VPRO T.a.v. Directie en Bestuur Postbus 11 1200 JC Hilversum
Onderwerp Beoordeling nevenactiviteit VPRO
Datum 25 september 2012
Geachte Directie en Bestuur, Op 30 augustus jl. heeft u ingevolge artikel 2.133 Mediawet de volgende nevenactiviteit van de VPRO bij de Raad van Bestuur van de NPO (hierna: Raad van Bestuur) gemeld: Het aanbieden van beeldmateriaal uit de VPRO-serie Beagle als
Behandeld door Henk Hagoort
Ons kenmerk Juza uit-10833
Telefoonnummer
stockshots via het Instituut voor Beeld en Geluid. In de ontvangstbevestiging van 4 september 2012 hebben wij u laten weten
e-Mail
dat de voorgenomen nevenactiviteit onder de toetsingsbevoegdheid van de
[email protected]
Raad van Bestuur ex artikel 2.133 valt en conform de beleidslijn nevenactiviteiten NPO 2011, die op 5 juli 2011 is vastgesteld en op 15 juli
Adres
2011 in werking is getreden (hierna: beleidslijn), zal worden getoetst.
Nederlandse Publieke Omroep Postbus 26444
Op grond van artikel 2.133 Mediawet is het uitsluitend toegestaan de voorgenomen nevenactiviteit te starten indien de Raad van Bestuur niet binnen twee maanden kenbaar heeft gemaakt dat het verrichten van de desbetreffende activiteit in strijd is met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst.
1202 JJ Hilversum Media Park Sumatralaan 45 www.publiekeomroep.nl
T.035 677 88 99 K.v.K. nr. 32043579
De inhoudelijke toetsing in de zin van artikel 2.133 Mediawet wordt door ons verricht op basis van de beleidslijn en de bij de melding overgelegde informatie. De meegestuurde overeenkomst is niet ondertekend. Bij het toetsen van de gemelde nevenactiviteit gaan wij er vanuit dat de voorgelegde afspraken definitief zijn. Overeenkomstig de beleidslijn is de Raad van Bestuur nagegaan of de voorgenomen nevenactiviteit geen nadelige gevolgen heeft voor de uitvoering van de gezamenlijke taakopdracht en derhalve geen strijd oplevert met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst.
Hiertoe wordt bekeken of de voorgenomen nevenactiviteit: 1.
zal leiden tot een vereenzelviging van derden met de landelijke publieke mediadienst, en/of;
2.
3.
Datum 25 september 2012
Ons kenmerk Juza uit-10833
plaatsvindt in een context die schadelijk is voor het imago en/of afbreuk doet aan de basiswaarden van de landelijke publieke
Pagina
mediadienst, en/of;
02
op andere wijze leidt tot verzwakking van de landelijke publieke mediadienst met zijn aanbodkanalen, bijvoorbeeld door versnippering van aanbod en/of afbreuk aan het vermogen van de publieke mediadienst om zich te kunnen onderscheiden.
Uit de beleidslijn volgt dat de Raad van Bestuur terughoudend is ten aanzien van activiteiten die bestaan uit het leveren van media-aanbod aan (media)bedrijven die dit aanbod toegankelijk zullen maken voor het Nederlandstalig publiek. Met name wordt hierbij gedacht aan de mogelijke vereenzelviging van deze derde met en/of verzwakking van de landelijke publieke mediadienst. Dat kan bijvoorbeeld plaatsvinden door afbreuk aan het vermogen van de landelijke publieke mediadienst om zich te onderscheiden en/of versterking van de programmering van een concurrerende mediadienst, mede gelet op de doelgroep en het genre van het media-aanbod waarop de nevenactiviteit betrekking heeft. Bij dit soort nevenactiviteiten is het derhalve zeer aannemelijk dat de uitvoering van de gezamenlijke taakopdracht op nadelige wijze wordt beïnvloed. Op basis van uw melding van 30 augustus jl. concluderen wij dat er geen sprake zal zijn van één van bovengenoemde omstandigheden. De nevenactiviteit bestaat uit het aanbieden van beeldmateriaal uit de VPROserie Beagle als stockshots via het Instituut voor Beeld en Geluid. De VPRO zal dit materiaal in delen digitaal aanleveren bij Beeld en Geluid. Beeld en Geluid zal de shots selecteren, metadateren en vervolgens aanbieden aan diverse internationale in stockshot-sales gespecialiseerde, bedrijven. Het gaat om circa 500 uur ruw materiaal in HD-kwaliteit. Deze afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst tussen de VPRO en Beeld en Geluid, waarin onder meer is afgesproken dat de VPRO Beeld en Geluid benoemt tot wereldwijde exclusieve distributeur van het door de VPRO aangeleverde “Beagle; In het kielzog van Darwin” beeldmateriaal (outs), hierna te noemen: “stockshots”.
De VPRO heeft op 15 mei 2012 een vergelijkbare nevenactiviteit gemeld bestaande uit de licentieverlening voor het gebruik van het ruwe materiaal van "Nederland van Boven" aan Wim Robberechts & CO NV voor de verkoop van de luchtopnamen als stockshots. De Raad van Bestuur heeft op 19 juni jl.
Datum 25 september 2012
Ons kenmerk Juza uit-10833
vastgesteld dat deze nevenactiviteit niet in strijd is met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst.
Pagina 03
Net als bij de nevenactiviteit die op 15 mei jl. is gemeld, worden de stockshots geleverd aan bedrijven die zich niet primair bezighouden met het produceren van media-aanbod of het verzorgen van een mediadienst. In de overeenkomst is namelijk opgenomen dat Beeld en Geluid de stockshots zal leveren op basis van overeenkomsten met internationale in stockshot-sales gespecialiseerde bedrijven. De beelden zijn dus niet (direct) herleidbaar tot het media-aanbod van de VPRO. Het voorgaande heeft tot gevolg dat het risico op vereenzelviging van derden met de landelijke publieke mediadienst in het geheel of de VPRO in het bijzonder zeer klein is. Het doel waarvoor het beeldmateriaal wordt gebruikt, is afgebakend in de overeenkomst. Hoewel de stockshots door de beschikbaarstelling door Beeld en Geluid aan internationale in stockshot-sales gespecialiseerde bedrijven, toegankelijk worden voor het algemene publiek, leidt deze nevenactiviteit niet tot verzwakking van de landelijke publieke mediadienst. Nu de stock-shots niet zullen worden vertoond via een mediadienst die concurreert met de aanbodkanalen van de landelijke publieke mediadienst en de bedrijven die het beeldmateriaal in de vorm van stockshots zullen verkopen, geen activiteiten uitvoeren die lijken op activiteiten die onderdeel uitmaken van de taakopdracht van de landelijke publieke mediadienst, treedt er in dit geval geen verzwakking van of concurrentie met de aanbodkanalen landelijke publieke mediadienst op. De Raad van Bestuur komt dan ook op grond van het bovenstaande tot de slotsom dat de onderhavige nevenactiviteit niet in strijd is met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst. Ten overvloede merkt de Raad van Bestuur nog het volgende op. Anders dan in de overeenkomst tussen de VPRO en Wim Robberechts & CO NV bevat de overeenkomst met Beeld en Geluid geen bepalingen die voorkomen dat derden in eigen publicitaire uitingen niet zullen verwijzen of aanhaken bij de programmering van de VPRO en dat Beeld en Geluid geen overeenkomsten zal afsluiten die schade kunnen toebrengen aan de VPRO.
Aangezien de overeenkomst nog niet is ondertekend, wordt de VPRO geadviseerd deze afspraken op te nemen in de overeenkomst met Beeld en Geluid. Conclusie Na beoordeling van de melding aan de voorwaarden van de beleidslijn nevenactiviteiten NPO 2011, is de Raad van Bestuur tot de slotsom gekomen dat de voorgenomen nevenactiviteit niet in strijd is met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst, zoals bedoeld in artikel 2.133 Mediawet. Dit betekent dat u de voorgenomen activiteit tot uitvoer kunt brengen. Dit oordeel is gebaseerd op de beschikbare informatie en geldt onder voorbehoud van gelijkblijvende omstandigheden. Tegen deze brief staat geen bezwaar open, nu deze brief niet op rechtsgevolg is gericht en aldus niet kan worden aangemerkt als besluit in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht. De media-instelling is ingevolge artikel 2.133 jo. 2.111 Mediawet namelijk bevoegd de nevenactiviteit overeenkomstig de melding te verrichten, tenzij de Raad van Bestuur binnen twee maanden schriftelijk kenbaar maakt dat de activiteit in strijd is met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst. De Raad van Bestuur houdt op de website een openbaar register Nevenactiviteiten bij waarin deze brief zal worden opgenomen (http://www.publiekeomroep.nl/organisatie/pagina/regelingen). Dit oordeel laat onverlet de bevoegdheid van het Commissariaat voor de Media de nevenactiviteit ex ante te toetsen krachtens artikel 2.132 Mediawet. Een afschrift van deze brief is doorgestuurd naar het Commissariaat voor de Media. Met vriendelijk groet,
Henk Hagoort Voorzitter Raad van Bestuur
Datum 25 september 2012
Ons kenmerk Juza uit-10833
Pagina 04
Datum
Met vriendelijke groet, Henk Hagoort
25 september 2012
Ons kenmerk Juza uit-10833
Pagina 05