R/2698
Financieel jaarverslag 2012 Bestemd voor de raadsvergadering van 19 april 2013
),1$1&,((/-$$59(56/$*
!"#
" $
3
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2012
Overeenkomstig artikel 52 van de Wet op de bedrijfsorganisatie biedt het dagelijks bestuur hierbij de raad het financieel jaarverslag ter vaststelling aan. Deze verantwoording gaat vergezeld van een verklaring van Deloitte Accountants B.V. inzake hun controle van de jaarrekening 2012 en de naleving van de regelen betreffende het beheer. De jaarrekening (hoofdstuk 2) omvat de balans, de staat van baten en lasten van de SER en de Uitvoering Wet ondernemingsraden, alsmede de toelichting. De jaarrekening is opgesteld conform Richtlijn 640 Organisaties-zonder-winststreven (aangepast 2010) van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Voorafgaand aan de jaarrekening is in hoofdstuk 1 het bestuursverslag, inclusief samenvattende financiële beschouwing opgenomen. De controleverklaring van de accountant en de resultaatbestemming 2011 zijn in hoofdstuk 3 opgenomen. De te nemen besluiten zijn opgenomen in hoofdstuk 4. Het gaat hierbij om het besluit tot vaststelling van de rekening van baten en lasten 2012, de verordening tot wijziging van de begroting van baten en lasten 2012, en het besluit tot instemming met de jaarrekening 2012 van de Stichting GBIO. Met het besluit tot vaststelling van de rekening van baten en lasten 2012, wordt tevens de goedkeuring gehecht aan de exploitatiesubsidies van de raad aan: de Stichting van de Arbeid en de Stichting voor de Jaarverslaggeving. Met het oog op de te nemen besluiten zijn als bijlagen opgenomen de jaarrekening 2012 van de Stichting voor de Jaarverslaggeving, de Stichting GBIO en de Stichting van de Arbeid. Den Haag, 16 april 2013
4
5
INHOUDSOPGAVE 1.
BESTUURSVERSLAG
1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Samenvattende financiële beschouwing 2012 Begroting 2013 Meerjarenoverzicht en raming AWf-bijdrage 2014
9 10 13 14
2.
JAARREKENING 2012
17
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming) Staat van baten en lasten SER Staat van baten en lasten Uitvoering Wet ondernemingsraden Kasstroomoverzicht over 2012 Grondslagen Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten SER Toelichting op de staat van baten en lasten Uitvoering Wet ondernemingsraden
18 20 23 24 25 27 35
3.
OVERIGE GEGEVENS
51
3.1 3.2
Bestemming saldi van baten en lasten 2011 Controleverklaring
53 53
4.
BESLUITEN EN VERORDENING
57
4.1 4.2
Besluit baten en lasten 2012 Verordening wijziging van de verordening begroting van baten en lasten voor 2012 Besluit instemming jaarrekening 2012 GBIO Toelichting besluit instemming jaarrekening 2012 GBIO
59
4.3 4.4
BIJLAGEN -
Jaarrekening 2012 Stichting voor de Jaarverslaggeving Jaarrekening 2012 Stichting van de Arbeid Jaarrekening 2012 Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden
7
48
61 62 63
65
6
7
1. BESTUURSVERSLAG
8
9
1.
BESTUURSVERSLAG
1.1 Inleiding De Sociaal-Economische Raad, gevestigd in Den Haag, is ingesteld op grond van de Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo). Missie De raad wil als advies- en overlegorgaan van ondernemers, werknemers en kroonleden een bijdrage leveren aan de maatschappelijke welvaart door te komen tot onderlinge consensus over nationale en internationale onderwerpen op sociaal-economisch terrein. De SER streeft hierbij naar kwaliteit en draagvlak: hoge deskundigheid in combinatie met breed gedragen overeenstemming en steun in de samenleving. Taken en activiteiten Binnen het kader van de Wbo vervult de SER een aantal taken: Advisering aan regering en parlement De SER adviseert de regering en het parlement over de hoofdlijnen van het te voeren sociale en economische beleid en over belangrijke wetgeving op sociaal-economisch terrein. Adviezen van de SER hebben idealiter een tweeledige functie: zowel bijdragen aan een breed draagvlak voor het kabinetsbeleid als aan het maatschappelijk functioneren van het bedrijfsleven. Bestuurlijke taken De Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo) geeft de SER een aantal bestuurlijke taken. Een daarvan is het toezicht op de product- en bedrijfschappen. De hieruit voortvloeiende werkzaamheden staan de komende jaren in het teken van de opheffing van de product- en bedrijfschappen waartoe het kabinet-Rutte II in 2012 heeft besloten. Daarnaast heeft de SER een aantal medebewindstaken. Dat zijn taken bij de uitvoering van een aantal wetten die voor het bedrijfsleven belangrijk zijn, zoals de Wet op de ondernemingsraden en Wet op de medische keuringen. Bevordering overlegeconomie Hieronder worden begrepen alle taken en activiteiten die in hoofdzaak voortvloeien uit het bepaalde in artikel 2 van de Wbo: “De Raad heeft (…) tot taak een het algemeen belang dienende werkzaamheid van het bedrijfsleven te bevorderen, alsmede het belang van het bedrijfsleven en de daartoe behorende personen te behartigen”. Tot dit cluster worden gerekend de exploitatiesubsidies aan de Stichting van de Arbeid, de provinciale SER’en en de Raad voor de Jaarverslaggeving, het toezicht op de naleving van de SER-Fusiegedragsregels, overleggroepen consumentenvoorwaarden, activiteiten als de uitgave van de Leidraad personeelsvertegenwoordiging en het Voorbeeldreglement ondernemingsraden, voorlichtingsmateriaal voor scholieren en studenten en de ontvangst van groepen binnenlandse en buitenlandse bezoekers. Activiteiten in het verslagjaar Een uitvoerig verslag van de adviezen, bestuurlijke activiteiten en andere activiteiten brengt de SER jaarlijks voor 1 april uit in een separaat jaarverslag. De SER brengt daarnaast jaarlijks een afzonderlijk Toezichtverslag uit, waarin de Toezichtkamer verantwoording aflegt over het toezicht op de product- en bedrijfschappen. Inkomsten en uitgaven van de raad Voor de uitvoering van zijn taken heeft de SER de wettelijke bevoegdheid een heffing op te leggen aan het bedrijfsleven. Tot en met 2012 was de SER-heffing een nominale opslag op de bijdrage die een onderneming jaarlijks verschuldigd is aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KvK) voor zijn inschrijving in het Handelsregister. Met ingang van 1 januari 2013 worden de KvK’s omgevormd tot Ondernemingspleinen en vervallen de bijdragen die ondernemers verschuldigd zijn voor hun inschrijving bij de KvK. Daarmee is tevens de basis voor de SER-heffing komen te vervallen. De betrokken ministeries hebben met partijen overlegd over een alternatieve financieringssystematiek voor de SER. Dit heeft geresulteerd in een
10
voorstel de SER te financieren uit een jaarlijks te bepalen bedrag uit het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). Hoewel het AWf primair is bedoeld om uitkeringen als de WW en ZW te financieren, kent het AWf daarnaast – op grond van artikel 100 van de Wfsv – andere uitgavencategorieën. De Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo) en de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) moeten hiertoe worden gewijzigd. De desbetreffende wijzigingsvoorstellen van de Wbo en Wfsv lagen aan het eind van het verslagjaar 2012 voor aan de Tweede Kamer. In de wijzigingsvoorstellen is een terugwerkende kracht bepaling opgenomen. Dit betekent dat als de wijzigingsvoorstellen in de loop van 2013 worden aangenomen, de gevraagde SER-financiering (13,2 miljoen voor 2013) voor het hele jaar met terugwerkende kracht uit het AWf betaald zal worden. De uitgaven van de Raad beliepen over de afgelopen 10 jaar gemiddeld ongeveer 15 miljoen euro per jaar, waarvan ongeveer 90% werd gefinancierd uit de SER-heffing en 10% uit andere inkomstenbronnen van de SER, zoals baten uit de verhuur van een deel van het SER-gebouw, dienstverlening aan derden (in hoofdzaak huurders), interest en overige baten. De lasten bestaan voor circa 60% uit personeelskosten. De gemiddelde feitelijke bezetting in 2012 was 97,8 jaartaken.
Bestuurssamenstelling Het dagelijks bestuur van de SER bestaat uit vertegenwoordigers van de drie geledingen uit de raad, te weten werknemers, ondernemers en kroonleden. De samenstelling op 31 december 2012 was als volgt: ir. W. Draijer (voorzitter, kroonlid) J.H.A.S. Biesheuvel (MKB-Nederland) mw. prof.dr.ir. L.O. Fresco (kroonlid) prof.mr. F.B.J. Grapperhaus (kroonlid) A.J.M. Heerts (FNV) mr. N.J.J. van Kesteren (VNO-NCW) A.J. Maat (LTO-Nederland) drs. J. Smit (CNV) drs. R.T.B. Visser (MHP) mr. B.E.M. Wientjes (VNO-NCW) vacature kroonleden vacature werknemers Algemeen secretaris: mevrouw dr. V.C.M. Timmerhuis
1.2 Samenvattende financiële beschouwing 2012 Vermogenspositie Evenals in vorige jaren is voor 2012 bewust een exploitatietekort (nadelig saldo) begroot. Deze tekorten zijn bedoeld om de algemene reserve terug te brengen tot de gewenste omvang van 5 à 10% van de begrote jaarlasten. Tot en met 2009 hield de SER een reserve (overig vermogen) aan van 40 à 60% van de begrote jaarlasten. In 2009 heeft het dagelijks bestuur besloten de algemene reserve terug te brengen naar 5 à 10% van de begrote jaarlasten. Deze stap hing samen met het besluit van het dagelijks bestuur om op basis van vrijwilligheid over te gaan op geïntegreerd middelenbeheer zoals voorgeschreven voor externe uitvoeringsorganisaties van de overheid (het zogenoemde ‘schatkistbankieren’). Dit houdt in dat de SER zijn (tijdelijk) overtollige middelen onderbrengt op een rekening bij het Ministerie van Financiën en dat de SER voor eventuele tijdelijke liquiditeitsbehoeften leent bij het Ministerie van Financiën. Met het oog op beëindiging van de SER-heffing via de KvK’s met ingang van 2013 en de lopende besluitvorming over een nieuwe financieringssystematiek (via het AWf), heeft het dagelijks bestuur medio 2012 besloten om voorlopig pas op de plaats te maken met de afbouw van de reserve. Zodra in 2013 de nieuwe financiering van de SER via een jaarlijks te bepalen
11
uitname uit het AWf een feit is, wordt in het kader van de begroting 2014 bezien of en zo ja, hoe dit zou moeten uitwerken op het vermogensbeleid. Overzicht van baten en lasten Voor 2012 was een nadelig saldo begroot van 2.175.000 euro; het gerealiseerde nadelig saldo is door per saldo meevallende baten en lasten uitgekomen op 1.029.000 euro. De rekening voor het jaar 2012 laat zien dat de totale lasten van de SER zijn uitgekomen op 14.580.000 euro. Dat is 831.000 euro (5%) minder dan begroot. De inkomsten waren voor 2012 begroot op 13.236.000 euro. Het definitief voor 2012 vastgestelde bedrag aan inkomsten komt uit op 13.551.000 euro. De belangrijkste afwijkingen zijn een hogere opbrengst uit verhuur en een lagere opbrengst uit de SER-heffing via de KvK’s. De hogere opbrengst uit verhuur betreft een eenmalige bate uit de afkoop van een lopend verhuurcontract. Resultaatbestemming Het negatieve exploitatiesaldo van 1.029.000 euro wordt als volgt verwerkt: 548.000 euro (gelijk aan het afschrijvingsbedrag op het gebouw) wordt onttrokken aan het vermogen vastgelegd in gebouwen; 481.000 euro (het resterend negatief saldo) wordt aan het overig vermogen onttrokken Samenvatting staat van baten en lasten (x 1.000 euro) rekening 2012
begroting 2012
rekening 2011
Baten (bij een basisheffing per bedrijf van)
2,05
2,05
2,20
heffing via Kamers van Koophandel en Fabrieken diensten aan derden vergoeding voor opgedragen taken interest/verhuur overige baten
11.901 433 40 1.119 58
12.049 358 40 729 60
12.464 465 41 799 93
totaal baten
13.551
13.236
13.862
734 8.603 1.670 1.008 605 1.382
766 8.948 1.668 1.111 650 1.647
568 9.437 1.505 1.093 670 1.391
578
621
560
14.580
15.411
15.224
(1.029)
(2.175)
(1.362)
Lasten vergaderkosten personeelskosten huisvestingskosten bureaukosten diensten door derden subsidies overige kosten (communicatie, representatie en internationale contacten) totaal lasten Nadelig saldo
12
Baten SER 2012 Met het oog op het begrote lastentotaal van 15,4 miljoen euro waren de inkomsten aanvankelijk begroot op 13,2 miljoen euro. De gerealiseerde inkomsten voor 2012 komen uit op 13,5 miljoen euro. realisatie 2012
begroting 2012
verschil
heffing via Kamers van Koophandel en Fabrieken diensten aan derden vergoeding voor opgedragen taken verhuur, interest en overige baten
11.901 433 40 1.177
12.049 358 40 789
(148) 75 0 388
totaal
13.551
13.236
315
De belangrijkste verschillen kunnen als volgt worden toegelicht: heffingen (- 148.000 euro; -1%) Bij het opstellen van de begroting 2012 is uitgegaan van de langjarige gemiddelde groei van het handelsregister van 3,75%. De feitelijke groei van het handelsregister is in 2012 uitgekomen op 2,9%. Daarnaast hebben de Kamers van Koophandel meer bedragen afgeboekt wegens oninbaarheid. diensten aan derden (+75.000 euro; +21%) De post diensten aan derden bevat een incidentele, niet begrote opbrengst vanwege de tijdelijke detachering van twee beleidsmedewerkers. overige baten (+389.000 euro; + 49%) In 2012 zijn, mede ingegeven door de overstap naar schatkistbankieren, de laatste in bezit zijnde obligaties verkocht. Het positieve koersresultaat ad. 90.000 euro dat hiermee is gerealiseerd is verantwoord onder de interestbaten. Een van de huurders van kantoorruimte heeft zijn nog lopende huurcontract afgekocht; de hiermee samenhangende bate ad. 400.000 euro is verantwoord onder de huuropbrengsten.
Lasten SER 2012 Voor 2012 is een bedrag van 15,4 miljoen euro aan lasten begroot. De realisatie is uitgekomen op 14,6 miljoen euro. realisatie begroting 2012 2012 vergaderkosten personeelskosten (regulier) personeelskosten (eenmalige/bijzondere lasten) huisvestingskosten bureaukosten diensten door derden subsidies overige kosten
verschil
734 8.516 87 1.670 1.008 605 1.382 578
766 8.948 1.668 1.111 650 1.647 621
(32) (432) 87 2 (103) (45) (265) (43)
14.580
15.411
(831)
13
De belangrijkste verschillen kunnen als volgt worden toegelicht: personeelskosten (regulier) (-432.000; -5%) De onderbesteding op de personeelskosten valt uiteen in twee delen. Op de eerste plaats is in 2012 een vervolg gegeven aan de afgesproken reductie in de formatie. Daarnaast heeft in 2012 geen stijging van de cao-salarissen plaatsgevonden. In de begroting was hiermee wel rekening gehouden. personeelskosten (eenmalige lasten) (87.000 euro; niet begroot) De eenmalige personeelskosten hangen samen met de vorming van een voorziening Sociaal Plan. In het DB-SER is de afspraak gemaakt om in de komende jaren (periode 2011-2016) de formatie van het SER-secretariaat met 15% te reduceren. Door het niet of maar zeer spaarzaam vervullen van vacatures kan deze reductie voor een belangrijke deel via natuurlijk verloop gerealiseerd worden. In enkele gevallen zijn gedwongen ontslagen echter niet te vermijden. Met het oog hierop is kort voor de zomer van 2012 met de vakbeweging een sociaal plan overeengekomen. De kosten die voortvloeien uit enkele mogelijke gedwongen ontslagen die al bekend zijn eind 2012 worden ten laste van het resultaat 2012 gebracht. De feitelijke uitgaven zullen later plaats vinden, waarbij alle inzet is gericht op de begeleiding van werk naar werk en dus mogelijk lagere uitgaven dan waarvoor is gereserveerd.
subsidies (-265.000; -16%) De Stichting van de Arbeid heeft minder vergaderd dan verwacht waardoor de subsidie van de SER aan de Stichting ook lager is dan begroot. In 2012 hebben twee Provinciale Advies- en Overlegorganen hun activiteiten gestaakt waardoor ook geen subsidie van de SER is aangevraagd. Bij de Stichting voor de Jaarverslaggeving vallen de secretariaatskosten lager uit dan begroot.
1.3 Begroting 2013 Jaarlijks stelt de SER een begroting op voor het komende begrotingsjaar. In de Wet op de bedrijfsorganisatie is bepaald dat deze vóór 15 november ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de minister van SZW. De goedkeuring van de begroting 2013 is op 17 december 2012 ontvangen. De belangrijkste beleidmatige items voor de begroting 2013 zijn: wijziging in financiering van de activiteiten van de SER. In verband met de omvorming van de Kamers van Koophandel tot Ondernemingspleinen vervalt de mogelijkheid voor de SER om de heffing via de Kamers van Koophandel op te leggen. In de plaats hiervan komt een bijdrage vanuit het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). beëindiging van de subsidiëring van scholing en vorming van ondernemingsraadleden, vorming van een commissie bevordering medezeggenschap, ontwikkelingen op het gebied van de product- en bedrijfschappen en de integratie van de commissie klachtenbehandeling aanstellingskeuringen binnen de SER. verdergaande efficiencyslagen en bezuinigingen in het SER- secretariaat. Na besluitvorming in het dagelijks bestuur over de reductie in de SER-formatie, wordt in de begroting 2013 en de meerjarenprognose verder invulling gegeven aan de voorgestelde formatiereductie van 15% in vijf jaar (periode juni 2011 - juni 2016).
14
De beknopte begroting voor 2013 luidt als volgt (x 1.000 euro): Baten bijdrage uit AWf diensten aan derden overige baten
13.200 340 430
totaal baten
13.970
Lasten vergaderkosten personeelskosten huisvestingskosten bureaukosten diensten door derden subsidies overige kosten totaal lasten Nadelig saldo
585 8.658 1.735 1.030 285 1.557 613 14.463 (493)
1.4 Meerjarenoverzicht en raming AWf-bijdrage 2014 Het meerjarenoverzicht geeft inzicht in de ontwikkeling van de belangrijkste financiële parameters over de afgelopen jaren en biedt tevens een vooruitblik op de komende jaren. Daarnaast is een meerjarenoverzicht behulpzaam bij het in beeld brengen van de kosten en financiering van eenmalige omvangrijke projecten en de invloed daarvan op de betreffende balansposten, alsmede op de ontwikkeling van het eigen vermogen. Tot en met 2012 werd de SER gefinancierd uit opslagen op de bijdragen die ondernemingen verschuldigd zijn aan de Kamers van Koophandel voor hun inschrijving in het Handelsregister. Dit was geregeld in artikel 54 van de Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo). Door de groei van het aantal ingeschreven bedrijven nam de heffingsopbrengst ook bij een ongewijzigd heffingstarief toe. Bij de vaststelling van het heffingstarief werd rekening gehouden met een langjarig gemiddelde groei van het aantal ingeschreven bedrijven van 3,75% per jaar. Het meerjarenoverzicht laat zien dat de feitelijke groeicijfers in bepaalde jaren hoger of lager uitvielen dan deze 3,75%. De begrote heffingsopbrengsten waren daardoor met veel onzekerheid omgeven. Met ingang van 2013 verdwijnt de onzekerheid rondom de hoogte van de heffingsinkomsten omdat de SER vanaf dat moment wordt gefinancierd door middel van een jaarlijks te bepalen bedrag ten laste van het AWf. In het wetsvoorstel tot wijziging van de Wbo is bepaald dat de SER met ingang van 2013 zijn exploitatietekort kan dekken met middelen uit het AWf. In het voorgestelde nieuwe artikel 54 is voorts bepaald dat de SER in zijn begroting het bedrag vaststelt dat ten laste van het AWf komt en dat de SER jaarlijks vóór 1 juli een raming van de inkomsten en uitgaven voor het volgende kalenderjaar verstrekt aan de minister van SZW. Onder de beoogde nieuwe financiering via het AWf dient de SER derhalve jaarlijks reeds vóór 1 juli inzichtelijk te maken: wat het geraamde bedrag is van de uitgaven in het komende begrotingsjaar en welk deel daarvan kan worden gefinancierd uit eigen inkomstenbronnen (onder meer inkomsten uit verhuur van een deel van het SER-gebouw, inkomsten uit dienstverlening aan huurders, interest en overige baten); over de afgelopen 10 jaar was dat gemiddeld ongeveer 10% van de begrote jaarlasten. Voor het resterende deel (gemiddeld ongeveer 90% van de jaarlasten) is financiering ten laste van het AWf nodig.
15
In juni is er nog geen (concept-)begroting voor het volgende jaar. Het dagelijks bestuur stelt de ontwerp-begroting vast in september en biedt deze vervolgens aan de Raad aan (wettelijke deadline 1 oktober), waarna de Raad de begroting vaststelt en ter goedkeuring aanbiedt aan de minister van SZW (wettelijke deadline 15 november). Vóór 1 juli zijn er wel ramingen van de inkomsten en uitgaven in komende jaren beschikbaar in het meerjarenoverzicht in het Financiële Jaarverslag. Het onderstaande meerjarenoverzicht bevat hiertoe een onderbouwde raming van de uitgaven in 2014, de middelen uit eigen inkomstenbronnen en de benodigde bijdrage uit het AWf. De aldus vastgestelde raming vormt de basis voor de SER-begroting 2014, die in september/oktober 2013 wordt vastgesteld door het dagelijks bestuur en de Raad en die vervolgens uiterlijk 15 november ter goedkeuring moet worden aangeboden aan de minister van SZW. Het is nooit te vermijden dat er in de realisatie afwijkingen optreden ten opzichte van de begroting. Een eventueel tekort financiert de SER uit zijn reserve en een eventueel overschot voegt de SER toe aan zijn reserve. Zodra in 2013 de nieuwe financiering via het AWf een feit is, beraadt het dagelijks bestuur zich op de gewenste omvang van de reserve.
Aan de prognose 2014 liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag: 1. De huidige reserve (overig vermogen) blijft in stand totdat het dagelijkse bestuur zich heeft beraden op de nieuwe situatie. 2. De overige baten, te weten de inkomsten uit dienstverlening en verhuur, stijgen jaarlijks met 2% als gevolg van doorberekening van de inflatie in de desbetreffende tarieven. Hierbij is nog geen rekening gehouden met onzekerheid over de huuropbrengsten van de te verhuren kantoorruimte. 3. De lasten stijgen jaarlijks met circa 2% als gevolg van de cao-loonontwikkeling en doorberekende inflatie in de inkoopprijzen. 4. In de personeelslasten is daarnaast rekening gehouden met periodieke stijgingen alsmede met gestegen premies voor pensioen- en sociale lasten. 5. Ingecalculeerd is dat in de periode juni 2011 tot en met juni 2016 in totaal een reductie van de personeelsformatie plaats vindt van 15% (conform afspraak met het DB).
Ramingsbesluit Awf-bijdrage 2014 Met inachtneming van bovenstaande veronderstellingen, wordt de voor 2014 benodigde bijdrage ten laste van het AWf geraamd op 13,6 miljoen euro. De Raad stemt er mee in dat het dagelijks bestuur deze raming met een marge van plus of min 5% overlegt aan de minister van SZW (wettelijke deadline 1 juli 2013) en vervolgens hanteert in de voor 2014 op te stellen begroting (wettelijke deadlines 1 oktober 2013 voor de Raad en 15 november 2013 voor de minister van SZW).
2013 2014
a) b) c) d)
e)
f)
g)
overig
12.856.000 14.372.000 14.939.000 14.815.000 15.233.000 13.408.000 11.508.000 12.094.000 12.464.000 11.901.000
1.854.000 1.588.000 3.185.000 1.445.000 1.586.000 1.666.000 1.443.000 1.183.000 1.397.000 1.650.000
13.200.000 13.600.000
765.000 e)
831.000
Baten
f) f)
Lasten
(3)
(1)
(2)
14.710.000 15.960.000 18.124.000 16.260.000 16.819.000 15.074.000 12.951.000 13.277.000 13.861.000 13.551.000
14.803.000 14.178.000 14.233.000 14.235.000 14.277.000 14.990.000 15.208.000 16.009.000 15.225.000 14.580.000
13.965.000
14.566.000
-601.000
-563.000
6.676.000
-275.000
14.431.000
15.268.000
-837.000
-557.000
6.119.000
-280.000
d)
-93.000 1.782.000 3.891.000 2.025.000 2.542.000 84.000 -2.257.000 -2.732.000 -1.364.000 -1.029.000
(4)
1.550.000 -310.000 -310.000 -310.000 -310.000 -310.000
(5) -161.000 -161.000 -161.000 -161.000 -1.072.000 -326.000 -326.000 4.514.000 -503.000 -548.000
(6)
a)
b)
c)
5.994.000 5.833.000 5.672.000 5.511.000 4.439.000 4.113.000 3.787.000 8.301.000 7.798.000 7.239.000
(7) 100.000 200.000 700.000 1.000.000 2.200.000 1.000.000 1.000.000 -6.200.000
(8)
mutatie restant worvermogen
overig vermogen per ultimo
(9)
100.000 300.000 1.000.000 2.000.000 4.200.000 5.200.000 6.200.000 0
g)
overig vermogen in % van lasten +
(10)
(11)
5.851.000 7.433.000 9.074.000 10.409.000 11.387.000 11.107.000 8.486.000 7.750.000 6.889.000 6.419.000
41 52 64 73 76 73 53 51 47 44
6.656.000
43
6.656.000
43
Cumulatief effect stelselwijziging In 2010 is vermogen in gebouw verhoogd i.v.m. bouwkosten renovatie ad. 5,0 mio euro. afschrijvingsbedrag vanaf 2012 bestaat uit pand Bezuidenhoutseweg 62 en renovatie. Vanaf 2011 structureel lagere lasten, met name vanwege structureel lagere pensioenkosten (overgang naar ABP) en incalculeren van 15% reductie in de formatie in de periode 2011 - 2016; jaarlijkse lastenontwikkeling uit hoofde van inflatie bedraagt 2%. In het licht van het nog te formuleren vermogensbeleid door het DB is vooralsnog als bijdrage uit het AWf een bedrag van 13,6 miljoen euro aangehouden voor 2014. Met een dergelijke bijdrage blijft het overig vermogen van de SER in 2014 gelijk. Verdere afbouw van het vermogen met een daarbij horende lagere bijdrage uit het AWf is aan de orde wanneer eerst ervaring is opgedaan met de nieuwe financieringswijze. In 2012 eenmalig hoge overige baten vanwege de afkoop van een bestaand huurcontract, positief koersresultaat bij verkoop van effecten alsmede incidentele detacheringen. Vanaf 2013 is vooralsnog geen rekening gehouden met een nieuwe huurder en derhalve ook niet met nieuwe huurbaten en bijkomende door te berekenen servicekosten. Vanaf 2013 zijn de interestbaten vrijwel nihil vanwege de overstap op schatkistbankieren. De resterende middelen uit de WOR-heffing worden met instemming van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid door de SER aangewend voor bevordering van de medezeggenschap, onder meer voor de nieuwe taken van de SER die voortvloeien uit de gewijzigde WOR. De middelen worden zodoende benut voor hetzelfde doel als waarvoor ze zijn geïnd.
16
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
heffingen kvk's/ AWf
mutatie saldo saldo bestemmings- bestemmingsvermogen reserve reserve gebouwen renovatie renovatie
mutatie vermogen gebouwen
MEERJARENOVERZICHT SER 2003 - 2014
Jaar
mutatie bestemmingsexploitatiereserve resultaat pensioenen
17
2. JAARREKENING 2012
18
2.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2012 (NA RESULTAATBESTEMMING)
ACTIVA
31 december 2012
31 december 2011
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Software
34.616
159.083
MATERIËLE VASTE ACTIVA Grond Gebouwen Inventaris
718.743 6.520.634 952.376
718.743 7.079.442 1.182.577 8.191.753
8.980.762
FINANCIËLE VASTE ACTIVA Effecten
-
802.720
VLOTTENDE ACTIVA Debiteuren Landbouwschap in vereffening Overige vorderingen en overlopende activa
704.775 -
475.488 907.560
2.044.029
2.050.813 2.748.804
3.433.861
GELDMIDDELEN Deposito's Liquide middelen
6.581.786 3.862.607
6.629.735 4.937.225 10.444.393
11.566.960
21.419.566
24.943.386
19
PASSIVA
31 december 2012
31 december 2011
VERMOGENS Vermogen SER Vermogen Uitvoering Wet ondernemingsraden
13.658.597
14.687.920
2.663.999
4.941.322 16.322.596
19.629.242
VOORZIENINGEN Fonds ANW-hiaatverzekering Voorziening Groot Onderhoud Voorziening Sociaal Plan Landbouwschap in vereffening Voorziening Sociaal Plan SER Voorziening werkgeversbijdrage VUT/ VPL Voorziening voortzettingsrecht pensioenopbouw
83.973 65.285
132.797 199.450
196.542
907.560 115.508
784.002
932.980
281.489
443.585 1.411.291
2.731.880
OVERIGE SCHULDEN EN VOORUIT ONTVANGEN POSTEN Rekening Courant GBIO Crediteuren Overige schulden en overlopende passiva
1.422.797 269.304
297.670 228.982
1.993.578
2.055.612 3.685.679
2.582.264
21.419.566
24.943.386
20
2.2 STAAT VAN BATEN EN LASTEN SER
rubriek
1
BATEN
1. 1.1
Heffingen Heffingen via Kamers van Koophandel en Fabrieken
2. 2.1 2.2
3. 3.1
4. 4.1 4.2 4.3
Diensten aan derden Stichting van de Arbeid Detacheringen/ overige diensten
Vergoeding opgedragen taken Wet ondernemingsraden
Overige baten Interest Verhuur Diversen
TOTAAL BATEN
rekening 2012
begroting 2012
rekening 2011
11.901.024
12.049.000
12.463.651
11.901.024
12.049.000
12.463.651
188.994 243.839
177.000 181.000
176.289 289.037
432.833
358.000
465.326
40.000
40.000
40.500
40.000
40.000
40.500
143.391 976.199 57.939
45.000 684.000 60.000
103.289 695.459 93.230
1.177.529
789.000
891.978
13.551.386
13.236.000
13.861.455
21
rubriek
2
LASTEN
1. 1.1 1.2
Vergaderingen raad en commissies Raad en dagelijks bestuur Commissies en werkgroepen
2. 2.1 2.2
2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Personeelskosten Salarissen Pensioenpremies - regulier - eenmalig Sociale lasten Detachering/uitzendkrachten Vergoedingen personeel Overige personeelskosten Kosten Sociaal Plan
Huisvestingskosten Onderhoud gebouwen Dotatie voorziening groot onderhoud Afschrijving gebouw Elektriciteit, gas, water Schoonhouden gebouwen Beveiliging/bewaking Belastingen en verzekeringen
Bureaukosten Afschrijving en onderhoud inventaris ICT Portokosten Drukwerk/kantoorbehoeften Overige bureaukosten
rekening 2012
begroting 2012
rekening 2011
200.937 533.439
198.000 568.000
160.710 406.915
734.376
766.000
567.625
5.955.629
6.295.000
6.271.181
887.000 775.000 225.000 301.000 465.000 -
870.628 616.400 730.175 223.323 326.188 399.453 -
8.603.416
8.948.000
9.437.348
306.230 75.000 548.004 256.175 275.177 104.141 105.824
238.000 140.000 506.000 278.000 280.000 110.000 116.000
264.149 514.251 254.458 270.369 90.548 111.543
1.670.551
1.668.000
1.505.318
217.319 522.122 65.901 147.069 55.347
236.000 576.000 65.000 170.000 64.000
267.783 537.417 63.812 158.765 65.669
1.007.758
1.111.000
1.093.446
906.388 (53.696) 787.786 282.117 272.163 366.029 87.000
5.
Kosten communicatie en documentatie
425.127
491.000
419.865
6.
Representatie en internationale contacten
152.471
130.000
140.025
22
rubriek
7. 7.1 7.2 7.3 7.4
8. 8.1 8.2 8.3
Diensten door derden Accountantskosten Vergoeding Kamers van Koophandel en Fabrieken voor inningskosten Adviezen en diensten derden Uitbesteed onderzoek
Subsidies Stichting van de Arbeid Provinciale advies- en overlegorganen Stichting voor de Jaarverslaggeving
TOTAAL LASTEN
3
rekening 2012
begroting 2012
rekening 2011
29.724
22.000
26.575
395.595 139.138 40.697
405.000 148.000 75.000
384.637 227.541 31.637
605.154
650.000
670.390
838.191 345.458 198.207
987.000 410.000 250.000
877.161 307.045 206.477
1.381.856
1.647.000
1.390.683
14.580.709
15.411.000
15.224.700
(1.029.323)
(2.175.000)
(1.363.245)
SALDO VAN BATEN EN LASTEN Nadelig saldo
4
RESULTAATBESTEMMING
4.1
Onttrekking aan vermogen gebouw
(548.004)
(506.000)
(514.251)
4.2
Onttrekking aan overig vermogen
(481.319)
(1.669.000)
(848.994)
23
2.3 STAAT VAN BATEN EN LASTEN UITVOERING WET ONDERNEMINGSRADEN
rubriek
1
BATEN
1.
Heffingen
2.
Interest TOTAAL BATEN
2
LASTEN
1.
Subsidie Stichting GBIO
2. 2.1 2.2
Uitvoeringskosten Uitvoeringskosten SER Uitvoeringskosten Belastingdienst
TOTAAL LASTEN
3
rekening 2012
begroting 2012
rekening 2011
21.063.113
20.300.000
15.196.752
8.424
-
139.782
21.071.537
20.300.000
15.336.534
22.625.127
23.899.000
21.888.437
373.700 350.033
615.000 385.000
235.460 310.475
723.733
1.000.000
545.935
23.348.860
24.899.000
22.434.372
(2.277.323)
(4.599.000)
(7.097.838)
(2.277.323)
(4.599.000)
(7.097.838)
SALDO VAN BATEN EN LASTEN Nadelig saldo
4
RESULTAATBESTEMMING
4.1
Onttrekking aan vermogen
24
2.4 KASSTROOMOVERZICHT OVER 2012
Het kasstroomoverzicht is opgesteld via de indirecte methode 2012 1.
2011
Kasstroom uit operationele activiteiten
Nadelig saldo SER Nadelig saldo Wor
(1.029.323) (2.277.323)
(1.363.245) (7.097.838)
Totaal nadelig saldo
(3.306.646)
(8.461.083)
Aanpassing voor Afschrijvingen Mutatie voorzieningen
941.719 (1.320.589)
979.829 1.231.144 (378.870)
Veranderingen in werkkapitaal Vorderingen Kortlopende schulden
685.057 1.103.415
2.210.973
839.018 (1.759.199) 1.788.472
Kasstroom uit operationele activiteiten
(1.897.044)
2.
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-
Investeringen in (im)materiële vaste activa Desinvestering in financiële vaste activa
-
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen
(920.181)
(28.243)
(7.170.291)
(75.599)
802.720
1.300.000
774.477
1.224.401
(1.122.567)
(5.945.890)
Saldo 1 januari Mutatie geldmiddelen
11.566.960 (1.122.567)
17.512.850 (5.945.890)
Saldo op 31 december
10.444.393
11.566.960
Verloop van de geldmiddelen:
De afname van de geldmiddelen is volledig in lijn met de beslissing over te gaan op schatkistbankieren. Ook de desinvestering in financiële vaste activa is het gevolg van de overstap op schatkistbankieren.
25
2.5 GRONDSLAGEN
Algemeen De jaarrekening is opgesteld conform Richtlijn 640 Organisaties-zonder-winststreven (aangepast 2010) van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ 640). In de jaarrekening zijn twee staten van baten en lasten opgenomen. Onder 2.2 is de staat van baten en lasten van de SER opgenomen, onder 2.3 die van de medebewindstaak 'uitvoering wet ondernemingsraden'. De balans bevat de activa en passiva van beide onderdelen gezamenlijk. Alle bedragen zijn in euro's vermeld.
Continuïteit; gewijzigde financieringssystematiek SER Voor de uitvoering van zijn taken heeft de SER de wettelijke bevoegdheid een heffing op te leggen aan het bedrijfsleven. Tot en met 2012 verliep de SER-heffing via een opslag op de bijdragen die ondernemers verschuldigd zijn voor hun inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KvK). Met ingang van 1 januari 2013 worden de KvK's omgevormd tot Ondernemingspleinen en vervallen de bijdragen die ondernemers verschuldigd zijn voor hun inschrijving bij de KvK. Daarmee is tevens de basis voor de SER-heffing komen te vervallen. De betrokken ministeries hebben met partijen overlegd over een alternatieve financieringssystematiek voor de SER. Dit heeft geresulteerd in een voorstel de SER te financieren uit een jaarlijks te bepalen bedrag uit het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). Hoewel het AWf primair is bedoeld om uitkeringen als de WW en ZW te financieren, kent het AWf daarnaast - op grond van artikel 100 van de Wfsv - andere uitgavencategorieën. De Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo) en de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) moeten hiertoe worden gewijzigd. De desbetreffende wijzigingsvoorstellen van de Wbo en Wfsv lagen aan het eind van het verslagjaar 2012 voor aan de Tweede Kamer. In de wijzigingsvoorstellen is een terugwerkende kracht bepaling opgenomen. Dit betekent dat als de wijzigingsvoorstellen in de loop van 2013 worden aangenomen, de gevraagde SER-financiering (13,2 miljoen euro voor 2013) voor het hele jaar met terugwerkende kracht uit het AWf betaald zal worden. De behandeling van de wijzigingsvoorstellen was begin april 2013 in een vergevorderd stadium: het wetsvoorstel tot wijziging Wbo/Wfsv ter verandering van de SER-financiering is op 14 maart als hamerstuk door de Tweede Kamer aangenomen en is aansluitend door de Eerste Kamer in behandeling genomen. Zolang het wetgevingstraject niet is afgerond, zijn er geen inkomsten voor de SER uit het AWf en bestaat er onzekerheid omtrent de financiële continuïteit van de SER. De SER heeft overigens voldoende reserve om in deze overgangsperiode aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen.
Waarderingsgrondslagen Tenzij bij de betreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Immateriële vaste activa Immateriële vaste activa worden opgenomen tegen de historische aanschafwaarde onder aftrek van een lineaire afschrijving gebaseerd op de verwachte economische levensduur. Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden opgenomen tegen de historische aanschafwaarde onder aftrek van een lineaire afschrijving gebaseerd op de verwachte economische levensduur.
26
Financiële vaste activa Obligaties worden gewaardeerd tegen historische verkrijgingsprijs danwel marktwaarde indien deze lager is. Vorderingen Vorderingen worden opgenomen onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid indien dit noodzakelijk wordt geacht.
Grondslagen van resultaatbepaling Baten en lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Baten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Lasten die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
27
2.6 TOELICHTING OP DE BALANS
ACTIVA IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Software Boekwaarde 1 januari 2012 Af: afschrijvingen
159.083 (124.467)
Boekwaarde 31 december 2012
34.616
Afschrijvingstermijn in jaren
3-4
MATERIËLE VASTE ACTIVA gebouwen Gebouw Bezuidenhoutseweg 60
Gebouw Bezuidenhoutseweg 62
Renovatie 2010
Totaal
Boekwaarde 1 januari 2012 Correctie afronding renovatie Af: Afschrijvingen
-
2.580.721 (161.292)
4.498.721 (10.804) (386.712)
7.079.442 (10.804) (548.004)
Boekwaarde 31 december 2012
-
2.419.429
4.101.205
6.520.634
Afschrijvingstermijn in jaren
Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde 31 december 2012
40
6.587.157 (6.587.157) 0
6.451.741 (4.032.312) 2.419.429
3-20
5.001.270 18.040.168 (900.065) (11.519.534) 4.101.205
6.520.634
De marktwaarde van de panden (inclusief grond) is per 30 juni 2007 getaxeerd op 16,6 miljoen euro. Na oplevering van de in 2010 uitgevoerde renovatie heeft geen hernieuwde taxatie plaatsgevonden.
28
Inventaris Meubilair/ Stoffering
Machines/ Installaties
Automatisering
Totaal
Boekwaarde 1 januari 2012 Bij: Investeringen Af: Afschrijvingen
594.047 3.622 (65.492)
392.186 28.607 (127.222)
196.344 6.818 (76.534)
1.182.577 39.047 (269.248)
Boekwaarde 31 december 2012
532.177
293.571
126.628
952.376
Afschrijvingstermijn in jaren
Cumulatieve aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde 31 december 2012
7-10
5-8
Meubilair/ Stoffering
Machines/ Installaties
1.843.597 (1.311.420)
1.789.402 (1.495.831)
532.177
De investeringen laten zich als volgt specificeren: Meubilair/ Stoffering
3-5
Automatisering 415.867 (289.239)
293.571
126.628
Machines/ Installaties
Automatisering
Koffiemachines Disselstapelaar Laptops/Ipads Overig
3.622
5.282
Totaal
3.622
28.607
Totaal 4.048.866 (3.096.490) 952.376
16.367 6.958 6.818
6.818
FINANCIËLE VASTE ACTIVA Effecten 2012
Obligaties SER - 3,875% Nl.Waterschapsbank 05/20 - 3,164% Frankrijk OAT 01/12
2011
nominale waarde
balanswaarde
nominale waarde
balanswaarde
-
-
500.000 260.000
500.000 302.720
-
-
760.000
802.720
Eind 2009 is gestart met het afbouwen van de obligatieportefeuille, mede ingegeven door de overstap naar 'schatkistbankieren' met ingang van 2010. De laatste obligaties zijn in 2012 verkocht / afgelost.
29
VLOTTENDE ACTIVA Debiteuren 2012
2011
Te vorderen van: Belastingdienst (WOR) Kamers van Koophandel (SER)
381.631 323.144
259.519 215.969
Totaal
704.775
475.488
Overige vorderingen en vooruitbetaalde kosten De overige vorderingen en vooruitbetaalde kosten hebben betrekking op: 2012
Raming te ontvangen WOR-heffingen Vooruitbetaalde contracten en abonnementen Rekening courant Stichting van de Arbeid ANW-hiaatuitkeringen van NN te ontvangen Vooruitbetaalde investeringen ICT Vooruitbetaalde kosten medezeggenschap Leningen en vorderingen personeel Stichting voor de Jaarverslaggeving Te vorderen interest Pensioenfonds SER en Bedrijfschappen Werkgeversvereniging PBO-sector Overige vorderingen en overlopende activa
2011
1.105.671 227.692 191.620 85.778 72.602 67.264 55.735 52.043 7.475 178.149
969.629 232.522 294.221 96.390 48.957 43.523 55.725 164.717 6.910 138.219
2.044.029
2.050.813
De post raming te ontvangen WOR-heffingen bestaat uit de door de Belastingdienst opgelegde aanslagen welke nog niet door de heffingsplichtige ondernemingen zijn betaald. De vooruitbetaalde kosten medezeggenschap hebben betrekking op de oprichting van de Stichting SCOOR alsmede de ontwikkeling van een kwaliteitsborgingssyteem met betrekking tot cursussen voor ondernemingsraadleden. Beide worden begin 2013 afgerond.
GELDMIDDELEN Deposito's 2012
Termijndeposito's Staat der Nederlanden (SER) Zakelijke spaarrekening ING
2011
6.500.000 81.786
6.500.000 129.735
6.581.786
6.629.735
De tegoeden die worden aangehouden op deposito-rekeningen bij de Staat der Nederlanden hebben looptijden van een, twee en drie maanden. Het tegoed op de Zakelijke spaarrekening bij de ING is dagelijks opvraagbaar en wordt aangehouden voor de financiering van de ANW-hiaatverzekering ten behoeve van het personeel.
30
Liquide middelen 2012
Saldo rekening-courant Staat der Nederlanden (WOR) Saldo rekening-courant Staat der Nederlanden (SER) Kas
2011
3.108.928 752.584 1.095
4.331.438 605.272 515
3.862.607
4.937.225
PASSIVA VERMOGENS Vermogen SER De vermogensbestanddelen van de SER vertonen over 2012 de volgende ontwikkeling:
Vermogen gebouw
Overig vermogen
Totaal vermogen
1 januari 2012 Correctie afronding renovatie Resultaatverdeling
7.798.185 (10.804) (548.004)
6.889.735 10.804 (481.319)
14.687.920 0 (1.029.323)
31 december 2012
7.239.377
6.419.220
13.658.597
Het 'vermogen gebouw' is gelijk aan de bedragen welke onder de post grond en gebouwen zijn opgenomen. Deze post brengt tot uitdrukking dat het gebouw van de SER (alsmede de renovatie) met eigen vermogen is gefinancierd. De onttrekking ad. 10.804 euro aan deze vermogenscomponent ten gunste van het Overig vermogen heeft te maken met de administratieve afronding van de renovatie in 2012. Eind 2011 was voorzien dat nog voor 68.872 euro aan facturen ten behoeve van de renovatie zou worden ontvangen. Dat is uiteindelijk uitgekomen op 58.068 euro. De jaarlijkse afschrijvingskosten op de gebouwen en de renovatie worden ten laste van deze vermogenscomponent gebracht. In 2009 heeft het dagelijks bestuur besloten de algemene reserve terug te brengen naar 5 à 10% van de begrote jaarlasten. Deze stap hing samen met het besluit van het dagelijks bestuur om op basis van vrijwilligheid over te gaan op geïntegreerd middelenbeheer zoals voorgeschreven voor externe uitvoerings- organisaties van de overheid (het zogenoemde ‘schatkistbankieren’). Met het oog op beëindiging van de SER-heffing via de KvK’s met ingang van 2013 en de lopende besluitvorming over een nieuwe financieringssystematiek (via het AWf), heeft het dagelijks bestuur medio 2012 besloten om voorlopig pas op de plaats te maken met de afbouw van de reserve. Zodra in 2013 de nieuwe financiering van de SER via een jaarlijks te bepalen uitname uit het AWf een feit is, wordt in het kader van de begroting 2014 bezien of en zo ja, hoe dit zou moeten uitwerken op het vermogensbeleid.
31
Vermogen Uitvoering Wet ondernemingsraden Het verloop van het vermogen is als volgt: 2012
1 januari resultaat boekjaar 31 december
2011
4.941.322 (2.277.323)
12.039.160 (7.097.838)
2.663.999
4.941.322
De SER voert op grond van de Wet op de ondernemingsraden (Wor) een wettelijke taak uit: het opleggen van een heffing aan ondernemers die verplicht zijn een ondernemingsraad in te stellen. De heffing is bestemd voor de bevordering van scholing en vorming van ondernemingsraadleden. De Wet op de ondernemingsraden (WOR) wordt naar verwachting begin 2013 gewijzigd, overeenkomstig het wetsvoorstel dat de minister van SZW in september 2012 aan de Tweede Kamer heeft toegezonden. Het voorstel behelst onder meer beëindiging met ingang van 2013 van de subsidiëring van de kosten van scholing van leden van ondernemingsraden en beëindiging van de heffing ten behoeve van deze subsidiëring. De SER heeft derhalve in 2012 voor het laatst een heffing opgelegd De heffingsopbrengst en interest op het vermogen waren beschikbaar voor bijdragen aan cursussen voor ondernemingsraden. De Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO) voerde deze subsidieregeling uit. Het GBIO wordt in 2013 opgeheven. De resterende middelen uit de WOR-heffing worden met instemming van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid door de SER aangewend voor bevordering van de medezeggenschap, onder meer voor de nieuwe taken van de SER die voortvloeien uit de gewijzigde WOR. De middelen worden zodoende benut voor hetzelfde doel als waarvoor ze zijn geïnd. VOORZIENINGEN Fonds ANW-hiaatverzekering Het verloop is als volgt:
Stand per 1 januari Bij: interest Af: Anw-hiaat-premie Stand per 31 december
2012
2011
132.797 2.187 (51.011)
182.550 3.062 (52.815)
83.973
132.797
De geldmiddelen welke bestemd zijn voor de Werknemerspremie Anw-hiaatverzekering staan op de Zakelijke spaarrekening ten name van de SER.
Voorziening Groot Onderhoud De voorziening voor groot onderhoud is gevormd om op termijn over voldoende middelen te kunnen beschikken om grote onderhoudsprojecten te kunnen financieren. In 2010 heeft een grootschalige renovatie van het uit 1970 daterende deel van het SER-gebouwencomplex plaats gevonden. De voorziening voor groot onderhoud wordt aangehouden voor het andere deel van het SER-gebouw (bouwjaar 1987) alsmede de buitenschil van de hoogbouw. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan. Het verloop van de voorziening in 2012 is als volgt:
32
Saldo 1 januari Bij: dotatie ten laste van resultaat 2012 Af: buitenschilderwerk hoogbouw ontruimingsinstallatie laagbouw reparatie kitwerken/beton buitengevel overig
199.450 75.000 (84.093) (76.087) (41.685) (7.300) (209.165)
Saldo 31 december
65.285
Voorziening Sociaal Plan Landbouwschap in vereffening Bij besluit nummer 411, gepubliceerd in het staatsblad van 28 september 2000 is de raad belast met de afwikkeling van het Landbouwschap. Tevens is in dit besluit bepaald dat de raad een voorziening Sociaal Plan landbouwschap in vereffening vormt ter grootte van 2 miljoen gulden voor eventueel in te stellen claims uit hoofde van het Sociaal Plan. Tot op heden zijn geen bedragen aan deze voorziening onttrokken. Per eind 2012 is de inschatting gemaakt dat onttrekkingen in de toekomst ook niet meer te verwachten zijn. De voorziening is derhalve per eind 2012 opgeheven, net als de (latente) vordering op het Landbouwschap in vereffening.
Voorziening voor Sociaal Plan SER Sociaal plan 2012 Eind 2011 is in het dagelijks bestuur besloten in de periode 2011 - 2016 een formatiereductie van 15 procent door te voeren in het hele secretariaat. Door vacatures niet of zeer spaarzaam in te vullen kan deze reductie grotendeels via natuurlijk verloop worden doorgevoerd. In 2012 is hier verder invulling aan gegeven. Ook is bij enkele ondersteunende diensten een externe benchmark uitgevoerd. Mede op basis van de uitkomsten van die benchmarks zijn besluiten genomen die personele gevolgen hebben of nog zullen hebben. Verder zullen ook banen verloren gaan door de afschaffing van de WOR-heffing en het besluit van het kabinet om de product- en bedrijfschappen op te heffen. De bestuurlijke en toezichthoudende taken van de SER op de schappen komen daardoor op termijn ook te vervallen. Een en ander kan grotendeels door natuurlijk verloop worden ondervangen, maar in sommige gevallen zal gedwongen ontslag niet te vermijden zijn. Met het oog hierop is kort voor de zomer van 2012 met de vakbeweging een sociaal plan overeengekomen. In 2012 is op basis van dit Sociaal Plan een dotatie gedaan aan de voorziening. Deze dotatie vindt gedeeltelijk plaats ten laste van het resultaat van de wor, waar het de opheffing van de wor-taken betreft. Sociaal plan 2006 In 2006 is overeenstemming bereikt met de AFM over de indiensttreding van de SERmedewerkers die betrokken waren bij de uitvoering van de Wet Assurantiebemiddelingsbedrijven. Vrijwel al deze medewerkers zijn bij de AFM in dienst getreden. Voor diegenen die niet konden meegaan is in 2006 een voorziening Sociaal Plan gevormd met een saldo van 115.508 euro per 1 januari 2012. Voorziening voor Sociaal Plan Het verloop van de voorziening in 2012 is als volgt: Saldo op 1 januari Bij: dotatie ten laste van resultaat 2012 SER Bij: dotatie ten laste van resultaat 2012 WOR Af: wachtgelduitkeringen (inclusief pensioenpremies en sociale lasten)
115.508 27.000 107.000 (52.966)
Saldo op 31 december 2012
196.542
33
Voorziening compensatie werknemersbijdrage VUT/VPL In het kader van de overgang van PSB naar ABP hebben cao-partijen 26 augustus 2010 afgesproken dat de bij ABP verschuldigde werknemerspremie voor de overgangsregeling VUT/VPL wordt gecompenseerd uit het vermogen van PSB. De SER heeft hiertoe van PSB een betaling ontvangen die in de komende jaren middels premiecompensatie aan de werknemers van de SER wordt uitbetaald. Deze overgangsregeling loopt tot uiterlijk 2022. Het verloop van de voorziening in 2012 is als volgt: Saldo op 1 januari Af: compensatie werknemerspremie VUT/VPL Saldo op 31 december 2012
932.980 (148.978) 784.002
Voorziening voortzettingsrecht pensioenopbouw Op grond van de PSB-vroegpensioenregeling hadden deelnemers onder bepaalde voorwaarden recht op voortgezette opbouw van ouderdoms- en nabestaandenpensioen tijdens de vroegpensioenperiode. Bij ABP kunnen deelnemers niet tegelijkertijd een (vervroegde) pensioenuitkering ontvangen en pensioen opbouwen. CAO-partijen hebben daarom over het recht op voortzetting van de pensioenopbouw tijdens vervroegd pensioen nadere afspraken gemaakt die inhouden dat onder voorwaarden een storting van de werkgeverspremies plaatsvindt in de individuele ABP ExtraPensioenregeling. Deze storting vindt alleen plaats indien en voor zover de deelnemer aansluitend aan het huidige dienstverband met de SER daadwerkelijk met vervroegd pensioen gaat. Voor deze rechten is ten laste van het resultaat 2011 een voorziening gevormd. De voorziening wordt jaarlijks herrekend in verband met actueel gebruik en wijzigingen in de hoogte van de pensioenpremies. Bij het initieel bepalen van de omvang van de voorziening is aangenomen dat het beroep dat gedaan zou worden op het recht van de deelnemers circa 75% zou zijn. Nu beperkt ervaring is opgedaan met vervroegde pensionering blijkt het gebruik op circa 50% te liggen. De voorziening is op dit punt herrekend. De vrijval die hieruit volgt is geboekt ten gunste van de incidentele pensioenlasten 2012. Het verloop van de voorziening in 2012 is als volgt: Saldo op 1 januari Aanpassing voorziening op basis van bijstelling verwachting gebruik Dotatie ten laste van resultaat 2012 SER Dotatie ten laste van resultaat 2012 Stichting van de Arbeid Onttrekking wegens vroegpensionering in boekjaar Saldo op 31 december
443.585 (126.837) 21.769 759 (57.787) 281.489
34
OVERIGE SCHULDEN EN VOORUITONTVANGEN POSTEN Rekening courant GBIO De betaling van de subsidie aan het GBIO vindt maandelijks plaats met vaste voorschotbedragen. Over de bevoorschotting vindt steeds overleg met het GBIO plaats. De rekening courant kende in 2012 het volgende verloop: Verschuldigd op 1 januari Subsidie 2012, inclusief de afwikkelingskosten eerste kwartaal 2013 Betaald op voorschotbasis
297.670 22.625.127 (21.500.000)
Verschuldigd op 31 december
1.422.797
Overige schulden en overlopende passiva De overige schulden en overlopende passiva hebben betrekking op:
Reservering vakantietoeslag en vakantiedagen Loonheffing en sociale premies Raming inningskosten WOR-heffing Belastingdienst Pensioenpremies Ministerie van SZW inzake CKA Werkgeversvereniging PBO-sector Reservering accountantskosten controle jaarrekening Omzetbelasting Raming afrekening renovatiekosten Vacatiegelden Subsidies provinciale raden Overige kortlopende schulden
2012
2011
835.453 418.125 366.000 127.936 50.556 28.926 23.000 18.658 124.924
850.791 408.994 360.000 117.943 34.029 20.800 23.489 68.872 23.687 5.847 141.160
1.993.578
2.055.612
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Op balansdatum heeft de SER de volgende niet in de balans opgenomen verplichtingen: Leasecontracten inzake het gebruik van de printers en copiers in de multifunctionele ruimten en bij de interne drukkerij. Deze contracten lopen ultimo 2014 respectievelijk eind maart 2016 af. De totale verplichting bedraagt 144.000 euro. Leasecontract inzake de auto van de voorzitter. De resterende looptijd van dit contract is 23 maanden. De verplichting bedraagt 68.000 euro. Voor het jaar 2013 zijn toezeggingen gedaan voor exploitatiesubsidies aan de Stichting voor de Arbeid (3/4e deel van de totale lasten; begroot aandeel SER 1.028.000) en Stichting voor de Jaarverslaggeving (7/12e deel van het exploitatietekort; begroot aandeel SER: 259.000).
35
2.7 TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN SER
1
BATEN
1.
Heffingen
1.1
Heffingen via Kamers van Koophandel en Fabrieken
De middelen ter financiering van de raad zijn verkregen uit opslagen op de bijdragen die ondernemingen verschuldigd zijn voor hun inschrijving in het handelsregister. Hiertoe is een verdeling aangebracht in categorieën, afhankelijk van grootte en rechtsvorm van de onderneming. Het bedrag van de basisheffing bedroeg in 2012 € 2,05 (2011: € 2,20). De heffingen per categorie bedragen:
eenmanszaak vereniging en stichting vennootschap onder firma maatschap commanditaire vennootschap kleine rechtspersoon middelgrote rechtspersoon grote rechtspersoon
heffing per bedrijf in 2012 €
heffing per bedrijf in 2011 €
2,05 4,10 6,15 6,15 6,15 10,25 20,50 59,45
2,20 4,40 6,60 6,60 6,60 11,00 22,00 63,80
Heffingsopbrengst rekening 2012
begroting 2012
rekening 2011
Voorlopige opbrengst heffing lopend jaar Afrekening voorgaande jaren Afboekingen en correcties
12.216.241 (2.884) (312.333)
12.296.000 (247.000)
12.703.711 25.088 (265.148)
Totale heffingsopbrengst
11.901.024
12.049.000
12.463.651
Bij het opstellen van de begroting 2012 was uitgegaan van de langjarig gemiddelde groei van het handelsregister van 3,75%. De werkelijke groei van het handelsregister is in 2012 uitgekomen op 2,9%. 2012 is het laatste jaar dat de SER gefinancierd wordt uit de heffingen welke door de Kamers van Koophandel worden opgelegd. De definitieve heffingen 2012 zullen pas in de loop van 2013 door de Kamers worden opgegeven, voorzien van een accountantsverklaring. Eventuele afwijkingen van de voorlopige heffingen zullen in de jaarrekening 2013 worden verantwoord.
2.
Diensten aan derden
2.1
Stichting van de Arbeid
Door de stafafdelingen en facilitaire afdelingen van het SER-secretariaat worden werkzaamheden verricht ten behoeve van het secretariaat van de Stichting van de Arbeid. De kosten hiervan worden op basis van afspraken uit 2009 tussen de besturen van de SER en de Stichting van de Arbeid vastgesteld en doorbelast.
36
rekening 2012 algemene dienstverlening notuleercapaciteit
begroting 2012
rekening 2011
128.094 60.900
127.000 50.000
124.839 51.450
188.994
177.000
176.289
Door SER-notulisten zijn in 2012 in totaal 58 vergaderingen voor de Stichting genotuleerd welke bij de Stichting in rekening zijn gebracht.
2.2
Overige diensten aan derden
Deze post omvat een aantal vaste doorberekeningen van kosten voor: de administratieve ondersteuning van de Werkgeversvereniging PBO-sector; de administratieve ondersteuning aan de Stichting Werkgelegenheidsfonds PBO-Sector; het voeren van het secretariaat van de commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen; medegebruik van het SER-bedrijfsrestaurant door huurders van kantoorruimte in het SERgebouwencomplex. Daarnaast zijn onder deze post incidentele detacheringen verantwoord. De realisatie in 2012 valt hoger uit dan begroot als gevolg van twee incidentele detacheringen van beleidsmedewerkers.
3.
Vergoeding opgedragen taken
3.3
Uitvoering Wet ondernemingsraden
De SER is mede-uitvoerder van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Deze wet voorziet in een zelfstandige financiering en wordt derhalve in een afzonderlijke rekening verantwoord. Aan de Uitvoering Wet ondernemingsraden wordt doorberekend: rekening 2012 algemene dienstverlening administratieve ondersteuning
begroting 2012
rekening 2011
25.000 15.000
25.000 15.000
25.000 15.500
40.000
40.000
40.500
2012 is het laatste jaar waarin dienstverlening en ondersteuning aan de Wor kan worden doorberekend doordat de heffing van scholingsbijdragen met ingang van 2013 wordt gestaakt.
37
4.
Overige baten
4.1
Interest
De specificatie is als volgt: rekening 2012 interestbaten koersresultaat op obligaties
begroting 2012
rekening 2011
53.949 89.442
45.000 -
103.289 -
143.391
45.000
103.289
De resterende obligaties zijn in 2012 afgelost danwel verkocht. Hierbij is een positief koersverschil ontstaan. Dit koersresultaat wordt verantwoord onder de post interest. Door gemaakte afspraken over geïntegreerd middelenbeheer (schatkistbankieren) kan de SER voortaan tijdelijk overtollige geldmiddelen alleen nog à deposito plaatsen bij het ministerie van financiën.
4.2
Verhuur
De opbrengst uit verhuur heeft betrekking op de verhuur van een deel van het SER-gebouw. Onder deze post zijn eveneens opgenomen de vergoedingen van derden voor het gebruik van vergaderzalen. Onder deze post is tevens een eenmalige bate opgenomen van 400.000 euro vanwege de afkoop van een lopend huurcontract.
4.3
Diversen
Onder de post diversen is met name het verschil verantwoord tussen de opbrengsten van het bedrijfsrestaurant en de aan ingrediënten bestede kosten. Daarnaast zijn hier de ontvangen presentiegelden voor deelname aan vergaderingen van externe commissies en besturen verantwoord alsmede de ontvangen vergoedingen voor gehouden lezingen en geschreven artikelen door SER-medewerkers.
38
2
LASTEN
1.
Vergaderingen raad en commissies
Leden van de raad en zijn commissies en werkgroepen ontvangen vergadervergoedingen voor het deelnemen aan vergaderingen. Het betreft vacatiegeld en een vergoeding voor reis- en verblijfkosten. Daarnaast ontvangen raadsleden een vaste vergoeding voor representatiekosten (1.200 euro per jaar). rekening 2012 1.1
rekening 2011
Raad en dagelijks bestuur
raad, dagelijks bestuur en kroonleden
1.2
begroting 2012
200.937
198.000
160.710
416.220 6.018 111.201
469.000 22.000 77.000
342.862 16.639 47.414
533.439
568.000
406.915
Commissies en werkgroepen
adviescommissies en -werkgroepen overleggroepen consumentenvoorwaarden bestuurszaken
De hoogte van de vergaderkosten is afhankelijk van drie factoren, te weten het aantal vergaderingen, het basistarief van de vacatiegelden alsmede het gemiddelde aantal vacatiegerechtigde deelnemers per vergadering. Er geldt een standaard tarief van 410 euro per vergadering van 1 tot maximaal 3 uur; voor kortere vergaderingen wordt 50% van het tarief betaald, voor langere vergaderingen 150%; het vacatietarief voor voorzitters is bepaald op 125% van het standaardtarief. Het tarief wordt op grond van het indexcijfer contractuele loonkosten voor alle cao-sectoren (bron: CBS) eenmaal per twee jaar verhoogd. Voor 2013 en 2014 is van deze indexatie afgezien. In 2012 lag het aantal vergaderingen op een hoger niveau dan in 2011. Hieronder is een tabel opgenomen met de specificatie van de aantallen vergaderingen. aantal vergaderingen raad dagelijks bestuur kroonledenoverleg
adviescommissies en -werkgroepen overleggroepen consumentenvoorwaarden bestuurszaken
5 12 13
5 11 12
3 10 10
30
28
23
117 11 63
137 33 37
101 23 56
191
207
180
Eind 2010 is door de Bestuurskamer het besluit genomen om de vergadervergoedingen ten behoeve van de (in 2010 nieuw ingestelde) Bedrijfscommissies te stellen op 200 euro per vergadering. De vergadervergoedingen van deze commissies zijn opgenomen bij de directie bestuurszaken. Met ingang van 1 oktober 2012 is de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen een SER-commissie. De vergadervergoedingen van deze commissie zijn eveneens verantwoord bij de directie bestuurszaken.
39
2.
Personeelskosten
SER-secretariaat Voor een organisatie als de SER zijn de medewerkers de belangrijkste 'asset'. De personeelskosten vormen met ongeveer 8,6 miljoen euro circa 60% van de totale lasten. Het SER-secretariaat omvat niet alleen medewerkers werkzaam voor de SER zelf, maar ook medewerkers die werkzaam zijn voor de WOR en voor derden zoals de Stichting van de Arbeid, de Landelijke Cliëntenraad en de Werkgeversvereniging PBO-sector. Voor deze laatsten is de SER in formele zin werkgever, maar niet in materiële zin. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de totale personeelskosten van de SER als werkgever (kolom 'totaal') en het deel daarvan dat wordt doorberekend aan de WOR en de genoemde derden. In de rechter kolom staan de kosten zoals verantwoord in de staat van baten en lasten SER.
totaal 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
salarissen pensioenpremies wettelijke sociale verzekeringen detacheringen/ uitzendkrachten vergoedingen personeel overige personeelskosten kosten Sociaal Plan
waarvan doorbelast
SER
6.678.198 961.894 870.650 282.117 290.919 374.524 194.000
722.569 109.202 82.864 18.756 8.495 107.000
5.955.629 852.692 787.786 282.117 272.163 366.029 87.000
9.652.302
1.048.886
8.603.416
Vanwege vermindering of wegvallen van taken (o.a. door de beëindiging van de Wor-heffing) is in 2012 een voorziening sociaal plan getroffen. In de personeelskosten van de SER zijn kosten begrepen van medewerkers die diensten ten behoeve van derden verrichten. De totale opbrengst die hiermee gemoeid is, bedraagt circa 295.000 euro en is verantwoord in de rubriek 'diensten aan derden'.
Personeelsformatie secretariaat De gemiddelde bezetting van het SER-secretariaat ligt in 2012 2,8 fte lager dan de begroting. Begroot was een formatie van 100,6 fte, de gemiddelde bezetting is uitgekomen op 97,8 fte. De lagere bezetting hangt samen met de in gang gezette reductie van de formatie, waarbij vrijvallende vacactures niet of spaarzaam worden ingevuld.
40
Afdeling/ directie
gemiddelde feitelijke bezetting 20121
Algemeen secretariaat Directies Economische Zaken Sociale Zaken Bestuurszaken - Algemeen - Toezicht en Bestuur - Medezeggenschap en Juridische zaken
begrote formatie 2012 4,5
5,3
12,3 13,7
12,1 13,4
2,6 8,8
2,6 8,6
9,4
9,8 20,8
21,0 46,8
Stafafdelingen Personeel en Organisatie Financiën Communicatie
2,6 4,7 11,2
46,5
2,6 4,7 11,8 18,5
Facilitair Bedrijf - Algemeen - Automatisering - Post/Repro/Archief - Civiele Diensten
2,0 2,6 14,7 11,0
Totaal formatie SER waarvan doorberekend uitvoering WOR Formatie SER exclusief WOR
19,1
2,0 2,6 14,7 12,7 30,3
32,0
100,1
102,9
2,3
2,3
97,8
100,6
Daarnaast is de SER in formele zin werkgever voor de medewerkers van de Stichting van de Arbeid, de Werkgeversvereniging PBO-sector en de Landelijke Cliëntenraad. Stichting van de Arbeid
4,50
4,40
Werkgeversvereniging PBO-sector
1,50
1,40
Landelijke Cliëntenraad (3,0 fte m.i.v. 1 juli 2012)
1,50
-
1
De gemiddelde feitelijke bezetting omvat zowel de medewerkers in vaste of tijdelijke dienst van de SER, alsmede de functies welke door middel van detachering of externe inhuur worden ingevuld.
41
Wopt/ WNT De vergoedingen van de voorzitter en de algemeen secretaris zijn inbegrepen bij de personeelskosten. De vergoeding van de voorzitter is bij verordening geregeld. Deze was tot 1 september 2012 afgestemd op de bezoldigingsregeling voor de vicepresident van de Raad van State en vanaf 1 september 2012 op de bezoldigingsregeling voor een minister. Per 1 september 2012 heeft een voorzitterswisseling plaatsgevonden. Wopt In het kader van Wet Openbaarmaking van uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (Wopt) wordt vermeld dat het loon voor de loonheffing van de voorzitters in 2012 als volgt was: naam A.H.G. Rinnooy Kan W. Draijer functie voorzitter voorzitter deeltijdfactor 100% 100% aanstelling van … t/m … 1-1 t/m 31-8 1-9 t/m 31-12 bezoldiging conform verordening compensatiebijdrage pensioen fiscale bijtelling en compensatie voor medegebruik dienstauto voor nevenfuncties overig
101.800 20.700
44.700 7.500
31.200 2.100
10.500 1.300
loon voor de loonheffing
155.800
64.000
In 2012 is aan geen der medewerkers c.q. overige bestuurders van de SER een salaris of vergoeding uitgekeerd hoger dan de Wopt-norm (194.000 euro in 2012). Aan de voormalig voorzitter is conform de verordening geen ontslagvergoeding o.i.d. toegekend. WNT Met het oog op de Wet Normering inkomens Topfunctionarissen (WNT) worden de volgende gegevens verstrekt: 2011 naam functie deeltijdfactor aanstelling c.q. dienstverband van … t/m … beloning sociale verzekeringspremies belastbare onkostenvergoedingen voorzieningen beloningen betaalbaar op termijn
A.H.G. Rinnooy Kan
V.C.M. Timmerhuis
voorzitter
algemeen secretaris
100%
100%
1-1 t/m 31-12
1-1 t/m 31-12
220.720,34 2.590,56 7.999,80 1.300,00
149.816,63 7.483,08 6.249,92 20.820,63
232.610,70
184.370,26 2012
naam functie deeltijdfactor aanstelling c.q. dienstverband van … t/m … beloning sociale verzekeringspremies belastbare onkostenvergoedingen voorzieningen beloningen betaalbaar op termijn
A.H.G. Rinnooy Kan
W. Draijer V.C.M. Timmerhuis
voorzitter
voorzitter algemeen secretaris
100%
100%
100%
1-1 t/m 31-8
1-9 t/m 31-12
1-1 t/m 31-12
148.232,10 2.369,68 5.477,20 1.054,64
66.122,64 1.184,84 1.314,52 1.435,64
150.483,34 9.070,44 6.250,02 23.280,21
157.133,62
70.057,64
189.084,01
42
2.1
Salarissen
De salarissen zijn in 2012 niet verhoogd; de CAO is in 2012 niet vernieuwd. Ten tijde van het opstellen van de begroting (medio 2011) is, op grond van de toen geldende verwachtingen van het CPB, uitgegaan van een salarisstijging van 2,5% per 1 januari 2012. De salarissen blijven in totaal circa 300.000 euro onder het begrote bedrag, enerzijds door de in gang gezette reductie van de formatie, anderzijds doordat in 2012 geen salarisstijging is toegekend.
2.2
Pensioenpremies
Voor het SER-personeel geldt de cao voor de PBO-sector. Voor de pensioenregeling verwijst de cao met ingang van 1 januari 2011 naar de pensioenregeling van het ABP. De pensioenpremies vallen in 2012 hoger uit dan begroot doordat per 1 april 2012 de premiepercentages bij het ABP zijn verhoogd vanwege de tijdelijke herstelopslag er verbetering van de solvabiliteit bij het ABP. Eenmalige pensioenlasten Onder de eenmalige pensioenlasten zijn de nagekomen kosten ad. 73.000 euro opgenomen welke PSB in rekening heeft gebracht als bijdrage van de SER in de financiering van het tekort voor de overgang naar ABP. Daarnaast is onder deze post de vrijval verantwoord ad. 127.000 euro welke heeft plaatsgevonden in de voorziening voortzettingsrecht pensioenopbouw; zie bladzijde 33 van dit financieel jaarverslag.
2.4
Detacheringen/ uitzendkrachten
Naast de reductie van de formatie door het niet invullen van vacatures, is tevens afgesproken om te werken met een iets grotere flexibele schil met tijdelijke contracten of detacheringen, teneinde mee te ademen met de werkdrukte. In 2012 is, rekening houdend met de opheffing van de product- en bedrijfschappen, gewerkt met twee gedetacheerden (werkzaam op vrijgevallen plekken bij vertrek van enkele medewerkers) ten behoeve van het toezicht op de schappen in plaats van medewerkers in dienst van de SER.
2.5
Vergoedingen personeel
Onder de post 'vergoedingen personeel' zijn opgenomen de kosten die voortvloeien uit de secundaire arbeidsvoorwaarden. De specificatie is als volgt: rekening begroting rekening 2012 2012 2011 reiskosten woon/werk werkgeversbijdrage bonusspaarregeling compensatie fiscale bijtelling gebruik dienstauto voorzitter vergoeding ziektekostenverzekering werkkleding jubileum-/afscheidsgratificaties representatie-/telefoonvergoeding sportbijdrage loonbelasting werknemersspaarregeling
85.253 53.300
94.000 56.500
87.622 57.858
21.633 42.017 11.876 34.904 17.924 5.256 0
25.000 43.000 20.000 27.000 19.500 6.000 10.000
24.300 42.373 30.302 47.643 19.254 5.831 11.005
272.163
301.000
326.188
43
De dienstauto wordt door de voorzitter tevens gebruikt ten behoeve van nevenfuncties. Dit gebruik wordt door de fiscus bestempeld als privégebruik zodat een bijtelling in acht dient te worden genomen. De voorzitter wordt voor deze bijtelling gecompenseerd.
2.6
Overige personeelskosten rekening 2012
opleidingskosten wervingskosten exploitatie lease-auto voorzitter arbodienst bijdrage contactcommissie personeel dienstreizen en verblijfkosten bijdrage Stichting Werkgelegenheidsfonds PBO-sector diversen
begroting 2012
rekening 2011
130.278 11.768 70.553 17.355 21.182 10.944 12.824 91.125
155.000 50.000 72.000 32.000 21.000 22.000 13.000 100.000
145.258 7.292 75.700 25.182 20.643 16.365 11.874 97.139
366.029
465.000
399.453
In 2012 is slechts een beperkt deel van het wervingsbudget besteed. Dit komt vooral door de in gang gezette reductie van de formatie en het niet invullen van vacant komende functies. De Stichting Werkgelegenheidsfonds PBO-sector subsidieert op grond van cao-afspraken de kosten van werkervaringsplaatsen en VMBO-stages in de PBO-sector. De post diversen omvat onder meer de kosten van bedrijfsmaatschappelijk werk, de bijdrage aan de Werkgeversvereniging PBO-sector, de vakbondsbijdrage, de kosten van personeelsbijeenkomsten en de kosten van de aan werknemers en gepensioneerden verstrekte kerstpakketten.
2.7
Kosten Sociaal Plan
In het DB-SER is de afspraak gemaakt om in de komende jaren (periode 2011-2016) de formatie van het SER-secretariaat met 15% te reduceren. Door het niet of maar zeer spaarzaam vervullen van vacatures kan deze reductie voor een belangrijke deel via natuurlijk verloop gerealiseerd worden. In enkele gevallen zijn gedwongen ontslagen echter niet te vermijden. Met het oog hierop is kort voor de zomer van 2012 met de vakbeweging een sociaal plan overeengekomen. De kosten die voortvloeien uit enkele mogelijke gedwongen ontslagen die al bekend zijn eind 2012 worden ten laste van het resultaat 2012 gebracht. Dit betreft een reservering waarbij de feitelijke uitgaven pas later plaats zullen vinden, waarbij alle inzet is gericht op de begeleiding van werk naar werk en dus mogelijk lagere uitgaven dan waarvoor is gerserveerd. Het relevante deel van de kosten is doorberekend aan de Uitvoering Wor. De langer lopende verplichtingen zijn opgenomen in de balanspost Voorziening Sociaal Plan SER; de verplichtingen op korte termijn zijn opgenomen onder de overige kortlopende schulden.
3.
Huisvestingskosten
3.1
Onderhoudskosten gebouw
De onderhoudskosten aan het gebouw komen hoger uit dan begroot, met name door enkele incidentele kosten van vervanging en reparatie.
44
3.2
Dotatie voorziening groot onderhoud
Op basis van recent onderzoek is vastgesteld dat voor enkele componenten uit de voorziening groot onderhoud de komende jaren minder uitgaven te verwachten zijn waardoor de dotaties aan de voorziening lager uit kunnen vallen.
4.
Bureaukosten
4.1
Afschrijving en onderhoud inventaris
Onder de post Afschrijving en onderhoud inventaris worden de kosten verantwoord welke verband houden met afschrijving op de inventaris, kleine aanschaffingen inventaris en kunst, verzekeringen en onderhoud.
4.2
ICT
Specificatie: rekening 2012 afschrijvingskosten onderhoudskosten, licenties en contracten projectondersteuning automatisering telefoniekosten internetverbindingen/firewall doorberekende kosten automatisering
begroting 2012
rekening 2011
183.077 217.370 57.164 54.065 52.300 (41.854)
189.000 254.000 50.000 59.000 51.000 (27.000)
197.090 248.079 21.258 51.040 49.484 (29.534)
522.122
576.000
537.417
De afschrijvingskosten omvatten de afschrijvingen op hardware, software en de telefooncentrale. De aftrekpost (doorberekende kosten) omvat de bijdrage van de uitvoering WOR, de Stichting van de Arbeid en interne huurders van kantoorruimte voor hun aandeel in de kosten van het netwerk en de Thin Clients. Toerekening vindt plaats aan de hand van het aantal in gebruik zijnde Thin Clients.
4.5
Overige bureaukosten
Onder de post overige bureaukosten zijn opgenomen de exploitatiekosten van de dienstauto (bestelauto), de kosten van salarisverwerking, bank- en girokosten en de verstrekking van koffie en thee aan het personeel.
5.
Kosten communicatie en documentatie
De specificatie van de kosten is als volgt: rekening 2012 documentatiekosten publicaties onderhoud en hosting websites SER externe communicatie-activiteiten
begroting 2012
rekening 2011
144.484 152.600 59.707 68.336
154.500 193.000 53.500 90.000
146.724 163.240 45.371 64.530
425.127
491.000
419.865
45
In de post publicaties zijn begrepen kosten welke door derden in rekening worden gebracht voor publicaties als het SER-bulletin, brochures en adviezen. Te denken valt aan kosten van externe coördinatie en eindredactie van het SER-magazine, free-lance journalisten, fotografen, externe drukkosten en vertalingen. De intern gemaakte kosten ten behoeve van publicaties zijn begrepen onder de post Drukwerk/ kantoorbehoeften onder de bureaukosten.
6.
Representatie en internationale contacten
In de post Representatie en internationale contacten zijn begrepen de diverse representatiekosten van de SER, de contributie aan de internationale vereniging van Sociaal-Economische Raden en de kosten van buitenlandse dienstreizen. De kosten van het afscheid van de voorzitter in september 2012 zijn onder deze rubriek verantwoord. Daarnaast zijn in 2012 kosten gemaakt voor de vernieuwing van de statuten van de internationale vereniging van SER'ren AICESIS. Deze vereniging is naar Nederlands recht opgericht. De kosten van de aanpassing van de statuten worden door de Nederlandse SER gedragen. In de begroting was in deze beide kostenposten niet voorzien.
7.
Diensten door derden
7.2
Vergoeding Kamers van Koophandel voor inningskosten
De vergoeding aan de Kamers van Koophandel voor de inning van de SER-heffing werd telkens voor drie jaar vastgesteld. Voor 2012 is de vergoeding vastgesteld op € 19,35 per 100 dossiers.
7.3
Adviezen en diensten derden
Onder de post adviezen en diensten derden zijn kosten ad. 94.000 euro opgenomen welke zijn gemaakt in het kader van de digitale beschikbaarstelling en het gebruikersvriendelijker maken van de 'Leidraad Veilig werken met stoffen op de werkplek'. In de post adviezen en diensten derden zijn daarnaast kosten opgenomen inzake externe advisering omtrent inkoop en aanbesteding, personeelsbeleid, administratieve organisatie, automatisering en huisvesting.
7.4
Uitbesteed onderzoek
Het verantwoorde bedrag heeft betrekking op een benchmark onderzoek betreffende de taken en omvang van de afdeling Communicatie en documentatie.
8.
Subsidies
Binnen het kader van zijn taakopdracht op grond van de Wet op de Bedrijfsorgansiatie kan de SER besluiten tot financiering of medefinanciering van bepaalde activiteiten of organisaties. De SER verstrekt subsidies aan de Stichting van de Arbeid, de provinciale advies- en overlegorganen en de Raad voor de Jaarverslaggeving. Daarnaast verstrekt de SER, uit hoofde
46
van zijn taak als medeuitvoerder van de Wet op de ondernemingsraden, subsidie aan de Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO) ten behoeve van scholing en vorming van ondernemingsraadsleden. De subsidie aan het GBIO wordt afzonderlijk verantwoord onder de Uitvoering Wor. Op subsidieverstrekkingen van de SER is het Subsidiebesluit SER van 19 december 2003 van toepassing.
8.1
Stichting van de Arbeid
Gezien de onderlinge verbondenheid en taakverdeling heeft de SER vanaf zijn oprichting bijgedragen in de financiering van de Stichting van de Arbeid. Op basis van afspraken tussen de besturen van de SER en de Stichting van de Arbeid (herzien in 2009) financiert de SER 75% van het exploitatietekort van de Stichting van de Arbeid. De begroting wordt jaarlijks aan de SER voorgelegd in het kader van de subsidieaanvraag. De jaarrekening wordt jaarlijks aan de SER voorgelegd in het kader van de subsidievaststelling door de SER.
8.2
Provinciale advies- en overlegorganen
Er zijn eind 2012 in Nederland zes provinciale overleg- en adviesorganen op sociaal-economisch terrein. De raden zijn overwegend samengesteld uit vertegenwoordigers van ondernemers- en werknemersorganisaties. Ze worden gefinancierd uit bijdragen van de SER en/of de provincies en/of Kamers van Koophandel. In het kader van de subsidierelatie tussen de SER en de provinciale overleg- en adviesorganen vindt tweejaarlijks een evaluatie plaats. De bijdrage aan de provinciale advies- en overlegorganen is voor de periode 2012 tot en met 2014 vastgesteld op 50% van de exploitatiekosten met een maximum van 48.356 euro per orgaan.
provincie/ regio Noord Nederland Overijssel Gelderland Noord-Brabant Utrecht Noord-Holland Flevoland Zeeland
rekening 2012
begroting 2012
rekening 2011
129.767 46.500 46.500 48.000 46.691 28.000
145.000 48.000 48.000 48.000 48.000 10.000 48.000 15.000
113.833 45.533 45.533 45.533 (16.920) 45.533 28.000
345.458
410.000
307.045
Na samenvoeging van de provinciale advies- en overlegorganen van Groningen, Friesland en Drenthe werd aan Noord Nederland maximaal twee maal het reguliere subsidiebedrag toegekend. In 2010 is de maximale hoogte van de subsidie herzien en is deze vastgesteld op maximaal twee en een half maal de reguliere subsidie. Daarnaast kan een aanvulllend beroep gedaan worden op subsidie van de SER voor projectmatige activiteiten voor maximaal een half maal de reguliere subsidie voor het advies- en overlegorgaan Noord Nederland. In 2012 hebben de Provinciale Advies- en Overlegorganen van Utrecht en Noord-Holland hun activiteiten (definitief) gestaakt waardoor ook geen subsidie van de SER is aangevraagd.
47
8.3
Stichting voor de Jaarverslaggeving
In de wettelijke regeling voor jaarrekeningen is de eis gesteld dat de jaarrekening moet voldoen aan normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. Omdat bedoelde normen niet een statisch geheel zijn, was er behoefte aan een platform voor advies en overleg met alle betrokken partijen. Tot 1981 werd hierin voorzien door middel van een tripartiete overleg op privaatrechtelijke basis. In 1981 is de Stichting voor de Jaarverslaggeving opgericht door het VNO, het NCW, de FNV, het CNV en de Orde Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA). De Stichting voor de Jaarverslaggeving heeft ten doel de kwaliteit van de externe verslaggeving, in het bijzonder de jaarrekening, te bevorderen. Zij tracht dit doel te bereiken door onder meer het opstellen en publiceren van “Richtlijnen voor de jaarverslaggeving”. De SER financiert 7/12e deel van het exploitatietekort van de Stichting voor de Jaarverslaggeving. Het resterende deel van het exploitatietekort wordt gedragen door de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en Eumedion. De begroting en rekening worden jaarlijks aan de SER voorgelegd. In 2012 zijn de secretariaatskosten van de Stichting achtergebleven bij de begroting waardoor de subsidie-afrekening circa 50.000 euro lager zal uitvallen dan begroot.
4
RESULTAATBESTEMMING
Voor 2012 is bewust een exploitatietekort begroot, net als in 2011. Dit begrote tekort is bedoeld om het vermogensoverschot af te bouwen, conform het door het dagelijks bestuur vastgestelde vermogensbeleid. Via de resultaatbestemming worden de afschrijvingslasten ad 548.000 euro op het gebouw in mindering gebracht op het vastgelegd vermogen. Het resulterend negatief saldo wordt onttrokken aan het overig vermogen.
48
2.8 TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN UITVOERING WET ONDERNEMINGSRADEN
1
BATEN
1.
Heffingen
De Wor-heffingen worden opgelegd door de Belastingdienst en maandelijks aan de SER afgedragen. De specificatie van de heffingen over het lopend jaar en voorgaande jaren is als volgt:
Heffingstarief heffingen lopend jaar afrekening heffingen voorgaande jaren
rekening 2012
begroting 2012
rekening 2011
0,013%
0,013%
0,010%
21.167.357 (104.244)
20.300.000 -
15.346.547 (149.795)
21.063.113
20.300.000
15.196.752
Heffingen lopend jaar De post heffingen lopend jaar omvat alle heffingsaanslagen en verminderingen welke door de Belastingdienst in 2012 zijn opgelegd met betrekking tot het heffingsjaar 2012. Het gaat hier om circa 23.700 aanslagen, waarmee in totaal 21,2 miljoen euro is gemoeid. De heffing is in 2012 voor het laatst opgelegd. Afrekening heffingen voorgaande jaren De post 'Afrekening heffingen voorgaande jaren' betreft bedragen die de Belastingdienst in 2012 heeft opgelegd over de heffingsjaren 2011 en eerder. In de jaarrekening 2011 was voor deze heffingen een transitorische post opgenomen van 195.000 euro, de realisatie is uitgekomen op 267.000 euro. Uit een opgave van de Belastingdienst per 31 december 2012 blijkt verder dat nog voor een bedrag van 176.000 euro aan vorderingen openstaat die betrekking hebben op 2009 of eerder. Voorzichtigheidshalve is door de SER een voorziening voor oninbaarheid getroffen voor deze vorderingen. Dit bedrag is eveneens verwerkt onder de post 'afrekening heffingen voorgaande jaren'. Omtrent de in 2012 opgelegde WOR-heffingen heeft de Belastingdienst een separate rapportage op detailniveau uitgebracht. Jaarlijks brengt de Belastingdienst een beheersverslag uit, waarin zij rapporteert over al haar activiteiten. De interne accountantsdienst van het Ministerie van Financiën heeft het beheersverslag van de Belastingdienst gecertificeerd voor interne doeleinden. Deze accountantsverklaring heeft de SER ontvangen.
49
2.
Interest
De specificatie is als volgt: rekening 2012 interestbaten koersresultaat op obligaties
begroting 2012
rekening 2011
8.424 -
-
98.442 41.340
8.424
-
139.782
In 2012 is een interestbate gerealiseerd van 8.400 euro. In de begroting was rekening gehouden met een gemiddeld saldo op de schatkistrekening van nihil waardoor ook geen rentebate verwacht mocht worden. Het gemiddelde saldo is uiteindelijk iets hoger uitgekomen.
2
LASTEN
1.
Subsidie Stichting GBIO
De Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO) verstrekt op aanvraag bijdragen aan ondernemingsraden voor het volgen van relevante cursussen. Deze cursusbijdragen alsmede de bureaukosten van het GBIO worden onder aftrek van de eigen interestbaten van het GBIO gesubsidieerd door de SER op grond van artikel 46b van de Wet op de ondernemingsraden. De Bestuurskamer van de SER heeft op 18 maart 2011 het advies Toekomst scholing en vorming OR leden vastgesteld. Kern van het advies is dat het desbetreffende subsidie-instrument en de daaraan ten grondslag liggende Wor-heffing worden vervangen door een expliciete wettelijke plicht voor de ondernemer tot bekostiging van de scholing en vorming van zijn OR-leden. In september 2012 is een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met wijziging van de financiering van het scholingssysteem voor leden van de ondernemingsraad ingediend bij de Tweede Kamer. Daarmee gepaard gaat ook de opheffing van het GBIO. Derhalve heeft het GBIO ten laste van zijn resultaat 2011 en 2012 een reorganisatievoorziening gevormd. De specificatie is als volgt:
cursusbijdragen lopend jaar afrekening cursusbijdragen voorgaande jaren bureaukosten reorganisatievoorziening interestbaten GBIO
rekening 2012
begroting 2012
rekening 2011
20.834.070 (35.002) 1.138.451 691.853 (4.245)
21.300.000 1.473.000 1.130.000 (4.000)
20.008.481 11.602 1.364.308 514.343 (10.297)
22.625.127
23.899.000
21.888.437
In 2012 is het aantal cursusdagdelen waarvoor het GBIO een bijdrage heeft verstrekt achtergebleven ten opzichte van de begroting. Het aantal cursusdagdelen is wel hoger uitgekomen dan in 2011. In de post bureaukosten zijn tevens begrepen de kosten welke door het GBIO in het eerste kwartaal van 2013 naar verwachting nog zal maken ten behoeve van de administratieve afwikkeling van de cursusbijdragen 2012 en de opheffing van de Stichting. Het GBIO heeft hiervoor een voorziening opgenomen in zijn jaarrekening. De post reorganisatievoorziening valt lager uit dan begroot. De vorming van de voorziening voor reorganisatie was begroot in 2012, maar de kosten zijn voor een deel al verantwoord in de jaarrekening 2011.
50
2.
Uitvoeringskosten
2.1
Uitvoeringskosten SER
De uitvoeringskosten hebben betrekking op de opbouw en het onderhoud van het bestand van bijdrageplichtige ondernemers, voorbereiding en coördinatie van de inning van de WOR-heffing door de Belastingdienst, de behandeling van bezwaarschriften en het voeren van de financiële administratie. De specificatie is als volgt: rekening begroting rekening 2012 2012 2011 personeelskosten wetsuitvoering algemene dienstverlening administratieve ondersteuning automatiseringskosten kosten sociaal plan overige kosten
138.935 25.000 15.000 74.353 107.000 13.412
135.000 25.000 15.000 75.000 350.000 15.000
127.471 25.000 15.500 53.740 13.749
373.700
615.000
235.460
De door de SER doorbelaste kosten voor het aandeel in de kosten van het netwerk, hardware, software en dergelijke worden bepaald op basis van het aantal in gebruik zijnde pc's. Deze post bevat in 2012 de vervroegde afschrijving van het geautomatiseerde systeem rondom de Wor-heffingen. Hierin was in de begroting voorzien. De kosten sociaal plan hebben betrekking op het wegvallen van werkzaamheden van de medewerkers die belast waren met de wor-heffingen. Daar waar interne herplaatsing niet mogelijk is, is gedwongen vertrek aan de orde. De kosten die hieruit voortvloeien worden ten laste van het resultaat 2012 gebracht. Dit is een reservering; de feitelijke uitgaven zullen later plaats vinden, waarbij alle inzet is gericht op de begeleiding van werk naar werk en dus mogelijk lagere uitgaven dan de reservering.
2.2
Uitvoeringskosten Belastingdienst
De Belastingdienst brengt kosten in rekening voor het innen van de WOR-heffingen. Per opgelegde aanslag wordt een bedrag in rekening gebracht dat jaarlijks wordt aangepast aan de ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer.
4
RESULTAATBESTEMMING
Voor 2012 is bewust een exploitatietekort begroot, net als in 2011. Dit begrote tekort was nodig om een zo laag mogelijk vermogen over te houden, vanwege de beëindiging van de Wor-taken. Het negatieve saldo van baten en lasten ad. 2,3 miljoen euro wordt onttrokken aan het vermogen dat voor de Uitvoering Wet Ondernemingsraden wordt aangehouden. Na onttrekking van het negatieve resultaat bedraagt dit vermogen 2,7 miljoen euro. Het resterende vermogen uit de WOR-heffing wordt met instemming van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid door de SER aangewend voor bevordering van de medezeggenschap, onder meer voor de nieuwe taken van de SER die voortvloeien uit de gewijzigde WOR. De middelen worden zodoende benut voor hetzelfde doel als waarvoor ze zijn geïnd.
51
3. OVERIGE GEGEVENS
52
53
3.
OVERIGE GEGEVENS
3.1 Bestemming saldi van baten en lasten 2011 Het saldo van de baten en lasten van de SER en de uitvoering Wor is bestemd zoals in de jaarrekening 2011 is voorgesteld. Het dagelijks bestuur heeft de concept jaarrekening in zijn vergadering van 16 maart 2011 vastgesteld en vervolgens aangeboden aan de raad. De raad heeft in zijn vergadering van 20 april 2012 de jaarrekening vastgesteld. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 4 juni 2012 ingestemd met de jaarrekening 2011.
3.2 Controleverklaring De controleverklaring van Deloitte Accountants BV is opgenomen op de volgende bladzijden.
54
Deloitte.
Controleverkiaring van de onafhankelijke accountant Aan het dagelijks bestuur van do Sociaal-Economische Raad Wij hebben de in dit flnancioel jaarverslag op pagina 17 tot en met 50 opgenomen jaarrekening 2012 van de Sociaal-Economische Raad te Den Haag, sluitend met een balanstotaal per 31 december 2012 van €21.41 9.566, gecontroleerd. Dezejaarrekening bestaat uitde balans per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondsiagen voor financiële versiaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordehjkheid van het bestuur Het bestuur van de Raad is verantwoordelijk voor het opmaken van do jaarrekening die het vormogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met RJ 640 organisaties zonder winststreven. Voorts is het bestuur verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties. Rechtmatige totstandkoming botekent in overeenstemming met do begroting en met do van toepassing zijnde wettelijke regelingen en verordeningen. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van eon oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstomming met Nederlands recht, waaronder do Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan do voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat eon redelijke mate van zokerheid wordt verkregen dat do jaarrekening geen afwijking van materieel belang bevat. Eon controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter vorkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in do jaarrekoning. De geselecteerde werkzaamhedon zijn afhankelijk van de door do accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van hot inschatten van do risico’s dat do jaarrekening eon afwijking van materleel belang bevat als gevoig van fraude of fouten. Bij hot maken van doze risico-inschattingen neemt do accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor hot opmaken van do jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan aismede in hot kader van financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoordo baten en lasten en balansmutaties voor de naleving van die relevante regelgeving, gericht op hot opzetten van controleworkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel eon oordeol tot uitdrukking te brongen over do effectiviteit van do interne beheersing van do Raad. Een controle omvat tevens hot evalueren van do geschiktheid van de gebruikte grondsiagen voor financièie versiaggeving en do gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria on van de redelijkheid van de door het bestuur van de Sociaai-Economische Raad gomaakte schattingen, aismede eon evaluatie van hot algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van moning dat do door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om eon onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
330.780/2013/003-cr
55
Deloitte.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samensteHing van het vermogen van de Sociaal-Economische Raad per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met RJ 640 organisaties zonder winststreven.
Voorts zijn wij van oordeel dat do in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten aismede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen en verordeningen. Benadrukking van onzekerheid omtrent de continulteit Wij vestigen de aandacht op de paragraaf “continuiteit” in de toelichting van do jaarrekening, waarin uiteengezet is dat als gevoig van de recente wijziging in de positie van Kamers van koophandel en Fabrieken per 1-1-2013 de grondslag voor de SER-heffing per diezelfde datum is verdwenen. De betrokken ministeries (SZW en EZ) hebben maatregelen genomen om tijdig te voorzien in een afternatieve wijze van financiering van de Sociaal-Economische Raad (SER). De benodigde wetswijzigingen zijn door de Tweede Kamer aangenomen en lagen begin april 2013 voor aan de Eerste Kamer en waren op dat moment nog niet omgezet in wetgeving. Aihoewel op dit moment de besluitvorming nog niet is afgerond, verwacht de SER dat do parlementaire behandeling niet zal leiden tot eon wijziging in de bevoegdheden of de organisatie van de SER. Deze condities duiden op het bestaan van eon onzekerheid van materieel belang op grond waarvan, indien hot wetgevingstraject niet conform de voorliggende wetsvoorstellen wordt afgerond, onzekerheid zou kunnen bestaan over de financiële continuiteitsveronderstelling van de SER. Doze situatie doet geen afbreukaan ons oordeel. Den Haag, 16 april 2013 Deloitte Accountants B.V.
Was getekend drs. V.W.J.A. van Stijn RA MGA
330.780/2013/003-cr
56
57
4. BESLUITEN EN VERORDENING
58
59
4.1 Besluit baten en lasten 2012
Besluit van de Sociaal-Economische Raad van ..., tot vaststelling van de staat van baten en lasten over 2012 De Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 52, derde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Artikel 1 A.
SER
A.1 1. 2. 3. 4.
Baten Heffingen Diensten aan derden Vergoeding opgedragen taken Overige baten
11.901.024 432.833 40.000 1.177.529 13.551.386
A.2 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Lasten Vergaderingen raad en commissies Personeelskosten Huisvestingskosten Bureaukosten Kosten communicatie en documentatie Representatie en internationale contacten Diensten door derden Subsidies
734.376 8.603.416 1.670.551 1.007.758 425.127 152.471 605.154 1.381.856 14.580.709
A.3 Saldo van baten en lasten nadelig saldo
A.4 Resultaatbestemming 1. Onttrekking aan vermogen gebouw 2. Onttrekking aan overig vermogen
(1.029.323)
(548.004) (481.319) (1.029.323)
60
Artikel 2 B.
UITVOERING WET ONDERNEMINGSRADEN
B.1 Baten 1. Heffingen 2. Interest
21.063.113 8.424 21.071.537
B.2 Lasten 1. Subsidie Stichting GBIO 2. Uitvoeringskosten
22.625.127 723.733 23.348.860
B.3 Saldo van baten en lasten nadelig saldo
(2.277.323)
B.4 Resultaatbestemming 1. Onttrekking aan vermogen
(2.277.323)
Artikel 3 Dit besluit wordt aangehaald als Besluit baten en lasten 2012 Den Haag, …
voorzitter
algemeen secretaris
61
4.2 Verordening wijziging van de Verordening begroting baten en lasten voor 2012
Verordening van de Sociaal-Economische Raad van ..., houdende wijziging van zijn Verordening tot vaststelling van de begroting der baten en lasten 2012 De Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 47 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Artikel I Met inachtneming van het bepaalde in artikel I van deze verordening wordt artikel 1 van 's raads verordening van 17 oktober 2011 (VoBo, 16 december 2011, nr. 85, RE 6) tot vaststelling van de begroting van baten en lasten 2012 als volgt gewijzigd: onder het hoofd lasten van de SER: de rubriek 3. huisvestingskosten te worden verhoogd met de rubriek 6. representatie en internationale contacten te worden verhoogd met
2.551 22.471
Artikel II Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2012. Den Haag, …
voorzitter
algemeen secretaris
62
4.3 Besluit instemming jaarrekening 2012 van de Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO)
Besluit van de Sociaal-Economische Raad van ..., houdende instemming met de jaarrekening 2012 van de Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO).
De Sociaal-Economische Raad; Besluit: Artikel 1 Ingestemd wordt met de in de titel van dit besluit vermelde jaarrekening. Artikel 2 Dit besluit wordt aangehaald als Besluit instemming jaarrekening 2012 van de Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO). Den Haag, …
voorzitter
algemeen secretaris
63
4.4 Toelichting bij het besluit instemming met de jaarrekening 2012 van de Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO)
In de Wet op de ondernemingsraden (Wor) is opgenomen hoofdstuk VII-A getiteld Heffingen ter bevordering van de scholing en vorming van ondernemingsraadsleden. Dit hoofdstuk regelt onder meer dat de raad onder bepaalde voorwaarden subsidie kan verstrekken aan rechtspersonen die zich ten doel stellen de werkzaamheden van andere rechtspersonen op het gebied van scholing en vorming van ondernemingsraadsleden te begeleiden en te ondersteunen. In dit verband is de rechtspersoon de Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO) te Utrecht. Het stellen van voorwaarden impliceert het uitoefenen van toezicht. Eén van de elementen van toezicht is genoemd in artikel 46b, tweede lid, letter a WOR: aan de subsidietoekenning is de verplichting verbonden dat de betrokken rechtspersoon in ieder geval jaarlijks een begroting en een rekening opstelt en ter instemming aan de raad voorlegt. Den Haag, …
voorzitter
algemeen secretaris
64
65
BIJLAGEN
66