Nummer 5 november 2012 Een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie
drankenzo...
Pensioen
Financieel
Intermezzo
Actueel
Profijt van solidariteit
Jaarverslag 2011
Sector in de spotlight
Hoe staan we ervoor?
Voorwoord
Colofon
Onlangs is de herfst weer begonnen. ‘Wat heeft dat met pensioen te maken?’ zult u denken. Ik zal het u uitleggen.
Drankenzo is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie
Over het begin van de herfst wordt nogal verschillend gedacht. Volgens sterrenkundigen start de herfst op het moment dat de zon precies boven de evenaar staat. Dat is zo rond 23 september. Weerkundigen menen dat elk seizoen drie maanden kent. De herfst start voor hen op 1 september en duurt tot 30 november. Men is het kortom niet eens.
bpf dranken Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postbus 1044 2280 GC Rijswijk Tel.: 070 - 306 11 90 Fax: 08422 - 62369
[email protected] www.bpfdranken.nl
Ook over de aanpassing van de rekenrente lopen de meningen uiteen. Begint daarmee het herstel van de pensioenfondsen? Of hou je daarmee juist het probleem in stand en schuif je het alleen maar door naar volgende generaties? Dat is een moeilijke discussie. In dit nummer van het magazine vindt u een artikel over solidariteit. Daarbij wordt als eerste gedacht aan solidariteit tussen generaties. Die solidariteit staat - al dan niet terecht - onder druk. Dat ons pensioenstelsel aanpassing behoeft, daarover zal iedereen het eens zijn. Hoe en vooral de mate waarin, daarover verschillen de meningen. Aanpassing van de rekenrente geeft de pensioenfondsen wat lucht en kan (grote) kortingen voorkomen. Het is alleen geen tovermiddel. Verdere, meer structurele aanpassingen blijven nodig. Solidariteit is daarbij een belangrijk thema.
Drankenzo verschijnt twee maal per jaar in een oplage van circa 8.000 exemplaren. Drankenzo wordt gratis verzonden aan de deelnemers, werkgevers en gepensioneerden van bpf dranken.
Daar komt het pensioenakkoord om de hoek. Dat zou de oplossing moeten bieden. Maar ook daarover is discussie. Zijn de nieuwe pensioencontracten een verbetering of juist niet? Is het terecht dat er meer risico bij de werknemers komt te liggen? En moeten we eigenlijk allemaal wel langer gaan werken? Dat zijn allemaal moeilijke vragen, waar goed over nagedacht moet worden. Het gaat hier immers wel over onze oudedagsvoorziening en dan ook nog een oudedagsvoorziening waar je een dag in de week voor werkt. Nog niet zo lang geleden wachtte mensen op hun oude dag slechts armoede. Toen was je als gepensioneerde afhankelijk van je spaargeld, je kinderen of de liefdadigheid. Het alternatief was doorwerken tot je echt niet meer kon. Dat lijkt me geen situatie waar we naar terug moeten. We hebben in Nederland een pensioenstelsel waar we trots op kunnen zijn. Solidariteit, ook tussen generaties, is daar een belangrijk onderdeel van. Dat biedt ons namelijk allemaal de mogelijkheid om een goed pensioen op te bouwen tegen relatief lage kosten. Het is nu zaak ons pensioenstelsel zodanig te hervormen dat die voordelen behouden blijven, maar de kostenstijging ook beteugeld kan worden. Dat zal betekenen dat de solidariteit wellicht iets afneemt, maar ik ben er van overtuigt dat we genoeg solidariteit kunnen behouden. Of het pensioenakkoord de oplossing is zal de tijd leren. Ik hoop in ieder geval wel dat er snel duidelijkheid komt. Ik wens u een prettig najaar! Douwe Roel Bosma, voorzitter bpf dranken
2
Drankenzo
Redactie: bpf dranken Concept / Realisatie / Druk: Drecht Graphics, Dordrecht Informatie: Voor vragen of informatie over de artikelen kunt u terecht bij bpf dranken, tel. 070 - 306 11 90. Op werkdagen bereikbaar van 08.30 tot 17.15 uur. Of raadpleeg www.bpfdranken.nl Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever en / of andere auteursrechthebbenden. bpf dranken kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de volstrekte juistheid en volledigheid van alle in deze uitgave opgenomen teksten en beelden. Alle genoemde gegevens zijn onder voorbehoud. Aan de inhoud van dit magazine kunnen geen rechten worden ontleend. Waar in de tekst het woord ‘hij’ in algemene zin voorkomt, kan uiteraard ook ‘zij’ worden gelezen.
Inhoud
4 6 6 6 7 8
Profijt van solidariteit
Levens verwachting wéér gestegen Nederlandse pensioenfondsen presteren bovengemiddeld Meer weten?
Brengt de nieuwe rekenrente redding voor de pensioen fondsen?
12 14 15 16
Babyboomers, een bevoorrechte generatie?
17
10
“Het mes moet aan twee kanten snijden”
18
11
Pensioenakkoord brengt verandering
19
Sector in de spotlight: frisdranken, waters en sappen
AOW-leeftijd omhoog
Jaarverslag 2011
Hoe staan we ervoor?
Meer inspraak?
“Voorzitter zijn is uitdagend en interessant”
Aan de bestuurstafel
Drankenzo
3
Pensioen
Profijt van solidariteit Het Nederlandse pensioenstelsel is gebaseerd op collectiviteit en solidariteit. Samen pensioen opbouwen en risico’s dragen, daar heeft iedereen profijt van. Toch staat de solidariteit onder druk. Terecht? Solidariteit Ons pensioenstelsel geldt wereldwijd als hét voorbeeld van een goede oudedagsvoorziening. In tegenstelling tot veel andere landen hebben Nederlandse werknemers een grote spaarpot voor hun oude dag opgebouwd. Dat kon dankzij collectieve pensioenregelingen, waarin solidariteit een grote rol speelt. Niet iedereen profiteert evenveel van de afzonderlijke onderdelen van de pensioenregeling. Zo is het mooi dat je kosteloos pensioen opbouwt als je arbeidsongeschikt wordt, maar daar heeft u niets aan als u (gelukkig) gezond blijft. Het risico op arbeidsongeschiktheid is dan wel verzekerd. Dit soort risico’s wordt gezamenlijk gedragen. Men is solidair met elkaar.
4
Drankenzo
Doorsneepremie Bij individuele regelingen stijgt de premie met leeftijd. Bij collectieve regelingen heeft uw persoonlijke situatie geen invloed op uw premie. Jong of oud, gezond of ziek, binnen een collectieve pensioenregeling betaalt iedereen eenzelfde percentage van zijn salaris. Dat noemen we de doorsneepremie. Omdat dit een gemiddelde is betalen jongeren iets teveel en ouderen wat te weinig. Dat wil overigens niet zeggen dat het altijd dezelfden zijn die teveel betalen. Of u teveel of te weinig betaalt hangt af van uw persoonlijke situatie. Die is aan verandering onderhevig. U wordt bijvoorbeeld ouder of krijgt kinderen. In een individuele regeling zou u dan meer premie gaan betalen of zijn bepaalde risico’s niet verzekerd. In een collectieve regeling blijft uw premie gelijk en zijn alle risico’s afgedekt.
Pensioen
Wie is solidair met wie? Jongeren met ouderen Pensioen is voor jongeren goedkoper dan voor ouderen. Hun pensioenpremies kunnen immers langer renderen en zij kunnen wat meer risico nemen, met een hoger rendement als gevolg. Daardoor kunnen jongeren volstaan met lagere premies. In collectieve pensioenregelingen betaalt iedereen dezelfde doorsneepremie. Daardoor betalen deelnemers iets teveel als zij jong zijn, om op latere leeftijd te kunnen profiteren van een voor hen eigenlijk te lage doorsneepremie.
bouw wordt betaald uit een opslag op de doorsneepremie en dus gedragen door de gezonde deelnemers.
Gezonden met zieken Bpf dranken kent premievrije voortzetting voor arbeidsongeschikten. Dat wil zeggen dat werknemers ook tijdens arbeidsongeschiktheid pensioen op blijven bouwen zonder premie te hoeven betalen. Hun pensioenop-
Langlevenden met kortlevenden Pensioen wordt vanaf pensioendatum levenslang uitgekeerd. Heeft u het geluk erg oud te worden, dan krijgt u relatief veel pensioen. Wordt u minder oud dan gemiddeld? Dan krijgt u minder dan u opgebouwd heeft. Het
Alleenstaanden met gezinnen Alleenstaande deelnemers betalen via de doorsneepremie mee aan het nabestaandenpensioen, terwijl ze hier zelf geen gebruik van maken. Sinds een tijdje mogen alleenstaande deelnemers hun opgebouwde nabestaandenpensioen omruilen voor extra ouderdomspensioen. Daardoor is deze vorm van solidariteit afgenomen.
Zekerheid Dankzij solidariteit heeft u zekerheid over de premiehoogte. In de regel blijft de premie in een collectieve regeling ongeveer hetzelfde percentage van uw salaris. Bij een individuele regeling daarentegen hangt de premiehoogte af van uw leeftijd. Als u een ouderdoms- en nabestaandenpensioen wil verzekeren bij een verzekeraar betaalt u een premie die bijvoorbeeld varieert van 7,6% (15-19 jaar) tot 37,3% (60-64 jaar). Een flink stijgende premie dus. Bij een collectieve regeling weet u ook van tevoren dat alle belangrijke risico’s verzekerd zijn. U komt zo nooit voor vervelende verrassingen te staan. Bpf dranken kent bijvoorbeeld standaard een nabestaandenpensioen. Bij een individuele regeling moet een dergelijk pensioen apart verzekerd worden. Maar solidariteit biedt nog meer zekerheid. U weet ook van tevoren hoe hoog uw pensioen zal zijn. U bouwt immers jaarlijks een vooraf vastgesteld percentage van uw pensioen op. Na 40 jaar opbouw heeft u dan een pensioen van ongeveer 70% van uw gemiddeld verdiende salaris. In individuele regelingen werkt het anders. Daar bouwt u een spaarsaldo op dat door de verzekeraar wordt belegd. Hoe hoog uw pensioen wordt, is dan afhankelijk van de opbrengst van die beleggingen.
‘overschot’ komt dan ten goede aan het collectief. Actieven met gepensioneerden Gepensioneerden hebben hun pensioen opgebouwd op basis van bepaalde aannames, bijvoorbeeld over de gemiddelde levensverwachting. Mocht later blijken dat de levensverwachting harder stijgt dan werd aangenomen, dan moet het tekort in financiering worden bekostigd uit de premies van de actieven. Gepensioneerden met actieven Omgekeerd zijn gepensioneerden ook solidair zijn met actieve deelnemers. Dat is het geval als de uitkeringen niet geïndexeerd of zelfs gekort worden, waardoor de premie niet verhoogd hoeft te worden.
Hogere opbrengst Veel mensen, vooral jongeren, willen liever zelf hun pensioen bij elkaar sparen. Solidariteit hoeft van hen niet. Zelf sparen levert echter minder hoge opbrengsten dan samen sparen. Door alle premies samen te beleggen kan er meer risico genomen worden en liggen de kosten voor vermogensbeheer lager. Dat leidt tot hogere opbrengsten en dus een hoger pensioen. Kosten Vooruit, nog één laatste voordeel van solidariteit dan. Uit onderzoek is gebleken dat de uitvoeringskosten van verplichte regelingen bij bedrijfstakpensioenfondsen circa vijf keer lager liggen dan die van individuele pensioenregelingen bij verzekeraars. Dat komt onder andere doordat pensioenfondsen geen winstoogmerk hebben en geen reclame (mogen) maken. Ook pensioenfondsen letten dus op de kleintjes, net als u. En dat merk je weer in de premie. Samen sterk Solidariteit heeft dus zeker voordelen. Het biedt ons de mogelijkheid risico’s goedkoop af te dekken en schaalvoordelen te behalen. Wel is de mate waarin u voordeel heeft afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Zo wordt het voordeel groter naarmate u ouder wordt of als u bijvoorbeeld arbeidsongeschikt zou worden. Maar altijd geldt: door solidair te zijn met anderen zijn anderen solidair met u als dat nodig is. Daar heeft iedereen profijt van!
Drankenzo
5
Diversen
Levensverwachting wéér gestegen 82 80 78 76 74 72 70 68 66
10 20
00 20
90 19
80 19
70 19
60 19
50 19
oo
rt
ej
aa r
64
eb
Het Actuarieel Genootschap heeft geconstateerd dat de levensverwachting weer iets is toegenomen. Die toename geldt zowel voor mannen als voor vrouwen. Gevolg daarvan is dat de pensioenfondsen langer uit zullen moeten keren dan eerder werd aangenomen. Daardoor stijgen de verplichtingen van het fonds. Als andere factoren de stijging van de verplichtingen niet compenseren zal de dekkingsgraad door de langere levensverwachting lager uitvallen.
84
G
In september heeft het Actuarieel Genootschap de overlevingstafel 2012-2062 gepubliceerd. Pensioen fondsen moeten deze overlevingstafel gebruiken om te berekenen hoeveel zij in de toekomst aan pensioen uit zullen moeten keren.
Mannen Vrouwen
Nederlandse pensioenfondsen presteren bovengemiddeld
6
De Nederlandse pensioenfondsen hebben vorig jaar op beleggingsgebied beter gepresteerd dan de pensioen fondsen in de meeste andere ontwik kelde landen. De Organisatie van Economische samenwerking (OESO) heeft het gemiddeld rendement be
rekend van alle landen en dat kwam uit op 3,8 procent. De Nederlandse pensioenfondsen haalden een gemid deld rendement van 6 procent. De Nieuw-Zeelandse en Chileense pensi oenfondsen presteerden het beste met rendementen van rond de tien procent.
Nederlandse fondsen hebben relatief veel van het pensioenkapitaal belegd in obligaties. Dat is een minder riskante beleggingscategorie. Minder riskant beleggen betekent een lager rendement, maar ook minder risico.
Meer weten?
Pensioen is ingewikkelde materie met veel moeilijke woorden en terminologie. Omdat we de artikelen niet te lang willen maken worden moeilijke woorden niet altijd uitgebreid toegelicht
in de tekst. Wilt u toch meer weten? Kijk dan eens in het Pensioen ABC op onze website www.bpfdranken.nl. Daar vindt u meer uitleg.
Drankenzo
Pensioen
Brengt de nieuwe rekenrente redding voor de pensioenfondsen? Demissionair minister Kamp heeft onlangs voorgesteld de rekenrente voor pensioenfondsen aan te passen. Betekent dat de redding voor de Nederlandse pensioenfondsen? Pensioenfondsen berekenen hun verplichtingen (de huidige en toekomstige uitkeringen) aan de hand van de rekenrente. Dit is het fictieve rendement dat het belegd vermogen van het fonds geacht wordt op te brengen in de toekomst. Hoe lager die rekenrente is, hoe hoger de verplichtingen en hoe lager de dekkingsgraad. Op dit moment moeten fondsen rekenen met de zogenaamde swaprente. Dat is voorgeschreven door De Nederlandsche Bank. Die swap-rente is op dit moment historisch laag, waardoor ook de dekkingsgraden van de pensioenfondsen flink gedaald zijn. Realistisch? Het is echter zeer de vraag of de swap-rente wel de juiste rente is voor de berekening van de langetermijnverplichtingen. De verplichtingen van pensioenfondsen hebben betrekking op een zeer lange periode van 40 jaar of meer. De swap-rente daarentegen wordt slechts realistisch geacht voor verplichtingen van hooguit 20 jaar. Daarnaast zorgt het gebruik van de swap-rente voor flinke schommelingen in de dekkingsgraad. Door het gebruik van de swap-rente zijn de dekkingsgraden flink gedaald.
Dat leidt weer tot premiestijgingen en korting van pensioenen. Zeker in een economische crisis is dat ongewenst. Voorgestelde oplossing Om deze ingrijpende problemen op te lossen heeft demissionair minister Kamp voorgesteld om met een meer realistische rekenrente, de zogenaamde Ultimate Forward Rate (UFR), te gaan rekenen. Daarmee stijgt voor langetermijnverplichtingen de rente van 2,4% naar 3,3%. Gemiddeld zal dit een verbetering van de dekkingsgraad van 3 procentpunt betekenen, ook voor bpf dranken. Voor sommige fondsen kan dit het verschil tussen wel of niet korten van pensioenen betekenen. Bpf dranken hoeft, welke rente er ook gebruikt wordt, vooralsnog niet te korten. Even belangrijk is dat de UFR leidt tot een stabielere waardering van de verplichtingen en daarmee tot een stabielere dekkingsgraad. Daarmee wordt bijgedragen aan de financiële stabiliteit van de pensioenfondsen. Toch is de UFR niet onomstreden. Tegenstanders zijn van mening dat de effecten nog onvoldoende duidelijk zijn. Met een hogere dekkingsgraad zou er sneller geïndexeerd kunnen worden.
Hoe werkt dat nu met die rente? Stel, u heeft over een jaar € 100 nodig. Als de rente nu 5% is kunt u € 95 op de bank zetten. Over een jaar heeft u dan € 95 x 1,05 = afgerond € 100. Is de rente lager, dan krijgt u minder rendement en moet u dus een groter bedrag storten. Bij een rente van 2% moet u dan geen € 95, maar afgerond € 98 op de bank zetten. Zo werkt het ook bij pensioenfondsen. Bij een lagere rente moeten we met een lager verwacht rendement rekenen. Dat betekent dat we nu meer vermogen moeten hebben om te zijner tijd aan onze verplichtingen te kunnen voldoen.
De rekening daarvan komt dan bij de volgende generaties te liggen. Ook wordt het voor pensioenfondsen moeilijker om hun renterisico af te dekken. En nu? Het voorstel om de UFR te gebruiken maakt deel uit van de voorstellen om te komen tot een nieuw Financieel Toetsingskader voor pensioenfondsen. Deze voorstellen moeten nog behandeld worden in zowel de Tweede als de Eerste Kamer. Het streven is de voorstellen begin 2013 aan de Tweede Kamer aan te bieden.
Drankenzo
7
Achtergrond
Babyboomers, een bevoorrechte generatie? Babyboomers. Iedereen heeft wel een mening over ze. Maar kloppen al die (voor)oordelen wel? De grijze golf komt eraan. In de komende jaren zal de naoorlogse generatie, ook wel babyboomers genoemd, met pensioen gaan. Ze worden - vooral door de jongeren - gezien als een verwende generatie. Economische welvaart, goed onderwijs, lage huizenprijzen en een riante pensioenopbouw, hun generatie had de wind in alle opzichten mee. Tegelijkertijd zouden ze verantwoordelijk zijn voor heel wat maatschappelijke mislukkingen. Kortom, de babyboomers hebben geen goed imago. Onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek vertelt een genuanceerder verhaal. Bevolkingsgroei In de periode 1946-1955 werden er in ons land 2,4 miljoen kinderen geboren, een heuse geboortegolf. In de euforie na het eindigen van de oorlog werd er veel en jong getrouwd en volgden er al snel kinderen. Vergeleken met andere landen was de na-oorlogse bevolkingsgroei in ons land ongekend. Tot het midden van de jaren vijftig bleef het Nederlandse geboortecijfer het hoogste van alle West-Europese landen. In combinatie met de relatief lage sterftecijfers maakte dat ons land tot een snelle groeier. Levensloop Vlak na de oorlog was het zeker geen vetpot. Inkomens waren laag en sociale voorzieningen waren er niet of nauwelijks. Kinderen werden veelal geboren in gezinnen die het niet breed hadden. Vooral de oudere babyboomers brachten hun jeugd door in een - naar onze maatstaven - sober huis. Pas
8
Drankenzo
vanaf 1951 werden veel huizen uitgerust met een douche, zodat men niet meer naar het badhuis hoefde. Omdat er direct na de oorlog weinig gebouwd werd waren de huizen aan de krappe kant en weinig luxueus. Pas vanaf 1948 werden er nieuwe woonwijken gebouwd. Na de middelbare school volgde slechts 25% een HBO- of universitaire opleiding. Dat is beduidend lager dan bij daarop volgende generaties. Babyboomers hebben dus nauwelijks geprofiteerd van de verbetering van het onderwijs. Dankzij de babyboomers werd het ouderwetse levenslooppatroon doorbroken. Trouwen, waarna de man werkt en de vrouw voor de kinderen gaat zorgen, daar deden veel babyboomers niet aan. Zij experimenteerden met ongehuwd samenwonen, wachtten met het krijgen van kinderen of bleven bewust kinderloos en vrouwen bleven na de geboorte werken. Ook scheiden raakte geaccepteerd. De moderne levensloop zoals wij die kennen hebben we dus aan de babyboomers te danken. Werk Op de arbeidsmarkt had de na-oorlogse generatie de wind in de rug. Zij betraden de arbeidsmarkt in een tijd van arbeidsschaarste, wat leidde tot jaarlijkse loonstijgingen van 8 tot 16%. Daar stond wel een forse inflatie tegenover; een inflatie van 8% of meer was tot halverwege de jaren ’70 geen uitzondering. De vijfdaagse werkweek was net ingevoerd, evenals het minimumloon. Het wettelijk recht op vakantie en vakantietoeslag volgden al snel.
Achtergrond
Maar ze gaven ook wat terug. Nederland profiteerde economisch gezien flink van de babyboomers. Na 1963 was ons land één van de snelst groeiende economieën van Europa, onder andere dankzij de forse toename van de beroepsbevolking. Babyboomers hadden geld en gaven dat ook graag uit.
natie van ouderen op de arbeidsmarkt, lage pensioenen die nauwelijks geïndexeerd worden en huizen die bedoeld waren als pensioenvoorziening, maar nu onverkoopbaar zijn. Als generatie hebben babyboomers het echter gemiddeld gezien goed gedaan.
Veel van de huidige ouderen willen zeker tot hun pensioen blijven werken. De bereidheid om op latere leeftijd door te werken is bij ouderen groter dan bij jongeren. Qua arbeidsethos hebben babyboomers dus een voorbeeldfunctie.
Pensioen Al die babyboomers zullen de komende jaren met pensioen gaan. Die instroom zal de kosten van de AOW sterk opdrijven. De laatste jaren nemen de uitgaven voor de AOW jaarlijks met ruim een miljard euro toe, de komende jaren wordt een (nog) grotere stijging verwacht. In oktober is de grens van drie miljoen AOW-uitkeringen overschreden. Daar komt bij dat babyboomers een relatief lange levensavond mogen verwachten. Er moet dus ook nog eens lang worden uitgekeerd.
Welvaart Op de woningmarkt boerden de babyboomers goed. In de periode 1960-1990 is er veel gebouwd en was het koopklimaat gunstig. Babyboomers waren jarenlang in de gelegenheid door te stromen naar steeds betere en grotere woningen. Twee op de drie babyboomhuishoudens hebben nu dan ook een eigen woning. Toch zat op woninggebied niet alles mee. Tot begin jaren ’90 was de hypotheekrente hoog, met uitschieters tot rond de 12% begin jaren ’80. Men kreeg woningen dus zeker niet cadeau. Babyboomers zijn, ondanks het lagere opleidingsniveau, relatief welvarend. Ze zitten aan de top van hun carrière, hebben relatief hoge inkomens en grote vermogens. Hun woning heeft vaak een hoge overwaarde en de hypotheek is grotendeels of zelfs volledig afgelost, waardoor hun woonlasten laag zijn. Maar natuurlijk zitten niet alle babyboomers er warmpjes bij. Sommigen worden getroffen door werkloosheid en discrimi-
Daar staat wel tegenover dat de nieuwe AOW’ers met hun relatief hoge inkomen de economie een positieve impuls kunnen geven. Profiteurs? De babyboomers hebben de economische wind mee gehad. Maar ze hebben ook veel bijgedragen aan de maatschappij. Ze hebben vele vrijheden verworven voor de generaties na hen en hebben een forse bijdrage geleverd aan de economische welvaart. Dat mag ook wel eens gezegd worden. Meer lezen over babyboomers? Op www.cbs.nl kunt u de publicatie ‘Babyboomers: indrukken vanuit de statistiek’ downloaden.
Drankenzo
9
Interview
“Het mes moet aan twee kanten snijden” Als pensioenfonds zijn we er voor onze deelnemers. Daarom horen we graag hoe u over pensioen denkt. In de komende nummers van dit magazine zullen we een aantal stellingen voorleggen aan deelnemers binnen de drankensector. In dit nummer vroegen we Ed Verbrugge om zijn mening. Naam: Ed Verbrugge Leeftijd: 46 jaar Burgerlijke staat: gehuwd, 1 kind Beroep: voorman drankenmaker Collectiviteit en solidariteit zijn be langrijk in een pensioenregeling. Daar ben ik het wel mee eens. Hoe meer mensen er meedoen aan de pensioenregeling, hoe beter betaalbaar die regeling is. Zo kun je de kosten laag houden. De voordelen van een collectieve, solidaire regeling wegen op tegen de nadelen. Absoluut. Als individu ben je binnen een collectieve regeling beter af. Je kunt een goed pensioen opbouwen - dat is belangrijk - tegen lage kosten. Verplichte deelname aan de pensi oenregeling is een goede zaak. Aan de ene kant vind ik het inderdaad wel goed, omdat je dan wel gedwongen bent een pensioen op te bouwen en dat tegen lage kosten kan. Aan de andere kant vind ik het wel een nadeel dat je geen keuzevrijheid hebt. Je kunt niet overstappen naar een ander pensioenfonds als die het bijvoorbeeld beter doen qua beleggingen of beleggen op een manier die beter bij jou past. Ik zou die vrijheid graag hebben.
10
Drankenzo
Solidariteit kent grenzen. Daar ben ik het zeker mee eens. Solidariteit is prima, maar kost veel geld en niet iedereen profiteert evenveel. We kunnen nu eenmaal niet tot in het oneindige doorbetalen. Zeker nu we in een crisis zitten en veel mensen moeite hebben het hoofd boven water te houden kun je niet teveel vragen. We moeten nu al extra betalen voor allerlei overgangsregelingen voor de generatie vóór ons, terwijl juist die generatie de schaapjes redelijk op het droge heeft. Wij kunnen geen gebruik meer maken van die regelingen, maar betalen wel de rekening. Ik ben voor solidariteit, maar het mes moet wel aan twee kanten snijden. Om het pensioen betaalbaar te hou den is het noodzakelijk dat iedereen langer doorwerkt. Langer doorwerken lijkt mij onontkoombaar nu we steeds ouder worden. Eigenlijk had men jaren geleden al maatregelen moeten nemen, maar helaas hebben overheid en sociale partners dat nagelaten. Daar betalen we nu de rekening voor. Zelf heb ik een zware baan en moet ik maar zien dat ik het volhoud tot mijn pensioenleeftijd. Ik had graag gebruik gemaakt van een VUT-regeling, maar dat zit er voor mij helaas niet meer in. Het zou mij dus goed uitkomen als er een uitzondering gemaakt zou worden voor zware
beroepen, zodat ik toch nog iets eerder zou kunnen stoppen. Als het financieel tegenzit moet een pensioenfonds direct maatregelen nemen, ook als dat korting van pen sioenen betekent. Mee eens. Je zult het probleem toch op moeten lossen en kunt de problemen niet doorschuiven naar de volgende generatie. Wel zou je eerst naar andere oplossingen moeten kijken. Premieverhoging ligt moeilijk, maar een aanpassing van de rekenrente kan ook al verlichting brengen. Als de pensioenen verlaagd moeten worden, moet iedereen meedoen. Dat vind ik een lastige. In principe moet iedereen meebetalen. Ik denk wel dat je zou moeten kijken naar de hoogte van het pensioen. Als je een klein pensioen hebt komt zo’n korting wel veel harder aan. Een zeker pensioen heeft mijn voorkeur, ook als dat betekent dat ik straks misschien minder krijg. Dat is een lastige keuze. Op dit moment zou ik, denk ik, kiezen voor zekerheid. Wat je kiest zal ook wel afhankelijk zijn van je inkomen. Bij een laag inkomen zul je eerder geneigd zijn te kiezen voor meer risico met de kans op een hogere uitkering. Maar dat kan natuurlijk ook averechts werken.
Actueel
Pensioenakkoord brengt verandering Er is veel over te doen: het pensioenakkoord. Wat houdt het precies in? Het (inmiddels demissionaire) kabinet heeft in september 2011 overeenstemming bereikt met de werkgeversorganisaties en vakbonden over de toekomst van het pensioenstelsel. Dat wordt het pensioenakkoord genoemd. Daarin staan maatregelen die de pensioenen betaalbaar moeten houden, zoals een hogere pensioenleeftijd en nieuwe pensioencontracten.
ten pensioencontracten: nominale en reële. Het nominale contract is de pensioenregeling zoals u die nu kent. U bouwt jaarlijks een vast percentage van uw pensioen op en dit opgebouwde pensioen wordt jaarlijks afhankelijk van de beleggingsrendementen wel of niet geïndexeerd. Korten van het pensioen kan alleen als het fonds in financiële moeilijkheden verkeert. Daarmee biedt het nominale contract behoorlijk wat zekerheid.
Langer werken We leven gemiddeld steeds langer. Dat betekent dat ook de pensioenen tot op steeds hogere leeftijd, en dus over een steeds langere periode, worden uitbetaald. Daarvoor is in het verleden niet voldoende gespaard. Dat komt bijvoorbeeld doordat de stijging van de levensverwachting veel sneller verloopt dan eerder werd gedacht. Om de AOW en ons pensioen toch betaalbaar te houden, is afgesproken dat we langer gaan werken.
Het reële contract is feitelijk het tegenovergestelde. Zeker is dat de pensioenopbouw jaarlijks geïndexeerd wordt, maar de jaarlijkse opbouw is afhankelijk van het rendement dat gemaakt wordt op de beleggingen. Tegenvallers als gevolg van slechte rendementen of een stijgende levensverwachting mogen bij het reële contract gespreid in de tijd worden verwerkt in de pensioenaanspraken. Daardoor is het risico op grote kortingen kleiner.
Dat gaat u merken aan twee dingen: uw AOW zal later ingaan en de pensioenleeftijd wordt verhoogd. U leest daar elders in dit magazine meer over. In het pensioenakkoord staat dat de pensioenleeftijd bij pensioenfondsen moet gaan meebewegen met de stijgende levensverwachting. Waarschijnlijk zal ook de pensioenleeftijd bij bpf dranken in de toekomst omhoog gaan. U kunt echter nog steeds eerder stoppen met werken. U krijgt dan wel een lagere uitkering. Risico Om een goed en betaalbaar pensioen mogelijk te maken, wordt de pensioenpremie belegd. Zonder beleggen zou ons pensioen een stuk duurder en/of lager zijn. Maar beleggen brengt ook risico’s met zich mee. Die risico’s worden in het vervolg voor iedereen duidelijk gemaakt, zo is afgesproken in het pensioenakkoord. Er moeten vooraf duidelijkere afspraken komen over risico’s en de gevolgen voor de pensioenen als het slecht gaat met de economie. In het pensioenakkoord staat dat pensioenfondsen zelf kunnen kiezen hoeveel risico ze willen lopen, zolang ze daarover maar duidelijk zijn. Dat is geen gemakkelijke keuze. Want hoe zekerder het pensioen, hoe duurder. Het is dus kiezen tussen een heel zeker maar lager pensioen, of iets minder zekerheid maar een grotere kans op een beter pensioen. Minder zekerheid betekent wél dat uw pensioen ook lager kan uitvallen dan verwacht. Nieuwe contracten Als het pensioenakkoord wetgeving wordt komen er twee soor-
Sociale partners mogen zelf kiezen welk soort contract zij met de deelnemers in hun sector willen sluiten. Daarbij zal rekening gehouden moeten worden met de risicobereidheid onder de deelnemers. Kiest men voor het nominale, zekere contract, dan moet er aan zwaardere financiële eisen worden voldaan. Premie De overheid en werkgevers- en werknemersorganisaties willen de premie zo veel mogelijk stabiel houden. Een verdere stijging van de levensverwachting en tegenvallende rendementen leiden dan niet meer automatisch tot hogere premies. Premies kunnen nog wel stijgen als sociale partners in de sector dat noodzakelijk vinden. Opgebouwde pensioenen Maar wat gebeurt er met opgebouwde pensioenrechten en pensioenen die al zijn ingegaan? Kiezen sociale partners voor een nominaal contract, dan verandert er niets. Uw pensioenregeling blijft dan immers hetzelfde. Bij de keuze voor een reëel contract is het nog de vraag of de opgebouwde en/of ingegane pensioenen kunnen worden overgedragen naar de nieuwe regeling. Experts zijn het er nog niet over eens of, en zo ja hoe, dat juridisch kan. Hoe nu verder? Het wetsvoorstel dat dit allemaal moet gaan regelen zal waarschijnlijk begin 2013 aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Als het daadwerkelijk wetgeving wordt kunnen sociale partners aan de slag; zij moeten een keuze maken tussen de beide contracten en nieuwe regelingen invoeren. Er is dus nogal wat werk aan de winkel.
Drankenzo
11
Intermezzo
Sector in de e d n i r o t c e S spotlight: spotlight:
n frisdranken, waters en sappen e p p a s n e s r e t a w , ken
dran frAlsispensioenfonds voor de drankindustrie bedient bpf dranken een viertal sectoren. In dit magazine en komende edities willen we die sectoren graag onder de aandacht brengen. Dit keer: de frisdranken-, water-, sappen- en siropenindustrie. Frisdranken Frisdranken bestaan al honderden jaren. Was het lange tijd een luxe drankje voor rijke mensen, sinds de jaren 60 is het uitgegroeid tot een populaire dorstlesser. Op dit moment drinken Nederlanders per persoon gemiddeld zo’n 103 liter frisdrank per jaar. Met frisdrank worden alcoholvrije dranken bedoeld die niet onder de zuivelproducten vallen. Ze kunnen koolzuur bevatten en bestaan uit water, suikers, aroma’s en eventueel sappen of extracten van vruchten of planten. Aan frisdranken mogen ook hulpstoffen zoals kleurstoffen worden toegevoegd.
12
Drankenzo
Het maken van frisdrank begint met het oplossen van suikers en/of zoetstoffen in water. Na controle worden de overige ingrediënten (vruchtensap, aroma’s, extracten en/ of hulpstoffen) toegevoegd. De ontstane siroop wordt in een laboratorium gecontroleerd op kwaliteit en vervolgens gepasteuriseerd. In een computergestuurde menginstallatie worden water, siroop en eventueel koolzuurgas in de juiste verhoudingen gemengd. Hierdoor ontstaat de frisdrank. De frisdrank wordt vervolgens in zijn geheel nogmaals gepasteuriseerd en dan gebotteld. Voor, tijdens en na het afvulproces worden de (bestanddelen van) frisdranken uitvoerig gecontroleerd in de laboratoria van de bottelarijen.
Intermezzo
Water Natuurlijk mineraalwater werd al gedronken door de Romeinen. Ook het drinken van mineraalwater was in eerste instantie voorbehouden aan de rijken. Vanaf de 19e eeuw werd het drinken van mineraalwater steeds gebruikelijker, maar pas sinds de jaren zeventig is natuurlijk mineraalwater over de hele wereld populair. Nederlanders drinken tegenwoordig ruim 21 liter mineraalwater per persoon per jaar. Er zijn twee soorten water: natuurlijk water en bewerkt water. Het onbewerkte water kan worden onderverdeeld in natuurlijke mineraal- en bronwaters. Bewerkt water kan worden onderverdeeld in leidingwater, soda- en spuitwater, tafelwater en watercoolerwater. Het bottelen van bron- en natuurlijk mineraalwater gebeurt volgens strenge hygiëne regels. Natuurlijk mineraalwater wordt direct na het oppompen uit de bron opgeslagen, behandeld en gebotteld. De weg die natuurlijk mineraalwater aflegt tussen bron en verpakking is dus zo kort mogelijk. Voor bronwater gelden andere regels: dat water mag worden vervoerd van de bron naar de bottelarij, bijvoorbeeld in een tankwagen.
Sappen De productie van vruchtensappen is pas in de 20e eeuw echt op gang gekomen. Voorheen was vruchtensap door het gebrek aan conserveringstechnieken maar zeer beperkt houdbaar. Met de komst van nieuwe filtratie- en conserveringstechnieken werd de productie van vruchtensappen interessant voor fruittelers en vruchtenwijnfabrikanten. Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelden de productie van en de markt voor sappen zich verder. Sappen zijn onder te verdelen in vruchtensappen, vruchtensappen uit concentraat, vruchtensappen niet uit concentraat en vers geperste sappen. Daarnaast zijn er ook vruchtennectaren of –dranken. Deze laatsten bestaan niet volledig uit sap, maar mogen ook andere ingrediënten, zoals suiker, honing en/of zoetstoffen bevatten. Siropen Gemiddeld drinken we zo’n 15 liter siroop per jaar. Een limonadesiroop bestaat in ieder geval uit suikers en/ of zoetstoffen en water waaraan mogen zijn toegevoegd o.a. aroma’s, eetbare bestanddelen van vruchten of planten en vruchten- of plantensappen. In ‘light’-limonadesiropen zijn de suikers vervangen door kunstmatige zoetstoffen.
Het maken van limonadesiroop begint met het maken van een suikeroplossing. Deze suikeroplossing wordt met de andere grond- en hulpstoffen in een tank gemengd. Daarna wordt gekeken hoeveel procent van de verkregen vloeistof uit suiker bestaat. Vervolgens wordt berekend hoeveel water extra moet worden toegevoegd om het juiste percentage suiker in de siroop te verkrijgen. Het laboratorium test of de siroop voldoet aan alle gestelde eisen en tenslotte kan de siroop afgevuld worden. De sector De frisdranken-, water-, sappen- en siropenindustrie omvat 22 werkgevers die lid zijn van de Nederlandse vereniging Frisdranken, Waters, Sappen (FWS). Samen hebben zij zo’n 4500 werk nemers in dienst. De FWS is de brancheorganisatie voor de frisdranken-, water-, sappen- en siropenindustrie. Zij hebben tevens zitting in het bestuur van bpf dranken. Wilt u meer weten over deze sector? Kijk dan eens op de website van FWS: www.fws.nl.
Drankenzo
13
AOW
AOW-leeftijd omhoog Op 10 juli 2012 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd. Eerder was ook al de Tweede Kamer akkoord gegaan. Wat betekent dat voor u? U bent geboren:
U krijgt AOW in:
Uw AOW-leeftijd wordt:
1-1-1948
2012
65
31-12-1947
1-12-1948
2013
65 + 1 maand
30-11-1948
1-11-1949
2014
65 + 2 maanden
31-10-1949
1-10-1950
2015
65 + 3 maanden
30-9-1950
1-8-1951
2016
65 + 5 maanden
31-7-1951
1-6-1952
2017
65 + 7 maanden
31-5-1952
1-4-1953
2018
65 + 9 maanden
31-3-1953
1-1-1954
2019
66
31-12-1953
1-10-1954
2020
66 + 3 maanden
30-9-1954
1-7-1955
2021
66 + 6 maanden
30-6-1955
1-4-1956
2022
66 + 9 maanden
31-3-1956
1-1-1957
2023
67
31-12-1956
2024
nog niet bekend
na
vóór
AOW-leeftijd omhoog De AOW-leeftijd gaat in 2013 met een maand omhoog en stijgt daarna stapsgewijs verder naar 66 jaar in 2019 en 67 jaar in 2023. Na 2023 wordt de AOW-leeftijd verder verhoogd als de levensverwachting verder toeneemt.
14
verandert niet; die blijft gelijk aan de hierboven vermelde datum.
In tegenstelling tot eerdere voorstellen wordt het niet mogelijk om de AOW-uitkering eerder of juist later in te laten gaan.
Door de pensioenrichtleeftijd te verhogen wordt de maximale periode waarover pensioen kan worden opgebouwd met twee jaar verlengd. De maximale jaarlijkse opbouwpercentages worden verlaagd. U doet er daardoor langer over om eenzelfde pensioen op te bouwen.
Pensioenrichtleeftijd Onduidelijk is of het pensioen dat u via uw werkgever opbouwt ook later zal ingaan. De nieuwe wet schrijft ook voor dat pensioenfondsen een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar moeten gaan hanteren. Dit is de leeftijd waarop volgens het reglement het ouderdomspensioen ingaat. Sociale partners kunnen echter de mogelijkheid bieden het pensioen te vervroegen. In dat geval kunt u eerder uittreden, maar wel tegen een lagere uitkering. De ingangsdatum van de AOW
Nieuw kabinet Op het moment dat dit magazine ter perse gaat zijn VVD en PvdA bezig een regeerakkoord te sluiten. Onderdeel daarvan is een snellere verhoging van de AOW-leeftijd. In de nieuwe plannen wordt de AOW-leeftijd al in 2018 verhoogd tot 66 jaar. In 2021 volgt een verdere verhoging naar 67 jaar. Deze plannen zijn echter nog geen kabinetsbeleid, niet goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer en daarmee nog niet definitief.
Drankenzo
Financieel
Jaarverslag 2011 Op 31 mei jl. heeft het bestuur van
Hoe is het rendement samengesteld?
bpf dranken het jaarverslag 2011 vastgesteld. We zetten de belangrijkste zaken voor u op een rijtje. Dekkingsgraad De dekkingsgraad is de verhouding tussen de bezittingen en de verplichtingen van een pensioenfonds. Bij een dekkingsgraad van 100% heeft het fonds precies voldoende vermogen om alle huidige en toekomstige uitkeringen te kunnen betalen. Van de toezichthouder moeten we daar bovenop nog een buffer van tenminste 5% aanhouden. Op 31 december 2011 bedroeg de dekkingsgraad van bpf dranken 100,3%. Dat is lager dan het jaar daarvoor. De daling is vooral het gevolg van de gedaalde rente en de hogere levensverwachting. Kosten De uitvoeringskosten zijn na de daling in 2010 in 2011 vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van het jaar daarvoor. Per deelnemer/gepensioneerde bedragen de kosten voor het pensioenbeheer € 133,-. Het vermogensbeheer kost jaarlijks 0,34% van het belegd vermogen. Voor dit bedrag int bpf dranken de premie bij 349 werkgevers, administreert de pensioenaanspraken van 4.502 actieve en 17.348 inactieve deelnemers, betaalt maandelijks 3.471 uitkeringen uit en beheert een vermogen van bijna € 437 miljoen. Ook de kosten voor advies en controle door actuaris, accountant en andere adviseurs zijn in dit bedrag meegenomen. In 2011 heeft het bestuur van bpf dranken de uitvoeringskosten onder de loep genomen en geoordeeld dat deze acceptabel zijn. Dat laat onverlet dat het bestuur blijft zoeken naar mogelijkheden om de kosten laag te houden. Beleggingen Het belegd vermogen van € 437 miljoen is verdeeld over een aantal beleggingscategorieën: aandelen, vastrentende waarden (obligaties), vastgoed en overige beleggingen. In 2011 heeft bpf dranken het risico binnen de obligatieportefeuille verder verminderd. Nadat eerst besloten was alleen nog te beleggen in langlopende staatsobligaties van Eurolanden met de hoogste kredietwaardigheid (AAA-rating), is het beleid later verder aangescherpt. Vanaf eind 2011 bestaat de obligatieportefeuille enkel nog uit staatsobligaties in Neder-
Gewicht Vastrentende waarden
38,39 %
Gewicht Aandelen
51,65 %
Gewicht Hypotheken
5,94 %
Gewicht Onroerend goed
4,02 %
land en Duitsland, de meest kredietwaardige landen. Pensioenfondsen kampen met een lage rente. Hoe lager de rente, hoe lager de dekkingsgraad. Fondsen kunnen dit zogenaamde renterisico afdekken met verschillende beleggingsproducten. Omdat een rentedaling werd voorzien heeft het bestuur ervoor gekozen de afdekking van het renterisico tijdelijk te verhogen. Over de totale beleggingsportefeuille is een rendement gehaald van 12,01%. Herstel De dekkingsgraad van bpf dranken heeft zich in 2011 niet ontwikkeld in lijn met het eerder opgestelde herstelplan. Het fonds heeft echter nog wel voldoende vermogen om op tijd te herstellen. Een eventuele korting van pensioenen is daarom nu niet nodig. Wel heeft de lage rente geleid tot een opwaartse druk op de premie voor 2012. Sociale partners vonden een premiestijging echter niet verantwoord. Daarom is besloten niet de premie te verhogen, maar de pensioenopbouw voor 2012 te verlagen van 1,75% naar 1,5%. U heeft hierover kunnen lezen in het vorige magazine. Meer weten? U kunt het volledige jaarverslag vinden op onze website www.bpfdranken.nl.
Drankenzo
15
Actueel
Hoe staan we ervoor? In Drankenzo… houden we u op de hoogte van de financiële situatie van bpf dranken. Hoe staat bpf dranken er eind 2012 voor?
Verplichtingen Door de onverwacht snelle stijging van de levensverwachting en de daling van de rente zijn de verplichtingen behoorlijk toegenomen. Pensioenfondsen moeten langer uitkeren en nu meer in kas hebben om te zijner tijd de pensioenen uit te kunnen betalen. Onlangs is bekend geworden dat de levensverwachting weer is gestegen. Daardoor zijn ook de verplichtingen weer iets toegenomen. Beleggingen Bpf dranken vergelijkt haar beleggingsprestaties met een vooraf bepaalde, objectieve maatstaf. Dat noemen we
16
Drankenzo
108 106 104 102 100 98 96 94 92
Verplichtingen Dekkingsgraad = (opgebouwde pensioenen) Bezittingen (beleggingen)
12 20
9-
1-
20
12
2 1-
01
8-
-2
71
6-
1-
20
12
2 01
2 -2 51
-2
01
2 41
01
2 -2 31
01
2 -2
01 21
-2 11
01
1
90 -2
Na een opleving van de rente medio dit jaar volgde een terugval. Daardoor werd de stijging van de dekkingsgraad weer teniet gedaan en kwam deze weer onder de 100% uit. Gelukkig is daarna weer een voorzichtig herstel ingezet,maar de verwachting is dat de rente en daarmee de dekkingsgraad laag zal blijven. Hierdoor zal het waarschijnlijk niet lukken om binnen afzienbare tijd weer op het herstelpad te komen. Toch komt de dekkingsgraad naar verwachting uiterlijk eind 2012 uit op de vereiste 105%. Daardoor hoeft bpf dranken nu niet te korten op de pensioenen.
110
12 -1
Dekkingsgraad De dekkingsgraad is de graadmeter voor de financiële gezondheid van een pensioenfonds en sterk afhankelijk van de rentestand. Hoe hoger de rente, hoe hoger de dekkingsgraad. Omdat de rente soms stijgt en soms daalt fluctueert ook de dekkingsgraad.
Dekkingsgraad Minimale dekkingsgraad Minimale dekkingsgraad o.b.v. herstelplan
een benchmark. Voor elke beleggingscategorie wordt zo’n benchmark bepaald. Dat zijn in veel gevallen beursindexen, zoals voor aandelen de AEX-index. Indices kunnen ook worden gecombineerd tot een ‘maatwerk’-benchmark als dat beter bij het beleggingsmandaat van het bestuur past. Uiteraard is het streven beter te presteren dan deze benchmark(s).
Eind augustus bedroeg het rendement op de beleggingen over 2012 11,81%. De benchmark scoorde in die periode 11,90%. Daarmee heeft bpf dranken dus net iets minder gepresteerd dan de benchmark. Op de hoogte blijven? De dekkingsgraad van bpf dranken wordt maandelijks vastgesteld. U kunt de dekkingsgraad vinden op onze website www.bpfdranken.nl.
Column
Meer inspraak? Als voorzitter dan de deelnemersraad ben ik uiteraard een warm voorstander van medezeggenschap. Deelnemers en gepensioneerden moeten mee kunnen praten over hun pensioenregeling, dat lijkt mij niet meer dan normaal. De deelnemersraad zoals wij die nu kennen is opgericht in 2006. Ik ben zelf lid van het eerste uur. Zo’n begin is altijd moeilijk. Je moet in je taak groeien en deskundigheid opdoen. Sinds ons begin hebben we echter flinke stappen gemaakt en op dit moment zijn we een volwaardige gesprekspartner voor het bestuur. Helemaal goed, zou je denken. Toch gaat er binnenkort waarschijnlijk weer het nodige veranderen. Minister Kamp heeft in juni het wetsvoorstel Versterking Bestuur Pensioenfondsen ingediend. De titel deed mijn hart al wat sneller kloppen. Zouden deelnemers en gepensioneerden meer inspraak krijgen? Na het lezen van het wetsvoorstel ben ik daar nog niet zo zeker van. Het wetsvoorstel van Kamp geeft gepensioneerden recht op zetels in het bestuur. Dat is natuurlijk mooi, maar geen verbetering. Gepensioneerden krijgen namelijk sowieso met ingang van 1 januari 2013 recht op bestuursdeelname. Weinig nieuws onder de zon dus.
Zouden deelnemers en gepensioneerden meer inspraak krijgen? Wel nieuw is de instelling van een deelnemers- en pensioengerechtigdenraad bij pensioenfondsen waarvan het bestuur gevormd wordt door werkgevers-, werknemersen gepensioneerdenorganisaties. Die deelnemers- en pensioengerechtigdenraad komt in de plaats van de deelnemersraad en lijkt daar ook veel op. Behalve op één belangrijk punt: hun taak. Als deelnemersraad hebben wij adviesrecht op een groot aantal onderwerpen, zoals het jaarverslag en wijzigingen in statuten en reglementen. Het bestuur kan ons advies alleen naast zich neerleggen als zij
daar een hele goede reden voor hebben. De deelnemersen pensioengerechtigdenraad daarentegen mag slechts advies uitbrengen over een beperkt aantal onderwerpen en die hebben dan ook nog niet eens betrekking op de pensioenregeling zelf. Wel moet het bestuur verantwoording afleggen over het beleid en mag de raad daar een oordeel over vellen. Maar achteraf goed- of afkeuren is volgens mij toch echt iets anders dan vooraf adviseren.
Kennelijk is bestuursdeelname door gepensioneerden voor de politiek reden om de medezeggenschap uit te kleden. Pensioenfondsen die bestuurd worden door onafhankelijke deskundigen moeten voor de medezeggenschap een belanghebbendenorgaan instellen. Vreemd genoeg krijgt dat orgaan wél vrijwel dezelfde rechten als de huidige deelnemersraden. Kennelijk is bestuursdeelname door gepensioneerden voor de politiek reden om de medezeggenschap bij die fondsen uit te kleden. Misschien ligt het aan mij, maar die redenering kan ik toch niet helemaal volgen. Dat alle belanghebbenden in het bestuur vertegenwoordigd zijn wil toch niet zeggen dat medezeggenschap minder belangrijk wordt? Of zie ik dat nou verkeerd? Herman in ’t Veen, voorzitter deelnemersraad bpf dranken
Drankenzo
17
Interview
“Voorzitter zijn is uitdagend en interessant” Bpf dranken heeft een nieuwe werkgevers voorzitter. Hij stelt zich graag aan u voor. Wie is Douwe Roel Bosma? Leeftijd: 51 jaar Geboorteplaats: Dokkum Woonplaats: Den Haag Burgerlijke staat: gehuwd, 3 kinderen Functie: algemeen directeur bij Delcave Hobby’s: hardlopen, koken
Douwe Roel Bosma heeft het voorzittersstokje overgenomen van Dick van Veen. We vroegen Douwe Roel naar zijn achtergrond, ervaringen en visie op de toekomst van bpf dranken. Gefeliciteerd met uw benoeming! Hoe wordt je eigenlijk werkgevers voorzitter? “Ik zit al zo’n veertien jaar in het bestuur van bpf dranken en vertegenwoordig daar de werkgevers namens de KVNW, de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren. In veertien jaar doe je een hoop ervaring op en leer je een fonds én wat bij een goede pensioenuitvoering allemaal komt kijken, goed te doorgronden. Toen Dick zijn vertrek aankondigde rees de vraag wie hem op moest gaan volgen als werkgeversvoorzitter. Het lag voor de hand dat ik de taak van werkgeversvoorzitter over zou nemen, ook gezien mijn ervaring met leidinggeven en - niet onbelangrijk – het feit dat ik in de materie voldoende ingewerkt was en er tijd voor vrij kon maken. Dat maakt je echter nog niet automatisch tot voorzitter. Voordat je de functie mag gaan vervullen moet je benoeming nog goedgekeurd worden door De Nederlandsche Bank, onze toezichthouder. Dat betekent een toetsing van
18
Drankenzo
je geschiktheid met als afsluiting een gesprek waar je het vuur behoorlijk na aan de schenen wordt gelegd. Gelukkig werd ik ‘goedgekeurd’. “ U was voorheen ‘gewoon’ bestuurs lid. In hoeverre wijkt de rol van werk geversvoorzitter daarvan af? “Als voorzitter speel je wel duidelijk een andere rol. Samen met de werknemersvoorzitter vorm ik het dagelijks bestuur van het fonds. Bij vrijwel alles wordt je betrokken. Wij bereiden alle zaken voor die binnen het bestuur besloten moeten worden en leggen die met een voorstel voor aan onze medebestuursleden. Dat houdt in dat je als voorzitter vroegtijdig en meer sturend optreedt. Je taak is dus veel breder. Daarnaast zit je om het jaar ook de bestuursvergaderingen voor. Dat kost allemaal extra tijd, dus komt het aan op een goede voorbereiding en tijdplanning. Voorzitter zijn is zeker niet iets wat je er even bij doet.” Over welke eigenschappen moet een goede werkgeversvoorzitter beschik ken? “Je moet leiding kunnen geven, maar tegelijkertijd iedereen de ruimte kunnen bieden om hun mening te geven en die verschillende meningen kunnen verbinden. Oog voor de verschillende belangen binnen het bestuur helpt daar zeker bij. Daarnaast moet je draagvlak kunnen creëren voor de door jou voorgestelde compromissen. Tenslotte vertegenwoordig je het pensioenfonds ook, dus het is prettig als je een stevige persoonlijkheid hebt. Persoonlijk hou ik van een pragmatische insteek; je moet zaken zo praktisch en efficiënt mogelijk willen regelen.”
Is voorzitter zijn een fulltime functie? “Nee, ik heb daarnaast gewoon een baan als algemeen directeur van Delcave, een groothandel in wijnen en gedistilleerde dranken. Daar verdien ik mijn brood mee. Omdat ik mij ook op andere manieren voor de bedrijfstak in wil zetten heb ik een aantal functies binnen de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren, het Productschap Wijn en dus ook het bedrijfstakpensioenfonds.”
Hoe ziet u de toekomst van bpf dranken? “Het zijn moeilijke en enerverende tijden voor pensioenfondsen in het algemeen en de wat kleinere fondsen zoals bpf dranken in het bijzonder. Als bpf dranken doen we het overigens tot nu toe niet slecht. De eisen aan de fondsen worden steeds zwaarder en vanuit politiek en toezichthouder wordt duidelijk aangestuurd op een verkleining van het aantal pensioenfondsen. Daar krijgen wij ook mee te maken. Binnen bpf dranken beraden we ons op het beste toekomstscenario. Fuseren met een ander fonds, samenwerken of op eigen kracht verder gaan, op dit moment is het onmogelijk te zeggen wat er gaat gebeuren. Maar we zijn er wel mee bezig, want die keuze zal gemaakt moeten worden. Persoonlijk denk ik dat bpf dranken een belangrijke functie heeft en die functie behouden moet blijven. In welke vorm, dat weten we nu nog niet. Kosten en baten moeten sowieso in balans blijven. Daarbij is voor ons als bestuur een belangrijke rol weggelegd, maar uiteindelijk besluiten sociale partners in de sector hoe en waar zij de pensioenregeling laten uitvoeren.”
Bestuur
Aan de bestuurstafel Het bestuur van bpf dranken wordt gevormd door vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. Zij voeren de pensioenregeling uit die door sociale partners is afgesproken. Wie zitten er aan de bestuurstafel? Aan werkgeverskant: Naam: Douwe Roel Bosma Functie: werkgevers voorzitter Organisatie: Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren (KVNW) Bestuurslid sinds: 1998 Plaatsvervanger: Marcel Kerkmeester
Naam: Lodewijk Emmen Functie: bestuurslid Organisatie: Vereniging van de Nederlandse Groothandel in Dranken en Horeca benodigdheden (GDH) Bestuurslid sinds: 2010 Plaatsvervanger: Christiaan Hamminga
Naam: Robert Munniks Functie: bestuurslid Organisatie: Vereniging van Importeurs en Producenten van Gedistilleerde Dranken (VIP) Bestuurslid sinds: 2010 Plaatsvervanger: vacature
De zetel van de Nederlandse Vereniging Frisdranken, Waters, Sappen (FWS) is momenteel vacant.
Naam: Andre Steijaert Functie: bestuurslid Organisatie: FNV Bond genoten Bestuurslid sinds: 2010 Plaatsvervanger: Ingrid van Pinxteren
Naam: John Spruijt Functie: bestuurslid Organisatie: De Unie Bestuurslid sinds: 2007 Plaatsvervanger: Co Dwarswaard
Naam: Rene Lahoye Functie: bestuurslid Organisatie: CNV Vak mensen Bestuurslid sinds: 2011 Plaatsvervanger: vacature
Aan werknemerskant: Naam: Jacqueline Bergervoet Functie: werknemers voorzitter Organisatie: FNV Bond genoten Bestuurslid sinds: 1997 Plaatsvervanger: vacature
Drankenzo
19
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie
Samen met bpf dranken zorgen voor een goed pensioen Pensioen is geen makkelijke materie. Dat begrijpen wij maar al te goed. Daarom helpen we u graag als u vragen heeft. Wilt u meer weten over • uw pensioenuitkering? • partner- en wezenpensioen? • facturen? • waardeoverdracht? • aanvullende pensioenregelingen? • of iets anders?
Neem dan gerust contact op met onze uitvoerder, Servicekantoor AGH. Bpf dranken Postbus 1044, 2280 GC Rijswijk Telefoon: 070 306 11 90 Fax: 08422 62369 E-mail:
[email protected] Of kijk eens op onze website. Daar vind u algemene informatie over uw pensioenregeling.
www.bpfdranken.nl