OVERGANGSNORMEN EN SLAAG-/ZAKREGELING LOCATIE VEENSEWEG
Akkoord Directie: 11 september 2013 Akkoord MR: 25 september 2013
A
Overgangsnormen
1.
Inleiding
Bij de overgang van leerlingen zijn er algemene regels en regels die afhankelijk zijn van klas, leerjaar of schooltype. 1. Een leerling die aan de overgangsnormen voldoet, wordt bevorderd. 2. Een leerling die niet aan die normen voldoet, is ofwel bespreekgeval ofwel hij doubleert. 3. De docentenvergadering kan besluiten een leerling te bevorderen met een taak. Een taak kan worden opgedragen als voorwaarde voor bevordering of als stimulerend studieadvies. 4. Doubleren op hetzelfde schooltype is niet mogelijk a als de leerling de vorige klas ook gedoubleerd heeft; b. als de leerling voor de tweede keer in dezelfde klas doubleert. 5. Een leerling die niet wordt bevorderd en vervolgens lessen volgt in dezelfde jaarlaag van een andere leerweg of schooltype, mag daar niet doubleren, tenzij er zich bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan, buiten de macht van de leerling. 6. Na de laatste rapportvergadering aan het eind van het schooljaar kan, op grond van tot dan toe onbekende gegevens, een leerling opnieuw in bespreking gebracht worden in een zogenaamde ‘revisievergadering’. (zie procedure revisievergadering). 7. De docentenvergadering onder leiding van de betreffende afdelingsleider neemt de uiteindelijke beslissing over de bevordering. 8. De overgangsbeslissingen worden gebaseerd op hele cijfers. Deze komen tot stand door middeling van alle cijfers van alle toetsen van het gehele schooljaar (voortschrijdend gemiddelde).
Overgangsnormen Veenseweg
juni 2013 1
2.
Uitgangspunten overgangsnormen onderbouw
a.
Bij de determinatie en bevordering in de onderbouw zijn de prestaties van leerlingen (zichtbaar in behaalde cijfers) een belangrijk criterium. Ook factoren als werkhouding, motivatie en inzicht spelen een belangrijke rol.
b.
Op het eindrapport in klas 1 en 2 worden geen cijfers lager dan 4 gegeven. Valt het gemiddelde voor een vak lager uit dan een 4 dan wordt er een 4* gegeven.
c.
Leerlingen die met een gemengd advies (HT- of VH-) uit de brugklas naar klas 2 bevorderd zijn (2H of 2V), maken in de loop van het tweede leerjaar een CITO-toets. Doel hiervan is een beter zicht op de leerling te krijgen i.v.m. de determinatie.
d.
De vakken in de onderbouw (klas 1, 2) worden in twee groepen gedeeld.
Groep 1 bevat de vakken waarvoor een CE (centraal eindexamen) wordt afgenomen - alfavakken o.a. de talen - de bètavakken o.a. natuurkunde, scheikunde, biologie en wiskunde - de gammavakken o.a. economie, geschiedenis en aardrijkskunde - het examenvak tekenen Groep 2 bevat de - expressievakken: o.a. handvaardigheid, muziek en lichamelijke opvoeding - mens en maatschappijvakken: o.a. levensbeschouwing, techniek en klassieke culturele vorming - de p-tijd De twee groepen vakken hebben een verschillend gewicht bij het bepalen van de overgang naar een hoger leerjaar (bevordering) en de bepaling van het schooltype waarnaar bevorderd wordt (determinatie). Aan de vakken van groep 1 wordt meer gewicht gegeven gezien hun grotere voorspellende waarde voor het functioneren van leerlingen in een onderwijstype of hoger leerjaar. De cijfers van de vakken van groep 1 worden bij elkaar opgeteld en leveren een puntentotaal op. Voor bevordering is een minimaal aantal punten vereist. Onvoldoende cijfers in groep 1 tellen als tekorten. In de leerjaren 1 en 2 geldt een 5 in groep 1 als 1 tekort, een 4 als 2 tekorten. En voor klas 3 een 5 in groep 1 als 1 tekort, een 4 als 2 tekorten, een 3 als 3 tekorten, een 2 als 4 tekorten en een 1 als 5 tekorten. Voor bevordering is het aantal tekorten aan een maximum gebonden. Cijfers in groep 2 hebben invloed op het puntentotaal van groep 1: een 5 vermindert het puntentotaal met 1 punt, een 4 met 2 punten. In klas 3: een 3 met 3 en een 2 met 4 punten en een 1 met 5 punten. Onvoldoende cijfers in groep 2 tellen niet als tekorten. Volgens onderstaand schema komen de beslissingen tot stand: Bevorderd
Bespreekzone
Niet bevorderd
Volgorde van bespreking:
Volgorde van bespreking:
1 bevorderd naar volgende klas zelfde schooltype
1 doubleren in hetzelfde schooltype
2 doubleren in zelfde schooltype
2 bevorderd naar volgende klas lager schooltype
3 bevorderd naar volgende klas lager schooltype
3 doubleren in hetzelfde leerjaar lager schooltype
Overgangsnormen Veenseweg
juni 2013 2
3.
Overgangsnormen leerjaar 1-leerjaar 2
Vakken groep 1: ne, en, fa, gs, ak, bi, wi, te Vakken groep 2: mu, hv, tn, kcv, lbs, lo, p-tijd In de VH-klassen wordt voor de vakken van groep 1 m.u.v. tekenen op elk van de twee niveaus van de betreffende brugklas een cijfer gegeven. In de HT-klassen worden alleen cijfers op H-niveau gegeven. De V-klassen krijgen cijfers op V-niveau. Voor de vakken van groep 2 wordt in alle typen brugklas één cijfer (op één niveau) gegeven. Overgangsnormen brugklas Bevorderd:
48 punten of meer en géén tekorten
Niet bevorderd:
44 punten of minder of meer dan 3 tekorten
Bespreking:
45, 46, 47 punten of 1 t/m 3 tekorten
Bij de overgangsbeslissing wordt eerst bevordering naar het hoogste niveau beoordeeld. Is op basis van de cijfers bevordering hierheen niet mogelijk, dan wordt bevordering naar het lagere niveau besproken. In beginsel wordt de leerling niet meer dan één schooltype lager geplaatst. In beginsel wordt er in de brugklas niet gedoubleerd. Alleen in bijzondere omstandigheden (en wanneer het naar de inschatting van de docentenvergadering nadrukkelijk in het belang is van de leerling) wordt van deze principe-uitspraak afgeweken. Leerlingen worden na de brugklas zoveel mogelijk gericht bevorderd. De school spreekt zich eenduidig uit over het schooltype waar de leerling zijn weg kan vervolgen. Is er nog twijfel, dan geeft de school een gemengde niveau-inschatting, bv. TH of HV. De leerling heeft bij een gemengd advies het recht zelf te kiezen uit de mogelijke onderwijstypen die in de niveau-inschatting zijn genoemd. Kiest de leerling voor het hoogste niveau, dan mag hij niet doubleren.
Overgangsnormen Veenseweg
juni 2013 3
4.
Overgangsnormen leerjaar 2 – leerjaar 3
Vakken groep 1: ne, en, du, fa, (la, gr), gs, ak, wi, nask, te Vakken groep 2: mu, lo, tn, lbs, p-tijd
Overgangsnormen 2 gymnasium
Overgangsnormen 2 atheneum/2 havo
Bevorderd:
66 punten (of meer) en niet meer dan 3 tekorten
Bevorderd:
54 punten (of meer) en niet meer dan 2 tekorten
Niet bevorderd:
63 punten (of minder) of 5 tekorten
Niet bevorderd:
51 punten (of minder) of 4 tekorten
Bespreking:
64, 65 punten of 4 tekorten
Bespreking:
52, 53 punten of 3 tekorten
Wanneer een leerling niet bevorderd kan worden van 2 naar 3 gymnasium bestaat de mogelijkheid de cijfers voor de klassieke talen buiten beschouwing te laten en te bevorderen naar 3 atheneum (mits de totaalscore toereikend is).
Overgangsnormen Veenseweg
juni 2013 4
5.
Overgangsnormen leerjaar 3 - leerjaar 4
Vakken groep 1: ne, en, du, fa, (la, gr), gs, ec, ak, bi, wi, na, sk, te Vakken groep 2: mu, lo, lbs, p-tijd De overgangsbeslissing van leerjaar 3 naar leerjaar 4 wordt niet beïnvloed door de vakken- en profielkeuze in de Tweede Fase. Leerlingen die meer dan één tekort hebben in de kernvakken (ne, en, wi) en op grond van de norm bevorderd zijn, krijgen van de overgangsvergadering een advies over hun vervolgtraject. Overgangsnormen 3 gymnasium
Overgangsnormen 3 atheneum/havo
Bevorderd:
83 punten (of meer) en niet meer dan 3 tekorten
Bevorderd:
71 punten (of meer) en niet meer dan 3 tekorten
Niet bevorderd:
82 punten (of minder) of 5 tekorten
Niet bevorderd:
70 punten (of minder) of 5 tekorten
Bespreking:
4 tekorten
Bespreking:
4 tekorten
Wanneer een leerling niet bevorderd kan worden van 3 naar 4 gymnasium bestaat de mogelijkheid de cijfers voor de klassieke talen buiten beschouwing te laten en te bevorderen naar 4 atheneum (mits de totaalscore toereikend is). Besluitvorming met betrekking tot profielkeuze Na bevordering wordt de profiel-, pakketkeuze beoordeeld; hierover doet de overgangsvergadering op basis van de bevindingen van de profielvakdocenten een dringende uitspraak. Profielvakdocenten geven hun beoordeling/advies weer in een van de volgende bewoordingen: Voldoende: De leerling beschikt over voldoende kennis en vaardigheden om het vak in de Tweede Fase succesvol te volgen en af te ronden. Twijfel: Er is twijfel of de leerling over voldoende kennis en vaardigheden beschikt om het vak in de Tweede Fase succesvol te volgen en af te ronden. Onvoldoende: De leerling beschikt niet over voldoende kennis en vaardigheden om het vak in de Tweede Fase succesvol te volgen en af te ronden. Bij deze beoordeling spelen prestaties, inzicht, werkhouding, leerstijl van de leerling een rol en ook de opbouw van het vak (doorlopende leerlijn). Leerlingen met een positief advies voor de gekozen vakken hebben de mogelijkheid uiterlijk in december van het vierde leerjaar van profiel en/of vakken te wisselen. Tenslotte: het is leerlingen toegestaan (en de school wil dat in beginsel ook stimuleren) een extra vak te kiezen wanneer hij hiervoor een voldoende scoorde. De overgangsvergadering beslist over deze keuze (en ook wanneer het een vak betreft dat niet in de onderbouw werd aangeboden). Hierbij zij ook nog opgemerkt dat niet gegarandeerd kan worden dat de leerling alle lessen van het gekozen extra vak kan volgen (in verband met het lesrooster).
Overgangsnormen Veenseweg
juni 2013 5
6.
Overgangsnormen Tweede Fase
De overgangsnormen in de Tweede Fase zijn (analoog aan de situatie vóór de herziening) gebaseerd op de slaag-/zakregeling. Vakken die deel uitmaken van het combinatiecijfer bij het examen worden in de niet examenklassen ook als één cijfer meegeteld.
Overgangsregeling 4 havo, 4 vwo en 5 vwo Uitgangspunten bij de overgangsregeling zijn de volgende: Maximaal 3 onvoldoendes waarvan geen cijfer lager dan 4 (het cijfer 3 betekent per definitie niet bevorderd) Het cijfer 5 levert één tekort op en een 4 twee tekorten. - Compenseren is mogelijk: het cijfer 7 levert één compensatiepunt, het cijfer 8 twee etc. Leerlingen uit de voorexamenklassen die meer dan één tekort hebben in de kernvakken (ne, en, wi) komen altijd in bespreking. leerlingen uit vier havo/vwo en vijf vwo die meer dan één tekort hebben in de kernvakken (ne, en, wi) en op grond van de norm bevorderd zijn, krijgen van de overgangsvergadering een advies over hun vervolgtraject.
Aantal compensatiepunten
0
1
2
3
4
Aantal tekorten 1
bevorderd
bevorderd
bevorderd
bevorderd
bevorderd
2
bespreking
bespreking
bevorderd
bevorderd
bevorderd
3
niet bevorderd
niet bevorderd
bespreking
bevorderd
bevorderd
4
niet bevorderd
niet bevorderd
niet bevorderd
bespreking
bespreking
5
niet bevorderd
niet bevorderd
niet bevorderd
niet bevorderd
niet bevorderd
Overgangsnormen Veenseweg
juni 2013 6
B
Slaag-/zakregeling
De slaag-/zakregeling schooljaar 2013-2014 Allereerst gelden de volgende eisen: Het gemiddelde van de bij het centraal schriftelijk examen behaalde onafgeronde cijfers moet onafgerond een 5,5 of hoger zijn. Voldoet de kandidaat hier niet aan dan is de kandidaat per definitie gezakt. Bovendien geldt dat voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal één vijf behaald mag worden. Kandidaten met meer dan één tekort in deze vakken zijn per definitie gezakt. Daarna gelden de volgende uitgangspunten voor de eindcijfers bij de slaag-/zakregeling, waarbij rekening wordt gehouden met het combinatiecijfer en niet met de cijfers van de daarvan deel uitmakende vakken: Maximaal 2 onvoldoendes waarvan geen cijfer lager dan 4 (het cijfer 3 betekent per definitie afgewezen). Het cijfer 5 levert één tekort op en een 4 twee tekorten. Compenseren is mogelijk: het cijfer 7 levert één compensatiepunt, het cijfer 8 twee etc.
Aantal compensatiepunten
0
1
2
3
Aantal tekorten 1
geslaagd
geslaagd
geslaagd
geslaagd
2
afgewezen
afgewezen
geslaagd
geslaagd
3
afgewezen
afgewezen
afgewezen
geslaagd
4
afgewezen
afgewezen
afgewezen
afgewezen
Overgangsnormen Veenseweg
juni 2013 7