprisico. Dit geldt eveneens voor het niet realiseren van de duurzame commitments die we hebben afgesproken met het Wereld Natuur Fonds in het Climate Savers initiatief. Naast het verkrijgen van inzicht in de mogelijke effecten van deze risico’s, worden voor deze risico’s ook beheersmaatregelen bepaald.
8
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
FINANCIEEL Operationele performance met betrekking tot inkoop – levering – meting en verkoop Dit proces vormt het hart van het bedrijf. Uitval van of fouten in de primaire IT-systemen vormen een belangrijk risico. Ze kunnen leiden tot bijvoorbeeld onjuiste facturen en daarmee reputatieschade, terwijl uitval van de systemen ten behoeve van de energiehandel kan resulteren in aanzienlijke financiële schade. We zijn vooral afhankelijk van IT-systemen bij de afhandeling van elektronisch berichtenverkeer, meten en factureren en de aan de energiehandel gerelateerde activiteiten. Risicomitigatie: Een gespecialiseerde organisatie beheert en documenteert de processen en systemen. Er worden regelmatig assurance activiteiten uitgevoerd, zoals audits en certificering door ISO14001. De aan energiehandel gerelateerde activiteiten draaien op een apart, dubbel uitgevoerd IT-platform dat gefaciliteerd wordt door Schuberg Philis.
Verslag Raad van Bestuur Risicoprofiel
FINANCIEEL
FINANCIEEL
Ontwikkeling van de Marked to Market op uitstaande posities
Operationele integriteit van assets onder operatie
Door marktprijsbewegingen kunnen verschillen ontstaan in de huidige waarde van inkoop-verkoop posities ten opzichte van het moment dat die posities zijn aangegaan. Hierdoor ontstaan positierelaties tussen Eneco en haar klanten en leveranciers, die een kasstroomeffect en kredietrisico-effect kunnen hebben. Risicomitigatie: Er zijn maximale niveaus voor dit risico geformuleerd en een beleid om dit te beheersen en te monitoren. Er is een aparte risk afdeling die toezicht houdt op handhaving van dit beleid en maximale niveaus. FINANCIEEL TOPRISICO Counterparty risico op banken en obligaties in de Verenigde Staten Uit hoofde van de afgesloten lease-and-leaseback transacties worden door Eneco posities aangehouden in de vorm van deposito’s bij een vijftal Europese banken. Op balansdatum ging het om een bedrag van USD 2 miljard. Eneco is blootgesteld aan het hieraan verbonden tegenpartijrisico (counterparty risk). Risicomitigatie Alle betrokken banken hebben een rating van Standard & Poor’s en/of Moody’s behorend tot het “investment grade” segment. Het tegenpartijrisico wordt frequent beoordeeld. Dit kan er toe leiden dat posities worden ondergebracht bij een andere partij. FINANCIEEL Investeringen: beslissing en uitvoering Eneco heeft een lange ervaring met investeringen in netten. De investeringen in nieuwe duurzame technologieën brengt nieuwe risico’s met zich mee. Een verkeerde investeringsbeslissing – of uitvoering kan gevolgen hebben voor financiën, veiligheid of reputatie. Risicomitigatie: Investeringsbeslissingen volgen een vaste managementmethodiek, met voorgeschreven fases, besluitmomenten en standaardvereisten. We hebben een aparte organisatie voor het uitvoeren van de grote investeringen. Investeringsbeslissingen worden door het Investerings Risico Comité beoordeeld en in de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen (boven € 25 miljoen) genomen. Bouw wordt in de meeste gevallen turn key aanbesteed bij gekwalificeerde aannemers. Evaluatie vindt plaats door middel van Post Investerings Analyses.
Niet functioneren (conform verwachting) van netten, windparken en andere eigendommen brengt risico’s voor de veiligheid, financiën en reputatie met zich mee. Risicomitigatie: Voor alle productiefaciliteiten en netwerkinfrastructuren zetten wij operationele doelstellingen op waarover wordt gerapporteerd. De organisatie-inrichting faciliteert een goede operatie en medewerkers worden getraind. Activa zijn geregistreerd en onderhoudsprogramma’s afgestemd op levensduur, inspecties en preventief handelen. We krijgen assurance door inspecties, audits en externe certificering zoals ISO14001. Toezichthouder Energiekamer, onderdeel van de NMa, stelt maximumtarieven vast voor onze netbeheeractiviteiten om de operationele en financiële kosten terug te verdienen en een beperkt rendement op het geïnvesteerd vermogen te maken. Met adequate dienstverleningsovereenkomsten wordt doelmatige en efficiënte bedrijfsvoering bevorderd. FINANCIEEL Financiële performance kernbedrijven Een te lage financiële performance verzwakt het bedrijf op lange termijn zowel financieel, als in haar reputatie. Risicomitigatie: De Raad van Bestuur heeft een financieel sturingskader geformuleerd waaraan de onderneming zich afmeet. Dit sturingskader is afgestemd met de Raad van Commissarissen. Het zet doelstellingen en randvoorwaarden op het gebied van solvabiliteit, kasstroom, rentedekking, risicorendement verhouding van investeringen. Voor het gereguleerde domein (netten) gelden reguleringsbenchmarks, waaraan de onderneming zich afmeet. Behalve op ondernemingsniveau, worden alle businessunits en sub-onderdelen gestuurd op rendement en winstbijdrage; waar nodig sturen wij bij. FINANCIEEL TOPRISICO Ontwikkeling van de marges op de handelsmarkten, met name de spark spreads De recessie en de situatie van vraag en aanbod in de Noordwest Europese energiemarkten heeft geleid tot ongewenste marges. In 2011 zijn de marges op centrales sterk gedaald, wat heeft geleid tot een daling van rendement van onze gasgestookte centralecapaciteit. Risicomitigatie: Het portfolio wordt beoordeeld op karakteristieken zoals ‘’Value at Risk’’ en mate van verticale integratie. Het hedging beleid en de gestelde handelsmandaten moeten borgen dat de volatiliteit van de portfoliowaarde binnen gestelde kaders blijft. FINANCIEEL Kredietwaardigheid tegenpartijen Eneco heeft ingekocht voor klanten en leveranciers. Bij slechte betaling of faillissement, lijden wij financiële schade. Risicomitigatie: We doen controle op kredietwaardigheid en monitoren onze posities regelmatig bij financiële managementreviews en in het Risico Comité. Vooral in tijden van economische crisis, is er sprake van versterkte ‘dijkbewaking’.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
9
Verslag Raad van Bestuur Risicoprofiel
FINANCIEEL
REPUTATIE
Tarifering in het gereguleerde domein
Tijdige contractering van strategische supplies
De netbeheeractiviteiten hebben een langetermijnkarakter en hebben behoefte aan een voldoende en voorspelbare tariefstelling. Onverwachte afwijkingen op korte- of middellange termijn kunnen leiden tot schommelingen in het resultaat en een onzeker investeringsklimaat. Risicomitigatie: Eneco en haar netbedrijf Stedin volgen externe benchmarks als maatstaf voor de eigen performance. Het management neemt zoveel mogelijk een proactieve rol aan binnen overlegorganen en in haar relatie met overheidsinstanties.
Het langetermijnkarakter van onze activiteiten vereist een tijdige borging van strategische leveranties, waarvoor geen eenvoudige directe alternatieven zijn. Dit betreft bijvoorbeeld kritische elementen in de wind- en biomassa-supply chain of de inkoop van langetermijncontracten gas en warmte. Indien dit niet is geborgd, resulteert dit in risico’s, zowel financieel als op het gebied van leverbetrouwbaarheid en imago. Risicomitigatie: De zekerstelling van strategische supplies is continu punt van aandacht van de Raad van Bestuur en directies van de businessunits. Het portfolioprofiel met de lange termijn netto posities wordt periodiek geëvalueerd in strategie-analyses en besproken in het Risico Comité.
FINANCIEEL TOPRISICO Wet Onafhankelijk Netbeheer en gedwongen splitsing De duurzame strategie is het meest effectief te realiseren binnen een geïntegreerde portefeuille van energieleverings- en distributie- en transportactiviteiten. Een splitsing van Eneco leidt tot een minder solide financiële basis om dit te kunnen doen. Belangrijk is de samenwerking tussen de verschillende disciplines in de energieketen. Het splitsen van het bedrijf brengt de uitvoerbaarheid van de duurzame strategie in gevaar. Risicomitigatie: Eneco is een juridische procedure aangegaan tegen de gedwongen splitsing. De Hoge Raad heeft 24 februari 2012 prejudiciële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie in Luxemburg.
REPUTATIE TOPRISICO Lage CO2-prijzen en (wisselende) subsidieregimes vertragen de uitrol van de duurzame strategie Lage CO2-prijzen en wisselende subsidieregimes veroorzaken een slecht investerings- en financieringsklimaat. Dit vertraagt de uitrol van de duurzame strategie en brengt de bedrijfsdoelen in gevaar. Risicomitigatie: Eneco probeert langs verschillende wegen de regimes te beïnvloeden, zodat er een stabiel investerings- en financieringsklimaat is en er level playing field is tussen verschillende (duurzame en fossiele) technologieën.
INTEGRITEIT REPUTATIE Voldoen aan regulatoire richtlijnen Niet voldoen aan regulatoire richtlijnen, zoals die van de Energiekamer en Mifid, brengen risico’s met zich mee ten aanzien van onze ‘’license to operate’’, klantreputatie en boetes. Risicomitigatie: Eneco heeft een compliance beleid, richtlijnen en een afdeling ter ondersteuning hiervan. In iedere business zijn compliance focal points actief. Assurance wordt verkregen door middel van het In Control statement en audits. Externe audits worden uitgevoerd door de Energiekamer, conform haar beleid. INTEGRITEIT Mogelijke nieuwe EU-wetgeving inzake central clearing In reactie op de financiële crisis heeft de EU wetgeving in voorbereiding, waarin zij voorstelt om alle handelstransacties direct contant te verrekenen. Bij de handel van commodities maken marktpartijen nu veel gebruik van zogenaamde Over The Counter (OTC) handel, waarbij bilaterale posities worden geadministreerd, maar contante verrekening pas plaatsvindt bij levering of afwikkeling. Vergaande EU-wetgeving inzake central clearing zou een substantiële stijging van de behoefte aan kasmiddelen impliceren. Risicomitigatie: Eneco neemt deel in een lobby platform van EnergieNed. Dit platform heeft onder andere onafhankelijk onderzoek laten doen naar de impact van deze maatregel en een gezamenlijk schrijven aan de EU instanties geïnitieerd.
10
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Structurele daling van windkracht of stijging van temperatuur in de Eneco focuslanden Het opbrengstenprofiel van Eneco kan door klimaatverandering variëren en een mogelijk drukkend effect hebben. Bijvoorbeeld als het minder waait of bij hogere temperaturen. Investeringen worden hierdoor minder rendabel en de strategie als geheel kan hierdoor beïnvloed worden. Met 2011 als ijkpunt is de klimaatafhankelijkheid van het resultaat ongeveer €15 miljoen. Risicomitigatie: Eneco monitort wind, temperatuur en luchtvochtigheid en houdt hiermee rekening bij investeringsbeslissingen en in haar operatie van dag tot dag. Externe instituten, zoals het KNMI, vragen we expertise. In 2011 is Eneco op kleine schaal gaan experimenteren met weerderivaten, risico management instrumenten op dit gebied. Daarnaast bestuderen we portfolio-effecten die we meenemen in de strategie. Te denken valt aan verschillende windregio’s, temperatuur en windsnelheid. Toevoeging van activiteiten aan het portfolio beoordelen wij vanuit een risicodiversificatiemotief.
Verslag Raad van Bestuur Risicoprofiel
Risicomanagement in 2011
De Raad van Bestuur is zich bewust van zijn verantwoordelijkheid
Naast reguliere interne en externe assurance en audit activiteiten,
voor de interne beheersing van Eneco. De Raad van Bestuur heeft
zijn de volgende specifieke verbeteringen aan het risico
het Eneco Control & Risk systeem ingezet als instrument om te
management doorgevoerd:
waarborgen dat de realisatie van strategische, operationele en financiële doelstellingen wordt bewaakt, de verslaggeving
• Met betrekking tot veiligheid is er een Safety Board ingevoerd.
betrouwbaar is en wet- en regelgeving wordt nageleefd. Op basis
Veiligheid is het eerste agendapunt bij iedere vergadering en
van de resultaten van de in 2011 uitgevoerde zelfcontroles van
businessunit review van de Raad van Bestuur.
de verschillende kernbedrijven is de Raad van Bestuur van mening
• Het systeem dat ondersteuning biedt aan het ECRS, is vervangen. We hebben een IT-systeem in gebruik genomen dat
dat de interne beheersing adequaat is opgezet en in 2011 effectief heeft gewerkt.
het vastleggen van risico’s, beheersmaatregelen en assurance faciliteert in alle lagen van de organisatie. • Stress test methodiek en scenario's volgens Value at Risk methodologie zijn verder ontwikkeld.
Wel moet rekening worden gehouden met de inherente beperkingen die aan ieder intern risicobeheersings- en controlesysteem zijn verbonden. Wij kunnen dan ook nimmer absolute zekerheid geven dat wij onze
In Control
ondernemingsdoelstellingen realiseren of dat zich geen materiële
Governance, Risk & Compliance
fouten, verliezen, fraudes of overtredingen van wet- en
Het COSO-model uit 2004 is de wereldwijde standaard voor
regelgeving zullen voordoen.
Enterprise Risk Management. Dit model is daarom als basis gekozen voor het interne risicobeheersings- en controlesysteem
Forward looking statement
van Eneco, dat de naam Eneco Control & Risk Systeem (ECRS)
De Raad van Bestuur zal het Eneco Control & Risk Systeem in
draagt. De eerste versie van het ECRS is geïntroduceerd in 2005.
2012 verder invulling geven aan het gedachtengoed van integraal
Elk jaar wordt het ECRS aangepast om bij te blijven met
risk management. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat
ontwikkelingen in risico’s, bedrijfsontwikkeling en externe
het ECRS in 2012 niet naar behoren zal functioneren.
invloeden.
Doelstelling Eneco Control & Risk Systeem Het ECRS is het systeem dat alle belangrijke beheersmaatregelen bundelt in een control kader. In 2011 is het ECRS verder ontwikkeld op het gebied van business specifieke controls, om meer recht te doen aan de diversiteit van bedrijfsactiviteiten. Door het bottom-up toevoegen van de belangrijkste beheersmaatregelen van een specifiek bedrijfsonderdeel, wordt maatwerk verkregen dat beter aansluit bij de betreffende risico’s. Tevens vergroot dit het draagvlak voor internal control. Onderdeel van het ECRS is ook de opstelling van de risico heat chart per business unit, staforgaan en de geïntegreerde Eneco groep. De belangrijkste financiële risico’s zijn uitgewerkt in stress tests en worden voor zover mogelijk toegepast op de financiële prognoses.
In Control verklaring Sinds 2007 geeft de Raad van Bestuur van Eneco Holding N.V. een In Control-verklaring. De Raad van Bestuur verklaart ook over 2011 In Control te zijn. Vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid houden wij vast aan de oorspronkelijke reikwijdte van de Nederlandse Corporate Governance code ten aanzien van interne beheersing, ofwel een adequate en effectieve werking ten aanzien van alle doelstellingen van het ECRS. Dat wil zeggen dat wij geen gebruik maken van de mogelijkheid die door de monitoringcommissie Corporate Governance is geboden tot beperking van de reikwijdte tot alleen de financiële verslaggevingsrisico’s.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
11
Verslag Raad van Bestuur
Dialoog met de samenleving
Continu in gesprek Eneco wil midden in de samenleving staan. Meer dan ooit moeten we samen optrekken met de verschillende groepen in de samenleving om onze duurzame doelen te bereiken. In de eerste plaats met onze klanten aan wie wij ons bestaansrecht ontlenen. Dat kan primair door goed te luisteren en de dialoog aan te gaan met de belangrijkste betrokkenen: onze klanten, onze medewerkers, onze aandeelhouders, nongouvernementele organisaties en onze toeleveranciers. Wij streven naar een continue dialoog met deze betrokkenen.
Natuur Fonds. Aan hen hebben we gevraagd met ons mee te
Eneco rapporteert over de duurzaamheid en maatschappelijk
denken over onder meer de volgende onderwerpen: wat zijn
verantwoord ondernemen (MVO) volgens de richtlijnen van Global
belangrijke strategische en duurzame doelen voor Eneco; wat
Reporting Initiative (GRI) op B+ niveau.
willen interne en externe betrokkenen weten? We hebben hen onze strategische kpi’s voorgelegd en hen gevraagd of zij deze
MVO integraal onderdeel van de strategie
relevant vinden. De inhoud van het jaarverslag en de gekozen
Voor Eneco is maatschappelijk verantwoord ondernemen inherent
onderwerpen zijn mede op basis van deze dialogen bepaald. In
aan haar missie, visie en rol in de samenleving. Onze
2012 gaan we nog gerichter in dialoog met klanten die zijn
maatschappelijke verantwoordelijkheid komt tot uitdrukking in
vertegenwoordigd in de Klantenraad. De dialoog met al onze
onze strategie waarin de transitie naar een duurzame
betrokkenen over onze strategie en prestaties zetten we
energievoorziening centraal staat. We lichten dit verder toe bij het
structureel voort. Voor meer informatie over de gemaakte keuzes
onderwerp Missie en visie, en Strategie.
verwijzen wij naar de pagina Over dit verslag.
Strategische kpi’s
Aanbevelingen van stakeholders
Eneco heeft een aantal strategische kpi’s benoemt die bijdragen
In de dialoog deden de hierboven genoemde betrokkenen een
aan het realiseren van de strategie, waar de Raad van Bestuur
aantal suggesties over de te rapporteren kpi’s. Naar aanleiding
actief op stuurt. Binnen de hoofdthema’s veiligheid,
hiervan zijn wij van plan in 2012 te starten met het rapporteren
verduurzaming van de energievoorziening, leveringszekerheid,
over ketenverantwoordelijkheid (van bron tot klant), te meten in
klanttevredenheid, medewerkers, en de verduurzaming van de
het gemiddelde energieverbruik van retailklanten. Ook nemen we
bedrijfsvoering zijn een twintigtal kritische prestatie-indicatoren
een extra kpi over veiligheid op.
(kpi’s) geformuleerd. Bij deze kpi’s is door Deloitte Accountants B.V. externe assurance verstrekt met een beperkte mate van zekerheid voor zover het de 2011 cijfers betreft. Er is geen externe assurance verstrekt bij overige in dit geïntegreerde jaarverslag opgenomen informatie, inclusief de vergelijkende cijfers. Voor meer informatie over deze externe assuranceopdracht verwijzen wij naar het Assurance-rapport van Deloitte Accountants B.V. en naar Over dit verslag. De volledige GRI-index is ook in dit verslag opgenomen.
Dialoog 2011 In 2011 voerden we dialogen met de belangrijkste bij onze onderneming betrokken groepen: de klanten, de aandeelhouders, de Raad van Commissarissen, de medewerkers, het Wereld
12
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Verslag Raad van Bestuur Dialoog met de samenleving
Strategische kpi's De Eneco groep hanteerde in 2011 twintig strategische kpi’s. De targets voor het jaar 2011 en de resultaten van de Eneco groep in dat jaar vindt u hier. Er is geen target gesteld, waar deze niet is vermeld1. Het doel van de kpi is dan om inzicht te krijgen en te houden. De vijf kpi's waar ook het Wereld Natuur Fonds zich in kan vinden hebben de toevoeging (WWF). Klantentrouw en klanttevredenheid
meet na ieder klantcontact de tevredenheid daarover.
Eneco meet de klanttevredenheid van retailklanten op basis van
Bijvoorbeeld na een aanvraag voor een aansluiting of een
de internationaal erkende Net Promotor Score-methodiek. Stedin
storingsmelding. Target 2011
Resultaat 2011
Net Promotor Score (Eneco Supply): de mate waarin de klanten hun eigen leverancier aanbeveelt aan hun vrienden en bekenden (branchgemiddelde -21)
NPS Eneco -16
-18
Klant(on) tevredenheid (Stedin): het percentage klanten dat (on)tevreden of heel (on)tevreden is. Het % klanten dat een 7 of hoger geeft.
70% of meer van de klanten geeft een 7 of hoger
69%
Het aantal retailklanten1
2,2 miljoen
Veiligheid
leerlingen en stagiaires te vermenigvuldigen met 1.000.000 en te
De prestaties die we leveren op het gebied van veiligheid drukken
delen door het product van aantal gewerkte uren (1560 uur) en
we uit in LTIR (Lost Time Injury Rate). Dit cijfer wordt op
het aantal fte’s (eigen medewerkers). Stedin neemt ook de
groepsniveau gerapporteerd en op niveau van de kernbedrijven.
veiligheidsincidenten van aannemers, waaronder Joulz, mee in
De LTIR wordt berekend door het aantal ongevallen met verzuim
haar rapportage.
van eigen medewerkers en ingeleend personeel, inclusief
Lost Time Injury Rate (LTIR)
Target 2011
Resultaat 2011
2,5
1,76
Medewerkers
ziekteverzuimcijfer is een extra graadmeter om te zien of het goed
De mate waarin medewerkers zich aangesloten voelen bij de koers
gaat met onze mensen. Diversiteit en integriteit zijn twee
van de onderneming drukken we uit in een Internal Alignment
belangrijke thema’s waar we onszelf op meten.
cijfer. Verder meten we regelmatig de medewerkermotivatie. Het Target 2011
Resultaat 2011
Internal Alignment
52,8
57,4
Medewerkermotivatie
7,3 per bedrijfsonderdeel
Eneco: 7,3 Stedin: 7,1 Joulz: 6,8
Ziekteverzuim [%]
< 4,5%
4,5%
Diversiteit van het medewerkersbestand naar geslacht [%]1
M/V: 78,9 / 21,1
Percentage vrouwen in een management-developmentpositie [%]1
16,20%
Totaal aantal gevallen van discriminatie
Nul
1
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
13
Verslag Raad van Bestuur Dialoog met de samenleving
Energieproductie De vooruitgang die we boeken in het ontwikkelen van eigen productiefaciliteiten. Target 2011 Opgesteld vermogen in eigendom of gecontracteerd vermogen met PPA's[MW]1
Resultaat 2011 2.613 MW
Percentage duurzaam geproduceerde elektriciteit (in eigendom of gecontracteerd vermogen met PPA's) t.o.v. het totaal leveringsportfolio [%]. (WWF)
20% duurzaam geproduceerde elektriciteit ten opzichte van de totale leveringsportfolio van Eneco in 2013.
9,89%
Gemiddelde CO2-uitstoot van een kWh over een jaar die is opgewekt door een productiemiddel waarmee elektriciteit wordt opgewekt dat voor ten minste 50% in (indirect) eigendom toebehoort aan Eneco. [gr/kWh] (WWF)
Minder dan gemiddeld 300 gram per kilowattuur CO2-uitstoot bij de door ons geproduceerde elektriciteit.
154, 1
Groene productie De vooruitgang die we boeken in het verduurzamen van onze eigen productie en de leveringsportefeuille. Target 2011
Resultaat 2011
Percentage van de geleverde elektriciteit in het leveringsportfolio van Retail dat zich kwalificeert als "Donkergroen". [%] (WWF)
20% donkergroen geleverde elektriciteit aan onze retailklanten in 2013.
14,25%
Percentage van het geleverde gas in het retailleveringsportfolio dat als donkergroen kwalificeert. [%] (WWF)
0,5% donkergroen geleverd gas aan onze retailklanten in 2013.
0,41%
Stroometiket1
zie Stroometiket (Brandstofmix elektriciteit 2011)
Leveringszekerheid De leveringszekerheid betreft de gemiddelde onderbrekingsduur van de energienetten, voor elektriciteit uitgedrukt in minuten per jaar per klant, en voor gas in seconden per jaar per klant. Target 2011
Resultaat 2011
De gemiddelde onderbrekingsduur van het elektriciteitsnet in minuten per klant per jaar
<25
24,7
De gemiddelde onderbrekingsduur van het gasnet in seconden per klant per jaar
<60
50
Milieubelasting bedrijfsvoering
mogelijk wordt. Sinds 2008 kennen wij een klimaatneutrale
De besparingen die we bereiken in onze bedrijfsvoering worden
bedrijfsvoering. Dit betekent dat wij zo veel mogelijk besparen en
berekend per medewerker en de energie voor ruimteverwarming
daar waar dat nog niet volledig kan wij onze CO2-emissies
wordt gecorrigeerd voor graaddagen, zodat een goede
compenseren door aanschaf van Gold Standard CO2-certificaten.
vergelijking met onze klimaatvoetafdruk van 2007 (nulmeting) Target 2011
Resultaat 2011
CO2-besparing t.o.v. 2007 per medewerker per thema en het totaal [%] (tevens WWF2)
50% CO2-reductie in de interne bedrijfsvoering in 2013 (t.o.v. 2007).
30%
Toelichting op de wijze van compensatie van de CO2-uitstoot, veroorzaakt door de interne bedrijfsvoering.
Een klimaatneutrale bedrijfsvoering door de aanschaf van Gold Standard VER's.
De berekende CO2uitstoot is voor 100% gecompenseerd door de aanschaf van Gold Standard VER’s
1 2
14
Er is geen target gesteld als deze niet is vermeld. Het doel van de kpi is om inzicht te krijgen en te houden. Een variant van deze kpi is met het WWF afgesproken, zie WWF criteria (pagina 58).
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Verslag Raad van Bestuur Dialoog met de samenleving
De financiële kpi's vindt u bij de financiële resultaten De gekozen strategische kpi's hebben betrekking op de gehele Eneco groep, tenzij anders vermeld. Een beschrijving van de scope staat in de paragraaf Over dit verslag. Bij deze kpi’s is door Deloitte Accountants B.V. externe assurance verstrekt met een beperkte mate van zekerheid voor zover het de 2011 cijfers betreft.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
15
Verslag Raad van Bestuur
Profiel
Onze bedrijfsonderdelen Eneco Holding NV (‘Eneco groep') is de enige geïntegreerde energiegroep in Nederland met de uitgesproken ambitie op duurzame wijze energie te produceren, te transporteren en te leveren aan klanten. Met circa 7.000 medewerkers bedienen we 2,2 miljoen zakelijke
Infrabedrijf Joulz
en huishoudelijke klanten. De aandelen zijn in handen van 60
Joulz is specialist in het op veilige wijze ontwerpen, aanleggen en
Nederlandse gemeenten. Het hoofdkantoor is gevestigd in
onderhouden van (duurzame) energie-infrastructuren. De
Rotterdam. De groep bestaat uit het energiebedrijf Eneco,
kernopdracht is een maximaal betrouwbare energievoorziening
netwerkbedrijf Stedin en infrabedrijf Joulz. De vrije, niet
voor haar klanten. Netbeheerder Stedin is en blijft de grootste
gereguleerde activiteiten van netwerkbedrijf Stedin worden
opdrachtgever. Joulz werkt steeds vaker ook voor andere
uitgevoerd door Stedin Diensten.
netbeheerders, grote industriebedrijven, overheden en railbedrijven. Joulz streeft ernaar hoge kwaliteit te leveren tegen
Energiebedrijf Eneco Energiebedrijf Eneco is verantwoordelijk voor de productie, handel en inkoop, levering van (een groeiend aandeel duurzaam opgewekte) energie (elektriciteit, gas, warmte en koude) en de ontwikkeling van duurzame en decentrale energieoplossingen voor klanten. Vergroening van het klantenbestand is een belangrijke opdracht. Ook werkt het bedrijf continu aan een eigen duurzaam productieportfolio. Energiebedrijf Eneco is actief in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. De activiteiten van het energiebedrijf zijn logisch gebundeld in functionele business units. De activiteiten die zijn overgenomen van het voormalige Econcern zijn in 2010 volledig geïntegreerd. (www.eneco.nl) Ecofys, het internationale energieadviesbureau, neemt een onafhankelijke positie in binnen het energiebedrijf Eneco. (www.ecofys.com/nl)
Netwerkbedrijf Stedin Stedin onderhoudt, beheert en ontwikkelt gas- en elektriciteitsnetten voornamelijk in de randstedelijke gebieden van Utrecht en Zuid-Holland. Alle wettelijke taken worden volledig in eigen huis uitgevoerd. Het bedrijf is er niet alleen verantwoordelijk voor dat de energienetten veilig zijn en optimaal functioneren, het ontwikkelt daarnaast infrastructuren voor reststromen als CO2 en biogas. (www.stedin.net)
16
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
een marktconforme prijs. (www.joulz.nl)
Verslag Raad van Bestuur
Kengetallen (bedragen in € 1 mln.)
2011
2010
2009
2008
2007
Totale opbrengsten2
5.007
4.922
5.245
4.943
4.789
Opbrengst energie en energie gerelateerd
4.839
4.722
5.018
4.635
4.542
Brutomarge energie en energie gerelateerd
1.442
1.294
1.325
1.262
1.224
Bedrijfsresultaat voor afschrijvingen (EBITDA)
711
576
564
695
690
Bedrijfsresultaat (EBIT)
388
274
268
404
474
Nettoresultaat
204
141
177
272
426
1.117
670
729
532
725
Resultaten
Kasstroom uit operationele activiteiten Vermogen3
734
730
523
328
362
Eigen vermogen
4.353
3.890
3.900
3.809
3.040
Rentedragende schulden
1.859
1.947
2.087
1.863
1.496
Balanstotaal 1
8.636
7.577
7.691
7.386
6.437
50,4%
51,3%
50,7%
51,6%
47,2%
6,4%
4,8%
4,8%
7,7%
10,6%
8,8
6,2
7,4
11,4
14,1
Aantal FTE's gemiddeld
6.596
6.622
6.137
5.419
5.102
Ziekteverzuim
4,5%
4,6%
4,7%
4,9%
5,0%
1,76
2,6
27.457
24.435
24.295
26.381
22.808
5.914
6.704
5.900
5.114
5.206
11.350
13.157
11.436
11.923
11.424
Investeringen in materiële vaste activa
Ratio's Eigen vermogen/totaal vermogen1 Rendement op werkzaam vermogen4 Interest coverage rate5 Medewerkers
LTIR6 Verkoopvolumes Elektriciteit (GWh) Gas (miljoen m3) Warmte (TJ) 1 2 3 4 5 6
Gegevens 2010 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast Totale opbrengsten: Opbrengst energie en energie gerelateerd alsmede Overige opbrengsten. Werkzaam vermogen: Activa exclusief liquide middelen, minus niet-rentedragende schulden. Rendement op werkzaam vermogen: Bedrijfsresultaat in percentage van werkzaam vermogen. Interest coverage rate: Bedrijfsresultaat voor afschrijvingen gedeeld door financiële baten en lasten. LTIR: ongevallen met verzuim x 1.000.000 gedeeld door (1560 uur x aantal fte's).
60
47,2
51,6
50,7
51,3
50,4
18
55
15
50
12
45
9
40
6
35
3
14,1
11,4
7,4
6,2
8,8
2007
2008
2009
2010
2011
0 2007
2008
2009
2010
2011
EIGEN VERMOGEN/TOTAAL VERMOGEN (in %)
INTEREST COVERAGE RATE
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
17
Financieel
Financieel resultaat
Financieel resultaat in 2011 gegroeid Eneco Holding N.V. realiseert in 2011 een nettoresultaat van € 204 miljoen, hetgeen een stijging van € 63 miljoen (45%) is ten opzichte van 2010 (€ 141 mln.). Aan de stijging van het resultaat dragen alle bedrijfsonderdelen bij. Er is meer windenergie opgewekt, het klantenbestand is uitgebreid, de investering in gasopslag en Enecogen vertaalt zich in financiële bijdragen en de kosten zijn gereduceerd. Joulz heeft de indirecte kosten teruggebracht en bij Stedin zijn de opbrengsten toegenomen. Het aantal medewerkers ligt gemiddeld lager dan vorig jaar, inclusief de medewerkers van Oxxio. Bedrijfsbreed hanteert Eneco een strikte kostenbeheersing. De totale opbrengsten bedragen in 2011 € 5.007 miljoen, € 85
Door de gestegen resultaten nemen de belastinglasten toe
miljoen hoger dan in 2010 (€ 4.922 mln.). De stijging komt voort
tot € 74 miljoen (2010: € 36 mln.). Voor bepaalde activiteiten is
uit hogere opbrengsten voor energietransport, de goed
in 2011 besloten dat deze niet langer tot de kernactiviteiten van
renderende windenergie-investeringen, alsmede uit de overnames
Eneco behoren en verkocht zullen worden. Dit heeft geleid tot een
van Oxxio en het resterende 50% aandeel in het Prinses Amalia
resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten van € -32 miljoen
Windpark, respectievelijk per 1 juni 2011 en 6 oktober 2011. Dit
(2010: € -6 mln.).
compenseert de daling in omzet als gevolg van de warmere weersomstandigheden in 2011.
De solvabiliteit van Eneco Holding N.V. bedraagt eind 2011 50% (eind 2010: 51%).
Inclusief de overnames blijven de bedrijfskosten stabiel op € 1.222 miljoen (2010: € 1.220 mln.), mede als gevolg van de in
Aan de leverings-, productie- en handelskant stijgt het
2010 ingezette reorganisaties, een lager gemiddeld
bedrijfsresultaat van het energiebedrijf met € 15 miljoen tot € 135
personeelsaantal, efficiëntere bedrijfsvoering en lagere directe
miljoen. De opwekking van windenergie heeft een groot aandeel
kosten in het infrabedrijf.
in de groei. De windomstandigheden waren in 2011 beter dan in 2010. Tevens dragen de ingebruikname van nieuwe windparken
Het geconsolideerde bedrijfsresultaat komt uit op € 388 miljoen,
en de overname van de tweede helft van het Prinses Amalia
een stijging van 42% ten opzichte van 2010 (€ 274 mln.). De
Windpark hierin bij. Ook de activiteiten van onze handelsafdeling
positieve ontwikkeling van het bedrijfsresultaat vindt plaats
hebben zich gunstig ontwikkeld ten opzichte van vorig jaar,
binnen alle onderdelen van het bedrijf.
ondanks de extreme gebeurtenissen die de wereldenergiemarkt beïnvloeden, zoals de aardbeving in Japan, het abrupt sluiten van
18
Het saldo van financiële baten en lasten vormt in 2011 een last
kernenergiecentrales in Duitsland en de onrust in
van € 81 miljoen (€ 2010: € 93 mln.). Verklaring van de daling ligt
olieproducerende landen. Verdere verbeteringen worden
in hogere activering van rente op investeringsprojecten en een
gerealiseerd bij de energie-inkoop en optimalisatie van de
gunstiger verloop van het werkkapitaal gedurende het jaar.
gasportfolio. Daarentegen staan de marges bij de conventionele
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Financieel Financieel resultaat
(op gas gebaseerde) elektriciteitsproductie onder druk. Het aantal
Vooruitblik
graaddagen in 2011 is aanzienlijk (22%) lager dan in 2010,
Ondanks het brede vertrouwen in de ontwikkelingen van het
hetgeen een drukkend effect heeft op de verkoopvolumes en
bedrijf spreken wij, gezien de grote externe onzekerheden, geen
daarmee gerealiseerde marge van onze leveringsactiviteiten. Over
resultaatverwachting uit voor 2012.
de gehele linie zijn en worden kostenreducties gerealiseerd. Het bedrijfsresultaat van gas- en elektriciteitsdistributie bedraagt € 290 miljoen, een stijging van € 90 miljoen ten opzichte van 2010. De omzet is € 67 miljoen hoger vooral als gevolg van de, door de NMa vastgestelde, hogere transporttarieven voor 2011, benodigd voor de toenemende investeringen in de netten. Daarnaast zijn de inkoop- en transportkosten gedaald met € 23 miljoen, voornamelijk als gevolg van lagere kosten voor technisch en administratief netverlies. Infrabedrijf Joulz verbetert het bedrijfsresultaat tot € 17 miljoen in 2011 (2010: € 3 mln. exclusief een reorganisatievoorziening van € 12 mln.). Deze verbetering is gerealiseerd ondanks een licht gedaalde omzet. Het goede bezettingsresultaat in 2011 en lagere indirecte kosten zijn de belangrijkste oorzaken voor deze verbetering. De commerciële opdrachtenverwerving is voor Joulz in 2011 succesvol verlopen. In totaal bedraagt de orderintake € 578 miljoen waarvan ruim € 240 miljoen door commerciële orderintake. Deze orderintake is hiermee hoger dan het gestelde target en geeft in combinatie met het aantal uitstaande leads en opportunities veel vertrouwen voor de toekomst. De commerciële ambitie van Joulz, om naast Stedin ook voor andere netbeheerders opdrachten uit te voeren, wordt stapsgewijs gerealiseerd.
Investeringen Naast de acquisitie van Oxxio en de uitbreiding van de belangen in het Prinses Amalia Windpark en Air Energy, heeft Eneco in 2011 € 737 miljoen (2010: € 734 mln.) geïnvesteerd in materiële en immateriële vaste activa. Eneco heeft € 388 miljoen (2010: € 312 mln.) geïnvesteerd in de vervanging en uitbreiding van gas- en elektriciteitsnetten. Daarnaast werd in 2011 geïnvesteerd in de efficiënte gasgestookte elektriciteitscentrale Enecogen (€ 67 mln.) en in de gasopslaginstallaties in het Duitse Epe (€ 51 mln.), die beide eind 2011 in gebruik zijn genomen. In de ontwikkeling van diverse windparken is € 94 miljoen geïnvesteerd en in de vervanging en uitbreiding van warmtenetten € 46 miljoen. In 2011 is gestart met de bouw van de houtgestookte bio-energiecentrale ‘Golden Raand’ in Delfzijl, waarin dit jaar € 37 miljoen is geïnvesteerd.
Duurzame rapportage In het kader van haar maatschappelijk beleid heeft Eneco op basis van de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI) strategische duurzame doelstellingen geformuleerd. Deze betreffen terreinen als veiligheid, klantentrouw en klanttevredenheid, leveringszekerheid, groene energieproductie, milieubelasting van de eigen bedrijfsvoering, motivatie van de medewerkers en dergelijke. Op basis van de externe assuranceopdracht uitgevoerd door Deloitte Accountants B.V. is vastgesteld dat Eneco voldoet aan de vereisten die horen bij het toepassingsniveau GRI B+.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
19
Resultaten
Trends en ontwikkelingen
Ontwikkelingen in onze markt Eneco staat midden in de samenleving. Een samenleving die afhankelijk is van energie. De groeiende vraag naar energie in opkomende economieën, de politieke besluitvorming rondom verduurzaming van de energievoorziening en CO2-emissies zijn van invloed op onze strategie en prestaties. Daarnaast hebben catastrofes zoals de tsunami in Japan, de kredietcrisis en ontwikkelingen als de ‘Arabische Lente’ effect gehad op de ontwikkeling en volatiliteit van de brandstofprijzen. Ontwikkelingen van invloed op onze strategie Politieke aandacht voor duurzame energieoplossingen neemt af Als gevolg ven de financieel-economische ontwikkeling is de focus van de politiek in Europa aan het verschuiven. Energiebeleid en duurzaamheid krijgen lagere prioriteit. Bij de bevolking blijft het onderwerp wel hoog op de agenda staan. Steeds meer burgers en bedrijven geven aan dat zij duurzame keuzes willen maken en kiezen daarbij ook voor duurzame energie. Lokale energieinitiatieven worden talrijker. Rapporten over dit onderwerp van toonaangevende instituten wakkeren die vraag aan. Zij besteden aandacht aan het klimaatprobleem en stellen dat verduurzaming de enige oplossing is.
Technologische vooruitgang sterk De vooruitgang in technologie op het gebied van bijvoorbeeld offshore windenergie, biomassavergisting en zonne-PV systemen gaat hard. Deze vooruitgang brengt de kosten van duurzame energieopwekking steeds meer in lijn met die van traditioneel opgewekte stroom. De prijzen voor traditioneel opgewekte elektriciteit en duurzaam opgewekte elektriciteit komen dichter bij elkaar doordat de kostprijs van duurzame installaties dalend is. Ook bij andere energievormen, zoals biomassa, groen gas en warmte is deze ontwikkeling zichtbaar. Duurzame energieopwekking die ook zonder subsidie concurrerend is met traditionele vormen komt steeds dichterbij. Vooral de prijs voor zonnesystemen daalde sterk. Afbouw van subsidies en lage elektriciteitsprijzen uit niet-duurzame bronnen houden een grote doorbraak nog tegen. Eneco is echter overtuigd van de belangrijke
positie die zonne-energie zal innemen in de aanstaande energietransitie.
Elektrificering van de maatschappij Elektriciteit wordt dé bron van energie van de nabije toekomst, omdat met het gebruik van elektriciteit de minste energie verloren gaat. We gaan bijvoorbeeld steeds meer gebruikmaken van warmtepompen die elektrisch worden aangedreven om huizen en gebouwen te verwarmen of voor warmwatervoorziening. Elektrisch koken gaat koken op gas vervangen. Elektrisch vervoer wint terrein. Dit stelt de energieonderneming van vandaag voor nieuwe uitdagingen om de voorzieningen die daarvoor nodig zijn aan te passen of uit te breiden.
Demografische ontwikkeling We zullen de komende 10 tot 15 jaar de vergrijzing gaan voelen. De bevolkingsgroei neemt af en de individualisering zet voort. Verstedelijking zal het gevolg zijn. Dit zal impact hebben op de vraag naar energie in bepaalde regio’s. Vergrijzing heeft ook impact op de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel. Ouder personeel zal ons bedrijf verlaten, en we zullen ons moeten inspannen geschikte vervanging te vinden op de arbeidsmarkt. Het aanbod aan technisch personeel is krap. Wij hebben er daarom voor gekozen medewerkers zelf te gaan opleiden.
Ontwikkelingen in de energiemarkt Geopolitieke ontwikkelingen De olie- en gasmarkten werden beïnvloed door de onrust in het Midden-Oosten. De ontwikkelingen in Libië hadden hun weerslag.
20
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Resultaten Trends en ontwikkelingen
Ook in de tweede helft van het jaar was het onrustig, met opnieuw protesten in het Midden-Oosten en spanningen tussen Iran en de westerse wereld.
Tsunami in Japan Zeer ingrijpend was uiteraard de aardbeving in Japan, de daaropvolgende tsunami en het ongeluk met de kerncentrale in Fukushima. De Japanse regering legde een groot aantal kerncentrales stil. De energie die Japan nodig heeft, komt nu voornamelijk uit kolen en gas. Daardoor groeide de vraag naar vloeibaar gas (LNG) en kolen, en stegen de bijbehorende prijzen. De gevolgen reikten verder. Kort na het kernongeluk in Fukushima nam de regering in Duitsland het besluit direct alle kerncentrales ouder dan dertig jaar stil te leggen en de overige kerncentrales versneld uit te faseren. Conventionele centrales moeten de daardoor weggevallen hoeveelheid stroom compenseren maar de nieuwe situatie biedt ook kansen voor duurzame energieproductie. Eneco blijft bij haar standpunt: geen kolen- en kerncentrales. Een uitgebreidere toelichting staat op onze corporate website.
Dalende energieprijzen bij kredietcrisis Ook de kredietcrisis heeft zijn weerslag gehad op de energieprijzen. Afvlakking van de economische groei of een recessie betekent dat het energieverbruik daalt. En dat zal leiden tot lagere prijzen. Daarbij komt dat in Europa de aanloop naar de winter 2011/’12 vrij mild is geweest, waardoor eind 2011 relatief weinig gas en elektriciteit is verbruikt. Ook de marge op elektriciteitsproductie staat onder druk in de hele markt.
Prijs emissierechten daalt Nationale overheden voorzagen hun ‘eigen’ industrieën in de afgelopen jaren al ruimhartig van gratis CO2-emissierechten . Gecombineerd met de effecten van de kredietcrisis heeft dit geleid tot een enorm stuwmeer aan rechten dat meegaat naar de volgende periode (2013-2020). Tegelijkertijd verlopen de onderhandelingen over mogelijke aanscherping van de 20% CO2doelstelling na 2020 zeer moeizaam. Het Europese voorstel voor ambitieuze energie-efficiëntie doelstellingen dat in juni 2011 is gepubliceerd, was het laatste duwtje dat de CO2-prijs nodig had om te halveren. Dat (verwachte) energiebesparing leidt tot lagere CO2-prijzen bewijst dat de vraagkant van de markt goed werkt. Het is nu aan de nationale overheden en EU-instellingen om de aanbodzijde van deze markt aan te passen. Een eenvoudige maatregel als de “set aside” (minder CO2-rechten uitgeven) zou tot meer realistische CO2-prijzen leiden.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
21
Resultaten
Partnering & acquisities
Groei kracht bij zetten Eneco wil de realisatie van haar groeiambities versnellen en kracht bij zetten door strategische partnerships aan te gaan en gerichte overnames te doen. In 2011 hebben we hierin goede stappen gezet. Partners
leerstoel Future Energy Systems is onderzoek te doen naar
Een belangrijke samenwerking gingen we aan met het Wereld
efficiëntere duurzame decentrale energiesystemen. Hiervoor is de
Natuur Fonds. Eneco en het Wereld Natuur Fonds (World Wildlife
Green Campus in het leven geroepen; de doelstelling is de campus
Fund, WWF) werken samen aan de verduurzaming van de
te verduurzamen. De leerstoel Offshore Wind Energy is de eerste
energievoorziening en de bescherming van de natuur. Het WWF is
leerstoel in zijn soort. Deze heeft tot doel de kosten van
een zeer gerespecteerde partij in de wereld. Samen bereiken wij
windenergie op zee te verminderen en de ingenieurs van de
miljoenen particulieren. Via allerlei acties willen wij onze klanten
toekomst op te leiden.
en de donateurs van WWF aansporen energiezuiniger en duurzamer te leven en zich in te zetten voor milieu en natuur.
De TU Delft behoort op het gebied van windenergie tot de top drie instituten van de wereld. Samenwerken met de TU Delft
Met DONG Energy bouwden we de Enecogen centrale, waarin elk
creëert een verbinding voor ons met het nationale en
50% aandeel heeft. Met diverse andere partijen werken we samen
internationale universitaire onderzoek op het gebied van
om duurzame projecten zoals wind op zee te realiseren. Op vele
duurzame energie. Daarbij versterkt het onze reputatie als
andere fronten werken we samen met partijen die hun
duurzaam energiebedrijf.
specialistische expertise aandragen om tot vernieuwende producten of diensten te komen voor onze klanten. Producten
Testen in Lelystad
waarmee zij gemakkelijker meer inzicht krijgen in hun
Samen met de WUR (Wageningen University & Research center)
energieverbruik en waarmee ze zelf energie kunnen opwekken.
testen we in Lelystad installaties voor de productie van duurzame energie uit biogrondstoffen. We testen de combinatie van een
Overnames
voorbehandeling van biomassa, een biovergister, de productie van
In 2011 namen we het Nederlandse energiebedrijf Oxxio over
bio-ethanol en de productie van algen. Door deze ketenopstelling
waardoor ons klantenbestand toenam met ruim 400.000 klanten.
willen we de productiekosten voor duurzame energie uit biomassa
We namen in België enkele zonne-energieprojecten over van
verlagen en de benutting van hoogwaardige onderdelen van de
Enfinity België en verwierven de resterende aandelen in Air
biomassa maximaal benutten. Wij verwachten dat de ervaringen
Energy. Verder hebben we de volledige eigendom gekregen in het
uit deze testen binnen een paar jaar daadwerkelijk toe te passen.
Prinses Amaliawindpark.
Kennis delen met universiteiten Eneco werkt samen met gerenommeerde (kennis)instituten als het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), TNO, Wetsus en KEMA en met een aantal Nederlandse universiteiten. Ons eigen onderzoeksbureau Ecofys speelt hierbij een toonaangevende rol.
Leerstoelen voor wind en toekomstige energiesystemen Een belangrijk partner voor Eneco is de Technische Universiteit van Delft. We ondersteunen twee leerstoelen bij de TU Delft, te weten Future Energy Systems en Wind Offshore. Het doel van de
22
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Resultaten
Internationale groei
In al ‘onze’ landen duurzame energie voor de klant Groei is een doelstelling die we willen bereiken door behalve in Nederland ook in België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk een toekomstvaste positie op te bouwen. Ons doel is om in de landen waar wij actief zijn duurzame energieoplossingen naar de klanten te gaan brengen of samen met hen te ontwikkelen. Om onze missie Duurzame energie voor iedereen waar te maken, is uitbreiding in duurzame opwekking, levering en oplossingen noodzakelijk. Om die groei op bedrijfseconomisch verantwoorde wijze te realiseren en risico's te spreiden, richt Eneco zich op de landen Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk. We streven naar beheerste groei op basis van bestaande posities en gerichte uitbreiding van investeringen. De stap naar het buitenland is ook ingegeven door ons streven onze uitgebreide kennis van duurzame energie te delen en te verspreiden. We spelen bovendien in op de verwachting dat de integratie van de energiemarkt in Noordwest-Europa doorzet. We geloven dat onze positionering van een geïntegreerde energieonderneming in die landen op termijn goede kansen biedt om productie-, en leveringsactiviteiten op te starten.
Internationale duurzame projecten Eneco heeft een positie in meerdere Noordwest Europese landen, waar we energie leveren of duurzame energieprojecten ontwikkelen.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
23
Resultaten
Opwekken
Aandeel duurzame energie groeit Eneco’s doelstelling is dat op den duur 100% van de elektriciteit die we leveren is opgewekt uit eindeloze bronnen. Die elektriciteit produceren we zelf in onze eigen duurzame productielocaties. Of kopen we in bij andere duurzame producenten. In 2011 was 50% van onze totale elektriciteitslevering duurzaam. We zetten ook andere duurzame bronnen in, zoals warmte en groen gas. Ook daarin zien we een stijgende lijn. Aandeel eigen productie groeit
productiemiddelen of PPA’s. Per eind 2011 is dit 9,9%, ofwel
Eneco produceert zelf duurzame en met gas opgewekte
2,1TWh.
elektriciteit, heeft afnamecontracten met (duurzame) producenten en koopt in op de markt. Eind 2010 konden wij uit eigen productiefaciliteiten en afnamecontracten 51% van de totale elektriciteitsverkoop dekken. Eind 2011 is het dat aandeel opgelopen tot 59% .
In 2013 is 20% van onze elektriciteitslevering door ons duurzaam geproduceerd Eneco wil op grote schaal duurzame stroom maken uit wind, zon en biomassa. Als Climate Saver van WWF hebben wij de volgende doelstellingen afgesproken: eind 2013 willen wij dat 20% van alle stroom die we leveren duurzaam geproduceerd is door onze eigen
24
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Eigen windproductie groeit Met windenergie willen we de grootste groei realiseren om onze duurzame ambities waar te maken. Onze doelstelling is om tot 2020 elk jaar 60 tot 100 MW aan nieuwe windparken op land te realiseren. Daarnaast heeft Eneco nog de optie meer windparken op zee te bouwen. De medewerking en subsidies van overheden en financiering van derden spelen hierbij een belangrijke rol. Op dit moment heeft Eneco meer dan 2.500 MW aan windprojecten in ontwikkeling op land en op zee. Dit zijn projecten waarover nog geen investeringsbeslissing is genomen.
Resultaten Opwekken
Windenergieprojecten Opgeleverd in 2011: Nederland: Martina Cornelia (Middelharnis)
10 MW
Oudenstaart (Tilburg)
10 MW
Totaal
20 MW
België: Williwaw (Puurs)
4,6 MW
Tivano (Gouvy)
12,5 MW
Zephiros (Arendonck)
16,1 MW
Electricité du Bois du Prince (Fossés) (uitbreiding)
9,2 MW
Totaal
42,4 MW
TOTAAL GENERAAL
62,4 MW
Investeringsbesluit genomen in 2011: Nederland: Gemeente Reimerswaal
17,5 MW
Gemeente Halderberge
25 MW
Gemeente Lelystad
2,3 MW
Gemeente Houten
6
Totaal
MW
50,8 MW
België: Tivano (Gouvy)
12,5 MW
Solano (Ciney)
15 MW
Perwez (Hegoa) (uitbreiding)
2,5 MW
Maloja (Eeklo)
4,6 MW
Totaal
34,6 MW
UK: Lochluichart
51 MW
Totaal
51 MW
TOTAAL GENERAAL:
136,4 MW
Pijplijn
2500 MW
Wind op zee
verwachting kan het park in 2015 operationeel zijn.
Eneco is van plan een innovatief windpark 23 kilometer voor de
(www.eneco.nl/nieuwwindpark)
kust van Noordwijk/Zandvoort te bouwen. Het besluit daartoe nemen we in 2012. Zodra het park in bedrijf is, ontvangen wij
Prinses Amaliawindpark in eigendom
gedurende 15 jaar subsidie om de onrendabele top van de
In 2011 hebben wij het volledige eigendom verkregen in het
productiekosten te financieren. Het park zal bestaan uit 43
Prinses Amaliawindpark (120 MW) door overname van 50% van
windmolens en krijgt een capaciteit van 129 MW. Goed voor
de aandelen uit de boedel van het voormalige Econcern. Joulz
groene stroom aan minimaal 135.000 huishoudens.
verzorgt het offshore onderhoud aan kabels en transformatoren van dit windpark. Een activiteit waarmee zij zich profileert als
In dit park bieden we ruimte aan anderen om innovaties op het
innovatieve marktpartij.
gebied van fundering, installatietechniek en turbinetechniek in de praktijk te testen. Dit geeft een impuls aan de ontwikkeling van de
In het Verenigd Koninkrijk nemen we het voortouw bij het
Nederlandse wind offshore sector en draagt bij aan de
ontwikkelen van een groot offshore windpark (900 MW) bij het Isle
kostprijsverlaging bij productie van windenergie op zee. Naar
of Wight. De voorbereidingen daarvoor zijn in volle gang.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
25
Resultaten Opwekken
In België verlopen de voorbereidingen voor het offshore windpark
onherroepelijke bouwvergunningen en toezeggingen voor SDE+
Norther (350MW) volgens plan. We zullen de definitieve
subsidie verkregen.
vergunningsaanvraag, die in 2011 is voorbereid, in 2012 indienen.
Zon steeds rendabeler bron van energie
Nieuwe windparken op land
Zon is een krachtige bron van energie die we steeds beter
Het aandeel eigen windproductie op land groeit. In 2011 openden
benutten. De kostprijs van zonnepanelen daalde in het afgelopen
we zes nieuwe windparken. Ook in 2012 leveren wij windparken
jaar. Daardoor wordt deze vorm van energieopwekking steeds
op en nemen wij nieuwe in aanbouw.
aantrekkelijker voor consumenten en bedrijven.
In 2011 zijn zes windparken in bedrijf genomen. In Nederland zijn
Eigen productie groeit licht
dat windparken Martina Cornelia en Fuji. In België zijn dat Puurs,
Eigen investeringen in zonne-installaties bieden een aantrekkelijk
Gouvy, Fosses La Ville en Arendonck. Samen zijn ze goed voor
en voorspelbaar rendement. Na de succesvolle acquisitie eind
62,4 MW. Hiermee kunnen ruim 30.000 huishoudens van
2010 van een 5 MWp projectvennootschap in België hebben wij
elektriciteit worden voorzien. Joulz verzorgde de installatie van de
eind juni 2011 een tweede gekocht van vergelijkbare omvang.
energie-infrastructuur voor beide Nederlandse windparken. Joulz
Verder hebben we een aantal kleinere projecten in België en
voert ook het onderhoud uit aan de energie-installaties van
Frankrijk gerealiseerd. We beschikken nu in België over 14 MWp
Eneco’s windparken in Nederland.
aan eigen productiefaciliteiten uit zonne-energie. In Nederland hebben we bijna 1,5 MWp aan eigen assets. Het totaal komt
In het Verenigd Koninkrijk is de bouw van windpark Lochluichart (51 MW) gestart. In België ronden we in 2012 de bouw van de
daarmee op ruim 15 MWp, een verdubbeling ten opzichte van 2010.
windparken in Ciney, Eeklo en Perwez af. In Nederland starten we in 2012 met de bouw van windparken in Houten, Hoeven, Etten-
Om de lange termijn groeidoelstelling van zonne-installaties te
Leur en Reimerswaal. Voor al deze projecten hebben we alle
kunnen realiseren hebben wij de Eneco-activiteiten in Frankrijk en België omgevormd tot zon PV-ontwikkel- en beheerorganisaties.
1.050
607
732
742
872
913
875 700 525 350
Eigen productie 175
Langjarig gecontracteerde windparken
0 2007
2008
2009
2010
2011
WINDVERMOGEN ENECO (in MW)
Zonne-energieprojecten in MWp In gebruik genomen in 2011 Investeringsbeslissing 2011 In de pijplijn:
26
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
7 MWp 13 MWp circa 20 MWp
Resultaten Opwekken
Grootschalige projecten Eneco realiseert samen met zakelijke klanten grote zonne-energie-
Duurzame warmte/koude-oplossingen Warmte- en koude-oplossingen vormen een belangrijk onderdeel
installaties waarvan we vervolgens ook de overtollige stroom
van het Eneco-aanbod. Ongeveer 40% van de energievraag van
afnemen. Zo ontwikkelden we in België projecten met Van
bedrijven en particulieren bestaat uit de vraag naar warmte en
Gansewinkel en Wienerberger. Met enkele gemeenten sloten we
koude. Zowel in nieuwbouw als bij renovatie is er vraag naar de
raamovereenkomsten voor de bouw van Zon-PV installaties op
warmte- en koude-oplossingen die Eneco biedt. Eneco is actief in
openbare gebouwen.
de opwekking, het transport en de levering van warmte en koude aan onze klanten. We voeren ook het onderhoud uit aan deze
In de gemeente Den Haag plaatsten we 200 zonnepanelen (0,3
installaties.
MWp) op het dak van het Museon. Daarmee wordt een deel van het stroomverbruik van het museum verduurzaamd. Het project
Verduurzaming warmtevoorziening
kwam tot stand door samenwerking tussen gemeente Den Haag,
Eneco zet in op verdere verduurzaming van warmtebronnen door
Eneco, het Museon en het Klimaatfonds Haaglanden.
gebruik van geothermie, industriële reststromen en warmte uit biomassacentrales. Eneco reduceert zo niet alleen de CO2-
11.000 gerenoveerde zonnepanelen voor Nieuwland
emissies, maar levert ook interessante oplossingen die
Het duurzame zonneproject in de Amersfoortse wijk Nieuwland
projectontwikkelaars en woningcorporaties toepassen als
gaat na 12 jaar een tweede fase in. De zonne-installaties van 500
aanvulling op isolatie en andere energiebesparende maatregelen.
woningen worden gerenoveerd. Eneco verstrekte hiervoor een opdracht aan het Amersfoortse bouwbedrijf Heilijgers. Een deel
Uitbreiding stadsverwarmingsnetten
van het werk voert Eneco Installatiebedrijven uit. In de zomer van
Wij breiden de stadsverwarmingsnetten verder uit. In 2011
2012 wordt dit project afgerond.
hebben wij 5.100 woningen en 230.000 m2 kantoorruimte aangesloten op de stadsverwarmingsnetten. We groeien vooral in
Eneco kantoor
Rotterdam, Utrecht en Den Haag, waar al
Ons nieuwe hoofdkantoor in Rotterdam Alexanderpolder wordt
stadsverwarmingsnetten liggen. En in Delft, waar fors wordt
zeer energiezuinig gerealiseerd. Wat betreft zonne-energie
uitgebreid. Eneco voorziet in totaal meer dan 130.000 woningen
maken wij van alle mogelijkheden gebruik. Er is een gevelinstallatie
en bedrijven van warmte waarmee ruim 240 kiloton aan CO2-
en een platdaksysteem geplaatst, alsmede vier zonvolgsystemen
emissies wordt vermeden.
(trackers) met een gezamenlijk vermogen van 175 kWp.
Voorop in warmte/koude-oplossingen
Investeren in biomassa
Eneco loopt voorop met warmte/koude-opslag. Warmte en koude
Eneco heeft ruim 100 MW aan biomassa-installaties in
uit de aardbodem worden met een warmtepomp voor gebruik in
ontwikkeling voor de productie van zowel elektriciteit, warmte en/
huis of kantoor op de juiste temperatuur gebracht. In de zomer
of groen gas. In totaal beschikt Eneco over 10 MW opgesteld
leveren deze systemen koude. In Den Haag gaat in 2012 een
vermogen uit biomassa.
groot geothermieproject in productie, waarin Eneco participeert. In dit project wordt warm water op een diepte van 2 kilometer
Biomassacentrale Golden Raand in aanbouw
opgepompt om 4.000 woningen te verwarmen.
Eneco bouwt momenteel in het Delfzijlse havengebied een bioenergiecentrale van 49,9 MW. Voor de exploitatie ontvangt Eneco
Koelen met Maaswater
een subsidie uit de voormalige MEP-regeling (Milieukwaliteit
Voor gebouwen op de Wilhelminapier in Rotterdam realiseert
Elektriciteits Productie). In de centrale, die in 2013 in bedrijf komt,
Eneco een koelsysteem met koeling uit Maaswater. Dit is een
worden houtsnippers van gerecycled afvalhout omgezet in groene
uitstekende aanvulling op de duurzame warmte uit het
elektriciteit. Jaarlijks gaat het om 300.000 ton biomassa;
stadsverwarmingsnet. Het grootschalige plan voor een koudenet
daarmee wordt voldoende stroom gemaakt voor 120.000
in de binnenstad van Rotterdam, met koeling uit Maaswater, gaat
huishoudens. De centrale produceert CO2-neutraal: de
voorlopig niet door. Eneco heeft met de gemeente Rotterdam een
hoeveelheid CO2 die de centrale uitstoot staat gelijk aan wat
haalbaarheidstudie gedaan; we zijn samen tot de conclusie
tijdens de groei door bomen is opgenomen.
gekomen dat er aan de vastgoedzijde te veel onzekerheden zijn om dit plan uit te voeren.
Biovergistinginstallaties in Nederland en België In Nederland en België beschikt Eneco over vier
Met Joulz in warmte
vergistinginstallaties waarmee biogas wordt opgewekt als basis
Joulz heeft zich geprekwalificeerd voor alle werkzaamheden aan
voor lokale elektriciteit- en warmteproductie.
de warmtenetten en warmte/koudeoplossingen van Eneco. In diverse gemeenten, bijvoorbeeld in Amstelveen, verzorgt Joulz
Biomassaprijzen hoog De sterke prijsstijging van biomassagrondstoffen voor
het onderhoud van het warmtenet. In de utiliteitsbouw is Joulz betrokken bij installatie en het projectmanagement.
vergistingprojecten leidt tot een bijstelling van onze korte termijn groeidoelstellingen. We blijven onderzoek doen naar alternatieve biomassastromen om daarmee groen gas te produceren.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
27
Resultaten Opwekken
Samen voor groen gas Groen gas opgewekt uit reststromen heeft de toekomst. Groen gas gaat op den duur aardgas gedeeltelijk vervangen als bron van energie voor koken en warmte. Stedin is binnen ons bedrijf de spin in het web als het gaat om infrastructuren voor groen gas. Eneco investeert in biovergistinginstallaties die groen gas produceren. Samenwerking met andere partijen is de sleutel tot succes.
Groen-gashub in Friesland Wij zijn actief betrokken bij grote groen-gasprojecten in Nederland. In Noordoost Friesland is Stedin een van de partijen die een groengashub willen gaan realiseren, onder de naam BIONOF. Veel boeren hebben een vergister op het erf, waarmee zij mest en restafval verwerken tot biogas. Dit biogas moet opgewerkt worden tot aardgaskwaliteit, voordat het kan worden toegevoegd aan het publieke netwerk. Het plan is een leidingnetwerk te maken van tientallen kilometers waar de boeren hun biogas op kunnen aanleveren. Aan het eind van deze verzamelleiding, komt de opwerkingsinstallatie te staan. Die staat dicht bij het invoedingspunt op het landelijk hogedrukgasnet van Gas Transport Services (GTS). Eneco heeft plannen voor de bouw van enkele groengasproductie-eenheden in het noorden van Nederland.
Kwaliteit bewaken met Bio2Net Met innovatieve technologie van een elektronische poortwachter bewaken wij de veiligheid van de installatie en de kwaliteit van het gas. Hiervoor heeft onze netbeheerder Stedin een elektronische poortwachter ontwikkeld, Bio2Net. Dit systeem bewaakt zowel de kwaliteit als de kwantiteit van het gas voordat het mag worden ingevoed op het publieke net. Wij hebben Bio2Net in Nederland inmiddels meermalen toegepast, zoals bij de visafslag in Spakenburg. Het systeem is gepatenteerd en wordt verder doorontwikkeld.
Green Deal groen gas Wij doen mee in de Stichting Groen Gas Nederland. Dit is een brede coalitie van energiebedrijven, overheden en kennisinstellingen die samen werken aan de vergroting van de productie van groen gas.
28
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Resultaten Opwekken
Aardgas uit diverse bronnen Een duurzame energievoorziening realiseren uit eindeloze bronnen kost tijd. We maken grote stappen vooruit, maar in de tussentijd moet er ook voldoende elektriciteit zijn. Eneco kiest heel bewust voor gas als overgangsbrandstof, omdat het de meest schone fossiele brandstof is. Als het minder waait, gebruiken we gas om elektriciteit te maken in de drie gascentrales die voor ons draaien in Rotterdam (Enecogen/Pergen/ Rijnmond Energie Centrale). En we investeren in gasopslag om snel over voldoende gas te beschikken als de vraag naar stroom of gas stijgt. Gascentrale Enecogen eerder in productie
Flexibiliteit elektriciteitsproductie vergroten
Eneco bouwde samen met het Deense DONG Energy een van de
De Enecogen-centrale heeft een capaciteit van ruim 870 MW.
schoonste gascentrales van Europa (Enecogen). We hebben de
Eneco neemt de helft van de productie af. DONG Energy de
centrale eerder dan gepland in gebruik genomen. Het strenge
andere helft. Beide bedrijven leveren ook elk de helft van het
veiligheidsbeleid droeg hieraan zeker bij: de bouw kon continu
benodigde gas. Eneco gaat de centrale flexibel inzetten op de
doorgaan zonder incidenten (de Lost Time Injury Rate kwam uit
momenten dat het minder waait of de vraag sterk aantrekt.
op 1, ruim onder de industriebenchmark van 3). De bouw bleef
Enecogen gaat bijdragen aan de stabiele positieve cashflow van
bovendien volledig binnen budget. Enecogen heeft een zeer hoog
Eneco. Mede door de ingebruikname van Enecogen is ons
rendement van ruim 59%. Dat betekent dat van één eenheid gas
opgestelde vermogen met circa 19% toegenomen van bijna 2.200
59% in elektriciteit wordt omgezet. Een traditionele centrale haalt
MW in 2010 tot 2.613 MW in 2011.
maximaal 40% rendement. Verder vangen we 80% van de schadelijke NOx-emissies af.
Afspraak over uitstoot per kilowattuur Een van de WWF Climate Saver-afspraken is dat onze gemiddelde CO2-uitstoot van een zelfgeproduceerde eenheid elektriciteit
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
29
Resultaten Opwekken
gemiddeld niet hoger wordt dan 300 gram per kiloWattuur (kWh). Het betreft een gemiddelde van duurzame en fossiele productie. In 2011 is onze gemiddelde CO2-uitstoot per zelfgeproduceerde kiloWattuur 154 gram per kWh. Ter indicatie: een kolencentrale stoot ongeveer 850 gram per kiloWattuur uit en een gascentrale ongeveer de helft daarvan. Het Nederlands gemiddelde ligt rond de 450 gram per kWh. De waarden in het stroometiket (pagina 70) voor Retail en zakelijke klanten verschilt. Het stroometiket is een mix van zelfgeproduceerde en ingekochte kilowatturen en groencertificaten. Voor onze consumenten en MKB-klanten geldt dat het stroometiket volledig is vergroend.
Eerste gasopslag in gebruik In december 2011 namen wij de eerste caverne van onze gasopslagfaciliteit in Epe, Duitsland in gebruik, goed voor 45 miljoen m3 gas. De gehele opslag kan na ingebruikname van de tweede caverne eind 2013 totaal 100 miljoen m3 gas bevatten. Dit gasvolume is bedoeld voor dagelijks gebruik en maakt ons minder afhankelijk van marktprijzen. Het biedt ons flexibiliteit. We kunnen mede dankzij de opslag de wisselende vraag naar gas afdekken.
Gas: evenwicht in inkoopbronnen Eneco beschikt over een optimale mix van lange termijn contracten, middellange termijncontracten, prijsindexen en lange en korte termijnflexibiliteit. Eneco is actief geworden op de nieuwe LNG-terminal van Gate in Rotterdam. Inmiddels levert Eneco ook uit deze terminal gas aan onze energiecentrales en klanten. Verder hebben we voldoende gasvoorraad om in bijzondere gevallen extra te kunnen leveren. Ook de opslag van gas is van belang voor de handel. Het gasvolume dat we achter de hand hebben maakt ons minder afhankelijk van de marktprijzen. We zullen nog beter in staat zijn het portfolio in evenwicht te houden.
30
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Resultaten
Leveren
Klanten middelpunt van ons bedrijf Onze missie is om 100% duurzame energie bij de klant, de burger, te brengen. Momenteel heeft de Eneco groep in totaal 2,2 miljoen retailklanten in Nederland en België. In de toekomst willen we ook klanten in andere landen in Noordwest Europa bedienen. Hetzij door levering via partnernetwerken, hetzij door vernieuwende energieoplossingen aan te bieden. Onze rol verandert langzaamaan van leverancier naar intermediair tussen vraag en aanbod. Vertrouwen van de klant nu is daarom essentieel voor ons succes van morgen. Aantal retailklanten groeit
WWF Climate Saver-afspraken voor levering
Het aantal retailklanten van Eneco in Nederland en België groeide
We maken onderscheid tussen groene stroom en donkergroene
in 2011 met 20%. Halverwege 2011 hebben we Oxxio
stroom. Donkergroene stroom is elektriciteit uit 100% traceerbare
overgenomen (ruim 400.000 klanten) en in augustus zijn we in
en gegarandeerde additionele duurzame bronnen, zoals
België gestart op de retailmarkt. Beide blijken waardevolle
windenergie. Een afspraak met het WWF is om onze klanten te
toevoegingen aan ons klantenbestand dat hierdoor blijft groeien.
laten profiteren van onze duurzame opwekking. Deze
Ondanks de flink toegenomen concurrentie is de marktpositie van
donkergroen geproduceerde stroom is dan ook in onze levering
het merk Eneco stabiel gebleven met 1,8 miljoen klanten.
aan consumenten en MKB-klanten terug te vinden. In 2011 lag het aandeel donkergroen geleverde stroom aan consumenten en
Relatie verstevigen
MKB-klanten op 14,25%. De doelstelling is om dit aandeel toe te
Wij zijn het meest duurzame grote en geïntegreerde energiebedrijf
laten nemen tot 20% in 2013. Voor onze retail- en MKB-klanten
van Nederland. Klanten herkennen ons, zo blijkt uit
hebben we dat de elektriciteitslevering volledig vergroend. Dat
marktonderzoek, als het meest duurzame grote energiebedrijf van
betekent dat zij altijd groene stroom krijgen, daar waar
Nederland. We blijven werken aan het duurzame profiel van Eneco,
donkergroen nog niet mogelijk is.
omdat wij denken dat de markt dat steeds meer van ons vraagt. In onze campagne ‘Samen gaan we voor duurzaam’ nodigen wij
Met het WWF hebben we ook afspraken gemaakt over de
klanten uit samen met ons op te trekken voor duurzaam. In onze
toepassing van donkergroen gas. Dit is door middel van
klantpanels vragen wij klanten mee te denken over nieuwe
bijvoorbeeld vergisting geproduceerd gas dat wordt teruggevoed
proposities of campagnes. Mensen die duurzaamheid belangrijk
in het gasnet.
vinden bieden wij een laagdrempelige mogelijkheid om ‘mee te doen’. Wij activeren klantenparticipatie om energiebesparing en decentrale opwekking te stimuleren. Een goed voorbeeld is de
Vernieuwende producten We willen met nieuwe diensten en producten de bewustwording
Haagse Vogelwijk waar bewoners deelnemen in een
rondom duurzame energie vergroten. Het product Hollandse Wind
gerenoveerde windturbine. Als enige grote leverancier leveren wij
is daarvan een goed voorbeeld. Om het besef te creëren dat er
al onze retailklanten sinds begin 2011 100% groene stroom.
een verband bestaat tussen prijs van stroom en windkracht, geven we de deelnemende klanten windkrachtkorting als het harder heeft gewaaid dan in een gemiddeld jaar.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
31
Resultaten Leveren
Klantparticipatie We nodigen onze klanten elk jaar uit voor Duurzame dagjes uit, waaronder bezoeken aan windmolenparken. Ook vragen we omwonenden vaak mee te denken over een goede naam voor onze windparken en biomassacentrales. Daarmee betrekken we mensen direct en maken we duurzame energie en –opwekking toegankelijk voor een groot publiek. In 2011 kwamen 45.000 retailklanten naar onze Duurzame dagjes uit. Dit jaar hebben we voor het eerst een groot deel van onze klanten in het midzakelijke segment uitgenodigd voor “een dagje vooruit” in Diergaarde Blijdorp. Eneco bouwde hier een grote zonne-installatie. De respons op dit initiatief was zeer groot en de reacties zijn zonder uitzondering zeer positief.
Klanttevredenheid stijgt De klanttevredenheid is een belangrijke graadmeter om onze dienstverlening verder te verbeteren. Door doorlopende verbetering in onze klantprocessen daalde het aantal ontevreden klanten verder van 7 naar 4%. Via de Netto Promotor Score (NPS) meten we of onze particuliere- en MKB-klanten ons zouden aanbevelen aan vrienden en bekenden. De score wordt vergeleken met de scores van andere leveranciers in de branche.
32
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Resultaten Leveren
Zakelijke klantenkring robuust Ook voor onze zakelijke klanten is onze doelstelling op den duur 100% duurzame energie te leveren en het aantal duurzame energieoplossingen te vergroten. In de loop van 2011 lanceerden we onze zakelijke positioneringscampagne onder de vlag ‘Duurzaam ondernemen, dat levert op’. Steeds meer klanten zijn geïnteresseerd in de verduurzaming van hun bedrijfsvoering. Eneco is daarin de vanzelfsprekende energiepartner met levering van adviezen en energie. De implementatie van ketengericht werken begint vruchten af te
innovatieve, vooruitstrevende partner door de geavanceerde
werpen. Klanten geven aan dat zij merken dat wij de operatie op
producten die we voor hen ontwikkelen. Zo bieden wij een uniek
orde hebben en zijn tevreden over de klantgeoriënteerde teams
veilingsysteem waarin tuinders met eigen elektriciteitsproductie
die we in het leven hebben geroepen. Zij verwachten van ons een
op onze vraag naar elektriciteit kunnen bieden.
steeds proactievere dienstverlening. Dit is een thema waarmee we ook in 2012 planmatig aan de slag gaan.
Samenwerking met KPN Samen met langjarige partner en collega "Climate Saver" KPN
Klanten coachen
onderzoeken we hoe we elkaars verduurzaming van de business
In de elektriciteitsmarkt realiseerden we de geplande ontwikkeling
verder kunnen versterken. Eneco heeft met KPN een langjarige
van onze portfolio en daarmee brachten we het risicoprofiel van
leveringsovereenkomst voor groene stroom van het Prinses
ons bedrijf terug. Tegelijkertijd verbeterden we de
Amaliawindpark. Maar er zijn ook kansen op het gebied van zonne-
winstgevendheid, zowel in Nederland als in België. Eneco coacht
energie, verduurzaming van bedrijfsprocessen en
haar klanten op het omgaan met marktrisico’s bij het bepalen van
energiemonitoring om samen op te trekken.
inkoopstrategieën voor elektriciteit en gas. In 2011 organiseerden wij voor het eerst een voorlichtingsbijeenkomst rondom dit onderwerp, die door 100 toonaangevende klanten werd bezocht.
Groei gasklanten In de gasmarkt hebben we een arsenaal aan nieuwe, deels innovatieve producten voor de levering van gas. Door deze nieuwe producten wisten we een aantal nieuwe klanten aan onze portfolio toe te voegen en is de teruglopende trend in gasvolume doorbroken.
Vooruitstrevend in de tuindersbranche De Nederlandse tuindersbranche had het in 2011 opnieuw zeer zwaar. De negatieve berichtgeving rondom de EHEC-bacterie had grote impact op deze sector. De impact op zowel ons verkochte volume als marge bleef zeer beperkt. Tuinders zien ons als
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
33
Resultaten Leveren
Energiehandel spil tussen markt en klant Eneco heeft een zeer deskundige energie handelsdesk waar gas en elektriciteit, biomassa en CO2-rechten worden ingekocht en verhandeld. De vraag van onze klanten goed afstemmen op het aanbod is een steeds complexer spel. Hoe beter wij weten wat de behoefte wordt van klanten, hoe scherper wij kunnen inkopen. Behalve voor directe levering aan de klanten, koopt Energy Trade ook gas en biomassa in voor onze productielocaties. En sluit ze langjarige contracten af met derden voor de levering van duurzame stroom of gas. Gas: evenwicht in inkoopbronnen
Gas- en LNG-opslag maakt minder afhankelijk
Eneco beschikt over een optimale mix van lange termijn
Ook de opslag van gas is van belang voor de handel. Het
contracten, middellange termijncontracten, prijsindexen en lange
gasvolume dat we achter de hand hebben maakt ons minder
en korte termijnflexibiliteit. Eneco is actief geworden op de nieuwe
afhankelijk van de marktprijzen. We zullen nog beter in staat zijn
LNG-terminal van Gate in Rotterdam. Inmiddels levert Eneco ook
het portfolio in evenwicht te houden.
uit deze terminal gas aan onze energiecentrales en klanten. Verder hebben we voldoende gasvoorraad om in bijzondere gevallen extra te kunnen leveren.
Wij namen in december 2011 onze eerste gasopslagfaciliteit in Epe, Duitsland in gebruik goed voor 45 miljoen m3 gas. De gehele opslag kan na ingebruikname van de tweede caverne eind 2013
34
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Resultaten Leveren
100 miljoen m3 werkgas bevatten. Tegen de meest voordelige
Duurzame energie: meer vermogen uit biomassa
marktprijs kopen we gas in om het gasvolume in de caverne op
Het opgestelde operationele biomassavermogen uit eigen assets
peil te houden. In de ochtenduren als de vraag van onze klanten
en afnamecontracten bedraagt 82 MW. Eneco blijft nieuw
naar gas het grootste is, exporteren we gas uit de caverne naar
biovermogen contracteren. Gedurende het jaar 2011 is 23 MW
het publieke net. We kunnen deze gasvoorraad ook gebruiken voor
gecontracteerd of opnieuw gecontracteerd. De productie zal in
de Enecogen-centrale.
2012 aanvangen.
De eigenaar van de zoutcavernes bereidt momenteel een tweede caverne voor ons voor. Eind 2012 nemen we die af. We hebben daarna enige tijd nodig om er een gasopslagfaciliteit van te maken. Deze gasopslagfaciliteit kunnen wij naar verwachting eind 2013 in gebruik nemen.
Gas kopen Behalve dat we onze eigen voorraad gebruiken, kopen we gas in en sluiten we afnamecontracten met derden. Op dit moment hebben we voldoende flexibiliteit voor de komende jaren om de vraag af te dekken.
Elektriciteit: extra flexibiliteit dankzij Enecogen De gascentrale Enecogen is in november commercieel op het hoogspanningsnet aangesloten, de testwerkzaamheden zijn succesvol afgerond. Eneco stuurt de centrale gezamenlijk aan met partner DONG Energy. Enecogen levert extra flexibiliteit in de elektriciteitportfolio. Verder is Eneco nog bezig met een proef in de tuinbouwsector: we willen via de warmtekrachtcentrales van klanten in deze sector toegang krijgen tot meer opgesteld productievermogen.
Duurzame energie: meer windvermogen Het opgestelde operationele windvermogen bedraagt 913 MW dat garant staat voor de energievoorziening van 650.000 huishoudens. Van dit vermogen is 38% (348MW) in eigendom en 62% (565MW) met afnamecontracten vastgelegd. Eneco blijft nieuw windvermogen contracteren. Gedurende het jaar 2011 is 86 MW gecontracteerd; de productie zal na 2011 aanvangen.
1.050
607
732
742
872
913
875 700 525 350
Eigen productie 175
Langjarig gecontracteerde windparken
0 2007
2008
2009
2010
2011
WINDVERMOGEN ENECO (in MW)
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
35
Resultaten
Oplossen
Duurzaam Samen Duurzaam Samen is de visie die we uitdragen én in de praktijk brengen. We ondersteunen klanten die zelf hun energie willen opwekken of uitwisselen. En we adviseren over energiebesparing en veilig beheer van energie-infrastructuren. Daarvoor ontwikkelen wij innovatieve energieoplossingen. We installeren die oplossingen en kunnen ze onderhouden. Eneco zoekt hierbij de samenwerking op met klanten en marktpartijen. Onze rol als energieconcern verandert. We worden steeds meer adviseur en intermediair. Samenwerken binnen Eneco
Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland werken we zowel voor
Al lerend innoveren is onze aanpak. Onze bedrijfsonderdelen
zakelijke klanten zoals woningbouwcorporaties als voor
werken samen om tot die innovaties te komen. Samen willen wij
particuliere klanten. (installatiebedriijven.eneco.nl)
de Duurzaam Samen-strategie verder uitwerken en realiseren. Binnen Eneco heeft de afdeling Eneco Shared Energy Solutions een verbindende en aanjagende rol. Binnen Joulz is dit de business unit GreenTec.
Duurzame producten, installatie, beheer en advies Als onderdeel van Eneco dragen de Installatiebedrijven gericht bij aan de invulling van onze Duurzaam Samen-visie. Samen met leveranciers ontwikkelen zij producten waarmee klanten op een
Focus op veelbelovende marktsegmenten
groene manier energie opwekken, of die zuiniger omgaan met
Onze marktbenadering is gefocust op marktsegmenten met grote
fossiele brandstoffen. Eneco Installatiebedrijven verzorgen de
potentie. We willen klanten zo goed mogelijk helpen bij het
installatie, de service en het onderhoud van cv-ketels, geisers,
verhelderen van hun vraag of behoefte. En hen vervolgens met de
(zonne-)boilers, kleine windturbines, warmtepompen en
juiste proposities benaderen. In de zakelijke markt richten we ons
zonnepanelen.
op woningcorporaties, utiliteitsgebouwen (Commercieel Vastgoed, Zorg, Onderwijs) en gebiedsontwikkeling. Voor deze segmenten hebben we al verschillende producten en diensten ontwikkeld.
Met andere bedrijfsonderdelen voeren we duurzame renovatiewerkzaamheden uit in de kantoor -en woningbouw. Daarnaast kunnen klanten een beroep doen op de deskundigheid van Eneco voor veiligheidskeuringen, Energielabels en Energie
Oplossingen voor particuliere klanten
Prestatie Adviezen.
Samen met onze klanten willen we energiebesparing en duurzame energieoplossingen realiseren. De Eneco Installatiebedrijven spelen hierbij een sleutelrol. Zij zijn het gezicht van ons bedrijf bij de klant en kennen zijn situatie. Binnen Eneco werken de installatiebedrijven nauw samen met andere bedrijfsonderdelen om duurzame energieoplossingen mogelijk te maken.
Zonneproject in 2011 Een goed voorbeeld van een duurzaam initiatief waar onze installatiebedrijven een centrale rol in speelden is het proefproject met zonnepanelen in de zomer van 2011. Hieraan konden 250 klanten meedoen. Zij betalen de komende tien jaar 20 euro per maand voor drie zonnepanelen, waarmee zij ongeveer 15% van
36
Duurzame energieoplossingen dicht bij de klant
hun elektriciteitsverbruik kunnen opwekken. Een rechtstreekse
In de consumentenmarkt zijn het de Eneco Installatiebedrijven die
werkelijke kosten komen voor de klant daardoor op 10 euro per
decentrale, veilige en duurzame oplossingen bij onze klanten
maand. Onze installatiebedrijven verzorgden de installatie. De
installeren. De installatiebedrijven van Eneco werken onder de
actie was een groot succes. We gaan deze vorm van promotie
namen Tempus, GSU en Metapart. In de regio’s Noord-Holland,
voor decentrale energieopwekking zeker verder stimuleren.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
besparing van tien euro per maand op de energienota; de
Resultaten Oplossen
Financiële oplossingen
begin 2011 verscheen. Onze netbeheerder stelde hierover
Eneco biedt ook financiële oplossingen waardoor duurzame
eveneens een visiedocument op en werkte ook mee aan “Het net
energieopwekking of energiebesparing voor klanten haalbaar
van de toekomst”, het visiedocument van Netbeheer Nederland.
worden.
Ervaring opdoen met slimme netten De wijk Heijplaat
In verschillende proeven doen we ervaring op met slimme netten.
Eneco heeft met WWF de afspraak gemaakt een woonwijk te
We onderzoeken hoe klanten reageren op prijsprikkels en of zij hun
verduurzamen als voorbeeldproject. De keuze is gevallen op de
gedrag daaraan aanpassen.
Rotterdamse wijk Heijplaat. Het accent ligt op de samenwerking met een aantal enthousiaste bewoners om met hen te laten zien
Het Couperus-complex
wat de mogelijkheden zijn, om dit vervolgens breder uit te kunnen
In de Haagse wijk Ypenburg wordt het Couperus-complex
rollen. De mogelijkheden om samen decentraal energie op te
gebouwd. Het bestaat uit appartementen, herenhuizen en
wekken via zonne-energie en windenergie worden onderzocht.
bedrijfsruimten. Dit complex krijgt een duurzaam energiesysteem
Het project kenmerkt zich door samenwerking met veel partijen,
en een slim net om de elektriciteitsvraag van huishoudens en
waaronder bewoners, de gemeente Rotterdam, woningcorporatie
bedrijven individueel aan te sturen. En de netbelasting te
Woonbron en het Havenbedrijf. Deze samenwerking is van groot
optimaliseren. Het gaat om een warmte/koude-oplossing met
belang voor het welslagen van dit project. 2011 stond in het teken
elektrische warmtepompen in de woningen. Stedin en Eneco zijn
van voorbereiding, draagvlak en samenwerking zoeken. De uitrol
medepartners in dit project. Dit project maakt deel uit van het
staat voor 2012 gepland. Het project leert ons dat de
Innovatieprogramma Intelligente netten van Agentschap.NL. Als
verduurzaming van wijken een traject is dat veel inspanning kost
onderdeel van dit innovatieprogramma komt Couperus in de
en waarbij maatwerk vereist is. Deze waardevolle ervaring bereid
schijnwerpers te staan.
ons goed voor op onze rol in de ontwikkeling naar een decentrale energievoorziening.
Vogelwijk In de Haagse Vogelwijk willen de bewoners zich inzetten voor
Zelfvoorziening via slimme netten
energiebesparing. Stedin werkt hier samen met het bedrijf Shifft.
In de toekomst zullen bedrijven en consumenten steeds meer hun
Zij hebben software ontwikkeld waarmee informatie die we halen
eigen energie produceren. Decentraal en duurzaam. Dat is onze
uit slimme meters op een toegankelijke manier wordt aangeboden
visie. Eigen energieopwekking kan vaak worden gecombineerd
aan bewoners. Bewoners krijgen tips om zuiniger om te gaan met
met andere innovaties, zoals elektrisch vervoer.
energie. Het is interessant te leren op welke tips en prikkels
Energievoorziening wordt daardoor steeds meer een samenspel
bewoners reageren. Het project is eind 2011 gestart.
tussen energiebedrijf en klanten. Daarvoor zijn slimme infrastructuren nodig en wij zijn daar al volop mee bezig. De
Samenwerken in de keten
ontwikkeling van slimme netten is het stadium van de tekentafel
Eneco is partner in het Smart Energy Collective, een
voorbij.
samenwerking tussen ruim 30 bedrijven uit verschillende sectoren. Zij willen zich vanuit hun kennis en kunde inzetten de
Samenwerken aan het net van de toekomst
intelligente netten te stimuleren in Nederland. Daarvoor zijn vijf
Voor zelfvoorziening en veilige uitwisseling van stroom met
proeftuinen gedefinieerd in de bebouwde omgeving: een wijk met
andere gebruikers of met de energieleverancier zijn slimme meters
lichte industrie, een woonwijk met elektriciteit en gas, een wijk
en slimme netten nodig. Een slim net stemt vraag en aanbod op
met stadsverwarming en elektriciteit, een virtuele kantoorwijk, en
elkaar af. Slimme meters zorgen dat er op de juiste manier kan
een ‘all electric’ wijk.
worden afgerekend met elkaar. Stedin is een belangrijke partner om die slimme netten in te richten. Stedin heeft tot nu toe
Eneco is de trekker van de virtuele kantoorwijk; doel is nieuwe
bovendien de meeste slimme meters geïnstalleerd in Nederland
producten en diensten te ontwikkelen die in allerlei combinaties
en heeft al ruime ervaring opgedaan met het gebruik ervan. Joulz
worden toegepast in deze omgeving in de vorm van
en Eneco Installatiebedrijven doen de installatie bij de klant. Eneco
energieprestatiecontracten. Stedin is de trekker van de volledig
is als leverancier de partij die voor de klant innovatieve producten
elektrische wijk, de Gorkumse wijk Hoog Dalem. In deze
ontwikkelt die gebruik maken van de mogelijkheden van de slimme
nieuwbouwwijk komen 400 woningen, die in 2014 gereed zullen
meter en allerlei zaken coördineert en administratieve kant gaat
zijn. De eerste 26 woningen zijn al aangesloten. Ze krijgen een
regelen.
elektrische warmtepomp voor de verwarming en tapwater. Onderzocht wordt welke andere diensten bewoners nodig
Proeven met slimme netten
hebben. Zo is de vraag of ze behoefte hebben aan ondersteuning
Eneco maakt zich sterk voor de ontwikkeling van slimme
als ze zelfvoorzienend zijn door middel van zonnepanelen.
elektriciteitsnetten en beproeft de vele nieuwe mogelijkheden die op de markt komen. We investeren hierin omdat de maatschappij steeds afhankelijker wordt van elektriciteit. En omdat het gebruik van het net als gevolg van verduurzaming anders wordt. Ecofys draagt hierover een heldere visie uit in haar Energy Report, dat
Elektrisch vervoer Elektrisch vervoer wint snel terrein. Er rijden in Nederland meer dan 600 elektrische auto’s rond, eind 2012 zal dat aantal gegroeid
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
37
Resultaten Oplossen
zijn naar 8.000. Vooral de grote gemeenten zijn actief om
Integrale oplossingen
elektrisch rijden te stimuleren. Wij participeren in verschillende
Al onze bedrijfsonderdelen kunnen bijdragen aan integrale
initiatieven rondom elektrisch vervoer. Stedin gaat ook deelnemen
energieoplossingen. Eneco en Joulz hebben een centrale afdeling
aan de Stichting E-laad waarin alle netbeheerders samenwerken.
in het leven geroepen voor klanten die een integrale aanpak nodig hebben. Deze afdelingen coördineren de activiteiten voor de klant
Closed user groups als testomgeving
en treden op als regisseur van duurzame projecten. Vragen van
We doen meer. We doen mee in een aantal proeven met
klanten zijn zeer divers, van het herinrichten van
zogenaamd ‘closed user groups’. Daarin onderzoeken we het
bedrijventerreinen tot klimaatneutrale of energiezuinige
gedrag van bestuurders. Vooral het moment van opladen is voor
gebouwen of winkels.
ons interessante informatie in verband met de belasting van onze elektriciteitsnetten en het bepalen van locaties voor oplaadpalen.
Woningcorporaties: duurzamere gebouwen Voor Woningcorporaties ontwikkelden wij twee producten: Full
Rotterdam test elektrisch rijden
Service Labelsprong (een methode voor het verbeteren van het
Onder de vlag "Rotterdam test elektrisch rijden" onderzoeken we
energieprestatielabel van een gebouw) en Managed Services
samen met de gemeente Rotterdam de mogelijkheden van
(voor installaties die in beheer komen van Eneco en waarvoor we
elektrisch vervoer. We doen mee met eigen elektrische en hybride
een prestatieafspraak maken). De belangstelling hiervoor groeit,
voertuigen. Hoe kunnen we deze voertuigen op een goede manier
maar we moeten er rekening mee houden dat de
inzetten in onze bedrijfsprocessen? En wat is de impact op onze
besluitvormingstrajecten bij (potentiële) klanten vaak lang zijn.
netten? Dit onderzoek is nog gaande. We hebben in 2011 de eerste metingen gedaan en het laadgedrag geanalyseerd.
Utiliteitsgebouwen: kostenverlaging door verduurzaming installaties
Elektrisch Vervoer Centrum Rotterdam
Klanten in Commercieel vastgoed, Zorg en Onderwijs bieden wij
We zijn partner in dit voorlichtingsproject van de gemeente
het Energieprestatiecontract. Volgens die beheerovereenkomst
Rotterdam. Hier kunnen burgers en bedrijven zich laten informeren
verzorgt Eneco het beheer en onderhoud van installaties
over elektrisch vervoer en laadpalen. Stedin heeft een
(bijvoorbeeld verlichting of klimaatbeheersing), waarbij
rekenprogramma ontwikkeld voor wagenparkbeheerders die
kostenverlaging door verduurzaming voorop staat. In het tweede
elektrische auto’s willen gaan gebruiken. Afhankelijk van
kwartaal van 2011 zijn we een proef gestart bij een van onze
autotypes, gebruik en laadmomenten, kunnen we de
klanten. De proef was een succes. Het project wordt omgezet in
consequenties laten zien voor de elektriciteitsaansluiting. En hoe
een lange termijn contract.
de voertuigen het meest efficiënt kunnen worden opgeladen.
Gebiedsontwikkeling: duurzame kansen in kaart Utrecht: Prestige GreenCab
Voor de cluster Gebiedsontwikkeling ontwikkelen we De
Prestige is een taxibedrijf dat het wagenpark wil vergroenen. In
KansenKaart. Dit is een masterplan waarin verschillende
januari 2011 is dit bedrijf gestart met 6 elektrische auto’s, aan het
mogelijkheden van duurzame opwekking en het verbruik van
eind van het jaar waren dat er 40. In juni heeft het bedrijf een
energie in een bepaald gebied met elkaar in verband worden
elektrisch tankstation in bedrijf genomen met vijf laadpalen en een
gebracht.
snellaadpaal (met een half uur laadtijd). Stedin heeft voor dit station een intelligent aansluitsysteem ontwikkeld en toegepast; het taxibedrijf heeft daardoor geen grotere, duurdere kabelaansluiting nodig. Stedin heeft samen met de provincie Utrecht een snellaadpaal aangeboden die is geplaatst bij een benzinestation aan de ring rond Utrecht. Langs de ring wordt nog een tweede vergelijkbare laadpaal geplaatst. Het is het begin van de eerste ‘snellaadring’ rond Utrecht.
Den Haag: Electro Pool Haaglanden Het project Electro Pool Haaglanden is een samenwerkingsverband van bedrijven, leasemaatschappijen, auto- en energieleveranciers en maatschappelijke organisaties in de Haagse regio. Wij doen hieraan mee. De deelnemers kunnen gebruik maken van 10 elektrische poolauto’s. Andere organisaties krijgen de beschikking over vijf elektrische auto’s. Het project heeft enige vertraging opgelopen omdat de elektrische voertuigen niet tijdig konden worden geleverd.
38
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Resultaten Oplossen
Ecofys, Experts in Energie Het onafhankelijk functionerende adviesbureau Ecofys, waarvan Eneco 100% aandeelhouder is, beschikt over zowel diepgaande als brede kennis van het gehele spectrum van energie en CO2-efficiëntie, duurzame energie, energiesystemen en –markten en energie- & klimaatbeleid. Publicatie The Energy Report
Zeewierboerderij in ontwikkeling
Ecofys bracht in februari 2011 The Energy Rapport uit, een
Ecofys ontwikkelt met een selecte groep partners een eerste
onderzoek in opdracht van het Wereld Natuur Fonds. Het rapport
proefmodule voor zeewierteelt op de Noordzee. De module is zo
laat zien dat een volledig duurzame energievoorziening uit
ontworpen dat deze in offshore omstandigheden kan worden
hernieuwbare bronnen mogelijk is tegen het jaar 2050. Het Ecofys
geplaatst in bijvoorbeeld een van Eneco’s windmolenparken. De
Energy Scenario, dat als basis is gebruikt voor het rapport, toont
eerste onderzoeksresultaten van de praktijkproeven worden
aan hoe dit kan worden gerealiseerd.
medio 2012 verwacht. Ecofys verwacht hiermee de eerste stap te zetten richting een multifunctionele duurzame zeeboerderij.
Internationale activiteiten uitgebreid
Ecofys won, samen met haar partners, voor dit innovatieve
De internationale uitbreiding en groei van Ecofys zet door. Ecofys
concept voor meervoudig ruimtegebruik op de Noordzee, een prijs
was aanwezig tijdens de UNFCCC- klimaatconferenties in Bonn,
van Rijkswaterstaat.
Panama en Durban, waar zij haar werk onder de aandacht heeft gebracht van verschillende belanghebbenden en delegaties. In
Verborgen subsidies onderzocht
2011 heeft zij een aantal prominente opdrachten verworven die
Voor Eneco en Triodos deed Ecofys onderzoek naar (verborgen)
haar zichtbaarheid in de VS en China vergroten. Zo wees Californië
subsidies voor fossiele en nucleaire energie. Conclusie: de
Ecofys aan om een benchmarkonderzoek uit te voeren naar CO2-
verdeling van geldstromen tussen duurzaam en niet-duurzaam,
emissies van de industrie in deze Amerikaanse staat. De
tussen productie en consumptie van energie, en tussen
resultaten worden gebruikt bij de toewijzing van emissierechten
kleinverbruik en grootverbruik is scheef en niet duurzaam. Als alle
in het emissiehandelsysteem van Californië. De Britse ambassade
externe kosten, die vaak niet of slechts ten dele tot uitdrukking
in Beijing heeft Ecofys een opdracht verstrekt om in China
komen in de energieprijzen, worden meegerekend, zijn er veel
opleidingen te organiseren op het gebied van offshore
meer duurzame opties die subsidieloos kunnen concurreren met
windenergie.
fossiele en nucleaire opties. Het rapport Overheidsingrepen in de energiemarkt is in juni 2011 gepubliceerd.
Europese testsite windturbines geopend In februari heeft Ecofys de grootste testsite voor windturbines van Europa geopend op het terrein van Wageningen Universiteit in Lelystad. Hier worden prototypes van windturbines getest en volgens internationale standaarden gecertificeerd. Ecofys Wind Turbine Testing Services biedt met deze nieuwe testlocatie producenten van windturbines veelgevraagde faciliteiten. Zij kunnen hier de laatste generatie turbines testen tot 200 meter hoogte. Op het terrein staan 12 windturbines met een gezamenlijk opgesteld vermogen van 30 MW.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
39
Resultaten
Infrastructuren
Deskundige vakmensen zorgen dat het werkt Alles wat wij bedenken aan duurzame of traditionele oplossingen moet ook worden ontworpen, aangelegd, aangesloten en onderhouden. Bovendien zorgen we dat klanten thuis of op kantoor over stroom of gas blijven beschikken, dat windmolens draaien, tuinders elektriciteit kunnen uitwisselen en dat de straatverlichting en verkeerslichten branden. Binnen onze groep zijn drie bedrijfsonderdelen met een groot aantal vakmensen actief in installatie en onderhoud. Gespecialiseerd in energie-infrastructuren
energiebesparing, het efficiënt gebruik maken van materialen,
Eneco heeft zeer bewust gekozen voor een ‘magere’
afvalstromen en het gebruik van duurzame energie. Voor 2012 wil
netbeheerder en daarnaast een infrabedrijf dat zich zelfstandig
Joulz de vijfde trede behalen op die ladder. De vierde en de vijfde
positioneert als concurrerende marktpartij. Wij menen dat dit de
trede van de prestatieladders worden toegekend aan bedrijven
kwaliteit, veiligheid en efficiëntie ten goede komt. Uiteindelijk is
waar ketenverantwoordelijkheid en transparantie een volwassen
dat goed voor klanten en voor de maatschappij.
onderdeel van het bedrijfsbeleid vormen. Ook klanten en leveranciers zijn actief betrokken bij het MVO-beleid. Joulz werkt
Joulz is binnen onze groep de specialist in het bedenken, bouwen
eraan om in 2013 ook op MVO-gebied de vijfde trede te bereiken.
en beheren van veilige energie-infrastructuren. Van oudsher is Stedin de grootste klant van Joulz. Dat blijft zo, maar wel in
Openbare verlichting en verkeersregelinstallaties
concurrentie met andere infrabedrijven. Joulz heeft grote kennis
CityTec, onderdeel van Joulz, is binnen de groep de specialist in
van het netgebied van Stedin, en dat is voor het snel verhelpen
openbare verlichting en verkeersregelinstallaties en
van storingen of bij noodzakelijk onderhoud essentieel.
verduurzaming van deze installaties. Haar klanten zijn provincies en gemeenten in Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht.
Ketenverantwoordelijkheid gecertificeerd Joulz neemt nadrukkelijk haar ketenverantwoordelijkheid op het
Energie-installaties thuis
gebied van duurzaamheid en wil daarin leidend zijn in de markt. In
Eneco Installatiebedrijven staan klaar voor onze retailklanten met
2010 behaalde Joulz al het ISO14001-milieucertificaat. In 2011
installatie en onderhoud van CV-installaties, zonnepanelen,
certificeerde Joulz zich als tweede bedrijf in Nederland op de MVO-
zonneboilers, warmtepompen en slimme meters. Maar ook bij
prestatieladder op niveau 4. Dit is een certificatienorm voor
renovatieprojecten in de woningbouw zijn onze
maatschappelijk verantwoord ondernemen die door
installatiebedrijven een gewaardeerde partner van
onafhankelijke instanties wordt geaudit. Daarnaast kwalificeerde
woningbouwcorporaties en bouwondernemingen
Joulz zich in 2011 op niveau 4 van de CO2-prestatieladder. De CO2-Prestatieladder is een instrument om bedrijven te stimuleren tot CO2-bewust handelen in de eigen bedrijfsvoering en bij de uitvoering van projecten. Het gaat daarbij met name om
40
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Resultaten Infrastructuren
Onze netbeheerder zet klant centraal bij wettelijke taken
Klanttevredenheid Stedin Stedin heeft als doelstelling dat 70% (twaalf-maands gemiddelde)
Onze netbeheerder Stedin heeft de wettelijke taak de gas- en
van de klanten de dienstverlening beoordelen met minimaal een
elektriciteitsnetten in stand te houden. Zij zorgt ervoor dat klanten
7. In 2011 is deze target met 69% net niet gehaald. Stedin wil de
altijd over energie kunnen beschikken door de capaciteit van de
komende jaren hier duidelijk in verbeteren. Voor 2012 is de
netten tijdig aan te passen aan de behoefte. Dat is de missie van
doelstelling op 75% gesteld.
Stedin: het veilig en continu transporteren van energie over haar netten naar miljoenen klanten.
Investeren in kwaliteit van de energienetten Storingen voorkomen en storingen snel oplossen, dat is voor onze
Ons infrabedrijf Joulz is een van de serviceproviders die voor
klanten belangrijk. We nemen daarvoor allerlei maatregelen. Het
Stedin de 24-uursstoringsdiensten uitvoert. Joulz neemt ook een
aantal storingen en de gemiddelde storingsduur bij elektriciteit zijn
groot deel van de netaanleg- en onderhoudswerkzaamheden voor
in 2011 nagenoeg stabiel gebleven. Bij incidenten en
haar rekening. Dat blijft zo in de toekomst. Wel wil Stedin steeds
onderbrekingen communiceert Stedin steeds actiever met de
meer werk openbaar aanbesteden. Het doel is de hoogste
omgeving. Sinds eind 2011 geeft Stedin informatie over storingen
kwaliteit te bereiken tegen aanvaardbare maatschappelijke
via twitter.
kosten. In 2011 werd voor 100 miljoen euro uitbesteed aan marktpartijen waaronder Joulz.
Onderbrekingsduur elektriciteit daalt, gas stijgt Onze doelstelling is dat de elektriciteit niet meer dan 25 minuten
Netbeheerder beter zichtbaar
gemiddeld per klant mag uitvallen. De netbeheerder behaalde in
De tijd dat de netbeheerder een onzichtbare schakel was in de
2011 deze doelstelling met 24,7 minuten (2010: 28,3). De
energievoorziening is voorbij. Klanten vragen steeds meer van
onderbrekingsduur van de gasnetten kwam uit op 50 seconden
Stedin. Zij moeten weten wie Stedin is, wat de netbeheerder voor
gemiddeld per klant. Ook dat is binnen onze target (60 seconden).
hen kan betekenen en hoe ze Stedin kunnen bereiken. Stedin
Wel is het een verslechtering ten opzicht van 2010 (31 seconden).
onderneemt verschillende acties om haar zichtbaarheid en
De voornaamste oorzaak hiervan is nieuwe wetgeving die
toegankelijkheid te vergroten. Zakelijke klanten hebben een
verplicht stelt dat bij ieder gaslek direct wordt afgesloten en dus
accountmanager die de relatie onderhoudt en vragen en
sprake is van een onderbreking. Het hoogspanningcijfer (HS) wijkt
opdrachten coördineert binnen de organisatie. Voor particuliere
af door overdracht van het beheer van het HS-net aan TenneT in
klanten wordt de website een steeds belangrijker
april.
ontmoetingspunt, naast het reguliere telefonische contact met de klantenservice van Stedin. Na elk contact vragen we de klanten
Investeren in onderhoud
om feedback.
We blijven investeren in de kwaliteit van de netten. Stedin heeft een programma Planmatig Onderhoud, dat is gericht op het
Meer selfservice via de website
zekerstellen van de betrouwbaarheid van het netwerk. Stedin
Klanten mogen service van ons verwachten: adequate informatie
voorziet dat in de komende jaren meer delen van het net moeten
over storingen en aansluitingen, een snelle oplossing van
worden vervangen. Het netwerk dat in de naoorlogse
storingen, een klantgerichte behandeling. Ook moeten ze erop
groeiperiode is aangelegd is aan vervanging toe. Daarom
kunnen rekenen dat we ons actief opstellen in de veranderingen
investeert Stedin ruim 100 miljoen euro in het vervangen van
van centraal naar decentrale energievoorziening. Klanten kunnen
kabels en leidingen die aan het einde van hun levensduur zitten.
sinds kort op de Stedin-website zelf een afspraak inboeken voor een bezoek van de monteur. Dit is mogelijk doordat onze interne
Voorkomen en sneller oplossen van storingen
werkprocessen en systemen beter op elkaar zijn aangesloten. Het
We hebben gerichte maatregelen genomen in gebieden die veel
is een veelgebruikte dienst die klanten waarderen. Voor deze
storingen hadden, zoals de gemeente De Ronde Venen en op
service, waar ook Joulz aan meewerkt, won Stedin een Innovatie
Goeree-Overflakkee. De elektriciteitsnetten zijn hier verzwaard en
Award.
vernieuwd. Het aantal storingsminuten loopt terug. Dankzij storingsverklikkers in energiehuisjes kan de netbeheerder op
Openbare verlichting Gemeenten kunnen storingen aan openbare verlichting (OV)
afstand zien waar een storing zich aandient. Monteurs kunnen sneller naar de juiste plek worden gestuurd.
melden en de afhandeling volgen op de Stedin website (www.stedin.net/ovstoring). Stedin werkt bij de reparatie van het
Werken met serviceproviders
kabelwerk nauw samen met Joulz en CityTec om de doorlooptijd
Monteurs van Joulz voeren de storingsdiensten uit in het grootste
van OV-storingen verder te verkorten. In 2011 realiseerden we
deel van ons netgebied. Op Goeree-Overflakkee voert Delta Infra
opnieuw flinke verbeteringen. We hebben de gemiddelde
dit werk sinds begin 2011 uit. Stedin, die in 2013 nog een derde
hersteltijd verder verlaagd naar minder dan drie werkdagen. Het
serviceprovider wil selecteren, doet nuttige ervaring op als
aantal storingsmeldingen voor de openbare verlichting daalt licht,
aanbestedende partij en regisseur en ontwikkelt zich tot een
maar blijft een aandachtspunt. We willen het aantal
professionele opdrachtgever.
herhaalstoringen drastisch terugbrengen. Hierover hebben we afspraken gemaakt met onze aannemers.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
41
Resultaten Infrastructuren
Joulz investeert zelf ook fors in de verbetering van de kwaliteit
Letten op publieke veiligheid
van de storingsdienst. In 2011 is in alle Joulz-voertuigen nieuwe
Veiligheid is en blijft een groot aandachtspunt bij ons bedrijf en
apparatuur geïnstalleerd, waardoor planners realtime kunnen zien
staat boven aan onze agenda. We voelen ons niet enkel
waar de monteurs zich bevinden. Als een storing optreedt, wordt
verantwoordelijk voor de veiligheid van medewerkers en van
de dichtstbijzijnde monteur eropaf gestuurd. In 2012 gaan we dat
onderaannemers, maar ook voor de publieke veiligheid. Dat hoort
merken in de snelheid waarmee we storingen oplossen.
bij de maatschappelijke rol die we vervullen. We nemen velerlei maatregelen om de veiligheid van de omgeving te bevorderen.
Energiehuisjes, verboden toegang De veiligheid in en om onze energiehuisjes is van belang voor
Energienetten op afstand besturen
omwonenden en passanten. We voorkomen dat iemand
Netbeheerder Stedin bestuurt en bewaakt haar netten steeds meer op afstand met behulp van geavanceerde ICT-systemen. De locatie van een storing kan veel nauwkeuriger worden
ongecontroleerd zo’n energiehuisje binnen kan. We plaatsen hekken en camera’s op risicovolle plaatsen. Koperdiefstal is een
opgespoord. En de oplostijd wordt korter.
groot probleem, niet alleen omdat het de goede werking van onze
Zelfherstellende netten
camera’s hebben we inmiddels dieven op heterdaad kunnen
netten verstoort, maar ook vanwege de veiligheid. Dankzij betrappen.
In Rotterdam doen we een proef met zogenoemde zelfherstellende netten. Met ‘intelligente’ apparatuur in het
Meer kwaliteitscontroles op werk aannemers
netwerk, kan de netbeheerder heel nauwkeurig de plek van een
Om onveilige situaties te voorkomen, hebben we de
storing bepalen. Stedin kan daarbij vanuit haar centrale
kwaliteitscontroles op de uitvoering van werkzaamheden door
bedieningsruimte de stroom grotendeels weer inschakelen,
aannemers geïntensiveerd.
zonder dat medewerkers ter plaatse hoeven te zijn. Daardoor wordt de duur van een stroomstoring aanzienlijk beperkt, soms tot enkele minuten. Ook het aantal klanten dat last heeft van een
Snel ter plaatse bij gaslek
onderbreking van de stroomvoorziening wordt hierdoor sterk
We doen er alles aan om bij gasincidenten zo snel mogelijk ter
teruggebracht. We maken in 2012 nog twee andere delen van het
plaatse te zijn met deskundig personeel. De gemiddelde aanrijdtijd
net in Rotterdam geschikt voor deze werkwijze.
ligt onder de 28 minuten.
Meer intelligentie in de netten
Gietijzeren gasleidingen vervangen
Vanaf 2015 zullen we een toename zien van smart grids doordat
In grote delen van ons gasnet vervangt Stedin oude gietijzeren
het aantal elektrische toepassingen groeit en de
leidingen door duurzamer materiaal om gevaarlijke situaties voor
energievoorziening verder verduurzaamt. Om vraag en aanbod in
te zijn.
goede banen te leiden, moeten onze netten steeds intelligenter worden. In ons inkoopbeleid en onze investeringsplannen houden
Openbare verlichting snel repareren
we hier rekening mee. Bij onze aanbestedingen zijn de
Goed werkende openbare verlichting biedt burgers een sterker
specificaties afgestemd op wat we in de toekomst nodig hebben.
veiligheidsgevoel; daarom staat dat hoog op de agenda van
De nieuwe netcomponenten zijn standaard voorbereid op slimme
gemeenten en provincies. Stedin heeft als uitgangspunt dat
netten.
wanneer een kabel voor een lichtmast defect is, deze binnen drie dagen is gerepareerd.
Onderbrekingsduur Elektriciteit1 Laagspanningsnet Middenspanningsnet Hoogspanningsnet Totaal 1
42
in minuten gemiddeld per klant aansluiting
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
2011
2010
2009
2008
4,5
5,1
4,0
4,5
18,8
17,4
19,2
12,9
1,4
5,8
4,9
3,3
24,7
28,3
28,1
19,7
Resultaten Infrastructuren
Hennepkwekerijen opsporen
Als het netwerk vol in bedrijf is, gaat dat per jaar 200 tot 400
Hennepkwekerijen zijn illegaal en gevaarlijk. De eigenaren stelen
kiloton aan CO2-emissies schelen in het Rotterdamse
vaak elektriciteit door zelf allerlei illegale aanpassingen te doen
Havengebied. Het project draagt sterk bij aan de
aan de elektrische installatie. Dat levert veelal gevaarlijke situaties
klimaatdoelstellingen van de stad Rotterdam. Afvalverwerker én
op, zoals brand door oververhitting. Van woningbranden wordt
stoomleverancier AVR en chemiebedrijf en stoomgebruiker
zeker 10% veroorzaakt door hennepteelt. Om fraude en gevaar te
Emerald Kalama Chemical (EKC) zijn de eerste klanten.
bestrijden, voert Stedin een actief opsporingsbeleid waarin ze nauw samenwerkt met gemeenten, politie en justitie.
Infrastructuur essentieel voor verduurzaming
Complexe werken Onze infrastructuurbedrijven zijn betrokken bij diverse complexe projecten in de Randstad. Het betreft gereguleerde activiteiten in de stationsgebieden en op Maasvlakte 2.
Binnen ons bedrijf is alle kennis en kunde van energieinfrastructuren aanwezig om grotere duurzame energie-
Ringleiding voor Maasvlakte 2
infrastructuren en installaties te realiseren. Dat varieert van
Stedin legt de energie-infrastructuur aan voor Maasvlakte 2. Het
aansluitingen van windparken en (groen)gasnetten tot
hoofdstopcontact voor Maasvlakte 2 is al klaar. Dit energiestation
warmtenetten en innovaties op het gebied van gelijkspanning. We
regelt dat de elektriciteitstoevoer goed verloopt. Nu werken we
ontwerpen, realiseren en onderhouden ook CO2- en stoomnetten.
aan de aanleg van de hoofdleidingen op het nieuwe terrein.
Zo brengen we via de infrastructuur onze filosofie van Duurzaam
Hiervoor is met de klant een slimme oplossing gekozen: een
Samen tot leven.
ringleiding. Daardoor betalen bedrijven die verder weg liggen van het hoofdstopcontact evenveel voor hun aansluiting als bedrijven
Werken aan duurzame energie-infrastructuren
die dichter bij het hoofdstopcontact gevestigd zijn. Op deze
In opdracht van klanten voerden we in 2011 tal van duurzame
dubbel uitgevoerde ringleiding kunnen we bedrijven stap voor stap
installatie- en onderhoudswerkzaamheden uit. Zo legden we de
aansluiten.
parkbekabeling van twee windparken op land aan, te weten Fuji Tilburg en Martina Cornelia bij de Stad aan het Haringvliet. We
Ingrijpende renovatie stationsgebieden
onderhouden verschillende warmtenetten en realiseerden het
De stationsgebieden voor openbaar vervoer van Den Haag,
eerste inductielaadpunt in Rotterdam voor elektrische
Rotterdam, Utrecht en Delft worden ingrijpend gemoderniseerd.
stadsbussen. We voeren haalbaarheidsstudies uit voor de afvang
De herinrichting van de stationsgebieden is zeer complex, al is het
en distributie van CO2 naar tuinbouwgebied Agriport, en ook een
maar omdat ondergronds honderden kabels en leidingen lopen.
haalbaarheidsstudie naar het verduurzamen van een
We passen de netcapaciteit in de stationsgebieden aan en breiden
bedrijventerrein bij Lelystad. Verder is de engineering- en
de elektriciteits- en gasnetten uit om ook in de toekomst te
tracéstudie voor de biomassa-energiecentrale van Eneco in Delfzijl
kunnen voldoen aan de vraag naar energie.
in eigen huis gedaan. We passen eerst de ondergrondse infrastructuur aan. Via onder
Collectienetwerken in ontwikkeling
meer gestuurde boringen zijn al honderden kilometers kabels en
De energievoorziening van de toekomst draait niet alleen om
leidingen getrokken. Zodra het werk onder de grond klaar is, kan
duurzame elektriciteit. Ook energie-efficiëntie speelt een rol: hoe
er bovengronds worden gebouwd. Tijdens deze werkzaamheden
kunnen we zo doeltreffend mogelijk energie gebruiken en
moet het treinverkeer ongehinderd doorgang vinden.
hergebruiken? Te denken valt bijvoorbeeld aan reststromen zoals stoom en CO2, We hebben veel kennis in huis over energietransport over netwerken en door pijpleidingen. Die kennis gebruiken we actief bij de ontwikkeling van nieuwe uitwisselingsnetwerken.
Stoompijpnetwerk in de Botlek Stedin investeert in de ontwikkeling van een stoomtransportnetwerk in het Rotterdamse industriegebied. Daar bevinden zich diverse industrieën dicht bij elkaar. Via een stoomtransportnetwerk kan stoom uit het ene bedrijf worden gebruikt in het productieproces van een ander bedrijf. AVR is het eerste bedrijf dat stoom gaat leveren dat vrijkomt uit zijn afvalverbrandingsproces. Nu maken ze met die stoom elektriciteit. Door de stoom in het primaire proces van een ander bedrijf te hergebruiken verbetert het energetisch rendement van de hele keten. Er zijn minder fossiele brandstoffen nodig, er komt er minder CO2 en NOx in de atmosfeer waardoor de lokale luchtkwaliteit verbetert.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
43
Medewerkers
Samen voor duurzaam
Betrokken en daadkrachtig Eneco groep wil in én met de samenleving haar ambitie in duurzaamheid realiseren. Onze medewerkers herkennen zich in deze ambitie en voelen zich gemotiveerd hun bijdrage te leveren. We willen onze betrokkenheid en daadkracht via onze medewerkers tot leven brengen. Op een sympathieke manier, passend bij hoe we willen worden ervaren door onze klanten en partners. Veiligheid staat voorop
Leidinggevenden motiveren medewerkers zich in te zetten voor
Eneco wil met haar duurzame ambities een bijdrage leveren aan
duurzaamheid. Ze zijn ook in staat medewerkers te stimuleren
een veilige samenleving voor nu en in de toekomst. In dat kader
veilig te werken, kennis te ontwikkelen en te managen; dat is van
past een sterke focus op veiligheid voor medewerkers en klanten.
groot belang voor onze op veiligheid en innovatie gerichte sector.
Managers en medewerkers binnen Eneco doen geen concessies aan veiligheid.
Diversiteit Eneco groep streeft naar een organisatiecultuur waarin iedereen
Leiderschap ondersteunt strategie
in staat is succesvol te zijn op zijn/haar vakgebied, ongeacht
De menselijke factor is bepalend. Wij verwachten van onze
sekseverschillen. Het percentage vrouwen in Management
leidinggevenden dat zij in staat zijn de business, mensen en kennis
Development-posities (topmanagement) monitoren wij met een
met elkaar te verbinden. Wij creëren waarde door op een
van onze strategische kpi's. Daarnaast hebben we in 2010 een
ondernemende en resultaatgerichte manier samen te werken met
doel gesteld voor een periode van drie jaar om het aantal vrouwen
stakeholders, partners en klanten. De menselijke factor is van
op alle managementposities (Raad van Bestuur, directie en
doorslaggevend belang, zowel in de klantrelaties als in de kwaliteit
management) te vergroten. Voor een op de drie
van dienstverlening en diverse samenwerkingsverbanden.
4,5% 20,0% 22,8%
55+ jaar 27,6%
45-54 jaar 25,0%
35-44 jaar 25-34 jaar 15-24 jaar
LEEFTIJDSOPBOUW ULTIMO 2011 (in %)
44
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Medewerkers Samen voor duurzaam
managementposities zal een vrouw worden benoemd. Na deze
buitendienstmedewerkers geen zakelijk e-mailadres hebben.
periode gaan we evalueren en bekijken we opnieuw welke
Stedin heeft in 2011 voor het eerst een eigen meting gedaan.
beleidsacties nodig zijn om het gestelde diversiteitsdoel te
Effectory heeft de onderzoeken uitgevoerd.
bereiken. In 2011 hebben we zes vrouwen op managementposities benoemd (2010: vijf).
Onze doelstelling is dat medewerkers ons minimaal een 7,3 geven. De uitslag van het medewerkersmotivatie onderzoek 2011
Het Nieuwe Werken in onze nieuwe kantoren
geeft aan dat we dit rapportcijfer bij Eneco halen, maar bij Stedin
In 2012 verhuist het energiebedrijf Eneco naar een nieuw,
en Joulz nog niet.
duurzaam hoofdkantoor in Rotterdam Prins Alexander. Stedin betrekt ook een nieuw duurzaam pand aan de Blaak in Rotterdam. Joulz betrekt in 2012 en 2013 twee duurzame gebouwen,
Blijven verbeteren Joulz investeert veel in ontwikkeling en groei van haar
waarvan een gebouw als eerste in Nederland een gelijkstroomnet
medewerkers. Dit ziet zij terug in de scores op het gebied van
krijgt. Medewerkers gaan zoveel mogelijk werken volgens het
beloning en ontwikkelingsmogelijkheden waar Joulz hetzelfde of
principe van het Nieuwe Werken. Dit zal bijdragen aan de
hoger scoort als bij andere organisaties. Op het gebied van
aantrekkelijkheid van onze bedrijven als werkgever.
tevredenheid valt er nog wat te winnen: de tevredenheid (een 6,4) blijft achter bij de Nationale Tevredenheids Index (NTI) van 7,4. De
Gemotiveerde medewerkers uiterst belangrijk
medewerkers hebben echter een turbulente periode van
Betrokken en gemotiveerde medewerkers zijn zeer belangrijk in
komende jaren zal stijgen.
reorganisaties achter de rug. De verwachting is dat dit cijfer de
het streven onze belofte aan onze klanten en aan de maatschappij waar te kunnen maken. Wij meten de medewerkersmotivatie
Ook de tevredenheid bij Stedin scoort iets lager dan het
geregeld. Hoe medewerkers denken over het bedrijf en hoe
gemiddelde. We verwachten dat deze score kan gaan stijgen: de
betrokken zij zich voelen, is ook van belang voor onze uitstraling
medewerkers van het ‘nieuwe’ Stedin hebben ook een turbulente
als werkgever naar de arbeidsmarkt.
periode meegemaakt met veel veranderingen in de organisatie. Op de onderwerpen loyaliteit, verloopbestendigheid en
Eneco meet de medewerkersmotivatie elke twee jaar, zo ook weer
betrokkenheid zijn de uitkomsten hoog. Samenwerking en
in 2011. Bij het vorige onderzoek naar medewerkersmotivatie in
klantgerichtheid zijn de belangrijkste onderwerpen waar we ons in
2009 werd een 7,4 behaald. Dit cijfer is echter niet goed
2012 op willen verbeteren.
vergelijkbaar met de nu behaalde scores. In 2009 werd namelijk een organisatiebreed onderzoek gehouden dat in één cijfer
Bij het energiebedrijf Eneco zijn de medewerkers vooral tevreden
resulteerde. In 2011 heeft ieder kernbedrijf een eigen onderzoek
over de organisatie en de leidinggevenden. Ook zijn ze positiever
gehouden die onderling verschillen.
over de veiligheid en de samenwerking binnen het team. We blijven binnen alle onderdelen werken aan verbetering. De
Joulz heeft de afgelopen twee jaar elk kwartaal gemeten onder
resultaten van de onderzoeken zijn besproken met de Raad van
telkens ongeveer 300 medewerkers. Joulz heeft ongeveer 2.400
Bestuur en de managementteams. Leidinggevenden hebben
medewerkers, dus dat houdt in dat na twee jaar iedere
verbeteracties bepaald. Een aantal thema’s zoals het bevorderen
medewerker één maal heeft deelgenomen aan het onderzoek. De
van de samenwerking en loopbaanontwikkeling krijgt
lage response bij Joulz komt doordat we het onderzoek hier niet
organisatiebreed opvolging. We willen dit bevorderen met
online maar schriftelijk doen omdat veel
bijvoorbeeld het afspreken van gezamenlijke targets.
Uitkomsten onderzoek medewerkersmotivatie Response
Eneco
Stedin1
Joulz2
77,4%
79,8%
24%
Algemene tevredenheid 2011
7,3
7,1
6,8
Benchmark
7,3
7,3
7,4
1
2
Het benchmarkcijfer wijkt af omdat de Nationale Tevredenheidsindex maandelijks wordt vastgesteld. Stedin voerde op een ander moment het tevredenheidsonderzoek uit. Het cijfer van Joulz is niet te vergelijken met dat van Eneco en Stedin. Joulz hanteert een afwijkende methode. Joulz meet elke drie maanden bij 1/8ste van de medewerkerspopulatie. De peiling is meer gericht op betrokkenheid dan op tevredenheid.
Alignment onderzoek 2011 Response1
30,6%
Score 20102
50,2
Target
52,8
Score 2011
57,4
1 2
Relatief goede response voor een alignment onderzoek. Normaliter ligt de response rate tussen 25-30%. Score >60 handhaven, 50-60 ruimte voor verbetering, <50 directe actie.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
45
Medewerkers Samen voor duurzaam
Toegewijde medewerkers maken het verschil
blog, foto’s en filmpjes delen deze medewerkers wat ze zoal
Samen werken we iedere dag opnieuw aan het realiseren van onze
meemaken in hun dagelijkse werk.
missie: Duurzame energie voor iedereen. Met onze activiteiten maken we dit mogelijk, voor onze klanten en samen met onze klanten. Onze medewerkers spelen daarin een sleutelrol. Want als
Stedin: 100 nieuwe collega’s Stedin heeft veel succes met de arbeidsmarktcampagne ‘Heb jij
zij allemaal toegewijd zijn om de juiste dingen te doen en daarmee
het vernuft?’. Ruim 100 vacatures zijn vervuld door middel van een
strategisch gewenst gedrag laten zien (alignment), maken we
crossmediale strategie met een sterke focus op online media. Op
onze belofte waar.
de website www.werkenbijstedin.net staan nu ook de ‘Gezichten van Stedin’; vijf collega’s vertellen hun ervaringen over werken bij
Ieder jaar onderzoeken we, in samenwerking met de Erasmus
Stedin. De recruitmentwebsite kreeg de tweede prijs tijdens de
Universiteit en het Reputation Institute, in welke mate onze
Grand Prix Online Communicatie.
medewerkers handelen naar de missie en onze waarden (alignment score). De uitkomsten van dit onderzoek leren ons op
Joulz: 400 nieuwe collega’s
welke manier we onze medewerkers (nog) beter kunnen helpen de
Joulz voerde in 2010 een forse reorganisatie door waarbij veel
duurzame missie van Eneco waar te maken. Hoe meer
staf- en ondersteunende medewerkers het bedrijf verlieten.
medewerkers verbonden zijn met de missie en waarden, des te
Daardoor is er een betere balans gekomen in de verhouding
beter en sneller wij de strategische doelen realiseren.
tussen uitvoerende en ondersteunende medewerkers. Dankzij de commerciële successen van Joulz buiten haar traditionele
Uitkomsten onderzoek
werkgebied is in 2011 de behoefte aan het werven van technisch
De target voor Eneco overall (Eneco holding en Eneco business
talent groter dan ooit. Daarom zetten we verschillende kanalen in
units) is voor 2011 vastgesteld op 52,8. Het resultaat van het
om nieuwe medewerkers te werven. Met succes. Vanwege de
onderzoek in december 2011 laat een stijging zien van 7,2 ten
schaarste aan vakvolwassen technici hebben we het vizier in 2011
opzichte van 2010. De score in 2011 bedraagt 57,4.
ook gericht op zij-instromers uit de installatiebranche. Deze doelgroep kan snel aan de slag via een versneld opleidingstraject
De toename ligt in het feit dat Eneco zelf consistenter is
bij onze bedrijfsschool. Joulz nam ruim 400 nieuwe medewerkers
geworden in het doorvoeren van de missie Duurzame energie voor
en leerlingen aan in 2011.
iedereen. Wij lanceerden initiatieven om medewerkers invulling te praktijk. Bovendien blijft Eneco het gedachtengoed verspreiden
Loopbaanontwikkeling gebaseerd op competenties
zowel binnen als buiten de organisatie. Dat landt ook steeds meer
Competentiemanagement is in de hele organisatie in
bij onze eigen medewerkers. De serieuze aanpak om
ontwikkeling. De kernwaarden van Eneco, Stedin en Joulz zijn
medewerkers te informeren, te motiveren en hun competenties
hierbij leidend. Ook diversiteit speelt een rol bij het bieden van
te ontwikkelen, werpt vruchten af. Zij zijn daardoor beter in staat
loopbaankansen.
laten geven aan onze missie en deze te vertalen naar de dagelijkse
om de duurzame missie en waarden te vertalen naar het dagelijks handelen.
Eneco: business, mensen en kennis Het competentiemanagement van Eneco richt zich op
Aantrekkelijke werkgever
ontwikkeling van kennis en gedragscompetenties. Deze
Eneco scoort hoog in Incompany 200, een onafhankelijk
gedragscompetenties zijn gegroepeerd rond ‘business’, ‘mensen’
onderzoek naar de tevredenheid van werknemers bij de 200
en ‘kennis’. Het ontwikkelingscurriculum biedt tal van opleidingen
grootste werkgevers in Nederland. We eindigden in 2011 op de
en trainingen aan. Medewerkers ontwikkelen kennis en
veertiende plaats; de arbeidsmarkt beoordeelt ons als beste
competenties om een bepaalde functie te kunnen uitoefenen.
werkgever onder de energiebedrijven. Onze vernieuwende
Potentials bieden we mogelijkheden door te stromen naar een
arbeidsmarktcommunicatie speelt daarin zeker ook een rol.
specialistische functie of een managementpositie. En mensen kunnen individuele maatwerktrajecten volgen waarin ze
Eneco: 150 nieuwe collega’s
bijvoorbeeld het persoonlijk leiderschap willen ontwikkelen.
Eneco nam in 2011 circa 150 nieuwe medewerkers aan. De recruitmentsite van Eneco is uit een longlist van 330 bedrijven
Stedin: samen slim waarmaken
genomineerd voor zowel de Gouden Cursor, een vakjuryprijs, als
Stedin heeft zes organisatiebrede competenties gekoppeld aan
de Gouden PublieksCursor, een publieksprijs. Op de website
de kernwaarden ‘samen’, ‘slim’ en ‘waarmaken’. Onder het kopje
www.werkenbijeneco.nl staat sinds begin april 2011 de Eneco
‘samen’ ligt de focus op samenwerken, klantgerichtheid, feedback
Match Machine. Bezoekers komen er aan de hand van vijf vragen
geven en ontvangen. Slim: continu verbeteren. Waarmaken:
achter of Eneco een passende werkgever voor hen is. In korte tijd
resultaatgericht en gedreven. Deze competenties geven een
is de Match Machine vele honderden keren gebruikt. Via Eneco
impuls aan het versterken van de organisatie. We kunnen zo
Pulse (www.enecopulse.nl) kunnen sollicitanten Eneco-
gerichter sturen op houding en gedrag.
medewerkers uit verschillende disciplines volgen. Via twitter, een
46
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Medewerkers Samen voor duurzaam
Joulz: klantgericht, samenwerken, vakkundig en betrokken
aan die vanwege hun achtergrond moeilijk aan het werk komen op
In 2011 heeft Joulz een grote stap gezet in het
doel van deze instroom is tweeledig: we geven meer mensen een
competentiemanagement. Aan elke functie is een
kans op werk en laten hen deelnemen aan de maatschappij, en we
competentieprofiel toegevoegd; daarin staat welk gedrag nodig
kunnen uit meer bronnen putten om medewerkers aan te nemen.
administratieve functies maar ook als technische starters. Het
is voor een succesvolle uitoefening van de betreffende functie. Dit profiel werkt met de vier kernwaarden van Joulz (klantgericht, samenwerken, vakkundig en betrokken) en functiespecifieke competenties. Competentie met betrekking tot veiligheid maakt hiervan altijd onderdeel uit. Met alle medewerkers zijn begin 2011 gedragsafspraken gemaakt. Daarmee stimuleren we vooral de dialoog: bespreken, afspreken en aanspreken. Joulz zet de competentieprofielen in bij de selectie van nieuwe medewerkers.
Stedin Academy voor jonge hbo’ers Jonge, technische hbo’ers kunnen bij Stedin terecht op haar Academy. Ze volgen daar een leer/werk-traject van twee jaar. Naast een persoonlijk ontwikkeltraject, bestaande uit vaardigheden en coaching, volgen ze een studie op het gebied van gastechniek, elektrotechiek, en werken aan hoogspanning. Ze doen ervaring op in de praktijk. Stedin-mentoren begeleiden hen intensief.. Bij een succesvolle afronding ontvangen de deelnemers
Zelf opleiden met oog op de toekomst
hbo-erkende certificaten voor de technische vaardigheden. Dit
We zullen de komende 10 tot 15 jaar de vergrijzing gaan voelen.
concept gaat de netbeheerder de komende jaren ook toepassen
Ouder technisch personeel zal ons bedrijf verlaten, en we zullen
voor andere groepen zoals IT’ers, financieel specialisten,
ons moeten inspannen geschikte vervanging te vinden op de
dataspecialisten, en andere technische functies.
arbeidsmarkt. Het aanbod aan technisch personeel is krap. Joulz en Stedin hebben er daarom voor gekozen zelf te gaan opleiden.
Verantwoorde arbeidsvoorwaarden Met ingang van 1 mei 2011 is de CAO Energie vervangen door
Kennis en ErvaringsInstituut van Joulz
een CAO voor de productie en leveringsbedrijven (PLb) en een CAO
In de Joulz bedrijfsschool KEI (Kennis- en ErvaringsInstituut) leren
voor de netwerkbedrijven (NWb). Onder het motto ‘Investeren in
leerlingen het vak in een omgeving die overeenkomt met de
mensen’ hebben de sociale partners van de netwerkbedrijven
praktijk. Zij-instromers scholen we in een versneld tempo om naar
(NWb) gezamenlijk een visie geformuleerd op voor die bedrijfstak
het gas- en elektromonteurvak. In 2011 zijn zo’n 10.000
belangrijke onderwerpen. Die visie is de komende
cursussen gegeven.
jaren maatgevend voor de overlegagenda van de CAO NWb. De Eneco bedrijfs-CAO (Eneco, Stedin en Joulz) is vooralsnog
Vakgerichte kwalificaties
ongewijzigd gecontinueerd.
In het schooljaar 2010-‘11 zijn meer dan 100 medewerkers geslaagd voor hun vakdiploma op mbo-niveau. Joulz leidde in 2011 ruim 200 leerlingen in haar bedrijfsschool op voor een kwalificatie in het distributievak gas en elektriciteit. Tevens biedt de bedrijfsschool van Joulz leerwegen aan op basis van eerder verworven competenties. Ervaren medewerkers kunnen hun opgedane competenties verzilveren in een landelijk erkend diploma ervaringscertificaat EVC, al dan niet via een opleidingstraject op maat. In 2011 zijn zo’n 120 EVC-leertrajecten uitgevoerd.
Binnen de verschillende onderdelen van Eneco werken we aan de modernisering van de arbeidsvoorwaardenpakketten. We hebben een mobiliteitsplan opgesteld waarin verduurzaming centraal staat. We investeren in het kader van duurzame inzet van medewerkers ook veel in opleidingen, waaronder het benutten van Eerder Verworven Competenties.
Benefit Budget: eigen keuzes Binnen de Eneco groep is in 2011 het benefit budget ingevoerd. Met het benefit budget worden jaarlijks toegekende
In september stapte Joulz over naar het Competentie Gericht
arbeidsvoorwaarden, zoals vakantiegeld en de geldwaarde van
Onderwijs in samenwerking met ROC Leiden. Een groot voordeel
(bovenwettelijk) verlof, maandelijks beschikbaar gesteld in een
is dat de opleiding nog meer is gericht op ons vakgebied en ons
budget. Dit geldbedrag kunnen medewerkers op een individueel
bedrijf.
gewenst moment besteden. Bijvoorbeeld aan verlof of fiscaal aantrekkelijke producten.
Voorbeeld in de branche Naast vakopleidingen volgen onze medewerkers bij de bedrijfsschool van Joulz de vereiste veiligheidsopleidingen om te kunnen werken aan de netten van netbeheerders. Joulz heeft hiervoor aantrekkelijk lesmateriaal ontwikkeld, dat andere netbeheerders overnemen. Ons lesmateriaal is uitgegroeid tot een landelijke standaard voor energiebedrijven en de bedrijven die voor hun werken.
Het Benefit Budget draagt bij aan modern werkgeverschap en een levensfasebewust personeelsbeleid, gebaseerd op de eigen verantwoordelijkheid en professionaliteit van de medewerker. Voor de medewerker geldt dat hij beter zicht heeft op de totale waarde van het arbeidsvoorwaardenpakket en daarin meer keuzes kan maken. Keuzes die passen bij de eigen levensfase en levensstijl.
Diverse instroom Joulz, als houder van het MVO-4 certificaat, hecht aan een divers samengesteld team. Zo neemt het bedrijf jaarlijks medewerkers
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
47
Medewerkers
Veiligheid
Veiligheid voor alles De zorg voor veiligheid maakt onlosmakelijk deel uit van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het werk aan de energienetten en in onze productielocaties is omgeven door een groot aantal veiligheidsvoorschriften. Onze medewerkers volgen verplichte opleidingen om zich te kwalificeren voor dit werk. Ook onze onderaannemers moeten gekwalificeerd zijn, zowel bij Stedin en Joulz als bij ontwikkelingsprojecten zoals windparken en energiecentrales. Veiligheidscultuurmeting
zichtbare aandacht voor veiligheid. Ook is het overleg met de
We hebben hernieuwde afspraken gemaakt over
ondernemingsraad hierover geïntensiveerd.
veiligheidsmanagement: elk kernbedrijf verricht elke drie jaar op basis van de Hearts & Minds- methode van Shell een meting naar de veiligheidscultuur. Onze veiligheidscultuur is groeiend, maar
Nieuw kaderdocument Veiligheidsmanagement Uit een externe audit is geconcludeerd dat het bestaande
kan op onderdelen zeker verbeteren. Het is onze ambitie een
veiligheidsmanagementsysteem onvoldoende passend is voor de
proactieve cultuur te scheppen. We gaan ons management en
huidige organisatie. In 2011 hebben we het systeem omgevormd
onze medewerkers door middel van trainingen en workshops nog
tot een normenkader dat op hoofdlijnen per kernbedrijf kan
bewuster maken dat (het letten op) veiligheid een integraal
worden ingevuld. We kunnen nu ook bestaande certificeringen,
onderdeel is van hun dagelijkse werk.
zoals OHSAS en PASS55, inbrengen. De Raad van Bestuur heeft het nieuwe Veiligheid Management Systeem geaccordeerd. In het
Overleg met Raad van Bestuur
eerste halfjaar van 2012 gaan we het bedrijfsbreed invoeren. Met
In oktober hebben de Raad van Bestuur en de directies van de
internal audit hebben we nadere afspraken gemaakt over de te
kernbedrijven in een overlegsessie afgesproken dat Eneco naar
beoordelen veiligheidsonderwerpen.
een hogere veiligheidscultuur moet doorgroeien. Onze veiligheidsambitie moet aansluiting vinden bij onze duurzame ambitie. Veiligheid moet veranderen van een verplichte en saaie
Rondgangen Raad van Bestuur en management De leden van de Raad van Bestuur hebben elke twee maanden
exercitie naar een boeiende en vooral intrinsieke en geïntegreerde
een rondgang in het bedrijf gemaakt. Ze spraken met
activiteit.
medewerkers over hun ervaringen, de veiligheidsbeleving en mogelijke verbeteringen. Binnen de kernbedrijven maken alle
Veiligheidsmanagement
leidinggevenden volgens een vastgesteld schema rondgangen.
Het lijnmanagement binnen Eneco is verantwoordelijk voor de
Deze gesprekken leveren veel waardevolle informatie die we
veiligheid van hun medewerkers, leveranciers, bezoekers en
gebruiken bij verdere verbeteringen. We gaan er in 2012 mee
derden. Er is veel kennis van regels en risico’s noodzakelijk. Om te
door.
waarborgen dat deze gespecialiseerde kennis beschikbaar is en om de lijnmanagers professionele ondersteuning te bieden, stelde elk Eneco-kernbedrijf een veiligheidsmanager aan. Maandelijks bespreken deze de gang van zaken; ze rapporteren onafhankelijk aan de Raad van Bestuur. Elk kwartaal vindt verder overleg plaats met de CEO. De verantwoordelijke lijnmanagers en veiligheidsmanager komen maandelijks bijeen. Dit overleg ontwikkelt zich tot een platform waar beleidsmatige ontwikkelingen worden ingezet. We zetten vooral in op meer
Veiligheidsprestaties Eneco besteedt veel aandacht aan de veiligheid. Zowel in de grote bouw- en onderhoudsprojecten die we uitvoeren, als bij het oplossen van storingen. Veiligheid is integraal onderdeel van de werkprocessen. Niet veilig = niet doen.
Veiligheidsprestatie opnieuw beter Het aantal ongevallen met verzuim is afgenomen, wat goed nieuws is, maar we blijven onverminderd streven naar nul
48
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Medewerkers Veiligheid
ongevallen met verzuim. Het aantal ongevallen met verzuim bedroeg 18 (2010: 27). De Lost Time Injury Rate (LTIR) voor de Eneco-groep was 1,76 (2010: 2,6).
Meer meldingen, minder incidenten De kernbedrijven hebben een laagdrempelig incidentmeldsysteem voor medewerkers. Het aantal incidentmeldingen steeg het afgelopen jaar opnieuw. Dat betekent dat we van nog meer incidenten kunnen leren. Elke preventieve veiligheidsmelding volgen we direct op. Daardoor laten we aan onze medewerkers zien dat melden positief effect heeft. Veel ongevallen zijn te voorkomen. Gaat het dan toch fout dan moet je er zo veel mogelijk van leren, dat is ons uitgangspunt. We hebben ook nieuwe methoden geïntroduceerd om ongevallen te analyseren. We gebruiken de onderzoeksmethoden TriPod, RCA en SOAT al naar gelang de ernstgraad van de melding. Deze methoden zullen we ook in 2012 actief inzetten voor ongevalsanalyses.
Veiligheid bij grote projecten Eneco In 2011 zijn de nieuwe centrale Enecogen en de gasopslag Gasspeicher zonder noemenswaardige incidenten opgeleverd. Direct en scherp toezicht en strenge regels werkten goed. De LTIR kwam voor Gasspeicher uit op nul en voor de Enecogen-centrale uit op 1, ruim onder de sectorbenchmark van 3. In het project Bio Golden Raand Delfzijl passen we dezelfde strikte veiligheidsstandaard toe. We hebben de focus op veiligheid bij ons werk buiten Nederland geïntensiveerd. In de omringende landen zullen we nog meer aansluiten bij het veiligheidsmanagementsysteem van Eneco. Dit uiteraard met inachtneming van de lokale wetgeving.
Veiligheid in de keten Wij zijn ons er van bewust dat veilige netten en levering mede wordt bepaald door de veiligheid van onze aannemers. We voeren regelmatig veiligheidsoverleggen met grote aannemers. Belangrijk aandachtspunt is hoe wij zorgen dat aannemers werken volgens onze veiligheidsnormen. We maken per werk een risicoinschatting op basis van eerdere incidenten bij een aannemer. Daarop passen wij ons toezicht aan. Het aantal incidenten bij aannemers nam in absolute zin toe. Daarom gaan we extra aandacht geven aan contractormanagement als onderdeel van het nieuwe managementsysteem.
Joulz gaat meer zelf doen Om maximale kwaliteit en veiligheid te bereiken gaat Joulz een groter deel van de uitvoerende werkzaamheden met eigen personeel doen. Joulz bereikt dat door nieuwe collega’s te werven en door acquisities te verrichten. Ook de inzet op ‘in één keer goed’ helpt om zowel de kwaliteit als de veiligheid op een nog hoger niveau te brengen. Elkaar aanspreken op onveilig gedrag is bij Joulz een normale gang van zaken.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
49
Medewerkers
Medezeggenschap
Ondernemingsraad Eneco De centrale ondernemingsraad (COR) boog zich in 2011 over een zeer divers en breed pakket aan onderzoeken, plannen en aan- en verkopen. Verder stonden continu de thema’s veiligheid en verzuim hoog op de agenda. De COR hield zich onder meer bezig met verschillende studies en
Samenstelling Ondernemingsraad
daaruit voortvloeiende plannen die tot doel hadden de efficiency
Willem Hofman - voorzitter
van de holding Eneco en het energiebedrijf te verbeteren. De raad
Arjan de Groot - secretaris
boog zich over aan- en verkooptrajecten, waaronder de aankoop
Wim de Ruiter - lid
van Oxxio en de verkoop van ASN in Dokkum en CityTec Reclame.
René ten Dam - lid
De COR adviseerde positief over deze transacties.
Willem Groeneweg - lid Aad Oversluizen - lid
De bedrijfsvoering was ook in 2011 belangrijk gespreksonderwerp. Bij elke vergadering met de Raad van Bestuur zijn veiligheid en verzuim besproken. Enkele grote veiligheidscases zijn uitgebreid geanalyseerd. Ook zijn belangrijke onderwerpen op het gebied van personeelsmanagement regelmatig de revue gepasseerd, zoals de outsourcing van bepaalde activiteiten. De COR hield zich verder bezig met een modernere invulling van de arbeidsvoorwaarden, waarbij de medewerkers zelf kunnen kiezen uit verschillende componenten (het Benefit Budget).
50
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Willem Jan Suithoff - lid Karel Linkerhof - lid Leo van den Ende - lid
Medewerkers Medezeggenschap
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
51
Duurzame bedrijfsvoering
CO2-neutrale bedrijfsvoering
50% besparing en 50% compensatie Eneco heeft sinds 2008 een CO2-neutrale bedrijfsvoering. We besparen waar we kunnen, en als dat niet volledig lukt, compenseren we met Gold Standard CO2-certificaten. Onze doelstelling is minder te hoeven compenseren door nog meer zelf te besparen. Dat hebben we ook vastgelegd in afspraken met het Wereld Natuur Fonds. In 2013 willen we 50% minder CO2 uitstoten ten opzichte van het jaar 2007. We hebben ambitieuze doelen gesteld, die we willen realiseren. Het jaar 2011 stond voornamelijk in het teken van voorbereidingen, waarvan we de vruchten in 2012 en 2013 gaan plukken. CO2 uitstoot daalt
Maar ook voor Stedin en Joulz hebben wij onszelf de target van
In het jaar 2011 komen we uit op een daling van de CO2-uitstoot
50% CO2-besparing in 2013 opgelegd. Voor Stedin geldt een
met 30% per medewerker (ten opzichte van het jaar 2007). Vorig
verwacht resultaat van rond de 45%. Joulz heeft, met mobiliteit
jaar rapporteerden wij 24%. Dit resultaat is onder andere toe te
als grootste post, de grootste uitdaging om de doelstelling te
schrijven aan een verdere daling van het gebruikte
realiseren; zij heeft een verwachte besparing van rond de 40% in
kantooroppervlakte en aan een verkeerde instelling in de
2013.
software. Door het laatste hebben we in 2010 een fors aantal medewerkers niet meegeteld en de besparing per medewerker in 2010 te laag gerapporteerd. De absolute uitstoot daalde sinds 2010 met 6%.
Klimaatvoetafdruk We handhaven de 50%-doelstelling voor 2013. De verduurzaming van onze interne bedrijfsvoering is een wezenlijk onderdeel van onze duurzame koers. Sinds 2007 brengt Eneco de
De huidige maatregelen zijn onvoldoende voor het behalen van de
klimaatvoetafdruk van de Eneco-groep in kaart op basis van het
doelstelling. Dit bleek uit een onderzoek dat in samenwerking met
Greenhouse Gas Protocol. Sinds 2008 is onze interne
Ecofys is gedaan. Wij erkennen de achterstand en hebben
bedrijfsvoering CO2-neutraal.
aanvullende maatregelen genomen om de achterstand in te lopen. Voorbeelden zijn een fleetmanagementsysteem in onze
Organisatie Interne Verduurzaming
bedrijfswagens voor een betere logistieke planning en het rijden
De verantwoordelijkheid voor verduurzaming van de
op aardgas.
bedrijfsvoering ligt bij de bedrijfsonderdelen. De afdeling Interne Verduurzaming van Eneco vervult een coördinerende rol. Elk
Ook met deze aanvullende maatregelen blijft de doelstelling
kwartaal rapporteert zij aan de stuurgroep Interne
ambitieus. De reden van de achterstand is te vinden bij het
Verduurzaming. Daarin heeft een directielid van elk kernbedrijf
elektrisch vervoer. De ontwikkeling daarin verloopt minder snel
zitting.
dan we hadden verwacht. Voor het energiebedrijf Eneco gelden
52
de afspraken met het WWF: 50% minder uitstoot in 2013. De
Scope
besparing eind 2011 bedroeg 38%. De verwachting is dan ook dat
Tot onze interne bedrijfsvoering rekenen wij de bedrijfsmiddelen
Eneco zeer goed in de buurt komt van de afgesproken doelstelling.
van de onderdelen van de Eneco-groep waarover wij 100%
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Duurzame bedrijfsvoering CO2-neutrale bedrijfsvoering
kapitaalbelang en 100% zeggenschap hebben. Nog niet
Eneco heeft voor de jaren 2008 tot en met 2011 de benodigde
meegerekend zijn de productie-eenheden voor elektriciteit,
CO2-certificaten inmiddels volledig betaald en geleverd.
warmte en koude. Het is onze ambitie om deze volgend jaar te kunnen rapporteren. Ook de in 2011 overgenomen energieleverancier Oxxio is niet in de cijfers voor 2011
CO2-emissie daalt In het jaar 2011 komt Eneco uit op een daling van de CO2-uitstoot
opgenomen. Zowel de productie-eenheden als Oxxio vallen
met 30% per medewerker (ten opzichte van het jaar 2007). In de
overigens buiten de scope van de met WWF gemaakte afspraken.
berekening voor energiegebruik houden we rekening met
De emissies van de interne bedrijfsvoering van Ecofys zijn niet
‘graaddagen’ (maatstaf voor gemiddelde buitentemperatuur),
meegerekend om de onafhankelijke positie van Ecofys te
zodat de resultaten zijn te vergelijken met die van eerdere jaren.
benadrukken.
Onze absolute CO2-emissie daalde met 22% ten opzichte van de nulmeting (2007).
Gold Standard-certificaten Eneco probeert zelf zo veel mogelijk te besparen en haar uitstoot
Drie thema’s
van CO2 te verminderen. Waar we nog emissie veroorzaken - met
CO2-emissies brengen wij onder in de categorieën: mobiliteit,
het wagenpark, in de huisvesting of met papierverbruik -
huisvesting en papier. Onder ‘mobiliteit’ vallen de bedrijfswagens,
compenseren we die.
leaseauto’s, zakelijk gedeclareerde kilometers, het zakelijk vliegverkeer en het woon-werkverkeer van onze medewerkers en
Emissie compenseren
van inleenkrachten. De verbruikte energie voor onder andere de
We compenseren de emissie met de aanschaf van Gold Standard
verwarming, koeling, ventilatie en verlichting van onze panden valt
CO2-certificaten, uiterlijk voor de verschijning van het jaarverslag
onder ‘huisvesting’. Bij ‘papier’ kijken we naar de hoeveelheid
over het jaar waarin de CO2-uitstoot heeft plaatsgevonden. Gold
ingekocht papier.
Standard-projecten kennen strenge criteria: de investeringen moeten worden gedaan in duurzame energieprojecten in ontwikkelingslanden. Het gaat om projecten die zonder de
Besparingen op termijn De besparing die we realiseerden sinds 2007 is toe te schrijven
verkoop van CO2-certificaten niet zouden zijn gerealiseerd.
aan de inzet van 100% groene stroom en een aandeel groen gas
Bovendien is een voorwaarde dat de lokale bevolking profijt heeft
in onze panden. Ook daalt het aantal vierkante meters van onze
van deze projecten. De uitgifte van de certificaten vindt plaats
kantoren en magazijnen steeds verder gedaald wat bijdraagt bij
door de Gold Standard Foundation (www.cdmgoldstandard.org).
aan de besparing. Verder reizen onze medewerkers steeds duurzamer.
Drie duurzame projecten Eneco heeft Gold Standard CO2-certificaten gecontracteerd van drie duurzame energieprojecten in Turkije. In het Mamak Landfill
Effecten worden zichtbaar vanaf 2012 De ingezette veranderingen zijn langetermijntrajecten; de effecten
Gas Recovery Project wordt door vergisting van organisch afval
worden in 2012 en 2013 zichtbaar. Eneco, Stedin en Joulz
biogas geproduceerd. Dat gas wordt gebruikt om groene stroom
verhuizen naar duurzame kantoren. Deze verhuizingen staan
mee op te wekken. Het tweede project is de Mare Manastir Wind
gepland voor 2012 en deels in 2013.
Farm. Dit is een 39,2 MW windpark met 49 windturbines dat jaarlijks ongeveer 129 GWh produceert. Het derde project is het ‘Yuntdag Wind Power Project’. Dit windpark heeft een vermogen van 57,5 MW.
We verduurzamen de regelingen op het gebied van mobiliteit, waaronder de leaseregeling en het parkeerbeleid. De invoering staat op de rol voor 2012. We gaan meer groen geproduceerd gas inzetten ter vervanging van aardgas. Het aantal panden waar gas
CO2-emissies per medewerker ton/medewerker
20071
2011
Verschil
Mobiliteit
2,8
2,8
+0,1
+2%
Huisvesting
1,8
0,4
-1,4
-79%
0,1
0,0
0,0
-56%
4,6
3,3
-1,4
-30%
Papier CO2-emissies per medewerker
2
1 2
Verschil (%)
De nulmeting maakt geen onderdeel uit van de assurance-opdracht. Afgeronde getallen.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
53
Duurzame bedrijfsvoering CO2-neutrale bedrijfsvoering
wordt gebruikt voor verwarming neemt volgend jaar sterk af. De
reden waarom we achterlopen op onze emissiedoelstellingen
verwachting is dat in 2013 en mogelijk al in 2012 voldoende groen
voor 2013.
geproduceerd gas beschikbaar is om in de volledige behoefte van het verbruik van Eneco te voorzien.
Dilemma: bedrijfszekerheid elektrische voertuigen Een groot deel van de mogelijke besparingen kunnen we halen uit
Alle bedrijfsonderdelen hebben een duurzaam
mobiliteit. In een pilot is duidelijk geworden dat de
bedrijfswagenbeleid opgesteld. De keuze blijft beperkt tot de
bedrijfszekerheid van bepaalde types elekrische voertuigen die we
meest duurzame bedrijfswagens in de betreffende categorie, zo
willen inzetten in cruciale primaire processen zoals de
lang die past binnen de vereisten vanuit de bedrijfsvoering. Ook
storingsdienst die zeven dagen per week 24 uur paraat is, nog
rusten we een groot deel van de bedrijfswagens uit met een
onvoldoende is. Gegeven deze ervaringen kunnen we de invoering
fleetmanagementsysteem. De voordelen hiervan zijn divers: zo
van elektrische auto's niet versneld uitvoeren. We hebben
kan beter en sneller worden bepaald welke monteur beschikbaar
besloten om alleen nog af-fabriek elektrische voertuigen in ons
is voor een storingssituatie.
wagenpark op te nemen. Met verschillende fabrikanten en importeurs hebben we gesproken over dit dilemma. Gebleken is
Ambitie
dat de af-fabriek bestelwagens die aan onze eisen voldoen nu niet
Het blijft onze ambitie om in 2013 50% minder CO2 uit te stoten
of nauwelijks leverbaar zijn.
dan in 2007. Het aandeel van ‘mobiliteit’ beslaat het grootste gedeelte van de totale CO2-emissies (circa 85%). Daarom
Brandstofverbruik
besteden we veel aandacht aan verbeteringen juist op dit terrein.
Het brandstofverbruik van ons wagenpark steeg sinds 2007 met 29%. Dat is toe te schrijven aan de groei van het aantal auto’s.
Geduld bij elektrisch vervoer De ontwikkeling van het elektrisch vervoer verloopt minder snel
Duurzame huisvesting, minder papier
dan we hadden verwacht. Zeker bij de bedrijfswagens. Dat is de
De grootste winst in de reductie van de uitstoot behalen we in onze huisvesting. Dat is vooral te danken aan groene stroom, waarmee we voor 100% onze panden van elektriciteit voorzien.
Absolute CO2-emissies Eneco-groep in kton
20071
2011
Verschil
Verschil (%)
Mobiliteit
19,9
22,4
+2,6
+13%
Huisvesting
12,8
3,1
-9,6
-75%
0,5
0,2
-0,2
-51%
33,1
25,8
-7,3
-22%
Papier Absolute CO2-emissies2 1 2
De nulmeting maakt geen onderdeel uit van de assurance-opdracht. Afgeronde getallen.
Brandstofverbruik wagenpark 2007 [liters]
2011 [liters]
– Benzine
1.312.827
1.543.925
– Diesel
3.073.820
4.099.285
– LPG
0
11.446
– Ethanol
0
11.846
4.386.647
5.666.503
Totaal
54
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Duurzame bedrijfsvoering CO2-neutrale bedrijfsvoering
Elektriciteitsverbruik daalt
Minder papier
Het elektriciteitsverbruik daalde (ten opzichte van 2007) door een
Het papierverbruik bij Eneco daalde met 52% ten opzichte van
vermindering van het aantal vierkante meters kantoren en
2007. Ons papierverbruik is nu goed op orde. Door invoering van
magazijnen.
Het Nieuwe Werken is de verwachting dat het verbruik nog iets verder daalt. Het aandeel van het thema ‘papier’ in de
Groen gas
klimaatvoetafdruk is kleiner dan 1%. Onze aandacht gaat dan ook
In 2010 vervingen we voor de eerste maal een gedeelte van het
in de jaren hierna vooral uit naar de thema’s ‘mobiliteit’ en
aardgas door groen geproduceerd gas. Ook in 2011 is groen gas
‘huisvesting’.
ingezet voor de verduurzaming van onze bedrijfsvoering.
Warmteverbruik daalt Het absolute energieverbruik voor de ruimteverwarming van onze panden daalde met 14% ten opzichte van 2007. Het jaar 2007 is 4% warmer geweest dan het jaar 2011 (2.567 graaddagen tegen 2.666 graaddagen).
Duurzame gebouwen Alle medewerkers van Eneco verhuizen vanuit diverse kantoren in 2012 naar een nieuw kantoor, het duurzame nieuwe hoofdkantoor pal naast intercitystation Rotterdam Alexander. Ook Joulz en Stedin verhuizen naar duurzame gebouwen, Joulz betrekt in 2012 onder meer een bestaand pand in Heinenoord en in 2013 een verduurzaamd pand aan het Willemsplein in het centrum van Rotterdam (beide met de duurzame kwalificatie Breeam Very Good). Stedin neemt begin 2012 haar intrek in een duurzaam gebouwd pand direct naast station Blaak in Rotterdam.
Dilemma: verhuizen of niet Door te verhuizen naar nieuwe duurzame panden laten we meerdere oudere gebouwen achter. We sluiten onze ogen zeker niet voor de toenemende leegstand van kantoren in Nederland. De winst voor het milieu telt in dit geval voor ons zwaarder. We brengen onze medewerkers zoveel mogelijk onder op één locatie dicht bij grote openbaarvervoersknooppunten, waardoor de efficiëntie toeneemt. Op beide locaties gaan we werken volgens de principes van Het Nieuwe Werken, waardoor we minder vierkante metere nodig hebben. Dalend energieverbruik, duurzame energieoplossingen in de gebouwen en minder mobiliteit zullen een betere milieuprestatie opleveren.
Energieverbruik voor verwarming Verbruik groen gas [%] Verbruik groen gas® [m3] Gasverbruik [m3] Warmteverbruik [GJ] Energieverbruik voor ruimteverwarming [m3a.e.] Graaddagen Verbruik per oppervlakte [m3a.e./m2]
2007
2011
Verschil
0%
22%
+22%
0
227.437
1.347.957
1.049.242
-22%
31.303
30.583
-2,3%
2.336.365
2.015.541
-14%
2.567
2.666
+4%
12,5
13,4
+7,2%
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
55
Duurzame bedrijfsvoering CO2-neutrale bedrijfsvoering
Duurzaam inkopen Eneco wil voor haar klanten en voor de maatschappij haar ketenverantwoordelijkheid nemen. We hebben in 2011 onze duurzaamheidscriteria voor goederen en diensten strakker geformuleerd. Die zijn vertaald in een duurzaamheidscan, die is afgestemd met leveranciers en getoetst bij honderd belangrijke leveranciers. Eneco Code of Conduct op leveranciersniveau
Specifieke producten
De criteria voor indirecte stromen (facilitaire goederen) hebben we
In sommige productcategorieën, zoals zonnepanelen (die we
uitgebreid naar de stroom directe goederen en diensten voor onze
buiten Europa inkopen), hanteren we Urgenda-criteria voor
primaire processen. Deze methodiek geldt nu voor alle
leveranciersselectie. We voeren audits uit of laten die uitvoeren
leveranciers van Eneco. De methodiek bestaat uit een vragenlijst
op sociale- en milieuaspecten. Voor onze biomassastromen
en een verbeterprogramma als leveranciers nog niet voldoen aan
hanteren we duurzaamheidcriteria die zijn gebaseerd op
al onze maatstaven.
NTA8080. Hierin wordt onder meer rekening gehouden met leefomstandigheden, voedselvoorziening en eerlijke handel.
We vinden het belangrijk dat we in dit traject goed samenwerken met onze leveranciers. Vooral voor directe goederen is het minder
Eneco kantoor duurzaam ingericht
eenvoudig om een uniforme standaard op te leggen op
Voor onze indirecte goederenstroom, zoals kantoorinrichting,
productniveau. Daarvoor blijven we met onze grootste
printers of facilitaire producten, maar ook bij het inzetten van
leveranciers de dialoog aangaan hoe we in onze keten duurzamer,
uitzendkrachten bestonden al duurzaamheidscriteria. We
veiliger en verantwoord kunnen maken.
hanteren hiervoor Eneco Productbladen die zijn gebaseerd op de duurzame eisen die Agentschap NL opstelde per categorie. Zowel
Eerste toetsing
economische, sociale als milieucomponenten zijn daarin
Eind 2011 hebben we de eerste honderd leveranciers verzocht
opgenomen. Deze criteria worden altijd meegenomen in de
onze vragenlijst in te vullen. Ruim een kwart heeft de vragenlijst
leveranciersselectie. Voor de inrichting van ons nieuwe Eneco
ingevuld. Op basis van deze uitkomst gaan we de methodiek
kantoor hebben we deze duurzaamheidscriteria in vrijwel alle
verder aanscherpen en hierover de dialoog met leveranciers
opzichten toegepast.
gericht aan. We gaan de methodiek die we al toepassen voor indirecte goederen voor directe goederen implementeren met de ambitie om deze eind 2012 te realiseren.
Elektriciteitverbruik Groene stroom [%] Groene stroom [GWh]
2011
Verschil
100%
+84%
3,56
18,02
+406%
Grijze stroom [GWh]
18,08
0
-100%
Totaal [GWh]
21,64
18,02
-17%
117
114
-2,2%
Verbruik per oppervlakte [kWh/m2]
56
2007 20%
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Duurzame bedrijfsvoering CO2-neutrale bedrijfsvoering
Milieumanagementsysteem volgens ISO14001 In 2011 zijn wij ook de voorbereidingen gestart om voor een aantal business units een milieumanagementsysteem in te voeren en te certificeren volgens ISO14001.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
57
Duurzame bedrijfsvoering CO2-neutrale bedrijfsvoering
WWF criteria Eneco en het Wereld Natuur Fonds (World Wildlife Fund, WWF) werken samen aan de verduurzaming van de energievoorziening en de bescherming van de natuur. Het WWF is een zeer gerespecteerde partij in de wereld. Samen bereiken wij miljoenen particulieren. Via allerlei acties willen wij onze klanten en de donateurs van WWF aansporen zuiniger en duurzamer te leven en zich in te zetten voor milieu en natuur. Acties naar klanten en medewerkers Als missiepartner steunt Eneco veldwerk van het Wereld Natuur Fonds, bijvoorbeeld de projecten op Borneo. We doen dat met financiële bijdragen en door gezamenlijk te communiceren over het belang van natuurbescherming in dit prachtige en waardevolle gebied. In 2011 maakten klanten en medewerkers via een quiz op onze website kans om als verslaggever mee te gaan op een Borneo expeditie. Deze expeditie heeft in juni 2011 plaatsgevonden.
Afspraken met WWF Eneco is als eerste en vooralsnog enig energiebedrijf ter wereld aangesloten bij het internationale Climate Savers-programma van WWF. We hebben afspraken gemaakt over verdere verduurzaming en CO2-reductie. Daarnaast hebben we een afspraak gemaakt over de ontwikkeling van een voorbeeldproject over de Stad van de Toekomst, een energiezuinige wijk waar burgers zelf hun energie produceren. Dit is de Rotterdamse wijk Heijplaat.
Doelstelling1 20% duurzaam geproduceerde elektriciteit ten opzichte van de totale leveringsportfolio in 2013. Minder dan gemiddeld 300 gram per kiloWattuur gemiddelde CO2-uitstoot bij de door ons geproduceerde elektriciteit. 20% donkergroen geleverde elektriciteit aan onze retailklanten in 2013. 0,5% donkergroen geleverd gas aan onze retailklanten in 2013. Verduurzaming van de interne organisatie: 50% CO2-reductie in de interne bedrijfsvoering in 2013 ten opzichte van 2007.2 1 2
58
Status 9,89% 154g/kWh 14,25% 0,41% 38%
WWF criteria zijn exclusief Oxxio, omdat dit bedrijf bij het maken van de afspraken nog geen onderdeel was van Eneco. Een variant van deze kpi is een strategische (zie Strategische kpi's (pagina 13)). Het verschil is dat de scope hier alleen het energiebedrijf is. Bij de strategische variant vallen de entiteiten Eneco, Joulz en Stedin binnen de scope.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Duurzame bedrijfsvoering CO2-neutrale bedrijfsvoering
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
59
Governance
Raad van Bestuur
Mr. J.F. (Jeroen) de Haas (1959)
Ir. C.J. (Kees-Jan) Rameau Drs. G.A.J. (Guido) Dubbeld (1962) (1971)
Voorzitter Raad van Bestuur Eneco Holding N.V
Lid Raad van Bestuur Eneco Holding N.V.
Lid Raad van Bestuur Eneco Holding N.V.
Jeroen de Haas is per 1 januari 2007 voorzitter van de Raad van Bestuur. Hij is sinds juli 2000 lid van de Raad van Bestuur en per 2006 vicevoorzitter. Hij was daarvoor sinds 1996 directeur van Enercom, de coöperatie van energiebedrijven, waarvan een zestal leden in juli 2000 met Eneco fuseerde. Eerder was De Haas directeur van RCCIVEV, een onderdeel van Roccade. Hij studeerde Nederlands recht in Utrecht.
Kees-Jan Rameau is per 1 april 2008 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. Hij startte begin 2004 als directeur Strategie bij Eneco. Begin 2007 werd hij benoemd tot directeur Business to Business. Voordat Rameau bij Eneco in dienst trad, was hij actief op strategisch, financieel en operationeel gebied bij de Boston Consulting Group, TPG (nu TNT) en McKinsey & Company. Hij studeerde technische natuurkunde in Delft en behaalde een MBA van INSEAD in Fontainebleau.
Guido Dubbeld is per 1 april 2011 benoemd in de Raad van Bestuur van Eneco Holding N.V. als Chief Financial Officer. Hij startte in 2002 bij Eneco en bekleedde de functies van Risk Manager en Manager Finance & Control. Vanaf 2007 was hij werkzaam als Directeur Eneco Energy Trade. Voordat Dubbeld bij Eneco in dienst kwam werkte hij voor diverse financiële instellingen als MeesPierson, HypoVereinsbank (Munich) en UBS AG (Zurich). Hij studeerde Economie met een specialisatie International Finance aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Nevenfuncties: • Lid Raad van Advies Agro Energy • Lid Raad van Advies Energy MBA Nyenrode
Nevenfunctie: • Lid Raad van Commissarissen Stedin Netbeheer B.V. (vanaf 1 mei 2012)
Nevenfuncties: • Lid Raad van Commissarissen Stedin Netbeheer B.V. (tot 1 mei 2012) • Lid Raad van Commissarissen KEMA N.V. (tot 28 februari 2012) • Lid Bestuur Energie-Nederland • Voorzitter Werkgeversvereniging WENb • Lid Economic Development Board Rotterdam (EDBR) • Lid Council Rotterdam Climate Initiative • Lid Raad van Toezicht Hogeschool Rotterdam • Lid Adviesraad Executive MBA in European Utility Management by Jacobs University te Bremen • Lid Raad van Advies Ecofys • Ambassadeur Clean Energy Wereld Natuur Fonds (WWF)
60
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Governance
Raad van Commissarissen
Bericht Raad van Commissarissen Met grote droefheid nam de Raad van Commissarissen afscheid
en Engeland goed, evenals investeringsvoorstellen voor zonne-
van Douwe Kras, die vanaf 1 juni 2009 lid was van de Raad van
energieprojecten in België. Deze onderwerpen zijn, gezien hun
Bestuur. Hij overleed op 7 december 2011 aan een ernstige
strategische karakter, in meerdere vergaderingen van de raad
ziekte, die zich in augustus openbaarde. Ondanks zijn relatief korte
besproken. In het verslag van de Raad van Bestuur zijn de
periode bij Eneco, leverde Douwe Kras een belangrijke bijdrage
projecten nader gepreciseerd. Verder besprak de raad de
aan onze onderneming. Wij herdenken hem als een oprecht en
voortgang van zowel de strategische als de operationele
betrokken bestuurder.
speerpunten van de onderneming. Naar aanleiding van deze onderwerpen zijn enkele presentaties gegeven in de
Begin 2011 namen wij ook afscheid van Jeppe Machielsen als
vergaderingen van de raad.
CFO, die zijn carrière elders wilde voortzetten. In zijn plaats is Guido Dubbeld benoemd als lid van de Raad van Bestuur. Guido
De financiële kwartaalrapportages zijn besproken in zowel de
Dubbeld was reeds werkzaam bij Eneco als directeur Eneco
auditcommissie als in de raad, waarbij ook diverse aspecten van
Energy Trade. Wij danken Jeppe Machielsen voor de vele
de bedrijfsvoering meer diepgaand zijn behandeld. In de Algemene
inspanningen die hij aan de onderneming heeft geleverd.
Vergadering van Aandeelhouders in april is de jaarrekening 2010 vastgesteld. Wij kwamen tegemoet aan de wens van de
Onderwerpen op de agenda
aandeelhouders om het dividend weer in april uit te keren.
Het jaar 2011 was in veel opzichten een turbulent jaar. De crisis op de financiële markten en de economische marktontwikkelingen
In iedere vergadering van de raad staat het veiligheidsbeleid op
gingen ook niet aan Eneco voorbij, zoals ook door de raad van
de agenda. Ongevallen met verzuim bespreken we altijd. Ook
bestuur in haar verslag beschreven. Niettemin behaalde de
hebben we dit jaar tweemaal uitvoerig stilgestaan bij een
onderneming een uitstekend resultaat; zij heeft zelfs haar
veiligheidscasus.
ratingpositie kunnen verbeteren van A- negative outlook naar A-. De raad bespreekt eenmaal per jaar de strategie en de daarmee In 2011 werd een nieuwe Revolving Credit Facility (RCF) ad € 1,25
samenhangende risico’s die de onderneming identificeert. De
miljard en een Syndicated Garantuee Facility met goedkeuring van
auditcommissie bespreekt de uitkomsten van de beoordeling die
de raad afgesloten. Onder de huidige marktomstandigheden een
het bestuur afgeeft over de opzet en de werking van de interne
niet geringe prestatie. Gelet op de ontwikkelingen op de financiële
risicobeheersings- en controlesystemen, alsmede eventuele
markten is een partiële herziening goedgekeurd van het Treasury
significante wijzigingen hierin. Ook is via de auditcommissie
Statuut met betrekking tot geld- en kapitaaltransacties. Zowel de
periodiek gerapporteerd over de stand van zaken met betrekking
auditcommissie als de raad volgen de ontwikkelingen in de
tot cross border leases, waarvoor als gevolg van de kredietcrisis
financiële markten nauwgezet.
in een aantal gevallen aanvullende zekerheden jegens de Amerikaanse investeerders moesten worden gesteld.
Aan de hand van periodieke rapportages hield de raad zich op de hoogte van belangrijke projecten, over de financiële positie van de
In iedere vergadering namen wij kennis van adviezen die de
onderneming en over de ontwikkeling van het klantenbestand.
centrale ondernemingsraad uitbracht.
Eneco zette in 2011 volop in - en met succes – op de verdere ontwikkeling en realisatie van de duurzame strategie. De raad keurde in dat kader diverse investeringsvoorstellen goed, onder meer met betrekking tot de overname van Oxxio en de bouw van een biomassacentrale in Delfzijl.
De Hoge Raad heeft op 24 februari 2012 bekend gemaakt dat zij vragen gaat stellen aan het Europese Hof van Justitie in Luxemburg over de verenigbaarheid van de Splitsingswet met het Europese recht. Die vragen zullen eerst beantwoord moeten worden alvorens de Hoge Raad op een aantal belangrijke punten
Ook keurden wij investeringsvoorstellen voor het bouwen van
uitspraak zal doen. De huidige status quo zal naar alle
grootschalige windparken op land en op zee in Nederland, België
waarschijnlijkheid nog enkele jaren van kracht zal zijn. Het
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
61
Governance Raad van Commissarissen
betekent dat we de komende jaren als geïntegreerde
Functioneren van de raad
onderneming onverminderd kunnen doorgaan met het realiseren
De raad hield in het eerste halfjaar een zelfevaluatie. Hiervoor zijn
van onze duurzame strategie.
met externe ondersteuning individuele interviews gehouden. De bespreking van de eindrapportage vond plenair plaats en er zijn
Het periodieke overleg met de aandeelhouders Rotterdam, Den Haag en Dordrecht en met de Aandeelhouderscommissie is in
gezamenlijke afspraken gemaakt over de uitvoering van de gegeven aanbevelingen en adviezen.
2011 gecontinueerd. Dit overleg had een constructief karakter en heeft bijgedragen aan de wederzijdse goede verstandhouding.
De raad werkte ook mee aan een rapportage over haar eigen individuele managementdrivers. De zogeheten teamscore over de raad maakt inzichtelijk hoe de raad qua persoonlijkheden is
Samenstelling commissies De Raad van Commissarissen heeft zeven leden en kende in 2011
samengesteld.
drie commissies:
Vergaderingen en overige activiteiten In 2011 hield de raad negen reguliere vergaderingen, waarvan
a) een selectie- en benoemingscommissie: Klaas Westdijk
tweemaal gedeeltelijk buiten aanwezigheid van de Raad van
(voorzitter), Kees van Dongen en Klaas de Vries;
Bestuur. In deze laatste vergaderingen zijn onder meer de verslagen van de Remuneratiecommissie besproken.
b) een remuneratiecommissie: Kees van Dongen (voorzitter), Mirjam Sijmons en Klaas Westdijk;
De meerderheid van de commissarissen woonde de Algemene
c) een auditcommissie: John Lintjer (voorzitter), Joop Drechsel en Henk Dijkgraaf.
Vergaderingen van Aandeelhouders in april en september bij. Bij toerbeurt woonden twee commissarissen de overlegvergaderingen van de centrale ondernemingsraad bij. De auditcommissie kwam zes maal bijeen en de
Benoemingen Mevrouw Mirjam Sijmons is op voordracht van de raad in april herbenoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders voor de duur van vier jaren.
remuneratiecommissie twee maal. De raad bracht in 2011 bedrijfsbezoeken aan de in aanbouw zijnde installaties van de Enecogen-centrale te Rotterdam, aan de
De procedure voor de opvolging van de heer Klaas Westdijk als voorzitter van de raad is gestart. In dit kader stelde de raad een update van het bestaande profiel op. Streven is om in het eerste halfjaar van 2012 een nieuwe voorzitter te benoemen.
gasopslag Gasspeicher te Epe (D), aan het Kennis & Ervaringsinstituut (KEI) van Joulz te Rotterdam en aan de biovergister in Putten. Aan alle bedrijfsbezoeken ging een veiligheidsinstructie vooraf. De bezoeken dragen bij aan het verbreden en het verdiepen van het inzicht van de raad over hoe het duurzame beleid van de onderneming in de praktijk vorm krijgt.
Beloning Raad van Commissarissen Het voorstel tot periodieke indexering van het honorarium van de raad, dat om de drie jaar ter goedkeuring aan de aandeelhoudersvergadering wordt voorgelegd, werd niet
Corporate Governance
goedgekeurd. Een nieuw voorstel is in voorbereiding.
Eneco conformeert zich aan de regels voor goed ondernemingsbestuur zoals die zijn vastgelegd in de Nederlandse Corporate Governance Code. Omdat Eneco Holding N.V. wel een
Aanwezigheidsoverzicht
62
11-02
25-03
21-04
27-05
17-06
02-09
15-09
11-11
09-12
C.P.G. van Dongen
X
X
X
X
X
X
X
X
X
H.G. Dijkgraaf
X
X
X
X
X
X
X
X
X
J.G. Drechsel
X
X
X
X
X
-
X
X
X
J. Lintjer
X
X
X
X
X
-
X
X
X
M. Sijmons
-
X
X
X
X
X
-
X
X
K.G. de Vries
X
X
X
X
X
X
X
X
X
N.J. Westdijk
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Governance Raad van Commissarissen
structuurvennootschap is, maar geen beursgenoteerde onderneming, is een aantal bepalingen vanzelfsprekend niet van toepassing. Daar waar geen specifiek besluit van toepassing is, hanteert Eneco de desbetreffende best practice bepalingen. Er is ook een afwijking ten opzichte van private ondernemingen, aangezien de activiteiten van Eneco deels gereguleerd en deels niet-gereguleerd zijn. Wat de gereguleerde activiteiten betreft, voldoet Eneco aan wat daarover in de wet- en regelgeving is vastgelegd. Eneco voert een concernstrategie, waarbij de netbeheerder zijn wettelijke taken in volledig vrijheid kan uitvoeren. De eigen Raad van Commissarissen van de netbeheerder, die in meerderheid uit onafhankelijke derden bestaat, ziet daarop toe. Eneco heeft een webpagina over corporate governance geplaatst op de corporate website (www.eneco.nl/corporate/ corporategovernance). Hier is ook een webpagina opgenomen voor investor’s relations. Het remuneratierapport over 2011 is beschikbaar op de website van Eneco. Voorts wordt verwezen naar de jaarrekening, waar de bezoldiging van bestuurders en commissarissen nader is beschreven.
Advies Eneco heeft 2011 afgesloten met een goed resultaat. Dit stemt de raad tot tevredenheid. Wij danken het management en alle medewerkers voor hun grote toewijding en inzet. De raad ziet de toekomst van de onderneming - met inachtneming van de huidige marktomstandigheden - met vertrouwen tegemoet. Wij adviseren de aandeelhouders de Jaarrekening 2011 vast te stellen.
Namens de Raad van Commissarissen Eneco Holding N.V. Mr. N.J. (Klaas) Westdijk MBA Rotterdam, 12 maart 2012
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
63
Governance
Raad van Commissarissen
64
Ir. C.P.G. van Dongen, 1940
Ir. H.G. Dijkgraaf, 1946
Drs. J.G. Drechsel, 1955
Drs. J. Lintjer, 1943
• Lid van de Raad van Commissarissen sinds 1 mei 2003 • Voorzitter van de Remuneratiecommissie • Lid van de Selectie- en benoemingscommissie • Lid Beleidscommissie voor sociale en juridische zaken Uneto-VNI Voormalige hoofdfunctie: Ondernemer
• Lid van de Raad van Commissarissen sinds 25 april 2007 • Lid van de Auditcommissie • Director van Sasol Limited te Johannesburg (Z.A.), en lid van de Audit Committee, voorzitter van de Remuneration Committee en van de Risk, Safety, Health en Environment Committee • Lid Raad van Commissarissen van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) • Vice-voorzitter en penningmeester van het Curatorium van het Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (NINO) Vroegere hoofdfuncties: Presidentdirecteur Shell Nederland B.V., Hoofddirecteur N.V. Nederlandse Gasunie, CEO GasTerra B.V.
• Lid van de Raad van Commissarissen sinds 14 juli 2000 • Lid van de Auditcommissie • Voorzitter Raad van Commissarissen PCA Inc • Voorzitter Raad van Commissarissen Park Mobile International B.V. • Voorzitter Raad van Commissarissen Traffic International B.V. • Lid Raad van Commissarissen TRX Inc (Nasdaq) • Lid Raad van Commissarissen Telegraaf Media Groep N.V. • Lid Raad van Commissarissen Fleura Metz B.V. • Lid Raad van Advies Zeldzame Ziekten Fonds Huidige hoofdfunctie: Voorzitter Raad van Bestuur BCD N.V.
• Vice-voorzitter Raad van Commissarissen sinds 20 mei 2005 • Voorzitter van de Auditcommissie • Statutair directeur K.G. Holding N.V. • Voorzitter Philippines Netherlands Business Council • Lid Raad van Advies Plan Nederland • Lid Raad van Advies Allseas • Lid Raad van Commissarissen COVRA Vroegere hoofdfunctie: Vice-President Asian Development Bank
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Governance Raad van Commissarissen
Drs. M. Sijmons, 1960
Prof. mr. K.G. de Vries, 1943
Mr. N.J. Westdijk MBA, 1941
Mr. J.W. Weijers, 1951
• Lid van de Raad van Commissarissen sinds 25 april 2007 • Lid van de Remuneratiecommissie • Lid Bestuur Stichting Volkskrant • Lid Bestuur Promotie Den Haag Marketing & Events • Lid Raad van Toezicht Universiteit van Leiden • Lid Raad van Advies Nintes Huidige hoofdfunctie: lid hoofddirectie ANWB
• Lid van de Raad van Commissarissen sinds 25 april 2007 • Lid van de Selectie- en benoemingscommissie • Lid van de Eerste Kamer der StatenGeneraal • Lid van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa • Voorzitter Bestuursraad Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel • Lid Raad van Commissarissen Koninklijke Haskoning • Bijzonder hoogleraar 'De praktijk en cultuur van het Nederlandse parlement', Radboud Universiteit te Nijmegen (vanwege de Stichting Parlementaire Geschiedenis) Voormalige hoofdfuncties: Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Voorzitter van de Sociaal Economische Raad en Hoofddirecteur van de VNG
• Voorzitter van de Raad van Commissarissen sinds 14 juli 2000 • Voorzitter van de Selectie- en benoemingscommissie • Lid van de Remuneratiecommissie Vicevoorzitter Raad van Commissarissen VastNed Retail N.V. • Vice-voorzitter Raad van Commissarissen FD Mediagroep • Lid Raad van Commissarissen Oad Groep B.V. Voormalige hoofdfunctie: Voorzitter Raad van Bestuur Koninklijke Pakhoed (thans Vopak)
• Vennootschapssecretaris
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
65
Governance
Gedragscode
Gedragscodes overal ingevoerd Wij kunnen onze maatschappelijke rol alleen goed vervullen als wij ons aan de hoogste gedragsnormen houden. Daarom hanteren we in de gehele onderneming gedragscodes. Eneco heeft met haar code de basis gelegd, Stedin en Joulz hebben deze in 2011 overgenomen en waar nodig toegespitst op specifieke bedrijfsomstandigheden. Zo gelden er in de hele organisatie integriteitsnormen waaraan iedereen zich dient te houden. Bij alle bedrijfsonderdelen kunnen medewerkers integriteitsklachten melden bij hun vertrouwenspersoon. Gedragscode bij Eneco Eneco heeft bij het opstellen van de gedragsregels rekening gehouden met de verschillende stakeholders zoals klanten, medewerkers, aandeelhouders en zakelijke relaties. De code geeft voor elk van deze relaties aan welk gedrag Eneco voorstaat en welke regelgeving wordt gehanteerd. Eneco heeft een Compliance Officer die de organisatie ondersteunt bij het toepassen van de gedragscode.
Gedragscode bij Stedin In juni 2011 introduceerde Stedin haar gedragscode in de organisatie. Stedin heeft ter ondersteuning onder meer een ‘dilemmaspel’ gepresenteerd. Dit spel, dat wordt gebruikt in werkoverleggen, bevat kaarten met herkenbare situaties en integriteitvragen uit de praktijk. Binnen de Stedin-organisatie zijn twee vertrouwenspersonen aangesteld, een man en een vrouw.
Gedragscode bij Joulz Sinds 1 januari 2011 is de Gedragscode Joulz van kracht; de normen gelden voor iedereen die werkzaam is ten behoeve van Joulz, inclusief de medewerkers van CityTec. De code van Joulz is uitgebreid gepresenteerd aan de medewerkers. Zo stond de jaarlijks terugkerende werkconferentie met alle leidinggevende van Joulz vrijwel geheel in het teken van veiligheid en integriteit. De leidinggevenden hebben vaardigheden geoefend waarmee ze integer en veilig gedrag kunnen bevorderen. Ze hebben tijdens werkoverleggen de gedragscode besproken met hun medewerkers. In 2012 worden diverse richtlijnen geactualiseerd.
66
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Governance
Over dit verslag
Geïntegreerd jaarverslag Eneco publiceert sinds 2010 haar geïntegreerde jaarverslag alleen online. Dit jaar gaan we nog een stap verder door de informatie in het verslag aan te bieden in html-formaat. We willen het de lezer hiermee gemakkelijker maken; bovendien is het verslag zo vele malen toegankelijker. U kunt het verslag in zijn geheel of in delen ook als pdf downloaden. Geïntegreerd verslag een ontwikkelingsproces
Gemaakte keuzes
Sinds 2010 rapporteren we in ons jaarverslag over onze financiële
De focus van het verslag ligt op de strategie, Eneco als duurzame
én strategische prestaties. We maken hierin een ontwikkeling
energieonderneming, onze medewerkers en onze eigen
door. Elk jaar trachten we onszelf te verbeteren en brengen we
bedrijfsvoering. Het verslag rapporteert over de activiteiten die
onze data en systemen verder op orde.
Eneco in gang heeft gezet in 2011 om de duurzame strategie te realiseren. In 2011 hebben we enkele dialogen gevoerd met de
Scope
belangrijkste groepen betrokkenen bij onze onderneming. Hierin
De duurzame prestaties van Eneco zijn integraal onderdeel van de
hebben we de inhoud van ons jaarverslag aan de orde gesteld.
strategie van de groep en worden in dit verslag op hoofdlijnen
Suggesties voor verbeteringen nemen we mee in het verslag over
behandeld. Voor de scope van de financiële prestaties wordt
2012.
verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening. Voor de niet-financiële prestaties rapporteert de Eneco groep in
Eneco heeft een aantal strategische kpi's (pagina 13) benoemd die
2011 over de entiteiten waarover zij beslissende zeggenschap
bijdragen aan het realiseren van de strategie, waar de Raad van
heeft en waarin zij 100% kapitaalbelang heeft. Ecofys heeft een
Bestuur actief op stuurt. Binnen de hoofdthema’s veiligheid,
onafhankelijke positie binnen Eneco en valt daarom buiten de
verduurzaming van de energievoorziening, leveringszekerheid,
scope. De Eneco-entiteiten verschillen van elkaar. De duurzame
klanttevredenheid, medewerkers, en de verduurzaming van de
prestaties van die entiteiten kunnen daarom niet altijd uniform
bedrijfsvoering zijn een twintigtal kpi's geformuleerd. Deze kpi's
gemeten worden. Dat betekent dat sommige kpi's een beperkte
zijn geselecteerd op basis van significantie in relatie tot onze
scope hebben en speciaal zijn ontwikkeld voor een bepaalde
strategie en tot onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Vijf
Eneco-entiteit. Met het Wereld Natuur Fonds is afgesproken dat
van de strategische kpi's komen rechtstreeks voort uit onze
de scope van alle WWF-kpi's het energiebedrijf van Eneco is. Oxxio
Climate Saver afspraken met WWF.
is per 1 juni 2011 overgenomen door Eneco. De integratie van Oxxio met Eneco is in volle gang. Zie verder bij overzicht Scope (pagina 69).
Voor iedere strategische kpi is onder meer de verantwoordelijkheid, definitie, scope, berekening, benodigde bronnen en systemen, proces en kwaliteitsborging vastgelegd.
De definities en verslaggevingsgrondslagen zijn ongewijzigd ten
Ook ten aanzien van rapportages zijn afspraken gemaakt. De
opzichte van vorig jaar, tenzij anders toegelicht. Kwantitatieve
ontwikkeling per kpi wordt periodiek gerapporteerd en besproken
informatie vergelijken we waar mogelijk met vergelijkende cijfers
met de directies van de betrokken Eneco-entiteiten. Waar nodig
van voorgaande jaren. De verslaggevingsgrondslagen voor de
wordt bijgestuurd.
belangrijkste kritische prestatie-indicatoren (kpi's) zijn beschreven bij de tabel strategische kpi's.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
67
Governance Over dit verslag
De selectie van strategische kpi's is in 2011 voorgelegd in diverse bijeenkomsten aan betrokkenen bij onze onderneming. Uit deze bijeenkomsten is een aantal suggesties over de te rapporteren kpi's gekomen. Naar aanleiding hiervan zijn wij van plan in 2012 te starten met het rapporteren over ketenverantwoordelijkheid (van bron tot klant), te meten in het gemiddelde energieverbruik van retailklanten. Ook nemen we een extra kpi over veiligheid op.
Controle en assurance De controle van de jaarrekening door Deloitte Accountants B.V. resulteert in een controleverklaring (pagina 135) bij de Jaarrekening. De assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de 20 strategische kpi’s voor 2011 resulteert in een assurance-rapport (pagina 79). Er is geen assurance opdracht verstrekt aan Deloitte Accountants B.V. ten aanzien van de overige in het geïntegreerde jaarverslag opgenomen informatie en eventuele ter vergelijking opgenomen eerdere jaren. Derhalve wordt geen zekerheid verschaft bij andere informatie in het geïntegreerde jaarverslag dan de 20 strategische kpi’s voor 2011.
Feedback welkom Wij zien feedback op dit verslag graag tegemoet. U kunt daarvoor een online formulier invullen; u kunt ook een e-mail sturen naar
[email protected] Verder kunt u zich aanmelden als u nieuwsberichten over Eneco wilt ontvangen of de nieuwsbrief Prospect wilt aanvragen. Stedin en Joulz publiceren elk een eigen jaarbericht dat online beschikbaar komt op hun eigen websites. www.stedin.net en www.joulz.nl
Raad van Bestuur Eneco Holding N.V. Jeroen de Haas, voorzitter Kees-Jan Rameau Guido Dubbeld
Rotterdam, 12 maart 2012
68
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Governance Over dit verslag
Scope bij strategische kpi's No
Eneco
Stedin
Joulz
Oxxio
1
Omschrijving CO2-besparing t.o.v. 2007 per medewerker (CS KPI 5)
V
V
V
X
2
Toelichting op de wijze van compensatie van de CO2-uitstoot, veroorzaakt door de interne bedrijfsvoering.
V
V
V
X
3
Totaal aantal gevallen met discriminatie.
V
V
V
X
4
Opgesteld vermogen in eigendom of met PPA's
V
X
X
X
5
Percentage geproduceerde elektriciteit (in eigendom of met PPA's) t.o.v. het totaal leveringsportfolio. (CS KPI 1)
V
X
X
X
6
Het aantal klanten opgesplitst naar Retail-klanten.
V
X
X
V
7
Gemiddelde CO2-uitstoot van een kWh opgewekt door een productiemiddel dat voor ten minste 50% in (indirect) eigendom is van Eneco. (CS KPI 2)
V
X
X
X
8
Lost Time Injury Rate
V
V
V
X
9
Ziekteverzuim
V
V
V
V
10
Medewerkermotivatie
V
V
V
X
11
Internal Alignment
V
X
X
X
12
Diversiteit van het medewerkersbestand naar geslacht
V
V
V
V
13
Percentage vrouwen in een leidinggevende positie
V
V
V
V
14
Net Promotor Score (klanttevredenheid)
V
X
X
X
15
Klanttevredenheid
X
V
X
X
16
De gemiddelde onderbrekingsduur van het elektriciteitsnet
X
V
X
X
17
De gemiddelde onderbrekingsduur van het gasnet
X
V
X
X
18
Percentage van de geleverde elektriciteit (Retail) dat zich kwalificeert als "Donkergroen". (CS KPI 3)
V
X
X
X
19
Percentage van het geleverde gas (Retail) dat als donkergroen kwalificeert. (CS KPI 4)
V
X
X
X
20
Stroometiket
V
X
X
V
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
69
Governance
Stroometiket
Brandstofmix elektriciteit 2011 Retail1,2 2011
2010
kolen
0,0%
-
2009 -
aardgas
0,0%
56,2%
68,5%
nucleair
0,0%
-
-
overig (fossiel)
0,0%
-
-
totaal
0,0%
56%
69%
wind
14,2%
12,8%
7,3%
zon
0,02%
0,01%
0,0%
waterkracht
84,8%
27,7%
19,9%
0,9%
3,3%
4,3%
hernieuwbare energiebronnen
biomassa overig (hernieuwbaar) totaal
-
-
100%
44%
31%
-
212
249
0,0000
-
-
milieuconsequenties (g/kWh) CO2 radioactief afval 1 2
Inclusief directe toedeling van de gascentrales waarover Eneco beschikt Over de cijfers van 2011 is assurance verschaft met een beperkte mate van zekerheid
Zakelijk1,2 2011
2010
2009
4,9%
13,9%
17,4%
aardgas
77,2%
69,0%
63,6%
nucleair
1,4%
3,1%
4,5%
overig (fossiel)
0,8%
2,6%
2,0%
totaal
84%
89%
88%
2,6%
1,6%
2,4%
-
-
-
12,5%
9,9%
10,0%
0,5%
-
0,0%
-
-
16%
11%
kolen
hernieuwbare energiebronnen wind zon waterkracht biomassa overig (hernieuwbaar) totaal
12%
milieuconsequenties (g/kWh) CO2 radioactief afval 1 2
70
335
366
385
0,0000
0,0001
0,0001
Inclusief directe toedeling van de gascentrales waarover Eneco beschikt Over de cijfers van 2011 is assurance verschaft met een beperkte mate van zekerheid
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Governance Stroometiket
Totaal1,2 2011
2010
2009
3,1%
9,2%
11,7%
aardgas
46,0%
61,4%
65,2%
nucleair
0,9%
2,0%
3,0%
overig (fossiel)
0,5%
1,7%
1,3%
totaal
50%
74%
81%
7,6%
4,6%
4,0%
kolen
hernieuwbare energiebronnen wind zon
0,0%
0,0%
0,0%
37,7%
14,3%
13,3%
biomassa
1,0%
0,9%
1,4%
overig (hernieuwbaar)3
3,3%
5,8%
totaal
50%
26%
waterkracht
19%
milieuconsequenties (g/kWh) CO2 radioactief afval 1 2 3
201
302
340
0,0000
0,0001
0,0001
Inclusief directe toedeling van de gascentrales waarover Eneco beschikt Over de cijfers van 2011 is assurance verschaft met een beperkte mate van zekerheid In België geleverde hernieuwbare energie
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
71
Governance
GRI index
GRI-index Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
Strategie en Analyse 1.1
CEO statement
1.2
Belangrijke gevolgen, risico’s en mogelijkheden
Bericht voorzitter Raad van Bestuur (pagina 2) Eneco heeft de belangrijkste risico’s toegelicht in de risicoparagraaf
Bericht voorzitter Raad van Bestuur (pagina 2) en Risicoprofiel (pagina 7)
Organisatieprofiel 2.1
Naam organisatie
Eneco Holding N.V.
2.2
Voornaamste producten en/of diensten
2.3
Operationele structuur
2.4
Locatie hoofdkantoor
2.5
Landen waar de organisatie actief is
Profiel (pagina 16)
2.6
Eigendomsstructuur en rechtsvorm
Corporate Governance: Toelichting Jaarrekening (pagina 88)
2.7
Afzetmarkten
Profiel (pagina 16)
2.8
Omvang van de organisatie
2.9
Significante veranderingen tijdens de verslagperiode m.b.t. omvang, structuur of eigendom.
2.10
Toegekende onderscheidingen
Profiel (pagina 16) Profiel (pagina 16), organogram Rotterdam
Profiel (pagina 16) Overname Oxxio. Oxxio is opgenomen in de Jaarrekening, maar niet volledig opgenomen in de strategische kpi’s. De planning is Oxxio hierin volgend jaar op te nemen. Niet van toepassing
Verslagparameters
72
3.1
Verslagperiode
1 januari 2011 t/m 31 december 2011
3.2
Datum van het meest recente verslag.
Verslagjaar 2010
3.3
Verslaggevingcyclus
Kalenderjaar
3.4
Contactpunt
Feedbackknop op iedere pagina
3.5
Proces voor de bepaling van de inhoud van het verslag.
Over dit verslag (pagina 67)
3.6
Afbakening van het verslag.
Over dit verslag (pagina 67)
3.7
Vermelding van beperkingen voor de reikwijdte van het verslag.
Over dit verslag (pagina 67)
3.8
Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden, dochterondernemingen, gehuurde voorzieningen, uitbestede activiteiten en andere entiteiten die significante wijzigingen teweeg kunnen brengen.
Over dit verslag (pagina 67)
3.9
Technieken en berekeningsgrondslagen voor gegevensmetingen, inclusief de manier waarop aannames en schattingen tot stand zijn gekomen toegepast op de verzameling indicatoren en andere informatie in dit verslag. Verklaar iedere beslissing om substantieel af te wijken van de GRI Indicator Protocols.
Kengetallen (pagina 17) Strategische kpi’s (pagina 13) Over dit verslag (pagina 67)
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Governance GRI index
Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
3.10
Verklaring van het effect van herziene informatie verstrekt in eerdere verslagen en de reden van de herziening.
Geen herziene informatie, wel uitbreiding van de scope ten opzichte van 2010. Oxxio is op onderdelen meegenomen in de rapportage.
Over dit verslag (pagina 67)
3.11
Significante veranderingen t.o.v. vorige verslagperiode in het bereik, de afbakening of berekeningsmethoden in het verslag.
Over dit verslag (pagina 67)
3.12
GRI inhoudsopgave.
GRI-index
3.13
Beleid en huidige toepassing van het verkrijgen van externe assurance op het verslag.
Over dit verslag (pagina 67)
Governance, Commitment, en Engagement 4.1
Governancestructuur
Governance (pagina 60) http:// corporatenl.eneco.nl/Organisatie/ corporate_governance/
4.2
Voorzitter van het hoogste bestuursorgaan vervult een leidinggevende functie.
Governance (pagina 60) http:// corporatenl.eneco.nl/Organisatie/ corporate_governance/
4.3
Aantal leden van het hoogste bestuursorgaan met een onafhankelijke rol.
4.4
Mechanismen voor aandeelhouders en medewerkers om aanbevelingen te doen of medezeggenschap uit te oefenen op het hoogste bestuursorgaan.
Governance http://corporatenl.eneco.nl/ Organisatie/corporate_governance/
4.5
Koppeling tussen prestaties van de organisaties (inclusief sociale en milieuprestaties) en vergoedingen voor leden hoogste bestuursorgaan, topmanagers en leidinggevenden.
http://corporatenl.eneco.nl/ Organisatie/corporate_governance/ Gedeeltelijk van toepassing
4.6
Processen waarmee hoogste bestuursorgaan waarborgt dat strijdige belangen worden vermeden.
http://corporatenl.eneco.nl/ Organisatie/corporate_governance/ Gedeeltelijk van toepassing
4.7
Proces om de kwalificaties en kennis vast te stellen van de leden van het hoogste bestuursorgaan om de strategie op het gebied van economische, milieu- en sociale onderwerpen te leiden.
http://corporatenl.eneco.nl/ Organisatie/corporate_governance/
4.8
Intern ontwikkelde missies, gedragcodes, beginselverklaringen relevant voor economische, milieu- en sociale prestaties en de status van implementatie.
Gedragscode (pagina 66) http:// corporatenl.eneco.nl/Organisatie/ corporate_governance/
4.9
Procedures van het hoogste bestuursorgaan om toezicht te houden op de legitimatie van de organisatie en management van economische, milieu-, en sociale prestaties, inclusief relevante risico's en kansen, en instemming of compliance met de international geaccepteerde standaarden, gedragscodes en principes.
Governance, Gedragscode (pagina 66) http://corporatenl.eneco.nl/ Organisatie/corporate_governance/
4.10
Processen voor evalueren van eigen prestaties van het hoogste bestuursorgaan, de economische, mileu- en en sociale prestaties in het bijzonder.
Governance Bericht Raad van Commissarissen (pagina 61) http:// corporatenl.eneco.nl/Organisatie/ corporate_governance/
Eneco Holding N.V. kent een Raad van Bestuur met vier leden en een Raad van Commissarissen van zeven leden. De nevenfuncties zijn vermeld onder Personalia Raad van Commissarissen, Personalia Raad van Bestuur.
Governance (pagina 60)
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
73
Governance GRI index
Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
4.11
Uitleg of en hoe het voorzorgprincipe binnen de organisatie aan de orde wordt gesteld.
Risicoprofiel (pagina 7) Duurzaam inkopen (pagina 56)
4.12
Extern ontwikkelde economische, milieugerelateerde en sociale handvesten, principes of andere initiatieven welke de organisatie onderschrijft en goedkeurt.
Gedragscode (pagina 66) http:// corporatenl.eneco.nl/Organisatie/ corporate_governance/
4.13
Lidmaatschap van verenigingen en/of nationale/ internationale belangenorganisaties
4.14
Lijst van groepen stakeholders die de organisatie heeft betrokken.
Dialoog met de samenleving (pagina 12)
4.15
Basis voor de inventarisatie en selectie van groepen stakeholders die moeten worden betrokken.
Dialoog met de samenleving (pagina 12)
4.16
Benadering van het betrekken van belanghebbenden, inclusief frequentie van het betrekken per type stakeholdersgroep.
Dialoog met de samenleving (pagina 12) Gedeeltelijk van toepassing
4.17
De voornaamste onderwerpen en vraagstukken die naar voren zijn gekomen door de betrokkenheid van stakeholders en hoe de organisatie hierop heeft gereageerd.
Dialoog met de samenleving (pagina 12)
Wij zijn onder andere lid van Meer met Minder en Slim met Gas, UNETO/VNI, Energie Nederland, Netbeheer Nederland, de Groene Zaak en Eurelectric.
Management Approach (DMAs)
74
DMA EC
Disclosure on Management Approach Economisch
Financieel resultaat (pagina 18), Jaarrekening (pagina 82), Over dit verslag (pagina 67)
DMA EN
Disclosure on Management Approach Milieu
Duurzame bedrijfsvoering (pagina 52), Over dit verslag (pagina 67)
DMA LA
Disclosure on Management Approach Medewerkers
Medewerkers (pagina 45), - Medewerkermotivatie - Internal Alignment, Over dit verslag (pagina 67)
DMA HR
Disclosure on Management Approach Mensenrechten
Gedragscode (pagina 66), Duurzaam inkopen (pagina 56), Over dit verslag (pagina 67)
DMA SO
Disclosure on Management Approach Maatschappij
Gedragscode (pagina 66), Veiligheid (pagina 48), Over dit verslag (pagina 67)
DMA PR
Disclosure on Management Approach Productverantwoordelijkheid
Resultaten (pagina 20) Missie en visie (pagina 4), Strategie (pagina 5), Over dit verslag (pagina 67)
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Governance GRI index
Indicatoren Indicator
Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
Economische indicatoren EC1
Direct gegenereerde en gedistribueerde economische waarde, inclusief omzet, bedrijfskosten, salarissen, donaties, andere investeringen in de gemeenschap, ingehouden winsten, en betalingen aan investeerders en overheden.
Jaarrekening (pagina 82) Kengetallen (pagina 17)
EC8
Ontwikkeling en gevolgen van investeringen in infrastructuur en diensten die voornamelijk ten behoeve van het algemeen nut worden geboden.
Kengetallen (pagina 17), Jaarrekening (pagina 82) – investeringen Bericht Voorzitter Raad van Bestuur (pagina 2) Trends en ontwikkelingen (pagina 20) Risicoprofiel (pagina 7) Opwekken (pagina 24) Infrastructuren (pagina 40)
Milieu-indicatoren: interne bedrijfsvoering EN3
Direct energieverbruik door primaire energiebron.
- Absoluut gasverbruik voor huisvesting [m3] - Absoluut brandstofverbruik voor het totale wagenpark [l]
Duurzame bedrijfsvoering (pagina 52)
EN4
Indirect energieverbruik door primaire energiebron.
- Absoluut elektriciteitgebruik voor huisvesting [kWh] - Absoluut warmteverbruik voor huisvesting [GJ]
Duurzame bedrijfsvoering (pagina 52)
EN16
Totale directe en indirecte emissies van broeikasgassen naar gewicht.
- CO2-emissie per medewerker per thema en het totaal [ton/ medewerker] - CO2-besparing t.o.v. 2007 per medewerker per thema en het totaal [%] - Absolute CO2-emissie per thema en het totaal [kton] - Absolute CO2-besparing t.o.v. 2007 per thema en het totaal [%] De gehanteerde emissiefactoren zijn primair afkomstig van Defra 2011(www.defra.gov.uk), aangevuld met specifieke conversietabellen van onder andere Cepi.
Duurzame bedrijfsvoering (pagina 52)
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
75
Governance GRI index
Indicator
Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen van producten en diensten en mate van de impactvermindering.
- Toelichting op de wijze van compensatie van de CO2uitstoot, veroorzaakt door de interne bedrijfsvoering. Compensatie vindt plaats met Gold Standard CO2certificaten uiterlijk in het jaar volgend op het jaar waarin de CO2-uitstoot heeft plaatsgevonden.
Duurzame bedrijfsvoering (pagina 52)
LA7
Cijfers over letsel, beroepsziekte, uitvaldagen en verzuimcijfers en het aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio.
- Lost Time Injury Rate (LTIR) - Ziekteverzuim [%] Geen dodelijke ongevallen
Veiligheid (pagina 48) Medewerkers (pagina 44)
LA13
Samenstelling van bestuurslichamen en uitsplitsing van medewerkers per categorie naar geslacht, leeftijd, minderheden en andere indicatoren van diversiteit.
- Percentage vrouwen in een leidinggevende positie [%] - Diversiteit naar geslacht en leeftijd [%]
Medewerkers (pagina 44) Samen voor duurzaam
HR4
Totaal aantal gevallen met discriminatie en getroffen maatregelen.
Aantal gevallen van discriminatie. Eén geval van discriminatie op basis waarvan een officiële waarschuwing is gegeven.
Gedragscode (pagina 66)
SO5
Standpunten betreffende publiek beleid en deelname aan de ontwikkeling ervan, evenals lobbyen.
Eneco heeft op haar website standpunten gepubliceerd over onder andere biomassa en kernenergie
Dialoog met de samenleving (pagina 12) Eneco corporate website: http:// corporatenl.eneco.nl/visie/ standpunten
EN26
Sociale indicatoren
Productverantwoordelijkheid
76
PR3
Type informatie over producten en diensten dat verplicht wordt gesteld door procedures en het percentage van belangrijke producten en diensten die onderhevig zijn aan dergelijke informatie-eisen.
- Percentage van de geleverde elektriciteit in het leveringsportfolio van Retail dat zich kwalificeert als "Donkergroen". [%] - Percentage van het geleverde gas in het leveringsportfolio van Retail dat door haar zelf is geproduceerd met gebruikmaking van biomassa die voldoet aan de eisen als gesteld in de Eneco Guidelines ter zake, danwel van natuurlijk gas gecompenseerd door middel van Gold Standard VER’s. [%] - Stroometiket
Leveren: onze retailklanten (pagina 31); onze zakelijke (pagina 33) klanten
PR5
Beleid ten aanzien van klanttevredenheid en resultaten van onderzoeken naar de klanttevredenheid.
- De klantloyaliteit van de Eneco-klant volgens de uitkomsten van de Netto Promotor Score, een internationale indicator voor klantloyaliteit. [%] - Het percentage klanten van Stedin dat tevreden of zeer tevreden is [%]
Onze retailklanten (pagina 31) Onze distributieklanten (pagina 41)
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Governance GRI index
Indicator
Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
Programma’s voor de naleving van wetten, standaarden en vrijwillige codes met betrekking tot marketingcommunicatie, waaronder reclame, promotie en sponsoring.
Eneco heeft een Gedragscode, die voor alle kernbedrijven geldt en in 2011 voor Stedin en Joulz meer specifiek gemaakt is.Klachtenmanagement Eneco Retail: protocol klantenservice
De gedragscode is gepubliceerd op de Eneco corporate website, http:// corporatenl.eneco.nl/Organisatie/ Codes-en-reglementen De kernbedrijven hebben ieder een informatieve website voor klanten. www.eneco.nl www.stedin.net www. Joulz.nl
EU1
Opgesteld productievermogen uitgesplitst naar primaire energiebron en regulatorisch regime.
Opgesteld vermogen in eigendom en/of met PPA's, per technologie [MW]
Opwekken (pagina 24)
EU2
Netto energieproductie naar primaire energiebron en regulatorisch regime.
Percentage geproduceerde elektriciteit (in eigendom en/of met PPA's) t.o.v. het totaal leveringsportfolio. [%].
Opwekken (pagina 24)
EU3
Aantal klanten uitgesplitst naar type klantgroep.
Aantal retailklanten (consumenten en mkbklanten)
Onze retailklanten (pagina 31)
EU4
Lengte van boven- en ondergronds transport en distributienetwerk naar regulatorisch regime.
Kilometers gasleidingen en elektriciteitsleidingen In het Stedin netgebied
42.127 km (Elektriciteit) en 23.246 km (Gas) Zie verder Stedin jaarverslag www.stedin.net Gedeeltelijk van toepassing
EU6
Managementbenadering om de korte en lange termijn beschikbaarheid en betrouwbaarheid te borgen.
Assetmanagement Stedin is gecertificeerd volgens Pas55 en NTA 8120. Warmtenet is onderdeel van energiebedrijf, valt nu buiten scope.
Zie verder Stedin jaarverslag www.stedin.net
EU8
Onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten en uitgaven gericht op een betrouwbare elektriciteitslevering en het promoten van een duurzame ontwikkeling.
Investeringen Warmtenet is onderdeel van energiebedrijf, valt nu buiten scope.
Leveren: onze retailklanten (pagina 31), onze zakelijke (pagina 33) klanten Oplossen (pagina 36) Infrastructuren: leveringszekerheid (pagina 41), betrouwbaar (pagina 42)
EU11
Gemiddelde opwekefficiency van thermische productieeenheden uitgesplitst naar energiebron en regulatorisch regime.
Gemiddelde CO2-uitstoot van een kWh over een jaar die is opgewekt door een productiemiddel waarmee elektriciteit wordt opgewekt dat voor ten minste 50% in (indirect) eigendom toebehoort aan Eneco. [gr/kWh]
Leveren: Aardgas (pagina 29) Gedeeltelijk van toepassing
EU14
Programma's en processen om de beschikbaarheid van bekwame arbeidskrachten waarborgen.
Opleiding en ontwikkeling
Medewerkers (pagina 44): Loopbaanontwikkeling, vakmanschap Gedeeltelijk van toepassing
EU16
Beleid en vereisten met betrekking tot gezondheid en veiligheid van werknemers en van (onder-)aannemers.
Veiligheid staat in de Eneco groep bovenaan de agenda.
Medewerkers: veiligheid (pagina 48)
PR6
Sectorspecifiek:
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
77
Governance GRI index
Indicator EU29
78
Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
Stroom- en gasonderbrekingduur Indicator.
- De gemiddelde onderbrekingsduur van het elektriciteitsnet in minuten per klant - De gemiddelde onderbrekingsduur van het gasnet in seconden per klant
Infrastructuren: leveringszekerheid (pagina 41)
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Governance
Assurance
Assurance-rapport Assurance-rapport met beperkte mate van zekerheid van de onafhankelijke accountant inzake Strategische Key Performance Indicatoren van Eneco Holding N.V. Aan: De aandeelhouders, de Raad van Commissarissen, Raad van Bestuur en overige belanghebbenden van Eneco Holding N.V. Wij hebben de 20 Strategische Key Performance Indicatoren (kpi’s) zoals opgenomen in de paragraaf Strategische kpi's (pagina’s 13, 14 en 15) van het geïntegreerde jaarverslag 2011 van Eneco Holding N.V. te Rotterdam onderzocht met als doel een beperkte mate van zekerheid te verstrekken dat de kpi’s geen afwijkingen van materieel belang bevatten.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van Eneco Holding N.V. is verantwoordelijk voor het opmaken van het geïntegreerde jaarverslag en de hierin opgenomen informatie in overeenstemming met de Sustainability Reporting Guidelines (G3) van het Global Reporting Initiative. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van het geïntegreerde jaarverslag , zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare verslaggevingscriteria voor maatschappelijke verslaggeving en
In het geïntegreerde jaarverslag is toekomstgerichte informatie opgenomen in de vorm van doelstelling, verwachtingen en ambities. Inherent aan deze informatie is dat realisatie onzeker is. Om die redenen wordt door ons ten aanzien van toekomstgerichte informatie geen zekerheid verstrekt. Een assurance opdracht tot het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de informatie in het geïntegreerde jaarverslag. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door ons toegepaste oordeelsvorming, maar de aard en de omvang van onze werkzaamheden is beperkter dan een opdracht tot het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid en kunnen slechts resulteren in een conclusie die een beperkte mate van zekerheid geeft dat het geïntegreerde jaarverslag geen afwijkingen van materieel belang bevat. De in dit kader uitgevoerde werkzaamheden bestaan in hoofdzaak uit de volgende procedures:
het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De reikwijdte van het geïntegreerde
• Het beoordelen van de processen voor informatieverzameling
jaarverslag en de daarin opgenomen kpi’s is afhankelijk van de
en verwerking van de overige informatie, waaronder de
door het bestuur gekozen doelstellingen het verslaggevingsbeleid
aggregatie van gegevens tot informatie zoals opgenomen in
welke uiteengezet zijn in de paragraaf Over dit verslag (pagina 67).
het geïntegreerde jaarverslag; • Het inwinnen van inlichtingen; • Het uitvoeren van cijferanalyse (cijferbeoordelingen en
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het trekken van een conclusie
verbandcontroles); • Het beoordelen van het geïntegreerde jaarverslag aan de hand
omtrent de hierboven genoemde kpi’s op basis van ons
van interne en externe documenten, onder meer door in detail
onderzoek. Wij hebben ons onderzoek verricht in
vast te stellen dat het geïntegreerde jaarverslag overeenkomt
overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3410N “Assurance-opdrachten inzake maatschappelijke
met de informatie in de relevante onderliggende bronnen; • Het beoordelen van het toepassingsniveau volgens de
verslagen”. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende
Sustainability Reporting Guidelines (G3) van het Global
ethische voorschriften en dat wij onze opdracht zodanig plannen
Reporting Initiative.
en uitvoeren dat een beperkte mate van zekerheid wordt verkregen dat de kpi's geen afwijking van materieel belang
De opdracht is uitgevoerd door een multi-disciplinair assurance
bevatten.
team met expertise op het gebied van assurance en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen informatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
79
Governance Assurance
Conclusie Op grond van ons onderzoek is ons niets gebleken op basis waarvan wij zouden moeten concluderen dat de 20 kpi’s zoals opgenomen in de paragraaf Strategische kpi's (pagina’s 13, 14 en 15) van het geïntegreerde jaarverslag over 2011 niet in alle van materieel belang zijnde opzichten zijn opgesteld in overeenstemming met de Sustainability Reporting Guidelines (G3) van het Global Reporting Initiative.
Vergelijkende cijfers Wij hebben geen assurance werkzaamheden uitgevoerd met betrekking tot de kpi’s anders dan voor het jaar 2011. Derhalve verstrekken wij geen zekerheid over de in het geïntegreerde jaarverslag opgenomen vergelijkende cijfers.
Rotterdam, 12 maart 2012 Deloitte Accountants B.V. Was getekend, Drs. K.G. Auw Yang RA
80
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Governance Assurance
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
81
Jaarrekening Geconsolideerde jaarrekening 2011 Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerde balans Geconsolideerd overzicht gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd mutatieoverzicht groepsvermogen
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 1 Grondslagen voor de financiële verslaggeving 2 Waarderingsgrondslagen
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening 3 Opbrengst energielevering, -transport en 4 5 6 7 8 9 10 11 12
energiegerelateerde activiteiten Overige opbrengsten Personeelsbeloningen Bezoldiging bestuurders en commissarissen Resultaat geassocieerde deelnemingen Financiële baten Financiële lasten Belastingen Resultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten Overheidssubsidies
Toelichting op de geconsolideerde balans 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
82
Materiële vaste activa Immateriële vaste activa Bedrijfscombinaties Geassocieerde deelnemingen Uitgestelde belastingen Afgeleide financiële instrumenten Overige financiële vaste activa Activa aangehouden voor verkoop Handelsdebiteuren Overige vorderingen Liquide middelen Groepsvermogen Personeelsvoorzieningen Overige voorzieningen Rentedragende schulden Handelscrediteuren en overige schulden Operationele leases Niet uit de balans blijkende verplichtingen Transacties met verbonden partijen Beheersing van financiële risico's Gebeurtenissen na balansdatum
83 83 84 85
130
Vennootschappelijke jaarrekening
131 131 131
86 87
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening Vennootschappelijke balans
88 88 90
Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening
132
Waarderingsgrondslagen Financiële vaste activa Eigen vermogen Rentedragende schulden Niet uit de balans blijkende verplichtingen Accountantskosten
132 132 132 133 133 133
100 100 100 100 101 102 102 102 102 103 104 105 105 107 108 109 109 110 112 112 113 113 114 114 115 116 116 117 118 118 120 120 124
Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht
126
Toelichting per segment
127
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Overzicht van belangrijkste dochterondernemingen, joint ventures, geassocieerde deelnemingen
1 2 3 4 5 6
Geconsolideerde jaarrekening 2011 Geconsolideerde winst- en verliesrekening x € 1 mln. Opbrengst energielevering, -transport en energie gerelateerde activiteiten
Toelichting
2010
4.839
4.722
Inkoop energie, transport en energie gerelateerde activiteiten
3.397
3.428
Brutomarge
1.442
1.294
168
200
1.610
1.494
363
384
454
468
Overige opbrengsten
3
2011
4
Brutomarge en overige opbrengsten Personeelsbeloningen
5
Uitbesteed werk en andere externe kosten Afschrijvingen en bijzondere waardemutaties materiële vaste activa
13
291
279
Afschrijvingen en bijzondere waardemutaties immateriële vaste activa
14
32
23
82
66
1.222
1.220
388
274 1
Overige bedrijfskosten Bedrijfskosten Bedrijfsresultaat Aandeel in resultaat geassocieerde deelnemingen
7
3
Financiële baten
8
6
9
Financiële lasten
9
- 87
- 102
310
182
- 74
- 36
236
146
- 32
-6
204
140
-
-1
204
141
Resultaat voor belastingen Belastingen
10
Resultaat na belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten Resultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten Resultaat na belastingen
11
Waarvan: Resultaat toe te rekenen aan minderheidsaandeelhouders Resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders Eneco Holding N.V.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
83
Geconsolideerde balans Toelichting
Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
Materiële vaste activa
13
6.326
5.431
Immateriële vaste activa
14
450
379
- Geassocieerde deelnemingen
16
32
74
- Afgeleide financiële instrumenten
18
85
91
- Overige financiële vaste activa
19
72
125
6.965
6.100
94
49
Immateriële activa
34
25
Voorraden
44
31
21
804
859
8
2
Overige vorderingen
22
211
102
Afgeleide financiële instrumenten
18
197
168
Liquide middelen
23
279
241
Totaal vlottende activa
1.671
1.477
Totaal activa 1
8.636
7.577
x € 1 mln. Vaste activa
Financiële vaste activa
Totaal vaste activa 1 Vlottende activa Activa aangehouden voor verkoop
Handelsdebiteuren
20
Actuele belastingvorderingen
Groepsvermogen Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders Eneco Holding N.V.
24
4.353
3.880
Minderheidsbelangen
24
-
10
4.353
3.890
25
Totaal groepsvermogen Langlopende verplichtingen Personeelsvoorzieningen
25
25
Overige voorzieningen
26
57
44
Uitgestelde belastingverplichtingen 1
17
304
111
Afgeleide financiële instrumenten
18
66
90
Rentedragende schulden
27
1.719
1.700
Overige schulden
28
224
131
2.395
2.101
Totaal langlopende verplichtingen 1 Kortlopende verplichtingen
1
84
Personeelsvoorzieningen
25
6
3
Overige voorzieningen
26
14
10
Afgeleide financiële instrumenten
18
173
174
Rentedragende schulden
27
140
247
Handelscrediteuren en overige schulden
28
1.555
1.152
Totaal kortlopende verplichtingen
1.888
1.586
Totaal passiva 1
8.636
7.577
Gegevens 2010 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Geconsolideerd overzicht gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten x € 1 mln.
2011
2010
Resultaat na belastingen
204
140
Aanpassing reële waarde netwerken gereguleerd
307
- 58
Valutakoersverschillen
2
1
59
-6
Uitgestelde belastingverplichtingen kasstroomafdekkingen
- 15
2
Totaal niet-gerealiseerde resultaten
353
- 61
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
557
79
-
-1
557
80
Ongerealiseerd resultaat kasstroomafdekkingen
Waarvan: Resultaat toe te rekenen aan minderheidsaandeelhouders Resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders Eneco Holding N.V.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
85
Geconsolideerd kasstroomoverzicht x € 1 mln.
2011
2010
204
140
∙ Rentebaten en -lasten in het resultaat
81
93
∙ Belastingen ten laste van het resultaat
74
36
∙ Resultaat geassocieerde deelnemingen en overige kapitaalbelangen
-3
-1
∙ Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten
32
6
323
302
∙ Resultaat bij verkoop materiële en immateriële vaste activa
4
4
∙ Waardevermindering activa aangehouden voor verkoop
4
-
∙ Mutatie werkkapitaal
323
109
∙ Mutatie voorzieningen, belastinglatenties, afgeleide financiële instrumenten en overige
149
76
1.191
765
Resultaat na belastingen Aanpassingen voor:
∙ Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen dividend van geassocieerde deelnemingen en overige kapitaalbelangen Betaalde rente Ontvangen rente Betaalde vennootschapsbelasting Kasstroom uit operationele activiteiten Aflossing verstrekte leningen en financiële leases Acquisitie dochterondernemingen Desinvestering dochterondernemingen Acquisitie overige kapitaalbelangen Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa
4 - 97
4
11
-3
- 13
1.117
670
1
-
- 108
-
-2
-
-
-1
- 734
- 749
6
9
-3
-4
Desinvesteringen immateriële vaste activa
-
-
Desinvesteringen activa aangehouden voor verkoop
-
14
Investeringen immateriële vaste activa
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
- 840
- 731
Dividendbetalingen
- 71
- 89
Minderheidsbelangen
- 24
-
Aflossing langlopende rentedragende schulden
- 189
- 181
Aflossing kortlopende rentedragende schulden
- 318
- 284
Nieuw verkregen langlopende rentedragende schulden
38
23
Nieuw verkregen kortlopende rentedragende schulden
295
227
- 269
- 304
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Saldo liquide middelen per 1 januari Saldo liquide middelen acquisitie dochterondernemingen Saldo liquide middelen per 31 december
86
3 - 78
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
8
- 365
241
606
30
-
279
241
Geconsolideerd mutatieoverzicht groepsvermogen Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders Eneco Holding N.V.
x € 1 mln. Per 1 januari 2010
Gestort en opgevraagd kapitaal
Agioreserve
Herwaarderingsreserve
Reserve Reserve translatie- kasstroomaf verschillen dekkingen
Ingehouden resultaten
Onverdeeld resultaat boekjaar
Totaal eigen vermogen
Minderheidsbelangen
Totaal groepsvermogen
497
381
762
-2
- 52
2.126
177
3.889
11
3.900
Aanpassing reële waarde netwerken gereguleerd
-
-
- 58
-
-
-
-
- 58
-
- 58
Herclassificatie nettoafschrijving netwerken gereguleerd
-
-
- 36
-
-
36
-
-
-
-
Translatieverschillen
-
-
-
1
-
-
-
1
-
1
Ongerealiseerd resultaat kasstroomafdekkingen
-
-
-
-
-6
-
-
-6
-
-6
Uitgestelde belastingverplichtingen kasstroomafdekkingen
-
-
-
-
2
-
-
2
-
2
Totale baten en lasten in het boekjaar, rechtstreeks verwerkt in het groepsvermogen
-
-
- 94
1
-4
36
-
- 61
-
- 61
Resultaat na belastingen 2010
-
-
-
-
-
-
141
141
-1
140
Totale baten en lasten voor het boekjaar
-
-
- 94
1
-4
36
141
80
-1
79
Winstbestemming 2009
-
-
-
-
-
88
- 88
-
-
-
Dividend met betrekking tot 2009
-
-
-
-
-
-
- 89
- 89
-
- 89
497
381
668
-1
- 56
2.250
141
3.880
10
3.890
Herwaardering netwerken gereguleerd naar reële waarde
-
-
307
-
-
-
-
307
-
307
Herclassificatie nettoafschrijving netwerken gereguleerd
-
-
- 30
-
-
30
-
-
-
-
Translatieverschillen
-
-
-
2
-
-
-
2
-
2
Ongerealiseerd resultaat kasstroomafdekkingen
-
-
-
-
59
-
-
59
-
59
Uitgestelde belastingverplichtingen kasstroomafdekkingen
-
-
-
-
- 15
-
-
- 15
-
- 15
Totale baten en lasten in het boekjaar, rechtstreeks verwerkt in het groepsvermogen
-
-
277
2
44
30
-
353
-
353
Resultaat na belastingen 2011
-
-
-
-
-
-
204
204
-
204
Totale baten en lasten voor het boekjaar
-
-
277
2
44
30
204
557
-
557
Winstbestemming 2010
-
-
-
-
-
70
- 70
-
-
-
Dividend met betrekking tot 2010
-
-
-
-
-
-
- 71
- 71
-
- 71
Wijziging in belang minderheidsaandeelhouders
-
-
-
-
-
- 13
-
- 13
- 10
- 23
497
381
945
1
- 12
2.337
204
4.353
-
4.353
Per 31 december 2010
Per 31 december 2011
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
87
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
1
Grondslagen voor de financiële verslaggeving
1.1
Algemene informatie Eneco Holding N.V. (‘de vennootschap’) is een structuurvennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Rotterdam en houdstermaatschappij van dochterondernemingen en joint ventures (als groep aangeduid als ‘Eneco’). Eneco is werkzaam op het gebied van energievoorziening, waaronder het produceren, het in- en verkopen, transporteren, distribueren en leveren van onder meer energie, warmte en koude en voorts het aanleggen, beheren en exploiteren van netwerken, het bevorderen van doelmatig en zuinig energiegebruik en het verzorgen van voorlichting daarover en het onderzoeken en ontwikkelen van nieuwe energieproducten en energiediensten. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld door de Raad van Bestuur van de vennootschap en vrijgegeven voor publicatie op 14 maart 2012. De jaarrekening 2011 is ondertekend door de Raad van Commissarissen in hun vergadering van 12 maart 2012 en zal op 18 april 2012 ter vaststelling worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Tenzij anders vermeld, zijn alle bedragen opgenomen in de jaarrekening in miljoenen euro. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de per 31 december 2011 geldende International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals goedgekeurd door de Europese Commissie en Titel 9 Boek 2 BW. Waar noodzakelijk zijn waarderingsgrondslagen van joint ventures en geassocieerde deelnemingen in overeenstemming gebracht met die van Eneco Holding N.V. De geconsolideerde jaarrekening is met toepassing van het continuïteitsbeginsel en het toerekeningsbeginsel opgesteld. De vennootschappelijke winst- en verliesrekening wordt op grond van artikel 402, Titel 9 Boek 2 BW in beknopte vorm weergegeven.
1.2
Nieuwe of gewijzigde IFRS standaarden 2011 De waarderingsgrondslagen in deze jaarrekening zijn consistent met de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening 2010. De Europese Commissie heeft de volgende nieuwe of gewijzigde IFRS-standaarden en IFRICinterpretaties overgenomen die voor Eneco relevant zijn: • Vanaf 2011 is in IAS 1 ‘Presentatie van de jaarrekening’ duidelijker aangegeven dat nietgerealiseerde resultaten in het verloopoverzicht van het eigen vermogen of in de toelichting mogen worden gespecificeerd. Deze wijziging van de standaard gaf geen aanleiding om de presentatie in de jaarrekening aan te passen. • De definitie van verbonden partijen is vanaf 2011 in IAS 24 ‘Verbonden partijen’ in beperkte mate aangepast. Verbonden partijen zijn de geassocieerde deelnemingen, joint ventures en de partijen waarmee gezamenlijk beslissende zeggenschap wordt uitgeoefend over een entiteit. De aanpassingen hebben geen invloed op het vermogen en resultaat. • Het IFRS verbeteringenproject 2010 voor bestaande standaarden en interpretaties die gelden vanaf het huidige boekjaar. Deze verbeteringen hebben geen invloed op het vermogen en resultaat. Wijzigingen en interpretaties die op 12 maart 2012 nog niet door de Europese Commissie waren goedgekeurd zijn niet nader toegelicht.
88
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
1.3
Grondslagen voor de consolidatie De geconsolideerde jaarrekening omvat Eneco Holding N.V., haar dochterondernemingen en het proportionele deel van haar joint ventures, alsmede niet-geconsolideerde geassocieerde deelnemingen en overige kapitaalbelangen.
Dochterondernemingen Een dochteronderneming is een onderneming waarover de vennootschap beslissende zeggenschap heeft. Dit houdt in dat de vennootschap direct dan wel indirect de financiële en operationele bedrijfsvoering van die onderneming beheerst met als doel economische voordelen te verkrijgen uit de activiteiten van die onderneming. Over het algemeen heeft de vennootschap meer dan de helft van de aandelen van haar dochterondernemingen. De jaarrekening van een dochteronderneming wordt volgens de integrale consolidatiemethode in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum dat beslissende zeggenschap is verworven tot het moment dat die beslissende zeggenschap niet meer bestaat. Bij de bepaling of sprake is van beslissende zeggenschap worden ook potentiële stemrechten meegenomen die onmiddellijk kunnen worden uitgeoefend. Volgens de integrale consolidatiemethode worden in de geconsolideerde jaarrekening de activa, passiva, baten en lasten van dochterondernemingen voor 100% opgenomen. Balansposities, intercompany-transacties en resultaten op dergelijke transacties tussen dochterondernemingen worden geëlimineerd. Minderheidsbelangen (aandeel derden) bestaan uit het kapitaalbelang toebehorend aan de minderheidsaandeelhouders van de reële waarde van de activa en passiva die identificeerbaar waren bij de overname van een dochteronderneming en het minderheidsbelang in de veranderingen van het eigen vermogen die daarna hebben plaatsgevonden. Minderheidsbelangen van derden in het eigen vermogen en het resultaat van dochterondernemingen worden afzonderlijk gepresenteerd.
Joint ventures Een joint venture is een onderneming waarvoor contractueel met één of meerdere partijen is overeengekomen, dat zij gezamenlijke beslissende zeggenschap hebben over die onderneming. De jaarrekening van een joint venture wordt op basis van proportionele consolidatie in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen volgens de waarderingsgrondslagen van Eneco Holding N.V. vanaf de datum dat gezamenlijke zeggenschap is verkregen tot het moment dat die gezamenlijke zeggenschap niet meer bestaat. Volgens de proportionele consolidatiemethode worden in de geconsolideerde jaarrekening de activa, passiva, baten en lasten van joint ventures opgenomen naar evenredigheid van het kapitaalbelang in die joint venture.
Geassocieerde deelnemingen Een geassocieerde deelneming is een onderneming waarop invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het financiële en operationele beleid, maar waarbij geen beslissende zeggenschap aanwezig is. Over het algemeen betreft dit een aandeel van 20% tot 50% van de stemrechten in de geassocieerde deelneming. Het aandeel in geassocieerde deelnemingen wordt in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Hierbij vindt eerste opname plaats tegen historische kostprijs waarbij de boekwaarde wordt aangepast met het aandeel in het resultaat. Ontvangen dividenden worden op de boekwaarde in mindering gebracht. Geassocieerde deelnemingen worden opgenomen vanaf het moment dat invloed van betekenis is verworven tot het moment dat die invloed niet meer bestaat. Resultaten van transacties met geassocieerde deelnemingen worden geëlimineerd naar rato van het kapitaalbelang in de geassocieerde deelneming. Eventuele bijzondere waardeverminderingen van geassocieerde deelnemingen worden niet geëlimineerd. Verliezen op geassocieerde deelnemingen worden verwerkt tot het bedrag van de netto-investering in de deelneming, waarin naast de boekwaarde ook eventueel verstrekte leningen aan de deelneming zijn begrepen. Voor het aandeel in verdere verliezen wordt alleen een voorziening opgenomen indien Eneco zich daarvoor aansprakelijk heeft gesteld.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
89
Overige kapitaalbelangen Overige kapitaalbelangen zijn investeringen in ondernemingen waarin Eneco een belang heeft en geen beslissende zeggenschap of invloed van betekenis kan uitoefenen. Deze belangen worden gewaardeerd tegen reële waarde. Indien de reële waarde niet betrouwbaar te bepalen is, wordt het kapitaalbelang gewaardeerd tegen historische kostprijs. Dividenden worden verantwoord in het resultaat op het moment dat deze opeisbaar zijn.
2
Waarderingsgrondslagen
2.1
Algemeen Hierna worden de belangrijkste grondslagen voor waardering en resultaatbepaling samengevat die zijn gehanteerd bij het opstellen van de jaarrekening 2011.
Schattingen, aannames en veronderstellingen Voor het opmaken van deze jaarrekening zijn schattingen, aannames en veronderstellingen gehanteerd die van invloed zijn op verantwoorde bedragen en op de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. Dit betreft in het bijzonder de opbrengst van verkopen aan kleinverbruikers, de gebruiksduren van materiële vaste activa, de bepaling van de reële waarde van de relevante activa en verplichtingen, bijzondere waardeverminderingen van activa en de omvang van voorzieningen. De schattingen, aannames en veronderstellingen die zijn gemaakt, zijn gebaseerd op marktgegevens, kennis, ervaring uit het verleden en andere factoren die onder de gegeven omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De werkelijke resultaten kunnen echter afwijken van de gemaakte schattingen. Schattingen, aannames en veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Schattingswijzigingen worden verwerkt in de periode waarin de schattingen worden herzien indien de wijzigingen alleen op deze periode betrekking hebben. Indien de schattingswijziging tevens betrekking heeft op toekomstige perioden vindt wijziging prospectief plaats in de hiertoe relevante perioden. Eventuele bijzonderheden ten aanzien van schattingen, aannames en veronderstellingen zijn hierna opgenomen bij de toelichtingen van de resultaat- en balansposten.
Bijzondere waardevermindering van activa Van een bijzondere waardevermindering is sprake indien de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde van een actief is gelijk aan de hoogste van de verkoopprijs minus verkoopkosten of de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde van een actief wordt bepaald op basis van de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen. Deze contante waarde wordt berekend met een disconteringsvoet vóór belastingen waarin de tijdswaarde van geld en de specifieke risico’s van het actief tot uitdrukking komen. Voor activa die niet zelfstandig kasstromen genereren en afhankelijk zijn van de kasstromen van andere activa of groepen van activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de kasstroomgenererende eenheid waarvan de betreffende activa deel uitmaken. Een kasstroomgenererende eenheid is de kleinst identificeerbare groep activa die zelfstandig kasstromen genereert die grotendeels onafhankelijk zijn van de kasstromen uit andere activa of groepen van activa. Kasstroomgenererende eenheden worden onderscheiden op basis van de economische samenhang tussen activa en het genereren van externe kasstromen en niet op basis van afzonderlijke juridische entiteiten. Goodwill wordt bij eerste vaststelling toegewezen aan een of meerdere kasstroomgenererende eenheden, in overeenstemming met de wijze waarop intern de goodwill door het management wordt beoordeeld. Halfjaarlijks wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Als een dergelijke aanwijzing bestaat, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor het betreffende actief of de kasstroomgenererende eenheid. Voor goodwill wordt jaarlijks de realiseerbare waarde bepaald. Als de boekwaarde van aan kasstroomgenererende eenheden toegewezen activa hoger is dan de realiseerbare waarde wordt de boekwaarde tot de realiseerbare waarde teruggebracht. Deze bijzondere waardevermindering wordt ten laste van het resultaat gebracht. Een bijzondere waardevermindering van een kasstroomgenererende eenheid wordt eerst in mindering gebracht op de goodwill die aan de desbetreffende eenheid (of groepen van eenheden) is toegewezen en vervolgens
90
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
naar rato in mindering gebracht op de boekwaarde van de overige activa van de betreffende eenheid (of groepen van eenheden). Een eerder verantwoorde bijzondere waardevermindering kan worden teruggenomen ten gunste van het resultaat als de oorzaak van vermindering die daarvoor bestond niet langer bestaat of is veranderd. Een bijzondere waardevermindering wordt slechts teruggenomen tot het bedrag van de oorspronkelijke boekwaarde, verminderd met reguliere afschrijvingen. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill worden niet teruggenomen.
Vreemde valuta De euro (€) is de functionele valuta van Eneco en is eveneens de valuta waarin de jaarrekening wordt gepresenteerd. Transacties in vreemde valuta worden omgerekend in euro tegen de wisselkoers op de datum waarop deze transacties plaatsvinden. In vreemde valuta luidende monetaire activa en verplichtingen op balansdatum worden omgerekend in euro tegen de wisselkoers op balansdatum. Valutakoersverschillen die optreden bij de omrekening worden verwerkt in het resultaat. Indien de functionele valuta van buitenlandse dochterondernemingen, joint ventures of geassocieerde deelnemingen afwijkt van de euro, worden de koersverschillen als gevolg van omrekening verantwoord onder translatieverschillen in het eigen vermogen. Het cumulatieve translatieverschil wordt ten gunste, respectievelijk ten laste van het resultaat gebracht bij eventuele verkoop van een buitenlandse dochteronderneming, joint venture of geassocieerde deelneming.
Saldering Actief- en passiefposten worden per tegenpartij gesaldeerd indien sprake is van een contractueel recht tot salderen en tevens sprake is van intentie tot saldering. Indien de intentie of daadwerkelijke gesaldeerde afwikkeling ontbreekt, wordt per contract bepaald of sprake is van een actief- of een passiefpost.
2.2
Opbrengsten Opbrengsten worden verantwoord wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen aan Eneco toekomen en de opbrengst op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Opbrengsten worden verantwoord onder aftrek van kortingen, belastingen en heffingen, zoals energie- en omzetbelasting. Bedragen die worden gefactureerd en geïncasseerd voor derden worden niet als opbrengst verantwoord.
Energielevering en transport Opbrengsten uit de verkoop van energie en transportdiensten aan eindverbruikers worden opgenomen op het moment van levering. Bij levering worden de voordelen van het eigendom en het risico van een eventuele waardevermindering overgedragen aan de afnemer.
Energie gerelateerde activiteiten De opbrengsten uit de aanleg, onderhoud en verhuur van energie-installaties en verbruikstoestellen alsmede uit de verkoop van zonnepanelen zijn opgenomen als opbrengsten uit energie gerelateerde activiteiten.
Diensten en projecten in opdracht van derden Zodra opbrengsten voldoende zeker zijn, worden deze in het resultaat verwerkt volgens de methode van winstneming naar rato van de verrichte prestaties (percentage of completion). De mate waarin prestaties zijn verricht wordt bepaald op basis van de verhouding tussen de geboekte kosten en de totaal verwachte kosten dan wel aan de hand van beoordeling van verrichte werkzaamheden.
Handel in energiecommodities en CO2-emissierechten In- en verkoopcontracten van energiecommodities en emissierechten, die niet voor eigen gebruik maar voor handelsdoeleinden zijn aangegaan, worden vrijwel gelijktijdig tegengesloten met verkooprespectievelijk inkoopcontracten. Winsten of verliezen van dergelijke handelstransacties worden gesaldeerd verwerkt onder de post overige opbrengsten vanaf het moment dat de desbetreffende transacties worden afgesloten. Winsten of verliezen uit herwaardering naar reële waarde van handelscontracten worden direct in het resultaat verwerkt onder de post overige opbrengsten.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
91
Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden opgenomen wanneer het redelijk zeker is dat aan de voorwaarden voor verkrijging is of wordt voldaan en dat de subsidies zijn of worden ontvangen. Exploitatiesubsidies ter compensatie voor kosten worden als opbrengsten verantwoord in de periode waarin die kosten worden gemaakt. Investeringssubsidies ter compensatie van de kosten van een actief worden op de kostprijs van dat actief in mindering gebracht en vervolgens gedurende de gebruiksduur van dat actief meegenomen in de berekening van de afschrijvingen. Opbrengsten van groene stroomcertificaten vormen een subsidie. Groene stroomcertificaten worden tegen reële waarde opgenomen onder immateriële activa in de balans en als subsidie in de winst- en verliesrekening.
2.3
Inkoopkosten energie De inkoopkosten van energiecontracten en -commodities die bestemd zijn voor eigen gebruik worden in dezelfde periode verantwoord als de periode waarin de opbrengst van de verkoop wordt gerealiseerd.
2.4
Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten omvatten de rentebaten van belegde en uitstaande middelen, dividendopbrengsten, rentelasten van opgenomen gelden, valutakoersresultaten en winsten en verliezen op financiële afdekkingsinstrumenten die in het resultaat worden verwerkt. Rentebaten en lasten worden opgenomen volgens de effectieve rentemethode. Dividendopbrengsten van overige kapitaalbelangen worden verantwoord zodra deze opeisbaar zijn.
2.5
Belastingen op het resultaat Belastingen op het resultaat omvatten de actuele belastingen en de mutaties in de uitgestelde belastingen. Deze bedragen worden ten laste van het resultaat gebracht, tenzij het posten betreffen die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen. De actuele belastingen betreffen de bedragen die waarschijnlijk verschuldigd en verrekenbaar zijn over het fiscale resultaat van het verslagjaar. Deze zijn berekend op basis van de geldende belastingwetgeving en -tarieven. Belastingen op het resultaat omvatten alle belastingen die zijn gebaseerd op fiscale winsten en verliezen, inclusief belastingen die door dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen of joint ventures zijn verschuldigd op uitkeringen aan Eneco Holding N.V. Additionele belastingen op het resultaat voor dividenduitkeringen worden gelijktijdig verwerkt met de verplichting om het betreffende dividend uit te keren.
2.6
Materiële vaste activa Netwerken en netwerkgerelateerde activa in het gereguleerde domein De netwerken en netwerkgerelateerde activa in het gereguleerde domein worden gewaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde wordt verminderd met cumulatieve afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. De reële waarde van deze netwerkactiva wordt periodiek vastgesteld. De waardebepaling geschiedt door externe, onafhankelijke waarderingsspecialisten. Indien de reële waarde tussentijds significant afwijkt van de boekwaarde, zal een aanpassing van de herwaardering plaatsvinden. Een toename van de boekwaarde als gevolg van een herwaardering van netwerken en netwerkgerelateerde activa in het gereguleerde domein, wordt rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt via de herwaarderingsreserve. Een afname van de boekwaarde wordt eveneens rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt via de herwaarderingsreserve, voor zover deze afname een voorafgaande toename van hetzelfde actief niet overschrijdt. Indien wel sprake is van een overschrijding, wordt deze verantwoord ten laste van het resultaat.
92
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Periodiek wordt het verschil tussen afschrijving op basis van de geherwaardeerde boekwaarde en de afschrijving op basis van de oorspronkelijke kostprijs, onder aftrek van uitgestelde belastingen, overgeboekt van de herwaarderingsreserve naar de reserve ingehouden resultaten.
Overige materiële vaste activa De overige materiële vaste activa worden opgenomen tegen kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten. De kostprijs van activa die in eigen beheer worden vervaardigd bestaat uit kosten van materiaal en diensten, kosten van directe manuren en overige direct toerekenbare kosten. Kostenbijdragen van derden en overheidssubsidies worden op de kostprijs in mindering gebracht, voorzover dit geen bijdragen van afnemers betreffen. Mits daarvoor een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting toe bestaat wordt in de kostprijs een contant gemaakte schatting opgenomen van het bedrag dat naar verwachting bij het einde van het gebruik van het actief nodig is voor ontmanteling, sloop, verwijdering en herstel tot de oorspronkelijke staat van de locatie waar het actief is gesitueerd. Financieringskosten (bouwrente) die direct toerekenbaar zijn aan de verwerving, bouw of productie van een in aanmerking komend actief worden in de kostprijs opgenomen. Als een actief uit meerdere significante componenten met onderscheiden gebruiksduren bestaat, worden deze componenten afzonderlijk opgenomen.
Uitgaven na eerste opname Latere uitgaven worden alleen aan de boekwaarde van een actief toegevoegd indien en voor zover daardoor de toestand van het actief is verbeterd ten opzichte van zijn oorspronkelijk geraamde prestatienorm. Reparatie en onderhoud worden als last genomen in de periode dat de betreffende kosten ontstaan.
Afschrijvingen Afschrijvingen worden ten laste van het resultaat gebracht volgens de lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur, rekening houdend met de geschatte restwaarde. De gebruiksduur en restwaarde worden jaarlijks beoordeeld, eventuele aanpassingen worden prospectief verwerkt. Op grond, terreinen en activa in aanbouw wordt niet afgeschreven. De volgende gebruiksduren worden toegepast: Categorie
25 - 50
Machines en installaties
10 - 50
Netwerken gereguleerd
10 - 50
Overige bedrijfsmiddelen
2.7
Gebruiksduur in jaren
Bedrijfsgebouwen
3 - 25
Leases (Eneco als lessee) Lease-overeenkomsten waarbij Eneco als lessee feitelijk alle voordelen en risico’s van eigendom heeft, worden aangemerkt als financiële lease. Indien dit niet het geval is, worden deze overeenkomsten opgenomen en verwerkt als operationele lease. Materiële vaste activa, die middels financiële lease zijn verworven worden bij aanvang van de lease opgenomen tegen de reële waarde van het geleasede actief, of indien lager, de contante waarde van de leasebetalingen. De desbetreffende activa worden daarna verantwoord volgens de grondslagen voor materiële vaste activa. De leasebetalingen worden gesplitst in een rentecomponent en een aflossingscomponent. De rentecomponent is gebaseerd op de constante periodieke rente over de boekwaarde van de investering. De rentecomponent wordt in de desbetreffende periode ten laste gebracht van het resultaat en de aflossing wordt in mindering gebracht op de leaseverplichting. Betalingen uit hoofde van operationele leases worden lineair over de leaseperiode als last in het resultaat verwerkt.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
93
2.8
Goodwill De overnameprijs van een dochteronderneming, joint venture of geassocieerde deelneming is gelijk aan het bedrag dat voor de verwerving van het kapitaalbelang is betaald. Wanneer deze overnameprijs hoger is dan het aandeel in de reële waarde op verwervingsdatum van de identificeerbare activa, passiva en voorwaardelijke verplichtingen, wordt het meerdere verantwoord als goodwill. Een eventueel negatief verschil wordt verwerkt als bate ten gunste van het resultaat (badwill). Goodwill wordt gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met bijzondere waardeverminderingen (impairments). Goodwill wordt toegerekend aan een of meerdere kasstroomgenererende eenheden. Jaarlijks wordt getoetst of goodwill een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Betaalde goodwill bij de overname van dochterondernemingen en joint ventures wordt in de balans opgenomen onder de immateriële vaste activa. Goodwill die is betaald voor het verkrijgen van een geassocieerde deelneming is opgenomen in de verkrijgingsprijs van de geassocieerde deelneming.
2.9
Overige immateriële vaste activa Overige immateriële vaste activa betreffen klantenbestanden verworven bij overnames, software en licenties, concessies, vergunningen, rechten en ontwikkelingskosten. De kosten hiervan worden geactiveerd indien waarschijnlijk is dat deze activa economisch voordeel zullen brengen en de kosten betrouwbaar kunnen worden bepaald. Overige immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Klantenbestanden Een klantenbestand dat is verkregen van een overgenomen partij wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde. Deze waarde wordt op de overnamedatum bepaald op basis van de meest recente soortgelijke transacties mits de economische omstandigheden vergelijkbaar zijn, anders wordt de reële waarde bepaald door discontering van geschatte toekomstige netto-kasstromen van dit actief.
Software Software wordt geactiveerd tegen kostprijs. Zowel voor standaardsoftware als maatwerksoftware bestaat de kostprijs uit de eenmalige kosten van licenties, verhoogd met de kosten om de software gebruiksklaar te maken. Alle toerekenbare kosten van softwareproducten, die kwalificeren als immaterieel vast actief, worden tegen kostprijs opgenomen. Kosten van onderhoud van software worden als last verwerkt in de periode waarin deze ontstaan.
Ontwikkelingskosten Ontwikkelingskosten zijn gericht op de toepassing van kennis verkregen door eigen onderzoek of door derden, voor een plan of ontwerp voor de productie of toepassing van verbeterde materialen, producten, processen, systemen of diensten, voorafgaand aan het begin van commerciële productie of gebruik. Ontwikkelingskosten worden alleen geactiveerd indien deze kunnen worden aangemerkt als immaterieel vast actief, anders worden deze kosten als last genomen in de periode waarin deze zijn ontstaan. Onderzoekskosten zijn gericht op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten. Deze kosten worden in het resultaat genomen in de periode waarin deze ontstaan.
Afschrijvingen Afschrijvingen worden ten laste van het resultaat gebracht op basis van de geschatte gebruiksduur en vanaf het moment dat het betreffende actief beschikbaar is voor gebruik. Overige immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode tenzij de degressieve afschrijvingsmethode beter de voordelen van het actief weerspiegelt. De restwaarde van deze activa is nihil.
94
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
De volgende gebruiksduren worden toegepast: Categorie
Gebruiksduur in jaren
Klantenbestanden
5 - 20
Licenties
3 - 30
Software
3-5
Concessies, vergunningen en rechten
3 - 30
Ontwikkelingskosten
5
2.10 Emissierechten Emissierechten die van de overheid worden verkregen, worden bij eerste opname onderscheiden naar rechten bestemd voor eigen gebruik (own use) en rechten bestemd voor handelsdoeleinden. Emissierechten die worden aangehouden om periodiek aan de overheid te kunnen leveren voor de werkelijke CO2-uitstoot (eigen gebruik) worden opgenomen als immaterieel actief en gewaardeerd tegen kostprijs. Rechten met een vlottend karakter worden gepresenteerd als immateriële activa. Voor deze leveringsverplichting wordt een voorziening aangehouden die eveneens wordt gewaardeerd tegen kostprijs. Ingeval van een verwacht leveringstekort wordt deze voorziening ten laste van het resultaat verhoogd met de laagste van de marktwaarde van dat tekort en de boete die voor dat tekort naar verwachting verschuldigd zal zijn. Emissierechten die worden aangehouden voor handelsdoeleinden worden verwerkt als afgeleid financieel instrument. De winst of het verlies van de herwaardering naar reële waarde van deze rechten wordt direct in het resultaat verwerkt als overige opbrengsten.
2.11 Uitgestelde belastingen Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode toegepast op de relevante verschillen die bestaan tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van activa en verplichtingen. Uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die naar verwachting van kracht zullen zijn wanneer de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld uitgaande van de geldende belastingwetgeving en -tarieven. Uitgestelde belastingen worden opgenomen tegen nominale waarde. Voor de voorwaartse compensatie van fiscale verliezen en de verrekening van ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden wordt een uitgestelde belastingvordering opgenomen indien en voor zover het waarschijnlijk is dat toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden kunnen worden verrekend. Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen die voortkomen uit investeringen in dochterondernemingen en joint ventures, behalve wanneer het tijdstip kan worden bepaald waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld en het waarschijnlijk is dat het tijdelijk verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden met elkaar gesaldeerd als een juridisch afdwingbaar recht op verrekening van de belastingvorderingen en -verplichtingen bestaat en de uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen verband houden met belastingen die door dezelfde belastingautoriteit op dezelfde fiscale eenheid worden geheven.
2.12 Afgeleide financiële instrumenten Bij de operationele en financieringsactiviteiten worden risico’s gelopen door ontwikkelingen in prijzen van energiecommodities (elektriciteit, gas, olie e.d.), vreemde valuta, rentestanden en emissierechten. Om deze risico’s te beheersen wordt gebruik gemaakt van afgeleide financiële instrumenten zoals financiële optie-, termijn- en swapcontracten. Voor commoditycontracten wordt bij het aangaan van de transactie vastgesteld of het instrument bestemd is voor eigen gebruik (own use),
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
95
handelsdoeleinden of risicoafdekking (hedging). Afgeleide financiële instrumenten, niet zijnde commoditycontracten, worden in principe alleen aangegaan voor risicoafdekking.
Waardering en verwerking Afgeleide financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde van afgeleide financiële instrumenten is gebaseerd op genoteerde biedprijzen voor gehouden activa of uit te geven verplichtingen en actuele laatprijzen voor te verwerven activa of gehouden verplichtingen (mark-to-market). Afgeleide financiële instrumenten met een positieve waarde worden opgenomen als kort- (afwikkeling binnen een jaar) of langlopende activa (afwikkeling na een jaar). Instrumenten met een negatieve waarde worden opgenomen onder de kort- of langlopende verplichtingen. Activa en verplichtingen worden per tegenpartij gesaldeerd indien sprake is van een contractueel recht tot salderen en tevens de intentie bestaat om de contracten netto af te wikkelen. Mutaties in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten worden direct in het resultaat verwerkt, tenzij de afgeleide financiële instrumenten bestemd zijn voor eigen gebruik of worden gebruikt als risicoafdekking.
Eigen gebruik Contracten worden aangemerkt voor eigen gebruik als deze worden afgewikkeld door middel van fysieke levering of ontvangst van energiecommodities of emissierechten in overeenstemming met de behoefte van de vennootschap. De transacties op basis van deze contracten worden in het resultaat verantwoord in de periode waarin de levering of ontvangst plaatsvindt (accrual accounting).
Risicoafdekking (hedge accounting) Contracten worden aangemerkt als afdekkingsinstrument als daarmee het risico op schommelingen in (toekomstige) kasstromen die het resultaat kunnen beïnvloeden wordt afgedekt. Indien de afdekking is toe te wijzen aan een specifiek risico of aan de volledige mutatie van de transactie (energiecontracten) verbonden met een actief, een verplichting of een zeer waarschijnlijke toekomstige transactie, kunnen de daaraan toegewezen afgeleide financiële instrumenten worden verwerkt als afdekkingsinstrument. Als wordt voldaan aan de voorwaarden van hedge accounting wordt het effectieve gedeelte van mutaties in de reële waarde van de desbetreffende afgeleide financiële instrumenten rechtstreeks via de reserve kasstroomafdekkingen in het eigen vermogen verwerkt. Het niet-effectieve gedeelte wordt direct verwerkt in het resultaat. In het eigen vermogen verwerkte bedragen worden ten gunste of ten laste van het resultaat gebracht op het moment dat het afgedekte actief of verplichting wordt afgewikkeld. Wanneer een afdekkingsinstrument afloopt, wordt verkocht, beëindigd, uitgeoefend, wanneer niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden voor deze wijze van administratieve verwerking (hedge accounting), terwijl de onderliggende toekomstige transactie nog steeds moet plaatsvinden, blijft het cumulatief resultaat in het eigen vermogen totdat de verwachte toekomstige transactie uiteindelijk plaatsvindt. Als de verwachte toekomstige transactie niet langer waarschijnlijk is, wordt het cumulatieve resultaat direct overgebracht van het eigen vermogen naar het resultaat.
2.13 Overige financiële vaste activa De overige financiële vaste activa bestaan voornamelijk uit langlopende vorderingen met een looptijd langer dan een jaar zoals leningen, vorderingen en vooruitbetalingen aan geassocieerde deelnemingen, joint ventures of externe partijen. De langlopende vorderingen, leningen en vooruitbetalingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
2.14 Activa aangehouden voor verkoop Activa aangehouden voor verkoop en af te stoten bedrijfsactiviteiten worden geclassificeerd als aangehouden voor verkoop zodra de boekwaarde niet wordt gerealiseerd door voortgezet gebruik maar door verkoop. Deze classificatie vindt alleen plaats als de verkoop van de activa zeer waarschijnlijk
96
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
is en de activa of activiteiten in hun huidige toestand onmiddellijk beschikbaar zijn voor verkoop. De verkoop zal naar verwachting binnen een jaar zijn afgerond. Activa aangehouden voor verkoop zijn gewaardeerd op boekwaarde voorafgaand aan classificatie als aangehouden voor verkoop of lagere reële waarde verminderd met verkoopkosten.
2.15 Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs, volgens de methode van het gewogen gemiddelde of lagere opbrengstwaarde. De kostprijs is de verkrijgingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten om de voorraden op hun huidige locatie en in hun huidige staat te brengen. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs in het kader van normale bedrijfsvoering, verminderd met verwachte verkoopkosten. Waardeverminderingen op voorraden worden ten laste van het resultaat geboekt als de opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde.
2.16 Handelsdebiteuren en overige vorderingen Handelsdebiteuren en overige vorderingen zijn vorderingen met een looptijd korter dan een jaar. Deze vorderingen omvatten ook de bedragen die op de balansdatum per saldo nog moeten worden gefactureerd voor geleverde energie- of transportdiensten. Vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van een bijzondere waardevermindering. Vorderingen met een looptijd korter dan een jaar worden niet verdisconteerd.
2.17 Liquide middelen De liquide middelen omvatten de kas- en banksaldi en opvraagbare deposito’s.
2.18 Personeelsvoorzieningen Pensioenen De pensioenverplichtingen van bijna alle bedrijfsonderdelen zijn ondergebracht bij de bedrijfstakpensioenfondsen: Stichting Pensioenfonds ABP (ABP) en de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT). De regeling voor flexibele uittreding voor nutsbedrijven is collectief voor de sector ondergebracht bij een verzekeraar. Voor een beperkt aantal medewerkers zijn individuele verzekerde regelingen van toepassing bij verschillende verzekeringsmaatschappijen (toegezegdebijdrageregelingen). De regelingen van ABP en PMT voorzien (bij een volledige opbouw) in een pensioen van 70% van het pensioengevend salaris bij een leeftijd van 65 jaar. Werknemers hebben de keuze om eerder (ABP: 5 jaar, PMT: 3 jaar) of later (ABP: 5 jaar, PMT: onbepaald) dan deze leeftijd met pensioen te gaan, onder aanpassing van de hoogte van het pensioen. De regeling voor flexibele uittreding wordt afgebouwd en is vervallen voor werknemers geboren na 1949. Een toegezegde-bijdrageregeling is een regeling waarbij een vaste premie wordt betaald ten gunste van een werknemer zonder enige resterende aanspraak van of verplichting jegens die werknemer. Verplichtingen ten aanzien van bijdragen aan pensioen- en daaraan gerelateerde regelingen op basis van beschikbare premies worden als last verwerkt in de periode waarop deze betrekking hebben. Een toegezegd-pensioenregeling is een regeling waarbij aan de werknemer een pensioen wordt toegezegd, waarvan de hoogte afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. Zowel in 2010 als in 2011 kwalificeren de regelingen van ABP, PMT en voor flexibele uittreding als toegezegdpensioenregelingen van meerdere werkgevers. Op grond van deze regelingen bestaat een verplichting waarvan de waarde wordt bepaald door de contante waarde van de in het vooruitzicht gestelde pensioenuitkeringen op de balansdatum verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen, onder verrekening van niet verwerkte actuariële winsten en verliezen en nog niet opgenomen pensioenkosten van verstreken diensttijd. De informatie die nodig is om deze verplichting per aangesloten werkgever te bepalen kan echter niet door ABP, PMT en de verzekeraar die de collectieve flexibele uittredingsregeling voor de nutsbedrijven uitvoert worden bepaald, omdat zij niet beschikken over een
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
97
consistente en betrouwbare basis om fondsbeleggingen en verplichtingen van de regelingen toe te rekenen aan individuele aangesloten werkgevers. Dit vloeit voort uit de aard van de regelingen, omdat deze de aangesloten werkgevers blootstellen aan actuariële risico’s die verband houden met huidige en voormalige werknemers van andere aangesloten werkgevers. Hierdoor kan niet per werkgever worden aangegeven of overschotten of tekorten bestaan. In geval van toekomstige tekorten kunnen pensioenpremies alleen prospectief en binnen een beperkte bandbreedte door de pensioenfondsen worden bijgesteld. De betreffende regelingen zijn daarom verwerkt als toegezegde-bijdrageregelingen.
Overige personeelsvoorzieningen Er wordt een voorziening opgenomen voor de verplichting bij te dragen in de ziektekostenpremie van gepensioneerde medewerkers. Verder wordt een voorziening opgenomen voor de verplichting bedragen uit te keren bij dienstjubilea en pensionering van medewerkers. Deze verplichtingen worden per rapportagedatum actuarieel berekend volgens de vergoeding/dienstjaren-methode (projected unit credit methode) met een disconteringsvoet voor belasting waarin de actuele marktbeoordeling van de tijdswaarde van geld tot uitdrukking komt.
2.19 Overige voorzieningen Een voorziening wordt opgenomen als een bestaande in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting van een onzekere omvang of met een onzeker tijdstip bestaat door een gebeurtenis in het verleden en waarvan het waarschijnlijk is, dat de afwikkeling zal leiden tot een uitstroom van middelen. Voorzieningen die binnen een jaar na balansdatum worden afgewikkeld of van beperkt materieel belang zijn worden opgenomen tegen nominale waarde. Overige voorzieningen worden opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitgaven. Bij de bepaling van deze uitgaven wordt rekening gehouden met de specifieke risico’s ten aanzien van de betreffende verplichting. De contante waarde wordt berekend met een disconteringsvoet voor belasting waarin de actuele marktbeoordeling van de tijdswaarde van geld tot uitdrukking komt. Voor de bepaling van de verwachte uitgaven wordt uitgegaan van gedetailleerde plannen om daarmee onzekerheden over de omvang te beperken.
Amoveringsvoorziening Voor materiële vaste activa waarvoor een verplichting bestaat om bij het einde van het gebruik de activa te ontmantelen, te slopen en te verwijderen wordt een voorziening opgenomen ter hoogte van de contante waarde van de kosten die daaraan naar verwachting zijn verbonden. De eerste opname van een amoveringsvoorziening voor een actief wordt verwerkt in de kostprijs van het betreffende actief. De amoveringsvoorziening wordt periodiek opgerent.
Verlieslatende contracten Voor verlieslatende contracten wordt een voorziening gevormd indien waarschijnlijk is dat de onvermijdelijke kosten van het nakomen van de verplichtingen hoger zijn dan de economische voordelen van die contracten.
Reorganisatie Een reorganisatievoorziening wordt opgenomen als een gedetailleerd reorganisatieplan is goedgekeurd waarbij tevens de belangrijkste kenmerken van dat plan aan de direct betrokkenen zijn meegedeeld.
2.20 Rentedragende schulden Rentedragende schulden worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct aan deze schulden toewijsbaar zijn, worden hieraan toegevoegd. Na eerste opname worden rentedragende schulden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
2.21 Leases (Eneco als lessor) Lease-overeenkomsten waarbij Eneco als lessor feitelijk alle voordelen en risico’s van eigendom heeft, worden aangemerkt als operationele lease. Indien dit niet het geval is worden deze overeenkomsten gezien als financiële lease.
98
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Materiële vaste activa die op basis van een operationele lease-overeenkomst aan derden ter beschikking worden gesteld, worden opgenomen en verwerkt volgens de grondslagen voor materiële vaste activa. Leasebaten worden zo toegewezen aan de verschillende perioden zodat jaarlijks een constant rendement over de netto-investering wordt behaald. Materiële vaste activa die op basis van een financiële lease-overeenkomst aan derden ter beschikking worden gesteld, worden als vorderingen opgenomen ter hoogte van de netto-investering in die activa. De leasebetalingen worden op basis van de constante periodieke rente gesplitst in een rentecomponent en een aflossingscomponent. De rentecomponent wordt in de betreffende periode ten gunste van het resultaat gebracht en de aflossing wordt in mindering gebracht op de leasevordering.
2.22 Handelscrediteuren en overige schulden Handelscrediteuren en overige financiële instrumenten worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
99
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening 3
Opbrengst energielevering, -transport en energiegerelateerde activiteiten 2011
2010
Elektriciteit
2.499
2.300
Gas
2.019
2.014
225
250
96
158
4.839
4.722
Warmte Energie gerelateerde activiteiten Totaal
De afrekening van verkopen aan grootverbruikers vindt maandelijks op basis van meterstanden plaats. Voor verkopen aan kleinverbruikers is de afrekening gebaseerd op meteropnames gespreid over het hele jaar. De omvang van de energie en transportdiensten die gedurende de verslagperiode aan kleinverbruikers zijn geleverd en de opbrengstwaarden daarvan worden daarom deels geschat op basis van historische verbruikgegevens, standaardklantprofielen en van toepassing zijnde energietarieven. De geografische verdeling van de opbrengsten is opgenomen onder de toelichting per segment.
4
Overige opbrengsten Exploitatie openbare verlichting
2010
65
73
Infrastructurele werken
34
43
Subsidie- en incassodiensten
19
22
Overige
50
62
168
200
Totaal
5
2011
Personeelsbeloningen 2011
2010
261
284
Sociale lasten
36
35
Pensioenpremies
34
35
Overige personeelskosten
32
30
363
384
Lonen en salarissen
Totaal
Onder de overige personeelskosten is voor individuele regelingen met vertrokken personeelsleden € 1,6 mln. verantwoord (2010: € 1,9 mln.)
Personeelsaantallen De specificatie van het aantal personeelsleden per bedrijfssegment herleid naar fulltime equivalenten (FTE) per jaareinde is als volgt: FTE
Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
Energiebedrijf Eneco
2.959
3.013
Stedin
1.187
1.136
Joulz
2.442
2.356
85
40
6.673
6.545
Overige Totaal Het gemiddeld aantal FTE in 2011 bedraagt 6.596 (2010: 6.622).
100
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
6
Bezoldiging bestuurders en commissarissen Bezoldiging bestuurders Het bezoldigingsbeleid voor de Raad van Bestuur is op voorstel van de Raad van Commissarissen goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 20 mei 2005. De beloning voor de Raad van Bestuur wordt vastgesteld door de Raad van Commissarissen op advies van de remuneratiecommissie. Het remuneratierapport over 2011 wordt beschikbaar gesteld op de website van Eneco Holding N.V. De bezoldiging van de bestuurders bestaat uit een vaste vergoeding en een variabele vergoeding. De variabele vergoeding bedraagt maximaal 20% van de totale vergoeding. De variabele vergoeding die in 2011 is uitgekeerd, is gebaseerd op het financiële resultaat dat over 2010 is behaald en op individuele taakstellingen. De pensioentoezeggingen voor de heren De Haas, Rameau en Dubbeld zijn ondergebracht bij de reguliere pensioenregeling van Eneco Holding N.V. De heren Machielsen en Kras hadden een individuele pensioenregeling (toegezegde-bijdrageregeling). Op 1 april 2011 is de heer Dubbeld benoemd als lid van de Raad van Bestuur als opvolger van de heer Machielsen. Op 7 december 2011 is de heer Kras, lid van de Raad van Bestuur, overleden. De huidige arbeidsovereenkomsten met de heren De Haas, Rameau en Dubbeld zijn aangegaan voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van vier maanden voor de vennootschap. De heren De Haas, Rameau en Dubbeld zijn elk in de Raad van Bestuur benoemd voor een periode van vier jaar. Bij het gedwongen verlaten van de vennootschap hebben de heren Rameau en Dubbeld recht op een uitkering van 12 maanden salaris, voor de heer De Haas betreft dit 24 maanden salaris. Specificatie van het totaal van de vergoedingen:
Bruto- salaris
Variabele beloning
Pensioenpremie
mr. J.F. de Haas
454
90
72
drs. H.J. Machielsen
192
73
52
ir. C.J. Rameau
342
66
54
462
drs. ing. D.J. Kras
329
67
46
442
drs. G.A.J. Dubbeld (vanaf 1 april 2011)
189
-
24
213
1.506
296
248
353
2.403
Bruto- salaris
Variabele beloning
Pensioenpremie
Uitkering beëindiging dienstverband
Totaal 2010
mr. J.F. de Haas
438
92
67
597
drs. H.J. Machielsen
348
75
50
473
ir. C.J. Rameau
324
64
47
435
drs. ing. D.J. Kras
320
41
48
409
1.430
272
212
x € 1.000
Totaal
x € 1.000
Totaal
Uitkering beëindiging dienstverband
Totaal 2011 616
353
-
670
1.914
Bezoldiging commissarissen De bezoldiging van de voorzitter van de Raad van Commissarissen bedraagt € 35.000,- per jaar. De overige commissarissen ontvangen elk een honorarium van € 27.500,- per jaar. Commissieleden ontvangen elk extra vergoedingen voor de onderstaande commissies: • • • •
Auditcommissie Remuneratiecommissie Selectie- en benoemingscommissie OR-commissie
€ 5.000,€ 3.000,€ 3.000,€ 1.500,-
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
101
De vaste onkostenvergoeding bedraagt € 1.150,- per jaar.
7
Resultaat geassocieerde deelnemingen Voor een overzicht van de geassocieerde deelnemingen wordt verwezen naar het in deze jaarrekening opgenomen overzicht van belangrijke dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen. 2011 Aandeel in het resultaat na belastingen
8
9
2010
2
6
Waardevermindering
-
-6
Ontvangen dividend
1
1
Totaal
3
1
Financiële baten 2011
2010
Rentebaten
6
9
Totaal
6
9
2011
2010
84
97
3
2
Overig
-
3
Totaal
87
102
Financiële lasten Rentelasten Oprenting voorzieningen
10 Belastingen De vennootschap vormt met vrijwel al haar Nederlandse dochterondernemingen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. De specificatie van de belastingen over het resultaat is als volgt: 2011 -2
-5
Mutatie uitgestelde belastingen
76
55
Correctie belastingen over voorgaande jaren
-
2
Correctie uitgestelde belastingen over voorgaande jaren
-
- 14
Correctie latentie verlaging belastingtarief
-
-2
74
36
Belastingen over het resultaat
102
2010
Actuele belastinglasten
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
De specificatie van de actuele belastinglasten is als volgt: 2011
2010
310
182
-7
2
Fiscaal niet-aftrekbare kosten
8
9
Fiscaal afwijkende afschrijving
- 387
- 371
- 76
- 178
66
158
Resultaat voor belasting Deelnemingsvrijstelling
Fiscaal resultaat Voorwaartse verliescompensatie Fiscaal belastbaar bedrag
- 10
- 20
Nominaal belastingtarief
25,0%
25,5%
Actuele belastinglasten
-2
-5
Van het fiscaal resultaat over 2011 wordt een bedrag van € 10 mln. (2010: € 20 mln.) verrekend met de fiscale winsten over de jaren 2007 en 2008. Het beschikbare compensabele verlies kan tot en met 2017 worden verrekend. De specificatie van de effectieve belastingdruk uitgedrukt als percentage van het resultaat voor belastingen is als volgt: 2011
2010
25,0%
25,5%
- Deelnemingsvrijstelling
-0,6%
0,3%
- Fiscaal niet-aftrekbare kosten
0,7%
1,3%
-
1,0%
-1,4%
-2,2%
Nominaal belastingtarief Effect van:
- Resultaat vrij van belasting - Fiscale stimuleringsmaatregelen (Energieinvesteringsaftrek) - Correctie belastingen over voorgaande jaren - Overige Effectieve belastingdruk
-
-4,4%
0,3%
-1,6%
24,0%
19,9%
11 Resultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten In het boekjaar is besloten om enkele activiteiten te beëindigen die niet langer tot de kernactiviteiten van Eneco behoren. De verkoop zal volgens een regulier verkoopproces plaatsvinden dat Eneco in 2012 verwacht af te ronden. De activa en verplichtingen van deze activiteiten zijn aangemerkt als activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop in de balans. De resultaten van deze classificatie (€ -32,0 mln.) zijn verantwoord als resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten. De hierin opgenomen waardevermindering bedraagt € 16,8 mln. De opbrengsten van de activiteiten geclassificeerd als beëindigde bedrijfsactiviteiten bedragen € 42,0 mln. en de kosten € 57,2 mln. De ontvangen kasstromen hebben vooral betrekking op operationele kasstromen en bedragen € 12 mln.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
103
12 Overheidssubsidies De specificatie van de overheidssubsidies die ten gunste van het resultaat zijn gebracht is als volgt:
Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP-regeling)
2010
50
35
Energie-investeringsaftrek (EIA)
4
4
Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE)
2
2
-
1
56
42
Niet-industriële restwarmte infrastructuur (NIRIS) Totaal
104
2011
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Toelichting op de geconsolideerde balans alle bedragen zijn in miljoenen euro tenzij anders vermeld
13 Materiële vaste activa Grond en bedrijfsgebouwen
Machines en installaties
Netwerken gereguleerd
Overige bedrijfsmiddelen
Activa in aanbouw
Totaal
71
1.512
5.530
153
251
7.517
-
-
- 113
-
-
- 113
Aanschafwaarde Per 1 januari 2010 Herwaardering netwerken gereguleerd Investeringen
1
47
355
7
320
730
Desinvesteringen
-2
-5
-8
- 14
-
- 29
Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop
-1
-4
-
-1
-2
-8
1
3
59
-
- 63
-
70
1.553
5.823
145
506
8.097
-
-
619
-
-
619
4
100
386
3
241
734
-
242
-
1
-
243
Inkrimping consolidatiekring
-1
-2
-
-
-
-3
Desinvesteringen
-3
- 242
- 10
- 31
-
- 286
Herclassificatie overig Per 31 december 2010 Herwaarderingen Investeringen Acquisities
Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop Herclassificatie overig Translatieverschillen Per 31 december 2011
- 19
- 27
-
-1
-
- 47
18
528
2
10
- 569
- 11
-
1
-
-
1
2
69
2.153
6.820
127
179
9.348
27
585
1.725
103
-
2.440
-
-
- 35
-
-
- 35
3
77
185
9
5
279
-1
-3
-4
-8
-
- 16
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen Per 1 januari 2010 Herwaardering netwerken gereguleerd Jaarafschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen Desinvesteringen Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop
-
-2
-
-
-
-2
Herclassificatie overig
-1
- 34
35
-
-
-
Per 31 december 2010
28
623
1.906
104
5
2.666
-
-
210
-
-
210 291
Herwaarderingen Jaarafschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
2
90
193
10
-4
Inkrimping consolidatiekring
-1
-1
-
-
-
-2
Desinvesteringen
-2
- 110
-3
- 29
-
- 144
Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop
-
1
-
-
-
1
Herclassificatie overig
-4
3
-
1
-
-
Per 31 december 2011
23
606
2.306
86
1
3.022
Per 31 december 2010
42
930
3.917
41
501
5.431
Per 31 december 2011
46
1.547
4.514
41
178
6.326
Netto boekwaarde
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
105
Machines en installaties De historische boekwaarde van het bestaande belang in het Prinses Amalia Windpark is gedesinvesteerd. Vervolgens zijn de machines en installaties van het volledige windpark voor de reële waarde op acquisitiedatum verantwoord in de acquisities.
Netwerken gereguleerd In de categorie ‘netwerken gereguleerd’ zijn ook niet-gereguleerde activa opgenomen die noodzakelijk zijn om kasstromen te genereren in het gereguleerde domein en daarmee distributie- en transportactiviteiten voor gas en elektriciteit uit te voeren. De gereguleerde netwerkactiviteiten zijn onderhevig aan regulering door de Energiekamer, een onderdeel van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa).
Reële waarde netwerken gereguleerd De reële waarde van netwerken en netwerkgerelateerde activa in het gereguleerde domein is per 1 januari 2010 bepaald door een externe, onafhankelijke waarderingsspecialist gebaseerd op de ‘Gereguleerde Activa Waarde’ en de hieraan gerelateerde veronderstellingen, zoals deze worden gehanteerd in het regulatorisch kader. De reële waarde is afgeleid van een waarderingsmodel en niet van observeerbare marktprijzen. Voor de waardering is een rendementspercentage van 6,2% gehanteerd. Daarnaast is de waarde gebaseerd op toekomstige distributietarieven zoals door de Energiekamer zijn vastgesteld. De reële waarde van de netwerken gereguleerd is in 2010 met € 78 mln. gedaald, hetgeen resulteerde in een daling van de herwaarderingsreserve met € 58 mln. De afschrijvingen daalden hierdoor met € 2,2 mln. Per 1 oktober 2011 is de waarderingsmethodiek van bepaalde netwerkonderdelen heroverwogen naar aanleiding van marktontwikkelingen en wijzigingen in het reguleringskader en is tot aanpassing besloten. De aanpassing betreft een schattingswijziging die prospectief is verwerkt (zie toelichting 2.1). Hierdoor stijgt de waarde van netwerkgereguleerde activa met € 409 mln., de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen met € 307 mln. en de uitgestelde belastingverplichtingen met € 102 mln. De afschrijvingen stijgen hierdoor in het boekjaar met € 3,0 mln. Per 31 december 2011 bedraagt de boekwaarde tegen historische kostprijs van de netwerken gereguleerd € 3.246 mln. (2010: € 3.021 mln.).
Geactiveerde rente In het boekjaar is € 23 mln. (2010: € 14 mln.) toerekenbare rente geactiveerd in de materiële vaste activa. De gehanteerde verslaggevingstandaarden vereisen dat deze rente wordt geactiveerd. In 2011 bedraagt het activeringspercentage voor interest 4,8% (2010 : 5,0%)
Activa in aanbouw Gedurende het boekjaar is de Enecogen electriciteitscentrale en de gasopslag faciliteit operationeel geworden en geclassificeerd als machines en installaties. In het boekjaar is gebleken dat een aantal investeringsprojecten alsnog zal worden uitgevoerd. Voor deze projecten is een bedrag van € 4 mln. teruggenomen voor eerdere afboekingen in de activa in aanbouw in 2010.
Lease-and-leaseback transacties In de jaren 1997 tot en met 2000 zijn lease-and-leaseback transacties aangegaan voor een groot deel van de gas-, elektriciteits- en warmtenetten. Het juridische en economische eigendom van deze netten ligt bij Eneco. Voor een nadere toelichting op deze leasetransacties wordt verwezen naar toelichting 30.
106
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
14 Immateriële vaste activa Goodwill
Klantenbestanden
Licenties en software
Concessies, vergunningen en rechten
Ontwikkelingskosten
Totaal
589
Aanschafwaarde Per 1 januari 2010
170
107
66
235
11
Investeringen
-
-
1
1
2
4
Translatieverschillen
-
-
-
1
-
1
Desinvesteringen
-
-
-8
-
-1
-9
Herclassificatie overig
-
-
4
-3
-7
-6 579
Per 31 december 2010
170
107
63
234
5
Investeringen
-
-
3
-
-
3
Acquisities
-
75
3
11
-
89
Desinvesteringen Herclassificatie overig Per 31 december 2011
-
-
- 13
-
-2
- 15
-3
-
16
-
1
14
167
182
72
245
4
670
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen Per 1 januari 2010
-
39
56
86
4
185
Jaarafschrijvingen
-
6
6
10
1
23
Desinvesteringen
-
-
-8
-
-
-8
Per 31 december 2010
-
45
54
96
5
200
Jaarafschrijvingen
-
13
6
11
2
32
Desinvesteringen
-
-
- 13
-
-2
- 15
Herclassificatie overig
-
-
5
-1
-1
3
Per 31 december 2011
-
58
52
106
4
220
Per 31 december 2010
170
62
9
138
-
379
Per 31 december 2011
167
124
20
139
-
450
Netto boekwaarde
De kasstroomgenererende eenheden voor goodwill zijn gelijk aan de bedrijfssegmenten. Alle goodwill heeft betrekking op Energiebedrijf Eneco. Een marktprijs is niet beschikbaar ter vaststelling van de reële waarde minus verkoopkosten van de kasstroomgenererende eenheden. De bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheden is gebaseerd op verwachte toekomstige kasstromen. Deze kasstromen zijn gebaseerd op de meerjarenplanning van Eneco, een constante marktconforme langetermijngroei en een disconteringsvoet die aansluit op de risico’s van de activiteiten. Bij het opstellen van de jaarrekening bestaat geen aanleiding tot het aanpassen van deze veronderstelling, derhalve is geen gevoeligheidsanalyse opgenomen. De post klantenbestanden betreft voornamelijk het klantenbestand van Oxxio dat in 2011 is overgenomen en van REMU N.V., overgenomen in 2003. De post concessies, vergunningen en rechten bestaat uit een bedrag van € 150 mln. dat in 2005 is betaald voor de overname van een overeenkomst betreffende de levering van maximaal 820 MW elektriciteit door Rijnmond Energy C.V. In 2008 is voor € 45 mln. aan vergunningen toegevoegd uit hoofde van de acquisitie van Air Energy S.A. die zijn verleend voor bestaande en nog te realiseren windparken in België.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
107
15 Bedrijfscombinaties Oxxio Eneco heeft op 1 juni 2011 Oxxio overgenomen. De overname heeft plaatsgevonden door alle aandelen en de bijbehorende zeggenschap te verwerven en is voldaan in geldmiddelen. Oxxio is in Nederland actief als energieleverancier van zowel retail- als zakelijke afnemers. De overname versterkt Eneco’s marktpositie. De reële waarde van de vorderingen bedraagt € 48 mln. De nominale waarde bedraagt € 98 mln. Hiervan zal naar verwachting € 50 mln. niet worden ontvangen. De transactiekosten voor de overname van € 1,5 mln. zijn verantwoord als overige bedrijfskosten in de winst- en verliesrekening.
Prinses Amalia Windpark Op 6 oktober 2011 is het resterende 50% belang in Prinses Amalia Windpark overgenomen. De overname heeft plaatsgevonden door transacties in aandelen en in activa en passiva. Voor de overname bezat Eneco reeds 50% van het windpark. Het bestaande belang is geherwaardeerd tegen reële waarde aangezien sprake is van een stapsgewijze overname. De overname versterkt Eneco’s positie in Nederlandse windparken. De reële waarde van de vorderingen bedraagt € 5,6 mln. en is gelijk aan de nominale waarde. Het bedrag van de vorderingen zal naar verwachting volledig worden ontvangen. Op de overnamedatum was de reële waarde van Eneco’s bestaand belang in het windpark € 7,6 mln. negatief na een afwaardering van € 11,9 mln. Daarnaast is € 1,2 mln., verbandhoudend met de kasstroomhedge reserve van dit belang ten laste van het resultaat gebracht. De overname van het resterende 50% belang resulteerde in een badwill van € 9,9 mln. De acquisitie gerelateerde kosten bedroegen € 0,3 mln.
Overige toelichting Na de overname bedroegen de opbrengsten van de overgenomen activiteiten € 215,1 mln. (Oxxio € 193,9 mln. en Prinses Amalia Windpark € 21,2 mln.) en het bedrijfsresultaat € 1,3 mln. negatief (Oxxio € 8,9 mln. negatief en Prinses Amalia Windpark € 7,6 mln.). De opbrengsten van Eneco inclusief Oxxio en Prinses Amalia Windpark zouden pro rato op jaarbasis voor geheel 2011 € 5,2 mld. bedragen en het bedrijfsresultaat € 378 mln.
Acquisities Per acquisitiedatum Materiële vaste activa
Prinses Amalia Windpark (100%)
1
242
Immateriële vaste activa
89
-
Werkkapitaal inclusief liquide middelen
19
46
Voorzieningen
-5
-8
Uitgestelde belastingverplichtingen
-
- 24
Langlopende rentedragende schulden
-
- 113
Kortlopende rentedragende schulden
-
- 134
Afgeleide financiële instrumenten lang
-
-3
104
6
-
2
Betaalde vergoeding (in liquide middelen)
104
4
Verkregen (-) / afgestoten (+) geldmiddelen
- 11
- 19
93
- 15
Netto identificeerbare activa en passiva Resultaat transactie
Netto uitgaande (+) / inkomende (-) kasstroom
108
Oxxio
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
De in bovenstaande tabel gepresenteerde cijfers van het Prinses Amalia Windpark vertegenwoordigen zowel het verworven 50% deel van de activa en passiva als het reeds aangehouden 50% deel hiervan. In het werkkapitaal van Oxxio zijn energiemeters opgenomen voor € 5,0 mln., die gedurende het jaar zijn verkocht overeenkomstig het lopende verkoopproces hiervan.
16 Geassocieerde deelnemingen De waarde van de geassocieerde deelnemingen heeft zich in 2011 als volgt ontwikkeld:
Boekwaarde per 1 januari - Acquisities - Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop - Aandeel in het resultaat na belastingen - Ontvangen dividend
2011
2010
74
75
-
1
- 42
-
2
6
-2
-3
- Waardevermindering
-
-4
- Translatieverschillen
-
-1
32
74
Boekwaarde per 31 december
De samenvatting van de financiële gegevens van de geassocieerde deelnemingen is als volgt: Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
Activa
154
360
Verplichtingen
106
171
2011
2010
Omzet
290
560
1
21
Resultaat na belastingen
17 Uitgestelde belastingen De specificatie van het saldo van de uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen is als volgt:
Materiële vaste activa Immateriële vaste activa Kasstroomafdekkingen
Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
- 338
- 153
- 12
- 12
2
14
36
32
Voorzieningen
7
7
Vorderingen
1
1
- 304
- 111
Compensabele verliezen
Totaal
De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen die betrekking hebben op kasstroomafdekkingen worden via het eigen vermogen verwerkt. De regeling ter voorkoming van dubbele belastingheffing leidt voor de stallingsverliezen van vaste inrichtingen in het buitenland tot de gepresenteerde uitgestelde belastingverplichting onder de compensabele verliezen. De specificatie van de vervaltermijnen van verrekenbare tijdelijke verschillen per 31 december 2011 is als volgt:
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
109
Vervaltermijnen van verrekenbare verschillen na 31 december 2011 Materiële vaste activa
1 - 50 jr
Immateriële vaste activa
1 - 30 jr
Kasstroomafdekkingen
1 - 30 jr
Compensabele verliezen
1 - 10 jr
Voorzieningen
1 - 10 jr
Vorderingen
1 jr
Voor compensabele (voorvoegings)verliezen ten bedrage van € 66,9 mln. (2010: € 42,1 mln.) is geen uitgestelde belastingvordering opgenomen, omdat niet zeker is of voldoende toekomstige fiscale winsten beschikbaar zullen zijn waarmee deze verliezen kunnen worden verrekend. Volgens de fiscale regelgeving is verrekening van deze verliezen alleen mogelijk met winsten die worden gerealiseerd in de jaren 2012 tot en met 2020.
18 Afgeleide financiële instrumenten De specificatie van de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten is als volgt: Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
Activa
Passiva
Activa
Renteswapcontracten
-
11
-
5
Valutaswapcontracten
11
6
9
15
201
170
212
220
70
52
38
24
282
239
259
264
197
173
168
174
85
66
91
90
282
239
259
264
Energiecommoditycontracten CO2-emissierechtencontracten Totaal
Passiva
Classificatie Vlottend / kortlopend Vast / langlopend Totaal
De specificatie van de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten waarvan de waardemutaties zijn verwerkt in het resultaat is als volgt: Per 31 december 2011 Valutaswapcontracten Energiecommoditycontracten CO2-emissierechtencontracten Totaal
Per 31 december 2010
Activa
Passiva
2
2
Activa
Passiva
148 70
136
170
164
52
38
24
220
190
208
188
165
152
142
130
55
38
66
58
220
190
208
188
Classificatie Vlottend / kortlopend Vast / langlopend Totaal
De specificatie van de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten waarvan de waardemutaties zijn verwerkt in het eigen vermogen via de reserve kasstroomafdekkingen is als volgt:
110
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
Activa
Passiva
Activa
Renteswapcontracten
-
11
-
Passiva 5
Valutaswapcontracten
9
4
9
15
Energiecommoditycontracten
53
34
42
56
Totaal
62
49
51
76
Vlottend / kortlopend
32
21
26
44
Vast / langlopend
30
28
25
32
Totaal
62
49
51
76
Classificatie
Deze instrumenten worden gebruikt in kasstroomhedge afdekkingstransacties om rente-, valuta- en energieprijsrisico’s af te dekken. Voor de waarderingsmethodiek van financiële instrumenten wordt de volgende hiërarchie gehanteerd:
Niveau 1 Onder niveau 1 worden financiële instrumenten verantwoord waarvan de reële waarde is gebaseerd op niet aangepaste marktprijzen van gelijke instrumenten in actieve markten.
Niveau 2 Onder niveau 2 worden financiële instrumenten verantwoord met een reële waarde gebaseerd op marktprijzen of prijsopgaven aangevuld met andere beschikbare informatie. Bij de waarderingsmethodiek wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van observeerbare marktprijzen. De waardering van niveau 2 energiecommoditycontracten is gebaseerd op marktprijzen of prijsopgaven voor liquide perioden voor onderliggende waarden als elektriciteit, gas (title transfer facility), olie gerelateerde prijzen en emissierechten. Andere contracten worden gewaardeerd middels afstemming met de tegenpartij, in deze afstemmingen worden observeerbare forwardcurves van rente en valuta gehanteerd. Illiquide contracten worden niet onder deze categorie instrumenten verantwoord.
Niveau 3 Onder niveau 3 worden financiële instrumenten verantwoord die zijn gewaardeerd op basis van berekeningen waarin een of meer significante inputfactoren niet zijn gebaseerd op objectieve marktdata. De hiërarchie van de per 31 december 2011 op reële waarde gewaardeerde afgeleide financiële instrumenten is als volgt: 31 December 2011
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
29
240
-
269
2
10
-
12
31
250
-
281
Energiecommoditycontracten
3
211
-
214
Rente- en valutaswapcontracten
2
15
-
17
5
226
-
231
Activa Energiecommoditycontracten Rente- en valutaswapcontracten
Passiva
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
111
31 December 2010
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
18
232
-
250
-
9
-
9
18
241
-
259
17
227
-
244
-
20
-
20
17
247
-
264
Activa Energiecommoditycontracten Rente- en valutaswapcontracten
Passiva Energiecommoditycontracten Rente- en valutaswapcontracten
In toelichting 24 is het verloopoverzicht van de reserve kasstroomafdekking opgenomen. De kasstroomafdekkingsinstrumenten betreffen afgeleide financiële instrumenten die netto tussen partijen worden afgerekend. De specificatie van de perioden waarin de kasstromen van de kasstroomafdekkingen naar verwachting zullen worden gerealiseerd is als volgt: Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
61
- 44
Binnen 1 tot 5 jaar
199
11
Na 5 jaar
- 22
-1
Totaal
238
- 34
Verwachte kasstroom Binnen 1 jaar
Het totaal van de kasstroomafdekkingen dat in de toekomst in het resultaat wordt verwerkt is onder aftrek van belastingen opgenomen in de reserve kasstroomafdekkingen. De specificatie van de perioden waarin de resultaten van de kasstroomafdekkingen naar verwachting zullen worden gerealiseerd is als volgt: Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
Verwachte verwerking in het resultaat na belastingen Binnen 1 jaar
-8
- 34
Binnen 1 tot 5 jaar
101
6
Na 5 jaar
- 22
-
71
- 28
Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
Totaal
19 Overige financiële vaste activa Overige kapitaalbelangen
3
4
Vorderingen op verbonden partijen
1
55
Overige vorderingen
68
66
Totaal
72
125
Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
20 Activa aangehouden voor verkoop
112
Gebouwen
15
7
Af te stoten activa- en verplichtingengroep
37
42
Geassocieerde deelnemingen
42
-
Totaal
94
49
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
In 2011 heeft Eneco een groep activiteiten en een geassocieerde deelneming geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop.
21 Handelsdebiteuren Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
829
879
Energiedebiteuren Overige handelsdebiteuren
78
72
Af: waardeverminderingen
- 103
- 92
804
859
Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
665
736
- tot 3 maanden
90
90
- 3 tot 6 maanden
22
16
- 6 tot 12 maanden
35
36
- meer dan 12 maanden
95
73
Totaal De specificatie van de uitstaande vorderingen naar ouderdom is als volgt:
Voor vervaldatum Na vervaldatum
Nominale waarde
907
951
- 103
- 92
804
859
2011
2010
Per 1 januari
92
84
Toevoegingen via het resultaat
21
28
- 55
- 20
Terugname eerdere afboekingen
-8
-
Overige mutaties
53
-
Per 31 december
103
92
Af: waardeverminderingen Totaal
Het verloop van de waardeverminderingen van de debiteuren is als volgt:
Onttrekkingen
De handelsdebiteuren betreffen posten met een looptijd korter dan een jaar. Gezien het kortlopende karakter van de post handelsdebiteuren is de boekwaarde gelijk aan de reële waarde. Voor de overige posten van de waardevermindering van de debiteuren wordt verwezen naar toelichting 15.
22 Overige vorderingen Overlopende activa Zekerheidsstellingen aan handelspartijen (margin calls) Overige vorderingen Totaal
Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
208
73
-
20
3
9
211
102
Vanwege het kortlopende karakter van de post overige vorderingen is de boekwaarde gelijk aan de reële waarde.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
113
23 Liquide middelen De liquide middelen bestaan uit kas- en banksaldi en deposito’s en bedragen per 31 december 2011 € 279 mln. (2010: € 241 mln.). Niet direct opvraagbare deposito’s en geblokkeerde rekeningen bedragen op 31 december 2011 € 86 mln. (2010: € 68 mln.). Deze middelen staan niet ter vrije beschikking van Eneco.
24 Groepsvermogen Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
Aandelenkapitaal
497
497
Agioreserve
381
381
Herwaarderingsreserve
945
668
Reserve translatieverschillen Reserve kasstroomafdekkingen Ingehouden resultaten Onverdeeld resultaat boekjaar Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders Eneco Holding N.V. Minderheidsbelangen Groepsvermogen Eneco
1
-1
- 12
- 56
2.337
2.250
204
141
4.353
3.880
-
10
4.353
3.890
Aandelenkapitaal Het maatschappelijk kapitaal van Eneco Holding N.V. bedraagt € 2 mld., verdeeld in 20 miljoen aandelen met een nominale waarde van elk € 100,-. Per 31 december 2011 zijn 4.970.978 aandelen geplaatst en volgestort. In 2011 is hierin geen wijziging opgetreden. Eneco Holding N.V. heeft alleen gewone aandelen uitstaan.
Agioreserve Eneco Holding N.V. is ontstaan in 2000. De toenmalige aandeelhouders van N.V. Eneco hebben een kapitaalbelang in de vennootschap verkregen door hun kapitaalbelang in N.V. Eneco in te brengen in Eneco Holding N.V. Voor zover de waarde van dat kapitaalbelang de nominale waarde van de aandelen van Eneco Holding N.V. oversteeg is dit meerdere opgenomen als agioreserve. Deze reserve is te beschouwen als gestort kapitaal.
Herwaarderingsreserve De herwaarderingsreserve heeft betrekking op de waardering van netwerken en netwerkgerelateerde activa op basis van de reële waarde. De vorming van deze reserve heeft in 2008 plaatsgevonden. Het verschil tussen de afschrijvingen in het boekjaar 2011 op basis van de geherwaardeerde boekwaarde en de afschrijvingen op basis van de oorspronkelijke historische kostprijs is, gecorrigeerd voor uitgestelde belastingen, overgeboekt van de herwaarderingsreserve naar de reserve ingehouden winsten. De herwaarderingsreserve staat niet ter vrije beschikking van de aandeelhouders.
Reserve kasstroomafdekkingen In de reserve kasstroomafdekkingen worden veranderingen verwerkt van de reële waarde van het effectieve deel van afgeleide financiële instrumenten die zijn aangewezen voor kasstroomafdekking waarvan de afdekkingstransactie nog niet is afgewikkeld. Eneco voldoet hierbij aan de voorwaarden van cashflow hedge accounting. Deze afdekkingsinstrumenten bestaan vooral uit forward- en swapcontracten die met andere marktpartijen zijn afgesloten om de marktprijsrisico’s af te dekken van de inkoop en verkoop van energiecommoditycontracten. Daarnaast is onder deze reserve het effectieve deel van de afdekking met rente- en valutaswapcontracten opgenomen. De reserve kasstroomafdekkingen staat niet ter vrije beschikking van de aandeelhouders. Onderstaand is het verloopoverzicht van de reserve kasstroomafdekkingen opgenomen:
114
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Per 1 januari 2010
Energiecommodities
Renteswapcontracten
Valutaswapcontracten
Totaal
4
-5
- 51
- 52
Nieuw gedefinieerde kasstroomhedges in boekjaar
-6
1
-
-5
Mutatie reële waarde kasstroomafdekkingen
-5
-1
22
16
7
-
-5
2
-3
-
-
-3
Beëindigde kasstroomafdekkingen
- 14
-
-
- 14
Per 31 december 2010
- 17
-5
- 34
- 56
17
1
-
18
12
-3
- 10
-1
- 15
-
2
- 13
Uitgestelde belastingverplichtingen Ineffectief deel van kasstroomhedges
Nieuw gedefinieerde kasstroomhedges in boekjaar Mutatie reële waarde kasstroomafdekkingen Uitgestelde belastingverplichtingen Ineffectief deel van kasstroomhedges
-6
-
-
-6
Beëindigde kasstroomafdekkingen
44
2
-
46
Per 31 december 2011
35
-5
- 42
- 12
Uitkeerbare resultaten In 2011 is voor € 14,28 dividend per aandeel uitgekeerd (2010: € 17,70). Per 31 december 2011 bedraagt het niet-uitkeerbare vermogen € 1.027 mln. (2010: € 778 mln.).
25 Personeelsvoorzieningen Ziektekosten gepensioneerden
Diensttijd gebonden uitkeringen
Totaal
6
25
31
-
2
2
-1
-1
-2
Vrijval
-
-2
-2
Herclassificatie
-
-1
-1
5
23
28
-
5
5
-1
-1
-2
4
27
31
Per 1 januari 2010 Dotaties Onttrekkingen
Per 31 december 2010 Dotaties Onttrekkingen Per 31 december 2011 Classificatie Kortlopend
1
5
6
Langlopend
3
22
25
Per 31 december 2011
4
27
31
De voorzieningen zijn actuarieel bepaald op basis van de volgende uitgangspunten: 2011
2010
Disconteringsvoet per 31 december
3,3%
4,0%
Toekomstige salarisstijgingen
1,2%
1,0%
De uitgaven van de personeelsvoorziening vinden over een langere periode plaats. De voorziening wordt jaarlijks herrekend op basis van actuele personeelsgegevens en geeft de adequate weergave van de verwachte kasstromen.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
115
26 Overige voorzieningen
Per 1 januari 2010
Amoveringsvoorziening
Verlies latende contracten
Reorganisatie
Overige
Totaal
24
15
5
16
60
Dotaties
3
1
13
2
19
Acquisitie
-
-
-
-
-
Onttrekkingen
-
-3
-7
- 10
- 20
Vrijval
-
-
-1
-5
-6
Herclassificatie
-1
-
-
2
1
Per 31 december 2010
26
13
10
5
54
Dotaties
10
1
4
13
28
8
-
2
3
13
-4
-1
-8
-2
- 15
Vrijval
-4
-1
-
-8
- 13
Herclassificatie
-2
6
-1
1
4
Per 31 december 2011
34
18
7
12
71
Acquisitie Onttrekkingen
Classificatie Kortlopend
-
8
6
-
14
Langlopend
34
10
1
12
57
Per 31 december 2011
34
18
7
12
71
De voorzieningen zijn in 2011 opgerent met 5% (2010: 5%).
Amoveringsvoorziening De amoveringsvoorziening heeft een langlopend karakter. De kasstromen zullen na tien jaar en binnen twintig jaar plaatsvinden. De bedragen vormen de beste schatting en worden jaarlijks beoordeeld voor de verwachte toekomstige kostenontwikkelingen voor het verwijderen van activa.
Voorziening verlieslatende contracten en reorganisatie De uitgaven voor verlieslatende contracten zullen binnen drie jaar plaatsvinden. De voorziening geeft een goede weerspiegeling van de kasstromen door de relatief korte resterende looptijd van de contracten.
Overige voorzieningen De uitgaven van de overige voorzieningen zullen naar verwachting over een langere periode plaatsvinden. De uitgaven voor deze voorzieningen zijn moeilijk in te schatten. De huidige bedragen vormen de beste inschatting op balansdatum.
27 Rentedragende schulden De rentedragende schulden zijn als volgt te specificeren:
Onderhandse leningen Groene en achtergestelde leningen Totaal 1
Per 31 december 2011
Per 31 december 20101
1.847
1.777
12
170
1.859
1.947
Gegevens 2010 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast
Voor de specificatie van de perioden waarin de aflossingen zullen plaatsvinden wordt verwezen naar toelichting 32.
116
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Classificatie
Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
Kortlopend
140
247
Langlopend
1.719
1.700
Totaal
1.859
1.947
Voor de rentedragende schulden hebben geen zekerheidstellingen plaatsgevonden. De onderhandse leningen zijn in overwegende mate verkregen van institutionele beleggers en banken. De onderhandse leningen omvatten tevens voor een bedrag van € 208 mln. in US dollars (2010: €203 mln.), € 200 mln. in Japanse yens (2010: € 185 mln.) en € 90 mln. in Britse ponden (2010: €88 mln.). De groenfonds leningen betreffen leningen voor financiering van specifieke investeringen in duurzame energie-infrastructuur. Vanwege de belastingvoordelen die beleggers in deze groenfondsen genieten ligt de verschuldigde rente onder de marktrente. De kasgeldleningen bestonden uit onderhandse kasgeldleningen en uitgegeven commercial papers. Een overzicht van de kredietfaciliteiten is opgenomen in toelichting 32. Aflossingsverplichtingen voor het eerste jaar na balansdatum worden opgenomen onder de kortlopende schulden. De rentebetalingen over een leningsbedrag van € 1.572 mln. (2010: € 1.707 mln.) zijn gebaseerd op een vast percentage (reële waarde risico). Voor de overige leningen gelden variabele rentepercentages die de ontwikkeling van de marktrente (kasstroom-renterisico) volgen. Voor deze variabele rentepercentages wordt deels gebruik gemaakt van afgeleide financiële instrumenten (renteswapcontracten). De gemiddelde rentelast en de reële waarde van de leningen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Gemiddelde rentelast Reële waarde van de leningen
2011
2010
4,4%
4,8%
1.937
1.995
De reële waarde van de leningen is benaderd door middel van de contante waarde methode. Hierbij is uitgegaan van relevante marktrente tarieven.
28 Handelscrediteuren en overige schulden Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
Handelscrediteuren
827
673
Overlopende passiva
541
313
Pensioenpremies
2
5
Overige schulden
409
292
1.779
1.283
Kortlopend
1.555
1.152
Langlopend
224
131
1.779
1.283
Totaal Classificatie
Totaal
Onder de overlopende passiva is een bedrag van € 10,9 mln. (2010: € 8,6 mln.) opgenomen dat betrekking heeft op de af te stoten activa- en verplichtingengroep, hiervoor wordt verwezen naar toelichting 11 en 20.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
117
29 Operationele leases Kosten en verplichtingen van operationele leases Eneco heeft operationele lease-overeenkomsten afgesloten voor ICT-voorzieningen en het wagenpark. Daarnaast zijn huurovereenkomsten gesloten voor een aantal terreinen en bedrijfspanden. In het resultaat is hiervoor een last opgenomen van € 56 mln. (2010: € 40 mln.). De minimale verplichtingen van deze overeenkomsten vervallen als volgt: Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
56
48
Binnen 1 tot 5 jaar
151
105
Na 5 jaar
152
118
Totaal
359
271
Binnen 1 jaar
Opbrengsten van operationele leases Verbruikstoestellen en energie-installaties worden verhuurd voor perioden van 5 tot 15 jaar, waarbij de betreffende activa eigendom van Eneco blijven. De verhuur omvat de terbeschikkingstelling aan gebruikers inclusief het onderhoud. De verhuuropbrengsten die in het resultaat zijn verwerkt bedragen € 40 mln. (2010: € 37 mln.). De minimale vorderingen uit hoofde van niet-opzegbare huurovereenkomsten vervallen als volgt: Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
Binnen 1 jaar
28
26
Binnen 1 tot 5 jaar
87
71
Na 5 jaar
92
41
207
138
Totaal
30 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Inkoop- en verkoopverplichtingen energie Eneco heeft inkoopverplichtingen voor energie ter grootte van € 12,4 mld. (2010: € 9,1 mld.). Deze inkoopcontracten hebben betrekking op 2012 en latere jaren. De inkoopverplichtingen omvatten energiecontracten voor eigen gebruik (own use) met verschillende energieproducenten waaronder Rijnmond Energy C.V. en diverse kleinere producenten van windenergie en gasproducenten. Daartegenover staan verkoopverplichtingen die betrekking hebben op 2012 en latere jaren ter grootte van € 3,9 mld. (2010: € 4,6 mld.). Voor de inkoop van warmte zijn verplichtingen ter grootte van € 0,3 mld. (2010: € 0,4 mld.) aangegaan tot en met 2020.
Lease-and-leaseback transacties In de jaren 1997 tot en met 2000 zijn lease-and-leaseback transacties aangegaan voor een groot deel van de gas-, elektriciteits- en warmtenetten. Deze activa zijn voor een langdurige periode verhuurd aan derden, die dezelfde activa vervolgens hebben onderverhuurd aan Eneco. Aan het einde van de termijnen van de onderverhuur, gelegen tussen 2015 tot en met 2025, heeft Eneco het recht om de bij derden berustende rechten van onderverhuur te kopen. De specificatie van de afgesloten transacties is als volgt:
118
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Aantal transacties
Transactie- waarde
Kosten vroegtijdige beëindiging
Waarde beleggingen
Elektriciteitsnetten
7
1.602
639
523
Gasnetten
6
773
304
272
Warmtenetten
2
524
211
198
Totaal 31 december 2011
15
2.899
1.154
993
Totaal 31 december 2010
15
2.899
1.149
868
x USD 1 mln.
De transactiewaarden betreffen de taxatiewaarden op het moment van afsluiten van de lease-andleaseback transacties bepaald voor Amerikaanse fiscale doeleinden, op basis van Amerikaanse fiscale waarderingsgrondslagen. In 2011 zijn geen transacties vroegtijdig beëindigd (2010: 7). De baten uit lease-and-leaseback transacties zijn verantwoord in het jaar van afsluiten van de respectievelijke transacties, onder aftrek van de destijds verwachte kosten gedurende de resterende looptijd. Deze verwachte kosten zijn in de balans opgenomen onder de overige langlopende schulden. De afgesloten lease-and-leaseback transacties kunnen de verkoopbaarheid van de activa beperken. Onder voorwaarden kunnen de activa of delen daarvan worden verkocht. Indien niet aan de voorwaarden zou worden voldaan kunnen ontbindende voorwaarden in werking treden. In verband met deze lease-and-leaseback transacties bestaan contractuele voorwaardelijke en onvoorwaardelijke verplichtingen en rechten. De financiële verplichtingen en rechten zijn per saldo aan elkaar gelijk en zijn overgedragen aan derden, waardoor deze niet in de balans worden opgenomen. Voor de verplichtingen zoals hiervoor bedoeld, heeft de vennootschap zekerheden verstrekt in de vorm van hypotheek- en pandrechten op onderdelen van de gas-, elektriciteits- en warmtenetten. Tevens heeft de vennootschap in verband met het risico van gedwongen voortijdige beëindiging van de leaseand-leaseback transacties aanvullende zekerheden verstrekt in de vorm van bankgaranties (Letters of Credit) ter waarde van USD 476 mln. (2010: USD 470 mln.), die zijn gedekt met ondergeschikte zekerheidsrechten op het netwerk. Bij het aangaan van de lease-and-leaseback transacties is een deel van de ontvangen gelden belegd in Amerikaanse staatsobligaties of obligaties met een vrijwel vergelijkbare kredietwaardigheid. Deze gelden kunnen te zijner tijd worden aangewend om de rechten van onderverhuur te kopen. Op balansdatum bedraagt de marktwaarde van deze beleggingen USD 993 mln. (2010: USD 868 mln.). Het verschil tussen de kosten van vroegtijdige beëindiging en de waarde van de beleggingen zal zich naar verwachting in de komende jaren als volgt ontwikkelen: x USD 1 mln.
2012
2013
2015
Kosten vroegtijdige beëindiging
1.165
1.173
Waarde beleggingen
1.012
1.032
153
141
Verschil
2020
2025
1.188
417
148
1.074
366
148
114
51
-
Het deel van de kosten van vroegtijdige beëindiging dat contractueel met bankgaranties moet worden afgedekt is afhankelijk van de corporate credit rating van Eneco. Per balansdatum is deze credit rating volgens Standard & Poor’s ‘A-’.
Investeringsverplichtingen Ultimo 2011 is Eneco investeringsverplichtingen aangegaan voor een totaalbedrag van € 465 mln. (2010: € 404 mln.).
Overige verplichtingen en verstrekte garanties Ultimo 2011 bedragen de bestaande overige betalingsverplichtingen € 809 mln. (2010: € 183 mln.), die vanaf 2012 voldaan moeten worden.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
119
Eneco heeft aan derden garanties verstrekt ter grootte van circa € 20 mln. (2010: € 14 mln.). Eneco heeft een fiscale eenheid gevormd voor de vennootschapsbelasting en een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Eneco Holding N.V. en de dochters die deel uitmaken van een fiscale eenheid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschuld.
31 Transacties met verbonden partijen Aan Eneco verbonden partijen zijn de geassocieerde deelnemingen, joint ventures en de partijen waarmee gezamenlijk beslissende zeggenschap wordt uitgeoefend over een entiteit, zoals in deze jaarrekening opgenomen en tevens haar bestuurders en commissarissen. Aandeelhouders van Eneco met invloed van betekenis zijn verbonden partijen. De verkopen aan en inkopen van verbonden partijen hebben plaatsgevonden volgens voorwaarden die in het normale economische verkeer met derden gebruikelijk zijn. De vorderingen en schulden zijn niet zeker gesteld en zullen door bankbetalingen worden verrekend. De specificatie van de handelstransacties met de belangrijkste verbonden partijen is als volgt: Verkopen
Inkopen
2011
2010
2011
2010
Geassocieerde deelnemingen
84
83
17
26
Joint ventures
11
13
22
34
De specificatie van de vorderingen op en schulden aan de belangrijkste verbonden partijen is als volgt: Vorderingen Per 31 december 2011 Geassocieerde deelnemingen Joint ventures
Schulden
Per 31 december 2010
Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
19
17
-
2
1
108
4
3
Voor de bezoldiging van de bestuurders en commissarissen wordt verwezen naar toelichting 6. Naast deze functionele relatie bestaat tussen hen en Eneco geen andere relatie dan die van klant en leverancier op basis van algemeen gebruikelijke leveringsvoorwaarden. Eneco past de vrijstelling toe om transacties met verbonden overheidsinstellingen niet toe te lichten toe. De Gemeente Rotterdam heeft invloed van betekenis. Naast de aandeelhoudersrelatie bestaat geen andere relatie dan die van klant en leverancier op basis van algemeen gebruikelijke leveringsvoorwaarden onder marktconforme voorwaarden.
32 Beheersing van financiële risico's In het kader van de normale bedrijfsvoering wordt kredietrisico, (commodity-)marktrisico,renterisico en liquiditeitsrisico gelopen. Het beleid is erop gericht de negatieve gevolgen van onvoorziene omstandigheden op de financiële resultaten te minimaliseren. De doelstellingen die hiervoor zijn geformuleerd, zijn afgeleid van de strategische doelstellingen. Op basis van deze doelstellingen zijn procedures en richtlijnen opgesteld die ten minste eenmaal per jaar worden geëvalueerd en indien nodig aangepast. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de risicobeheersing. In dit kader worden door haar de procedures en richtlijnen vastgesteld en ziet zij toe op de naleving. De bevoegdheden om namens Eneco verbintenissen aan te gaan zijn vastgelegd in het Corporate Authority Manual. Daarnaast zijn voor alle business units mandaten opgesteld die commodity (elektriciteit, gas, warmte, emissierechten en fuels) risico’s beheersen, zoals onder andere voor de sourcings- en handelsafdeling van Eneco en de verkoopkanalen van Eneco.
120
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
De Raad van Bestuur bespreekt periodiek met het management de ontwikkeling van de resultaten, kengetallen zoals de ontwikkeling van het werkkapitaal en de handelspositie, de belangrijkste risico’s en de maatregelen om deze risico’s te beheersen. Op basis van belangrijke geïdentificeerde risico’s worden stress tests ontwikkeld en toegepast op financiële meerjarenplanning. Hiermee wordt de impact van risico’s op de bedrijfsvoering inzichtelijk gemaakt. Elk jaar legt het management verantwoording af aan de Raad van Bestuur middels een ‘in control statement’. Een intern Audit & Risk Committee, een Commodity Risk Committee en een Investment Risk Committee zien toe op de formulering en toepassing van het risicobeleid en adviseert de Raad van Bestuur hierover. Door bespreking van strategische plannen, budgetten, prognoses en resultaten houden de commissarissen toezicht op de gang van zaken en de beheersing van risico’s.
32.1 Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat een verlies ontstaat omdat de tegenpartij of de bank van de tegenpartij niet aan haar contractuele verplichtingen kan of zal voldoen. Voor de beheersing van dit risico wordt onderscheid gemaakt tussen debiteurenrisico en tegenpartijrisico (counterparty risk).
Debiteurenrisico Debiteurenrisico is het risico dat een debiteur een vordering niet zal voldoen. De meeste vorderingen zijn van beperkte omvang en verdeeld over een zeer groot aantal debiteuren. De Raad van Bestuur ziet hier geen concentratie van risico. Het beleid is erop gericht om aan klanten geen andere kredieten te verstrekken dan normale leverancierskredieten zoals vastgelegd in de van toepassing zijnde leveringsvoorwaarden. Daarnaast is op decentraal niveau in de organisatie beleid geformuleerd. De effectiviteit van dat beleid wordt centraal gemonitord en zo nodig bijgestuurd. Maatregelen die worden toegepast om het debiteurenrisico te beperken zijn: • Een actief incassobeleid. • Het gebruik van kredietlimieten, bankgaranties en/of margining (cash collateral) voor zakelijke partijen. • De inzet van incassobureaus en differentiatie in incassomethoden voor actuele en historische klanten. De waarde van een vordering wordt volgens een voorgeschreven procedure aangepast. Deze is gebaseerd op de tijd dat de vordering openstaat en de kans dat deze niet volledig wordt voldaan. Voor de zakelijke klanten wordt dit aangevuld met een individuele beoordeling.
Tegenpartijrisico Tegenpartijrisico is het risico dat een handelspartner niet aan haar leverings- of betalingsverplichtingen kan of zal voldoen. Dit risico heeft voornamelijk betrekking op de handel in energiecommodities, emissierechten en rente- en valuta- afdekkingstransacties. De basis voor de beheersing van dit risico is vastgelegd in het ‘Counterparty Mandaat’ (onderdeel van het commodity mandaat Eneco Energy Trade) en het ‘Treasury Statuut’, dat door de Raad van Bestuur is vastgesteld. De wijze van de beheersing van het tegenpartij risico is vastgelegd in het Counterparty Mandaat dat is vastgesteld door de Raad van Bestuur. De omvang van het tegenpartijrisico wordt voornamelijk bepaald door de vervangingswaarde van de toekomstige leveringen. Deze vervangingswaarde wordt per tegenpartij dagelijks berekend op basis van de actuele marktprijzen voor toekomstige leveringen. De risicopositie wordt afgemeten aan de risicotolerantie. Deze tolerantie wordt per contractpartij vastgesteld op basis van een beoordeling van de kredietwaardigheid van die tegenpartij volgens een openbare of interne rating.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
121
Het tegenpartijrisico wordt beperkt door: • Stellen van een bepaalde financiële limietruimte gebaseerd op financiële sterkte counterparty. • Stellen van bepaalde handelsvolume restricties per tegenpartij (positiemanagement). • Gebruik maken van gestandaardiseerde overeenkomsten, met name op basis van EFET- en ISDAvoorwaarden. • Gebruik maken van margining en clearing via een derde partij. • Gebruik maken van Bilaterale margining overeenkomsten met tegenpartijen. • Uitvoeren van exposure reducerende transacties met counterparties waar onderling elkaar (deels) opheffende posities bij uitstaan. • Vragen van additionele zekerheden aan counterparties, zoals bankgaranties. • Kredietverzekeringen voor de afdekking exposures buiten de limieten. Margining en clearing via een derde partij vindt plaats bij het gebruik van futures. Hierbij wordt het tegenpartijrisico van een termijncontract overgedragen aan een clearingbank. Deze bank is aangesloten bij het clearinghuis dat faciliteert in de afwikkeling van futures transacties via de handelsbeurzen, zoals ENDEX (European Energy Derivatives Exchange N.V.), EEX (European Energy Exchange A.G.) en ECX (European Climate Exchange). Het clearinghuis verrekent dagelijks tussentijdse marktwaardeveranderingen met zijn clearingbanken, die dat op hun beurt weer verrekenen met de betrokken handelspartijen (margin calls). Hierdoor wordt voor de contractpartijen het tegenpartijrisico op elkaar geneutraliseerd. Bilaterale margining impliceert eenzelfde dagelijkse verrekening, maar dan rechtstreeks met de tegenpartij van de transactie. In het contract met de tegenpartij wordt een initiële minimale waarde (threshold) afgesproken, bilaterale margining wordt alleen toegepast wanneer deze threshold overschreden wordt. Door de margining systematiek ontstaat liquiditeitsrisico (liquidity risk). Het risicobeleid is gericht op het bewaken en op elkaar afstemmen van het tegenpartijrisico door handel in forwards enerzijds en het liquiditeitsrisico door margining anderzijds. Dit wordt onder meer bereikt door bijvoorbeeld het combineren van handelslimieten met bilaterale margining of met kredietverzekeringen. Voor de beheersing van beide risico’s bestaat een systeem waarmee interne limieten worden bewaakt op basis van dagelijkse rapportages. Uit hoofde van de afgesloten lease-and-leaseback transacties (zie toelichting 30) worden door Eneco posities aangehouden in de vorm van deposito’s bij een vijftal Europese banken. Op balansdatum ging het om een bedrag van USD 2 miljard. Alle betrokken banken hebben een rating van Standard & Poor’s en/of Moody’s behorend tot het “investment grade” segment. Het tegenpartijrisico wordt frequent beoordeeld. Dit kan er toe leiden dat posities worden ondergebracht bij een andere partij.
Financieringsinstrumenten De wijze waarop de financieringsinstrumenten worden beheerd is vastgelegd in een Treasury Statuut dat is vastgesteld door de Raad van Bestuur en door de Raad van Commissarissen. Bij het opnemen van gelden is het tegenpartijrisico zeer beperkt. Bij het uitzetten van gelden wordt rekening gehouden met de beoordelingscriteria zoals deze in het Treasury Statuut zijn geformuleerd. Op grond hiervan moet een tegenpartij een kredietwaardigheidskwalificatie hebben die ten minste gelijk is aan een rating ‘A+’ volgens Standard & Poor’s of ‘Aa’ volgens Moody’s. Het tegenpartijrisico wordt verder beperkt door spreiding over meerdere partijen, vastgestelde limieten per tegenpartij en maximale looptijden voor uitzettingen. Het tegenpartijrisico voor financiële instrumenten (swapcontracten) wordt beperkt door: • Het gebruik van raamovereenkomsten op basis van ISDA-voorwaarden. • Margining als gevolg van overeengekomen credit support agreements. • Procedures voor periodieke beoordeling van het tegenpartijrisico.
122
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
32.2 Marktrisico Marktrisico is het risico dat wordt gelopen over waardeveranderingen in huidige of toekomstige kasstromen en financiële instrumenten die het gevolg zijn van veranderingen in marktprijzen, marktrente en wisselkoersen.
Prijsrisico Het marktprijsrisico op de commodityportefeuilles voor sourcing en levering aan klanten wordt in de eerste plaats beperkt door back-to-back-transacties voor inkoop- en verkoopverplichtingen, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van afgeleide financiële instrumenten. Waar back-to-back hedging niet mogelijk is, of alleen tegen prohibitief hoge transactiekosten, wordt gebruik gemaakt van structured hedging strategieën. Bij dit laatste worden derivaten ingezet die historisch gezien een sterke correlatie hebben met de af te dekken prijs exposures. Deze instrumenten worden ingezet binnen een conservatief ingerichte structuur van mandaten en limieten met permanente registratie, bewaking en analyse van de posities en de marktwaarde. Het marktprijsrisico op de eigen opwek en de langjarige (structured) commodity inkoopcontracten wordt eveneens beperkt door back-to-back-transacties en structured hedging strategieën zoals hierboven beschreven. Hierbij dient aangetekend te worden dat voor de exposures die verder in de toekomst liggen, er geen liquide energie handelsmarkt is en uit dien hoofde daarom moeilijk tot niet afdekbaar zijn. Prijsrisico’s op handelsportefeuilles van energiecommodities en emissierechten worden beheerst door positielimieten, MtM-limieten, value-at-risk maatstaven (VaR) en stop-loss limieten. Per business activiteit wordt bepaald welke limieten het beste gebruikt kunnen worden om de risico’s te beheersen. De VaR representeert het potentiële verlies van een slecht scenario op een portefeuille over een periode van 10 dagen, uitgaande van een betrouwbaarheid van 95%. VaR-calculaties zijn gebaseerd op een prijshistorie en omvatten onder meer correlaties tussen producten, markten en tijdsperiodes. Door middel van backtesting worden berekende VaR-waarden en het gebruikte model gecontroleerd. Dagelijks wordt aan de riskmanagers en de energiehandelaren gerapporteerd over zowel de VaR per individuele portefeuille als over de handelspositie voor eigen rekening. Limietoverschrijdingen worden direct gerapporteerd. De VaR voor de handelsportefeuille voor eigen rekening bedroeg per 31 december 2011 € 0,8 mln. (2010: € 0,9 mln.). De gemiddelde VaR bedroeg in 2011 € 2,3 mln. (2010: € 2,1 mln.).
Vreemde valutarisico Vreemde valutarisico is het risico dat wordt gelopen bij waardeveranderingen in financiële instrumenten als gevolg van koersveranderingen in vreemde valuta. Valutarisico’s verbonden aan de commodity instrumenten worden op portefeuilleniveau beheerd. De Treasury afdeling is verantwoordelijk voor de beheersing van de andere valutarisico’s van de groep. In de consolidatie opgenomen vennootschappen mogen zonder instemming van de Treasury afdeling geen open posities in vreemde valuta aanhouden die groter zijn dan € 250.000. Op basis van de totale positie in een vreemde valuta en de bijbehorende vastgestelde limiet voor open posities bepaalt de Treasury afdeling of hedging gewenst is en welke strategie daarbij zal worden gevolgd. In 2009 zijn leningen aangegaan in Amerikaanse dollars, Japanse yens en Britse ponden om in de financieringsbehoefte van de groep te voorzien. De groep heeft het valutarisico met betrekking tot deze leningen voor de hele looptijd afgedekt met cross currency swapcontracten.
Renterisico Renterisico is het risico dat wordt gelopen bij waardeveranderingen in financiële instrumenten als gevolg van een renteverandering in de markt. Het renterisico wordt beheerst door de Treasury afdeling. Het renterisicobeleid is gericht op het beheersen van de netto financieringslasten door fluctuaties in de marktrente. Hiertoe wordt uitgegaan van een bepaalde bandbreedte voor de verhouding tussen vast- en variabelrentende leningen. Eneco maakt gebruik van afgeleide financiële instrumenten zoals renteswapcontracten om het gewenste risicoprofiel te bereiken Indien alle overige variabelen constant blijven, zal een algemene stijging van Euribor (voor een periode van twaalf maanden) met een procentpunt naar schatting leiden tot een daling van het resultaat vóór belastingen met € 0,1 mln. (per 31 december 2010: € 0,1 mln.).
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
123
32.3 Liquiditeitsrisico Eneco is een kapitaalintensief bedrijf. Het financieringsbeleid is gericht op het ontwikkelen en onderhouden van een optimale financieringsstructuur, rekening houdend met de huidige activa-basis en het investeringsprogramma. Uitgangspunten zijn toegang tot de kapitaalmarkt en flexibiliteit tegen acceptabele financieringskosten. Financieringen worden centraal aangetrokken en intern aangewend. Dochterondernemingen worden gefinancierd met een combinatie van eigen vermogen en intercompany leningen. Een specifiek liquiditeitsrisico vloeit voort uit margining via clearinghuizen. Voor de beheersing van dit risico zijn limieten vastgesteld voor zowel het openstaande saldo als de gevoeligheid voor prijsmutaties. Hierover wordt dagelijks gerapporteerd aan het management en maandelijks aan de Raad van Bestuur. De gevoeligheid van de margining call bij 1% prijsverandering bedraagt in 2011 € -0,4 mln. (2010: € 1,0 mln.). Om te voorkomen dat Eneco niet in staat is te voldoen aan haar financiële verplichtingen wordt groot belang gehecht aan het beheersen van alle hiervoor vermelde risico’s. Daarnaast wordt de liquiditeitsbehoefte gepland op basis van lange, middellange en korte termijn kasstroomprognoses. Deze kasstroomprognoses omvatten onder meer operationele kasstromen, investeringskasstromen, dividenden, te betalen interest en aflossing van schulden. De vermogensbehoefte wordt door de Treasury afdeling afgezet tegenover de beschikbare middelen. Maandelijks wordt hierover gerapporteerd aan de Raad van Bestuur. Bij een aantal banken zijn dagelijks opzegbare kredietfaciliteiten overeengekomen voor debetstanden in rekening-courant voor een maximaal bedrag van € 100 mln. (2010: € 115 mln.). Daarnaast is tot oktober 2016 een gecommitteerde kredietfaciliteit beschikbaar voor een maximum van € 1,25 mld. (2010: € 1,5 mld.). Er is in 2011 niet getrokken onder deze faciliteit. De specificatie van de verwachte uitgaande nominale kasstromen met eventuele rente van financiële instrumenten gedurende de komende jaren is hieronder opgenomen. De kasstromen van de derivaten zijn gebaseerd op de prijzen en volumes in de contracten. Per 31 december 2011
Binnen 1 jaar
Binnen 1 tot 5 jaar
Na 5 jaar
Totaal
Afgeleide financiële instrumenten
173
31
34
238
Rentedragende schulden
227
568
1.887
2.682
Handelscrediteuren en overige schulden
1.561
83
135
1.779
Totaal
1.961
682
2.056
4.699
Binnen 1 jaar
Binnen 1 tot 5 jaar
Na 5 jaar
Totaal
Per 31 december 2010 Afgeleide financiële instrumenten
232
4
12
248
Rentedragende schulden
347
620
1.943
2.910
Handelscrediteuren en overige schulden
1.152
53
78
1.283
Totaal
1.731
677
2.033
4.441
33 Gebeurtenissen na balansdatum Op 24 februari 2012 nam de Hoge Raad een beslissing inzake de cassatie die de Nederlandse Staat instelde tegen de uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag over de Splitsingswet. De Hoge Raad stelt vragen over de verenigbaarheid van de Splitsingswet met het Europees recht en die moeten eerst worden beantwoord door het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. De behandeling van de zaken in cassatie is opgeschort totdat het Europese Hof de vragen heeft beantwoord. Dit betekent dat de huidige status quo naar alle waarschijnlijkheid nog enkele jaren van kracht zal zijn.
124
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Op 28 februari 2012 heeft Eneco haar 31% belang in KEMA verkocht. Deze geassocieerde deelneming was per 31 december 2011 geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop. De verkoop heeft een positieve bijdrage aan de winst over 2012.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
125
Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht alle bedragen zijn in miljoenen euro tenzij anders vermeld Het geconsolideerd kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Voor de herleiding van de mutatie in de liquide middelen wordt het resultaat na belastingen aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening en balansmutaties die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in boekjaar 2011. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt naar kasstromen uit operationele, investeringsen financieringsactiviteiten. De operationele kasstroom omvat onder andere de uitgaven voor rente en belastingen en de ontvangsten van rente en dividenden. Ontwikkelingskosten, investeringen en desinvesteringen in vaste activa (inclusief financiële belangen) worden opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten. De betaling van dividend wordt gezien als een uitgaande kasstroom uit financieringsactiviteiten.
Mutatie werkkapitaal Het werkkapitaal omvat de voorraden en vorderingen verminderd met de niet-rentedragende kortlopende schulden. De mutatie van het werkkapitaal zoals opgenomen in de operationele kasstroom is als volgt:
Mutatie immateriële vlottende activa Mutatie voorraden Mutatie handelsdebiteuren
126
2011
2010
-9
-9
- 13
9
78
- 122
Mutatie overige vorderingen
- 58
90
Mutatie niet-rentedragende schulden
325
141
Totaal
323
109
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Toelichting per segment alle bedragen zijn in miljoenen euro tenzij anders vermeld
Gesegmenteerde informatie Bedrijfssegmenten worden onderscheiden in overeenstemming met de bestuurlijke en interne rapportagestructuur van Eneco. De bedrijfssegmenten van Eneco zijn de drie kernbedrijven: Energiebedrijf Eneco, Stedin en Joulz. Het segment Energiebedrijf Eneco omvat het inkopen, opwekken, verhandelen en verkopen van elektriciteit, gas en warmte en de aanleg, het onderhoud en het beheer van warmtenetten. Het segment Stedin betreft de netbeheerder die de gas- en elektriciteitsnetten beheert. Het segment Joulz is het infrabedrijf waarin advies, engineering, aanleg en beheer van energie-infrastructuren en onderhoud van verlichtings- en parkeerinstallaties zijn ondergebracht. De verrekenprijzen die aan de interne opbrengsten ten grondslag liggen zijn gebaseerd op marktconforme prijzen en voorwaarden. De waarderingsgrondslagen van de groep worden ook voor de segmentrapportage gehanteerd.
Opbrengsten en resultaat per bedrijfssegment Segment Energiebedrijf 2011 Eneco Opbrengsten energielevering, -transport, energie gerelateerde activiteiten en overige bedrijfsopbrengsten 3.914
Segment Stedin
Segment Joulz
Eliminaties en niet gealloceerd
Totaal
995
98
-
5.007
Bedrijfsopbrengsten tussen segmenten
117
3
413
- 533
-
Inkoop energie en energiegerelateerd en overige bedrijfskosten
- 3.896
- 708
- 494
479
4.619
135
290
17
- 54
388
Bedrijfsresultaat Resultaat geassocieerde deelnemingen
3
Financiële baten en lasten
- 81
Resultaat voor belastingen
310
Belastingen
- 74
Resultaat na belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
236
Resultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten
- 32
Resultaat na belastingen
204
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
127
2010 Opbrengsten energielevering, -transport, energie gerelateerde activiteiten en overige bedrijfsopbrengsten
Segment Energiebedrijf Eneco
Segment Stedin
Segment Joulz
Eliminaties en niet gealloceerd
Totaal
3.878
928
116
-
4.922
Bedrijfsopbrengsten tussen segmenten
198
3
419
- 620
-
Inkoop energie en energiegerelateerd en overige bedrijfskosten
- 3.956
- 731
- 544
583
4.648
120
200
-9
- 37
274
Bedrijfsresultaat Resultaat geassocieerde deelnemingen
1
Financiële baten en lasten
- 93
Resultaat voor belastingen
182
Belastingen
- 36
Resultaat na belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
146
Resultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten
-6
Resultaat na belastingen
140
Balans per bedrijfssegment Segment Energiebedrijf Eneco
Segment Stedin
Segment Joulz
Eliminaties en niet gealloceerd
Totaal
4.263
4.463
369
- 491
8.604
32
-
-
4.295
4.463
369
- 491
Eigen vermogen en langlopende verplichtingen
2.823
4.212
50
- 337
6.748
Kortlopende verplichtingen
1.472
251
319
- 154
1.888
Totaal passiva
4.295
4.463
369
- 491
8.636
Segment Energiebedrijf Eneco
Segment Stedin
Segment Joulz
Eliminaties en niet gealloceerd1
Totaal
3.750
4.234
266
- 747
7.503
74
-
-
-
74
3.824
4.234
266
- 747
7.577
Eigen vermogen en langlopende verplichtingen
2.616
4.000
63
- 688
5.991
Kortlopende verplichtingen
1.208
234
203
- 59
1.586
Totaal passiva
3.824
4.234
266
- 747
7.577
Per 31 december 2011 Activa Activa Geassocieerde deelnemingen Totaal activa
32 8.636
Passiva
Per 31 december 2010 Activa Activa Geassocieerde deelnemingen Totaal activa Passiva
1
128
Gegevens 2010 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Overige gegevens per bedrijfssegment Segment Energiebedrijf Eneco
Segment Stedin
Segment Joulz
Totaal
Investeringen in materiële en immateriële vaste activa
342
388
7
737
Afschrijvingen op materiële en immateriële vaste activa
115
200
8
323
Segment Energiebedrijf Eneco
Segment Stedin
Segment Joulz
Totaal
Investeringen in materiële en immateriële vaste activa
413
312
9
734
Afschrijvingen op materiële en immateriële vaste activa
104
190
8
302
2011
2010
Opbrengsten per land 2011
2010
4.883
4.754
België
112
119
Overig
12
49
Totaal
5.007
4.922
Nederland
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
129
Overzicht van belangrijkste dochterondernemingen, joint ventures, geassocieerde deelnemingen Dochterondernemingen Naam AgroPower B.V.
Plaats Delft
100%
Waver (B)
100%
Rotterdam
100%
Den Haag
100%
Utrecht
100%
Eneco B.V. 1
Rotterdam
100%
Eneco België B.V. 1
Rotterdam
100%
Eneco Business B.V. 1
Capelle aan den IJssel
100%
Eneco Energy Trade B.V. 1
Capelle aan den IJssel
100%
1
Air Energy S.A. BioEnergieCentrale Delfzijl B.V. CityTec B.V. 1 Ecofys Netherlands B.V.
Eneco Gasspeicher B.V.
Rotterdam
100%
Eneco Installatiebedrijven B.V. 1
Rotterdam
100%
Eneco International B.V.
Rotterdam
100%
Eneco Retail B.V. 1
Rotterdam
100%
Eneco Rozendaal B.V.
Rotterdam
100%
Eneco Solar, Bio & Hydro B.V.
Rotterdam
100%
Eneco Strategic Assets B.V.
Capelle aan den IJssel
100%
Eneco Supply B.V.1
Capelle aan den IJssel
100%
Eneco Warmte & Koude B.V.1
Rotterdam
100%
Eneco Wind B.V. 1
Rotterdam
100%
1
Eneco Wind UK Ltd.
Londen (VK)
100%
Eneco Windmolens Offshore B.V.
Rotterdam
100%
Joulz B.V.1
Rotterdam
100%
N.V. Eneco Beheer 1
Rotterdam
100%
Nike-Eneco-Solar N.V.
Laakdal (B)
100%
Offshore Windpark Q7 B.V.
IJmuiden
100%
Oxxio Nederland B.V. 1
Leusden
100%
Capelle aan den IJssel
100%
Rotterdam
100%
Stedin Meetbedrijf B.V. 1 Stedin Netbeheer B.V. 1 Windpark Afrikahaven B.V.
Utrecht
100%
Windpark de Beemden B.V.
Rotterdam
100%
Windpark De Graaf B.V.
Oosterhout
100%
Windenergie Rijnkanaal B.V.
Rotterdam
100%
Windpark Logistiekweg B.V.
Utrecht
100%
Windpark Martens B.V.
Oosterhout
100%
Windpark Martina Cornelia B.V.
Rotterdam
100%
Windpark Oudenstaart B.V.
Rotterdam
100%
Windpark Romerswaal B.V.
Rotterdam
100%
Windpark Sabina-Henricka B.V.
Rotterdam
100%
Utrecht
100%
Rotterdam
100%
Windpark van Luna B.V. Windpark van Pallandt B.V. 1 1
Voor deze dochterondernemingen is door Eneco Holding N.V. een 403-verklaring afgegeven
Joint ventures Naam
Plaats
Enecogen v.o.f.
Rotterdam
50%
Warmtetransportbedrijf Amstelland Zuid-Amsterdam (WAZA) B.V.
Rotterdam
39%
Een volledig overzicht van de dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen, zoals bedoeld in artikel 379 en 414 Boek 2 BW Titel 9, is ten kantore van het Handelsregister te Rotterdam gedeponeerd.
130
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Vennootschappelijke jaarrekening Vennootschappelijke winst- en verliesrekening x € 1 mln.
2011
2010
Resultaat dochterondernemingen
242
182
Overige resultaten na belastingen
- 38
- 41
Resultaat na belastingen
204
141
Toelichting
Per 31 december 2011
Per 31 december 2010
2
6.977
6.324
150
488
Vennootschappelijke balans voor winstbestemming x € 1 mln. Vaste activa Financiële vaste activa1 Vlottende activa Vorderingen op groepsmaatschappijen Actuele belastingvorderingen
-
-
Overige vorderingen
-
2
Liquide middelen
124
102
Totaal vlottende activa
274
592
7.251
6.916
Totaal activa 1 Eigen vermogen Aandelenkapitaal
497
497
Agioreserve
381
381
Herwaarderingsreserve
945
668
Reserve translatieverschillen
1
-1
- 12
- 56
2.337
2.250
204
141
3
4.353
3.880
4
1.566
1.549
12
-
1.578
1.549
Reserve kasstroomafdekkingen Ingehouden resultaten Onverdeeld resultaat boekjaar Totaal eigen vermogen Langlopende verplichtingen 1 Rentedragende schulden Overige schulden Totaal langlopende verplichtingen 1 Kortlopende verplichtingen Rentedragende schulden
5
365
1.266
1.023
Actuele belastingverplichtingen
13
79
Overige schulden
36
20
Totaal kortlopende verplichtingen
1.320
1.487
Totaal passiva 1
7.251
6.916
Schulden aan groepsmaatschappijen
1
4
Gegevens 2010 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
131
Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening alle bedragen zijn in miljoenen euro tenzij anders vermeld
1
Waarderingsgrondslagen De vennootschappelijke jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW, waarbij dezelfde waarderingsgrondslagen zijn toegepast als in de geconsolideerde jaarrekening, zoals toegestaan in artikel 362 lid 8, Titel 9 Boek 2 BW. Dochterondernemingen vormen een uitzondering op het voorstaande en worden gewaardeerd op nettovermogenswaarde. De beschrijving van de activiteiten en de structuur van de onderneming, zoals opgenomen in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening is eveneens van toepassing op de vennootschappelijke jaarrekening.
2
Financiële vaste activa
Per 1 januari 2010
Overige vorderingen
Afgeleide financiële instrumenten
Uitgestelde belasting vorderingen
Totaal
4.658
579
-
-
20
5.257
182
-
-
-
-
182
Aanpassing reële waarde netwerken gereguleerd 1
- 58
-
-
-
-
- 58
Mutatie uitgestelde belastingvorderingen 1
-
-
-
-
12
12
Mutatie leningen aan dochterondernemingen
-
925
-
-
-
925
Mutatie overige leningen
-
-
17
-
-
17
- 21
-
-
9
-
- 12
1
-
-
-
-
1
Per 31 december 2010
4.762
1.504
17
9
32
6.324
Resultaat dochterondernemingen
242
-
-
-
-
242
Aanpassing reële waarde netwerken gereguleerd
307
-
-
-
-
307
-1
-
-
-
-
-1
Mutatie uitgestelde belastingvorderingen
-
-
-
-
28
28
Mutatie leningen aan dochterondernemingen
-
33
-
-
-
33
52
-
4
-
-
56
1
-
-
-
-
1
- 13
-
-
-
-
- 13
5.350
1.537
21
9
60
6.977
Translatieverschillen
Desinvesteringen
Mutatie reële waarde financiële instrumenten in eigen vermogen Translatieverschillen Wijziging in belang minderheidsdeelnemingen Per 31 december 2011
3
Vorderingen op dochterondernemingen
Resultaat dochterondernemingen
Mutatie reële waarde financiële instrumenten in eigen vermogen
1
Dochterondernemingen
Gegevens 2010 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast
Eigen vermogen Voor een toelichting op het verloop van het eigen vermogen wordt verwezen naar het geconsolideerde mutatieoverzicht groepsvermogen dat is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. Een toelichting op de afzonderlijke vermogenscomponenten wordt gegeven in toelichting 24 van de geconsolideerde jaarrekening.
132
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
4
Rentedragende schulden De rentedragende schulden betreffen voornamelijk de onderhandse leningen verstrekt door institutionele beleggingsinstellingen zoals vermeld in toelichting 27 van de geconsolideerde jaarrekening.
5
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Eneco Holding N.V. heeft voor haar dochterondernemingen die in het overzicht van belangrijkste dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen zijn gemarkeerd met 1 een hoofdelijke aansprakelijkheidsverklaring afgegeven zoals bedoeld in artikel 403, lid 1, sub f, Titel 9 Boek 2 BW. Dit geldt eveneens voor de volledige lijst die ten kantore van het Handelsregister te Rotterdam is gedeponeerd. Voor de verplichtingen die zijn verbonden aan de lease-and-leasebacktransacties heeft de vennootschap zich garant gesteld zoals vermeld in toelichting 30 van de geconsolideerde jaarrekening. Eneco Holding N.V. vormt met vrijwel al haar dochterondernemingen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Alle vennootschappen van deze eenheid zijn hiermee hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschuld van de eenheid. Daarnaast maakt Eneco Holding N.V. onderdeel uit van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting voor een deel van de groep. Alle vennootschappen van deze eenheid zijn hiermee hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschuld van de eenheid.
6
Accountantskosten Onderstaande honoraria zijn in 2011 ten laste van het resultaat van de vennootschap en haar dochtermaatschappijen gebracht voor accountantskosten en adviesdiensten door de externe accountant van Eneco: Deloitte Accountants B.V., zoals gedefinieerd in artikel 1.1 van de ‘Wet toezicht accountantsorganisaties’ (Wta), alsook de aan de accountantsorganisatie gelieerde entiteiten van het Deloitte-netwerk. x € 1.000
2011
2010
1.138
1.152
Andere controleopdrachten
896
897
Andere niet-controle diensten
331
398
2.365
2.447
Controle van de jaarrekening
Totaal
In het honorarium voor de controle van de jaarrekening van Eneco Holding N.V. zijn de werkzaamheden voor de geconsolideerde en vennootschappelijke jaarrekening van deze vennootschap opgenomen. De overige controleopdrachten betreffen de controlewerkzaamheden voor statutaire jaarrekeningen van dochtermaatschappijen en hieraan gerelateerde opdrachten. Overige adviesdiensten en andere niet-controle diensten betreffen diensten die zijn toegestaan volgens de Wta en gedeeltelijk in rekening zijn gebracht door de aan de accountantsorganisatie gelieerde entiteiten van het Deloitte-netwerk (2011 € 309 duizend en 2010 € 249 duizend).
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
133
Rotterdam, 12 maart 2012
Eneco Holding N.V.
134
Raad van Bestuur
Raad van Commissarissen
J.F. (Jeroen) de Haas, voorzitter C.J. (Kees-Jan) Rameau G.A.J. (Guido) Dubbeld
N.J. (Klaas) Westdijk, voorzitter C.P.G. (Kees) van Dongen H.G. (Henk) Dijkgraaf J.G. (Joop) Drechsel J. (John) Lintjer M. (Mirjam) Sijmons K.G. (Klaas) de Vries
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum Voor de gebeurtenissen na balansdatum wordt verwezen naar toelichting 33 op de geconsolideerde jaarrekening.
Winstbestemming Volgens de statuten van de vennootschap kan het bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen een gedeelte ter grootte van maximaal de helft van de winst die voor uitkering beschikbaar is toevoegen aan de reserves. Het resterende gedeelte staat ter beschikking van de algemene vergadering van aandeelhouders. De algemene vergadering kan besluiten het resterende gedeelte geheel of gedeeltelijk uit te keren. Hetgeen niet wordt uitgekeerd wordt toegevoegd aan de reserves.
Voorstel winstbestemming 2011 Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening is nog geen voorstel voor de winstbestemming 2011 vastgesteld.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: De aandeelhouders van Eneco Holding N.V. Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2011 van Eneco Holding N.V. te Rotterdam gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de vennootschappelijke jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde winst- en verliesrekening, de geconsolideerde balans per 31 december 2011, het geconsolideerd overzicht gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten, het geconsolideerd kasstroomoverzicht en het geconsolideerd mutatieoverzicht groepsvermogen over 2011 en de toelichting waarin opgenomen een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De vennootschappelijke jaarrekening bestaat uit de vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2011 en de vennootschappelijke balans per 31 december 2011 met de toelichting, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW), alsmede voor het opstellen van het Verslag van de Raad van Bestuur, zoals opgenomen op pagina’s 2 tot en met 78, in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijking van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
135
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Eneco Holding N.V. per 31 december 2011 en van het resultaat en de kasstromen over 2011 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW. Oordeel betreffende de vennootschappelijke jaarrekening Naar ons oordeel geeft de vennootschappelijke jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Eneco Holding N.V. per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het Verslag van de Raad van Bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het Verslag van de Raad van Bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Rotterdam, 12 maart 2012 Deloitte Accountants B.V. Was getekend,
Drs. K.G. Auw Yang RA
136
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2011
Copyright en merknamen Op alle in dit jaarverslag gepubliceerde foto’s berust copyright. Eneco en Hollandse Wind zijn geregistreerde merknamen van Eneco B.V. Disclaimer In dit jaarverslag worden toekomstgerichte uitspraken gedaan. Deze uitspraken zijn herkenbaar aan het gebruik van Uitgave
bewoordingen als ‘verwacht’, ‘naar verwachting’, ‘voorziet’, ‘heeft het voornemen’, en vergelijkbare uitdrukkingen.
Eneco Holding N.V.
Deze uitspraken zijn onderhevig aan risico’s en onzekerheden en de werkelijke resultaten en gebeurtenissen
Communications & Public Affairs
kunnenaanmerkelijk afwijken van de huidige verwachtingen. Factoren die daartoe kunnen leiden zijn onder meer,
Postbus 1003
maar niet uitsluitend, de algehele economische omstandigheden, de situatie op de markten waarop Eneco actief is,
3000 BA Rotterdam
het gedrag van klanten, leveranciers en concurrenten, technologische ontwikkelingen en juridische bepalingen en
Telefoon 08889 60 312
voorschriften van regelgevende instanties die consequenties hebben voor de activiteiten van Eneco. In aanvulling
www.eneco.nl
hierop, maar niet beperkt daartoe, kunnen toekomstige resultaten beïnvloed worden door financiële risico’s, zoals valuta- en renterisico’s en liquiditeits- en kredietrisico’s. Eneco verwerpt iedere aansprakelijkheid of verplichting
Tekst en realisatie
ter zake van het bijwerken of herzien van onderhavige prognoses op basis van nieuwe informatie, toekomstige
Bondt Communicatie
gebeurtenissen of anderszins. De online versie van het geïntegreerde Jaarverslag is afgeleid van het volledige bij de Kamer van Koophandel gedeponeerde geïntegreerde Jaarverslag. Dit gedeponeerde geïntegreerde Jaarverslag is
Vormgeving en projectrealisatie
als PDF te downloaden. Waar de online versie van het geïntegreerde Jaarverslag afwijkt van de PDF versie van het
C&F Report Amsterdam B.V.
volledige geïntegreerde Jaarverslag, is de laatstgenoemde leidend.
Eneco Holding N.V. Postbus 1003 3000 BA Rotterdam
www.eneco.nl