Workshop: Sociale vaardigheden Sociaal emotionele ontwikkeling Oplossingsgericht werken
Sociale vaardigheden Menselijke eigenschappen die er voor zorgen om goed met je medemens te kunnen omgaan. Deze vaardigheden wordt geleerd door opvoeding en onderwijs. • beleefdheid • assertiviteit • respect vragen en geven • complimenten geven en er op reageren • weerstand bieden aan groepsdruk
Sociaal emotionele ontwikkeling
De ontwikkeling van het samenleven met anderen (sociaal) en het om kunnen gaan met eigen en andermans gevoelens (emotioneel). Mensen ontwikkelen zich sterk op sociaal emotioneel gebied van hun 1e tot hun 20e levensjaar. Tijdens de schooltijd ontwikkelen kinderen zich dus tot een sociaal wezen, dat op een fijne manier met zichzelf en anderen om kan gaan.
weerbaarheid ieder kind is uniek
ontdekken van eigen mogelijkheden, beperkingen en voorkeuren
ontdekken wat leuk, stom, lelijk, eng en mooi is en waarom ontdekken dat mensen in een groep elkaar nodig hebben
Zelfvertrouwen
ervaren dat je kunt veranderen
inleven, bewuster omgaan met eigen en andermans gevoelens
ontdekken dat conflicten kunnen ontstaan door verschillende opvattingen en gevoelens
ervaren dat je lichamelijk verandert
rekening houden met anderen
vooroordelen en discriminatie onderkennen en benoemen
leren samenwerken in een groep en omgaan met conflictsituaties
Gevoelens, wensen en opvattingen Sociale vaardigheden en relaties
De sociale en emotionele ontwikkeling is onder te verdelen in drie leerlijnen
Sociaal emotioneel klimaat Een belangrijk onderdeel van een goede sociaal emotionele ontwikkeling is afhankelijk van het klimaat in de klas. De leraar moet ervoor zorgen dat de klas een plek is waar de leerlingen zich thuis voelen. De kinderen zijn op hun gemak, voelen zich geaccepteerd, durven zichzelf te zijn en hebben vertrouwen in anderen en zichzelf.
Regel 1: Voor groot en klein zullen we aardig zijn. Regel 2: Ook als je zachtjes praat kunnen we je verstaan, dus roepen hoeft niet meer voortaan. Regel 3: We zullen goed voor de spullen zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken morgen. Regel 4: De school is van binnen een wandelgebied, buiten hoeft dat lekker niet.
Schoolregels
Sociale competentie observatie lijst
Kijk! Observatieregistratiesysteem Geeft aan in welke ontwikkelingsfase een kind zit.
Coöperatief leren Coöperatief leren is gericht op het stimuleren van communicatie tussen leerlingen. In deze aanpak werken leerlingen samen, ook met leerlingen waarmee ze anders nooit samen zouden werken. Zo leren ze met alle andere medeleerlingen omgaan. Eén van de ideeën achter het coöperatief leren is dat wanneer leerlingen veel met elkaar omgaan, ze elkaar minder snel pesten.
Waar werken we mee?
Positive Behavior Support
contactpersonen
Taakspel is gericht op het vermeerderen van taakgericht gedrag en het verminderen van regelovertredend gedrag bij kinderen en het bevorderen van een positief onderwijsklimaat.
aandachtsfunctionaris
Pestprotocol een oplossingsgerichte methode waarmee je kinderen kunt helpen hun eigen problemen op te lossen door hen vaardigheden te laten leren.
Waar werken we mee?
Net als de kaars zuurstof nodig heeft, heeft pestgedrag aandacht nodig om aan te houden. Internationaal onderzoek heeft aangetoond dat pesten geen individueel probleem is, maar voortkomt uit het groepsproces. Toeschouwers en ‘medeweters’ betrekken, een rol geven, in het proces om oplossingsgericht op te treden tegen pesten. Scholen worden wettelijk verplicht om pesten te bestrijden. Dat hebben staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) en Kinderombudsman Marc Dullaert in maart 2013 bekendgemaakt.
Vanaf 2013 is de meldcode een wettelijk kader • De meldcode wordt in 2013 verplicht voor alle doelgroepen die met kinderen en ouders werken. • De organisatie wordt verplicht om met de meldcode te werken bij zorg rondom een kind of jongere.
De meldcode heeft 5 stappen • • • • •
Stap 1: "In kaart brengen van signalen" Stap 2: “Overleg met collega’s en aandachtfunctionaris" Stap 3: "Gesprek met de ouder" Stap 4: "Taxeren van veiligheid" Stap 5: "Beslissen: hulp organiseren of melden door directie of intern begeleider”
Opdracht voor de school: Creëren van een positieve schoolcultuur Bevorderen van veiligheid, respect en verantwoordelijk gedrag
Het gewenste gedrag te onderwijzen (aanleren en bespreken) en door positieve feedback te geven