Beleidsplan pedagogisch klimaat en sociaal-emotionele ontwikkeling
O.B.S. De Overstap Kerkweg 10 2974 LH Brandwijk O.B.S. De Kiezel en de Kei Lindenstraat 3 2971 AR Bleskensgraaf Opgesteld door: F.Poppelaars April 2015 ( herzien oktober 2015)
Inhoud 1.Voorwoord………………………………………………………………………………….
2
2.Beschrijving doelgroep…………………………………………………………………
3
3.Het belang van een goed pedagogisch klimaat……………………………..
3
4.Sociaal emotioneel leerlingvolgsysteem…………………......................
4 4 4 4 4 5 5
4.1 Sociaal emotioneel volgsysteem…………………………………………………………………………… 4.2 Incidentregistratie……………………………………………………………………………………………….. 4.3 Groepsplan gedrag………………………………………………………………………………………………... 4.4 Sociogram……………………………………………………………………………………………………………... 4.5 Het tevredenheidsonderzoek …………………………………………………………………………………. 4.6 Pestmeter ……………………………………………………………………………………………………………..
5.Methodes en overige werkwijzen ten behoeve van het pedagogisch klimaat 5.1 PGM ( pestpreventie)……………………………………………………………………………………………….. 5.2 Sociaal gedrag elke dag………………………………………………………………………………………….. 5.3 Bascel groepsvorming……………………………………………………………………………………………… 5.4 Taakspel………………………………………………………………………………………………………………….. 5.5 Doos vol gevoelens…………………………………………………………………………………………………… 5.6 Ik voel me… …………………………………………………………………………………………………………….. 5.7 Pestprotocol……………………………………………………………………………………………………………..
6 8 8 8 9 9 9
6.Zorg 6.1 Taken gedragsspecialisten …………………………………………………………………………………….
10
6.2 Taken ib-er …………………………………………………………………………………………………….
10
6.3 Vertrouwenspersoon …………………………………………………………………………………….
11
7. Borging ………………………………………………………………………………………………………..
11
Bijlage1 Gedragsmatrix………………………………………………………………………………………………. Bijlage 2 Bascel Groepsvorming…………………………………...……………………………………………… Bijlage 3 Registratie gedragsincidenten………………………………………………………………………. Bijlage 4 Pestprotocol …………………………………………………………………………………….............. Bijlage 5 Internetprotocol ………………………….. ……………………………………………………………... Bijlage 6 Protocol ingrijpende gebeurtenissen …………………………………………………………….. Bijlage 7 Protocol huiselijk geweld en kindermishandeling ……………………………………………
12 16 19 21 33 36 41
1
1.Voorwoord Op onze school is er duidelijk een behoefte (van zowel leerkrachten als ouders)aan een eenduidige aanpak, door de hele school, van de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind en naar eenduidigheid van het pedagogisch handelen van de leerkrachten en ouders/verzorgers.
Voor ons is een goede en veilige sfeer op school van enorm belang. Kinderen moeten met plezier naar school komen en zich thuis voelen tussen medeleerlingen en leerkrachten. Onderlinge verdraagzaamheid en acceptatie speelt hierbij een grote rol. Op beide locaties werken wij met PBS, positive behavior support. PBS is een effectief gebleken schoolbrede aanpak, gericht op het expliciet maken en stimuleren van gewenst gedrag. Wij hebben als team gekozen voor een Nederlandse benaming voor PBS. Wij hebben gekozen voor PGM, wat staat voor positief gedragsmanagement. Met PGM ontwikkelt de leerkracht een positieve gedragscontrole in de klas. Het taakgerichte gedrag van de kinderen neemt toe en het regel overtredende gedrag neemt af. Hierdoor ontstaan prettige omgangsnormen en een positieve sfeer in de klas en de school. Ook zullen de afspraken die binnen de school gelden regelmatig aan bod komen. De ‘Week van de omgang’ is hier een goed voorbeeld van. Door middel van het BASborgingsdocument ‘groepsvorming’ besteden we aan het begin van ieder schooljaar specifiek aandacht aan het vormen van een nieuwe groep. Tevens beschikt de school over een pestprotocol, hierin staat beschreven hoe te handelen bij pesten. Door preventief handelen kunnen we pestgedrag in een vroegtijdig aanpakken.
2
2.Beschrijving doelgroep De Kiezel en de Kei behoort, landelijk gezien met een leerlingenaantal van ongeveer 80 leerlingen tot de kleinere scholen. De kinderen zijn verdeeld over acht groepen, die zijn onderverdeeld in de combinatiegroepen 1/2, 3/4, 5/6 en 7/8. De school ligt in het dorp Bleskensgraaf. De Overstap behoort met een leerlingaantal tussen de 50 en 60 leerlingen landelijk gezien ook tot de kleinere scholen. De kinderen zijn onderverdeeld in de combinatiegroepen: 1/2, 3/4/5/, 6/7/8. De school ligt in het dorp Brandwijk. Een voordeel van deze kleinschaligheid is dat jongere en oudere kinderen veelvuldig werken en spelen met elkaar. Op beide scholen heerst over het algemeen een positief klimaat. Er zijn weinig incidenten. Voor alle kinderen geldt dat de samenleving ingewikkeld en complex is en niet altijd voor iedereen even veilig en toegankelijk. We gaan er op onze school vanuit dat succeservaring de basis is waarop kinderen vertrouwen krijgen in hun eigen kunnen. Het uitblijven van succeservaringen kan leiden tot een laag gevoel van eigenwaarde en een verminderde motivatie voor school en leren. Door kinderen een veilige omgeving te bieden, taalvaardig te maken en te leren te vertrouwen op eigen kunnen en de vele talenten die zij hebben, zal hun gevoel van eigenwaarde positief worden beïnvloed. Onze kinderen zijn gebaat bij een leeromgeving (zowel binnen als buiten de school) waarin zij kunnen participeren in een levensechte, betekenisvolle context, met voor henzelf zinvolle activiteiten om zo succeservaringen op te kunnen doen, waarbij het van belang is dat ze daarin een actieve en verantwoordelijke rol spelen.
3.Het belang van een goed pedagogisch klimaat. Kinderen met gedrags- en leerproblemen komen in elke klas voor. Om ervoor te zorgen dat deze problemen worden aangepakt of nog beter, worden voorkomen is het belangrijk dat de leerkracht zorgt voor een goed pedagogisch klimaat, waarbij de leerkracht zelf het rolmodel is als gaat om gewenst gedrag in de groep. Wanneer er een klimaat heerst van vertrouwen en veiligheid, waarin kinderen het gevoel hebben dat ze een relatie met de leerkracht en klasgenoten hebben, waarbij ze zelfvertrouwen hebben in hun eigen kunnen, zullen kinderen beter tot leren komen en kunnen gedragsproblemen worden voorkomen of worden aangepakt. Gedragsproblemen ontstaan vaak door interactieproblemen. Daarom is het belangrijk dat de leerkracht reflecteert op het eigen handelen, waarbij het goed is om in die reflectie ook de feedback van anderen te betrekken. De informatie verkregen uit de reflectie en de gekregen feedback kan gebruikt worden om het eigen handelen aan te passen. Om leerkrachten te ondersteunen bij het creëren van een goed pedagogisch klimaat maken we gebruik van het programma PGM. Dit schooljaar wordt een start gemaakt met een nieuw leerlingvolgsysteem Zien! dat de sociaal- emotionele ontwikkeling van alle leerlingen in kaart brengt. Vanuit het groepsplan gedrag kunnen wij interventies in zetten waar dat nodig is.
3
4.Sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem Dit schooljaar starten wij met het volgsysteem Zien! Het team volgt in januari 2016 een cursus om met Zien! in de praktijk aan de slag te gaan. Door het gebruik van een goed volgsysteem komen kinderen die extra aandacht nodig hebben bij het aanleren en onderhouden van sociale vaardigheden snel en goed in beeld. Voor hen wordt er dan een vervolgtraject, afhankelijk van de problematiek, uitgestippeld. Zo kan het zijn dat een kind deel gaat nemen aan een SOVA training, een eigen handelingsplan in de klas krijgt of in het zorgteam besproken wordt. Bovendien zijn de leerkrachten de Kiezel en de Kei en de Overstap goed in staat om de kinderen te observeren en zo vorderingen of terugvallen te constateren. In het sociaal leerlingvolgsysteem wordt gebruik gemaakt van de volgende instrumenten:
Sociaal- emotioneel volgsysteem Zien! Incidentregistratie Groepsplan gedrag Sociogram groep 5 t/m 8 ( m.u.v. groep 4 Overstap i.v.m. een 4-5-6 combinatie). Het tevredenheidsonderzoek Prima Pestmeter
Nieuw volgsysteem sociaal- emotionele ontwikkeling Dit schooljaar starten wij met een nieuw leerlingvolgsysteem Zien! voor de sociaal- emotionele ontwikkeling. In januari volgt het team een bijeenkomst en zal Zien! in de praktijk gebruikt gaan worden. De leerkrachten kunnen aan de hand van dit volgsysteem zien welke kinderen extra aandacht behoeven op het gebied van de sociaal- emotionele ontwikkeling. De gegevens worden opgenomen in een groepsplan.
Incidentregistratie Incidenten worden geregistreerd via registratieformulieren gedragsincident, schoolbreed. Dit wordt genoteerd in de PGM-map. Deze dataverzameling is onderdeel van het PGM. Via deze map is direct te zien wat er op school gebeurt en wat risicovolle ontwikkelingen zijn ( bijlage 4) Groepsplan gedrag Groepsplan gedrag is een schriftelijk planningsmodel, waarin de leraar vastlegt hoe zijn groep zich ontwikkelt. Hierbij wordt in kaart gebracht welke ondersteuningsbehoeften er zijn voor de leerlingen binnen de drie preventies van de preventiepiramide PGM. We beschrijven alleen kinderen die planmatig meer nodig hebben dan het reguliere aanbod. Het werken met groepsplan gedrag staat in de planning voor het schooljaar 2015-2016 en zal in een PGM-bijeenkomt opgenomen worden door onze PGM- coach Judith van Gool.
4
Sociogram In het begin van het schooljaar wordt het sociogram via de site Somatics afgenomen om de sociale verbindingen en relaties die in een klas zijn zichtbaar te maken. De kinderen van groep (4) 5 t/m 8 vullen op de computer vier vragen in m.b.t. sociale relaties en werk gerelateerd gebied. Sometics geeft inzicht in de groepsstructuur op grond van deze vragen. Op basis van deze gegevens kan de leerkracht de groepsdynamiek beïnvloeden. Tevredenheidsonderzoek Om als school meer kwaliteit te kunnen bieden op het gebied van een pedagogisch klimaat , heb je inzicht nodig in zowel de resultaten van de school als de tevredenheid van het personeel, de ouders en de leerlingen. Pestmeter De Prima- pestmeter wordt 2 keer per schooljaar afgenomen bij de leerlingen, leerkrachten en ouders van groep 5 t/m 8. In oktober 2015 een vindt er een 0 – meting en plaats , waarna de interventies bepaald worden en een plan van aanpak gemaakt wordt. In maart 2015 vindt meting 2 plaats om te kijken of de interventies verbetering opleveren m.b.t. eventuele pestgedrag.
5.Methodes en overige werkwijzen ten behoeve van het pedagogisch klimaat. Om invulling te geven aan de leerinhouden/activiteiten wordt er gebruik gemaakt van de volgende methodes en aanvullende activiteiten:
PBS ( PGM) ( + aanvullende PBS- pestpreventie implementatie 2015-2016) Sociaal gedrag elke dag ( implementatie 2015-2016). Bascel groepsvorming Taakspel Doos vol gevoelens Ik voel me… Week van de omgang Pestprotocol Internetprotocol Protocol huiselijk geweld en kindermishandeling Draaiboek ingrijpende gebeurtenissen Ouderavonden Preventief gezondheidsonderzoek JGZ
5
PGM PGM maakt gebruik van vijf kernelementen: een schoolbrede aanpak op basis van gedeelde waarden, prioriteit voor preventie, positieve en duidelijke benadering, effectief werken met data, samenwerking. 1) Schoolbrede aanpak op basis van gedeelde waarden. Beide teams hebben deze gedeelde waarden opgesteld in een gedragsmatrix ( bijlage 1).
2) Prioriteit voor preventie Het eerste preventieniveau richt zich op alle leerlingen in de klas. We vinden hier allerlei maatregelen, aanpakken en programma’s die probleemgedrag kunnen voorkomen. Zo is het belangrijk dat de gezamenlijke waarden zijn vertaald in heel duidelijke gedragsverwachtingen: welk gedrag willen we zien en horen? Positief gedrag in de klas, in de gang en op het schoolplein wordt vaak en veel bekrachtigd. Op dit niveau wordt ook aandacht besteed aan klassenmanagement, het reageren op ongewenst gedrag en het actief toezicht houden op het schoolplein. Het tweede preventieniveau richt zich op een klein deel van de leerlingen. Het gaat om leerlingen die het risico lopen om ernstig probleemgedrag te ontwikkelen. De interventies op dit niveau zijn kortdurend en intensief. Ze zijn bedoeld om de leerling het gewenste gedrag te laten ontwikkelen. Voorbeelden van interventies zijn: training van sociale vaardigheden, leren omgaan met emoties of extra ondersteuning bij het leren. Het derde preventieniveau is bedoeld voor individuele leerlingen die veel ongewenst gedrag laten zien. De interventies op de eerste twee niveaus zijn blijkbaar onvoldoende effectief om het probleemgedrag te doen verdwijnen of verminderen. De leerling krijgt op dit niveau gedurende langere tijd intensieve ondersteuning aangeboden. De ondersteuning kan bijvoorbeeld gericht zijn op het controleren van heftige emoties als woede of het leren omgaan met frustraties. Op dit niveau wordt er nauw samengewerkt met de ouders van de leerling en de partners uit de zorgketen, zoals het schoolmaatschappelijk werk.
6
3) Positieve en duidelijke benadering Binnen PGM is veel aandacht voor positief gedrag. Vanuit de gedeelde waarden worden gedragsverwachtingen afgeleid. Deze gedragsverwachtingen geven duidelijk aan welk gedrag van de leerling wordt verwacht. Alle medewerkers in de school worden getraind in het leren bekrachtigen van het gewenste gedrag. De afspraken zijn duidelijk gevisualiseerd terug te vinden in de scholen. Op de Kiezel en de Kei werkt men met het muntjesbeloningssysteem. Op de Overstap wordt gekeken welke manier van belonen van goed gedrag het beste past bij de school. 4) Effectief werken met data Gedrag wordt geregistreerd volgens de registratieformulieren gedragsincidenten. Er wordt een groepsplan gedrag opgesteld door de leerkracht. Training aan leerkrachten over het maken van een groepsplan gedrag wordt opgenomen in de PGM- bijeenkomst georganiseerd door onze PGM-coach Judith van Gool. Deze training staat nog in de planning. 5) Samenwerken Een school is een omgeving waar diverse partijen elkaar in wisselende samenstellingen ontmoeten. In Bij PGM wordt gestreefd naar samenwerking met ouders en externen, zodat iedere leerling verzekerd is van de juiste ondersteuning. PGM is een kapstok waaraan bestaande en nieuwe gedragsmethodieken kunnen worden opgehangen. Zo gaan wij werken met de aanvullende pestpreventie van PGM en de methode sociaal gedrag elke dag. Gedragsteam Binnen onze school werken we met een gedragsteam bestaande uit: PGM-coach, directeur en twee
7
gedragsspecialisten in opleiding. Het gedragsteam: bevordert het toepassen van de PGM-principes in de school; bereidt (mede) de scholingsdagen voor; bespreekt het succes van de implementatie aan de hand van verzamelde gegevens; Voert collegiale consultaties uit.
Sociaal gedrag elke dag! ‘Sociaal gedrag, elke dag! is een sterke en coherente vakoverschrijdende leerlijn sociale vaardigheden voor de basisschool. Het is zowel preventief (kinderen essentiële vaardigheden aanleren) als proactief (anticiperen op problemen die er bijna onvermijdelijk aan komen). Tegelijkertijd zorgt het voor maximale ontwikkelingskansen voor alle leerlingen. Sociaal gedrag, elke dag! is een laagdrempelige methode die de dagelijkse onderwijspraktijk gebruikt om sociale vaardigheden van kinderen te vergroten en te oefenen. Door de heldere instructies kan de leerkracht er zonder aparte scholing direct mee aan de slag. In de vier programma's die in de uitgebreide werkmap worden behandeld, gaat het om het kunnen oefenen en toepassen van sociale vaardigheden in de praktijk. Elke dag, want alleen door veel oefening maken de kinderen zich vaardigheden eigen. Op basis van praktijkervaringen in de begeleiding van kinderen, is gekozen voor vaardigheden op het gebied van: • samenspelen • samenwerken • omgaan met emoties (boosheid in het bijzonder) • probleem oplossen In Sociaal gedrag, elke dag! oefenen kinderen verschillende vaardigheden in een bepaalde volgorde. Er wordt in kleine stappen toegewerkt naar het einddoel, om de leerlingen zo succeservaringen te laten opdoen. Per periode staat een vaardigheid centraal, waarbij de onder-, midden- en bovenbouw elk een eigen programma volgen. Bas-cel groepsvorming In de bas-cel groepsvorming ( bijlage 2) zijn schoolbrede afspraken gemaakt wat betreft de groepsvorming. Een onderdeel hiervan is de projectweek in het begin van het schooljaar: de week van de omgang.
Taakspel De methode Taakspel gebruiken wij incidenteel als interventiemiddel, als extra aanvulling op PGM. Het doel van Taakspel is dat onrustig en storend gedrag afneemt. Leerlingen spelen Taakspel in teams tijdens de reguliere lessen of activiteiten. De leraar of pedagogisch medewerker en de leerlingen bespreken welke klassenregels er tijdens Taakspel gelden. De teams krijgen punten. Wanneer ze voldoende punten overhouden, komen ze in aanmerking voor de - vooraf besproken -beloning. De leerlingen stimuleren elkaar om zich aan de regels te houden.
8
Doos vol gevoelens In de onderbouw gebruiken wij de methode een doos vol gevoelens. Een doos vol gevoelens is ontworpen om de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen te ondersteunen en is opgebouwd rond de vier basisgevoelens: blij, bang, boos, verdrietig. Op een speelse manier leren wij kinderen gevoelens (h)erkennen, begrijpen en uiten. Het beheersen van de basisgevoelens geeft jonge kinderen een eerste houvast tot een rijk emotioneel leven. Ik voel me… De methode ‘Ik voel me…’ zetten wij waar nodig in als verrijkingsmateriaal voor de sociaalemotionele ontwikkeling, bedoeld voor meer begaafde kleuters. Het materiaal is ontwikkeld om aandacht te besteden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van meer begaafde kleuters, zonder dat er sprake hoeft te zijn van disfunctioneren of van een verstoorde ontwikkeling. Het wordt ingezet, wanneer dat voor een leerling nodig geacht wordt. Week van de omgang Tijdens deze projectweek in het begin van het schooljaar wordt stilgestaan bij de groepsvorming, elkaar leren kennen, afspraken en regels. Er worden leuke activiteiten aangeboden die de groepsvorming ten goede komen.
Ouderavonden De school organiseert ouderavonden in het kader van het Pedagogisch klimaat en de sociaalemotionele ontwikkeling. Te denken valt aan ouderavond over cyberpesten, PGM of mijn kind wordt een puber. Pestprotocol Op de Overstap en de Kiezel en de Kei wordt een pestprotocol gehanteerd (bijlage 5). In dit pestprotocol staan afspraken over het voorkomen en omgaan met pesten binnen de school. Internetprotocol Op de Overstap en de Kiezel en de Kei wordt een internetprotocol gehanteerd (bijlage 6). In ditprotocol staan afspraken over het gebruik van internet binnen de school. Draaiboek ingrijpende gebeurtenissen In dit draaiboek staat beschreven wat de stappen zijn bij het overlijden van een leerling of het overlijden van ouders van leerlingen ( bijlage 7) Preventief gezondheidsonderzoek JGZ De kinderen van groep 2,4 en 7 worden gescreend door de JGZ- arts, assistente of verpleegkundige van Careyn of Rivas. Protocol huiselijk geweld en kindermishandeling In dit protocol staat beschreven wat de procedure is bij huiselijk geweld en kindermishandeling ( bijlage 8). 9
6. Zorg 6.1Taken gedragsspecialist Binnen onze scholen is een gedragsspecialist, Femke Poppelaars in opleiding werkzaam. De taken van de gedragsspecialist zijn:
Het schrijven en onderhouden van beleidsafspraken m.b.t. pedagogisch klimaat (met expliciete aandacht voor pestproblematieken en schoolafspraken.) Het versterken van leerkrachten in het tot stand brengen van een positief stimulerend pedagogisch klimaat in de groep en in de school: - Begeleiden en coachen van leerkrachten bij het opstellen en uitvoeren van een groepsplan gedrag. - Het verzorgen van informatie / educatie voor teamleden op het gebied van gedrag / pedagogiek. - Het observeren van klassensituaties teneinde advies te geven voor de aanpak van sociaal- emotionele problemen op groepsniveau. - Het ondersteunen bij het zoeken van lesmateriaal ter bevordering van de sociaal emotionele ontwikkeling op groepsniveau. Het volgen en analyseren van het pedagogisch klimaat. Het maken van een trendanalyse; het schrijven van een plan van aanpak; uitvoeren van plan van aanpak op schoolniveau; evalueren . Het adviseren van de directeur bij het ontwikkelen van onderwijs- en zorgbeleid m.b.t. het pedagogisch klimaat. Betrokken zijn bij leerlingen die gedragsmatig in zorgniveau 3 zitten. Deelnemen aan OOT-overleg, wanneer nodig ( onderwijs ondersteuningsteam). Tenminste 3x per jaar deelnemen aan overleg met IB-er om elkaar wederzijds te informeren. Het op peil houden van de vereiste bekwaamheden deze zo nodig uitbreiden. Deelnemen aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten. Het op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het vakgebied en bestuderen van relevante vakliteratuur.
6.2 Taken intern begeleider ( bij sociaal emotionele zorg) Greetje Fekkes is de ib-er voor zowel de locatie de Overstap als de Kiezel en de Kei. Begeleiden en coachen van leerkrachten bij het omgaan van gedragsproblemen bij individuele kinderen. Het observeren van klassensituaties teneinde advies te geven voor de aanpak van sociaalemotionele problemen op individueel niveau. Het ondersteunen bij het zoeken van lesmateriaal ter ondersteuning van de sociaal emotionele ontwikkeling op individueel niveau. Het organiseren van onderzoek en speciale hulp m.b.t. individuele leerlingen met zorg op sociaal-emotioneel gebied. Het adviseren van de directeur bij het ontwikkelen van onderwijs- en zorgbeleid o.a. op ped. klimaat. Het op peil houden van de voor het beroep vereiste bekwaamheden en deze zo nodig uitbreiden. Het deelnemen aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten. 10
Het zich op de hoogte houden van de ontwikkelingen op het vakgebied en het bestuderen relevante vakliteratuur. Het coördineren van aanmeldingen en verwijzingen van leerlingen. Het tenminste 3x per jaar deel deelnemen aan overleg met gedragsspecialisten om elkaar wederzijds te informeren. Het coördineren en het voorzitten van het OOT-overleg.
6.3 Vertrouwenspersoon Op beide locaties is een vertrouwenspersoon aanwezig. Voor locatie Kiezel en de Kei is dit: Voor locatie Overstap is dit:
7.Borging Bij de start van het schooljaar worden de gedragsverwachtingen in elke groep besproken/bijgesteld. Aan het einde van het schooljaar/ of bij de vergadering voor de start van het schooljaar wordt de theorie van de groepsdynamiek ( Kees van Overveld) herhaald. Het verloop van de vorming van de groepen wordt in de eerste twee maanden tijdens het teamoverleg besproken. Bespreken van de trendresultaten op team- en groepsniveau. 3 x per jaar wordt het pedagogisch klimaat tijdens het teamoverleg geagendeerd. 1x per jaar wordt er een groepsobservatie gepland. Opgesteld en geborgd door Femke Poppelaars April 2015
11
Bijlage 1
Gedragsmatrix OBS De Overstap vastgesteld op 5 november 2014 Ruimte
Basiswaarde 1 RESPECT
Basiswaarde 2 VEILIGHEID
Schoolbreed
Entree
iedereen hoort erbij. We praten beleefd tegen kinderen en volwassenen. We zijn zuinig op onze eigen spullen en op spullen van een ander We lopen rustig.
hal
Algemene ruimtes: Teamkamer, kamer IB/directeur, kopieerruimte Schoolplein
Ik loop rustig Ik praat zachtjes Ik let op mezelf
Iedereen hoort er bij Ik houd me aan de spelregels We proberen conflicten zelf op te lossen, voordat we naar de leerkracht gaan.
Ik werk samen met iedereen Ik houd rekening met anderen
Groep 1/2 gebruikt de schoolplein-ingang Groep 3 t/m 8 gebruikt de voorzijde. We hangen onze jassen in de luizencape Ik hang mijn jas en tas netjes op
ik vraag toestemming om buiten het hek te gaan we lopen naast de fiets. Je schiet de voetbal zachtjes en laag. Spelen doen we binnen het hek.
Basiswaarde 3 VERANTWOORDELIJ K-HEID Ik help een ander Ik laat de ruimte netjes achter
Ik veeg mijn voeten als ik binnenkom.
Ik kom er alleen met een reden
ik help mee met opruimen we laten de houtsnippers op de grond liggen. Als de pleinwacht buiten komt, mag er materiaal worden gehaald We verzamelen bij het hek als er gebeld wordt. Ik zet mijn fiets in de fietsenstalling
Stoep/terrein buiten het plein
Leeratelier
Ik ben zuinig op de materialen.
12
We lopen met de fiets aan de hand Je loopt direct door het plein op. Ik hou me aan de spelregels
Bibliotheek
handvaardigheidruimte
Ik houd rekening met de andere kinderen ik luister naar de biebouder Ik heb respect voor wat een ander heeft gemaakt
keuken
Toiletten
Ik laat anderen met rust Ik ga na het instructiemoment naar de toilet.
Goed gebruik maken van het materiaal en gereedschap Ik houd me aan de spelregels van de opdrachten. Ik was mijn handen Ik houd de wc-ruimte netjes
Overblijfruimte (TSO mag aanvullen/ aanpassen) Naar de gym
ik luister naar de overblijfouder Ik blijf op mijn plaats tijdens het eten
Gymlokaal
Kleedkamer
De leerkracht geeft duidelijke instructies voor de start van de gymles Na het startsignaal zit ik op de bank. Je houdt rekening met wat een ander kan.
13
Kinderen met een fiets lopen achteraan Ik loop rustig in de rij. ik blijf altijd in de rij en wij steken samen over met de leerkracht. We stoppen op de afgesproken punten. Ik wacht op mijn beurt Ik houd me aan de spelregels Bij opruimen volgen we instructies van de leerkracht
kleding hang je op een haakje of leg je netjes op de bank we verzamelen in de hal ik meld me af bij de leerkracht
ik kom er met een reden ik ben hier met een missie ik zet de materialen netjes terug Ik trek door als ik klaar ben Ik geef bij de leerkracht aan als het wcpapier op is Ik ga direct terug naar de klas Ik ga naar de toilet als deze vrij is. Ik ga voor of na het eten naar de WC Ik ben op tijd op school of in de gymzaal Ik neem mijn gymspullen mee.
Ik gym op gymschoenen en in gymkleren Ik help een ander kind en de leerkracht
ik houd mijn spullen bij elkaar
-
Matrix gedragsverwachtingen De Kiezel en de Kei Versie 16 september 2013
Ruimte
Schoolbreed
Basiswaarde 1
Basiswaarde 2
Basiswaarde 3
RESPECT
VEILIGHEID
VERANTWOORDELIJKHEID
Ik help een ander. Ik laat de ruimte netjes achter.
Ik kom er alleen met een reden.
Ik veeg mijn voeten als ik binnenkom . Ik hang mijn tas netjes op. Ik stop mijn jas in de luizenzak. Ik ben hier met een missie. Ik zet de materialen netjes terug.
Iedereen hoort erbij. Ik ben zuinig op mijn spullen en die van een ander.
Ik werk samen. Ik ben binnen rustig.
Algemene ruimtes: Teamkamer, kamer IB/directeur, keuken, kopieerruimte Gangen/hal
Ik kom rustig binnen.
Leeratelier/ handvaardigheidruimte
Toiletten
Ik heb respect voor wat een ander heeft gemaakt.
Ik laat anderen met rust.
Ik houd me aan de spelregels van de opdrachten.
Ik was mijn handen. Ik houd de wcruimte netjes.
Schoolplein
Iedereen hoort er bij. Ik houd me aan de spelregels.
Ik vraag toestemming om buiten het hek te gaan.
14
Ik trek door als ik klaar ben. Ik geef bij de leerkracht aan als het wc-papier op is. Ik ga direct terug naar de klas. Ik zet mijn fiets netjes neer. Ik help mee met opruimen. Ik kies op welk plein ik
Bibliotheek
Ik luister naar de bieb-ouder.
Naar de gym
Kleedkamer
Gymlokaal
Overblijfruimte
Bij binnenkomst mag ik vrij spelen zonder materiaal. Na het startsignaal zit ik op de gele lijn.
Ik luister naar de overblijfouder. Ik blijf op mijn plaats tijdens het eten. Ik ga voor of na het eten naar de WC.
15
Fietsers lopen achteraan. Ik loop rustig op een vaste plek in de rij. Ik blijf altijd in de rij en wij steken samen over met de leerkracht. Kleding doen we in de tas (i.v.m. luizen). We verzamelen in de hal. Ik meld me af bij de leerkracht. Ik wacht op mijn beurt. Ik houd me aan de spelregels. Opruimen : wie, doet wat, waarheen en wat daarna?
speel. Ik kom er met een reden.
Ik ben op tijd op school.
Ik houd mijn spullen bij elkaar.
Ik gym op gymschoenen en in gymkleren. Ik help een ander kind en de leerkracht.
Bijlage 2
BAS Groepsvorming Januari 2014
16
BAS – project Ontwikkelingslijn: Coöperatief leren Ontwikkelingsveld 1: Groepsvorming Datum: januari 2015
Doel We willen door middel van het positief bevorderen van groepsvorming het sociale klimaat in de klas verbeteren en op peil houden. Van belang hierbij zijn samenwerking en respect voor de anderen. Iedereen wordt geaccepteerd, iedereen is belangrijk. Toepassingsgebied Alle momenten waarop de sociaal emotionele aspecten bij het omgaan met elkaar door de leerlingen en leerkrachten aan bod komen. Het accent wordt gelegd op de eerste weken van elk nieuw schooljaar. Door het hele verdere schooljaar zullen allerlei groepsactiviteiten al dan niet gepland georganiseerd worden. Algemeen Groepsvorming onder kinderen is een proces dat zich maar moeilijk laat beïnvloeden door volwassenen. Toch kan door het geven van adequate ondersteuning op het juiste moment de groepsmentaliteit op een hoger plan worden gebracht. Door oog te hebben voor wat er zich in de onderlinge kind-kind en leerkracht-kind verhoudingen afspeelt en een tijdige bijsturing van ongewenste ontwikkelingen, kan middels spelactiviteiten veel negatief gedrag en leed worden voorkomen. Daarbij is het van belang dat de met zorg gekozen spelactiviteiten naderhand ook zorgvuldig met de groep worden nabesproken. Elke verandering in de groepssamenstelling kan leiden tot ingrijpende wijzigingen van de sfeer in de totale groep. Daarom is het begin van een nieuw schooljaar een uitstekend moment om heel gericht met groepsvorming bezig te zijn. Juist in deze periode worden de onderlinge al of niet uitgesproken en vastgelegde groepsregels bepaald. Gedurende de rest van het schooljaar blijft groepsvorming een onderhoudsgevoelig aspect van het pedagogisch handelen van de leerkracht.
Succesindicatoren: Gelet op het bovenstaande, achten wij als team de volgende succesindicatoren met betrekking tot de groepsvorming van belang: Er is per bouw een inventarisatie gemaakt van groepsvormende activiteiten die aan het begin van het schooljaar aan de kinderen wordt aangeboden. Door middel van het borgingsdocument ‘Structuur en inrichting’ is er eenduidigheid over de inrichting van de groepen. Doordat de kinderen gewend zijn aan bepaalde afspraken met betrekking tot de inrichting zal het zich sneller thuis voelen in het lokaal. Door middel van het borgingsdocument ‘Regels en routines’ weten de kinderen binnen welke kaders zij zich kunnen bewegen. Duidelijkheid schept rust.
17
Aan het begin van het schooljaar organiseert het team ‘de week van de omgang’. Draaiboek te vinden in de bijlage. Er is een pestprotocol (KIK). De invoering van ‘PGM’ draagt bij aan de groepsvorming.
Toetsing Tijdens de onderwijsinhoudelijke teamvergaderingen Tijdens het groepsbezoek van de directie Nabespreking groepsbezoek Tijdens het functioneringsgesprek BAS-stuurgroep Zorgvergaderingen RB sep 2010 Toetsing succesindicatoren Borgen: januari 2016
18
Bijlage 3 Registratie Gedragsincident Naam leerling Datum Plaats O klaslokaal O Schoolplein voor O Schoolplein achter O fietsenstalling O Gang/hal O Gymlokaal O Kleedkamers O Onderweg naar gym O leeratelier O handvaardigheidruimte O bibliotheek O Toiletten O Overblijfruimte O Anders nl………………
Groep Tijd Klein probleemgedrag O onacceptabel taalgebruik O uitschelden O obscene gebaren O ruzie O plagen O ongehoorzaam/tegendraads O moedwillig verstoren activiteit O misbruik van materiaal O Anders nl………………………….
Invuller Groot probleemgedrag O verbale agressie (dreigen) O pesten O liegen/bedrog/spieken O vechten O fysieke agressie O ongeoorloofd verblijf buiten schoolterrein O stelen O Vernieling/Vandalisme O pesten via social media O anders nl…….. (roken/drugs en seksuele intimidatie hoeft er nog niet op he?) O Nee (welke maatregel?)
Kiest het kind na reactieprocedure voor gewenst gedrag? O ja Genomen maatregelen O gesprek O time out/afzonderen uit situatie O taak doen O nablijven/ tijd inhalen O contact met ouder/verzorger O schorsing O verlies van privilege O herstellen schade O O O O
19
Bijlage 4
Pestprotocol
20
Inhoud 1.Plagen of Pesten?.................................................................................. 2 2.Doel pestprotocol ……………………………………………………………………………… 3 3. Preventief pestbeleid……………………………………………………………………….. 3 3.1 Het klimaat van de school…………………………………………………………………………………… 3.2 Schoolregels……………………………………………………………………………………………………….. 3.3 Groepsregels………………………………………………………………………………………………………. 3.4 Logische gevolgen bij ongewenst gedrag……………………………………………………………..
3 3 4 4
4.Het pestprotocol……………………………………………………………………………….. 4 4.1 Rol van de leerkracht…………………………………………………………………………………………. 5 4.2 Consequenties……………………………………………………………………………………………………. 6 4.3 Interventies voor de pesters………………………………………………………………………………. 6 4.4 Interventies voor de slachtoffers………………………………………………………………………… 6 4.5 Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn………………………………………………………………… 7 4.6 Hulp aan de ouders……………………………………………………………………………………………… 7 4.7 Internet………………………………………………………………………………………………………………. 8 4.8 Evaluatie…………………………………………………………………………………………………………….. 8 4.9 Websites…………………………………………………………………………………………………………….. 8 Bijlage1 ……………………………………………………………………………………………………………………. 9 Bijlage 2……………………………………………………………………………………………………………………. 11 Bijlage 3……………………………………………………………………………………………………………………. 12
21
1.Plagen of pesten? Plagen is niet hetzelfde als pesten. De verschillen zou je zo kunnen aangeven:
Plagen
Pesten
gelijkwaardigheid
machtsverschil
Wisselend “ slachtofferschap”
Hetzelfde slachtoffer
humoristisch
kwetsend
Af en toe
Vaak/voortdurend
Een definitie van pesten op school luidt als volgt: “Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en/of fysieke mishandeling door een leerling of een groep leerlingen van één of meer klasgenoten, die niet (meer) in staat zijn zichzelf te verdedigen.’’ Met deze definitie is het verschil tussen pesten en plagen duidelijk aangegeven. Bij plagen is sprake van incidenten. Pesten echter gebeurt systematisch: een aantal keren per week, een keer per week of regelmatig. Pesten komt helaas ook bij ons op school voor. Het is een probleem dat wij onder ogen willen zien en op onze school dan ook serieus willen aanpakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden:
Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, kinderen die pesten en de zwijgende groep leerlingen die niets doet), leerkrachten en de ouders/verzorgers (hierna genoemd: ouders) De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld. Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. Wanneer pesten ondanks alle inspanning toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak. Zie hiervoor punt 6 : stappenplan Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan zal er overlegd worden over een andere aanpak, eventueel met hulp van externe instanties. Ook kan er advies gevraagd worden aan de vertrouwenspersoon binnen het team. De naam van deze persoon staat vermeld in de schoolgids.
22
2.Doel pestprotocol OBS De Overstap en OBS De Kiezel en de Kei Dit pestprotocol heeft als doel om alle kinderen zich bij ons op school veilig te laten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan! We doen dat door regels en afspraken zichtbaar te maken voor kinderen en volwassenen zodat als er zich ongewenste situaties voordoen, zij elkaar kunnen aanspreken op deze regels en afspraken. Leerkrachten en ouders uit de MR onderschrijven gezamenlijk dit pestprotocol.
3. Preventief pestbeleid 3.1 Het klimaat van de school De Overstap en de Kiezel en de Kei vinden een goed pedagogisch klimaat zeer belangrijk. Dat uit zich in aandacht voor normen en waarden die we vanuit de openbare identiteit van de school belangrijk vinden. Wij vinden de sfeer waarin een kind moet opgroeien van groot belang om zo een volwaardig mens te worden. Wij stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat, met orde en regelmaat, op prijs. Pas als het kind zich veilig voelt, kan het zich ontwikkelen. Juist regelmaat geeft het kind kansen. Onze school hanteert de PBS-aanpak (Positive Behaviour Support). De kern van PBS is gericht op het aanleren en bekrachtigen van positief gedrag. De uitvoering/hantering geldt voor alle medewerkers op school inclusief TSO, waarbij het uitgangspunt de kernwaarden veiligheid, respect en verantwoordelijkheid zijn. Ons doel is dat kinderen zelf verantwoordelijkheid gaan dragen, door elkaar aan te spreken en zich te houden aan de afspraken. We leren dit de kinderen door er met elkaar over te praten, duidelijk en consequent te handelen, gedragsverwachtingen te onderwijzen en gevisualiseerd terug te laten komen binnen onze school.
3.2 Schoolregels We vinden het belangrijk dat door de hele school heen de regels en afspraken op elkaar zijn afgestemd van groep 1 t/m 8. Deze regels zijn zichtbaar gemaakt in beide hallen van de school.
3.3 Groepsregels In elke groep zijn door de kinderen ook afspraken gemaakt. Door de kinderen zelf deze regels te laten opstellen, kunnen ze zelf hun verantwoordelijkheid nemen hierin. In elke groep zijn deze regels zichtbaar gemaakt in de vorm van een contract voorzien van handtekeningen van kinderen en leerkrachten. Logische gevolgen bij gewenst gedrag: Kinderen kunnen tijdens een schooldag muntjes ontvangen als beloning van gewenst gedrag. Het muntjesysteem is van kracht op de locatie Kiezel en de Kei. Op de Overstap werken wij wel met het bekrachtigen van positief gedrag d.m.v. verbale complimenten. Aan het einde van de week wordt de gedragsverwachting geëvalueerd met de groep.
3.4 Logische gevolgen bij ongewenst gedrag Bij ongewenst gedrag krijgt het kind een waarschuwing. De leerkracht voert een gesprek met het kind met de reactieprocedure PGM als uitgangspunt. 23
Na de eerste waarschuwing volgt een tweede kans. De consequentie van ongewenst gedrag, na twee waarschuwingen, is en straftaak. Dit betekent dat het kind uit de groepsactiviteit gehaald wordt. Dit varieert naar leeftijd. De lestaken welke niet af zijn, maakt het kind thuis. Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep, aanpak van ruzie, buitenlanders, ontwikkelen van een goed burgerschap etc. komen aan de orde. Andere werkvormen zijn ook denkbaar, zoals spreekbeurten, rollenspelen, regels met elkaar afspreken over omgaan met elkaar en groepsopdrachten. Het voorbeeld van de leerkrachten (en de ouders thuis) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost, maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten horen duidelijk stelling in te nemen tegen dergelijke gedragingen. Binnen ons warm en veilig klimaat is er geen ruimte voor pesten, daarom hebben we de volgende schoolregels:
Schoolregels m.b.t. pedagogisch klimaat 1. Iedereen hoort erbij 2. We praten beleefd tegen kinderen en volwassenen 3. We zijn zuinig op elkaars spullen en op de spullen van een ander 4. Ik werk samen met iedereen 5. Ik houd rekening met anderen 6. Ik help een ander 7. Ik laat de ruimte netjes achter 8. Ik ben binnen rustig
Kinderen mogen in hun eigen groep een aanvulling geven op deze vastgestelde schoolregels, in overleg met de leerkracht. Die aanvulling wordt opgesteld, door en met de groep, dit zijn de zgn. groepsregels. Zowel de schoolregels als groepsregels zijn zichtbaar in de klas opgehangen. We hopen door deze leefregels toe te passen dat leerlingen, ouders, leerkrachten elkaar respecteren en in hun waarde laten .
4.Het pestprotocol 1. Wij pesten niet 2. Wij accepteren niet dat er gepest wordt 3. Er zijn duidelijke consequenties afgesproken wanneer er sprake is van pesten 4. Leerlingen en ouders zijn bekend met het pestprotocol en de consequenties 24
Punt 2 richt zich nadrukkelijk op leerlingen, leerkrachten en ouders gezamenlijk. Ieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheid bij het tegengaan van pesten. Die eigen verantwoordelijkheid wordt in dit protocol geconcretiseerd door af te spreken welke stappen er gezet moeten worden als er sprake is van pesten. Aanpak van ruzies en pestgedrag in vier stappen
Wanneer leerlingen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten proberen zij en wij: Stap 1
De kinderen gebruiken de stop/loop/ praat strategieën, zoals het in PBS aangeboden wordt. Proberen er eerst zelf (en samen) uit te komen.
Stap2
Op het moment dat één van de leerlingen er niet uitkomt (in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt) heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de meester of juf voor te leggen.
Stap 3
De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Bij herhaling van pesterijen/ruzies tussen dezelfde leerlingen volgen consequenties (zie consequenties).
Stap 4
Bij herhaaldelijke ruzie/pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerling die pest/ruzie maakt. De fases van bestraffen treden in werking. Na iedere melding betreffende de pester wordt formulier dat ging mis ingevuld( bijlage 1. Deze wordt bewaard in het leerlingdossier en besproken met de leerkracht. Bij het derde formulier in het dossier worden de ouders op de hoogte gebracht. Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen.
4.1 Rol van de leerkracht Onderwijs de stop/loop/ praat strategieën ( bijlage 2) De leerkracht registreert incidenten via het registratieformulier en stopt deze in de map/Parnassys. Deze gegevens worden 4 keer per jaar geanalyseerd binnen het PG-team. Door regelmatig te analyseren van de gegevens is het mogelijk patronen in probleemruimtes te herkennen en kan er voortgebouwd worden op succesvolle maatregelen.
25
4.2 Consequenties De ‘straf’ is opgebouwd uit 4 fases, afhankelijk hoelang de pester door blijft gaan met zijn/haar pestgedrag en geen verbetering vertoont in zijn/haar gedrag. Fase 1
Eerste waarschuwing: kind aanspreken; waarom spreek ik je aan, wat doe je niet volgens de regels? Tweede waarschuwing: kind op time-out plek zetten waar hij/zij door middel van de oeps-taak kan nadenken over zijn/haar houding. Het kind draagt zelf oplossingen voor wenselijk gedrag aan en bespreekt dit met de leerkracht. Ons doel is dat kinderen zelf verantwoordelijkheid gaan dragen, door elkaar aan te spreken en zich te houden aan de afspraken.
Fase 2
Een gesprek met de ouders, dit als voorgaande consequenties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd in het leerlingdossier/Parnassys en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem.
Fase 3
Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD, schoolmaatschappelijk werk of bureau jeugdzorg.
Fase 4
In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden (zie regeling voor toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen in de schoolgids).
4.3 Interventies voor de pesters Voor leerlingen die herhaaldelijk agressief gedrag laten zien of die pesten en die opvallen in de data, bepalen we aan de hand van het interventieplan uit het groene niveau hoe groot de behoefte is aan de interventie in het volgende niveau. Zijn alle interventies op het groene niveau geboden, dan ik extra ondersteuning nodig voor deze leerlingen. Enkele interventies voor deze leerlingen zijn: - Voer een individuele gedragsfunctie ( GFA) uit. - Betrek de ouders van pester en slachtoffer bij de interventie - Onderwijs de toepasselijke sociaal-emotionele vaardigheden. Ook kun je de gedragsverwachtingen opnieuw oefenen op de plaats waar zich de problemen vaak voordoen. - Leerlingen die vaak fysieke en verbale agressie demonstreren, kun je pre-correcties of reminders geven voordat een situatie zich kan voordoen. Bespreek de vrije situaties voor en na. - Bekrachtig gewenst gedrag extra. - Biedt duidelijke consequenties.
4.4 Interventies voor het slachtoffers Leerlingen die herhaaldelijk het doelwit zijn van agressie en pesten, moeten gesteund worden via interventies uit het groene niveau ( voor alle leerlingen). Hieronder volgen enkele interventies om deze leerlingen te ondersteunen.
Onderwijs specifieke sociale vaardigheden als assertiviteit, vriendschap en het vermijden van risicovolle situaties. Betrek de ouders erbij. Breng de leerlingen in contact met positieve medeleerlingen. Creëer een steungroep om deze leerlingen heen of werk met maatjes. 26
Oefen de stop/loop/ praat strategieën op de plaats waar de problemen zich vaak voordoen. Geef reminders voor vrije situaties en bespreek de vrije situatie na. Zorg voor een vertrouwenspersoon ( zie schoolgids) waar de leerling naartoe kan gaan als hij/ zij zich onveilig voelt. Belangrijke rol voor de toeschouwers Geef specifieke instructies over de rol van de toeschouwers bij het voorkomen van agressief gedrag en pesten. In de school vormen toeschouwers altijd de meerderheid; ze kunnen op die manier als rolmodel dienen voor zowel de pester als het slachtoffer. Oefen met de toeschouwers ook de stop/loop/praatstrategieën.
4.5 Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn Een probleemsituatie thuis Voortdurend gevoel van anonimiteit (buitengesloten voelen) Voortdurend in een niet passende rol worden gedrukt Voortdurend met elkaar de competitie aan gaan Een voortdurende strijd om macht in de klas of in de buurt
4.6 Hulp aan de ouders In de brochure “Pesten op school, hoe ga je er mee om?’ staan de volgende adviezen: Ouders van gepeste kinderen: a) Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. b) Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders. van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken. c) Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken. d) Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot. worden of weer terug komen. e) Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport. f) Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt. Ouders van pesters: a) Neem het probleem van uw kind serieus. b) Raak niet in paniek: elk kind loopt kans een pester te worden. c) Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. d) Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. e) Besteed extra aandacht aan uw kind. f) Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport. g) Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. h) Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat. Alle andere ouders: a) Neem de ouders van het gepeste kind serieus. b) Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan. c) Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag. d) Geef zelf het goede voorbeeld. e) Leer uw kind voor anderen op te komen. f) Leer uw kind voor zichzelf op te komen.
4.7 Internet Naast het pesten op school is er de laatste jaren steeds vaker sprake van “internetpesten”. Kinderen gebruiken de computer om elkaar te pesten en uit te dagen. Voor ouders hebben we daarom een aantal tips voor het gebruik van internet: 27
Spreek met je kind af wat je wel en niet op internet kunt bekijken. Kijk regelmatig met je kind mee zodat je weet waar hij/zij mee bezig is. Vertel dat ze geen persoonlijke gegevens mogen geven zoals wachtwoorden of adresgegevens. Spreek af dat kinderen het melden als iemand hen via internet pest. Zorg dat uw kind in een ruimte zit waar u makkelijk bij kunt. Als school zijn wij niet aansprakelijk voor hetgeen thuis gebeurt. Toch spreken wij met de kinderen over internetgebruik en internetpesten. Als wij merken dat kinderen via internet pesten of dat uw kind gepest wordt, nemen wij contact op met de ouders van het desbetreffende kind. Aan u als ouders willen wij vragen om ons te waarschuwen als u merkt dat uw kind gepest wordt via internet. Het een en ander is ook vastgelegd in het protocol internetgebruik ( bijlage 3).
4.8 Evaluatie Om de twee jaar herzien en vaststellen.
4.9 Websites Meer informatie over het tegengaan van pesten is te vinden op www.pestweb.nl www.primamethode.nl Vastgesteld april 2015 F. Poppelaars
28
Bijlage 1
Dat ging mis- formulier Mijn naam: De datum van vandaag: Wat is er gebeurd?
Hoe kwam dat?
Wat deed jij?
Waarom deed je dat?
29
Wie had last van jouw gedrag en waarom?
Wat waren de gevolgen van je gedrag voor een ander of voor anderen?
Wat waren de gevolgen van je gedrag voor jezelf?
Hoe kun je wat er mis is gegaan oplossen?
Wat zou je de volgende keer kunnen doen om ervoor te zorgen dat het niet nog een keer gebeurt?
Handtekening juf/meester:
30
Bijlage 2 Stop/loop/ praat strategieën. Stap 1: Onderwijs het stopsignaal Het stopsignaal is een verbaal en non-verbaal teken dat de hele school gebruikt om agressie of pesten te stoppen. In de lessen moet duidelijk worden gemaakt hoe het stopsignaal in verschillende situaties gebruikt wordt. Omstanders kunnen dit signaal ook gebruiken. Verbind het pestgedrag met de schoolwaarden ( dus met veiligheid, respect, en verantwoordelijkheid). Het non-verbale signaal is meestal een opgeheven open hand, net zoals de politie het verkeer regelt. Mondelinge signalen kunnen zijn: - Stop! - Genoeg! - Hou op! Taalgebruik en signaal moeten bij de leeftijd van de betrokken leerlingen passen en voor iedereen acceptabel zijn. Stap 2: Onderwijs ‘Loop weg’. Het grootste deel van sociaal probleemgedrag wordt vermoedelijk in stand gehouden door de aandacht van leeftijdsgenoten. Slachtoffergedrag handhaaft ongewild pestgedrag. Weglopen maakt een einde aan de interactie van het pesten en daarmee ook de aandacht van de leeftijdgenootjes. Stap 3: Onderwijs ‘Praat’. Zelfs als leerlingen het stopsignaal gebruiken en weglopen van de probleemsituatie, kunnen andere leerlingen zich tegenover hen nog ongewenst blijven gedragen. Als dat gebeurt, moet het slachtoffer een volwassene aanspreken. Praat met de leerlingen over het verschil tussen klikken en iets melden. Enkele richtlijnen over het verschil tussen plagen en klikken zijn: -
Het is melden als je geprobeerd hebt om het probleem zelf op te lossen en het stopsignaal weglopen eerst hebt geprobeerd. Het is klikken als je het stopsignaal en weglopen niet hebt geprobeerd voordat je naar die volwassene toeging. Het is klikken als het je doel is de ander in moeilijkheden te brengen.
Stap 4: Onderwijs hoe op ‘stop’ gereageerd moet worden. Wat moet je doen als iemand je vraagt te stoppen? Uiteindelijk kan aan alle leerlingen gevraagd worden om te stoppen. Als dat gebeurt, dan moeten ze het volgende doen, ook al zijn ze het niet met het stopsignaal eens. - Ophouden met waar ze mee bezig zijn. - Diep ademhalen - Verder gaan met wat ze horen te doen. 31
Bijlage 5
Internetprotocol
32
Internet op school De kinderen van onze school kunnen gebruik maken van internet. Wij hebben ervoor gekozen de leerlingen van alle klassen die mogelijkheid te bieden. Wij maken hiervoor gebruik van Kennisnet, een Nederlandstalige zoekmachine. Deze site leidt kinderen in principe naar Nederlandstalige sites die geselecteerd zijn, waardoor ongewenste zaken niet zomaar benaderd kunnen worden. Kinderen kunnen echter ook andere zoekmachines gebruiken zoals Google om te zoeken naar informatie of afbeeldingen. Het gebruik van Internet Kinderen maken gebruik van internet ter verrijking van het onderwijs: om informatie te zoeken, contacten te leggen met leerlingen van andere scholen en deskundigen te kunnen raadplegen. De software die in ontwikkeling is verwijst meer en meer naar internetsites voor aanvullend, actueel en alternatief materiaal. Internetactiviteiten worden hiermee steeds meer onderdeel van methodes en leergangen. Internetafspraken met leerlingen Op het internet gebruik ik alleen mijn voornaam. Andere persoonlijke gegevens zoals foto’s, achternaam, adres en telefoonnummer houd ik voor mijzelf. Het adres en telefoonnummer van de school geef ik alleen door na toestemming van de juf of de meester. Ik maak via internet geen afspraken met onbekenden. Bij het gebruik van een zoekmachine, bijvoorbeeld Google, gebruik ik nooit zoekwoorden die te maken hebben met seks, discriminatie, geweld of grof taalgebruik. Het gebruik van sociale media is op school niet toegestaan. Als ik op internet vervelende informatie tegenkom, waarschuw ik direct de juf of de meester. Printen doe ik alleen met toestemming van de meester of de juf. Het gebruiken van een mobiele telefoon is op school niet toegestaan. Als er afspraken bewust niet nagekomen worden, zal de groepsleerkracht actie ondernemen. De eerste keer wordt de leerling aangesproken op zijn of haar gedrag. De tweede keer is er ook contact met de ouders. De leerkracht informeert de ouders en vraagt de ouders dit met hun kind te bespreken. De derde keer leidt tot uitsluiting van het gebruik van de computers voor een nader te bepalen tijd. Afhankelijk van de aard en de ernst, kan de leerkracht na overleg met de directie besluiten hiervan af te wijken. De ouders worden hierover altijd ingelicht.
Gedragsafspraken met leerkrachten: Internet wordt gebruikt voor educatieve doeleinden. Sites die wij kinderen willen laten gebruiken worden eerst door de leerkracht bekeken. Kinderen werken nooit alleen achter de computer. Er is altijd een leerkracht en /of een stagiaire die toezicht houdt op de kinderen en wat zij op de computer doen. Er wordt aan de kinderen uitgelegd, waarom zij bepaalde sites wel of niet mogen bekijken. De leerkracht draagt zorg voor een omgeving waarin kinderen open kunnen vertellen wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Het is meestal immers niet hun schuld. 33
Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen. Informatie die terug te voeren is op leerlingen mag niet op het openbare deel van het net terechtkomen. Namen in combinatie met foto’s van kinderen worden niet op het net gepubliceerd. In voorkomende gevallen alleen met toestemming van de ouders. Ook voor het publiceren van individuele foto’s wordt eerst toestemming gevraagd. Voor e-mail geldt ook het briefgeheim, maar op grond van pedagogische verantwoordelijkheid mogen de leerkrachten e-mail van leerlingen bekijken. Leerkrachten zijn alert op eventuele ongewenste gedragingen van leerlingen op Internet. Leerkrachten zijn zich bewust van hun eigen voorbeeld gedrag en welke invloed dit gedrag heeft ten opzichte van de kinderen. Website Algemeen Met onze website willen we informatie verstrekken over onze school aan iedereen die daarnaar op internet op zoek is. Deze informatie bestaat uit beschrijving van de identiteit van de school, vertaald in een visie. De wijze van omgang met en zienswijze op kinderen, de beschrijving van leergebieden en lesstof, de activiteiten die de school ontplooit, enz. We richten ons hierbij zowel op degenen die de school reeds bezoeken, als op hen wiens belangstelling voor onze school hierdoor gewekt zou kunnen worden. Op onze website is tevens recente informatie te vinden over actuele gebeurtenissen in en rond de school. Bovendien hebben beide scholen een Facebookpagina, waar het laatste actuele nieuws ook op te vinden is. Privacy Op onze website worden o.a. foto’s geplaatst. De ouders worden in de gelegenheid gesteld tegen publicatie van werk, gemaakt door hun kinderen, en/of foto’s met daarop hun kinderen, bezwaar te maken.(o.a. via de schoolgids zal worden gemeld hoe hiertegen bezwaar kan worden gemaakt) De ictcoördinator verzamelt de namen van deze ouders en plaatst ze op een lijst. Deze lijst wordt telkens geraadpleegd als er werkjes en/of foto’s geplaatst worden Deze werkjes en/of foto’s worden dan niet gepubliceerd. Ouders kunnen hun bezwaar ook weer herroepen. Bij de publicatie worden geen achternamen vermeld. Bij publicatie van informatie zal (strikt) persoonlijke informatie worden weggelaten. Bij vermelding van persoonlijke gegevens van hen die bij de school zijn betrokken, zal nooit meer worden gepubliceerd dan vrij verkrijgbare informatie. Bij publicatie van informatie, waar een betrokkene bezwaar tegen maakt, zal de ict- coördinator deze informatie op verzoek verwijderen. Dit internetprotocol wordt ieder jaar in het team besproken, herzien en opnieuw vastgesteld.
Vastgesteld en geborgd april 2015 F. Poppelaars
34
Bijlage 6
Protocol ingrijpende gebeurtenissen Overlijden van een ouder of leerling
35
Protocol bij het overlijden van een gezinslid van een leerling Algemeen: Er worden geen mededelingen aan de pers gedaan. Het locatie aanspreekpunt of de directeur meldt alleen dat onze 1ste zorg de nabestaanden en de medeleerlingen betreft en dat we ons daar op richten.
Melding Het bericht komt binnen in de vakantie:
opvang van degene die het bericht meldt overdracht van de melding naar het MT sleutelteam samenstellen van de mensen die je kunt bereiken ouders van de kinderen in de klas van de betrokken leerling telefonisch op de hoogte brengen en uitnodigen voor een bijeenkomst op school (evt. zelfde dag of volgende dag). collega’s telefonisch op de hoogte brengen en uitnodigen voor een bijeenkomst op school. Er is een lijst van collega’s die niet tijdens de vakantie gebeld willen worden – het is ook de verantwoording van deze collega’s om door te geven wanneer ze op vakantie zijn (en dus niet gebeld willen worden). ouders van de kinderen in de klas van de leerling waarvan het gezinslid is overleden telefonisch op de hoogte brengen en uitnodigen voor een bijeenkomst op school (evt. zelfde dag of volgende dag) + klas die de leerkracht na de zomervakantie zou krijgen. Ouders/teamleden die niet bereikt kunnen worden krijgen schriftelijk bericht. na de vakantie bijeenkomst organiseren met ouders van de klas daarna volgen als bericht komt binnen op schooldag (uitgezonderd zaken die al zijn gebeurd, of niet van toepassing zijn i.v.m. vakantie)
Het bericht komt binnen in het weekeinde
opvang van degene die het bericht meldt overdracht van de melding naar het MT sleutelteam samenstellen van de mensen die je kunt bereiken ouders van de kinderen in de klas van de betrokken leerling telefonisch op de hoogte brengen en uitnodigen voor een bijeenkomst op school (evt. zelfde dag of volgende dag). collega’s telefonisch op de hoogte brengen en uitnodigen voor een bijeenkomst op school. Er is een lijst van collega’s die niet tijdens de vakantie gebeld willen worden – het is ook de verantwoording van deze collega’s om door te geven wanneer ze op vakantie zijn (en dus niet gebeld willen worden). ouders van de kinderen in de klas van de leerling waarvan het gezinslid overleden is telefonisch op de hoogte brengen en uitnodigen voor een bijeenkomst op school (evt. zelfde dag of volgende dag) + klas die de leerkracht na de zomervakantie zou krijgen. Ouders/teamleden die niet bereikt kunnen worden krijgen schriftelijk bericht. daarna volgen als bericht komt binnen op een schooldag
36
Het bericht komt binnen op een schooldag
opvang van degene die het bericht meldt overdracht van de melding naar het MT
37
De schoolleiding hoort het bericht
Overleden ten gevolge van langdurige ziekte/totaal onverwacht/ongeval/zelfdoding/gezinsdrama
de melding controleren, wanneer het bericht niet afkomstig is van de familie of andere bevoegden informeren naar het wie, wat, waar en hoe het gebeurd is informeren of leerling door school moeten worden ingelicht/thuis gebracht geheimhouding tot nader orde sleutelteam samenstellen: directie- locatie aanspreekpunt of MT-medewerkster – IB’er – groepsleerkracht. Locatie aanspreekpunt neemt voortouw Breng het bestuursbureau op de hoogte
Het sleutelteam sleutelteam samenstelling aan andere leerkrachten meedelen het sleutelteam handelt nauw samen met het gezin, alles dient in overleg en naar de wensen van het gezin worden geregeld. 3. sleutelteam is verantwoordelijk voor: o informeren van de betrokkenen o organisatorische aanpassingen o opvang van leerlingen en leerkrachten o contacten met ouders o regelingen in verband met rouwbezoek en uitvaart o administratieve afhandeling o nazorg van de betrokkenen 4. het team gaat na wie geïnformeerd moet worden over het overlijden: 1. 2.
o o o o
het personeel de klas van de leerling overige leerlingen (denk aan de leerlingen in de gymzaal, rt) ouders Geborgd april 2015 F. Poppelaars
38
Bijlage 7
Protocol huiselijk geweld en kindermishandeling
39
Binnen de stichting O2A5 gebruiken we het online protocol Meldcode Kindermishandeling van de Heutink academie, dit is een verplicht onderdeel voor al het onderwijzend personeel. Ook hanteren wij een app over de meldcode die in vijf stappen aangeeft wat je moet doen.
Stap 1: In kaart brengen van signalen.
Stap 2: Overleggen met een collega. En eventueel raadplegen van Veilig thuis: het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Of een deskundige op het gebied van letselduiding.
Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n).
Stap 4: Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. En bij twijfel altijd Veilig thuis raadplegen.
Stap 5: Beslissen over zelf hulp organiseren of melden.
Geborgd april 2015 F. Poppelaars
40