Zesde leerjaar
6
www.lessenpakket.be
De ecologische voetafdruk Doelen • de term ‘Ecologische Voetafdruk’ begrijpen en actief gebruiken; • inzien dat de mens verantwoordelijk is voor de omvang van die ‘voetafdruk’; • vaststellen dat het om een wereldprobleem gaat, dat gezamenlijk moet aangepakt worden.
Historiek van de Ecologische Voetafd
ruk
Tijdens de ‘Milieutop van de Vereni gde Naties’ in 1992 (Rio de Janeiro, Brazilië), ma ar ook tijdens de daaropvolgende ‘Rio+10 Top’ over Duurzame Ontwikkeling in 2002 (Jo hannesburg, Zuid-Afrika), werd steeds duidel ijker dat de kloof tussen de rijke en de arme landen groeit. Deze kloof kan niet los gezien worden van de achteruitgang van het milieu . De geïndustrialiseerde landen gebruik en teveel grondstoffen uit het Zuiden. En hierdoor wordt de ontwikkeling van het Zuiden verhinderd. Kortom: overconsumptie doo r de rijken en daaruit volgt armoede voor de arm en.
De ecologische voetafdruk = de oppervlakte aarde die nodig is om te voorzien in de levensstijl van een persoon, stad of land. Een voorbeeld: de ecologische voetafdruk van Londen = 2 x de oppervlakte van het Verenigd Koninkrijk. Dat wil zeggen dat de Londenaars om te leven een oppervlakte nodig hebben die 2x de oppervlakte van hun eigen land bedraagt! Meer dan de helft van wat de Londenaars eten, moet komen van elders op de wereld. Dat geldt niet enkel voor het Verenigd Koninkrijk, ook ons land kan niet al het voedsel voortbrengen dat hier opgegeten wordt!
Voor alles wat we produceren en consumeren gebruiken we land uit één of meerdere van volgende categorieën: 1. akkerland: het land dat we innemen voor het telen van gewassen, zowel voor voeding als textiel, zowel voor de menselijke consumptie als voor veevoeders; 2. grasland: voor het produceren van vlees, melk, wol, leder… 3. visland: als visland wordt meegerekend de gebieden waar 95% van de wereldwijde visvangst gebeurt; in totaal 2,3 miljard hectaren; 4. houtland: de oppervlakte gebruikt voor onze houtwinning; 5. bebouwd land: hiermee wordt de oppervlakte bedoeld voor woningen, wegen, parkeerterreinen... Dit is een vrij nieuwe en groeiende categorie. Aangenomen wordt dat voor bebouwd land veel goede akkergrond wordt opgeofferd; 6. energieland: de oppervlakte bosland die nodig zou zijn om de CO2-uitstoot van fossiele brandstofverbruik op te nemen. Bron: Vodo (Vlaams overleg duurzame ontwikkeling www.voetafdruk.be)
De ecologische voetafdruk werd uitgewerkt en beschreven door twee Canadese onderzoekers. De ecologische voetafdruk geeft aan hoeveel oppervlakte land er nodig is voor alles wat we produceren en aan afval achterlaten of verwerken. www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 100
6
Kiezen voor meer bio en minder verpakkingen Doelen • de gemiddelde grootte van de ‘Ecologische voetafdruk’ kennen en deze vergelijken met deze in België; • inzien dat leefgewoonten een impact hebben op het milieu en op de voedselvoorraad; • kinderen sensibiliseren voor verantwoord omgaan met het milieu a.d.h.v. enkele wiskundige problemen. • in groep een convenant opstellen en afficheren in de school voor milieubewust omgaan met eetwaren; A Dit moet je vooraf weten! mijn voetafdruk
ecologische voetafdruk
Iedereen gebruikt een gedeelte van de ruimte op aarde. Hoe groot die ruimte is, hangt af van iemands consumptiepatroon. Met de ‘Ecologische Voetafdruk’ drukken we uit in hectare hoeveel dat per persoon is. Als alle bruikbare ruimte op aarde verdeeld wordt over alle mensen en we geven de natuur voldoende ruimte om te overleven, dan heeft elke bewoner gemiddeld per jaar recht op 1,9 hectare (ongeveer drie voetbalvelden). De ‘Ecologische Voetafdruk’ van rijke landen is veel groter dan die van arme landen. België heeft een gemiddelde ‘Ecologische Voetafdruk’ (of kortweg ‘voetafdruk’) van 6,7 hectare. De ‘voetafdruk’ wordt bepaald door verschillende zaken: het consumeren van voedsel, verkeer en vervoer, wonen, ontspanning, industrie... Voedsel heeft de meeste invloed op je ‘voetafdruk’. Dat heeft niet alleen te maken met het telen en aanmaken ervan, maar ook met het materiaal waarin voedsel en drank verpakt zijn en het vervoer ervan.
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 101
6
Kiezen voor meer bio en minder verpakkingen B Informatie en tips om de ecologische voetafdruk te verminderen. Opgave Bij elke alinea hieronder past een tip voor milieubewust omgaan. Ze staan hieronder vermeld. Lees de tekst en schrijf in elke spreekballon de juiste tip. en goedkoop! it... lekker, gezond fru en en nt oe gr n de • Seizoensgebon d of regio! eks bij de boer! re tst ch re kopen van eigen lan te op g in • Ko ed vo or do r van eetwaren ! • Vermijd vervoe t voedseltekort op gebruik... en los he es vle r de in rm Ve • t milieu! ... is goed voor he • Vegetarisch eten king klein! ak rp ve en houd de t oo gr ‘t in op Ko • ldflessen! mogelijk statiege el ve zo k ui br Ge • rpakt zijn! ten die onnodig ve • Vermijd produc
1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Sommige producten zijn dubbel verpakt in plastic. Een voorbeeld: een zak minichocoladereepjes. Om elk reepje zit een plastic verpakking en daaromheen weer een grote plastic wikkel. Sommige producten, die los verkocht kunnen worden, zitten soms ten onrechte in een kartonverpakking of in plastic. 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kartonnen verpakkingen komen veel voor. Hiervoor moeten bomen gekapt worden. Vaak bevindt zich aan de binnenkant van die kartonnen verpakking een plastic laagje (bv. bij melk) waardoor de verpakking niet goed meer kan gerecycleerd worden. Flessen die je na gebruik weer naar de winkel brengt worden na reiniging talloze malen hergebruikt, bv. van frisdranken en bieren. Je krijgt nog wat geld dat je bij de aankoop betaalde, terug als je de flessen weer inlevert 3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hoe meer producten in één verpakking zitten, hoe minder verpakkingsafval je in totaal hebt. Koop bijvoorbeeld liever twintig toiletrollen in één verpakking, dan vijf keer een verpakking met vier toiletrollen. Kijk maar eens thuis en in het warenhuis... je zal versteld staan van de vele verpakking... die vaak kan verminderd of vermeden worden. 4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vlees heeft een grote invloed op je ‘voetafdruk’, vooral omdat voor veevoer veel landbouwgrond nodig is. Het is daarom goed eens wat vaker vegetarisch te eten. Dat is lekker en daarenboven nog gezond ook. Er zijn tegenwoordig allerlei vegetarische recepten te vinden in kookboeken en tijdschriften. Bovendien zijn er nu overal smakelijke vleesvervangers te koop.
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 102
6
Kiezen voor meer bio en minder verpakkingen 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Als de rijke landen hun bovenmatige vleesconsumptie terugschroeven, besparen ze grote hoeveelheden veevoer. Wereldwijd belandt zo’n veertig procent van de graanoogst in de voederbakken van dieren. Om het vlees van een hamburger te produceren, moet een boer ongeveer evenveel graan voederen als een bakker nodig heeft voor drie broden. Uit onderzoek blijkt dat op wereldschaal in het jaar 2000 voldoende graan werd geteeld om 8 miljard mensen te voeden, terwijl het huidige bevolkingsaantal 6,5 miljard mensen bedraagt. En toch sterven nog zoveel mensen van ondervoeding! Elke kilogram vlees of vis die je minder eet bespaart 53 m² van je ‘voetafdruk’.
6. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Als je appels koopt die vanuit het buitenland ingevoerd worden, bv. uit Zuid-Afrika, wordt het transport van die appels naar Vlaanderen en de energie die dat gekost heeft, opgeteld bij je ‘voetafdruk’. En dit terwijl er ook appels te koop zijn die van niet zo ver komen. In ons eigen land en regio zijn daarenboven heel wat fruit- en groentesoorten van prima kwaliteit. Per kg groenten en fruit in Vlaanderen geteeld en gekocht in plaats van buiten Europa, bespaar je 0,9 m² ‘voetafdruk’. 7. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De boer levert zijn producten aan een eerlijke prijs en is meer verbonden met zijn product. Je bent zeker van de versheid ervan. Het kostbare en milieuvervuilende transport wordt daarenboven vermeden of tot een minimum beperkt. Elke kg groente of fruit gekocht bij de boer bespaart je 1 m² ‘voetafdruk’.
8. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tomaten die je in de winter koopt, komen uit verwarmde serres. Elke soort groente en fruit heeft haar eigen oogstseizoen. Door deze overwegend dàn te consumeren, genieten we van de beste kwaliteit en smaak en... onze portemonnee vaart er nog wel bij ook! Door het enorme aanbod van eetwaren heel het jaar door, verliezen we dat wel eens uit het oog. Per kilogram groente of fruit in het seizoen aangekocht, bespaart 6,9 m² ‘voetafdruk’.
Bron: www.voetafdruk.be
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 103
6
Kiezen voor meer bio en minder verpakkingen C Per twee op te lossen: 1. Vul in: • elke persoon heeft recht op 1,9 hectare ‘voetafdruk’; dat is. . . . . . . . m². • in België is de gemiddelde ‘voetafdruk’ per bewoner 6,7 hectare. Dat is ongeveer . . . . . . . . keer zoveel als waarop we eigenlijk recht hebben. 2. Vooraf: één gegeven ontbreekt. Zoek het op in de tekst hierboven. We weten dat 100% van de graanoogst in de wereld voldoende is voor 8 miljard mensen en dat 60% ervan voor direct menselijke consumptie wordt gebruikt. Dat is dus voor . . . . . . . . mensen, wat betekent dat er voor. . . . . . . . mensen te weinig voeding is. Oplossing: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3. Het gezin van Thomas (4 personen) wil zijn voetafdruk verkleinen. Bereken hoeveel m² het gezin op een week uitspaart! Het is in de maand mei. Bij de boer koopt hij 5 kg aardappelen. Aan een stalletje langs de weg koopt hij een halve kilo aardbeien, een kg spinazie, een halve kg worteltjes en een kg asperges. Eén week geen vlees eten bespaart 2,5 kg vlees. Oplossing: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Antwoord: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D Een groepswerk door de hele klas en voor de hele school! Enkele leerlingen van de klas maken een grote affiche, bv. op papier of karton van minstens 1 m bij 0,70 m. Geef het een perkament uitzicht door zijn vorm (zie hieronder). Je kan ook de randen afbranden zodat het nog echter lijkt... Let op: steek de hele school niet brand! Enkele andere kinderen denken na over de acht tips hierboven uit de spreekballonnen. Ze passen de zinnen een beetje aan, zodat er eindrijm is (bv. per twee zinnen). Iemand anders zal dan weer de tekst op de ‘keure’ schrijven. Daarna wordt het document ondertekend door alle kinderen van de klas. Nu wordt het perkament door alle leerlingen van de klas getoond bij een of ander belsignaal op de speelplaats. Een belleman zal de ‘keure’ toelichten. Daarna krijgt deze een centrale plaats in de school, bv. in de inkomhal. Zo kunnen ouders en kinderen eruit leren! Veel succes!
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 104
6
Kiezen voor meer bio en minder verpakkingen
. . . k u t n j i z Wij ! k u r d f a et o v e n i e l k op een 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . e klas d es z e d n a v De leerlingen )
dtekening
han (namen +
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 105
6
Bio-eieren Doelen
deel van de kippen buiten, in een mooie groene
• een gatentekst kunnen lezen op basis van inzicht en logica, en de ontbrekende woorden invullen; • aspecten van biologische kippenkweek vernemen en overtuigd raken van de meerwaarde voor dier en milieu; • enkele uitdrukkingen uit de tekst transferabel in een goede zin gebruiken.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . met jonge fruitbomen. Ze zijn driftig aan het pikken. “Met de regen komen de wormpjes boven”, legt onze eierboerin uit. En dat weten de. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . natuurlijk! Een Boontje voor kippen... Vijfduizend kippen houden is geen sinecure. Alles
Opdracht
moet tot in de .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . geregeld
Lees onderstaande tekst en vul de ontbrekende woorden in. Los de opgaven op die volgen op de tekst Vul nadien het vergelijkend schema op waarin de verschillen en de overeenkomsten tussen de gewone eierproductie en de bio-eierproductie duidelijk wordt. Toen ik in 1997 afstudeerde als bio-ingenieur was er . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . haar op mijn hoofd dat eraan dacht om biologische kippen te kweken. Ik volgde toen de raad op van mijn vader. Die was zelf boer en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .zei altijd: ‘Meisje, ga werken voor een baas, dan heb.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . tenminste tijd voor jezelf!’ Maar je ziet dat het anders gelopen is .” Dat zien we inderdaad als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . rondkijken op het bedrijf van Isabelle Piesschaert in Nevele. Er staan twee grote stallen. Als we er eentje binnenlopen, worden we verwelkomd met een oorverdovend gekakel. “In deze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . zitten 2500 kippen,” vertelt Isabelle, “en in de stal hierachter nog eens zoveel.” Ondanks het regenweer loopt een www.lessenpakket.be
zijn op het bedrijf. “Omstreeks half zeven sta ik op en ga ik onmiddellijk naar de stallen, om te . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . of de kippen nog voldoende biovoer en water hebben. Dan zorg ik dat mijn drie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .op school geraken en vanaf negen uur begin ik eieren te rapen. Dat doe ik vaak samen met mijn vader, een mooie gelegenheid om eens bij te praten.” Eitjes rapen, hoe moeten we ons dat voorstellen? Misschien zoals paaseieren rapen... ja, maar het gaat wel over een veel grotere hoeveelheid. De boerin die met een rieten mandje een voor .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . de duizenden eieren raapt? Isabelle moet even lachen . “Nee, zo gaat het natuurlijk niet. Ons bedrijf is volledig computergestuurd. De kippen leggen hun eieren in nesten en dan vallen ze op een band. Die voert ze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . een kleine ruimte naast de stal, waar wij ze rapen. ‘s Morgens zijn we enkele . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . bezig met het rapen en met het grondig controleren van de hele stal. Na de middag verzamelen we de rest van de eieren en dan doe ik nog eens een kleine controle.”
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 106
6
Bio-eieren Terwijl we praten, kakelen de kippen rustig verder.
omschreven welke geneesmiddelen de dieren mo-
Nu en dan vliegt een deel van hen op, schijnbaar
gen krijgen. “Bij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . kippen,”
zonder reden. “Kippen zijn gevoelige dieren die op
zegt Isabelle, “gaat het vaak om een virus, en daar
het minste reageren.
is weinig tegen te doen. Je kunt ze wat vitamines
We moeten dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . voor de
geven en ze uitstekend verzorgen. En dan wachten
best mogelijke omstandigheden als we onze pro-
tot het virus uitsterft.”
ductie willen handhaven. Op dit ogenblik halen we
Binnenkort zitten de stallen van Isabelle dus weer
dagelijks zo’n 4650 eieren binnen. De kippen die je
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . met jonge kippetjes.
ziet, zijn nu 7 maanden hier. Over zes maanden, na
Vooraleer die erin mogen, wordt de stal leeg en on-
de zomer, beginnen we aan een nieuwe ronde.”
der hoge druk schoongespoten. De stallen worden ook ontsmet. “Daarvoor doen we een beroep op
Van prof tot amateur Als de jonge biokippen bij Isabelle geleverd worden, zijn ze zeventien weken oud. Ze blijven dertien maanden op het bedrijf. Dat is zowat de periode waarin een hoog legpercentage verzekerd is. Na die. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . worden ze weggehaald. “Dat is een heel triest moment,” zegt Isabelle, “want de dieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . dan geslacht. Eén keer hebben we een fijne actie gevoerd, samen met de gemeente. De inwoners konden hier kippen kopen, om in hun tuin te houden. Er zijn er toen een duizendtal weggegaan. Weet je, na dertien. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . leggen die kippen zeker nog eieren. Genoeg voor de amateur die kippen houdt, maar te .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . voor de professionele teler.” Isabelle Piesschaert heeft zich . . . . . . . . . . . . . . . . haar keuze om bioboerin te worden nog niet beklaagd. Zij kan, als zelfstandig ondernemer, haar droom
een externe firma, want dat is specialistenwerk. In de. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . teelt mag trouwens niet om het even welk ontsmettingsmiddel worden gebruikt.” De ultieme worm We wandelen nog even langs de prachtige wei met honderden kippen erin. Hier en. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . vliegt er eentje een bepaalde richting uit. Op zoek naar die zo gegeerde, ultieme worm waarvan biokippen genieten “Als je dit ziet, twijfel je toch niet”, zegt Isabelle. “Bio-eieren bieden de consument én de kippen zoveel meer. In de zomer zijn er geregeld wandelaars of fietsers die hier stoppen. Ze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . dan vertederd naar de loslopende beestjes. Bio brengt ons zoveel dichter bij de kern van alles.” ©puurmagzine
waar maken. En dat met het goede gevoel dat het dierenwelzijn én de eerlijke producten gewaarborgd zijn. Als de kippen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . zijn, komt de dierenarts. Voor de biologische teelt is precies www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 107
6
Bio-eieren A. Gebruik volgende uitdrukkingen in een goede zin. Je mag ook infobronnen gebruiken • geen haar op mijn hoofd dacht eraan:
B Wat zeggen je volgende getallen of hoeveelheden uit de tekst? Noteer zo mogelijk met je eigen woorden.
...................................................
• 4650:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
...................................................
...................................................
• het is anders gelopen:
• 2500: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
...................................................
...................................................
...................................................
. 2: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................
• haar droom waarmaken: ...................................................
• 5000: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
...................................................
...................................................
• dat is geen sinecure
• 17: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
...................................................
...................................................
................................................... • een duizendtal:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
• de ultieme worm: ................................................... ...................................................
................................................... • honderden: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................
• bij de kern van de zaak: ...................................................
.1997: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
...................................................
................................................... .13: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................
C Met wat je nu weet over biologische en gewone eierproductie kun je onderstaand schema invullen: gewone eierproductie
biologische eierproductie
scharrelweide voer geneesmiddelen eieren rapen aandacht voor dierenwelzijn www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 108
6
4 Een stellingenspel Doelen • zich kunnen inleven in een toegewezen rol; • op een tactvolle en aanvaardbare wijze eigen argumenten naar voor brengen om anderen te overtuigen; • een discussie verder zetten door te repliceren en voort te bouwen op uitspraken van de andere. Werkwijze: Twee leerlingen kruipen in de huid elk van één persoon met tegengestelde visies en belangen. Voorbeeld; een leerling leeft zich in, in de rol van een fabrikant die er vooral op uit is winst te maken. Een tweede leerling is milieu-activist. Beiden verwoorden hun ideeën en argumenteren om de eigen visie en overtuiging duidelijk te maken. Let wel: elke leerling speelt zijn argumenten uit, maar het moet leuk blijven! Na het duo-spel volgt eventueel een verrijkend groepsgesprek waaraan iedereen mag deelnemen. Mogelijke rollen 1. Een biologische boer in gesprek met iemand die voor een gewoon kippenbedrijf kiest. 2. Bioboerin Isabelle tegenover iemand die ingenieur als beroep koos. 3. Een kip die leeft in een biobedrijf, met een andere kip in een gewoon bedrijf.
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 109
6
Biofruit en brood Doelen • inzien hoe op een milieuvriendelijke manier fruitziekten kunnen bestreden worden; • vernemen welke controlemechanismen er bestaan i.v.m. de aanmaak van bioproducten, c.q. brood; • uitspraken op hun juistheid kunnen beoordelen; • een synthese maken van een alinea middels het selecteren van een aangepaste titel.
2. Insectenetende vogels eten veel rupsen en luizen. Eén koolmeespaar met jongen eet circa 3 kg insecten per jaar. Nestkasten en een gevarieerde haag met nestgelegenheid evenals bloem- en besdragende struiken en bomen trekt hen aan. • De gebruikte middelen zijn van natuurlijke oorsprong, veilig en milieuvriendelijk. Synthetische bestrijdingsmiddelen zijn verboden in de biofruitteelt.
A BIOFRUITTEELT Gewasbescherming • Biologische fruittelers gaan op zoek naar fruitrassen die beter bestand zijn tegen fruitziekten. • Natuurlijke vijanden worden aangetrokken door het aanleggen van windschermen en houtwallen. Twee concrete voorbeelden: 1. De zwarte els is een boomsoort die zeer gevoelig is voor bladluizen. De luizen nestelen zich in de houtwal van zwarte els, en daar komen luisetende insecten (gaasvliegen, galmuggen…) op af. De luizen zijn soortspecifiek, m.a.w. ze zullen zich enkel vestigen op de zwarte els. De luisetende insecten niet, zodat zij ook de luizen die op de fruitbomen zitten mee zullen verorberen.
www.lessenpakket.be
Opdracht: als je de tekst aandachtig hebt gelezen, weet je welke zin het dichtst bij de waarheid staat. Onderstreep deze. • In de fruitteelt wordt een houtkant met zwarte els aangeplant om de gaasvlieg te bestrijden. • De gaasvlieg is een luisetend insect dat wordt ingezet bij de biologische bestrijding van bladluizen in de fruitteelt. • Het zijn de luisetende insecten die het gevaarlijkst zijn in de fruitteelt.
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 110
6
Biofruit en brood B BIOBROOD
5. Conclusie: . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opdracht: in onderstaande teksten ontbreekt telkens de titel. Lees eerst de tekst en noteer er dan de passende titel bij. Kies uit: • Controle van de maalderij • Het kan allemaal met bioproducten • Controle van de opslaginstallatie • Controle bij de bakkerij • Controle bij de landbouwer
Er is voldoende voedsel op onze wereldbol. Met biologische landbouw kunnen de geïndustrialiseerde landen hoogstwaarschijnlijk in hun eigen behoefte voorzien, weliswaar als we minder vlees verorberen. Daarnaast wijst onderzoek duidelijk uit dat in ontwikkelingslanden biologische landbouw hogere opbrengsten kan opleveren. Deze bevindingen worden expliciet onderschreven door de FAO, de ‘Food and Agriculture Organisation’ van de Verenigde Naties. Bang voor hongersnood hoeven we dus niet te zijn bij een resolute keuze voor biobedrijven en -hoeven.
Controles 1.. . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De controleur gaat na of de boer het graan teelt volgens de lastenboeken van de biologische landbouw. Zijn er geen chemische meststoffen of bestrijdingsmiddelen gebruikt? Is er biologisch zaad gebruikt? 2. . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De controleur onderzoekt of de silo’s gereinigd worden zonder chemische middelen en of er geen verwarring mogelijk is tussen de opslag van biologisch en van gewoon (gangbare) geteeld graan. 3. . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . In de maalderij moet het biologische graan duidelijk gescheiden zijn van het gangbare graan. De controleur gaat dit ter plaatse na. 4. . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De controleur bekijkt of andere ingrediënten, zoals margarine of rozijnen, biologisch zijn. Hij checkt of er geen scheikundige producten werden toegevoegd (= additieven) of genetisch gemanipuleerde ingrediënten werden gebruikt. Als de bakker aan alle eisen voldoet, krijgt hij een aantal ouweltjes (eetbare hostievormpjes die op het brood worden gebakken) met het Biogarantie®label. Het aantal ouweltjes wordt bepaald aan de hand van de hoeveelheid biologische bloem die de bakker aankocht bij de maalderij. www.lessenpakket.be
Bron: www.bioforum.be- biotheek
Onderstreep weer de zin die het dichtst bij de waarheid staat: • De biologische boer gebruikt biologisch zaaigoed en zo weinig mogelijk scheikundige bestrijdingsmiddelen. • De biologische boer gebruikt biologisch zaaigoed en biologische bestrijdingsmiddelen. • De biologische boer gebruikt biobestrijdingsmiddelen en een mengsel van biologisch en gewoon zaaigoed. Onderstreep weer de meest passende zin: Het aantal ouweltjes dat de biologische bakker mag aanbrengen op het brood... • wordt bepaald door het toevoegen van biologische ingrediënten zoals rozijnen en margarine. • is afhankelijk van het Biogarantie®label. • hangt af van de hoeveelheid biologische bloem die de bakker aankocht bij de maalderij. Tot slot: Behandel het thema biovoeding of een deelaspect ervan, met je klas. Info vind je onder meer op www.bioforum.be.
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 111
6
Een gezonde maaltijd samenstellen Doelen • inzien dat lokale groenten en fruit seizoensgebonden zijn; • voordelen van seizoensgebonden vruchten verwoorden; • aan de hand van een tabel een weekmenu opstellen met gezonde groenten en fruit. Werkwijze • organiseer een onderwijsleergesprek rond voor- en nadelen van lokale evenals seizoensgebonden producten: milieuvervuiling, smaak, kwaliteit, kostprijs,... De positieve aspecten halen het uiteraard op de minder positieve; • zie dit gesprek als een synthese van elementen die vroeger reeds aan de orde kwamen en bouw het bordschema genetisch op doorheen de les. • de kinderen interpreteren interactief onderstaande tabel om vervolgens de opdracht eronder individueel uit te voeren. • een afrondend gesprek kan verrijkend en verdiepend zijn. In deze tabel lees je per fruit- of groentesoort het hoogseizoen (x)en het middenseizoen (y). FRUIT
jan
feb
ma
Abrikoos
apr
mei juni y
Kers
juli
aug
sep
y
x
x
x
x
x
x
okt
nov
dec
Aardbei
y
x
x
x
Framboos
y
x
x
x
y
Perzik
x
x
x
y
Peer
y
x
x
x
x
x
y
y
x
x
x
x
x
x
Pruim
y
x
x
x
Druiven
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Appel
x
Aalbes
www.lessenpakket.be
x
x
y
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 112
6
Een gezonde maaltijd samenstellen GROENTEN
jan
feb
ma
apr
mei jun
juli
aug sep
y
x
x
x
y
x
y
y
y
y
y
y
x
x
y
y
y
y
x
x
x
x
x
x
x
Artisjok Asperge Aubergine Rode biet
y
y
Snijbiet
okt
nov dec
y
y
y
y
x
x
x
y
y
y
y
x
y
y
x
x
Broccoli
x
Wortel
y
Knolselderij
y
y
y
Witloof
x
x
y
Spruit
x
x
y
Bloemkool
y
y
y
y
y
y
y
y
x
y
y
y
Rode kool
y
y
y
y
y
y
y
y
x
y
y
y
y
x
x
y
y
x
x
y
y
y y
y
x
y
Spinazie
x
y
y x
y
Komkommer Courgette
x
y
y
x
x
y
x
y
y
y
y
y
x
x
Venkel Snijboon
y
y
x
x
x
x
y
Sla
y
y
x
x
x
x
y
Veldsla
x
y
Ajuin
y
Radijs Tomaat www.lessenpakket.be
y y
x
x
x
x y
y
x
x
x
x
y
x
x
x
x
x
y
x
x
x
x
x
y
x
y
y
y
y
x
x
y
y
Prei Aardappel
y
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 113
y
6
Een gezonde maaltijd samenstellen Vul hier een gezond weekmenu in. maand ................
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
www.lessenpakket.be
groenten
fruit
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
......................................
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 114
6
Frans Doelen • visuele situaties koppelen aan voorgedrukte (Franse) zinnetjes; • de betekenis van de uitspraken afleiden uit de context; • bij twijfel bronnen gebruiken. Opgave 1 Qu’est-ce-qu’il fait? Vul in met: du pain, du fromage, un gâteau, du vin, de l’eau, du lait, un saucisson, de la bière
Il mange . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . ..
Il boit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . .. . . .
Il boit.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . .
Il mange. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . .
Elle mange. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
Elle boit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . ...
Elle boit.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . ..
Elle mange. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . .
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 115
6
Frans 2 Qu’est-ce que les paysans vendent au marché? Noteer (in het Frans) bij de juiste prent wat elke verkoper roept. Schrijf je de Nederlandse vertaling op de lijntjes onder de prent? • • • •
Achète mes pommes de terre! De belles choux! Des fraises fraîches! Des oeux de ferme!
• • • •
Des pommes adorables! Venez goûter mes poires et mes prunes! Venez admirer mes carottes! Regardez mes poules!
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - zesde leerjaar - pagina 116
6