Vrije Basisschool “De Wingerd Terhagen” Stille Weg 2 , 2840 Terhagen
[email protected]
℡ 03 888 57 81 www.wingerdterhagen.be
11 september 2012
Zesde leerjaar juf Annelies
Beste ouders In deze brochure staan specifieke afspraken voor de klas van uw kind. Informatie over de werking van de school vindt u in de schoolbrochure die u op onze website kan vinden. Hopelijk mogen we rekenen op uw samenwerking en vertrouwen. Indien er problemen of vragen zijn, aarzel dan niet om deze met de klasleerkracht of met de directeur te bespreken.
KLASAFSPRAKEN voorstelling leerkracht Juf Annelies start nu aan haar elfde jaar. Ze heeft tien jaar ervaring in de derde graad en heeft ook één jaar het derde leerjaar gedaan. verwachtingen naar de leerlingen toe Ik verwacht van de leerlingen dat ze hun best doen en tonen dat ze iets willen komen leren. Belangrijk daarbij is opletten in de klas, meewerken, taken maken, lessen leren, uitleg vragen als ze iets niet hebben begrepen. Van kinderen van het zesde leerjaar verwacht ik dat ze zelfstandig hun taken maken en lessen leren en dat ze dit leren organiseren. verwachtingen naar ouders toe Van de ouders verwacht ik dat ze het schoolwerk van hun kind mee opvolgen. Indien u interesse toont voor hun schoolwerk, zal ook uw kind er (meer) belang aan hechten. Probeer uw kind te laten groeien naar zelfstandig leren werken. Maak tijd om uw kind te laten vertellen over zijn/haar belevenissen op school. Wees waar nodig ook kordaat en durf grenzen trekken of verwachtingen stellen.
de verschillende vakken wiskunde ( methode = Nieuwe Talrijk ) Voor wiskunde gebruiken de leerlingen een leerboek en een werkboek. De leerlingen krijgen bij de meeste lessen een lesblad met theorie. Na heel wat lessen volgt er een lestoets. Wanneer er een lesblok is afgewerkt krijgen de leerlingen een overzichtsblad van de lessen uit dat blok Ter voorbereiding van de toets krijgen de leerlingen een toetswijzer met daarin oefeningen en vragen die ze moeten kunnen oplossen voor de toets. Wanneer een blok is afgewerkt worden de lesbladen gebundeld. De leerlingen bewaren deze op hun studieplekje thuis zodat ze indien nodig nog iets kunnen opzoeken. Bij verschillende lessen mogen de leerlingen een zakrekenmachientje gebruiken. Vakonderdelen die aan bod komen : - meten en metend rekenen : oppervlaktematen, landmaten, ruimtematen, berekenen van oppervlakte en volume, driedimensionele voorwerpen… - getallenkennis : een getal bekijken in zijn context, percentrekenen, breuken, getallen tot een miljoen… - bewerkingen : hoofdrekenen, cijferen, bewerkingen met breuken, werken met de zakrekenmachine, toepassingen … -meetkunde : lichamen en hun ontvouwingen herkennen, benoemen en tekenen, blokkenconstructies vormen … taal ( methode = Tijd voor taal) We zijn vorig jaar gestart met een nieuwe methode voor taal. In Tijd voor Taal vindt u echt taalmateriaal uit de leefwereld van kinderen: krantenartikels, reclameboodschappen, fragmenten uit goede en recente kinderboeken … kortom allemaal taalvoorbeelden uit een herkenbare leefwereld, aangevuld met realistische opdrachten die de leerlingen aanspreken.
Met Tijd voor Taal blijft het niet bij het louter aanbieden van taken. In de methode leren kinderen ook gericht hoe zij een taak zelfstandig tot een goed einde kunnen brengen . Binnen elk thema komen spreken, luisteren, lezen en schrijven in afzonderlijke lessen aan bod. spelling ( methode Tijd voor Taal ) Voor spelling zijn we sinds een paar jaar in alle klassen gestart met een nieuwe spellingsmethode. Sterke punten van de methode is dat door middel van kleine toetsen de kinderen regelmatiger worden opgevolgd. Op basis van de vorderingen krijgen kinderen aangepaste remediëring of verdiepingsoefeningen. W.O. Doel is interesse meten bij de kinderen, brainstormen, informatie zoeken – verwerken - doorgeven aan anderen, vaardigheden oefenen - samen dingen beleven -verwoorden, durven optreden,kritische zin ontwikkelen,mening kunnen/durven uiten, Het gaat over mens en … levensonderhoud, muzische, natuur, ruimte, tijd, zingeving, medemens, techniek, samenleving Thematisch werken, vertrekken vanuit de interesses van de kinderen. Dit wil zeggen dat de kinderen wanneer mogelijk de invulling van een thema mee bepalen. Enkele thema’s die vast aan bod komen: eigen streek, de ruimte, het menselijk lichaam, seksuele voorlichting, wereldoorlog 2, … In de mate van het mogelijke gaan we ook op leeruitstap binnen het thema: zo staat er onder andere al het museum van Rupelklei en het Fort van Breendonk op het programma
Leren studeren De kinderen hebben een mapje leren studeren. Hierin komt er elke week een studietip. Het doel is het bewust worden van eigen ik ten opzichte van studies, studiegewoonten = vast werkuur thuis, vaste plaats indien mogelijk, … Frans ( methode Eventail Junior Bien sur! ) Voor Frans gebruiken de kinderen een leerboek en een werkschrift. Daarnaast voorziet de leerkracht een kaft. In deze kaft komen bladen met extra uitleg over de spraakkunst, bladen met aanvullende oefeningen, woordenlijsten per geleerde unité. Op deze bladen noteren de kinderen naast de vocabulaire die ze hebben overgeschreven uit het boek in potlood een soort van fonetisch schrift. Dit moet hen helpen om thuis de woorden zonder fouten uit te spreken. Voor Frans is het heel belangrijk dat de kinderen regelmatig oefenen en leren. Daarom zijn er regelmatig schriftelijke lestoetsen. Soms zijn er overhoringen aan het bord, wie daar slecht scoort krijgt een extra werkje om de les in te halen. De leerlingen starten met een herhaling van het vijfde leerjaar. Bij elke nieuwe tekst beginnen we met de aanbreng en het oefenen van de vocabulaire. Daarna komt het luidop lezen en de oefeningen op de grammaire. Bij deze methode zitten er ook leuke liedjes verwerkt. Bij deze methode bestaan er ook cd-roms om de leerstof verder in te oefenen. Deze zullen binnen contractwerk gebruikt worden. muzische activiteiten ( tekenen, knutselen, muziek, drama … ) Knutselen en tekenen gebeurt in de klas. Soms moeten de kinderen daarvoor materiaal meebrengen. Tijdens het knutselen mag er achtergrondmuziek opstaan. De afspraak is hier dat er rustig moet gewerkt worden.
bewegingsopvoeding Dit schooljaar krijgen de leerlingen een blok van 2 uren per week turnen, op dinsdag. Enkel in de zwemweek krijgen ze maar 1 uur turnen. We verwachten dat de kinderen tijdens deze les witte turnpantoffels, een Tshirt (van de school), een korte zwarte broek dragen. De turnkleding wordt bewaard in een luchtdoorlatende turnzak. Turnmateriaal dient getekend te zijn met de naam van uw kind. Tijdens elke schoolvakantie gaat het turngerief mee naar huis om het te laten wassen. Eén keer per maand gaan de kinderen zwemmen in Aartselaar. Voor deze les brengen ze een kam of borstel, twee handdoeken en zwemkledij mee in een zwemzak. Leerlingen dragen omwille van de veiligheid geen juwelen tijdens de lessen bewegingsopvoeding. Lang haar moet samengebonden zijn. Tweemaal per schooljaar krijgen de leerlingen een rapport i.v.m. de lessen bewegingsopvoeding. De lessen bewegingsopvoeding zijn verplichte schoolactiviteiten. Wie niet mee gaat zwemmen of turnen brengt een briefje van de dokter of de ouders mee met een duidelijke vermelding waarom er niet kan worden deelgenomen. Wanneer het briefje geen volledige vrijstellen van de les voorschrijft kan de leerkracht beslissen het kind toch aan bepaalde bewegingsactiviteiten te laten deelnemen. Een leerling die driemaal niet mee gaat zwemmen, dient een doktersbriefje mee te brengen. Bij een chronische of langdurige aandoening is een dokterbriefje vereist. materiaal uitgaven van Averbode … Allerlei tijdschriften, leesboekjes, vakantieblaadjes … worden vrijblijvend te koop aangeboden. Zij worden niet gebruikt in de klas maar kunnen thuis voor extra oefenmateriaal zorgen bij lezen. Zonnekind, Zonnestraal en Zonneland zijn interessante tijdschriften waarmee in de klassen kan gewerkt worden. Een abonnement hierop is volledig vrijblijvend.
eigen materiaal Kinderen brengen heel wat materiaal mee naar school; boterhamdoos, drinkbus, pennenzak, kleurpotloden, schaar ... We vragen dat zoveel mogelijk van dit materiaal van een naam is voorzien. de zorg op school en in de klas In de school proberen we tijd te creëren zodat we kinderen met leerproblemen kunnen helpen. Jammer genoeg zijn we beperkt in onze mogelijkheden en kunnen we ook niet alles oplossen. In de eerste plaats doen we beroep op de kennis en ondersteuning van het CLB. De eerste zorg wordt in de klas gegeven door de leerkracht; les opnieuw uitleggen, bijwerken na ziekte … Kinderen die bepaalde basis niet mee hebben en achterop dreigen te raken worden door de zorgleerkracht bijgewerkt. Het kan zijn dat deze leerkracht aan de ouders vraagt om thuis met het kind te oefenen ( luidop lezen, training maaltafels … ) omdat daarvoor binnen de zorg op school onvoldoende tijd voor vrijgemaakt kan worden. Verschillende keren tijdens het schooljaar doen we LVS toetsen. Met deze Leerling Volg Systeem – toetsen trachten we leerproblemen op te sporen zodat we snel kunnen ingrijpen. Waar nodig houden we een grondig overleg en zoeken we samen met het CLB en de ouders naar oplossingen voor het vastgestelde leerprobleem. In de derde graad gebeurt de extra zorg door meester Maarten. De zorgleerkracht werkt soms met 1 kind of met enkele kinderen in een apart lokaal. Het overleg tussen de zorgleerkracht en de klasleerkracht gebeurt door middel van een zorgschrift waarin de problemen worden geschetst en de zorginspanningen opgeschreven staan. Meester Maarten zorgt ook voor de coördinatie van de zorg binnen de school, het contact met de ouders en de vraag om ondersteuning van het CLB.
gebruik van de agenda Taken en lessen worden bijna dagelijks ingeschreven in het agenda. Wat in het agenda van de leerlingen moet komen staat op het bord of kan ook mondeling gegeven worden. We verwachten dat de kinderen hun agenda volledig en correct invullen. Een les of een taak begint met de afkorting voor het vak, een lesnummer of titel, concrete opdracht. Om jullie kind goed op te volgen tijdens dit schooljaar vraag ik jullie om de schoolagenda minstens wekelijks te handtekenen. De agenda is een communicatiemiddel tussen de ouders en de leerkracht. Wanneer jullie iets willen vragen of meedelen, dan kan dat in de agenda gebeuren. Wanneer jullie zoon of dochter een taak niet heeft gemaakt, een nota krijgt voor onbeleefd gedrag … dan wordt dit in de agenda vermeld. Elke vermelding moet tegen de dag nadien door de ouders gehandtekend zijn. De data van het bibliotheekbezoek en de zwembeurten worden vermeld in de schoolagenda. Een goede studiehouding en werkhouding begint met het raadplegen van de agenda alvorens aan de lessen of taken te beginnen. In het vijfde leerjaar hebben de kinderen hun werk en lessen leren plannen. Dit blijven ze ook doen in het zesde leerjaar. Niet alle lessen en taken moeten tegen de dag nadien klaar zijn. We hebben nu een nieuwe agenda. In deze agenda schrijven de leerlingen hun opgegeven taak of les ineens op de dag waartegen deze gemaakt of gestudeerd moet worden. Zo krijgen ze per dag een duidelijk lijstje van wat ze moeten doen. Er is in de agenda ook een heen en weer-gedeelte, hier kan een nota van de leerkracht staan, of iets dat de ouders kwijt willen. Per dag is er een symbooltje voorzien om aan te duiden of er iets in het heen en weer-gedeelte staat. Een goede studiehouding is er ook voor zorgen dat het materiaal dat nodig is voor taken en lessen mee naar huis wordt genomen. Wie wat vergeet kan dat niet meer komen ophalen na de schooluren. Misschien kan je daarvoor bij een klasgenootje langs?
de boekentas en het postmapje Mogen we aan jullie vragen om regelmatig de orde in de boekentas te controleren en het postmapje na te kijken. Sommige kinderen durven al wel eens brieven of toetsen vergeten af te geven. huistaken en lessen Huistaken en lessen worden in de agenda van de kinderen vermeld. Taken en lessen kunnen elke dag worden opgegeven. Grotere lessen worden ruim op voorhand aangekondigd. Wie goed plant heeft op woensdagnamiddag of in het weekend niet zo veel te doen. Tracht je werk goed te plannen. Zeer veel werk op een dag komt omdat je het zo kiest (ik doe vandaag veel, dan heb ik het op andere momenten rustiger) of omdat je misschien minder goed plant of uitstelt. Het huiswerk is meestal een verdere inoefening van de leerstof. Het is de bedoeling dat de leerlingen het huiswerk zelfstandig maken. Wanneer dit niet lukt, mag in de agenda noteren of aan de leerkracht melden wat niet begrepen werd. Huistaken tellen niet mee voor het rapport. Er wordt verwacht dat huistaken verzorgd zijn wanneer ze worden afgegeven. Mocht om één of andere reden een huiswerk niet kunnen gemaakt worden dan vragen we om dat liefst voor de aanvang van de les te melden. De leerkracht kan dan bepalen of het huiswerk al dan niet tijdens een speeltijd wordt gemaakt. Dit kan enkel per uitzondering worden toegestaan en mag geen slechte gewoonte worden. Wanneer er in het zesde leerjaar een taak niet gemaakt is zonder geldige reden, dan krijgen de leerlingen extra werk. Dit moet hen leren om niet onvoorbereid naar school te komen. Het zesde is vooral een voorbereiding op het secundair onderwijs. Huistaken maken wordt daar ook streng opgevolgd. Een les moet vooral begrepen worden en niet worden “van buiten” geleerd, tenzij dit uitdrukkelijk wordt vermeld. Best is ook om een les op verschillende dagen te leren. Zo kan je de les beter en langer onthouden.
toetsen en rapport Regelmatig zijn er schriftelijke en mondelinge lestoetsen. Deze worden vooraf aangekondigd wat niet wil zeggen dat er altijd een schriftelijke toets volgt. Soms kan er mondeling worden getoetst. De leerlingen krijgen hun toetsen altijd mee naar huis. Die moeten door één van de of beide ouders ondertekend worden. De toetsen mogen thuis verbeterd worden met groen als dat mogelijk is. Een gezonde studiehouding is zich bij elke fout af te vragen wat er verkeerd ging. Als er iets niet duidelijk is, mag je het steeds komen vragen. De toetsen moeten terug mee naar school worden gebracht waar ze worden ingeschreven in het puntenboek en bewaard worden. Er worden geen hertoetsen gedaan. Per vakonderdeel worden de toetsen samengeteld. Een mindere toets is daarom nog geen tekort. Vijf keer per jaar krijgt uw kind een rapport mee naar huis. Alle toetsen tellen mee voor het rapport. Rapporten moeten bekeken worden in functie van uw kind. Stel geen eisen die onhaalbaar zijn of vergelijk uw kind niet met een oudere broer of zus. In de derde graad zijn er geen speciale proefwerken voorzien. Wel houden de leerkrachten in juni een toetsenperiode waarin van heel wat vakken de leerstof wordt getoetst van het voorbije schooljaar. Dat maakt de laatste rapportperiode iets moeilijker. De vijf rapporten worden door het computerprogramma verrekend tot een eindrapport. De klassenraad baseert zich op het eindrapport en beslist of uw zoon of dochter de nodige basisleerstof beheerst om over te gaan naar de volgende klas. Het is niet zo dat wanneer uw kind meer dan de helft van het totaal behaalt dat het zeker mag overgaan. Voor een overgang naar de volgende klas zijn de resultaten van taal en wiskunde doorslaggevend. Naast punten staan er op het rapport van uw kind ook een beoordeling van de werk -en leerhouding of aandachtspunten voor een vak of vakonderdeel.
hoekenwerk , contractwerk Hoekenwerk komt niet expliciet aan bod maar wordt vooral geïntegreerd binnen WO. De kinderen krijgen ongeveer per maand een contract. Dit is een contractje op maat. Dit wil zeggen dat het is aangepast aan de noden van uw kind. Lezen Lezen is erg belangrijk voor de vorming van uw kind. Daarom doen we in het zesde meermaals verwerkingen van boeken onder de vorm van boekbesprekingen, drama, muzische, … De leerlingen krijgen ook de kans om te lezen in de klas. Als ze een bepaald werkje af hebben mogen ze een boek lenen uit de klasbib. Elk kind heeft een eigen leeskaart, waar het opschrijft welk boek het uitleent, hoe hij/zij dat boek vond, …) Actualiteit De actualiteit volgen is belangrijk. In het middelbaar zullen de kinderen hier vaak mee aan de slag moeten. Daarom besteden wij ook elke week wat aandacht aan puntjes uit de actualiteit. ICT In de klas proberen de leerkrachten in de mate van het mogelijke de computer te gebruiken in vakken als wiskunde, Frans, taal, WO. Op vlak van ICT kan de school rekenen op de begeleiding door meester Dirk ( werkt voor de negensprong ) Om de veertien dagen komt hij op donderdag op onze school. In het zesde leren de kinderen heel wat: werken met Excel, informatie opzoeken, kleine dingen programmeren, een powerpointpresentatie maken, …
Studiekeuze Wat natuurlijk ook heel belangrijk is in het zesde is het maken van een goede studiekeuze. We beginnen hieraan in januari. Eerst gaan we het hebben over keuzes maken en hoe belangrijk sommige keuzes wel zijn. Ze leren ook over de structuur van het middelbaar en krijgen zo een zicht op de mogelijke richtingen zodat ze weten waaruit ze kunnen kiezen. We gaan ook altijd eens op bezoek in een middelbare school en we spelen het studiekeuzespel. Na al deze activiteiten hebben de leerlingen een duidelijk zicht op hun mogelijkheden en interesses en gaan ze een gerichte keuze maken. Na een bespreking met meester Peter, meester Maarten en Lydie Hiel van het CLB wordt er een studiekeuzeadvies uitgesproken. Meter en peter Sinds enkele jaren zijn de leerlingen van het zesde ook meter of peter van een kindje van het eerste leerjaar. De bedoeling is dat zij er gedurende het jaar zijn voor deze kleine bengels en dat zij hiervoor hun verantwoordelijkheid opnemen. In het begin zal dit vooral zijn om de kindjes wegwijs te maken in die ‘grote’ lagere school. Nadien gaan zij hen o.a. ook mee leren lezen. Het zijn natuurlijk niet alleen leerzame activiteiten, maar ook activiteiten die passen in sociale vaardigheden. Wat de leerlingen altijd leuk vinden is de periode rond Nieuwjaar. Dan hebben de kindjes van het eerste een nieuwjaarsbrief voor hen en zij gaan dan als een echte meter of peter een (zelfgemaakt) pakje geven aan hun kindje. Al deze activiteiten werden de voorbije jaren heel leuk bevonden door de zesdejaars. taken in de klas Voor de taken in de klas zijn er symbolen waar per week een nummertje bij hangt. Dit is een doorschuifsysteem, zodat elk kind de kans krijgt om de juf een handje te helpen.
verjaardagen vieren De verjaardag is een dag waarnaar veel kinderen uitkijken. In onze school laten we die dag niet zomaar passeren en alle leerkrachten besteden aandacht aan de verjaardag van uw kind. In de kleuterschool is dat een stukje intenser en worden de ouders betrokken in het feestgebeuren. Daar zit de verjaardag mee verweven in de activiteiten van de dag. In de lagere school is dat door de lessen en het leerprogramma een stuk moeilijker. Rond het vieren van een verjaardag en de traktatie die daarmee vaak gepaard gaat willen we toch het één en ander duidelijk afspreken voor de hele school. We willen de jarige vieren en hem of haar een kleine attentie meegeven; een klein speelgoedje, een kroon, een kaartje … Volgens ons moet het ook kunnen zonder een oogverblindend geschenk. We draaien de rollen dus voor een groot stuk om. De voorbije jaren werden vaak klascadeaus gevraagd of spontaan aangeboden. Van dit gebruik stappen we af en de leerkrachten zullen dan ook geen klascadeaus suggereren. De jarige mag voor de klas nog een traktatie meebrengen, maar we willen dit inperken en een stuk bescheidener houden. Wat kan niet : een klascadeau, snoepgoed, frisdrank of drank in brikverpakking, een individueel cadeautje voor de klasgenoten Wat kan wel : ingrediënten voor een kookactiviteit, een stukje gebak of een cake, een stukje fruit … Wij verwachten dat de ouders rekening houden met onze vraag en aanpak rond het vieren van een verjaardag op school. Laten we het fijn houden voor iedereen. klasbezoek aan de bibliotheek Ongeveer om de drie weken gaan we met de klas naar de bib. Deze data worden in het agenda meegedeeld. De boeken die de kinderen ontlenen nemen ze mee naar huis om daar te lezen. We hopen dat er ook in wordt gelezen.
De boeken worden steeds meegebracht in een aparte zak. De kinderen en de ouders zijn verantwoordelijk voor de ontleende boeken. Van wie zijn boeken uiteindelijk niet terugbrengt wordt aan de bib de naam en het adres doorgegeven zodat de bib een boete kan vragen. De kinderen nemen per keer minstens 1 en maximum 3 boeken mee. Daarvan mag er 1 stripverhaal zijn. Boeken kunnen maar 1 periode verlengd worden. jaarthema Elk jaar werken we met heel de school binnen een bepaald jaarthema. Dit jaar is dat thema ‘ik + jij = wij’. Binnen dit thema gaan we stilstaan bij onszelf. Maar ook bij die andere naast ons, namelijk jij. En vooral gaan we ook zien wat dat samen geeft, namelijk wij. Zo zijn we de eerste schooljaar al gestart met een uitdaging die we kregen van Dik De Vogelschrik. Dat is een vogelverschrikker die alle vogeltjes (leerlingen) binnen de school wilde houden. Om toch ’s avonds naar huis te kunnen kregen alle klassen een uitdaging waarbij ze als groep moesten samenwerken. Zo moesten de leerlingen van het zesde voor elk kind op school een ballon opblazen, er de tekst ik+jij=wij opschrijven en deze aan de boekentassen gaan hangen. Een hele opdracht, maar het is ons gelukt.
Heeft u nog vragen of is er iets waarover u mij graag wil spreken, spring dan gewoon binnen of stuur mij een mailtje.
[email protected] Graag wens ik jullie en de leerlingen een tof schooljaar. juf Annelies