Zesde Leerjaar
6
www.lessenpakket.be
Boterhammen! Doelen • zelfstandig informatie rond brood verzamelen en selecteren; • de bekomen informatie op verschillende manieren verwerken; • via autocorrectie onmiddellijke feedback vernemen over de kennis van brood. Ze vullen onze brooddoos, belegd met kaas, vleeswaren...! Ze smaken, als we samen gezellig aan tafel zitten, als tussendoortje, zomaar uit de vuist! Zalig bij een picknick, bij een bord warme soep... Brood is dagelijkse kost voor ons. Doe de test: zelfstudie over brood voor zesdeklassers! De vragen niet zomaar afwerken: 1, 2, 3... Begin bij 1. Denk na en probeer een antwoord op te schrijven. Ga dan naar 5 om na te gaan of jouw antwoord kan en vind daar een nieuwe opgave. Los die opgave op en ga naar het nummer dat aangegeven wordt en ga zo steeds verder. Het is de bedoeling dat je, wat je eigenlijk al wist, nog eens gaat opfrissen. 1. Koop je brood bij de warme bakker! Wat betekent hier warm? ............................................... ............................................... ............................................... Controleer je antwoord in 4 2. Tot welke categorie van voedingsmiddelen behoort brood in de actieve voedingsdriehoek? ............................................... Deze voedingsmiddelen zijn afkomstig van graangewassen op het veld. Noem 5 graangewassen.
Weet je het even niet meer, zoek dan inspiratie bij het 7-granenbrood, enkele bladzijden verder (een broodmaaltijd als ontbijt) Van welk graan denk je, worden in ons land de meeste broden gemaakt?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ga naar 8. 3. Schrijf zelf een heldere, informatieve tekst over ‘de maalderij’ met volgende gegevens: • graantjes, vanuit de silo’s, wegen, zeven om zand en onkruid te verwijderen, wassen, drogen, borstelen en scheren (baardje), spuiten door dikke buizen • naar maalmachines = grote rollen die ronddraaien, de graantjes platdrukken en in zeer kleine deeltjes verbrokkelen = meel • soorten meel: meer of minder gemalen, gemengd • volkorenmeel: alle voedingsstoffen van de graankorrel • witte bloem: veel bestanddelen van de graankorrel eruit gezeefd • bruin brood bevat vezels voor een goede darmwerking en het bevat ook meer vitaminen en mineralen • vertel tot slot over brood dat jij lekker/voedzaam vindt 4. Ambachtelijke of warme bakkers bakken zelf het brood dat ze verkopen. Zij kneden het deeg, laten het rijzen en stoppen het in de oven. Soms leveren ze ook brood aan winkels in de buurt: koude bakkers. Brood dat je in het warenhuis koopt, komt meestal van industriële bakkerijen waar dagelijks machinaal heel veel broden en aanverwante producten worden gebakken. Noteer de vier basisingrediënten van brood. Kies uit bloem, boter, eieren, gist, melk, suiker, water, zout
• .............................................
• .............................................
• .............................................
• .............................................
• .............................................
• .............................................
• .............................................
• ............................................
• . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ga naar 7 om te kijken of je juist gekozen hebt. www.lessenpakket.be
brood - zesde leerjaar - pagina 93
6
Boterhammen! 5. Zo gaat de warme bakker te werk. Wanneer komt welke machine eraan te pas? Verbind. De bakker weegt bloem, water, zout en gist af. In de deegkuip worden deze ingrediënten in hoge snelheid gemengd en gekneed tot een rekbaar, elastisch deeg.
de bakoven de opbolmachine
Dat deeg moet even rusten en wordt dan verdeeld in porties van één brood. De deegballen worden opgebold.
de na-opbolmachine
De bakker laat ze rijzen bij 30 °C. Wanneer de bollen gerezen zijn, worden ze platgewalst en weer opgebold.
de meng- en kneedmachine
In een bakvorm gaan de deegbollen een tweede maal rijzen.
de rijskast
In de oven wordt het brood op 180 à 240 °C gebakken tot het na 35 à 45 minuten een mooie korst heeft. Na een tijdje afkoelen, prijkt het brood in de winkel.
de verdeelmachine
Dat lukt je! In ‘de rijskast’ komen 2 verbindingslijntjes aan! Ga naar 9.
7. Brood wordt gemaakt van bloem, water, gist en zout. 6. Hmm... Elk van deze vier basisingrediënten speelt een Brood is kerkel en chilt, heeft een techza muirk, een belangrijke rol. Vul in. gegdoule korst en blijft nalg sver. (Herschrijf de zin: de letters zijn door elkaar gehaspeld.) . . . . . . . . . . . . ziet eruit als poeder. Je kunt het zo ..................................................
wegblazen! Vermengd met . . . . . . . . . . . . . krijg je
.................................................
een mooie gladde deegbal. . . . . . . . . . . . . . . geeft
Ga naar 2 .
smaak aan het brood en houdt het langer vers. Als je . . . . . . . . . . . . . . . . . . . bij het brooddeeg voegt, gaan de gistcellen koolzuurgas produceren. Dit gas wil uit het deeg ontsnappen en
Brood is lekker en licht, heeft een zachte kruim, een goudgele korst en blijft lang vers. www.lessenpakket.be
doet het deeg rijzen. Lekker luchtig brood! Goed! Neem een kijkje bij de bakker in 5.
brood - zesde leerjaar - pagina 94
6
Boterhammen! 8. Tarwe-oogst Een maaidorser snijdt(1) de GRAANHALMEN(2) af, slaat(3) de GRAANKORRELS(4) uit de AREN(5) en scheidt(3) het koren van het KAF(6). Men voert de graantjes naar grote opslagplaatsen: SILO’S(7).
www.lessenpakket.be
brood - zesde leerjaar - pagina 95
6
Boterhammen! 9. Heel wat werk voor zo’n simpele boterham! Noteer de 6 ontbrekende werkwoorden van het bakproces: afwegen, ..............., ..............., ..............., ..............., Vul de tekening aan met volgende informatie. het jasje rond de graankorrel waar het graankorreltje begint te groeien van harde haren waarvan meel wordt gemaakt Onthoud: zemel is het vezelrijke deel van de graankorrel!
..............., platwalsen en weer opbollen, nog eens ..............., ..............., en afkoelen. Je kunt gaan spieken in 5. Over naar 6 nu!
Ga naar 3.
www.lessenpakket.be
brood - zesde leerjaar - pagina 96
6
Een broodmaaltijd als ontbijt Doelen • aan de hand van een logigram gezonde ontbijtvarianten samenstellen; • uit een schema afleiden, waaruit een gezond ontbijt bestaat; • verwoorden hoe je zelf ontbijt, dit ook vernemen van anderen en de uitspraken beoordelen in het kader van al dan niet gezond ontbijt. Goed geslapen? Start je dag met een lekker ontbijt! Je lichaam heeft meer dan 8 uren niets meer binnengekregen maar je hersenen, ademhaling, hart en spijsvertering hebben de hele nacht doorgewerkt. Daardoor zijn de energievoorraden in je lichaam sterk gedaald. Dringend bijtanken dus om in de voormiddag te kunnen presteren in de klas, om fit en goed gehumeurd te zijn. Brood is een uitstekende energieleverancier! Boterhammen leveren meervoudige koolhydraten die het lichaam traag verteert zodat je energieniveau lang op peil
blijft. Geen flauwte rond 11 uur, geen drang om te snoepen! Als toemaatje biedt brood je ook nuttige vezels, vitaminen en mineralen. In volkoren- en meergranenbrood zitten ook de kiem en de zemelen van het graan. Zemelen bevatten veel vezels. Vier jongeren nemen elk een ander goed ontbijt. Ze smeren hun boterhammen met een mespuntje minarine. Vandaag eens geen zoetigheden! Iedereen kiest, uit onderstaand rooster, van elke groep voedingsmiddelen één vakje. Hoe is alles verdeeld? Toon eet volkorenbrood maar geen appel. Vul het rooster in met + of - voor gegevens die zeker juist of onjuist zijn. (al gedaan!) Wanneer je iets zeker weet, kun je telkens de drie andere mogelijkheden uitsluiten. Omdat komkommer in het vakje van appel staat, eet Toon dus ook geen komkommer. Lien
Toon Daan
Bart
1. BROOD bruin brood: van lichtbruin tarwemeel met zemelen volkorenbrood: met de volledige graankorrel roggebrood: van roggemeel 7-granenbrood: tarwe, maïs, rijst, gerst, haver, rogge, gierst
-
+ -
-
-
2. VLEES, EI, MELKPRODUCTEN lichtgekookt ei, yoghurt jonge kaas, karnemelk gekookte ham, melk kalfsworst, plattekaas 3. FRUIT, GROENTEN peer, worteltje tomatensap, banaan appel, komkommer sinaasappelsap, radijsjes www.lessenpakket.be
-
brood - zesde leerjaar - pagina 97
6
Een broodmaaltijd als ontbijt Verwerk jij nu volgende gegevens. Een meisje eet plattekaas met radijsjes. Daan kiest voor meergranenbrood en enkel melkproducten. Iemand doopt staafjes roggebrood in een lichtgekookt eitje en drinkt sap. Oplossing 1
2
3
Lien Toon
volkorenbrood
Daan Bart
Kringgesprek • evaluatie van de ontbijtgewoonten thuis: wat en hoe eten jullie ‘s morgens, tijdens het weekend, met vakantie, ... • wat je wil ‘verbeteren’... bijvoorbeeld: aandacht voor een gezellige maaltijd samen, brood voor kwaliteitsenergie, ook fruit en een melkproduct, gezonde bruine broodsoorten, niet enkel zoet beleg, een croissant of chocolade broodje af en toe dat is lekker! Voedingsinfo voor de leerkracht: www.calcimus.be. Ik ontbijt. Jij toch ook? Bestel op de webwinkel van www.vlam.be gratis de folder: Maak dagelijks tijd voor een K(l)eurig ontbijt!
www.lessenpakket.be
Boterhammen beleggen: lekker, gezond, kleurig, kunstig, grappig • gebruik steeds twee boterhammen voor één laagje beleg • een dun laagje smeervet • jonge kaas, plattekaas, smeerkaas, ham, kalfsworst, kipfilet, omelet, roerei • sla, tomaat, radijsjes, komkommer, wortel, paprika, geraspte knolselder, een blaadje witloof, toefjes bloemkool, gehakte peterselie, olijven • appel, aardbeien, bessen, druiven, rozijnen, noten Versierwedstrijd en dan smullen maar!
brood - zesde leerjaar - pagina 98
6
Voedingsstoffen zitten in voedingsmiddelen Doelen
weefsels en spieren. Er zijn twee belangrijke soorten eiwitten: plantaardige (a) en dierlijke (b).
• een rooster over voedingsstoffen invullen door op te zoeken in de vorige lessenpakketten; • zich een beeld vormen van de verdeling van de voedingsstoffen in de voedingsmiddelen; • aan de hand van kruisende woorden, inzicht betonen in de aard van de voedingsstoffen.
5. Vitaminen: zijn nodig voor een goede werking van ons lichaam en helpen te voorkomen dat we ziek worden. Elk vitamine heeft haar eigen taak in het lichaam. Vitamine A bijvoorbeeld helpt ervoor zorgen dat onze ogen goed werken en vitamine B2 is belangrijk voor een gezonde huid.
Noodzakelijke voedingsstoffen zorgen ervoor dat ons lichaam niets tekort komt en we gezond blijven.
6. Mineralen: belangrijke bouw- en onderhoudsmaterialen. Calcium hebben we bijvoorbeeld nodig voor sterke botten, ijzer voor het zuurstoftransport in het bloed, magnesium voor een goede spierwerking, zink voor de smaakontwikkeling en jodium voor een goede werking van de schildklier.
1. Water: een mens bestaat voor ongeveer 60% uit water. Wat verloren gaat via plassen, zweten, ... moet voldoende worden aangevuld. Dranken leveren ons heel wat water, maar ook niet-vloeibare voedingsmiddelen brengen heel wat vocht aan.
7. Vezels: houden onze darmen gezond. Ze zorgen ervoor dat al het overbodige gemakkelijk ons lichaam kan verlaten als we op het toilet zitten.
2. Koolhydraten: zijn voedingsstoffen die je energie geven. Complexe koolhydraten (bijvoorbeeld zetmeel) zijn gezonde energieleveranciers. Ze houden je energieniveau lang op peil doordat ze traag worden opgenomen in het lichaam.
Aardappelen, groenten en fruit, zuivel, vlees, vis, eieren en brood zijn de voedingsmiddelen waarover we al veel hebben geleerd. Samen leveren ze ons een waaier aan voedingsstoffen. Kruis voor elk voedingsmiddel aan welke voedingsstof(fen) je er van nature vooral in terugvindt. Raadpleeg de lessenpakketten. Ter informatie: zowel in aardappelen als in groenten, fruit, zuivel, vlees, vis, eieren en brood is water aanwezig.
3. Vetten: energieleverende voedingsstoffen. Soms zijn ze zichtbaar, bijvoorbeeld zoals in olie en boter, maar soms zijn ze onzichtbaar, zoals in koekjes, roomijs, frieten en chips. 4. Eiwitten: zijn belangrijke bouwstoffen. Ze zorgen ervoor dat we groeien en onderhouden onze 1
2
3
4a
4b
5
6
7
aardappelen groenten en fruit zuivel vlees vis eieren brood www.lessenpakket.be
brood - zesde leerjaar - pagina 99
6
Voedingsstoffen zitten in voedingsmiddelen Kruisende woorden 1. de voornaamste energieleverende voedingsstoffen in brood en aardappelen 2. voedingsstoffen die onze spieren en weefsels in vorm houden en ons helpen om te groeien 3. voedingsstof die zich in ruim de helft van ons lichaam bevindt 4. groep van voedingsstoffen waartoe onder meer calcium en ijzer behoren 5. vezelrijk graanproduct dat we bij voorkeur tijdens twee maaltijden per dag eten 6. kleur van het soort brood dat meer vezels bevat dan wit brood 7. het vezelrijke deel van de graankorrel; je vindt het onder meer in volkorenbrood 8. knolgewas rijk aan vitamine C, vitamine B1 en vitamine B6 9. het sterkst vertegenwoordigde mineraal in aardappelen
10. voedingsmiddelen die ongeveer de helft van je bord zouden moeten innemen bij de warme maaltijd 11. hiervan eet je best 2 à 3 stuks per dag 12. heel veel verschillende stoffen werken samen om ons gezond te houden; eet dus niet altijd hetzelfde, maar zorg voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13. donkergroene bladgroente 14. het belangrijkste mineraal in zuivelproducten; belangrijk voor sterke botten 15. vitamine B12 is enkel aanwezig in . . . . . . . . . . . . . . producten 16. 17. 18. 19. de belangrijkste leveranciers van dierlijke eiwitten 20. . . . . . . . . . . . . . . . . vissoorten zijn rijk aan onverzadigde vetzuren die onder meer zorgen voor een goede werking van de cellen en de organen en bijdragen tot de ontwikkeling van de hersenen
2
Vul in. Let wel: de ij schrijf je in één hokje.
9
17 3 7
15
5
8 12
18 10
19 16
1 13
20 14 6 4
11
www.lessenpakket.be
brood - zesde leerjaar - pagina 100
6
Au boulanger Doelen • de aangereikte woordenschat in een microconversatie gebruiken; • in het Frans een eenvoudige vraag beantwoorden; • genieten van het dramatiseren als actieve speler en als toeschouwer. Lees enkele keren volgende tekst. Kies een rol en oefen de zinnen in door ze hardop om beurten te lezen. Speel de situatie en gebruik daarbij de ingeoefende zinnen. Zorg voor variatie in het woordgebruik: onderstaande woordenlijst kan je helpen! Bonjour, je peux vous aider? Goeiedag, kan ik u helpen? Bonjour madame, un pain rond s’il vous plaît. Goeiedag mevrouw, een rond brood a.u.b. Un pain blanc ou un pain complet? Een wit of een volkorenbrood? Un pain blanc s’il vous plaît. Een wit brood a.u.b. Il ne faut pas couper. U moet het niet snijden. Voilà monsieur. A.u.b. meneer. Encore dix pistolets s’il vous plaît. Nog tien broodjes a.u.b. Et voilà, encore quelque chose? Ziehier, nog iets anders? Non merci. Neen bedankt. Ça fait six euros et vingts cents. Dat is zes euro en twintig cent. Voilà sept euros. Hier is zeven euro.
Woordenlijst un boulanger une boulangerie une baguette un petit pain long un pain aux raisins un pain aux noix une tartine un pain d’épices un petit gateau une tarte
een bakker een bakkerswinkel een stokbrood een lang broodje een rozijnenbrood een notenbrood een boterham een peperkoek een gebakje een taart
Denk ook aan Franse woorden, i.v.m. bakkerij, die wij in het Nederlands gewoon hebben overgenomen zoals croissant, éclair...
Merci monsieur, et encore quatre-vingts cents. Dank u meneer, en nog tachtig cent terug. A demain madame! Tot morgen mevrouw! Au revoir! Tot kijk! www.lessenpakket.be
brood - zesde leerjaar - pagina 101
6
Zoveel! Bekijk de tekeningen en reken uit!
www.lessenpakket.be
brood - zesde leerjaar - pagina 102
6