Workshop papierloos werken.
Ricoh was dit jaar voor de derde keer als Partner verbonden aan het UNICEF Open tennistoernooi, dat plaatsvond van 17 tot 23 juni in Rosmalen. Tijdens UNICEF Open wordt de professionele tennissport gekoppeld aan wereldwijde hulpprogramma’s voor kinderen. Ricoh organiseerde op 21 juni een workshop rond het thema ‘Papierloos Werken’. Guido Smeets, client manager overheid bij Ricoh Nederland, treedt op als gastheer en nodigt de deelnemers uit tot een levendige discussie. Ricoh ontplooit verschillende initiatieven, en levert oplossingen, rond slim documenten-beheer, het digitaal ontsluiten van bedrijfsinformatie en advisering rondom het invoeren van Het Nieuwe Werken (HNW). Het bedrijf claimt daarbij allerminst de wijsheid in pacht te hebben. Het doel van de workshop was dan ook om te leren van de deelnemers. Hun kennis, informatie, ervaring en meningen rond papierloos werken helpt niet alleen Ricoh, maar ook zijn klanten, om de best mogelijke aanpak en oplossingen te bieden. “Ricoh wil met deze workshop inzicht verkrijgen waarmee het de argumenten voor papierloos werken nog beter voor het voetlicht kan krijgen,” zegt Smeets. “We vragen de deelnemers met ons de dialoog over dit onderwerp te voeren. Zo kunnen we het samen vorm geven. Want noch leveranciers, noch klanten kunnen eenzijdig de beste concepten bedenken.”
Het Nieuwe Werken en Bring Your Own Device Smeets zet uiteen dat plaats- en tijdonafhankelijk kunnen werken, vanaf iedere plek waar internet beschikbaar is, tegenwoordig Het Nieuwe Werken heet. “Een trend die daaruit voort komt is dat werknemers steeds meer zaken regelen en uitvoeren met hun smartphone of tablet. De desktopcomputer zit vandaag de dag in de jaszak of handtas. Mensen willen echter liever niet met twee mobiele apparaten werken: een voor privégebruik en een voor zakelijk gebruik. Zij geven de voorkeur aan één smartphone of tablet, en kopen deze vaak zelf als consument.”
Werkgevers willen hen hierin tegemoet komen, vertelt Smeets. “Als werknemers namelijk verplicht worden een zakelijk toestel te gebruiken, vinden zij manieren om dat beleid te omzeilen.” Dat brengt veel risico’s met zich mee voor de beveiliging en de integriteit van bedrijfsgegevens en -systemen. En dus voor het naleven van wet- en regelgeving en wettelijke richtlijnen voor goed bestuur. Daarom hanteren veel bedrijven een zogenoemd Bring Your Own Device (Kies je eigen toestel, BYOD)-beleid. Er zijn echter nog weinig bedrijven die werkelijke interactie tussen deze mobiele apparaten en de bedrijfssystemen bieden. De uitdaging ligt in een infrastructuur die informatievoorziening en -beveiliging van en naar mobiele apparaten mogelijk maakt. Het vraagt bovendien om maatregelen die verder gaan dan techniek alleen. De medewerkers moeten zich houden aan gedragscodes en gebruikersbeleid. Anders blijft BYOD een risico voor de integriteit van de gegevens. “Regels zorgen altijd voor weerstand,” aldus Smeets. “Dat is een bedreiging voor een succesvolle implementatie van papierloos werken.
Business Case Politie RotterdamRijnmond Een organisatie die al een grote stap naar papierloos werken wist te maken is de Politie RotterdamRijnmond. Willem Pottuit, projectleider ICT van het korps, zag de voordelen die papierloos en mobiel werken brengen. “Niet alleen om kosten te besparen en informatie van papier en uit archieven toegankelijk te maken. Maar ook om de efficiëntie en effectiviteit van het korps te vergroten.” “Agenten op straat werken sneller, en boetes kunnen direct nadat zij zijn uitgeschreven door de bedrijfssystemen verwerkt worden. De meeste medewerkers gebruiken al smartphones en tablets voor vergaderingen, agendabeheer en communicatie. Het zou dus vrij eenvoudig moeten zijn om deze apparaten
ook als mobiele computer te gebruiken. Dan kan men al het werk, in ons geval ook het uitschrijven van bonnen, verrichten via een beveiligde koppeling met het bedrijfsnetwerk. De vraag is vervolgens hoe we dit handig konden inpassen in de organisatie.” De logische aanpak is om deze oplossing aan te kaarten bij de verantwoordelijken voor de ICT-omgeving en voor de communicatie naar de medewerkers. Dit zijn respectievelijk de chief information officer (CIO) en chief marketing officer (CMO). “Zij zijn echter voornamelijk bezig met het hier en nu,” zegt Pottuit. “Zij worstelen met vraagstukken die op dit moment spelen en die om een directe oplossing vragen. Over het algemeen hebben zij weinig tijd en aandacht voor de dingen die nog moeten komen. Dat houdt innovatie tegen.” Dat is in Pottuits optiek teleurstellend. “Het vernieuwen van bedrijfsprocessen is voor iedere organisatie bepalend voor de winst en de slagkracht, maar ook voor het imago. Dat geldt ook in andere segmenten, zoals de zorgsector. Als een dossier digitaal keurig bijgehouden en gepresenteerd wordt, wekt dat meer vertrouwen voor patiënten. Dat staat nog los van hoe fijn dat voor de medewerkers is. Het gaat er dus niet om een oplossing te creëren voor een specifiek probleem, maar om het creëren van randvoorwaarden waardoor het bedrijf zich optimaal en kosteneffectief kan ontwikkelen.”
kunnen bijvoorbeeld ook faxen, dus we hebben meteen alle bestaande faxen vervangen. Dat bespaart veel geld in hardwarekosten en -onderhoud. Maar een MFP kan ook de gegevens uit een document scannen en digitaliseren. En deze versleuteld opslaan op de harde schijf van de MFP, of versturen naar een e-mailaccount of een bedrijfs- of opslagsysteem.” De MFPs kunnen echter niet alleen papieren documenten digitaliseren. Dankzij de HotSpot Printingdienst van Ricoh kunnen zij ook een verbinding maken met smartphones of tablets. “Bijvoorbeeld om vanaf het mobiele apparaat een printopdracht te geven aan de MFPs,” zegt Pottuit. “Net zoals voor papieren documenten geldt, kan die ‘printopdracht’ echter ook zijn om de gegevens te versturen. Dit gebeurt via een draadloze verbinding, maar vereist dat de medewerker zeer dicht bij de MFP staat. Bovendien moet de medewerker zich bij de HotSpot Printingdienst aanmelden. Er is dus een dubbele beveiliging: de medewerker moet geautoriseerd zijn om toegang te krijgen tot de ruimte waar de MFP staat en om toegang te krijgen tot het bedrijfsnetwerk.” Met deze oplossing hoefde de ICT-afdeling de bestaande omgeving niet drastisch aan te passen, vervolgt Pottuit. “De CIO en de eindgebruikers zien vanzelf dat er veel minder papier verbruikt wordt. En dat gegevensverwerking efficiënter wordt. Dankzij de MFPs van Ricoh kon het korps dit jaar al direct de kosten voor tien miljoen papieren kopieën besparen. Dat valt op. Dan creëer je ruimte voor discussies en heb je overtuigende en onderbouwde argumenten. Zo krijg je iedereen warm voor het veranderingsproces.”
Dat kan bereikt worden door anders te kijken naar het probleem. Pottuit: “Dit betekent dat innovatie plaats moet vinden, zonder dat de CIO, CMO of de eindgebruikers hiermee belast worden. Dat kan wanneer de bestaande systemen zo min mogelijk aangepast worden.”
Presentatie Alex Hoosemans
Pottuit zag zijn kans schoon toen de noodzaak ontstond om verouderde printers te vervangen. “We kozen ervoor om meteen te kijken naar de functionaliteit. Ricoh leverde multifunctional printers (MFPs) die veel meer kunnen dan printen alleen. Ze
Na de presentatie van Willem Pottuit nodigt Alex Hoosemans, senior business consultant van Ricoh Business Solutions, de deelnemers uit tot een discussie over papierloos werken. Volgens Hoosemans betekent papierloos werken het digitaal ontsluiten en toevoegen van informatie. “Mensen willen dat en doen dat op
eigen houtje als de organisatie dat niet snel mogelijk maakt. Bedrijven moeten daarop inspelen.” Er is een aantal trends dat papierloos werken stimuleert, weet Hoosemans. De eerste daarvan is de grote toename van tablets binnen organisaties. “Er zijn nu al 3 miljoen tabletgebruikers in Nederland en dat zal alleen maar toenemen. Dat is niet vreemd want deze apparaten bieden een groot gebruiksgemak en zijn uiterst mobiel. Er zijn veel handige toepassingen dankzij allerlei slimme Apps. Het werken met tablets is goed voor het milieu en het budget doordat het papier bespaart. De verwachting is daarom dat in 2015 circa 50% van alle pc’s een tablet is.” Hoosemans legt de volgende stelling aan de deelnemers voor: is papierloos werken gelijk aan digitaal werken? De meerderheid van de deelnemers is het daarmee eens. Degenen die het er niet mee eens zijn, menen dat bijvoorbeeld mondeling overleg ook papierloos werken is. Bovendien staat digitaal werken niet voor iedereen gelijk aan papierloos werken. “We doen al heel veel dingen digitaal,” zegt een deelnemer. “Maar bijna iedereen neemt nog notities met kladblok.” Bij sommigen gebeurt nog bijna alles handmatig.”Het leerlingendossier is bij ons gewoon een papieren map,” zegt een deelnemer. “Dat komt vooral doordat de medewerkers dat van oudsher gewend zijn. Bovendien is er geen handig digitaal systeem beschikbaar voor leerlingendossiers. Dat zou er eerst moeten zijn, voordat men wil wennen aan digitale dossiers. Anders is de aversie enorm groot. Mensen die overtuigd zijn dat hun manier van werken goed is, krijg je alleen mee als ze op precies dezelfde manier kunnen blijven werken, maar dan digitaal in plaats van met pen en papier.” “Om papierloos werken gelijk te stellen aan digitaal werken is het dus belangrijk het gebruiksgemak te verkopen aan de eindgebruiker,” concludeert Hoosemans. Vervolgens poneert hij zijn tweede stelling: Paperless of Less Paper? Met andere woorden: gaan we naar absoluut papierloos werken of een omgeving
waarin minder papier wordt gebruikt? De meeste deelnemers kiezen voor de optie Less Paper. Bij één deelnemer is papierloos echter het streven. “Door vast te houden aan Less Paper wordt het nooit echt papierloos. Bij ons is dat de ambitie en de basis van onze keuzes voor de toekomst. We gaan er in fases naar toe, maar houden dat einddoel altijd in zicht.” Volgens een andere deelnemer zal volledig papierloos nooit mogelijk zijn omdat bijvoorbeeld wet- en regelgeving vereist dat sommige zaken op papier gezet worden. “Er zijn dus ook externe factoren die de wens om papierloos te zijn beïnvloeden.” Volgens Willem Pottuit van de Politie Rotterdam-Rijnmond zullen kantoren nooit 100% papierloos zijn. “Het is voor ieder bedrijf maatwerk om mogelijk te maken wat er kan. Daarbij is vooral belangrijk om vast te stellen in hoeverre de eigen medewerkers er klaar voor zijn. Als men zelf mee kan, in het eigen tempo en met datgene wat men handig vindt, werkt het. Vaak is dat een kwestie van eerst zien en dan geloven.” Hoosemans stelt vast dat het streven voor velen Paperless is, maar dat de weg daar naartoe in praktijk via Less Paper loopt. “Er is ook niets mis met papier, er is iets mis met veel papier.” Waarom zou een organisatie überhaupt alles digitaal willen doen? “We horen dan veel kreten,” zegt Hoosemans. “BYOD, efficiëntie, ondersteuning voor de kenniswerker, HNW, vanwege audit trails, etc. Deze kreten draaien allemaal om de wens om altijd en overal bij informatie te kunnen, of het nu gaat om het toevoegen of ophalen van gegevens. Men wil informatie sneller beschikbaar hebben en beter kunnen vinden. Dat is lastig in een wereld die nog draait om fysieke documenten.” Volgens Hoosemans is de introductie van papierloos werken sterk afhankelijk van het ‘volwassenheidsniveau’ waarop een organisatie zich bevindt. “Op niveau 0 vinden we organisaties die helemaal geen digitaal archief hebben. Alle gegevens worden fysiek vastgelegd en her en der beheerd. Er zijn geen afspraken voor centrale borging.
Volwassenheid Informatie Logistiek
Niveau 4
Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1
Niveau 0
Volledige integratie van data en systemen Integratie van plaatsen/zoeken en vinden Digitale informatie uitwisseling Plaats, tijd en device onafhankelijk informatie beheren Digitaal archief op ieder moment Gebruik van rollen en volledige workflow Halen en brengen van informatie Role based devices beleid Samenwerken en delen van informatie Workflow en collaboration ingericht Halen van informatie is mogelijk ten alle tijde Digitaal archivering einde proces Analoog naar digitaal Digitaal zoeken en ontsluiten Inrichting en gebruik vastgelegd Geen digitaal archief Fysieke papierstromen Archiefmappen Geen afspraken gemaakt voor centrale borging
Strategische waarde
Op niveau 1 hebben organisaties wel een digitaal archief dat alle bronnen samenbrengt in digitale omgeving. Zij hebben de stap gemaakt van analoge naar digitale documentenstromen. Daar eindigt het proces echter. Er zijn nog geen maatregelen om de digitale gegevens te ontsluiten en doorzoekbaar te maken. Ook de toegangs- en gebruiksrechten zijn nog niet ingericht. Bij organisaties op niveau 2 is dat wel het geval, zij het beperkt. Er zijn mogelijkheden om samen aan documenten te werken en deze te delen. De digitale informatie wordt interactief. Niveau 3 gaat daarin een stap verder en regelt de gebruikersrechten voor het halen en brengen van informatie op basis van rollen. Op niveau 4 vinden we de organisaties die beschikken over een volledige integratie van data en systemen. Het toevoegen, zoeken en vinden en beheren van digitale informatie is binnen alle systemen en processen mogelijk, onafhankelijk van tijd, plaats of apparaat.” Wat zet bedrijven aan om zich van niveau 0 op te werken? Hoosemans: “Meestal is er een ‘compelling event’, iets wat organisaties dwingt eens na te gaan
denken over digitalisering. Bezuiniging kan die motivatie zijn, of wet- en regelgeving. Het kan de wens zijn vanuit de organisatie of een maatschappelijke ontwikkeling. Dat zal bij iedere organisatie anders zijn. Tenslotte gaat niemand er tijd, aandacht en geld aan besteden als men de directe voordelen er niet van ziet.” Pottuit: “Daarom is het belangrijk de directe voordelen te tonen, zelfs als je zelf veel grotere voordelen ziet op de lange termijn. Bezuinigingen kunnen de motivatie zijn, maar door de dingen anders te gaan doen, kun je veel meer besparen. Daarom is handiger om vernieuwingen via de zijlijn op gang te brengen en te laten zien welke kansen er dan ontstaan.” Is de aanvliegroute dan om te starten met papierloos werken waar de meeste winst te halen is? “Laat de oplossing zichzelf verkopen,” zegt Hoosemans. “De oplossing lijkt om iedereen gewoon een tablet te geven. Vaak blijkt dan echter dat de tablet een vergrootglas is die een al bestaand probleem extra onder de aandacht brengt. Men kan er nog steeds
niks meer mee dan voorheen in een fysieke omgeving.” De meeste deelnemers beamen dit. “Indien je tablets uitdeelt zonder enige uitleg of nuttige toepassing, is het niet meer dan een hebbedingetje,” zegt een deelnemer. “Er kan zoveel met een tablet, maar als men niet weet wat dat is, kan het tegen je werken. Het is dus belangrijk eerst bewustzijn te creëren over nut en noodzaak.” Toch zien verschillende deelnemers dat een tablet HNW wel degelijk aan kan jagen. “Medewerkers willen aanvankelijk alleen maar mee in Het Nieuwe Werken omdat zij dan een tablet krijgen,” zegt een deelnemer. “Ze gebruiken het apparaat in eerste instantie niet anders dan een desktopcomputer. Ze werken met e-mail, zoekmachines en surfen ermee op internet. Dan blijkt al snel dat ze de tablet ook kunnen gebruiken als vervanging van papier tijdens vergaderingen en presentaties. Dat maakt hen ontvankelijk om nog een stap verder te gaan en werkelijk papierloos te werken.” Een andere deelnemer ziet hier nog wel wat hobbels op de weg. “Voor veel mensen gaat dat niet automatisch. Je moet dus uitleggen wat er allemaal kan en dat ze de tablet voortaan bij zich moeten hebben.” “Het gaat om het veranderen van het gedrag,” vult een andere deelnemer aan. “Anders maakt een apparaat geen verschil. Verbetering is kwestie van gedragsverandering.” Toch is het middel net zo belangrijk als communicatie om die verandering te bewerkstelligen, meent een deelnemer. “Wanneer men eenmaal met een tablet werkt, vinden mensen opties die nog niet ontdekt waren. Ze komen met oplossingen die nog niemand had bedacht. Zo kunnen er heel verrassende toepassingen voortkomen vanuit de gebruikers zelf. En niets stimuleert verandering zo goed als oplossingen die men zelf vindt.” Wanneer medewerkers zich HNW spelenderwijs eigen kunnen maken, groeit het draagvlak het snelst, meent ook Pottuit. “Dan is het echter essentieel om er eerst
voor te zorgen dat er een dataportaal is waarmee de tablets informatie met het netwerk kunnen uitwisselen. Het is een goed idee om dat te koppelen aan een vorm van het PC Privéproject. PC Privé was tien jaar geleden een populaire manier om mensen te laten wennen aan desktopcomputers. Mits aan een aantal voorwaarden was voldaan, kon een bedrijf medewerkers met een behoorlijk belastingvoordeel een computerconfiguratie aanbieden. Indien we dat toepassen voor BYOD, vangen we twee vliegen in één klap. Werknemers zijn tevreden met een uiterst praktisch apparaat dat zij tegen een gereduceerd tarief kunnen aanschaffen. Werkgevers zijn tevreden omdat men zo leert om te gaan met de middelen die HNW mogelijk maken. En omdat de medewerkers ook nog eens meedenken over oplossingen en toepassingen.” De crux is om de weg naar HNW, BYOD en papierloos werken te nemen met kleine stapjes, vat Hoosemans de discussie samen. “De eerste daarvan is draagvlak te creëren door te zoeken naar slimme toepassingen waardoor het snel geadopteerd wordt.” Welke stap bedrijven als eerste kunnen nemen, is echter niet voor iedereen gelijk. “We willen slimmer omgaan met informatie, maar welke horde moet uw organisatie daarvoor als eerste nemen?,” vraagt Hoosemans. Is dit de conversieslag van fysieke naar digitale informatie? Voor veel bedrijven kan het ondoenlijk lijken om gigantische papieren archieven en dossiers te digitaliseren. Bovendien hebben veel organisaties, zoals zorginstellingen, te maken met wettelijke regels, bijvoorbeeld voor bewaartermijnen. Of is het ontwerp van de juiste infrastructuur een schijnbaar onoverkomelijke drempel? Om informatievoorziening binnen HNW, BYOD en papierloos werken mogelijk te maken, moeten de bestaande systemen en applicaties mogelijk aangepast of vernieuwd worden. Daarnaast krijgt men te maken met nieuwe licenties, service level agreements en maatregelen voor beheer en onderhoud.
Ook kan men als eerste aanlopen tegen vraagstukken over de informatiebeveiliging. Vooral als het om de bescherming van persoons- of patiëntengegevens gaat, zullen hier de eerste vragen over rijzen. Hoe regelt men wie er toegang heeft tot de informatie, hoe de integriteit gewaarborgd wordt en hoe men de gegevens afschermt van cybercriminelen en onbevoegden? Papierloos werken is geen kwestie van techniek alleen. Het is daarom goed mogelijk dat de eerste horde de genomen moet worden de mensen zijn. Zij willen weliswaar toegang hebben tot veel informatie, maar hoe waakt de organisatie ervoor dat ze alleen krijgen wat er op enig moment nodig is? HNW staat vooral voor een nieuwe manier van werken. Kunnen de medewerkers daarin mee, of bieden zij weerstand? Of het nu gaat om informatievoorziening, -beveiliging of gedrag, het succes van papierloos werken staat en valt met het beleid dat hierover wordt gehanteerd. Daarom zullen sommige organisaties als eerste vast willen leggen hoe dat beleid eruit moet zien. En wat er voor nodig is om het te introduceren en toe te zien op de naleving daarvan. Dat begint met een helder inzicht van de definitie en toegevoegde waarde van informatie, maar die is voor iedere organisatie anders. Natuurlijk is ook geld belangrijk. Voor veel organisaties is daarom de eerste vraag: wat kost het en wat levert het op? Het rendement kan overigens niet altijd in geld worden uitgedrukt. Tevreden medewerkers en klanten zijn geen post op de verlies- en winstrekening, maar wel cruciaal voor de bedrijfscontinuïteit. Soms is de eerste barrière echter eenvoudigweg de vraag welke stap als eerste genomen moet worden. “Waar moet ik beginnen?,” vraag Hoosemans. “Iedereen wil informatie digitaal scannen, archiveren, verwerken en altijd en overal mobiel kunnen werken. Wat pak ik dan als eerste aan?” Volgens een deelnemer moet het antwoord op die vraag businessgedreven zijn. “Wat zijn de voordelen
voor de organisatie en de mensen?” Een andere deelnemer vindt echter dat het allemaal begint met het opstellen van het beleid. “Alle andere stappen volgen daarop. “ Beleid kan de vrijheid en openheid van het project echter ook beperken, meent een deelnemer. “Als er van meet af aan kaders zijn, blijven veel opties en oplossingen onbenut.” De reacties van de deelnemers tonen aan dat de eerste stap, en de eerste barrière, voor iedere organisatie anders is. “Alles is een afgeleide van een noodzaak,” zegt Hoosemans. “Dat kan ook de noodzaak zijn dat mensen het anders willen of moeten doen.” Tot slot van de workshop vraagt Hoosemans de deelnemers of zij een concreet idee uit de bijeenkomst hebben gehaald? “Wat kunt u in de praktijk gebruiken in uw eigen bedrijf? Uw terugkoppeling heeft mij geleerd hoe Ricoh veel efficiënter en effectiever onze klanten kan bedienen. We pakken dat te vaak veel te groots en complex aan. We moeten juist kijken wat de echte drijfveer is bij klanten. Met die informatie kunnen we klein beginnen en dat dan verder uitbreiden.” Een deelnemer voelt zich door discussie gesterkt in zijn mening. “Ik denk dat we eerst moeten zorgen dat alles goed voorbereid is. Dat de zaken niet alleen kanten-klaar zijn, maar ook klip-en-klaar. Mensen weten dan waar ze aan toe zijn, en kunnen daar ook hun mening over geven, voordat we met de implementatie beginnen.” Een andere deelnemer ziet dankzij de workshop de rol van de mensen in het succes van de introductie van papierloos werken. “Het gaat niet alleen om een technische oplossing of een proces, maar ook om wensen en gedrag van de medewerkers. Techniek is het meest tastbaar en processen zijn dat in mindere mate ook. Maar de manier waarop mensen mee kunnen en willen, is ongrijpbaar. Wat is er nodig om een natuurlijke weerstand tegen veranderingen te keren? Dat vraagt erom een project slim door te voeren en maakt het belangrijk bepaalde zaken eerst te doen. Dat is lastig, maar daar zit wel de sleutel tot succes.”
Conclusie
Kennisplatform Papierloos Werken
Papierloos werken gaat heel snel en er komen steeds meer oplossingen voor. De technologie is er. Maar het is nog zoeken naar de juiste aansluiting zodat klanten daar wat mee kunnen. “Dat was ook het doel van deze workshop,” zegt Hoosemans. “Ricoh heeft de dienstverlening, de software en de hardware. Daar kunnen we enorm veel mee. Maar we moeten kunnen aan-haken in de stappen die onze klanten willen maken om het doel van papierloos werken te bereiken. Dankzij de deelnemers aan deze workshop hebben we beter zicht op de juiste modus daarvoor.”
Vanzelfsprekend is één workshop niet voldoende om de beste methode te definiëren voor het realiseren van papierloos werken. Het is vooral de praktijk die moet leren wat alle randvoorwaarden zijn. Daarom is een blijvende dialoog tussen Ricoh en klanten belangrijk. Ricoh introduceert op korte termijn een online platform voor kennisdeling rond het thema ‘Papierloos Werken.’ Dit biedt iedereen met interesse of een belang in papierloos werken de kans om informatie en ervaringen uit te wisselen. Zo plaveit Ricoh samen met alle betrokkenen de weg naar papierloos werken.
Vragen? Neem dan contact op met Pieter Rahusen, Market Development Manager Healthcare. linkedin.com/in/pieterrahusen Ricoh Healthcare facebook.com/RicohHealthcare