zesde leerjaar
6 www.lessenpakket.be
Om te kleuren! Woorden KLEUR A
restgroep .............................................................................................
bereidingsvet B
melkproducten .............................................................................................
C
vlees .............................................................................................
Doelen •
woordenschat in verband met vleeswaren van eigen bodem uitbreiden; • voedingsproducten in de juiste afdeling van de actieve voedingsdriehoek plaatsen.
D
vis .............................................................................................
We zoeken 12 woorden van de actieve voedingsdriehoek, die je vindt op de volgende bladzijde. De woorden die we zoeken worden vertegenwoordigd door 2, 4 of 8 vakjes. Geef ze dezelfde kleur.
E
groenten .............................................................................................
Vraag
F
fruit .............................................................................................
G
graanproducten .............................................................................................
Waarom plaatst men de aanbevolen voedingsgroepen in de vorm van een driehoek?
H
aardappelen .............................................................................................
Omdat je naar de top toe steeds minder gebruikt ......................................................................................................
I
water .............................................................................................
van elk voedingsmiddel. ......................................................................................................
J
lichaamsbeweging .............................................................................................
......................................................................................................
eieren
......................................................................................................
bakboter C E D G C F I
steak wortelen forel ongepelde rijst
G J F J A
varkensschnitzel peer water
roggebrood naar school aardbeien
J
www.lessenpakket.be
E B
voetballen suikerspin omelet
C
C
worst touwtje springen
lamskotelet witloof kaasblokjes frituurolie
C J D G
hamburger dansen garnalen
F
appel
B
yoghurt
I H
H
thee aardappelpuree
E G B C
vlees zesde leerjaar - pagina 2
asperges pasta plattekaas spek
gekookte aardappelen spiegelei
B C A F C E
chocolademelk kalfslapje snoepje pruim stoofvlees spruitjes
6
Om te kleuren!
www.lessenpakket.be
vlees zesde leerjaar - pagina 3
Voedselveiligheid in België Probeer op onderstaande vragen een antwoord te geven. Aandachtig lezen, logisch nadenken, samen van gedachten wisselen… je kunt vast al wat opschrijven. Later kun je de volledige antwoorden uitzoeken op de volgende bladzijde.
1 Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, FAVV controleert het vlees dat wij eten van stal tot bord. Wat betekent dit? ...................................................................................................... ...................................................................................................... ...................................................................................................... 2 De keten. Zet in de juiste volgorde: slachthuis, slager, uitsnijderij, veebedrijf, veevoederbedrijf, vleesgroothandel. ...................................................................................................... ...................................................................................................... ......................................................................................................
Doelen • beseffen dat vlees omwille van de voedselveiligheid zeer streng gecontroleerd wordt; • weten wat keurmerken en kwaliteitscontrole betekenen en inhouden; • een keurmerk per vleessoort kennen en er op het internet meer over vernemen; • opdrachten rond voedselveiligheid oplossen.
3 Welke identiteitskaart hebben een rund en een varken? ...................................................................................................... ...................................................................................................... ......................................................................................................
4 Van elk dier gekweekt voor vlees of voor melk vind je in de gegevensbank van Sanitel: verblijfsboerderijen, kweker, vervoer, slachthuis. Daardoor is vlees traceerbaar. Wat wil dat zeggen? ...................................................................................................... ...................................................................................................... ......................................................................................................
www.lessenpakket.be
vlees zesde leerjaar - pagina 4
6
Voedselveiligheid in België 5 De traceerbaarheid van vleesproducten in de winkel kan via de informatie op het etiket gebeuren. Andere informatie op het etiket: het land van slachten en versnijden, de erkenningsnummers van het slachthuis en de uitsnijderij, de benaming van het stuk vlees, de slachtdatum en de uiterste verbruiksdatum. Men kan dus steeds achterhalen waar het vlees vandaan komt. Voor wie is deze extra kwaliteitsgarantie bedoeld: de consument, de koper, de producent, de veehandelaar, de verbruiker. Onderstreep alle mogelijke oplossingen.
7 Een winkelketen adverteert: ‘Wij kopen alleen inlands rundvlees aan, van mannelijke dieren van het ras Belgisch Wit-Blauw, ook ‘Blanc Bleu Belge’ genoemd; ‘dikbillen’ van ongeveer 24 maanden. Ze geven zeer mager vlees dat heel mals, lekker en sappig is. De natuurlijke smaak van het vlees is het resultaat van een evenwichtige voeding en een goede verzorging. De dieren lopen buiten in de weide en worden vooral bijgevoederd met gewassen van de boerderij zelf.’ Wat is het nut van mager vlees voor onze gezondheid?
......................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
6 Wie vlees koopt, heeft aandacht voor de koudeketen. Wat doe je?
8 Als varkens voor het slachten onder stress staan, vermindert de kwaliteit van hun vlees. Is hiervoor een oplossing?
...................................................................................................... ...................................................................................................... ......................................................................................................
www.lessenpakket.be
...................................................................................................... ...................................................................................................... ......................................................................................................
vlees zesde leerjaar - pagina 5
6
Voedselveiligheid in België Alle antwoorden door elkaar! Wat hoort bij elkaar? 1 C
2 F
3 A
4 D
5 I
6 G
7 E
8 B
9 H
A Sanitel geeft elk dier een oormerk: een plaatje met letters, cijfers en een streepjescode.
F De keten: veevoederbedrijf, veebedrijf, slachthuis, uitsnijderij, vleesgroothandel, slager.
B Men doet zijn uiterste best om tijdens het transport en bij de aankomst in het slachthuis de dieren zo rustig mogelijk te behandelen. Dierenwelzijn! Toedienen van kalmeermiddelen is bij de wet verboden en wordt gecontroleerd door het Voedselagentschap.
G Koop gekoeld vlees pas op het einde van je aankopen en plaats het thuis zo snel mogelijk in de koelkast. Transport in een thermische zak of in een koelbox is verstandig. Respecteer de houdbaarheid op de verpakking en bewaar vlees zo kort mogelijk
C FAVV, een groep deskundigen aangesteld door de overheid, waakt erover dat vleesproducten gezond en veilig zijn. Een controle vanaf de geboorte van runderen en varkens tot en met de verkoop van hun vlees.
H Vlees met een label is van gegarandeerde kwaliteit: smaakvol, mals, heeft een mooie egale kleur en verliest weinig of geen vocht bij het bakken. Om zuiverheid, hygiëne en dierenwelzijn te garanderen worden doorheen heel de keten nog extra controles uitgevoerd o.a. door dierenartsen en in laboratoria.
D Door de databank van Sanitel te raadplegen kan men nagaan waar elk stuk vlees vandaan komt en welke weg het heeft afgelegd. De kwaliteit wordt bewaakt. Dierziekten worden onmiddellijk veilig bestreden.
I Kwaliteitsgarantie voor de consument, de koper, de verbruiker.
E Vlees is rijk aan waardevolle, levensnoodzakelijke en vitaminen. Mager vlees heeft een laag vetgehalte. De energie die we opnemen uit ons voedsel moet in evenwicht zijn met de energie die we verbruiken. Dus evenwichtig eten en voldoende bewegen!
www.lessenpakket.be
vlees zesde leerjaar - pagina 6
6
Voedselveiligheid in België Nu weten we het! Of zoeken we het! Elke vraag moet beantwoord worden met één woord. De antwoorden zijn opgebouwd uit volgende lettergrepen: DIE REN CE KE
OOR TRA KAST MERK
TEN BLAUW MENT SU
1 Waarvoor staan de twee V’s in FAVV? VEILIGHEID ...................................................................................................... VOEDSELKETEN ...................................................................................................... 2 Waaraan kan iedereen zien dat een dier geregistreerd is? OORMERK ......................................................................................................
BEL HEID SEL VEI
GISCH LIG WEL WIT-
KOEL VOED CON ZIJN
6 Van welk ras zijn de meeste Belgische vleesrunderen? BELGISCH WIT-BLAUW ...................................................................................................... 7 Zeg in één woord: een goed leven voor de dieren. DIERENWELZIJN ......................................................................................................
3 Zeg in één werkwoord: de hele herkomst van een stukje vlees uitzoeken. TRACEREN ...................................................................................................... 4 Synoniem voor verbruiker. CONSUMENT ...................................................................................................... 5 Vlees is bederfbaar. Dus niet lang bewaren. Waar? KOELKAST ......................................................................................................
www.lessenpakket.be
vlees zesde leerjaar - pagina 7
6
Jean-Pol va au boucher Lees deze dialoog
Doelen
Oefen in groepjes van twee en presenteer de dialoog voor de klas. JP B JP B JP B JP B JP B JP B JP
Bonjour monsieur. Bonjour Jean-Pol. Tu fais des courses pour ta mère? Oui monsieur, ma sœur Line va au boulanger et moi j’achète la viande. Aha! Et qu’est-ce que tu veux? Un demi kilo de viande hachée, s’il vous plaît. Haché de porc, de veau ou mélangé? Mélangé, s’il vous plaît. C’est pour préparer de la sauce bolognaise? Oui, nous aimons bien le spaghetti bolognaise. Voilà Jean-Pol, ça fait trois euros. S’il vous plaît monsieur. Merci et bon appétit! Au revoir monsieur!
• Franse woordenschat rond vlees uitbreiden; • een dialoog lezen en presenteren; • van een limerick kunnen genieten.
Geniet van deze Franse limerick Je connais un boucher de Bouillon Qui vend des pattes de cochon, Salami, tête de veau, Fricassée, tournedos. il les met tout en rond! A la
Vocabulaire des courses le boulanger le boucher acheter j’achète qu’est-ce que tu veux? un demi kilo la viande hachée haché de porc haché de veau haché mélangé préparer nous aimons bien ça fait bon appétit
www.lessenpakket.be
boodschappen de bakker de slager kopen ik koop wat wil je? een halve kilogram gehakt varkensgehakt kalfsgehakt gemengd gehakt bereiden we houden van dat kost (maakt) smakelijk
vlees zesde leerjaar - pagina 8
6
Waar komt het vlees dat wij eten vandaan? Knip de stukken uit en plak ze op de juiste plaats in het schema van de versnijding van
Doelen • weten waar bepaalde vleesstukken zich in het dier bevinden; • omgaan met een schema.
• het rund • het varken
STOOF VL GEBRA EES AD GEHAK T
+
STEAK
AKT
GEH
STEAK 2de KEUS
ENTRECÔTE CÔTE À L’OS
STEAK
S
VLEE
SOEP
STEAK CARPACCIO FIJNE VLEESWAREN FILET D’ANVERS STOOFVLEES + GEBRAAD
www.lessenpakket.be
vlees zesde leerjaar - pagina 9
6
VARKENSLAPJE STOOFVLEES GEHAKT HAM SCHENKEL
www.lessenpakket.be BUIKSPEK
STOOFVLEES GEBRAAD GEHAKT SCHENKEL
KOTELET GEBRAAD VARKENSHAASJE SPIERING SPARERIB
WANGEN
Waar komt het vlees dat wij eten vandaan?
vlees zesde leerjaar - pagina 10
6
Jij ook nog een stukje? Schrijf de werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden afgeleid van een werkwoord in de juiste vorm. Je komt in de volgende tekst nog wat meer te weten over het vlees dat we eten.
Doelen • de correcte benaming van vleeswaren hanteren; • werkwoorden en afgeleide werkwoordvormen correct vervoegen en foutloos noteren; • zelf een limerick maken.
raadt aan (aanraden) elke dag een goede eiwitbron De actieve voedingsdriehoek ………………
zoals vlees, vis of eieren te eten of te kiezen voor een vleesvervanger. is Er ……………… (zijn) een ruime keuze aan vlees en vleeswaren. verrijkt Magere charcuterie ……………… (verrijken) onze broodmaaltijd. hou(d) bereid Ik ……………… (houden) van rundergehakt ……………... (bereiden) tot filet Amérihoudt belegd cain! Jij ……………… (houden) misschien meer van een broodje ……………… (beleggekookte (koken) varkensham of flinterdun …………… gesneden (snijden) filet gen) met …………… gerookt (roken) rundsvlees. d’Anvers en …………… geschikt (schikken) voor brochette, pita, gourmet, fonVers varkensvlees is prima …………… geldt due of grill en als reepjesvlees voor wok of gyros. Over het algemeen ………………(gel-
den): hoe verder naar achter en hoe hoger in het dier hoe magerder het vlees. toegevoegd (toevoegen)! Cordon bleu: mooie varkenslapjes met sneetjes ham en kaas …………… gepaneerd (paneren) varkenslapje! Schnitzel: een …………… gehoord (horen) van tournedos, ossenhaas, biefstuk, rosbief? Ja, dat is rundAl ……………
vlees. gemengd (mengen) gehakt: een mengeling van varkens- en kalfsvlees of We eten …………… gekruide (kruiden) mengeling. van varkens- en rundvlees. Worsten bevatten zo’n …………… wordt (worden) ……………… samengesteld (samenstellen) uit rund- en varEen hamburger, ………… bereidt kensvlees. Als je hem………………(bereiden) in een pan met anti-aanbaklaag dan hoef ……………… (hoeven) je geen bereidingsvet te gebruiken en blijft het vetgehalte van beperkt je lekkernij ……………… (beperken). www.lessenpakket.be
vlees zesde leerjaar - pagina 11
6
Jij ook nog een stukje? Limericks!
Een keurige slager uit Landen Die waste vol ijver zijn handen. Zijn vlees was niet vals Maar sappig en mals. Allen smulden zelfs oudjes zonder tanden! Een lieve jongen uit Ham Gaf Liesje een broodje met ham, Met kaas en met ei, Veel groentjes erbij. Voor haar stond hij in vuur en vlam!
Probeer eens een limerick te maken: • drie beklemtoonde lettergrepen in de eerste, tweede en vijfde regel • twee beklemtoonde lettergrepen in de derde en vierde regel • het rijmschema is AABBA • de eerste regel eindigt meestal op een plaatsnaam; in het thema denken we aan Zwijndrecht, Zwijnaarde, Oostham, Spiere, Oostakker, Lichtervelde, De Panne, Grazen.
www.lessenpakket.be
vlees zesde leerjaar - pagina 12
6
De Belgische veestapel: 1 De Waalse rundveehouderij is gericht op vleesproductie, de Vlaamse meer op melkproductie. Toch tellen Vlaanderen en Wallonië (+ Brussel) ongeveer evenveel runderen: zo’n 1 300 000 stuks. In Vlaanderen zijn ongeveer 6 miljoen varkens. Dat is heel wat meer dan runderen. Onderstreep het juiste: dubbel, meer dan viermaal, tienmaal zoveel, Vlaanderen neemt 94%in van de nationale varkensstapel!
Doelen • verhoudingen tussen de veestapels van de verschillende gewesten en provincies verwerken in cirkel- en staafdiagrammen; • gegevens uit de tabellen en interpreteren om een gesteld probleem op te lossen; • informatie halen over vleesproductie uit tabellen en
• Schrijf volgende woorden op de juiste plaats bij onderstaande cirkeldiagrammen: runderen varkens Wallonië + Brussel (moet je tweemaal schrijven!) Vlaanderen (moet je tweemaal schrijven!).
varkens
runderen
Vlaanderen Wallonië + Brussel
www.lessenpakket.be
Vlaanderen
Wallonië + Brussel
vlees zesde leerjaar - pagina 13
6
De Belgische veestapel: Verdeling per provincie % runderen 32 25 25 10 8 100
West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant totaal: Vlaanderen
% varkens 55 18 16 8 3 100
Vervolledig de twee staafdiagrammen. Gebruik voor elke provincie een andere kleur. runderen in Vlaanderen
32%
varkens in Vlaanderen
• In welke provincie
25%
25%
10% 8% 3%
55%
18%
16%
8%
West-Vlaanderen we ruim de helft van alle Vlaamse varkens aan? ……………………….
• In welke twee provincies samen leven meer dan de helft van alle Vlaamse runderen? West-Vlaanderen en ……………………………of Oost-Vlaanderen ……………………… West-Vlaanderen en ……………………….…. Antwerpen ……………….………
www.lessenpakket.be
vlees zesde leerjaar - pagina 14
6
De Belgische veestapel: 2 In elke Vlaamse provincie vind je landbouwbedrijven met vee en zonder vee. Volgende diagrammen tonen hoeveel procent van de landbouwbedrijven in elke provincie runderen/varkens houden.
Welke provincie heeft het hoogste procent aan landbouwbedrijven met runderen? Oost-Vlaanderen ...................................................................................................... En met varkens? West-Vlaanderen ...................................................................................................... Welke provincie bengelt telkens achteraan? Vlaams-Brabant ......................................................................................................
Op wandel ergens in Vlaanderen kom je aan een boerderij.
De ‘varkensstaven’ van Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg zijn bijna even hoog.
• Je hebt de meeste kans om daar welke dieren
• Vul nu verder aan: dubbel maar de staaf van West-Vlaanderen is …………
runderen ......................................................................................................
half zo hoog en die van Vlaams-Brabant maar ………
• Alle ‘runderstaven’ schommelen rond (omcirkel het juiste): 30 %, 50 %, 70 %
zo hoog.
50% ......................................................................................................
www.lessenpakket.be
vlees zesde leerjaar - pagina 15
6
De Belgische veestapel: 3 Boerderijen met weinig, veel of heel veel dieren! aantal runderen op het bedrijf 1 tot 9
klasse- % van Vlaamse breedte runderen 9 0,7
aantal varkens op het bedrijf 1 tot 249
klasse- % van Vlaamse breedte varkens 249 1,2
10 tot 24
15
2,6
250 tot 499
250
25
6,2
500 tot 749
8,3
750 tot 999
10,6
1000 tot 1499
20,3
1500 tot 1999
51,4
2000 tot 2499
*
25 tot 49 50 tot 74 75 tot 99 100 tot 149 150 en meer
25 …… 25 …… 50 ……
100 tot. = …
250 …… 250 …… 500
500 …… 500 ……
2500 en meer
4,6 6,1 8,4 17,1 14,3 13,2 35,1
tot. = 100 … * Eerst even dit: bedrijven met 10 tot 24 runderen kunnen 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23 of 24 dieren hebben. Dat zijn dus vijftien mogelijkheden. Men zegt: de klassebreedte is 15. • Noteer de juiste getallen op de stippellijnen in de tabel. • Welke dieren wonen meestal met velen samen? varkens ......................................................................................................
Kies voor het antwoord (afgerond) op volgende vragen uit de breuken: 1/2 1/3 1/4 1/5 1/6 1/7 1/8.
• Hoeveel % van de runderen wordt gehouden op bedrijven met 100 dieren of meer?
• Welk deel van alle Vlaamse runderen worden gehouden op de grootste bedrijven?
71,7% ......................................................................................................
1/2 ......................................................................................................
• Hoeveel % van de varkens wordt gehouden op bedrijven met minder dan 1000 dieren?
• Welk deel van alle Vlaamse varkens worden gehouden op de grootste bedrijven?
20,3% ......................................................................................................
1/3 ......................................................................................................
www.lessenpakket.be
vlees zesde leerjaar - pagina 16
6