Klassieke agenda
Van de rector
Pan
1040 uur
> pagina 2
> pagina 4
> pagina 5
> pagina 8-11
Vox Hieronymi Bulletin voor de ouders van leerlingen aan het Stedelijk Gymnasium te Utrecht
jaargang 36 nummer 11 2008 www.usgvox.nl
Nieuwsvaria
1040 uur?
Charlotte Mutsaers
Kritisch onderwijsvolger
Nieuwe schooltas Goede Doelen Actie Gratis boeken Actie Vroeg Op Stap Gespreide examens
De 1040-uur-discussie blijft doorgaan. Een leerling, een docent, een ouder en de rector van het USG zeggen onverbloemd wat ze van de norm vinden.
Schrijfster Charlotte Mutsaers zette in de schoolkrant van het USG haar eerste literaire stappen. Een uitgebreid interview met deze oud-leerling en een speciale Vox-korting op haar nieuwste boek Koetsier Herfst.
Leo Prick is al jaren een kritisch volger van onderwijsveranderingen. ‘We hebben het onderwijs te lang overgelaten aan politieke hobbyisten. Ouders en leraren moeten voorkomen dat besturen dat politieke hobbyisme voortzetten.’
> pagina 6-7
> pagina 8-11
> pagina 13-15
> pagina 18-19
Schoolprestaties openbaar? > pagina 16-17
Elektronische Leeromgeving > pagina 20-22
Gala en geen date!?
Schoolagenda
> pagina 23
> pagina 24
2 |Klassieke agenda
13 februari Kinderworkshop ‘Wonen in het Romeinse Rijk’. 13.00-14.30 en 15.30-17.00 uur. Architectuurcentrum Aorta, Achter de Dom 14, Utrecht. 27 februari Kinderworkshop ‘Wonen in het Romeinse Rijk’. 13.00-14.30 en 15.30-17.00 uur. Architectuurcentrum Aorta, Achter de Dom 14, Utrecht. t/m 1 maart Tentoonstelling ‘Limes. Geheimen ontsluierd’. Architectuurcentrum Aorta, Achter de Dom 14, Utrecht. Tot 2 maart Tentoonstelling ‘Goed gegoten! 5000 jaar brons’. Allard Pierson Museum, Amsterdam. Inl.: www.allardpiersonmuseum.nl 26 maart MUZtheater speelt Medea. Stadsschouwburg Utrecht, 20.30 uur. Inl.: (030) 230 20 23
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
24 april tot 4 mei Week van de Klassieken (uitgeverij Athenaeum): aandacht voor boeken uit en over de oudheid. Speciaal voor die gelegenheid schrijft Fik Meijer een geschenkboekje: Lessen in beschaving. Athene, Rome, Washington. 24 april t/m 7 september Tentoonstelling ‘Lectori Salutem, Boek en Oudheid’, Allard Pierson Museum, Amsterdam. Inl.: www.allardpiersonmuseum.nl t/m 1 juni 2008 Toneelgroep De Appel speelt Odysseus (regie Aus Greidanus), voorstelling van 13.30 uur tot 22.30 uur. Informatie: www.toneelgroepdeappel.nl 14 juni Theater Turba speelt De Vogels van Aristofanes, Theater Kikker 20.00 uur. 23 augustus 2008 t/m 4 januari 2009 ‘Luxe en Decadentie - Leven aan de Romeinse goudkust’, Museum het Valkhof Nijmegen, over de immense rijkdom van de Romeinse elite aan de Golf van Napels: luxe villa’s, gladiatorenspelen, feestelijke eet- en drinkgelagen, tuinarchitectuur en badcultuur. Inl.: www.museumhetvalkhof.nl (t/m 8 juni ook te zien in het Bremer Landesmuseum).
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
Voorwoord|
3
Kaas op z’n Italiaans
De wonderbaarlijke werking van een kaasschaaf, kennismaking met de curieuze smaak en consistentie van ontbijtkoek, pindakaas of appelstroop. Uitwisselingsscholieren uit het buitenland die dezer dagen op bezoek zijn bij het USG ondergaan een verrijkende ervaring. Wij hebben een Italiaan over de vloer, Riccardo. Een keurige jongen, die vlekkeloos Engels spreekt en zich naadloos in het Nederlandse gezinsleven voegt. Dat gezinsleven speelt zich vooral rond de eettafel af, omdat het uitwisselingsprogramma leuk maar overvol is. Veel zien we hem dus niet, aan tafel kunnen we dagelijks bijpraten. Fries suikerbrood viel in de smaak, ontbijtkoek werd beleefd, maar moeizaam weggewerkt. Voor de rest eet Riccardo bij de broodmaaltijden vooral witte boterhammen met jam. En kaas natuurlijk. De kaasschaaf vergde enige uitleg. Na een paar pogingen vroeg Riccardo permissie om de kaas met een mes te snijden: een dikke plak en die plak vervolgens weer in stukjes op brood. Wie tegenwoordig bij ons thuis kaas met een mes snijdt, eet ‘kaas op z’n Italiaans’. We hebben gehoord dat de Padovanen socialer schijnen te zijn dan Rathenauers - die eerder hier waren. Hoe de Tsjechen uit Brno in dat opzicht zijn, moeten we nog even afwachten. Zo hebben we ons laten vertellen dat op de vierde dag van de uitwisseling de eerste Nederlands-Italiaanse stelletjes al gevormd zijn. Romantische types, die Italianen (de Italiaanse dames tonen zich ongenaakbaar). Dat belooft wat voor het terugbezoek. We hebben onze Italiaanse gast bijgepraat over de onderwijskundige ontwikkelingen in Nederland. Het maakte wel indruk dat zoveel scholieren uit het hele land zijn gaan demonstreren in Amsterdam, maar het was lastig om de finesses van de 1040 urendiscussie over te brengen. Ook in de Vox
krijgt het onderwerp ruim aandacht. Op pagina 8 tot en met 11 geven achtereenvolgens een docent, een leerling, een ouder en de rector hun visie. Voor de staatssecretaris is weinig steun. Verder heeft deze Vox ondermeer een uitgebreid verhaal over de ELO, de elektronische leeromgeving, een artikel over oud-leerling Charlotte Mutsaers (met kortingsbon voor haar nieuwste boek) en een interview met NRC-columnist Leo Prick. Een gevarieerde inhoud dus. Laat ons weten wat u ervan vindt. Door een technische kronkel is de Vox-redactie een tijdlang per mail onbereikbaar geweest. Er bleek een stuwmeer van 3000 mailtjes te zijn gegroeid, die nooit zijn doorgestuurd. Tussen alle berichten voor erectiepillen, goedkope leningen en replicahorloges zaten ook enkele mailtjes van enthousiaste lezers. Die ontvangen we graag, net als berichten van niet-enthousiaste lezers trouwens. De redactie is na de oproep in de vorige Vox weer op volle sterkte, maar ook als nietredactielid zijn uw bijdragen en opmerkingen zeer welkom:
[email protected]. De redactie van de Vox Hieronymi Hendrik-Jan Buist Jasper Enklaar Maddy Hageman Inge Hassink Erik Jille Jolanda van der Land Frieda Schellekens Tineke Snel Mirjam Sternau
4 |Van de rector
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
Initiatieven
Al drie weken lang is het op woensdag in de kantine een drukte van belang. Lekkere Indonesische hapjes, gemaakt door leerlingen en ouders van de derde klassen, worden dan verkocht door leden van de ouderraad. Alles ten bate van het goede doel: een school in Indonesië, waarvoor de leerlingen geld inzamelen. Ze hopen op het door henzelf georganiseerde Valentijnsgala bekend te kunnen maken dat ze met verschillende acties een bedrag van 7500 euro bij elkaar gehaald hebben. Een mooi voorbeeld van de grote betrokkenheid van zowel leerlingen als ouders bij de school en van hun inzet voor de mensen om hen heen. Maar ook een mooi voorbeeld van de vele initiatieven die leerlingen zelf nemen en uitvoeren. Het USG streeft ernaar dat iedere leerling zo goed mogelijk zichzelf leert kennen. Wat zijn mijn talenten, mogelijkheden, interesses? En dan zie je leerlingen twee felbegeerde debatprijzen winnen - het Nationaal Kampioenschap en het Intergymnasiaal Debattoernooi -, een prachtig toneelstuk opvoeren, een flitsende schoolstrijd organiseren, meedoen aan olympiades op verschillende vakgebieden, een fantastisch jaarboek presenteren, mooie muziekavonden, zowel klassiek als modern, organiseren, meedoen aan sporttoernooien, en ga zo maar door. In het onderwijs zelf proberen we eveneens recht te doen aan de verschillende talenten van leerlingen en ze zoveel mogelijk uit te dagen. Dit schooljaar zijn we begonnen alle leerlingen Cambridge Engels aan te bieden, waarbij de leerlingen helemaal vanuit het Engels de taal aanleren. Voor sommige leerlingen is het even wennen, maar de geluiden zijn zeer positief. Er wordt steeds meer samengewerkt tussen de verschillende vakken, wat de leerlingen meer inzicht biedt in de samenhang tussen de vakken. Het CSI-project, waarbij niet alleen sporenonderzoek wordt gedaan bij de exacte vakken, maar ook interviews gehouden worden in het Engels en het Duits, laat zien wat er allemaal mogelijk is. Dit alles komt tot stand door een grote inzet en vernieuwingsgezindheid van het docententeam. We zijn er trots op dat er steeds weer enthousiaste plannen zijn om de leerlingen te leren onderzoek te doen, samen te werken en een goede presentatie neer te zetten. Naast deze ontwikkelingen in het onderwijs zijn we ook bezig onze leerlingen zich bewust te laten worden van de maatschappij waarin zij leven. Dit gebeurt onder andere door het invoeren van maatschappelijke stages en door internationalisering. Het is goed als leerlingen zich inzetten voor hun medemens in en buiten school. Daarmee leren zij over grenzen heen te kijken en maken ze kennis met andere culturen. Zo leren ze het leven van verschillende kanten beschouwen.
De school telt op dit moment bijna 600 leerlingen en dat zal in de toekomst uitlopen op ongeveer 630. Ons prachtige gebouw is daarvoor al enkele jaren aan de kleine kant, maar we kunnen er nog wel even mee leven. De plannen om in de tuin een mooie uitbreiding te realiseren nemen steeds vastere vormen aan, waardoor we over enkele jaren alle leerlingen voldoende ruimte kunnen bieden. Veel van de activiteiten in school worden mede mogelijk gemaakt door de ouderraad. We zijn erg blij met het goede overleg, de fijne samenwerking en de inzet van de ouderraad en van vele andere ouders. Inmiddels is het schooljaar zover gevorderd dat het Open Huis alweer voor de deur staat. Ik denk dat deze ouderkrant, de Vox Hieronymi, in kwaliteit ongeëvenaard is in Nederland, zowel inhoudelijk als qua vormgeving. We zijn de ouderredactie dan ook zeer dankbaar voor hun inspanningen en hopen dat de ouders van aankomende eersteklassers veel plezier zullen beleven aan deze speciale Open Huis Vox. [Hanneke Taat]
Goden ABC|
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
5
Pan: fluitspeler op bokkepoten
Hermes is de zoon van Zeus en de nimf Maie. Middels een onbekende moeder kreeg Hermes een zoon: de bosgod of sater Pan. Dit mannetje met bokkenpoten hoort tot de halfgoden, of misschien wel kwartgoden en speelt een voldoende belangrijke rol in de Griekse mythologie om hier ook aan bod te komen. Er bestaan een paar leuke verhalen over. Pan is de beschermgod van de herders en de kudden. Verder is hij de god van het vee en de (dierlijke) instincten. We kennen Pan met een herdersfluit, rietfluit of Syrinx, nog vaker: panfluit genoemd. Hoe kwam hij daaraan? In de bergen van Arkadië leefde eens een wonderschone bergnimf. Haar vriendinnen, de dryaden, noemden haar Syrinx. Veel woudgoden en saters hadden geprobeerd haar liefde te winnen, en dat gold ook voor de herdersgod Pan. De nimf had zich aan al deze aanbidders steeds weer weten te ontworstelen, want zij gaf er de voorkeur aan vrij door de bossen te zwerven. Ze had zich helemaal aan de godin van de jacht gewijd, en zwierf net als Artemis in een jachtkleed door het woud. Van een huwelijk wilde zij niets weten.
Vrijerspogingen Op een dag bespotte de nimf Pan voor zijn vrijerspogingen en vluchtte vervolgens in een dicht woud. Pan achtervolgde haar en kon haar steeds dichter naderen omdat haar vlucht werd gestuit door een brede beek. In haar angst voor Pan smeekte Syrinx de stroomgoden om hulp. En juist toen de naderende Pan dacht dat hij haar te pakken had - hield hij een rietstengel in zijn hand. Bedroefd stond Pan voor de veranderde nimf en slaakte een paar diepe zuchten. Deze gaven in het riet een diepe, klagende weerklank, die Pan troostte en zelfs verrukte. “Dit is prachtig, wat een vondst”, riep hij uit en hij sneed een aantal stengels van verschillende lengte van het riet. Hij voegde ze met was aaneen (dat kunnen alleen goden) en noemde dit nieuwe instrument met de naam van zijn onbereikbare geliefde. Door deze fluit zou hij zich toch altijd met haar verbonden voelen. Vanaf dan loopt Pan vrijwel altijd op zijn fluit te spelen. En ja, dit is ook anderszins interpreteerbaar.
Ezelsoren Op een keer komt koning Midas Pan op een wandeling door het bos vergezellen. Hij vindt Pan prachtig spelen, wordt er zelfs helemaal weemoedig van. Door de complimenten van Midas wordt Pan erg hoogmoedig: hij beweert dat hij eigenlijk de god van de muziek zou moeten zijn, want hij speelt immers mooier dan Apollo? Midas en Pan dagen Apollo uit voor een muziekcompetitie en de berggod Timolos zal jury zijn. Als Apollo eindelijk heeft toegestemd deel te nemen aan deze naar zijn idee overbodige wedstrijd, heeft zich ook al publiek verzameld. Pan fluit een hese deun waarna Apollo goddelijke klanken ontlokt aan zijn lier. De uitslag van deze Idols avant la lettre is volgens Timolos èn publiek dat Apollo’s muziek superieur is. Midas laat duidelijk merken dat hij het er helemaal niet mee eens is. Apollo wuift dit weg en wil zich van het bergtoneel verwijderen, maar Midas achtervolgt hem en blijft erover doordrammen dat de muziek van Pan hem veel meer raakte dan die van de god der kunsten. Dan vindt Apollo dat het welletjes is en grijpt Midas bij zijn oren en zegt zoiets als ‘wanneer iemand zúlke domme oren heeft, moet de wereld dat ook maar kunnen zien’. Daarbij trekt hij de oren van Midas een flink eind de lucht in. Terwijl Apollo wegloopt, vormt zich een laagje haar over de lange oren van koning Midas, die de rest van zijn leven met ezelsoren moet doorbrengen. [MH]
Jacob Jordaens (1593-1678, Pan en Syrinx, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Brussel
6 |Nieuwsvaria
Nieuwe schooltas Er is een nieuwe schooltas op de markt die de nek- en rugklachten van de rugzakdragers moet verminderen en het aantal verkeersongevallen van kinderen die door te zware rugtassen met fiets en al omvallen moet terugdringen. De schooltas is ontworpen in samenwerking met scholieren. Er zit een koelvak in voor lunch en drinken, en een speciaal regenpakvak. De tas kan over de bagagedrager worden gehangen, zoals een fietstas. Het zwaartepunt is laag en deelname aan het verkeer daardoor veel veiliger, aldus de makers. De vraag is of de leerlingen de rugzak zo zullen vervoeren, want het is nog altijd niet cool om je rugzak op de bagagedrager te vervoeren als je op de fiets zit op weg naar school. En fietstassen zijn helemaal ‘not done’. Toch geïnteresseerd? www.bagup.nl
Goede Doelen Actie USG: Indonesische eetweken De leerlingenraad van het USG organiseert dit jaar voor de derde keer een grote actie voor het goede doel: de GDA. Het geld dat hiermee opgehaald wordt gaat naar Werkgroep 72. Werkgroep ’72 houdt zich bezig met sociale welzijnsprojecten gericht op arme mensen in Indonesië. Het gaat om kleinschalige hulp op het gebied van onderwijs, medische zorg en opvang van straatkinderen. Giften komen zowel uit Nederland als Indonesië en komen voor 100% bij de doelgroep
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
terecht. Het beoogde bedrag voor dit jaar is 7500 euro, waarmee Werkgroep ’72 een ziekenhuis gaat ondersteunen bij een weeshuis in Jakarta. De Goede Doelen Actie bestaat uit verschillende onderdelen. Met onder anderen het Valentijns Gala en een grote loterij proberen de leerlingen zoveel mogelijk geld op te halen. Met de loten kunnen leerlingen mooie prijzen kunnen winnen zoals Dita hockeysticks, een sieraad of een Wii. De trekking zal plaatsvinden tijdens het Valentijns Gala. De Indonesische eetweken maken ook deel uit van de GDA. Een groot aantal ouders en leerlingen uit de klassen 1 tot en met 4 hebben deze weken mogelijk gemaakt door op woensdagen in januari Indonesische etenswaren aan te leveren voor de verkoop. Zo waren er heerlijk geurende gehaktballetjes, kippenvleugeltjes, mini loempia’s, porties nasi en bami, saté met pindasaus en kroepoek te koop en niet te vergeten de heel goed lopende chocolade-kokoscake en spekkoek. Daarnaast beproefden sommige leerlingen hun geluk met originele Indonesische gelukskoekjes. In de kantine van de school verkochten leerlingen van de leerlingenraad, het Horecateam en enkele ouders van de ouderraad de versnaperingen aan de leerlingen (en docenten!) die zich in groten getale naar de kantine begaven. Kortom, de sfeer en animositeit van een echt Indonesisch eetstalletje was voelbaar. Door de inzet van iedereen staat de teller na drie weken op 831,30 euro en zal na de vierde verkoopdag het streefbedrag van 1000 euro voor de Indonesische eetweken ongetwijfeld gerealiseerd gaan worden! Kijk op www.usgactie.nl voor meer informatie.
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
Nieuwsvaria|
7
Actie Vroeg Op Stap
Verzet tegen 1040 uur
Eerst ergens indrinken en vervolgens pas om 24.00 uitgaan? Voor steeds meer scholieren is dat heel gewoon. Eind vorig jaar zijn enkele ouders in het noorden van het land een actie begonnen om terug te gaan naar een ‘normaal’ uitgaansleven: de actie Vroeg Op Stap. Doel van de actie is om de openingstijden in het uitgaansleven in het weekend op normale tijden te doen plaatsvinden. Op internet (www.vroegopstap.nl) kan iedereen een petitie ondertekenen. Met deze digitale handtekeningen willen de initiatiefnemers een zogenaamd burgerinitiatief starten bij de Tweede kamer. Een oproep om een e-mail hierover aan kennissen rond te sturen was bijzonder succesvol. Eind januari waren er meer dan 100.000 handtekeningen geplaatst.
Scholen voor voortgezet onderwijs zijn verplicht om 1040 uur per jaar les te geven. Om aan dit aantal uren te komen, passen scholen allerlei noodgrepen toe, zoals het ‘ophokken’ van leerlingen tijdens uitval van uren. Onlangs hebben scholen die zwaar onder de norm van 1040 uur uitkwamen, zelfs een boete gekregen van de staatssecretaris van Onderwijs, Marja van Bijsterveldt. Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) verzet zich tegen de strikte handhaving van de normen voor minimale onderwijstijd en heeft het platform Bewust Kiezen voor Kwaliteit (BKK) opgericht. Al meer dan honderd scholen voor voortgezet onderwijs steunen dit platform. Ook de Algemene Onderwijsbond, een bond voor onderwijspersoneel, staat achter het initiatief van het LAKS om de nutteloze uren af te schaffen. De vereniging Ouders en Coo vindt dat een lagere urennorm dan 1040 de leerling schaadt. Twee jaar geleden ging de oudervereniging met pijn in het hart akkoord met een verlaging van de urennorm van 1067 naar 1040. Minder kan echt niet, meent de vereniging. Ouders en Coo is overigens faliekant tegen de ophokuren en het op dat punt eens met het LAKS. ‘Het is een schande dat scholen dit soort uren aanbieden en het is een brevet van onvermogen naar de ouders toe’, aldus de reactie op de website van de vereniging. Meer over de 1040uren norm op de pagina’s 8 t/m 10.
Gespreide examens Op elf scholen voor voortgezet onderwijs hebben in totaal 800 leerlingen in januari al eindexamen gedaan in één of meer vakken. Deze scholen doen mee aan een pilot met gespreide examens. De Pilot Meerdere Examenmomenten ging vorig schooljaar van start. Het aantal leerlingen dat aan de landelijke proef meedoet, is dit schooljaar verdubbeld. Het ministerie van OCW wil met de gespreide examens de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. De pilot duurt tot 2010 en wordt begeleid door de VO-raad. Na afloop wordt bekeken of alle vo-scholen de mogelijkheid krijgen de eindexamens te spreiden.
Gratis boeken Met ingang van het aankomend schooljaar zijn de boeken voor leerlingen in het voortgezet onderwijs gratis. De bedoeling is dat de scholen de boeken voor de leerlingen gaan inkopen. Alleen is dat dit jaar nog niet te verwezenlijken. Daarom krijgen de ouders 308 euro per leerling voor schoolboeken in december 2008 uitgekeerd van de overheid. Een aantal scholen voor voortgezet onderwijs heeft inmiddels besloten het boekengeld aan de ouders voor te schieten. De ouders hoeven de boeken pas te betalen als zij in december van het Rijk de vergoeding van 308 euro binnen hebben.
8 |1040 uur?
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
De 1040-uurdiscussie blijft leerlingen, ouders en onderwijsmedewerkers bezighouden, ook na de grote demonstraties op het Museumplein. Op de volgende vier pagina’s geven verschillende betrokken partijen hun mening over de norm van 1040 uur.
‘Nee’ tegen de ‘terreur’ van Van Bijsterveldt Na de ‘verWildering’ van de maatschappij krijgt Nederland te maken met een ander nieuw en schadelijk fenomeen: de verBijstering van de samenleving. Het is niet zozeer de ‘terreur van de grauwe middelmaat’ (Trouw, 17/01) waar we van afmoeten om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, als de ‘terreur’ van het ministerie van Onderwijs. Wat mij betreft is de tijd rijp voor een manifest waarin tegenwicht wordt geboden aan staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs. Een objectieve buitenstaander zou denken dat het Van Bijsterveldts geheime missie is om het onderwijs om zeep te helpen. Als dat zo is, dan slaagt ze daar uitstekend in. In een tijd waarin Nederland kampt met een enorm lerarentekort en een negatief imago van het voortgezet onderwijs doet zij er nog eens een schepje bovenop door een hele beroepsgroep in een kwaad daglicht te zetten. Als zij de termen die ze in haar mond neemt zou toepassen op de Nederlandse soldaten in Afghanistan of de moslims in Nederland, dan zou haar carrière als staatssecretaris spoedig ten einde zijn. Maar helaas kan men blijkbaar ongestraft en ongegrond de docenten van het voortgezet onderwijs schofferen. Volgens Van Bijsterveldt zal er ‘harder gewerkt moeten worden’ (Trouw, 17/01). Hiermee impliceert zij dat de huidige docent niet hard genoeg werkt. Is het misschien omdat het onderwijs zo’n luizenbaantje is dat er een tekort van 50.000 docenten dreigt? Zijn de potentiële docenten wellicht bang dat ze zich gaan vervelen? Of denkt Van Bijsterveldt dat het onderwijs aantrekkelijker wordt door een volstrekt onzinnige urennorm op te leggen? Met de urennorm van 1040 lesuren hoopt ze de ‘excellentie’ van het onderwijs in Turkije en Korea te kunnen evenaren. Twee landen die nu niet bepaald bekend staan om hun fantastische onderwijs, en die allebei aanzienlijk lager scoren dan Nederland in het PISA-onderzoeksrapport en op de Shanghai wereldranglijst van universiteiten. Maar dat het Van Bijsterveldt aan dossierkennis ontbreekt, dat blijkt al uit haar idiote maatregelen.
Ook ik heb als coördinator internationalisering een groot aantal scholen in het buitenland bezocht. Daar heb ik de leerlingen en docenten van dichterbij meegemaakt dan waarschijnlijk op het reisje van Van Bijsterveldt het geval was. Verder heb ik vier jaar in Engeland voor de klas gestaan. Maar of ik mijn eigen school nu vergelijk met een school in Italië, Duitsland, Litouwen, Oostenrijk of Tsjechië, het valt me steeds weer op hoe positief onze leerlingen bij hun buitenlandse uitwisselingspartners afsteken. Van gebrek aan kwaliteit lijkt in internationaal perspectief geen sprake, al staat de gemiddelde Nederlandse docent wél al veel méér voor de klas dan zijn buitenlandse collega. Misschien had Van Bijsterveldt zelf iets meer lesuren in de schoolbanken moeten doorbrengen om het verschil tussen kwantiteit en kwaliteit te leren. Doorgaans kan ik dat mijn leerlingen echter al duidelijk maken in minder dan 1040 lesuren. Uit het feit dat verscheidene scholen die beboet zijn wegens een tekort aan lesuren door de inspectie van onderwijs juist als ‘excellent’ en ‘goed’ beoordeeld zijn, blijkt reeds het gebrek aan correlatie tussen kwantiteit en kwaliteit. Het is schandalig om scholen die door tientallen jaren wanbeleid van het ministerie van Onderwijs de 1040 lesuren niet kunnen halen, ook nog eens te gaan beboeten. Alsof een school een commerciële organisatie is, die zomaar tienduizenden euro’s kan ophoesten. Als elke politicus die heeft bijgedragen aan het falende onderwijsbeleid daarvoor beboet zou worden, dan zou er al gauw genoeg extra geld zijn om maatregelen te treffen om de kwaliteit van het onderwijs écht te verbeteren. Net als verWildering leidt ook verBijstering tot polarisering. Enerzijds worden de docenten afgeschilderd als ‘Untermenschen’ die hun leerlingen te weinig bijbrengen en niet hard genoeg werken, en anderzijds wordt er van hen verwacht dat het ‘Übermenschen’ zijn van wie zowel kwantitatief als kwalitatief het onmogelijke gevergd wordt. Ondertussen wordt uit het rapport van Rinnooy Kan geen lering getrokken en staan de docenten en het Ministerie van Onderwijs nog meer tegenover elkaar dan ooit. Ik ben verBijsterd. [Laurien Crump, docent klassieke talen]
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
Ophok-uren
Het onderwijs in Nederland heeft het al jarenlang moeilijk en de kwaliteit is in de afgelopen decennia verslechterd. Leerlingen en leraren zijn steeds minder gemotiveerd: wat is er nog over van het Nederlandse onderwijs? En wat wil de minister van Onderwijs hieraan doen? Een gloeibriljant bij het ministerie kwam met de oplossing: leerlingen moeten gewoon langer in het schoolgebouw blijven zitten. Meer uurtjes in de schoolbanken doorbrengen. Hij had blijkbaar het idee dat het zitten in een klaslokaal pubers op magische wijze motiveert om te leren. En dit zonder iets aan de benodigde ondersteuning te doen. Er is te weinig geld voor onderwijs, er zijn te weinig leraren maar toch staat het ministerie erop dat leerlingen méér uren maken. Het komt er dus op neer dat klassen in lokalen worden gedumpt zonder iemand die les of uitleg kan geven. Scholen schieten collectief in de stress om die uren vol te krijgen en de leerlingen worden als vee behandeld. Het wringt aan alle kanten. Gelukkig is dit op het USG voorlopig niet aan de orde. Bizar is de krampachtige manier waarop door de overheid werd gereageerd op het massale protest van scholieren en scholen. Het recente gedrag van het ministerie geeft maar aan hoe outof-touch ze is met de scholen en de kinderen waar ze zorg voor draagt. [Menno Schellekens, 3a]
1040 uur?|
9
10 |1040 uur?
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
Gezinsurennorm
1040 uur. Het is nog heel wat. Als je 10 minuten per dag op de wc zit, en dat haal ik amper, is dat zo´n 462 uur op een mannenleven. Vrouwen zitten gemiddeld wat langer in hun leven op de wc, alleen al omdat ze ouder worden, en halen wel 500 uur. Bij mijn tante gaat het allemaal niet zo makkelijk, ze heeft allemaal boekjes op de wc staan, en die haalt misschien wel 800 uur. Maar dan heb je het echt wel gehad. Het zijn al met al waardevolle uren, het levert iets tastbaars op, en het is wetenschappelijk bewezen dat op de wc de beste ideeën ontstaan. Zo schreef George Friedrich Händel er zijn Suite in D majeur, HWV 349 (watermusic), Tim Berners-Lee heeft er het internet bedacht, en Frederik Hendrik besloot er in de tachtigjarige oorlog de moerassen rond Den Bosch droog te malen. Allemaal belangrijke tijd dus op die wc. Toch
heeft nog nooit iemand gezegd dat je verplicht 1040 uur op de wc moet doorbrengen. Iedereen weet dat de één wat langer nodig heeft dan de ander. En wat heeft het voor zin te blijven zitten als de klus geklaard is? Op school is dat wel anders. 1040 is de norm en of je nu wat te doen hebt of niet, je zult er 1040 uur op zitten. Dus moeten onze kinderen in een bomvolle studieruimte proppen schieten naar de conciërge die ze opvangt in een korf. Of ze lummelen uren door het gebouw om het laatste kauwgompapiertje te vinden zodat ze een aantekening bemachtigen waarmee geregistreerd wordt dat ze aan de urenverplichting ‘actief burgerschap’ hebben voldaan. Laatst kwam ik op een school waar leerlingen in de aula helemaal niets deden, over hun bank hingen of gewoon lagen te slapen. Het bleek de cursus ‘omgaan met verveling’ te zijn waarmee je voor het vak verzorging studiepunten kon verdienen. Eén leerling was wel bezig, zat namelijk te msn-en, en nam dus het risico zijn
target niet te halen. Hij bleek contact te hebben met een bejaarde en zo zijn punten voor de ‘maatschappelijke stage’ bij elkaar te sprokkelen. Het maakt blijkbaar niet meer zoveel uit wat je als school doet, als je de deur maar dicht houdt. Tja, die 1040-urennorm. Pak een papiertje en reken zelf eens met me mee.´s Ochtends zie ik mijn kinderen een half uur, dus dat is 2,5 uur per week. Als ik drie avonden thuis ben is dat veel, en dan zie ik ze 1 uur. Dat is dus 3 uur per week. Totaal dus 5,5 uur. In het weekend haal ik met een beetje geluk 8 uur. Dat maakt 13,5 uur per week. 44 weken gaan zo, dus dat is 44 x 13,5 = 594 uur. In de vakantie zie ik ze gemiddeld 6 uur per dag, dus laten we zeggen 42 uur per week. Met 8 weken vakantie (ja, ja onderwijs mevrouw…) kom ik dan op 336 uur. In totaal zit ik dan op 594 + 336 = 930 uur. 930 uur ben ik als opvoeder zinvol met ze bezig. Ik haal de 1040-urennorm zelf niet eens. Kom nog 110 uur tekort, hetgeen staat voor 3 weekendjes naar Centerparcs, 25 keer naar de film, 32 spelletjes Risk, of samen 264 afleveringen van Frasier kijken. Haalt u de 1040-urennorm met uw gezin? Wordt het niet hoog tijd dat we de 1040-urennorm voor zowel vader als moeder gaan instellen? Dat onze kinderen gewoon 1040 uur bij ons moeten zijn, dat we ze zien, dat we ze kunnen aanraken als we dat willen, en dat we eventueel wat tegen ze kunnen zeggen. En dat ze dan niks hoeven te doen; wat muziek luisteren, op de bank hangen, op de grond liggen met een stripje, propjes naar ons schieten, of lekker lang op de wc zitten. Gewoon heerlijk niets doen. Onthaasten met papa en mama. Dat is de echte 1040-urennorm die van onze kinderen betere en veel leukere mensen maakt. Laat ze dan maar wat eerder terugkomen van school. [Koen Bakker, vader van Sam Bakker (2A), directeur Stebo Utrecht]
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
1040 uur?|
11
Niet ophokken
Het is jammer dat het onderwerp onderwijstijd politiek zo beladen is geworden, dat een zinvolle discussie eigenlijk onmogelijk is. Dat er grote verschillen bestonden in het invullen van het voorgeschreven aantal lesuren is door de scholen erkend. Door veel scholen is dan ook hard gewerkt om de tijd die beschikbaar is in de jaaragenda en het lesrooster zo efficiënt mogelijk in te zetten. Hoewel het USG nooit ver onder de norm gezeten heeft, zijn ook door ons de puntjes op de i gezet door het schooljaar eerder te laten beginnen, de laatste schoolweek zo goed mogelijk te gebruiken en waar nodig het lesrooster aan te vullen. Op papier heeft de inspectie de planning dan ook goedgekeurd. Dat neemt niet weg dat het ook voor het USG moeilijk zal zijn om in de praktijk de norm te halen. Het is tenslotte de bedoeling dat ook onvoorziene uitval (door ziekte, scholing e.d.) gecompenseerd wordt. Dit betekent bij een gemiddelde uitval van 5 procent, dat in het vooruit 5 procent meer tijd geprogrammeerd moet worden, terwijl je nog niet weet of het echt nodig zal zijn.
vakken, extra activiteiten in school (bijvoorbeeld Spaans of toneel) en bij buitenschoolse activiteiten (bijvoorbeeld een debat- of hockeytoernooi dat de hele zaterdag duurt). Al deze extra activiteiten tellen voor de staatssecretaris niet mee: alleen gezamenlijk onderwijs volgen, daar leer je wat van. Dat niet elke leerling evenveel tijd nodig heeft is kennelijk niet van belang. Dat het erom gaat dat de leerling met een mooi diploma en met een goed inzicht in zijn interesses en mogelijkheden en met voldoende zelfvertrouwen de school verlaat en de volgende stap kan zetten richting ‘goed burgerschap’ is uit beeld verdwenen.
Kernkwaliteit van het USG is boeiend onderwijs, in de breedte en in de diepte, zoveel mogelijk op maat voor alle leerlingen. Dit betekent dat veel leerlingen extra uren draaien bij extra
[Hanneke Taat, rector]
Het USG is het ermee eens dat er een ondergrens moet zijn wat betreft het aantal uren dat een leerling onderwijs volgt, maar dat we met deze rigide opstelling geen recht doen aan ‘gedifferentieerd onderwijs op maat’. We streven er dan ook naar zoveel mogelijk onderwijstijd op een verantwoorde manier in te vullen, maar passen ervoor zogenaamde ‘cosmetische’ maatregelen te nemen als het ophokken van leerlingen.
12 |De vormgevers van de Vox
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
Het Grafisch Lyceum communiceert Kijk eens goed naar deze Vox Hieronymi. Wat valt u op? Mogelijk vindt u de pagina’s helder en overzichtelijk? Geinig fotootje hier, leuk kaderstukje daar? Goede indeling met opvallende koppen en tussenkoppen? Oftewel: goed verzorgd? Het is één oogopslag duidelijk: hiervoor zijn vakmensen aan het werk geweest. Zij zorgen er iedere keer weer voor dat de Vox er aantrekkelijk en overzichtelijk uitziet. Wie zijn zij? Om dat te weten te komen bracht de Vox een bezoek aan StudioS2B (lees: Studio School to Business). Aan de Vondellaan in Utrecht vinden we in Het Gebouw het Grafisch Lyceum Utrecht (GLU) en daar, in een grote ruimte op de begaande grond, is StudioS2B gehuisvest. De studio biedt stageplaatsen voor leerlingen van het GLU. In principe zoeken de leerlingen buiten de school in het bedrijfsleven een stageplek, maar voor diegenen die geen plaats kunnen vinden of die tijdens hun stage nog vakken op school moeten inhalen, is er een plaats bij Studio S2B. Onder (bege)leiding van Oscar van der Loo werken studenten Vormgeving, DTP en Mediamanagement samen aan de opdrachten. Op non-profit basis worden opdrachten gedaan voor nietcommerciële instellingen. Denk daarbij aan goede doelen en dergelijke. De Studio heeft een acquisitiemanager, die iedere aanvraag streng beoordeelt. Het is natuurlijk niet de bedoeling, dat zij opdrachten uitvoeren voor commerciële bedrijven en instellingen. Dat zou oneerlijke concurrentie zijn. Tegelijkertijd beoordeelt de acquisitiemanager of een mogelijke opdracht interessant en leerzaam genoeg is voor de studenten. Het moge duidelijk zijn, dat niet iedere aanvraag wordt gehonoreerd.
Prima opstap StudioS2B maakt veel divers werk. Logo’s, huisstijlen, folders, tijdschriften en websites – ze draaien er hun hand niet voor om. Tegelijkertijd doen de studenten de nodige praktijkervaring op. Het is een prima opstap naar, zoals het lyceum het zelf noemt, de ‘echte’ grafimedia wereld. Meer informatie over deze interessante opleiding op: www.glu.nl [IH] Een kleine greep uit de vele studierichtingen van het GLU: - Mediavormgever, met drie verschillende specialisaties – grafische vormgeving (drukwerk), animatie/audiovisuele vormgeving (animatie, games) en interactieve vormgeving (o.a. websites, interactieve cdroms). - Gamedesigner, een allround opleiding waarmee je aan de slag kunt bij gamebedrijven, webontwikkelaars en animatiebureaus. - Mediatechnoloog met de specialisaties webmaster, crossmedia publishing of workflowbeheer - Mediamanagement met de afstudeerrichtingen media-intermediair, mediaproductie manager of mediacontent manager. - Allround dtp’er
Compleet en helder Gelukkig viel de Vox wel binnen beide criteria en wordt de opmaak sinds medio 2007 verzorgd door studenten van het GLU. Onze eindredacteur stuurt alle teksten en illustraties naar de studio. Daar komt het terecht bij Johan van Wilsum, een laatstejaars student Mediamanagement, die na zijn opleiding aan de slag wil als trafficmanager. Johan checkt of alles compleet en helder is en zorgt ervoor dat het materiaal bij de vormgever komt. Deze gaat vervolgens aan de slag met de opmaak van de pagina’s, het bewerken en plaatsen van teksten en foto’s. Mochten er problemen ontstaan, of zijn er bestanden fout of niet compleet aangeleverd, dan komt dat weer bij Johan terug en hij zorgt ervoor dat de problemen opgelost worden en het uiteindelijke product op tijd afgeleverd wordt. Bij dit proces is Oscar voor iedereen een onmisbare vraagbaak. Oscar en Johan (staand) aan het werk in de studio
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
Beroemde USG-er|
Charlotte Mutsaers: ‘We hadden zoveel goede leraren!’ Schrijfster Charlotte Mutsaers zette haar eerste stappen op het literaire pad in de Apoforèta, schoolkrant van het USG. De school bleek een rijke inspiratiebron. Haar verliefdheid op de leraar Nederlands beschreef ze in Rachels Rokje, andere schoolervaringen kregen een plek in Kersenbloed. ‘Wordt de Dies niet meer gevierd? Waardeloos!’ Haar agenda in januari was meer dan vol. Een optreden bij Pauw & Witteman, interviewsessies voor een uitgebreid profiel in Vrij Nederland, een vraaggesprek met Hans Goedkoop voor het NPS-programma De Kunst. Er woedde een ware mediastorm rond Charlotte Mutsaers. Aanleiding: na jaren van stilte verscheen haar nieuwste boek Koetsier Herfst. De reacties waren juichend: ‘haar magnum opus’ (Trouw), ‘Mutsaers op haar best’ (NRC), ‘creatieve explosie’ (Volkskrant), ‘een opzwepende ode aan de verbeeldingskracht’ (Parool). Volgens de critici heeft Charlotte Mutsaers op indrukwekkende wijze de lange literaire stilte doorbroken.
‘Klinkt dat arrogant? Hoor ‘ns, er zaten allemaal goed opgevoede kinderen’ Bij alle interviewaanvragen lag ook een verzoek om een vraaggesprek van de Vox Hieronymi. Ondanks de drukte vond Charlotte Mutsaers nog een gaatje in haar agenda. Dus vervoegde de Voxredactie zich op een mooie donderdagmiddag bij haar thuis aan de Herengracht in Amsterdam voor een uitgebreid gesprek over heel veel zaken, maar níet over Koetsier Herfst.
Schoolkrant Charlotte Mutsaers (1942) is een dubbelkunstenaar; ze schrijft en schildert. Haar literaire werk werd bekroond met de Jan Greshoffprijs, de Busken Huetprijs en de Constantijn Huygensprijs. Voor haar literaire en beeldende werk ontving zij de Jacobus van Looyprijs. Ze werd genomineerd voor zowel de AKO Literatuurprijs als de Gouden Uil. Een indrukwekkende carrière. Haar eerste stappen in die richting zette ze op het Utrechts Stedelijk Gymnasium. Daar zat ze zelfs in de redactie van de schoolkrant Apoforèta. “Daar werd je werd voor gevraagd”, vertelt ze. “Ik schreef graag verhalen en gedichten, en maakte ook tekeningen. In de gang hing een menie-rode bus. Daar stopte je je bijdragen in en dan hoopte je maar dat het geplaatst werd. De redactieleden deden volgens Mutsaers echt hun best om voor de Apoforèta ‘literaire dingen’ te schrijven. Maar er was ook plaats voor rubrieken
[foto Jef van Eynde]
13
14 |Beroemde USG-er
als ‘De schaduw van Hieronymus merkt op…’. Dat ging bijvoorbeeld over een nieuwe natuurkundeleraar. Deze leraar zei ‘normalíter’. Mutsaers: “Elke gymnasiast wist natuurlijk dat het ‘normáliter’ was. Dus stond er in de Apoforèta: ‘De Schaduw van Hieronymus merkte op dat bij natuurkunde een nieuwe inhoudsmaat is uitgevonden’. Een leraar die dat zegt, heeft geen niveau, vonden we. Klinkt dat arrogant? Hoor ‘ns, er zaten allemaal goed opgevoede kinderen.”
Voorhoofd als golfkarton Andere docenten onderscheidden zich in positieve zin. Bijvoorbeeld J.C. Brandt Corstius, de vader van Hugo Brandt Corstius (overigens ook oud-USG’er) en A.L. Sötemann. Zij waren beiden docent Nederlands en zouden na hun tijd op het USG allebei hoogleraar Nederlandse taal en letterkunde worden, in achtereenvolgens Leiden en Utrecht. Over Sötemann en zijn opvallend gefronste voorhoofd met het ‘aanschijn van veredeld golfkarton’ schreef ze in haar boek Kersenbloed: ‘Sötemanns wenkbrauwen stonden minstens drie centimeter hoger boven de ogen dan bij de ongefronste mens. Niemand van ons snapte hoe hij dat de hele dag, en mogelijk ook de hele nacht, volhield (probeer het niet, want voor je het weet wordt het een dwanghandeling). Een en ander werd nog geaccentueerd doordat hij zijn haar achterover gekamd droeg, een welkome primeur op een school waar het gros van het lerarencorps gekapt ging als prins Bernhard.’
‘Kwam je één minuut te laat, dan moest je een pagina Vergilius of Ovidius uit je hoofd leren’ Ook aan de docent Frans was ze zeer gehecht: ‘Wij hadden op het gymnasium echt een prima Franse leraar aan wie ik heel veel te danken heb, alleen al dat hij zich af en toe parfumeerde met de peperdure lotion van Hermès. Hij heette Van Nieuwkuyk. ]ezus, wat heb ik veel van die man geleerd! Soms bedenk ik weleens hoe verbazingwekkend het toch is dat wij daar zóveel goede leraren hadden.’
Smoorverliefd In Kersenbloed (1990) komt het USG al regelmatig ter sprake, maar in haar volgende roman Rachels Rokje (1994) staat haar periode op het USG echt centraal. In deze roman wordt Rachel Stottermaus (anagram van Charlotte Mutsaers) smoor-
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
verliefd op haar leraar Nederlands. Als ze dertig jaar later op een ondergesneeuwde middenberm tussen het voorbijrazende verkeer plotseling weer oog in oog komen te staan, zijn die gevoelens nog niets verminderd. Die leraar was Erik Stieglis. “Rachels Rokje is voor een groot deel fictie”, vertelt ze, “dus pin me niet vast op wat er in dat boek staat. Ik ga nu niet weer vertellen hoe dat allemaal gegaan is. Maar het was werkelijk een ‘coup de foudre’ toen ik hem voor de eerste keer zag! Ik wist niet wat me overkwam, ik wist eerst niet eens dat ik verliefd was. Maar ik kon hem niet vergeten, hij was de hele dag in mijn hoofd, dat had ik nog nooit beleefd.”
Alle leraren kwamen in rokkostuum. De beste leerling kwam met de rector in een rijtuig’ Stieglis is slechts kort docent op het USG geweest. Maar volgens Mutsaers waren er meer mensen onder de indruk van de toen 28-jarige Stieglis: “Hij kwam de klas in met een zwart overhemd, zonder das. Hij was lang en slank, echt een beauty van een man.” Mutsaers bleef later contact met Stieglis houden en was bezig aan Rachels Rokje, toen Stieglis overleed. In haar dankwoord bij de uitreiking van de Jan Greshoffprijs in 1992 verwees ze nog naar hem. ‘Het doet mij buitengewoon veel pijn dat ik […] iemand die mij meer dan wie ook op het houten been van de taal heeft gezet, vanmorgen ten grave heb moeten dragen: Erik Stieglis, bedankt.’ “Zo is letterlijk zo gebeurd”, vertelt ze nu. “Dat is zo afschuwelijk geweest. Heel erg. Ik wil er ook niet meer over praten. Wat was dat ontzettend!”
Zeer autoritaire rector Stieglis was weer snel van school vertrokken, ook omdat hij niet echt goed orde kon houden. De rector was uit heel ander hout gesneden. Van der Veer was volgens Mutsaers een zeer autoritaire man. Ze waardeerde hem, maar tegelijk had ze het regelmatig aan de stok met hem. “Kwam je één minuut te laat, dan moest je een pagina Vergilius of Ovidius uit je hoofd leren en je de volgende ochtend melden. Hij hield me vaak staande op de trap, omdat ik knalrode rock ’n roll-kousen had of grote oorbellen. Die trok hij dan uit mijn oren. Zelfs in je vrije tijd plukte Van der Veer je nog uit de espressobar op het Vredenburg, bij Hotel Smits. Dus ik ging met mijn vriendje boven in de V&D koffie drinken. Van der Veer controleerde alle wc’s op school, ook de meisjes-wc. Zat je daar
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
Beroemde USG-er|
nog even snel woordjes te leren als je na de pauze Frans had, dan begon hij te rammelen aan de deur. Sommigen gooiden uit angst hun leerboek in de stortbak, zo bang waren we voor de rector.” Vanaf de vierde klas gaf de rector oude geschiedenis. Af en toe kwam hij onverwacht een klas binnen, stuurde de leraar weg en gaf een repetitie. “Om te testen of je een goede gymnasiast was: waar staat de Leeuwenpoort, wat is Deuteronomium - je hoefde niet te geloven, maar de bijbel moest je wel kennen -, wie zei in de Perzische Oorlog ‘Ik heb het spits afgebeten’.”
De blinde Homerus Ondanks het autoritaire regime heeft Charlotte Mutsaers het zeer naar haar zin gehad op school. “Ik had het niet willen missen. De school heeft een enorme impact op mij gehad.
In mijn geheugen zie ik nog de trap, een blauwgroene klok boven de bank in de hal als je binnenkwam, het beeld van de doornuittrekker, en de blinde Homerus in terracotta. Boven de ingang zag je de Romeinse aanduiding van de lopende data: de zoveelste idus van Mars.” De doornuittrekker is er nog steeds, maar er is ook veel veranderd. Mutsaers reageert verbaasd als ze hoort dat de prijsuitreiking in de Pieterskerk, het ornatissimum iuvenem, niet meer bestaat. “Daarmee werd het jaar afgesloten. Alle leraren kwamen in rokkostuum. De beste leerling kwam met de rector in een rijtuig. Dan liep hij over het gangpad als een jonge doctor die zijn bul kwam halen. En wordt de Dies ook niet meer gevierd? Waardeloos!”
[JE]
Kortingsbon Koetsier Herfst Tegen inlevering van deze bon bij de boekhandel krijgt u 2,50 euro korting op Koetsier Herfst van Charlotte Mutsaers (isbn 9789023427575). De normale verkoopprijs is € 22,50, de speciale Vox Actieprijs is \ 20,00. Actienummer: 901-47234 Actieperiode: 08-02-2008 t/m 07-05-2008
15
16
|Uit de Media
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
Scholen maken prestaties openbaar
In december publiceerde Trouw onderstaand artikel over openbaarheid van schoolprestaties. Doet het USG hier ook aan mee, vroeg de Vox aan rector Hanneke Taat. Er komt een landelijke website waarop gegevens van de scholen in het voortgezet onderwijs staan. Ouders kunnen de prestaties vergelijken. Al tien jaar rangschikt Trouw jaarlijks de prestaties van scholen, op basis van gegevens van de onderwijsinspectie. Dat ging destijds niet zonder slag of stoot: de inspectie weigerde aanvankelijk de benodigde gegevens openbaar te maken. Inmiddels is veel van die geheimzinnigheid verdwenen. De inspectie zet nu zelf prestatiegegevens op haar website. Maar de VO-raad wil verdergaan, met behalve inspectiecijfers ook uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken. Scholen in het voortgezet onderwijs gaan gegevens over hun prestaties toegankelijker maken. Ouders die een school voor hun kind zoeken, kunnen daardoor de kwaliteit van verschillende scholen beter beoordelen. Er komt een landelijke website met gegevens per school over bijvoorbeeld de tevredenheid van ouders en leerlingen, de lesuitval en het schoolklimaat. Daarnaast zullen op de site slaagpercentages, gemiddelde eindexamencijfers en aantallen voortijdige schoolverlaters per school te vinden zijn. Via die landelijke site kunnen ouders de prestaties van scholen vergelijken. Maar elke afzonderlijke school zal haar gege-
vens ook op de eigen website publiceren. Het streven is dat in 2010 99 procent van de scholen daaraan meewerken. De VO-raad (de organisatie van scholen in het voortgezet onderwijs) presenteerde dit plan en kreeg meteen lof toegezwaaid. Ouderorganisatie Ouders & Coo klonk het ’als muziek in de oren’, het ministerie van onderwijs vond het ’lovenswaardig’ en de onderwijsinspectie stond er ’positief’ tegenover. Het initiatief voor het informatieproject komt van de scholen zelf. „Wij willen het vertrouwen winnen van de samenleving”, verklaart voorzitter Sjoerd Slagter van de VO-raad. „Daarvoor is het nodig dat we laten zien wat er binnen de scholen gebeurt.” De raad heeft daarbij niet alleen ouders op het oog, maar ook overheden, bedrijven en andere onderwijssectoren. Veel gegevens die de VO-raad toegankelijk wil maken, zijn al openbaar via andere bronnen, bijvoorbeeld via de website van de onderwijsinspectie. Door die te verzamelen op een site wil de raad de informatie beter vergelijkbaar maken. Maar met name informatie over de tevredenheid van ouders en leerlingen is nu meestal niet openbaar. Veel scholen houden die gegevens voor zichzelf. De VO-raad wil dat in elk tevredenheidsonderzoek een aantal standaardvragen wordt opgenomen, zodat ook deze gegevens vergelijkbaar worden. [Bron: Trouw, 22 december 2007]
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
USG-prestaties openbaar? De plannen van de VO-raad om een site op te zetten waar alle scholen hun prestaties kunnen laten zien kan een goede aanvulling zijn op de sites die al bestaan, zoals van de inspectie. Het USG is een open school. Er staat veel informatie op de site, er is veel overleg met ouders en andere betrokkenen. De cijfermatige, dus meetbare resultaten zijn via de inspectie al openbaar en worden gebruikt door Trouw. Het blijft altijd lastig om de achtergrond van deze resultaten te interpreteren. Vaak gaan de cijfers voorbij aan het onderliggende beleid. Een goede beoordeling (een hoge notering) hangt bijvoorbeeld af van de hoogte van de eindexamencijfers. Het aantal vakken waarin een leerling eindexamen doet telt daarbij niet mee. Omdat op het USG bijna alle leerlingen een of twee extra vakken kiezen, kan het zijn dat dit de cijfers van de vakken een heel klein beetje drukt doordat de aandacht over meer vakken verdeeld moet worden en het gemiddelde dus net iets lager uitvalt dan bij een school met minder extra vakken. Het schoolklimaat, het extra aanbod, de brede vorming zijn allemaal zaken die niet in de cijfers verwerkt zijn en ook moeilijker meetbaar zijn. Op een speciale kwaliteitssite zou je ook aan deze onderwerpen aandacht kunnen besteden. We zijn druk bezig alle kwaliteitsinstrumenten die we al gebruiken, in een goed systeem onder te brengen, zoals bijvoor-
Uit de Media|
17
beeld leerling- en ouderenquêtes, klankborden, personeelstevredenheidsonderzoeken, de vergelijkende enquête die jaarlijks onder alle zelfstandige gymnasia wordt gehouden. Als er een gemeenschappelijke site komt zal er dus voldoende materiaal zijn om hieraan mee te werken. Van de andere kant blijft het moeilijk om kwaliteit in al zijn facetten op papier te vergelijken. De sfeer en cultuur van een school vallen moeilijk in woorden te vatten, die moet je voelen en meemaken. Uit onderzoeken, maar ook uit eigen ervaring, blijkt dat toekomstige leerlingen en ouders toch vaak afgaan op de directe verhalen die zij van anderen horen. Al met al moet het natuurlijk zo zijn dat een school kan laten zien welke resultaten er behaald zijn. Waar we voor moeten oppassen is dat het aantonen van kwaliteit geen doel op zich wordt, waarbij de tijd en energie die daarvoor nodig is ten koste gaat van de kwaliteit zelf. Een goede balans tussen verantwoording afleggen en de kwaliteit steeds verder verbeteren lijkt me een eerste vereiste. [Hanneke Taat]
18 |Leo Prick
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
Kritisch volger van onderwijsveranderingen
Leo Prick is al tientallen jaren actief als deskundige op het gebied van onderwijs en de vele veranderingen van de afgelopen decennia. Hij schrijft iedere week een column over onderwijs in NRC Handelsblad. Hij is ook auteur van het in 2006 verschenen boek ‘Drammen, dreigen, draaien, hoe het onderwijs twintig jaar vernieuwd werd’. VOX sprak met Leo Prick over veranderingen. Waar komt uw bevlogenheid voor het onderwijs vandaan en hoe lang volgt u de ontwikkelingen in het onderwijs al? ‘Na mijn studie Nederlands was ik ongeveer tien jaar lang leraar, studeerde daarnaast psychologie, werkte vervolgens aan verschillende lerarenopleidingen, bij het CITO en op het gebied van onderzoek. Ik promoveerde in 1983 op een onderzoek naar de ontwikkeling van de leraar: zijn, in de loop van
‘Een bureaucratisch apparaat met beleidsmedewerkers die op hun beurt ook weer van alles bedenken’ zijn leven, veranderende houding tegenover jongeren en het toenemende belang dat hij gaat hechten aan de leerstof. Als directeur van een advies- en onderzoeksbureau op het gebied van het onderwijs heb ik vervolgens de ontwikkelingen in het onderwijs intensief gevolgd.’
aan de school waar ik lesgaf: veel ruimte voor de leraren, grote betrokkenheid bij wel en wee van de leerlingen.’ Waar zitten de grootste discrepanties tussen uw ideaalbeeld en de werkelijkheid? ‘Het gevaar zit in de besturen die de afzonderlijke scholen te weinig ruimte geven om hun eigen karakter te houden. Bestuurders menen vaak dat het hun taak is te uniformeren, gelijk te schakelen, de onder hun gezag ressorterende scholen gelijk te behandelen, ze te verplichten het onderwijs ook op dezelfde wijze te organiseren. Verder, en dat ligt in het verlengde van het voorgaande, zijn er besturen die steeds meer taken naar zich toetrekken. Bijvoorbeeld op het gebied van scholing, lesroosters opstellen, etc. Ze ontwikkelen zich tot een bureaucratisch apparaat met beleidsmedewerkers die op hun beurt ook weer van alles bedenken. De autonomie van scholen was bedoeld om ervoor te zorgen dat ouders wat te kiezen hebben. Door de uniformeringsdrang van sommige besturen en door de schaalvergroting zien we in veel delen van het land het tegendeel.’ Wat is volgens u de beste verandering in het onderwijs geweest van de afgelopen decennia? ‘Dat er meer geld is gekomen voor materiële voorzieningen.’
Hoeveel reacties en wat voor soort reacties krijgt u op uw artikelen? ‘Dat varieert sterk. Bij mooi weer en in de tijd van de vakanties weinig reacties, daarbuiten zo ongeveer gemiddeld tien. Meestal instemmend, maar dat zegt weinig. Mensen die het er niet mee eens zijn zullen dat in de regel niet aan mij mailen. Soms hoor ik van scholen dat het daar door de directie verboden is mijn columns in de docentenkamer een plek te geven op het prikbord. Het tekent de verhoudingen op zo’n school. Die zijn soms sterk gepolariseerd tussen directie en leraren.’
En wat is de slechtste ontwikkeling geweest? ‘De allerslechtste is de invoering van het VMBO. Het is een grof schandaal dat meer dan de helft van alle leerlingen na de basisschool te horen krijgt dat een algemene opleiding als HAVO en VWO voor hen niet is weggelegd. Hoger opgeleide ouders die de weg kennen in ons onderwijssysteem hebben inmiddels wegen ontdekt om hun kinderen via het VMBO toch te laten doorstromen naar de HAVO, vaak via particuliere scholen. Die hebben daar speciale programma’s voor ontwikkeld. Maar dat is niet voor iedereen weggelegd. De tweedeling VMBO aan de ene en HAVO/VWO aan de andere kant is dan ook sociaal bepaald. De OESO heeft ons daar ook om gekapitteld.’
Wat zijn volgens u de kenmerken van een school die goed onderwijs biedt? ‘Om te beginnen is dat een school waar directie en leraren goed samenwerken. Als dat niet het geval is, heeft dat een negatief effect op de sfeer op school. Verder moeten de leraren goed thuis zijn in het vak dat zij doceren. Grondige kennis van het vak maakt het mogelijk in je lesgeven rekening te houden met de actualiteit en met de leerlingen. Het is de inspiratiebron voor de leraar en zonder zo’n bron is het onmogelijk anderen te inspireren. Ik heb zelf uitstekende herinneringen
U was het niet eens met de conclusies van het McKinsey rapport over onderwijs in Europa, met name wat betreft salariëring. Zijn er in het rapport wel bevindingen die u erkent en ondersteunt? ‘Dat rapport is gebaseerd op OESO-gegevens en daar werd selectief in geshopt met nogal zonderlinge interpretaties. Bijvoorbeeld dat de kosten per leerling een betrouwbare maatstaf zou zijn voor de salarissen van leraren en dat een bepaald bedrag als salaris in Finland, Zuid-Korea en Nederland hetzelfde betekent, terwijl die natuurlijk verband houden met de
Leo Prick|
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
kosten van levensonderhoud in een bepaald land en het niveau van de salarissen in het algemeen. Juist is dat de kwaliteit van het onderwijs samenhangt met het opleidingsniveau van de leraren, maar dat wisten we al lang. Alleen waren we dat in Nederland in onze bezuinigingsdrang op onderwijs voor het gemak even vergeten.’ Een van uw kritiekpunten is de (te) grote invloed van bestuurders. Als de macht van de bestuurders - de managementlaag - gebroken moet worden, waar moet die macht dan worden gelegd, bij de leraren of terug bij het departement? ‘Het probleem van die te grote macht van bestuurders speelt lang niet overal. De macht terug naar het ministerie is een onzinnige gedachte: terwijl we op alle terreinen van de maatschappij een ontwikkeling zien van toenemende diversificatie, moeten we onderwijs niet weer centralistisch gaan organiseren. We moeten de macht leggen bij de afzonderlijke scholen. Besturen moeten zichzelf zien als instanties die de voorwaarden scheppen voor scholen om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen.’
19
Ten slotte, wat kunnen ouders doen om het niveau van onderwijs van hun kinderen te waarborgen of te verbeteren? ‘Ouders moeten kritisch te werk gaan bij de keuze van een school voor hun kinderen. En ze moeten interesse tonen voor het onderwijs, en dit niet alleen voor dat van hun eigen kinderen en zolang die eigen kinderen op school zitten. Want
‘We hebben het onderwijs te lang overgelaten aan politieke hobbyisten’ dat is het probleem van het Nederlandse onderwijs: de publieke interesse ervoor is, in vergelijking met de landen waar ik het onderwijs een redelijk ken - Verenigde Staten, Engeland en Frankrijk - angstwekkend gering. Daardoor hebben zich de afgelopen jaren allerlei ontwikkelingen kunnen voordoen waar achteraf gezien niemand gelukkig mee is. We hebben het onderwijs te lang overgelaten aan politieke hobbyisten. Ouders en leraren moeten voorkomen dat besturen dat politieke hobbyisme voortzetten.’ [HJB]
20
|Elektronische Leeromgeving
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
Gaan we digitaal?
De Elektronische Leeromgeving is alom in opmars. Wat doet het USG hiermee, vroeg de Ouderraad zich af. ‘Ervaring opdoen op kleine schaal, hiervan leren en vervolgens de balans opmaken’. Tijden veranderen en de technologie ontwikkelt zich pijlsnel. Onze kinderen hebben een mobiele telefoon op zak, een I-pod en hun leven is nauwelijks voorstelbaar zonder computer. Als we hen met een grote rugzak vol schoolboeken naar school zien gaan is de vraag of de wijze waarop lesstof wordt aangeboden niet hopeloos is verouderd. In de klas gaat het er in veel opzichten precies zo aan toe als in onze eigen schooltijd. In Utrecht is een aantal jaren geleden dan ook een middelbare school opgericht, het UniC, dat zich van andere HAVO- en VWO-scholen onderscheidt door het werken met een eigen elektronische leeromgeving (ELO), Edunic. Ook op diverse andere scholen wordt hieraan gewerkt. De ouderraad vond het tijd om eens na te gaan wat een ELO nu precies is, wat het betekent als zo’n systeem op school wordt ingevoerd en wat de visie van de schoolleiding van het USG is wat dit betreft. Aansluitend op de jaarvergadering van 15 november jl. was dan ook Peter van Wijk van het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum uitgenodigd om de aanwezige ouders in te wijden over dit onderwerp. Hij heeft veel ervaring met de implementatie van deze systemen in het voortgezet onderwijs. Hanneke Taat kreeg vervolgens de gelegenheid om het standpunt van de schoolleiding toe te lichten.
Krachtig leren Peter van Wijk begint zijn lezing met nog eens te illustreren hoezeer het leven van ons kroost zich online afspeelt. Welke pupil zit nu niet urenlang de MSN-en? Het downloaden van muziek of Tv-programma’s is ook niets bijzonders. Met evenveel gemak wordt een filmpje gemaakt en op YouTube gezet. Sinterklaasgedichten worden gemaakt met behulp van een website die helpt bij het vinden van rijmwoorden. Internet
speelt een centrale rol bij het eigen maken van kennis over de meest uiteenlopende onderwerpen. Werken met een ELO op school sluit aan bij deze ervaringswereld. Maar wat is een ELO nu precies? Een ELO is niets meer en niets minder dan ‘een technische voorziening die de interactie faciliteert tussen het proces van leren, de communicatie die nodig is voor dat leren en de organisatie van het leren’. Een mond vol, dus. Even stap voor stap.
Proces van leren Het proces van leren wordt door een ELO ondersteund doordat alle lesstof (mede) digitaal wordt aangeboden. Dit betekent dat de lesstof die nu nog grotendeels via boeken wordt overgebracht digitaal wordt aangeboden, zodat leerlingen hiermee van achter de computer aan de slag gaan. Dit betekent nogal wat. Hoewel de verwachting is dat uitgevers zich op dit terrein gaan bewegen en pakketten zullen ontwikkelen ter vervanging van de huidige lesboeken, zal het nog een hele tijd duren voordat dit echt realiteit is. Het digitaal aanbieden van lesstof biedt wel interessante mogelijkheden. Zo kunnen bijvoorbeeld natuurkundige experimenten worden nagebootst die in het huidige practicum niet uitvoerbaar zijn. Het leren van woordjes Frans kan interactief worden aangeboden, wat het eigen maken ervan interessanter maakt dan het passief lezen of overschrijven van woorden. Lesstof voor het vak geschiedenis kan gericht worden verlevendigd met stukjes van documentaires of interviews met ooggetuigen. We kunnen ons hier allerlei voorbeelden van voorstellen. Ook kunnen we ons gemakkelijk voorstellen dat het digitaal aanbieden van lesstof meer aansluit bij de ervaringswereld van onze kinderen. De communicatie benodigd voor het leren heeft te maken met datgene dat nu op school in de agenda’s wordt genoteerd en veel van de informatie die bij het USG op de website te vinden is (lesroosters, jaaragenda, studieplanners). In principe wordt al deze informatie in het elektronische systeem aangeboden, waardoor niemand ooit nog kan beweren dat hij of zij niet wist wat het huiswerk was of wat er voor een toets geleerd moest worden. En ook: veel van deze informatie is toegankelijk voor ouders, zodat die precies kunnen zien wat van hun kind gevraagd wordt en wanneer.
Organisatie van het leren De organisatie van het leren is een ander belangrijk aspect. Alle huiswerkopdrachten worden in het systeem gezet. De door de leerlingen gemaakte opdrachten ook. Docenten kunnen precies zien hoever een leerling is met een opdracht of
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
Elektronische Leeromgeving|
het huiswerk en waar problemen ontstaan. Ze kunnen rechtstreeks naar de leerling reageren als daar aanleiding toe is. Leerlingen kunnen omgekeerd de docent om extra toelichting vragen. Oefentoetsen zijn online beschikbaar. Leerlingen kunnen gezamenlijk binnen het systeem aan een opdracht werken als ze moeten samenwerken. Dit is daardoor niet altijd van tijd of plaats afhankelijk. De docent kan dit proces bovendien rechtstreeks volgen en heeft veel meer voeling bij het groepsproces. Ouders kunnen (deels) toegang krijgen tot het systeem, waardoor zij bijvoorbeeld kunnen zien welk werkstuk hun kind voor een vak heeft gemaakt. Ook kunnen ze op ieder moment de cijfers van hun kinderen bekijken. Ze kunnen zelf ook binnen het systeem gericht naar een docent reageren en zo tot een dialoog komen. De prestaties van het kind worden zo toegankelijker gemaakt, evenals de omgang met docenten. Tot slot een voordeel in deze tijd waarin het milieu centraal staat: heel veel zaken hoeven niet te worden uitgeprint.
21
Noodzakelijke voorwaarden Uit bovenstaande moge duidelijk zijn dat de invoering van een ELO zeer veelomvattend is. Voorwaarden voor een succesvolle implementatie zijn dan ook dat de schoolleiding in woord en daad ICT ondersteunt en de docenten hierin ‘meeneemt’. Er moet ruimte zijn om een ELO vorm te geven (naast onderwijstijd). Het moet echt prioriteit krijgen en het computergebruik moet worden ingebed in de onderwijsdoelen. Docenten moeten een goede ondersteuning krijgen om zich het werken met behulp van een ELO eigen te kunnen maken. Hiervoor is het nodig dat er altijd een helpdesk beschikbaar is en dat docenten de beschikking krijgen over een ICT-maatje. Nascholing is dan ook vereist. Zoals aangegeven vergt het beheer van de ELO specifieke vaardigheden, extra tijd en dus extra geld. Het vraagt nogal wat van de materiële infrastructuur (veel meer computers nodig op school) en de benodigde financiën.
Klein beginnen Een wijze les van het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum is dan ook om klein te beginnen: schakel docenten in die affiniteit hebben met ICT om op kleine schaal een ELO op te zetten. Bij een specifiek vak, bijvoorbeeld. Stimuleer hen om de ELO door te ontwikkelen waar de inzet van het systeem succesvol is. Leerlingen kunnen zeer goed behulpzaam zijn bij het ontwikkelen van de digitale lesstof, het ‘vullen’ van het systeem. Maak hier gebruik van. Als het systeem zich heeft bewezen, kan het stap voor stap worden uitgebreid.
Discussie
Website: het verschil Onze school beschikt natuurlijk over een prima website, die al voorziet in een groot deel van de communicatie tussen de school en de leerlingen en tussen de school en de ouders. Voor een deel voorziet deze website dan ook in dezelfde behoefte. Het verschil met een ELO is echter dat deze meer omvat en dat deze interactief is. De lesstof maakt onderdeel uit van de ELO. Leerlingen en leraren kunnen op elkaar reageren. Leerlingen kunnen onderling ook uitwisselen. Ouders kunnen het leerproces van hun kind volgen. Het beheer van de ELO omvat dan ook veel meer dan het beheer van een website.
Tijdens en na afloop van de presentatie van Peter van Wijk ontstond een levendige discussie onder de ouders over de voor- en nadelen van een ELO. Ouders zagen als voordelen dat deze werkwijze beter aansluit bij de leefwereld van hun kinderen, dat men gunstige leereffecten verwacht (leerversneller) en dat leerlingen beter worden voorbereid op hun toekomstige werkende bestaan. Veel bedrijven werken immers ook met hun eigen, veelomvattende intranet. Last but not least waren veel ouders gecharmeerd van het beter kunnen volgen van het leerproces van hun kind: meer rechtstreeks en op ieder gewenst moment. Scepsis bestond vooral over de haalbaarheid om alle lesstof op een verantwoorde manier digitaal aan te bieden en docenten zover te krijgen dat ze zich deze nieuwe werkwijze eigen maken. Dit heeft nogal wat gevolgen voor hun werkwijze. In hoeverre kun je eisen van (oudere) docenten dat ze hierin
22
|Elektronische Leeromgeving
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
Gaan we digitaal?
meegaan? Ook bestond scepsis over de bereidheid van leerlingen om zich te laten ‘vangen’ in een ELO. Veel kinderen maken namelijk online deel uit van verschillende interactieve gemeenschappen. Zouden niet veel van hun bewegingen zich buiten de ELO afspelen en daarmee buiten het gezichtsveld van de school? Daarnaast werd men zich bewust van het feit dat de implementatie van een ELO zeer ingrijpend is, zowel qua werkwijze als qua investering in uren en geld. Na de toelichting van Hanneke Taat over de visie van de schoolleiding op het werken met een ELO op het USG (zie kader) was de algemene conclusie dan ook dat onze school verstandig met deze materie omgaat. Men loopt niet te hard van stapel en werkt volgens het advies van het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum: eerst ervaring opdoen op kleine schaal, dan hiervan leren en vervolgens de balans opmaken. [FS] [illustraties Inge Hassink]
ELO en het USG: stap voor stap De visie van het USG op ICT in het algemeen is dat het een middel is om het onderwijs te ondersteunen en niet een doel op zich. De website herbergt op dit moment al vele mogelijkheden, die ook binnen een ELO geplaatst zouden kunnen worden, zoals jaarkalenders, (toets)roosters, PTA’s, studieplanners en doorverwijzingen naar sites, die bij een bepaald vak gebruikt kunnen worden. Op zich werkt dit prima. Er wordt door leerlingen en docenten gemaild over vragen bij opdrachten, enzovoort. Daarnaast bouwen we sinds enkele jaren vanuit het vak natuurkunde aan de ELO Moodle met het doel deze bij meer vakken te introduceren. Stapsgewijs kunnen we zo komen tot een groter ELO-gebruik. Moodle is een zogenaamde ‘open source’-ELO, die vrij te gebruiken is. Tot nu toe zijn we tevreden met deze manier van werken. Binnen de NUOVO is de gedachte ontstaan bestuursbreed een ELO aan te schaffen. Dit kan de kosten drukken en de ondersteuning kan centraal gebeuren. De bedoeling is dat elke school zelf kan bepalen welke elementen in de ELO worden verwerkt en gebruikt. Gezien de grote investering in tijd en energie, nog afgezien van de kosten, die de invoering van een ELO met zich meebrengt is het van belang dat we goed nadenken welke stappen we zetten en in welk tempo. Van de andere kant is duidelijk dat een goed werkende ELO nuttig kan zijn voor alle gebruikers. We staan dan ook niet afwijzend tegenover een toekomstige ELO, maar willen er wel verstandig en stap voor stap aan werken. [Hanneke Taat]
Méllona|
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
23
Help ik heb nog geen date!
Column van Méllona Bruggemans. In iedere Vox doet zij verslag van opmerkelijke zaken, belangrijke dingen en haar belevenissen op school. Vol verwachting klopt mijn hart. Binnenkort is het Valentijnsgala. De datum is nog niet bekend, maar dat het komt is een ding dat zeker is. Mijn moeder is al druk bezig met mijn jurk. Het wordt een echte galajurk. Mijn eerste! Vorig jaar ben ik niet geweest. Tot mijn grote spijt. We gingen de volgende dag al vroeg weg om te gaan wintersporten. Als ik aan het gala denk, word ik helemaal romantisch. Dit jaar hoop ik dat een heel leuke jongen mij vraagt om met hem mee te gaan naar het gala. Het mag best iemand zijn uit een hogere klas. Een beetje ouder geeft niet. Als het maar niet iemand is uit een lagere klas, want dan sta ik natuurlijk voor gek als ik met een brugger aankom op het gala. Hij moet in ieder geval wel groter zijn dan ik en qua kleding bij mij passen. Mijn jurk wordt dieprood, dus jongens… als je stropdas kleurt bij mijn jurk kan je een poging wagen. Hoe zou zo’n feest nou echt gaan, vraag ik mij af. Is het gelijk aan de andere schoolfeesten, maar dan met andere kleding? Wordt er misschien anders gedanst, meer intiem, zal ik maar zeggen. Dan is het zaak dat mijn toekomstige galapartner niet alleen groter is dan ik, maar ook nog een beetje lekker kan schuifelen. En hij moet in mijn ogen natuurlijk onweerstaanbaar zijn. Tja, als ik dan nadenk wie hier op school daarvoor in aanmerking komen, ben ik eigenlijk gauw klaar. Er is nog geen enkele jongen voor wie mijn hart sneller gaat kloppen. Of misschien toch die ene… Maar dat ga ik hier natuurlijk niet vertellen. Hij zou het eens kunnen lezen en mij helemaal
niet zien zitten. Dat ga ik natuurlijk niet riskeren. Zouden de docenten ook allemaal in galakleding komen. En hoe zit het dan met het schuifelen? Je moet er toch niet aan denken dat de docenten met elkaar gaan dansen? Alhoewel er wel leuke koppeltjes te verzinnen zijn. Misschien wel Sprakelaar met Landman? Of Holten met Dammers? Oké, die laatste is een beetje voor de hand. Misschien dan Crump met Dammers? Ja, hier kan ik mijn fantasie helemaal in laten gaan. Maar ook de docenten lezen de Vox, dus misschien kan ik mij maar beter niet teveel hierover uitlaten. Toch hebben we wel stelletjes gehad tussen de docenten. Hoe zat dat ook alweer, want vorig jaar hadden we zo’n paar. School is een van de plaatsen waar toekomstige partners elkaar leren kennen. Misschien loopt mijn aanstaande man hier op school rond, alleen weten we dat nog niet van elkaar. Pfff, alleen het idee al. Mijn romantische bui is gelijk al een stuk minder. Want van dansen en schuifelen krijg je bepaalde gevoelens. En van die gevoelens ga je weer dingen doen waar je misschien later spijt van krijgt. Alhoewel… Mijn eerste gala, mijn eerste date, mijn eerste schuifeldans, mijn eerste vlinders, en dan misschien ook nog wel mijn eerste KUS! Voor alles is er een eerste keer. Dus laat het gala maar komen, mijn jurk en ik zijn er al bijna klaar voor. Als mijn moeder nu ook eens opschoot met mijn jurk was het helemaal perfect. Oh nee nog niet helemaal, ik heb nog geen date!
vox hieronymi www.usgvox.nl
[email protected]
USG Schoolagenda 2007 - 2008 Zaterdag 9 februari Open huis
Zaterdag 26 april - maandag 12 mei Tulpvakantie
Zaterdag 23 februari - 2 maart Krokusvankantie
Zondag 11 mei - zaterdag 17 mei Romereis 5e klas
Woensdag 12 maart Rapport
Maandag 12 mei 2e Pinksterdag
Dinsdag 18 maart Tafeltjesavond midden- en bovenbouw
Maandag 19 mei - donderdag 29 mei Centraal examen
Woensdag 19 maart Tafeltjesavond onderbouw
Woensdag 21 mei Rapport leerjaar 5
Maandag 24 maart 2e Paasdag
Maandag 23 juni - vrijdag 27 juni Trierreis 3e leerjaar
Dinsdag 25 maart - woensdag 26 maart Schoolstrijd
Woensdag 2 juli Diploma-uitreiking
Donderdag 27 maart Finale Schoolstrijd 4e + 5e uur
Donderdag 3 juli Sportdag
Woensdag 2 april Ouderavond Romereis Internationaal Scholierenconcert
Donderdag 10 juli Personeelsdag; school gesloten
Donderdag 3 april Internationaal Scholierenconcert Vrijdag 4 april Internationaal Scholierenconcert
Vrijdag 11 juli Eindrapport Zaterdag 12 juli - zondag 31 augustus Zomervakantie
De reproductie van deze uitgave van de Vox Hieronymi is mogelijk gemaakt dankzij de medewerking van T&E Consult bv (Strukton). www.teconsult.nl