Vox Hieronymi. Pesten. Lampomene speelt Iphigeneia > pagina 7. De beste klassieke site > pagina 13. Van de rector. > pagina 4

Van de rector > pagina 4

Lampomene speelt Iphigeneia > pagina 7

De beste klassieke site > pagina 13

Pesten > pagina 14-15

Vox Hieronymi

jaargang 34 nummer 6 februari 2007

Bulletin voor de ouders van leerlingen aan het Stedelijk Gymnasium te Utrecht

www.usgvox.nl

Nieuwsvaria

Leren van de Noren

‘VWO een meisjeszeef’

Kwoots

Architect verbouwing gekozen

Tanja van Veldhuizen doet verslag van een studiereis over leerlingenparticipatie naar Noorwegen. Daar is de school een echte sociale plek.

Is het VWO een meisjeszeef? Het is maar de vraag of de grote uitval onder jongens in het voortgezet onderwijs uitsluitend aan de feminisering te wijten is.

Janssen: Er zijn geen domme vragen, maar dit was toch wel een heel bijzondere.

> pagina 10-11

> pagina 20-21

> pagina 23

Latijn ten dode opgschreven Valentijnsgala Gezonde voeding bevordert schoolprestaties Sigmund in Latijn

> pagina 5

Klassieke agenda

Kasper in de VS

Inspectie op het USG

Lutz Leest

> pagina 2

> pagina 12

> pagina 18-19

> pagina 22

|Klassieke agenda

vox hieronymi www.usgvox.nl [email protected]

t/m 24 februari Onafhankelijk Toneel speelt theaterdansvoorstelling Penelope. OT-Theater Lloydkwartier Rotterdam. Inl.: www.ot-rotterdam.nl

13/14 maart en 16/17 maart 2007 Rouw siert Electra Toneelgroep Amsterdam (regie Ivo van Hove). Stadsschouwburg Utrecht. 19.00 uur. (030) 230 20 23.

t/m 4 maart Tentoonstelling ‘Het kleine Rome van de Abruzzen’ over de Romeinse stad Alba Fucens, Jubelparkmuseum Brussel. Inl.: www.kmkg.be

12 mei 2007 Jaarvergadering vereniging Vrienden van het Gymnasium Den Bosch

t/m 25 maart 2007 ‘Objecten voor de Eeuwigheid. Egyptische schatten uit de Oudheid’. Allard Pierson Museum, Oude Turfmarkt 127, 1012 GC Amsterdam, (020) 52 52 556, t/m 18 maart 2007 ‘De laatste uren van Herculaneum. Ondergang en herontdekking van een Romeinse stad’. Met topstukken uit het Nationaal Archeologisch Museum in Napels. Museum Het Valkhof, Kelfkensbos 59, Nijmegen. Open: di t/m vrij: 10-17 uur, za, zo, feestdagen: 12-17 uur. (024) 360 88 05, www.museumhetvalkhof.nl

t/m 27 mei Bibliothèque Nationale (Parijs) Tentoonstelling ‘Homère. Sur les traces d’Ulysse’ (Homerus. Op het spoor van Odysseus). Voor iedereen die er niet heen kan, is er de schitterende website: http://expositions.bnf.fr/homere/index.htm. 2 juni - 4 november 2007 ‘Konstantin der Große’ (in het kader van Culturele Hoofdstad van Europa 2007), Rheinische Landesmuseum Trier, Bischöfliche Dom- und Diözesanmuseum, Städtische Museum Simeonstift Trier. Inl.: http://www.konstantin-ausstellung.de

Voorwoord|


Zes Jaar

Op de Open Dagen lopen ze deze dagen weer rond: de potentiële brugklassers, die met grote ogen rondkijken naar de school waar ze na de zomervakantie misschien naartoe gaan. Klein zijn ze, jong ook vooral. Met de steevast terugkerende, prangende vragen over hoeveel pauzes er zijn, hoe lang een les duurt en of je veel huiswerk krijgt. Nog maar een paar maanden en ze lopen te zeulen met hun veel te grote en zware schooltassen. Hoe groot is het verschil van de aanstaande bruggers met de net afgezwaaide leerlingen, die vorig schooljaar hun eindexamen deden. Meer en meer leerlingen kiezen ervoor om na hun eindexamen een tijdje er tussenuit te gaan. Een van hen vertelt in dit nummer van de Vox waarom hij ervoor gekozen heeft naar het buitenland te gaan. Het verschil tussen de aanstaande bruggers en de net vertrokken oudste leerlingen: zes jaar. In zes jaar verandert er veel. Een verlegen achtstegroeper wordt een ambitieuze jongvolwassene. Het is een natuurlijk proces, het gaat vanzelf, maar in die zes jaar draagt ook de school heel wat bij aan die verandering. In zes jaar verandert er veel. Ook de school kan in zes jaar behoorlijk veranderen. Zeker met het tempo waarmee onderwijsvernieuwingen worden ge-

lanceerd, geëvalueerd en weer ingetrokken. Zo woedt de laatste tijd de discussie over het nieuwe leren volop. Dat is goed, want het toont de grote betrokkenheid van iedereen bij zoiets belangrijks als het onderwijs. Toch dreigt deze Nieuwe Schoolstrijd zo langzamerhand een grimmig karakter te krijgen. En dat is jammer. Want als voorstanders en tegenstanders niet meer met elkaar praten en op basis van redelijke argumenten debatteren, is het lastig om uit de these en de antithese een synthese te bereiken. In zo’n sfeer wordt het moeilijk om oog te hebben voor de goede kanten die ook de andere partij heeft in te brengen. De gymnasia nemen in deze discussie een wat aparte plaats in, met hun vaak lange traditie. Maar gelukkig gebeurt er op de gymnasia meer dan alleen maar vol eerbied achterom kijken naar het verleden. Lees bijvoorbeeld in deze Vox over wat wij van de Noren kunnen leren als het gaat om leerlingparticipatie, lees ook hoe de inspectie gunstig oordeelt over het beleid van de school om meer vakoverstijgende en activerende werkvormen aan te bieden.

ring van de maatschappelijke stage, over pesten, over de man achter de ‘Wellinkiana’, en nog veel meer. Als u dat nog niet had gedaan, kunt door uw e-mailadres op te geven, het volgende nummer - en alle Voxen in de toekomst - direct in uw digitale brievenbus ontvangen. Het enige dat u daarvoor moet doen, is een uw e-mailadres opgeven bij [email protected]. De redactie van de Vox Hieronymi Hendrik-Jan Buist Jasper Enklaar Maddy Hageman Erik Jille Jolanda van der Land Elisabeth van Spanje Mirjam Sternau

Naast deze onderwerpen kunt u in deze Vox ook lezen over Demeter, over de nieuwbouwplannen, over toneelvereniging Lampomene die Iphigeneia op de planken gaat brengen, over de invoe-

[email protected]

|Van de rector


Trots

Van de inspectie mogen we best trots zijn op onze school en dat zijn we ook. In eerste instantie omdat in de klas duidelijk te merken is dat we bezig zijn geweest meer uitdaging en afwisseling te bieden aan de leerlingen. Er worden in de klas verschillende werkvormen aangeboden, de leerlingen worden geprikkeld zelf na te denken, mee te doen en zelf verantwoordelijkheid te dragen. Ook over het pedagogisch klimaat was de inspectie positief. Trots mogen we dus zijn op onze docenten die dit gezamenlijk tot stand hebben gebracht. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het nu af is, het kan altijd nog beter, maar de inspectie sprak van een ‘nieuw elan’. Trots mogen we ook zijn op onze leerlingen, die zelf veel initiatief tonen. Zoals te lezen valt in het verslag van Tanja over de leerlingparticipatiereis naar Oslo heeft het USG dit onderwerp hoog in het vaandel staan. Het is verbazingwekkend om te zien waar leerlingen toe in staat zijn als je ze de ruimte geeft hun creativiteit en energie in te zetten. Op de website verschijnen voortdurend verslagen of mededelingen over prestaties van leerlingen: het winnen van de Nationale Onderwijsprijs van de provincie Utrecht, de tweede prijs bij het Nationaal Kampioenschap debatteren, ook tweede bij het Dutch Debating Championship en twee leerlingen uitgezonden naar het World Debating Championship. Het USGmeisjeshockeyteam won op het Nationaal Shell Schoolhockeytoernooi, de drie laatste opeenvolgende jaren een eerste en twee tweede prijzen. Het zijn maar een paar voorbeelden van alles wat er gebeurt. De leerlingenverenigingen en leerlingenteams draaien allemaal op volle toeren. De leerlingenraad is zeer actief. Zo staan er sinds kort op haar initiatief een koffieautomaat en een soepautomaat in de kantine. Na de succesvolle goede doelendag van vorig jaar, bedacht de leerlingenraad nu een nieuw plan om geld op te halen voor het goede doel: een benefiet-Valentijnsgala. In samenwerking met ons Hoofd Al-

gemene Zaken Leo van Hofwegen wisten zij een goede overeenkomst te sluiten met de Winkel van Sinkel om daar het Gala te laten plaatsvinden. In wezen gaat het erom de leerling zoveel mogelijk de kans te geven zijn of haar talenten te ontwikkelen. Motivatie groeit naarmate de leerling meer betrokken is bij het onderwijs en bij alles wat er op school gebeurt en wanneer hij of zij daar zelf keuzes in kan maken. Ook de Ouderraad blijft een onmisbare steunpilaar voor de school. Tijdens de jaarvergadering in november hebben we afscheid genomen van de heer Reinoud Vissers die maar liefst acht jaar lang lid was van de ouderraad en daarnaast in het bestuur zat van de Landelijke Ouderraad van Zelfstandige Gymnasia. Wij zijn hem uiteraard bijzonder dankbaar voor zijn enthousiaste inzet. Gelukkig zijn er altijd weer ouders te vinden die in de vacature willen voorzien. Deze keer in de persoon van mevrouw Cunera Buist, die toegetreden is tot de ouderraad. Deze Vox zal mede ter gelegenheid van het Open Huis op 10 februari verschijnen. Op de schoolinformatiemarkten stonden al weer veel 8e groepers te trappelen om meer te weten te komen over het USG. We hopen velen van hen op het Open Huis te mogen verwelkomen en hopen dat we dan een goed beeld kunnen geven van het onderwijs en alle activiteiten op het USG, waaraan deze Vox vast en zeker een mooie bijdrage zal leveren. Hanneke Taat


Nieuwsvaria|

Latijn ten dode opgeschreven

Valentijnsgala

De officiële pauselijke latinist Reginald Foster heeft het Latijn op-sterven-na-dood verklaard. Foster deed in de Britse krant The Sunday Telegraph zijn beklag over de gebrekkige beheersing van het Latijn door jonge priesters en bisschoppen. Belangrijke theologische traktaten kunnen ze niet meer lezen in het Latijn. “Maar Augustinus is in het Engels niet te begrijpen. Hij dacht in het Latijn. Het is net als Mozart beluisteren via een jukebox.” Foster vertaalde toespraken, encyclieken en brieven voor vier pausen. In een laatste poging de oude taal van de ondergang te redden, heeft Foster een nieuwe Latijnse Academie in Rome geopend. “Je hoeft niet zeer verheven te zijn om Latijn te leren. In Rome spraken ook de prostitués en bedelaars Latijn. Er is dus nog hoop voor ons.”

Donderdag 15 februari organiseert de leerlingenraad een groots Valentijnsgala voor alle USG-ers en introducés in de Winkel van Sinkel. Het gala is voor een goed doel: Werkgroep ‘72, een groep mensen die zich inzet voor straatkinderen in Jakarta. Sinds 1972 ondersteunt deze werkgroep vele sociale welzijnsprojecten gericht op arme mensen in Indonesië. Het gaat om kleinschalige hulp op het gebied van onderwijs, medische zorg en opvang van straatkinderen. Een van de projecten is ‘Bantar Gebang’; een schooltje dat gebouwd is op de grootste vuilnisbelt van Jakarta. De kinderen die op de vuilnisbelt wonen gaan daar naar school. De stichting organiseert onder andere creatieve lessen voor de kinderen.

Gezonde voeding bevordert schoolprestaties Volgens onderzoek van de Universiteit van Hull leveren kinderen die gezonde voeding eten, betere prestaties dan hun friet en chips-etende klasgenootjes. Twee jaar geleden startte een groot onderzoek onder 24.000 leerlingen op de basisschool. ‘Gezonde eters’ bleken zich beter en langer te kunnen concentreren, waren rustiger en minder afwezig in de klas en haalden daardoor betere resultaten. Ook waren ze levenslustiger dan klasgenootjes die niet gezond aten. Gezonde voeding staat ook op Nederlandse scholen in de belangstelling. Zo worden er onder de vlag van het Convenant Overgewicht tal van activiteiten georganiseerd om gezonde voeding te stimuleren, bijvoorbeeld door de Stimuleringsprijs Gezonde Schoolkantine. Meer over hoe het USG en de USGleerlingen omgaan met gezonde voeding in de volgende Vox.

Sigmund in Latijn Na Asterix en Obelix is er een nieuwe stripheld in het Latijn vertaald: Sigmund, de onconventionele psychiater, die dagelijks in de Volkskrant staat. Een aantal Sigmund-strips van tekenaar Peter de Wit zijn door Isabelle Buhre, leerlinge van het St. Ignatiusgymnasium in Amsterdam, in het Latijn vertaald. De strips van Sigmundus zijn te vinden op de website www.sigmund.nl.

Architect nieuwbouw geselecteerd Voor het nieuwbouwproject is een belangrijke volgende stap gezet: de selectie van het architectenbureau. Drie architectenbureaus presenteerden zich in november aan de schoolleiding van het USG, ICS adviseurs, College van Bestuur van NUOVO, bouwouders, leden van de bouwcommissie en leerlingen. Er werd bij de selectie ondermeer gekeken naar referentieprojecten, de ervaring met monumenten, het honorarium en natuurlijk de visie ten aanzien van de nieuwbouw. De beoordelingscommissie heeft geadeviseerd om OIII architecten (ww.o-drie.nl) aan te stellen als architect voor de verbouw- en nieuwbouw USG. De definitieve aanstelling is nog wel afhankelijk van de contractonderhandelingen. Op dit moment is OIII architecten bezig met het maken van kostenramingen aan de hand van de twee voorstellen die zij hadden aangedragen tijdens de presentatie op 17 november 2006. Vanaf maart zal er een digitale nieuwsbrief verschijnen over de verbouwplannen. Binnenkort is op de website van het USG te lezen wanneer de nieuwsbrief verschijnt en hoe de nieuwsbrief is aan te vragen.

|Vrijwilligerswerk


Maatschappelijke stage op het USG

Leerlingen van middelbare scholen gaan maatschappelijke stages verrichten. Ook op het USG. Verschillende klassen hebben er al kennis mee gemaakt. Het vrijwilligerswerk heeft het moeilijk. Tegelijk is het een belangrijke maatschappelijke activiteit. Om het vrijwilligerswerk een steun in de rug te geven, stimuleert de regering maatschappelijke stages door middelbare scholieren. Onder de vlag van de maatschappelijke stage vallen allerlei sociale activiteiten, die leerlingen binnen en buiten school verrichten en die niet direct aan een lesprogramma verbonden zijn: redactiewerk voor de schoolkrant, meehelpen met een open dag, training geven op een sportclub, het wegwijs maken van bejaarden op de computer of internet.

Twintig uur Over enige tijd zullen leerlingen in de 1e tot en met de 3e klas twintig uur gaan besteden aan een sociale activiteit. Ook van de vierde tot en met de zesde klas moeten ze daar twintig uur aan besteden. Afgelopen juni maakten de eerste en tweedeklassers al kennis met de maatschappelijke stage. De Nationale Jeugdraad organiseerde samen met de school de ‘Ik ben geweldig-dag’ waar allerlei vrijwilligersorganisaties lieten zien wat er allemaal voor mogelijkheden waren.

Andere culturele achtergrond Dit jaar wordt er meer in de 4e klas geëxperimenteerd. Bij maatschappijleer draait er een immigratie- en integratieproject. De leerlingen leggen via digitale portretten contact met kinderen met een andere culturele achtergrond: leerlingen van het Vaderrijn College, een VMBO-school in Overvecht, en van de Internationale Schakelklassen (ISK) waar jonge asielzoekers op zitten. Daarna kunnen ze via MSN en in levenden lijve contact zoeken. Voor de ISK-leerlingen is het een belangrijke manier om de Nederlandse samenleving van binnen uit te leren kennen. Leerlingen van het Vaderrijn krijgen zo de gelegenheid ook buiten de eigen sociale en culturele kring te komen. De USG-leerlingen krijgen de gelegenheid hun blikveld te verbreden en hun eigen ideeën te toetsen.

Door elkaar heen In het najaar heeft er al een eerste kennismaking plaatsgevonden op het Vaderrijn College. Leerlingen van het USG en Vaderrijn debatteerden over thema’s rond de multiculturele samenleving en immigratie. Het sterkste moment was toen een leerling van het USG voorstelde om door elkaar heen te gaan zitten in plaats van tegenover elkaar. De spanning werd direct gebroken. De komende periode zullen de contacten worden versterkt. Dat moet ertoe leiden dat leerlingen van het USG in de 4e klas als een soort buddy of maatje gaan functioneren voor leerlingen van ISK en Vaderrijn. Om ze wegwijs te maken in Nederland of om ze te helpen met het maken van huiswerk of het gebruik van de computer.

Portfolio op de website Vanaf het einde van het schooljaar kunnen leerlingen op de website van de school zien welke sociale activiteiten binnen en buiten school mogelijk zijn en hoe zij zich daarvoor kunnen inschrijven. Op de website komt ook een portfolio. Daarin kunnen leerlingen een digitaal portret plaatsen. Nadat de stage heeft plaats gevonden, kunnen ze in hun portfolio beschrijven wat zij daarvan vonden. De mentor van de leerling gaat beoordelen of de leerling op een volwaardige manier de stage heeft uitgevoerd. Alle verrichte sociale activiteiten krijgen een plaats in het testimonium, dat bij de diplomering aan het einde van de schoolcarrière zal worden uitgereikt. Mathieu Peulen coördinator maatschappelijke stage


Verenigingsnieuws|

Toneelvereniging Lampomene

Leeftijdsverschillen spelen daarbij geen rol. De twee jongste spelers, Bo en Marlou, zitten in de eerste klas en de oudste speler, Wouter, is eerstejaars student kunstgeschiedenis.

Na een jaar van afwezigheid gaat Lampomene dit jaar in maart weer de planken op. Vandaar dat de repetities steeds duidelijker vorm krijgen, er grotere lappen tekst in de hoofden van de spelers zitten en de grimeuse komt kijken op welk koppie welke baard past.

Spannende outfit

Dit jaar staat ‘Iphigeneia, koningsdochter’ op de rol bij Lampomene. Eén van de regisseuses, Angelique Scheerder, legt uit dat het gebruikte script een versie gericht op jeugdigen is. “Maar ook voor deze versie geldt, dat steeds weer als ik het doorlees, ik bedenk wat een prachtig dilemma het is”. Haar eigen dilemma gaat vandaag gelukkig niet verder dan ‘hoe verdeel ik mijn aandacht over spelers, bestuur, stroopwafels, Voxredactielid en grimeuse’. Samen met haar mede-regisseuse, Remke Wiekeraad, voert Angelique al tien jaar de professionele regie over de stukken van Lampomene. Aan deze productie wordt nu gewerkt sinds oktober 2006 en het loopt goed. De spelers zijn gemotiveerd en kunnen goed met elkaar overweg.

Wouter is overigens ook nog bestuurslid, samen met Yorick Radstake en Zosha de Rond, beiden zesdeklassers. Het bestuur telt dit jaar dus maar drie, en dan ook nog ‘oude’ leden. Reden om te informeren naar een plan voor hun opvolging. Zosha vertelt dat het bestuur hier na de uitvoering van Iphigeneia aandacht aan gaat besteden. Waarschijnlijk gaan ze daarvoor putten uit de leerlingen die duidelijke belangstelling hebben getoond voor Lampomene, bijvoorbeeld op de audities, maar nu niet meedoen. Zosha zal de rol van Klytaemnestra vervullen, ‘de moeder’. Ze overlegt met Angelique over een spannende outfit. De aankleding zal niet traditioneel klassiek zijn, maar waarschijnlijk modern en

Frouke uit 2A leest haar tekst nog even door. Zij speelt één van de drie ‘gewetensstemmen’ van Iphigeneia en heeft daarmee, net als de andere twee, voor het publiek een toelichtende rol.

wat abstract. Yorick vertelt dat een oudleerling zorgt voor het decorontwerp (in hout). De decors zullen door een professional in vorm worden gezaagd en uiteindelijk, in samenwerking met een aantal ouders, worden overgebracht naar het Pim Jacobs Theater in Maarssen.

Indrukwekkende voorstelling Leo van Hofwegen (hoofd algemene zaken van de school) heeft dit jaar de begeleiding van Lampomene. Hij heeft er alle vertrouwen in dat ‘Iphigeneia, koningsdochter’ een indrukwekkende voorstelling gaat worden. De opvoeringen zijn op 12 en 13 maart 2007 in het Pim Jacobs Theater, waar Lampomene al vaker heeft gestaan. Door de omstandigheden in school is er vorig jaar besloten om het stuk ‘Vernon God Little’ af te gelasten. “Dit jaar wat extra aandacht voor Lampomene misstaat daarom niet. Ik hoop dan ook dat veel ouders en leerlingen komen kijken naar deze uitvoering!”

De regisseuse Angelique Scheerder (links) en de grimeuse Marijke Latooij (USG-moeder) in overleg.

|Nieuwe indeling


Onderbouw - middenbouw - bovenbouw

Vanaf dit jaar is er geen onderbouw en onderbouw meer. De nieuwe indeling in onder-, midden- en bovenbouw sluit beter aan bij de visie van de school op het onderwijs. Traditioneel is er in het VWO-onderwijs een onderscheid tussen onderbouw (leerjaren 1 t/m 3) en bovenbouw (leerjaren 4 t/m 6). De didactische en organisatorische verschillen tussen onderbouw en bovenbouw zijn er de oorzaak van dat voor veel leerlingen de overstap van leerjaar 3 (onderbouw) naar leerjaar 4 (bovenbouw) moeilijk is. Met ingang van dit schooljaar spreken wij op het USG niet meer van bovengenoemde indeling, maar van de onderbouw (leerjaren 1 en 2), middenbouw (leerjaren 3 en 4) en bovenbouw (leerjaren 5 en 6). Wij proberen in ons onderwijs en begeleiding in te spelen op de specifieke eisen en kenmerken van deze indeling.

Visie op leerjaar 3 en 4 In onze visie is leerjaar 4 meer een vervolg op leerjaar 3, dan een start van de bovenbouw. De organisatie van leerjaar 4 is dit jaar bijna gelijk aan leerjaar 3: dezelfde kwintalen indeling, mentoren die meegaan, toetsindeling zoals in leerjaar 3 (enkele toetsdagen en de overige toetsen verspreid over het kwintaal; alleen kwintaal 3 en 5 een volledige toetsweek), en voor enkele vakken schriftelijke overhoringen. Onze visie op leerjaar 3-4 wordt ondersteund door de hoogleraar neuropsychologie J. Jolles van de RU Maastricht. In een artikel in Het Parool (16 september 2006) met de pakkende kop ‘Puber kan studiehuis niet aan’ meldt Jolles onder andere dat leerlingen te vroeg moeten kiezen en te veel zelfstandig moeten werken. Hij roept docenten op tot een actieve kennisoverdracht. Bovendien pleit hij voor meer kennis bij docenten over hoe leren in zijn werk gaat (inzicht in het functioneren van de hersenen).

Niet zelfstandig, maar actief leren Dit zijn precies de zaken waar wij binnen het USG met het gehele team de laatste twee jaren aan gewerkt hebben. Zoals in het informatieboekje voor ouders met kinderen in het 3e leerjaar (zie wwww.usgym.nl, knop ‘ouders’) staat, kiezen wij niet voor zelfstandig leren, maar voor actief leren en kiezen wij voor een sturende rol van de vakdocent. Leerlingen in deze leeftijdsgroep zijn pubers die van alles en nog wat ontdekken: hun plek onder leeftijdsgenoten, hun veranderende lichaam, de feilbaarheid van hun ouders, de samenleving en hun toekomstige rol daarin. Deze leerlingen moeten wij niet ook nog eens de volledige verantwoordelijkheid voor het leren op de schouders leggen. Een goede extrinsieke motivatie is voor hen vaak noodzakelijk. De vakdocent is bij uitstek de persoon die hiervoor kan zorgen: een sturende rol met de daarbij behorende controle is onontbeerlijk. Naar aanleiding van een intern onderzoek over onze begeleiding zal in de tweede helft van dit jaar bekeken worden hoe wij onze begeleiding moeten aanpassen aan de eisen en kenmerken van de verschillende ‘bouwen’. Ik ben ervan overtuigd dat de gekozen aanpak ervoor zal zorgen dat de aansluitingsproblematiek op onze school tot de verleden tijd zal gaan behoren. Aad van Diemen Conrector bovenbouw

Goden ABC|


Demeter

De oude Grieken kenden waarschijnlijk niet een onwaarschijnlijk zachte winter zoals wij die dit jaar (tot nu toe) meemaken. Anders had de mythe over Demeter er vast anders uitgezien. Demeter was de godin van de landbouw en het graan. Bij de Romeinen werd zij Ceres genoemd (en daar komt het woord cereals weer vandaan). Ze was de zus van Zeus, en dus ook van Hestia, Hera, Hades en Poseidon, allen kinderen van Kronos en Rhea. Demeter werd gezien als een vriendelijke godin, die ervoor zorgde dat gewassen goed groeiden op de aarde. Met Zeus had zij een dochter (wie niet) die Persephone heette. Haar dochter was haar lust en haar leven. Dit meisje was dol op bloemen en ging vaak het veld in om bloemen te plukken, maar wellicht ook om ze in te kleuren. Op een dag zag Persephone ergens in de verte witte narcisjes staan en terwijl zij er daar meer en meer van plukte, dwaalde zij af van haar vriendinnen en helpsters. Plotseling spleet de aarde voor haar open en kwam een nachtzwarte wagen, getrokken door zwarte paarden tevoorschijn. Persephone schrok zo van deze aanblik dat zij nauwelijks tegenstribbelde toen Hades, god van de onderwereld, haar in deze wagen naast zich tilde. Achter hun sloot de aarde zich als water. Toen haar dochter niet terugkeerde uit het veld, werd Demeter ongerust. Toen

navragen bij mensen en goden niets opleverde, werd ze radeloos. En toen zelfs haar broer Zeus niet wilde vertellen waar Persephone was, werd ze woedend.

Het was Zeus, die een compromis bedong: tweederde deel van het jaar zal Persephone bij haar moeder zijn, eenderde deel van het jaar zal Demeter haar moeten missen. En zo geschiedde.

De aarde verdort Vol droefheid trok Demeter zich terug in een tempel. Terwijl ze zat te treuren in haar tempel, verdorde buiten de aarde. De akkers brachten geen graan op, er kwam geen fruit aan de bomen en mensen stierven van honger. Dat werd Zeus te gortig en hij stuurde verschillende goden als boodschapper naar zijn droevige zus om haar te doen overgaan tot de orde van de dag. Maar Demeter verscheen niet. Toen stuurde Zeus zijn zoon Hermes naar de onderwereld en liet Hades opdragen Persephone naar haar moeder te laten gaan. Omdat Zeus nou eenmaal de baas was, gebeurde dat. Demeter was dolblij en sloot haar dochter in haar armen.

Vier seizoenen Toen werd het lente op aarde en zomer. Gewassen groeiden en bloeiden. Toch wilde Persephone terug naar haar man. Vlak voor haar vertrek uit de onderwereld had Hades haar een hapje van een granaatappel laten nemen en dat maakt tot slaaf. Dus na een tijdje keerde zij terug naar de donkere diepten, en op de aarde liet Demeter het winter worden. Demeter (links) en Persephone (rechts) als bevallige jonge vrouw. In het midden Triptolemos, een held uit Eleusis, die van Demeter het graan krijgt overhandigd om cultivering hiervan over de wereld te verspreiden. (Nationale Museum in Athene)

10 |School als sociale plek


Leren van de Noren

In november gingen leerling Tanja van Veldhuizen en rector Hanneke Taat mee met een studiereis over leerlingenparticipatie naar Noorwegen. Hieronder het verslag. Met nog vijf andere scholen uit het hele land reisden we af naar Oslo. Elke delegatie bestond uit een leerling, een docent en de rector van de school. Daarnaast hadden we twee reisleiders van schoolmanagers VO mee en een medewerker van het LAKS. In Oslo stonden verschillende dingen op het programma. Zo waren we bij de ‘schoolmanagers VO’ van Noorwegen, de Noorse leerlingenorganisatie SUN, op de lerarenopleiding en bij drie verschillende scholen. Dat laatste vond ik het interessantst omdat we daar de praktijk van leerlingenparticipatie konden zien. Daarom zal ik die hieronder uitlichten.

Op de rand van de afgrond Bij het eerste schoolbezoek aan de Ullern videregående werden we verrast door een presentatie over hoe de school ongeveer zes jaar geleden op de rand van de afgrond verkeerde. Inmiddels staat de school aangeschreven als één van de beste in Oslo, bijna een eliteschool. Het was mooi om te zien hoe, met nieuwe methodes, de school op zijn pootjes terecht was gekomen.

Docenten evalueren De leerlingenraad van de school vertelde ons over hun activiteiten. Zij vertelden trots over het bal en het toneelstuk wat zij organiseerden, maar toen we vroegen naar meer inhoudelijke dingen, kwam er een ontwijkend antwoord. Op de vraag of ze ook betrokken werden bij het evalueren van docenten, iets wat in Nederland op verschillende plekken gebeurd, kwam zelfs het antwoord: “Daar is de rector toch voor, wij weten toch niet wat goed is.” Op de vraag of wij, leerlingen, niet ervaringsdeskundige zijn, bleef het stil. De leerlingenparticipatie op deze school is groot, maar de leerlingen hebben inhoudelijk minder in te brengen hebben. Opvallend: het schoolgebouw is tot negen uur ‘s avonds (!) open. Leerlingen blijven vaak hangen met vrienden en maken samen huiswerk of werken ergens anders aan. Ook leraren bleven dikwijls langer dan de officiële werktijden. De school is een sociale plek!

Zwembadhoesjes of sokken De Ringstabekk Skole school was een geval apart. Eén van de eerste dingen die we hoorden was dat het gebouw 20 miljoen euro gekost had. We mochten daarom niet op schoenen lopen. We moesten ofwel van die zwembadhoesjes over onze

‘Opvallend: het schoolgebouw is tot negen uur ‘s avonds open!’ Een opvallende vorm van onderwijs waren de zogenaamde PDE-groepen: Planning-Doing-Evaluation, waar ze op deze school bij alle vakken mee werkten. Als er een project werd gedaan dan werden daar vanaf het begintraject al leerlingen bij betrokken. Een groepje van ongeveer vijf leerlingen en de docent bedacht de opdracht, de klas deed het project, en achteraf werd met hetzelfde groepje het project geëvalueerd. Het resultaat daarvan was dat leerlingen gemotiveerder waren bij projecten omdat ze zelf invloed hadden op wat ze deden.

schoenen aan, ofwel op onze sokken lopen. Opvallend: de leerlingen gingen op hun sokken, leraren en schoolleiders trokken hoesjes aan! Deze school bestond uit ongeveer driehonderd leerlingen tussen de 11 en de 14 jaar, met drie keer zoveel ruimte als wij op school hebben. Er werd gewerkt zonder lokalen maar met hoeken, alles was dus open en transparant. Hierdoor was er een erg open sfeer.


School als sociale plek| 11

Hierna was er een presentatie van de rectrix en een leerling uit de leerlingenraad. Ook hij werd aan ons vragenvuur onderworpen en ook hem werden de vragen over invloed op schoolbesluiten voorgelegd. Opvallend was dat de rectrix hem soms voor leek te zeggen (in het Noors, dus zeker weten we het niet) wat hij moest antwoorden. Toen we vroegen wat hij had gedaan met de leerlingenraad begon hij over de verplichte schooltassen die niet goed waren. Toen zei hij: “Toen de schoolleiding zei dat er geen geld was, zijn we er niet over doorgegaan. We nemen wat we kunnen krijgen.” Het viel ons weer op dat er sprake was van een groot vertrouwen tussen leerlingen de schoolleiding. De houding leek een stuk minder kritisch dan hier in Nederland. Ook deze school was tot ongeveer negen uur ’s avonds open. De school als een sociale plek!

Opgericht door leerlingen Ik keek het meeste uit naar het bezoek aan de Forsoksgymnaset /Elvebakken. Forsoksgymnaset is in Elvebakken geïntegreerd, toen ze opgeheven werd. Deze school is ooit opgericht door leerlingen. De rector werd gekozen door leerlingen en alle beslissingen werden elke week op een soort algemene vergadering genomen door leerlingen. Democratischer kan het bijna niet. De overheid zag echter steeds minder heil in deze school en de subsidie verminderde en verminderde. Toen het Forsoksgymnaset in Elvebakken overging is er wel geprobeerd zoveel mogelijk leerlingenparticipatie te houden. Bijvoorbeeld in de vorm van lesroosters. De leerlingen hebben een flexibel rooster met weinig contacturen. Een deel van de uren mogen ze zelf indelen aan welk vak ze willen werken. Ook kunnen de leerlingen thuis werken en alleen toetsmomenten op school doen. Zo wordt er rekening gehouden met verschillende leermanieren.

Bij ons uitproberen Voor ons zijn er twee dingen die we opvallend vonden en graag bij ons op school willen uitproberen. Allereerst zijn dat de PDE-groepen. Wij denken dat leerlingen gemotiveerder zijn als ze zelf mee kunnen denken over wat ze gaan leren en hoe ze dat gaan leren. Vaak zien we dat leraren iets verwachten van de leerling, maar dat het eindresultaat tegenvalt. Door leerlingen te betrekken bij wat er verwacht wordt zal het voor beide partijen plezieriger werken zijn. De leraar krijgt het verwachte resultaat en de leerling weet wat er verwacht wordt. Het tweede wat we graag op onze school los willen laten is de school als een sociale plek. Het is in Nederland niet realistisch om scholen tot negen uur open te houden en dan te denken dat de leerlingen blijven hangen. Wat je hier namelijk veel meer ziet dan in Noorwegen zijn leerlingen die sporten, een muziekinstrument spelen of aan andere activiteiten deelnemen. Het is wel realistisch om te zorgen dat de mediatheek langer open is, desnoods op één dag. Dan kunnen leerlingen in groepjes op school aan projecten werken. Leerlingen zien de school hierdoor niet alleen maar als lessen volgen maar ook als een plek waar ze welkom zijn, ook na lestijden. Tanja van Veldhuizen (5B)

12 |Kasper in de VS


Naar het buitenland

Na je eindexamen een tijdje ertussenuit, naar het buitenland. Meer en meer leerlingen doen dat. Kasper ter Horst koos voor het Elizabethtown College in Elizabethtown, Pennsylvania. Van de 73 zesdeklassers die vorig jaar op het USG eindexamen deden, gingen er tien voor kortere of langere tijd naar het buitenland. Ze gingen naar Washington, Canterbury, Nepal, Sevilla, Engeland, Ghana of Nieuw Zeeland. Kasper ter Horst ging met het Campus Scholarship Program van het Fullbright Center naar Elizabethtown. “Ik wilde altijd al naar het buitenland, om er even een jaar tussen uit te zijn, om een andere taal perfect te leren, om andere culturen en mensen te ontmoeten en natuurlijk om een leuke tijd te hebben.” Wanneer ben je met het plannen begonnen? “Aan het eind van de vijfde klas ben ik gaan rondkijken naar de mogelijkheden. Ik heb besloten me in te schrijven voor Fullbright omdat het een leuke, makkelijke en goed georganiseerde manier was om op een Amerikaanse universiteit terecht te komen.” Heeft de tijd op het USG je voldoende voorbereid op het buitenland? “Ik denk dat je als gymnasiast uit Nederland altijd wel goed genoeg voorbereid bent op andere talen en culturen. Ik had het leuk gevonden om al op de middelbare school Spaans te leren.” Hoe bevalt het na een half jaar? Heb je een cultuurschok ervaren? “Het bevalt me heel goed, maar ik vond het ook wel heel erg leuk om even naar huis te gaan met Kerst. Ik heb niet echt iets gemerkt van een cultuurschok, maar er zijn altijd tijden dat je

Op zijn weblog ‘Kasper in de VS’ doet Kasper ter Horst (on)regelmatig verslag van zijn belevenissen: http://amerikasper.web-log.nl/

meer of minder heimwee hebt. Ik vermaak me hier heel goed en ik leer ook best veel!” Wat vond je het meest verrassend of het leukst? “De interesse in mijn land, de nieuwe vrienden, de nieuwe ervaringen…” En het minst leuk? “Weggaan van familie en vrienden.” Hoe maak je daar nieuwe vrienden? “Dat is heel makkelijk. Je komt overal wel mensen tegen en het is heel makkelijk met iedereen een praatje te maken. Mensen hier zijn ook geïnteresseerd in buitenlanders.” Hoe woon je nu? “Ik woon op de campus van de universiteit in een kleine kamer samen met een roommate, wat soms wel vervelend is. Maar het hoort er bij en het is deel van de gehele ervaring.” Ga je ook nog rondreizen? “Ik doe tripjes naar alle grote steden in de buurt; New York, Washington, Philadelphia en trips naar woonplaatsen van Amerikaanse vrienden. Waarschijnlijk ga ik nog een keer naar Florida, een keer naar Mexico en misschien aan het eind van het jaar nog rondtoeren naar de westkust.” Hoe is het om de hele tijd in een andere taal te communiceren? “Je raakt er snel genoeg aan gewend. Bovendien is Engels niet zo heel moeilijk.” Wat mis je het meest van Nederland? “Mijn vriendin. Ondanks alle verhalen, gaat onze relatie nog heel goed.” Is er nog iets anders wat je zou willen aanraden? “Hmm. Begin op tijd met zoeken, want wat je ook van plan bent te gaan doen, het is veel regelwerk en je wilt niet te laat zijn of alles op het laatste moment moeten doen.”


Wellinkiana| 13

De links van Wellink

Eén van de meest uitgebreide Nederlandse websites over de klassieken is ‘Wellinkiana’ oftewel www.wellink.nu. Vox mailde met Hans Wellink, de man achter de site. Voor veel gymnasiasten is de website www.wellink.nu een belangrijke bron: tips, vertalingen, examenopgaven en vooral talloze links over de klassieken. De site Wellinkiana is vernoemd naar zijn geestelijk vader, Hans Wellink. In het dagelijks leven is hij docent klassieke talen aan het St. Willibrord Gymnasium in Deurne. Zijn website draagt het motto ‘alles is in ontwikkeling’. “Ik ben in 1991 begonnen met deze website. Er bestond toen in Nederland nog nauwelijks internet. Als ik in de zoekmachine Altavista de naam ‘wellink’ intikte, kwam ik zowaar op drie websites: een geavanceerd computerbedrijf Wellink in Japan, internetprovider Wellink in Italië en mijn eigen site. Ook email bestond nauwelijks. Soms stuurde ik mezelf maar een mailtje: ‘Ha die Hans, hoe gaat het ermee? Met mij gaat het goed. Groet, Hans.’ Wat een treurnis! Momenteel besteed ik er een half uurtje per maand aan. Eigenlijk heb ik te weinig tijd.”

Genetische afwijking Wellink kwam op het idee om een eigen site te gaan maken omdat er begin jaren negentig geen goede verzamelsite voor de klassieke talen was. “Dat verbaasde me. Door een genetische afwijking en een tic ben ik na mijn gymnasiumjaren klassieke talen en culturen in Leiden gaan studeren. Dat was in 1964. De wereld van die culturen is nog steeds een van mijn hobby’s. Wellinkiana besteedt bovenal aandacht aan de

klassieken in de ruimste zin van het woord. Het is een nietcommerciële site, dus ik plaats wat ik aardig vind en niemand anders. Dus staan er op de site ook verwijzingen naar andere onderwerpen zoals boeken, computers, film, reizen, software. Kortom: de links van Wellink.”

Naam gemaakt De site biedt inderdaad een uitgebreide verzameling van links op tal van gebieden, die Wellink al surfend verzamelt. De site heeft inmiddels zoveel naam gemaakt, dat Wellink ook aanvullingen en verbeteringen krijgt toegestuurd. Maar hoeveel bezoekers de site heeft… “Ik moet de teller er weer eens opzetten, maar het aantal hits interesseert me niet. Ik denk wel minder hits dan vroeger, want er zijn aanzienlijk meer klassieke sites die de moeite van het gebruiken waard zijn. Behalve www.wellink.nu - binnenkort ook www.wellinkiana.eu - ook bijvoorbeeld www.usgvox.nl en www.usgym.nl.”

Hobbes, de huiskat Opvallend onderdeel van de site Wellinkiana is de poes, bovenaan de webpagina. Dat is Hobbes, de wellinkiaanse huiskat. Hij (of zij?) staat niet voor niets prominent op de openingspagina. “Er zijn twee soorten mensen: de ene soort houdt van katten, de andere soort bestaat niet. Een kat is een symbiose van luiheid en energie. Die combinatie bevalt me wel. Mijn kat Hobbes ligt nu naast me op de verwarming en kijkt me meewarig aan. Zij denkt: wat een getik op dat toetsenbord! Maak je niet zo druk, man!”

14 |Thema-avond ouderraad


Pesten op school

In november organiseerde de ouderraad een thema-avond over pesten en digitaal pesten. Zeg niet: ‘Kom op, bijt nu eens van je af.’ Op de thema-avond over pesten was Erik Flentge als gast uitgenodigd. Hij houdt zich bezig met het onderwerp pesten bij de Vereniging voor Openbaar Onderwijs (VOO), een landelijke belangenorganisatie voor het openbaar onderwijs. In samenwerking met SIRE startte VOO midden jaren negentig de campagne ‘Pesten is geen spelletje!’ en een paar jaar geleden de campagne ‘Stop met pesten’. De ouders op de thema-avond gaven aan dat ze hoopten bruikbare tips te krijgen, onder andere over het populaire chatprogramma MSN. Daarover blijkt een informatieve website te bestaan: www.mijnkindonline.nl. Wordt er op het Utrechts Stedelijk Gymnasium ook gepest? Is er een verband tussen pesten en schoolniveau? Een van de

ven machtbalans. Een andere oorzaak kan zijn het individueel afreageren van frustraties door de pester, bijvoorbeeld als gevolg van een heel autoritaire opvoeding. Het klassieke slachtoffer is niet altijd een kind dat wat afwijkt van de norm in de klas. Het is vaak wel een sensitief kind met heel andere interesses. De afwijking kan hem zitten in leeftijd (iets ouder of iets jonger dan de anderen), lichaamsbouw, andere uiterlijke kenmerken.

Via internet Van digitaal pesten (pesten via internet) zijn vreselijke voorbeelden bekend. Oproepen of advertenties plaatsen onder de naam van een klasgenoot, een meisje dat door klasgenootjes te koop wordt aangeboden, compleet met vermelding van telefoonnummer en adres, inbreken in e-mailprogramma’s,

‘Pesten is oneerlijk, gemeen en ongrijpbaar’ aanwezige ouders (docent op een VMBO-school) gaf aan dat pesten op zijn eigen school schering en inslag is. Erik Flentge benadrukte dat het op gymnasia ook gebeurt, net zo goed als op scholen voor Havo en VWO.

Gemeen en ongrijpbaar Pesten is oneerlijk, gemeen, ongrijpbaar. Het veroorzaakt veel verdriet, zowel bij het slachtoffer als bij zijn of haar ouders. In een grote kring rond het slachtoffer zijn mensen er ondersteboven van. Goedbedoelde opmerkingen (‘joh, bijt toch eens van je af!’) zijn niet geschikt als troost; dergelijke woorden confronteren het slachtoffer vaak alleen maar meer met de eigen gevoelens van falen. Pesten moet overigens niet worden verward met plagen. Bij pesten is er sprake van structureel psychisch of fysiek geweld en van ongelijkwaardige partijen. Over het algemeen weten kinderen heel goed wat het verschil is tussen pesten en plagen. Pesten ontstaat soms door het verschuiven van omstandigheden in een klas, bijvoorbeeld de al eerder genoemde verscho-

wachtwoorden kraken en schadelijke mailberichten aan het gehele adresbestand van het gekraakte programma sturen. Klasgenootjes chanteren met foto’s. Teksten van chatsessies uitprinten en uitdelen in de klas. Internet is zeer laagdrempelig en vooral op chatsites en MSN zijn sommige mensen heel anders dan zij op het eerste gezicht lijken. Wat in het dagelijks leven plagen is, kan bijvoorbeeld op een chatsite toch als pesten worden ervaren. Dat komt omdat aan chatten vrijwel alle kenmerken van communicatie ontbreken. Chatters zien elkaar niet en horen elkaar niet. Pesters zien het effect van hun handelingen op het slachtoffer niet.

Jongens meer risico Het Instituut voor Leefstijl en Verslaving heeft recent onderzoek gedaan naar pesten en digitaal pesten (november 2006). Daaruit is gebleken dat er in het echt méér wordt gepest dan digitaal en dat jongens meer risico lopen dan meisjes, simpelweg omdat jongens volgens onderzoek gemiddeld vaker online zijn dan meisjes. Digitaal pesten wordt echter wel als


Thema-avond ouderraad|

het meest schadelijk ervaren. Als je óók op internet wordt gepest, ben je immers nergens meer veilig. Ander onderzoek (Vlaanderen, 2005) wees uit dat er wel iets aan te doen is. Een oorzaak van digitaal pesten is onder andere gebrek aan betrokkenheid en deskundigheid van ouders, waardoor meer ruimte ontstaat voor ongeremde experimenten.

Goede aanpak Een goede aanpak begint bij het erkennen van het probleem. Volwassenen komen vaak met adviezen die de zaak bagatelliseren (‘het valt toch wel mee’, ‘het is maar internet’, ‘kom op, bijt nu eens van je af’). Naast erkenning is een preventieve aanpak van belang. Daarin praten volwassenen en kinderen over spelregels. De kinderen moeten zelf de spelregels formuleren én bewaken, dat werkt prima. Als er dan toch problemen zijn, kunnen die worden benoemd. Op school zou dat kunnen in een kringgesprek, een voor de basisschool heel gebruikelijke werkvorm. Waarom zou deze niet ook in het voortgezet onderwijs kunnen worden ingezet? Het is heel belangrijk dat communicatielijnen met opgroeiende kinderen open worden gehouden. Een gepest kind of jongere geeft namelijk wel signalen. Bijvoorbeeld algehele neerslachtigheid die soms vormen van depressiviteit aanneemt. Sommige kinderen willen niet meer naar school of willen niet naar feestjes. Zulke dingen realiseren volwassenen zich vaak pas achteraf. Het advies ‘blijf toch vooral altijd met elkaar praten’ ligt zo voor de hand en toch wordt er vaak aan voorbijgegaan.

De pester zelf Als de preventieve aanpak niet het verwachte resultaat oplevert, is er de curatieve aanpak. Daarin kan voor het slachtoffer een vertrouwenspersoon worden ingeschakeld. Betrokken leerkrachten moeten daarvan op de hoogte worden gesteld.

15

Ouders moeten niet te snel denken ‘dit zal wel normaal zijn, dit zal er wel bij horen’. In het ergste geval kan het slachtoffer (of de ouders) een klacht indienen. Er werd opgemerkt dat er heel veel aandacht is voor het slachtoffer, en dat is natuurlijk een goede zaak. Zoek bijvoorbeeld op internet met de zoekterm ‘weerbaarheidstraining’. Er is een heel groot aanbod. Maar in principe is het niet het slachtoffer dat het echte probleem heeft – dat is de pester zelf. Daarom moet er ook hulp voor de pester worden ingeschakeld.

Meer informatie over pesten: www.voo.nl/pesttest www.mijnkindonline.nl www.mijnleerlingonline.nl www.stopdigitaalpesten.nl www.pestweb.nl www.pesten.startpagina.nl

16 |Méllona


Zou dat normaal zijn?

Column van Méllona Bruggemans. Zij volgt haar broer op die vorig jaar zijn carrière op dit gymnasium startte. Helaas is hij in goed overleg overgestapt naar het VWO. Zijn zus doet vanaf dit jaar verslag van opmerkelijke zaken, belangrijke dingen en haar belevenissen op onze school. Sinds kort staat onze school weer eens op de landelijke tvkaart. Onlangs waren we op televisie omdat twee leerlingen in het zonnetje werden gezet. Stiekem ben ik best wel trots op mijn school die op televisie kwam. Toch hoop ik dat niet zoveel mensen het hebben gezien, want de twee jongens in kwestie willen zo snel mogelijk weer BN-er af zijn. Zand er over dus en terug naar de orde van de dag. Het huiswerk stapelt zich op en wordt meer en meer. Zo langzamerhand wordt van ons verwacht dat we het nu wel onder de knie hebben, dat plannen en leren. Nou, geloof mij maar: het valt helemaal niet mee. Mijn eerste rapport was best goed, maar inmiddels heb ik al ruim tien onvoldoendes. Hoe moet dat nog goed komen met mij? Volgens mijn mentor is dat een kleine terugslag en hebben meer 1e jaars dat. Ik geloof het nog zo net niet en zie het helemaal niet meer zitten. Gelukkig is er binnenkort het Valentijnfeest. Voor nu maak ik meer druk over mijn jurk en mijn ‘date’. Ik ben gevraagd door een jongen uit mijn klas. Het thema is gala, dus ik heb een galajurk nodig, maar hoe kom ik daaraan. Hij moet natuurlijk wel ‘hot’ zijn, want er komen ook introducés. Een meisje uit mijn klas mag van haar ouders niet naar het feest en dat vind ik wel zielig voor haar, want het wordt helemaal te gek, dat feest. Als het maar niet zoals de vorige keer wordt, want daar werd zoveel gerookt. En overal waar je keek zaten mensen te zoenen. Als mijn ‘date’ maar niet denkt dat ik dat ook ga doen, blèh! Nog even niet hoor, eerst lol maken. Naar school gaan wordt wel steeds leuker. We hebben een koffiemachine in de kantine gekregen die ook heerlijke chocolademelk schenkt. Ook de soepautomaat maakt mijn leven op het USG aangenamer, want ik ben een echt soepbeest. En met mij ongeveer de halve school: in de pauzes is het dringen geblazen voor de automaten. Dus bedankt USG! Een goede zet.

Kan er dan gelijk een breedbeeldscherm komen op de eerste verdieping? Je moet echt heel goede ogen hebben, of er recht onder staan, om daar met goed fatsoen iets op te kunnen lezen. Dus USG: van de winst van alle soep, koffie en chocolademelk moet er al snel een groter scherm te regelen zijn. Aan mij zal het niet liggen, ik ben inmiddels al een grootverbruiker van al dat lekkers in de kantine. Waar ik ook grootverbruiker in ben, is fietsverlichting. Mijn fiets is al een paar keer het slachtoffer geworden van ‘fietsenstallingvandalen’. Regelmatig kom ik bij mijn fiets en dan is er weer een lamp af. Volgens mijn ouders ligt dat aan mijn ‘parkeerbeleid’ en moet ik mijn fiets beter stallen. Echter uit voorzorg is voor mijn nieuwe fiets (die ik sinds Kerst heb) een scholierenonderhoudscontract met reparatieclausule afgesloten. Best handig want alle reparaties worden gratis uitgevoerd en kapotte onderdelen vervangen. Dit zou eigenlijk in het schoolpakket bij Van Dijk moeten worden opgenomen. Om de week heeft de helft van de klas het eerste uur Engels vrij, omdat dan de andere helft Cambridge Engels krijgt. Ik fiets op mijn ‘vrije uur’ dan toch iedere keer het eerste uur naar school zodat ik niet alleen hoef te fietsen. Ook kan ik mij dan voorbereiden op mijn schooldag onder het genot van een ‘bakkie’ overheerlijk chocolademelk. Wat klinkt dat basaal als ik het zo opschrijf, maar zo voel ik het wel: dat van de chocolademelk, het met elkaar meefietsen en het voorbereiden op mijn schooldag. Ik vind het gewoon heerlijk hier. Zou dat eigenlijk wel normaal zijn?


Nieuwe medewerkers| 17

De afgelopen tijd heeft het USG een aantal nieuwe medewerkers gekregen. Hieronder introduceren ze zichzelf.

Frank Leenders werkplaatsassistent beeldende vorming Ik ben 28 jaar geleden geboren te Ede en opgegroeid in Renswoude. Met mijn VWO-diploma op zak verhuisde ik naar Utrecht om bouwkunde en later geschiedenis te gaan studeren. Wegens ziekte ben ik echter met studeren gestopt. Sindsdien heb ik verschillende functies uitgeoefend: voorlichter, barkeeper, en nu dus werkplaatsassistent. In mijn vrije tijd lees en schrijf ik nog wel eens wat. Verder maak ik elektronische muziek met mijn keyboard en synthesizer. Ik hou van gezelschapsspellen, waar ik nu een kleine verzameling van heb. Dit zijn allemaal indoor-activiteiten, maar ik ben ook regelmatig buitenshuis te vinden, in het rijke Utrechtse uitgaansleven.

Henk van Eer - filosofie Wie ben ik? Daar heb ik mijn leerlingen dit jaar ook over laten nadenken. Nu ben ik dus aan de beurt. Quo vadis, Hendrike? Na mijn middelbare school ben ik psychologie en filosofie gaan studeren in Nijmegen. Dat was in de jaren zeventig toen het Marxisme nog erg populair was onder studenten. Nu voelde ik mij daar nooit zo toe aangetrokken, maar het was een bruisende tijd met kreten als ‘studie in dienst van het volk’. Juist op onze faculteit kwam het wapengekletter bij elkaar. Na mijn afstuderen besloot ik mijn praktische kant maar eens te gaan uitbuiten. Ik ging de IT in. Met Kant’s ‘word wat je bent!’ weet je nog niet waar je naar toe moet. Bovendien, IT is logica en wiskunde en was dus ook een kindje van de filosofie, dacht ik. Van het ene bedrijf kwam het andere. Ik kwam terecht in marketing, richtte een eigen bedrijfje op. Door het onstaan en vergaan van bedrijven ging ik nadenken over wat er nu blijvend was in mezelf: mijn liefde voor de filosofie. Ik had nooit leraar willen worden, maar ontdekte vorig jaar hoe goed dat voelde. En daar ben ik nu. Zergliedert und wieder zusammengesetzt, zou Hegel zeggen. Maar Kant heeft toch gelijk gekregen.

Emiel van Rijsewijk - lichamelijke opvoeding Met mijn 22 jaar ben ik een van de Benjamins binnen het docententeam. Mijn favoriete bezigheid is sport: voetbal, unihockey, volleybal en tennis. Ik ben vorig jaar augustus afgestudeerd op de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. Na mijn afstuderen was het niet makkelijk om binnen mijn vak aan de slag te gaan. Vandaar dat ik eerst een half jaartje als meteropnemer de gelederen van Essent heb mogen versterken. Vanaf het moment dat ik het USG binnenstapte heb ik meteen het gevoel van geborgenheid gehad. Een kleine en knusse school die zoveel sfeer uitademt, dat het mij niet mogelijk lijkt om het als docent hier niet naar je zin te hebben.

Anna Drury spreekvaardigheid Cambridge Engels Zoals mijn achternaam al aangeeft, ben ik Engels. Dat is ook één van de redenen dat ik hier ben om spreekvaardigheidlessen te geven in de Cambridge Engels-klassen. Ik ben 19 jaar en ik zit in mijn 2e studiejaar aan de Universiteit Utrecht, waar ik op University College Utrecht studeer. Daar ben ik bezig met onder andere aardwetenschappen, scheikunde, natuurkunde, geschiedenis en toneel. Een hele lijst aan vakgebieden, maar ik ben ook in heel veel verschillende onderwerpen geïnteresseerd. Naast het studeren en hier lesgeven ben ik vooral in de zomer veel bezig met lopen in de bergen en met zeilen. Daarnaast houd ik me veel bezig met toneel.

Sascha van Altena - klassieke talen Met mijn 27 jaar ben ik al aardig door de wol geverfd in het onderwijs. Ik heb vijf jaar gewerkt op een grote scholengemeenschap in Almere: Latijn, Grieks, KCV, mentorklassen... geweldige collega’s, en leerlingen in alle soorten en maten. Ik heb er veel geleerd, maar toen de sleur erin sloop werd het tijd om eens buiten de dijken te gaan kijken. Op de middelbare school was ik vastbesloten om mediterraan archeologe te worden, maar toen ik ruim vijf jaar Latijn en Grieks had gevolgd, besloot ik Griekse en Latijnse Taal en Cultuur te gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam.

18 |Onderwijskwaliteit


Inspectie op het USG

Eind november liep een team van drie inspecteurs een paar dagen op het USG rond voor het vierjaarlijkse Periodiek Kwaliteitsonderzoek. “We zijn positief over de ontwikkelingen van de afgelopen jaren.” Op school bezochten de inspecteurs lessen en voerden ze gesprekken met leerlingen, docenten en schoolleiding. Nico de Jong, die het inspectieteam leidde. “We doen voortdurend check, dubbelcheck en verificatie om een oordeel te kunnen vormen over de onderwijskwaliteit. Alleen een gesprek met de directie is nooit voldoende. We hebben daarom ook afzonderlijke gesprekken met leerlingen. De selectie van die leerlingen gebeurt inderdaad door de schoolleiding. Maar we lopen de hele dag in de school rond. We beperken ons dus niet in onze contacten tot het uurtje dat we met deze leerlingen spreken. We spreken ook leerlingen in de wandelgangen en tijdens de lessen. Deze gesprekken zijn eigenlijk het belangrijkste: zij zijn de ervaringsdeskundigen. Zij kunnen precies aangeven waar sterke en zwakke punten van school liggen. Het waren zeer informatieve gesprekken.”

Open sfeer De inspecteurs waren goed te spreken over de ontwikkelingen op het USG. In de gesprekken merkten ze een ‘open sfeer’ en ‘een pedagogisch klimaat waar leerlingen en leraren respectvol met elkaar omgaan’. Vandaar de conclusie: “Pedagogisch is het dik in orde.” Een paar jaar terug is de school begon-

Huisvesting niet optimaal Voor de onderwijskwaliteit is ook de ‘context’ van belang. De Jong: “Zo is de huisvesting niet optimaal. Dat wordt versterkt door de groei van school. Het heeft ook te maken met de kleinschaligheid van de school en daardoor de beperkte financiële ruimte. Op ICT-gebied is nog een inhaalslag te maken met veertig computers op zo’n zeshonderd leerlingen.” De hoofdboodschap is volgens De Jong dat het onderwijs op het USG door het NIL-concept meer in beweging is gekomen. “De school is nu in een nieuwe fase. Het gaat nu om consolidatie en bestendigen, om het concretiseren van het concept op het niveau van de lessen. De invulling is nu nog sterk persoons- en sectiegebonden.” De schoolleiding verdient wat De Jong betreft een compliment. “We zijn positief over de ontwikkeling die de school de laatste jaren heeft doorgemaakt. Mijn collega-inspecteur, zelf jarenlang leraar op het Christelijk Gymnasium, zei op het einde: Ik had hier zelf ook wel graag les gegeven.”

In gesprek geraakt Rector Hanneke Taat deelt de opvatting van de inspectie dat er sprake is van een nieuw elan. “In het onderwijs was het gebruikelijk dat iedereen bezig was in zijn eigen klas met zijn eigen vak. Men wist van elkaar niet wat men deed. Nu zijn docenten met elkaar in gesprek geraakt over wat ze doen, hoe ze dingen aanpakken, over het onderwijs. Ze maken elkaar en-

‘Leerlingen kunnen precies aangeven waar sterke en zwakke punten liggen’ nen met Nil Volentibus Arduum (‘niets is onmogelijk voor hen die willen’), een project om met de secties te komen tot een verbeterd didactisch en pedagogisch klimaat. Met name vakoverstijgende activiteiten zijn daarin belangrijk. Het NILprogramma begint volgens De Jong vruchten af te werpen. “Je ziet de effecten. Er is een grotere variëteit in activerende werkvormen, docenten praten met elkaar over het onderwijs. Het heeft nieuw elan gebracht. Maar wij vinden wel dat leerlingen meer verantwoordelijkheid kunnen en moeten krijgen voor hun eigen leerproces. Op het USG ligt de regie nog sterk bij de docent.”

thousiast en dat brengt nieuw elan. Secties komen met plannen om het vanuit hun optiek in de les anders aan te pakken. De plannen worden uitgewisseld en zo leren we van elkaar. We hebben zelfs te weinig tijd in de jaarplanning om alles te doen wat we zouden willen.” Het NIL-project heeft daar belangrijk aan bijgedragen, vertelt ze. Er waren altijd al wel veel verschillende activiteiten, soms ook vakoverstijgend, maar dat zorgde voor onrust in het dagelijkse rooster. De activiteitenweken met daarin vakoverstijgende projecten waren een eerste stap op weg naar het NILproject, alleen werd het toen nog niet zo genoemd. Met het

| 19


officiële Nil Volentibus Arduum-project is het vakoverstijgend werken officieel beleid geworden.

Zo breed mogelijk opleiden “Verschillende vakken kunnen heel verwant zijn en wat je bij het ene vak leert, kan bij het andere bruikbaar zijn. We streven ernaar de leerlingen zo breed mogelijk op te leiden en inzicht te geven in alle disciplines die er zijn. Niet volgens de

Meer eigen verantwoordelijkheid En de opmerking van de inspectie dat leerlingen op het USG wel wat meer eigen verantwoordelijkheid mogen krijgen? “Dat klopt”, zegt Hanneke Taat, “maar dat is ook een kwestie van tijd. Met alle teams en verenigingen kunnen leerlingen zich hier heel goed ontplooien.” Een voorbeeld van meedoen in het onderwijs is de Romereis. Vroeger zou de onderwijskundige invulling gemaakt zijn door de docent. De leerlingen

‘We moeten opletten dat we onszelf in ons enthousiasme niet voorbij lopen’ hokjesgeest, maar juist zo dat ze dingen met elkaar in verband kunnen brengen.” De Trierreis is een voorbeeld van een vakoverstijgend project avant la lettre. Vakken als Duits, aardrijkskunde en lichamelijke opvoeding werkten daarin samen. Op de sportdag in het teken van de Olympische Spelen werkten lichamelijke opvoeding en klassieke talen samen. Maar behalve de samenwerking tussen verschillende vakken gaat het bij het NIL-project ook om het aanbieden van andere werkvormen. In de projecten krijgen leerlingen opdrachten, werken ze in groepjes, en moeten ze zich presenteren of debatteren. “We kunnen meer verschillende werkvormen aanbieden, waardoor we meer kunnen inspelen op verschillen in leerstijlen.”

Goed moment Het enthousiasme is groot, maar de rector is het met de inspectie eens dat het nu een goed moment is voor consolidatie. “Er is de afgelopen jaren veel gebeurd en veranderd. We hebben de vorm gevonden van zo afwisselend, zo actief en zo overstijgend mogelijk onderwijs. Maar we moeten nu wel opletten dat we onszelf in ons enthousiasme niet voorbij lopen. We moeten de tijd nemen om te evalueren en na te denken welke projecten wel en niet passen. Want we moeten het wel allemaal kunnen organiseren. Daarom maken we even een pas op de plaats.”

gingen naar Rome en de docent vertelde daar wat er te zien was. “Nu is het vak KCV helemaal gericht op de Romereis. Leerlingen moeten zelf een bepaald onderwerp van tevoren onderzoeken, in Rome een presentatie houden, en bij terugkomst weer een presentatie houden.” Toch zouden leerlingen misschien meer invloed kunnen hebben op wat ze leren, erkent Taat. “Je moet wel goed nadenken over wat leerlingen wel en niet kunnen. Maar samen dingen evalueren, dat is leuk. We hebben het voornemen om de Gerousia - het klankbord van leerlingen - langzaam meer te betrekken en een grotere rol geven, zodat ze mee kunnen praten over hoe het onderwijs in elkaar zit. Het is nog een ontwikkelgebied.”

20 |Uit de media


‘Het VWO is een meisjeszeef’ Jongens worden in het onderwijs de dupe van een te ver doorgeschoten emancipatie van de vrouw. Het onderwijs is gefeminiseerd, betoogde José Groen eind december in NRC Handelsblad. Hieronder een verkorte versie van haar betoog. Op de pagina hiernaast reageert Hanneke Taat. Roelof de Wijkerslooth, voorzitter van het college van bestuur van de Radboud Universiteit, stelde in een interview de vraag: Waar blijven de jongens? (NRC, Opinie & Debat, 8 december). Hij constateerde niet alleen dat meisjes het op de universiteit beter doen dan jongens, maar ook dat ze in aantal de mannelijke studenten overtreffen. Laten we aannemen dat jongens niet dommer zijn dan meisjes, dan moeten we de oorzaak hiervan ergens anders zoeken. Ik durf de stelling aan dat, als gevolg van de feminisering van de onderbouw van het VWO een deel van de mannelijke studenten voortijdig door het putje gespoeld wordt.

Ogenschijnlijk geslaagde emancipatie De middelbare scholen kampen al jaren met een lerarentekort. Misschien is dat wel een van de redenen dat het onderwijs een schoolvoorbeeld is van ogenschijnlijk geslaagde emancipatie van de vrouw. Wie niet verder kijkt dan zijn neus lang is, zou kunnen denken dat de vrouwenemancipatie in het onderwijs geslaagd is - ware het niet dat het aantal vrouwelijke schoolleiders en hoogleraren nog steeds bedroevend laag is. Maar dit grote aantal vrouwelijke leraren brengt een feminisering van het onderwijs met zich mee. En wat is het gevolg? In de onderbouw van het VWO worden maatstaven

aangelegd die te maken hebben met vaardigheden die jongens in de leeftijd van 12-15 jaar in aanleg onvoldoende bezitten. Die vaardigheden worden niet voldoende aangeleerd, maar wel volop getoetst. Door docenten die voor het overgrote deel vrouwen zijn. Er is niet genoeg aandacht voor het leerproces dat jongens doormaken; de nadruk ligt op zaken waar meisjes beter op scoren. Jongens willen excelleren, uitblinken, voor zichzelf, op hún manier; meisjes willen het vooral goed doen voor en met anderen, vaak ook voor de docent. Jongens zijn beweeglijk, slordiger, sneller afgeleid. Maar ze zijn ook competitief ingesteld, terwijl meisjes vooral sociaal wenselijk gedrag vertonen, volgzamer zijn en netter werken. En dat laatste, een keurig werkstukje, voorbeeldig samenwerken, wordt met goede cijfers beloond. De feminisering van het onderwijs zorgt ervoor dat de zeef op de meisjesstand staat. De VWOjongens stromen af naar de Havo.

Feminiene aanpak In de bovenbouw is het plotseling gedaan met de feminiene aanpak - er wordt uit een ander vaatje getapt. Docenten in de laatste drie jaren van het VWO zien zich steeds meer genoodzaakt het niveau naar beneden bij te stellen. Het wetenschappelijk onderwijs constateert terecht hiaten en een dalend kennisniveau, wendt zich tot het laatste jaar van het VWO en denkt daarmee de problemen aan te pakken. Maar het kwaad is al veel eerder geschied.


Uit de media| 21

Verschillende leerstijlen Het is maar de vraag of de grote uitval onder jongens in het voortgezet onderwijs uitsluitend aan de feminisering te wijten is, reageert Hanneke Taat op het stuk van José Groen. ‘Jongens worden in het onderwijs de dupe van een te ver doorgeschoten emancipatie van de vrouw’. Zo begint José Groen haar artikel in NRC Handelsblad. De omgekeerde stelling is vele jaren lang het geval geweest, maar een dergelijke reactie wordt denk ik gezien als of rancuneus of kinderachtig. Toch hebben meisjes in het voortgezet onderwijs zich lang moeten aanpassen aan een mannencultuur, om nog maar niet te spreken van de nodige vooroordelen. Ik herinner mij nog als de dag van gisteren de uitspraak van mijn leraar wiskunde tegen een van mijn klasgenootjes in 2 gymnasium op een meisjesschool, dat ze ‘evenveel verstand van wiskunde had als een koe van fietsen’. Nou kan het natuurlijk best zijn dat hij in dit geval gelijk had, maar toch.

Discutabel Het is maar de vraag of de grote uitval onder jongens in het voortgezet onderwijs - en dat over de hele linie - uitsluitend aan de feminisering te wijten valt. Want dat er steeds meer vrouwen voor de klas staan valt niet te ontkennen. Dat daarmee de kwaliteit van het onderwijs achteruit gaat - in ieder geval voor jongens, wat toch min of meer gesuggereerd wordt - zal door veel vrouwen niet als een opsteker worden ervaren. De stelligheid waarmee José Groen spreekt over verschil in onderbouw en bovenbouw, kennelijk vanuit de veronderstelling dat vrouwen meestal in de onderbouw werken en mannen in de bovenbouw lijkt mij ook discutabel. Op het USG is dat niet het geval.

Kort door de bocht José Groen omschrijft jongens als ‘beweeglijk, slordig en sneller afgeleid’. Misschien wel kwalificaties die door de huidige, snelle, zap-maatschappij versterkt worden en ook buiten school een rol spelen. Bij meisjes ziet de schrijfster sociaal wenselijk gedrag, volgzaamheid en netjes werken. Natuurlijk

valt het niet te ontkennen dat deze verschillen tussen jongens en meisjes bestaan, maar op deze manier worden zowel jongens als meisjes wel erg kort door de bocht gekarakteriseerd. Op 6 januari 2007 reageert Vera Berntsen uit Rotterdam op het artikel met te verwijzen naar meervoudige intelligentie. En daar heeft ze zeker een punt. Inspelen op bijvoorbeeld cognitieve, sociale of muzikale intelligentie, om er maar een paar te noemen, zou recht kunnen doen aan alle leerlingen, ongeacht of ze jongen of meisje zijn. Onderzoeken of specifieke vormen van intelligentie meer bij jongens of bij meisjes voorkomen, kan misschien helpen om meer gestructureerd aandacht te schenken aan jongens- of meisjes-behoeften.

Verschillende leerstijlen Op het USG zijn we bezig meer te kijken naar en rekening te houden met verschillende leerstijlen en verschillende intelligenties bij onze leerlingen. Dat dit voor docenten, mannelijke en vrouwelijke, een hele klus is in een klas met dertig leerlingen, die ieder al een eigen persoonlijkheid hebben met soms een leerprobleem, moge duidelijk zijn. De ervaring leert, dat ook jongens zeker gemotiveerd kunnen worden om hun talenten te ontwikkelen en op die manier zelfvertrouwen te ontwikkelen. Zoals bijvoorbeeld in het technisch team of in het debatteam, beide teams onder auspiciën van vrouwen. Dat dan weer wel. Hanneke Taat

22 |Kortingspagina


Korting op Lutz leest de Odysseia

Al in de Oudheid werd hij kortweg De Dichter genoemd: Homeros, de schepper van de onsterfelijk geworden Ilias en Odysseia. Met zijn werk begint in de achtste eeuw v. Chr. de Griekse, en daarmee de westerse literatuur. De Odysseia zou wel eens het meest gelezen gedicht aller tijden kunnen zijn. Zelfs wie het nooit in zijn geheel heeft gelezen kent wel een van de fantastische avonturen van de listige Odysseus, de gekwelde Griekse held die na de val van Troje jaren moest rondzwerven voor hij zijn geliefde vrouw, zoon en vaderland zou terugzien. De prachtige voorlezing van Homeros’ Odysseia door topacteur Ton Lutz voor de NCRV-radio was in 1994 een groot succes. In 21 delen zond de NCRV de Odysseia uit. Er volgde nog een herhaling en de serie verscheen later op cassette. Nu is deze Odysseia, in de vertaling van Imme Dros, als luisterboek verschenen. Op dertien CD’s met een begeleidend boekje. Lezers van de Vox Hieronymi krijgen tegen inlevering van deze bon bij de boekhandel tussen 10 februari en 10 april 4,95 euro korting bij de aankoop van Ton Lutz leest de Odysseia.

Vox Hieronymi-korting Lutz leest de Odysseia Ton Lutz leest de Odysseia - 13 cd s ISBN 9789025320539 Medium: Vox Hieronymi Prijs: € 29,95 Korting: € 4,95 Actieprijs: € 25,00 Begindatum 10/02/2007 Einddatum 10/04/2007 Actienummer 901-29131

[foto Ad van Gessel/Collectie Theater Instituut Nederland]

Korting voor lezers van de Vox Hieronymi

Kwoots| 23


Janssen: Er zijn geen domme vragen, maar dit was toch wel een heel bijzondere. Crump: Als er nog één keer iemand doet alsof ik imbeciel ben, ga ik slaan. Tielens: Oh, wat ben ik toch een sukkel. Maar dat wisten jullie al hè. Van Rooijen: Jullie trekken nu allemaal een papiertje en er wordt niet gerolen. Mastbergen-van ‘t Hoff: Je zegt gewoon: lieve, lieve, lieve meneer... hoeheetieookalweer? Sternau (tijdens een SO): Heerlijk, al dat gezucht en gekreun. Crump: Ik weet dat ik er heel mannelijk uitzie. Sternau: Jullie krijgen een dictee. Hele klas: Neeeee! Sternau: Nou, gewoon voor de lol hoor. Janssen: Het moet zijn sie kostet, wijfie. Derks: Ik heb geen zin in dat gezever. Van Veggel: even chillen, zeg! Crump: Zal ik eens een onthulling doen over mevrouw Orban? Ll: Oh, bent u lesbisch? Tielens (boos): ‘Potverdomme!’ slaat vervolgens haar handen voor haar mond en roept met een klein stemmetje: Oeps! Derks: Wie nu nog geluid maakt is een lul. Meeuwsen: Vivianne, Viviënne, wat maakt het mij uit, al heet je Lucie. Landman: Ik heb toch het idee dat ik met een stelletje randdebielen te maken heb. Tielens: Frans heeft geen nut. Alleen dat piepkleine nutje voor als je naar Frankrijk gaat. *Telefoon gaat af* Ll: Dat was Simon, meneer. Janssen: Wat was Simon, matenaaier? Verweij: Als Mohammed niet naar de berg komt… Ll: Het is Mozes, hoor. Landman: Ik wil eigenlijk niet weten wat je onder tafel met die pen doet.

24 |Schoolagenda


USG Schoolagenda 2006 - 2007

Zaterdag 10 februari Open huis, 10.00-13.00 uur

Zondag 6 mei - zondag 13 mei Romereis klas 5

Donderdag 15 februari Valentijnsgala

Woensdag 16 mei - vrijdag 1 juni Centraal eindexamen

Vrijdag 16 februari t/m zondag 25 februari Krokusvakantie

Donderdag 17 mei - vrijdag 18 mei Hemelvaartvakantie

Maandag 12 maart en dinsdag 13 maart Toneelvoorstelling ‘Iphigineia’ Pim Jacobs Theater Maarssen

Vrijdag 25 mei Uitreiking rapport 4

Vrijdag 16 maart AMOR-avond Dinsdag 20 maart Uitreiking 3e rapport Vrijdag 23 maart schoolfeest Maandag 26 maart - dinsdag 27 maart Schoolstrijd Dinsdag 27 maart Ouderavond / tafeltjesavond klas 3 t/m 6, 19.00-22.00 uur Woensdag 28 maart Ouderavond / tafeltjesavond klas 1 en 2, 19.00-22.00 uur Vrijdag 30 maart Presentatie profielwerkstukken klas 6 Donderdag 5 april Studiedag - geen les Vrijdag 6 april - maandag 9 april Paasvakantie 11 tot 15 april Internationaal Scholieren Concert, Nitra (Slowakije) Vrijdag 20 april LSD (Laatste School Dag klas 6) Woensdag 25 april Informatieavond Trierreis ouders en leerlingen klas 3, 20.00 uur Zaterdag 28 april - zondag 6 mei Tulpvakantie

Maandag 28 mei Tweede Pinksterdag Dinsdag 5 juni - donderdag 7 juni Usgexpoos Donderdag 7 juni Presentatie Compacten en verrijken Vrijdag 8 juni AMOR-avond Donderdag 14 juni Uitslag eerste tijdvak eindexamen Maandag 25 juni - vrijdag 29 juni Trierreis klas 3 Donderdag 28 juni Uitslag tweede tijdvak eindexamen Woensdag 4 juli Personeelsdag; school gesloten Donderdag 5 juli Sportdag Donderdag 5 juli Schoolfeest Donderdag 12 juli Diploma-uitreiking Vrijdag 13 juli Uitreiking eindrapport Zaterdag 14 juli - maandag 3 september Zomervakantie

Vox Hieronymi. Pesten. Lampomene speelt Iphigeneia > pagina 7. De beste klassieke site > pagina 13. Van de rector. > pagina 4

Recommend Documents