verzorging CSPE BB
2015
instructie voor de examinator In deze instructie vindt u richtlijnen en aandachtspunten bij de geheimhouding, de voorbereiding, de afname en de herkansing van het cspe. De paragrafen 1 tot en met 5 bevatten algemene informatie, die ook van toepassing is op cspe’s van andere vakken. Vakspecifieke informatie treft u aan in de overige paragrafen. De mededelingen over de cspe’s van 2015 (Septembermededeling op www.examenblad.nl) bevatten nadere informatie over dit cspe.
1 Geheimhouding cspe 1
2
3
4 5
6
Veel scholen hebben een protocol voor de afname van het cspe. In dit protocol staat dat de examinatoren tekenen voor de ontvangst van de examendocumenten van het cspe en verklaren alle zorgvuldigheid in acht te zullen nemen om te voorkomen dat de geheimhouding van de examendocumenten wordt geschonden. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. In het protocol staat dat de eerste en tweede examinator verklaren dat zij de beoordeling in overeenstemming met het correctievoorschrift hebben verricht. Op www.vo-raad.nl en www.aocraad.nl staat een goed voorbeeld van een protocol. Alle examendocumenten (papier en digitaal) zijn geheim. Bewaar ze in een kluis op school. Neem ze niet mee naar huis. Voer de voorbereidingen van het examen uit in een ruimte waar geen leerlingen aanwezig zijn. Reik examendocumenten aan het begin van iedere zitting uit aan de kandidaten en neem ze na iedere zitting in. Tenzij anders vermeld in de instructie voor de examinator hebben kandidaten buiten de zittingen om geen inzage in de examendocumenten. Houd het correctievoorschrift en de instructie voor de examinator voor de kandidaten geheim. Examendocumenten zijn na afloop van de examenperiode pas openbaar. Hetzelfde geldt voor de producten die door de kandidaten in het kader van het cspe gemaakt worden. Deze kunnen pas na afloop van de examenperiode tentoongesteld of meegegeven worden. Pas eind juni is de examenperiode afgelopen (zie het examenrooster voor het tweede tijdvak op www.examenblad.nl). Tot die tijd kunnen er nog kandidaten geëxamineerd worden en is geheimhouding noodzakelijk. Eventuele foto- of filmopnamen van de afname mogen alleen gemaakt worden door bij de afname betrokken examenfunctionarissen die door de directeur zijn aangewezen. Tenzij een opname een onderdeel is van een praktische opdracht mogen ook kandidaten dus geen opnamen maken. Eventuele gemaakte opnamen mogen niet toegankelijk gemaakt worden zolang er (op andere scholen) nog kandidaten geëxamineerd kunnen worden. Tot eind juni is publicatie van cspemateriaal via bijvoorbeeld de website van de school of YouTube dus niet toegestaan.
PB-0711-b-15-1-i
1
lees verder ►►►
7
8
9
Minitoetsen in MiniTester Als u met MiniTester werkt geldt: Van de minitoetsen zijn varianten aanwezig. Alle kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u dezelfde variant laten maken, mits de kandidaten niet bij elkaar kunnen kijken. Kandidaten die later zijn ingeroosterd, geeft u een andere variant van de minitoets. Zo waarborgt u de geheimhouding. Minitoetsen in Facet De varianten van de minitoetsen worden door Facet zelf toegewezen. Kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u in dezelfde afnameplanning zetten. Als de kandidaten niet bij elkaar op het scherm kunnen kijken, kunt u ervoor kiezen om elke kandidaat dezelfde variant te laten maken. In de overige gevallen kiest u ervoor om twee varianten in de afnameplanning op te nemen. Voor kandidaten die later zijn ingeroosterd, maakt u een nieuwe afnameplanning. Zo waarborgt u de geheimhouding. Op de laatste bladzijde van deze instructie voor de examinator staat vermeld welke informatie over de inhoud van het examen vooraf verstrekt mag worden aan de kandidaten. Meer inhoudelijke informatie geven is niet toegestaan. Deze bladzijde behandelt u als een examendocument (zie punt 2). U reikt een kopie van deze bladzijde uit in de laatste lesweek die aan de afname van het cspe voorafgaat. Dit examendocument is dus alleen ter inzage voor de kandidaten. Na inzage neemt u deze bladzijde weer in. Het is niet geoorloofd om de opdrachten van tevoren met de kandidaten te oefenen.
2 Voorbereiding cspe 1
2
3
4 5 6
Om het cspe voor te kunnen bereiden, ontvangt de school in februari zending A van de cspe’s. Zending A bevat in tweevoud alle papieren examendocumenten inclusief de instructie voor de examinator. Het correctievoorschrift behoort niet tot deze zending. In deze examendocumenten is de informatie die niet nodig is voor de voorbereiding van het cspe met grijze vlekken bedekt. Zending B van maart bevat de papieren examendocumenten in kandidaataantallen. Met inachtneming van de geheimhouding mag u vijf werkdagen voorafgaand aan de start van de afname op uw school, de examendocumenten van zending B gebruiken om voorbereid te zijn op de afname van het cspe (bijvoorbeeld door zelf voorafgaand aan de afname, het cspe te maken). Het cspe kent de onderdelen A, B, C, …. Uw school bepaalt per onderdeel, hoeveel kandidaten gelijktijdig geëxamineerd worden. Paragraaf 6 bevat aanbevelingen hiervoor. Laat de opdrachten uitvoeren zoals ze in de examenopdrachten zijn gesteld. Het is niet toegestaan opdrachten aan te passen, te vervangen of over te slaan. Zorg ervoor dat de school voldoet aan de eisen met betrekking tot veiligheid, hygiëne en milieu. Controleer voor aanvang van het examen of per kandidaat alle benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen aanwezig zijn.
PB-0711-b-15-1-i
2
lees verder ►►►
7
8
9
Van elk onderdeel van het cspe is de richttijd aangegeven. Zie paragraaf 6 overzicht opdrachten. In de Septembermededeling staat in ‘de richtlijnen examentijd cspe’ nadere informatie hierover (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). In een cspe kunnen opdrachten voorkomen waarbij het werktempo beoordeeld wordt. Let erop dat u tijdens deze opdrachten per kandidaat de tijd exact bijhoudt. Cito heeft een helpdesk ingericht voor technische vragen over computergebruik in het cspe. Informatie over de bereikbaarheid van deze helpdesk kunt u vinden op http://ictexamenhelpdesk.cito.nl Met (vakinhoudelijke) vragen of opmerkingen over het cspe kunt u terecht bij het Examenloket (www.examenloket.nl - zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl).
3 Afname cspe 1
2
3
4
5 6
Iedere kandidaat werkt individueel aan de opdrachten van het examen. Tenzij anders vermeld in de examendocumenten is overleg en samenwerking met anderen niet toegestaan. De opdrachten moeten in de aangegeven volgorde gemaakt worden. Om organisatorische redenen kan eventueel van de aangegeven volgorde worden afgeweken. Per onderdeel van het cspe zijn richttijden aangegeven. De richttijden gaan uit van een werktempo dat de kandidaat aan moet kunnen. Overschrijding van de richttijd en de reden hiervoor kunnen in het protocol vermeld worden (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). Hulp aan kandidaten door de examinator of anderen tijdens het cspe is niet toegestaan, tenzij anders vermeld in het vakspecifieke deel van deze instructie of in het correctievoorschrift. Deel de kandidaten vooraf mee dat u hen tijdens het examen niet kunt helpen. Het is niet toegestaan om bij de beoordeling af te wijken van het correctievoorschrift. Stuur de WOLF-scores in van de eerste afname van de kandidaten, dus vóór een eventuele herkansing.
4 Herkansing cspe 1 2
3
Herkansing kan pas plaatsvinden nadat het gehele cspe is afgelegd. Herkansen van het cspe betekent dat de kandidaat het cspe geheel, of onderdelen daarvan, opnieuw aflegt. Tijdens een eventuele herkansing demonstreert een kandidaat zijn kennis en vaardigheden door dezelfde praktische opdrachten van het cspe nogmaals uit te voeren. BB- en KB-kandidaten kunnen het cspe herkansen en daarnaast mogen zij het centraal examen van één algemeen vak herkansen. GL-kandidaten mogen slechts één centraal examen herkansen, dat wil zeggen óf het cspe GL óf het centraal examen van één algemeen vak. Met de herkansing van het cspe GL kan derhalve pas gestart worden als de uitslag van het eerste tijdvak is vastgesteld.
PB-0711-b-15-1-i
3
lees verder ►►►
4
5
6
De kandidaat maakt in de herkansing een andere variant van dezelfde minitoets dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen van het cspe, waarvan meer varianten voorhanden zijn, maakt de kandidaat eveneens een andere variant dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen, die in de herkansing worden afgelegd, komen alle scores in de plaats van de scores die de kandidaat tijdens de eerste afname heeft behaald. Wat niet mag, is dat per onderdeel de hoogste score wordt genomen. Van de onderdelen die niet worden herkanst, blijft de score staan. Het kan voorkomen dat een kandidaat, na een weinig succesvolle herkansing, achteraf meedeelt dat hij liever andere onderdelen had willen herkansen. Het verdient daarom aanbeveling dat de school voorafgaand aan de herkansing de keuze van de te herkansen onderdelen in overleg met de kandidaat en diens ouders/wettelijke vertegenwoordigers vastlegt in een overeenkomst. Voor aanvullende informatie zie de Septembermededeling op Examenblad.nl.
5 ICT-gebruik en dvd met bestanden 1
2 3
4
5
6
De digitale bestanden die nodig zijn voor het cspe, worden in maart op dvd aan de secretaris van het eindexamen van uw school gezonden. Een handleiding voor het ICT-gebruik bij het cspe wordt tegelijkertijd met de digitale bestanden aan uw examensecretaris gestuurd. In de handleiding staan onderstaande aandachtspunten voor ICT-gebruik. Overleg vooraf met de ICT-coördinator / systeembeheerder van uw school over de afname van de cspe-onderdelen waarbij de computer wordt gebruikt. Houd per groep één reservecomputer beschikbaar, en bij grotere groepen één reservecomputer per tien kandidaten. In de examenzaal dienen één of meer printers aanwezig te zijn. Het is in het belang van de kandidaat dat de systeembeheerder de back-upfunctionaliteiten zo instelt dat bij uitval van de computer zo weinig mogelijk examenwerk verloren gaat. Daarnaast wordt aanbevolen dat de examinator / surveillant tijdens de afname op de hoogte is van de locatie van de back-upbestanden. De digitale bestanden voor de praktische opdrachten dienen voor de kandidaten beschikbaar gemaakt te worden op, dvd’s, USB-sticks of op een veilige plaats op de centrale server. De kandidaten moeten een duidelijke instructie krijgen waar de bestanden te vinden zijn en waar de eigen bestanden opgeslagen moeten worden. Op de USB-stick wordt de naam van de kandidaat en het kandidaatnummer vermeld. De opdracht is veelal zo geformuleerd dat de kandidaat het door hem bewerkte bestand opslaat onder een andere, eigen bestandsnaam. Dit maakt het mogelijk dat de kandidaat terugkeert naar het originele bestand, als er iets verkeerd mocht gaan. Wanneer er meer zittingen zijn waarbij de computer gebruikt wordt, gebruikt de kandidaat bij elke zitting in principe dezelfde USB-stick. Wanneer een volgende zitting op een andere dag of dagdeel plaatsvindt, wordt de USB-stick ingenomen. Laat de school de bestanden in een netwerkomgeving opslaan, dan zorgt men ervoor dat de toegang tot die bestanden buiten de examentijd geblokkeerd is.
PB-0711-b-15-1-i
4
lees verder ►►►
7
8
In een volgende zitting mag de kandidaat geen veranderingen aanbrengen in examenbestanden die in een eerdere zitting zijn gemaakt. Na elke opdracht of examenonderdeel maakt de kandidaat tijdens het examen een afdruk op papier die wordt ingeleverd, tenzij anders wordt aangegeven. Deze afdruk is een “beveiliging” tegen het later aanpassen van bestanden. Na afsluiting van het examenonderdeel worden afdrukken op papier niet meer in ontvangst genomen. Het toetsprogramma voor de digitale minitoetsen moet vooraf in overleg met de ICT-coördinator / systeembeheerder zijn geïnstalleerd en gecontroleerd.
6 Overzicht opdrachten ONDERDEEL A 1
praktijkopdracht
ONDERDEEL B
akg*
richttijd: 10 minuten uitwerkbijlage 1 richttijd: 30 minuten
2
praktijkopdracht
ICT-gebruik: Word met bestanden, bijlage 1
3
minitoets
variant a, b, c, d
ONDERDEEL C 4
praktijkopdracht
ONDERDEEL D 5
richttijd: 15 minuten 1 richttijd: 15 minuten
praktijkopdracht
ONDERDEEL F 7
bijlage 2, uitwerkbijlage 2
praktijkopdracht
ONDERDEEL E 6
richttijd: 15 minuten
praktijkopdracht
ONDERDEEL G
1 richttijd: 10 minuten uitwerkbijlage 3 richttijd: 40 minuten
8
praktijkopdracht
ICT-gebruik: Excel met bestanden
9
minitoets
variant a, b, c, d
ONDERDEEL H
richttijd: 15 minuten
10
praktijkopdracht
docent/vrijwilliger
11
praktijkopdracht
uitwerkbijlage 4
ONDERDEEL I 12
praktijkopdracht
ONDERDEEL J 13
praktijkopdracht
1
1
richttijd: 70 minuten bijlage 3
4
richttijd: 10 minuten uitwerkbijlage 5
* akg = aantal kandidaten gelijktijdig. Toetstechnisch advies over het aantal kandidaten dat bij deze praktijkopdracht gelijktijdig beoordeeld kan worden.
PB-0711-b-15-1-i
5
lees verder ►►►
7 Vakspecifieke aanbevelingen met betrekking tot de organisatie Algemene aanbevelingen Offline gebruik WOLF tijdens praktijkafname Het is mogelijk om tijdens de afname van het cspe de beoordelingen van de kandidaten direct te verwerken in het programma WOLF. U kunt WOLF installeren op bijvoorbeeld een laptop en deze meenemen naar de praktijkruimte of buitenlocatie. Voor het invoeren van de scores in WOLF is het namelijk niet noodzakelijk om over een internetverbinding te beschikken. Voor een bijbehorende handleiding zie http://wolf.cito.nl Dit examen bestaat uit twee casussen: Casus 1: Mantelzorgwoning De kandidaat loopt stage bij de thuiszorg. Casus 2: Kleinschalige woonvorm Appelhof De kandidaat loopt stage bij Appelhof. Voorbereiding De rollenspelen worden gespeeld door een docent (of vrijwilliger) en niet door leerlingen of de examinator. Voor het spelen van het rollenspel kunnen meerdere docenten of vrijwilligers worden ingezet. Zij kunnen elkaar dan afwisselen. De rollenspelers moeten voldoende tijd krijgen om zich voor te bereiden op hun rol. ICT Bij dit examen horen de volgende bestanden: bestand
opdracht
de map vzBB15_afbeeldingen_opdracht_2
2
vzBB15_weekplanning.xlsm en de map vzBB15_weekplanning_pictogrammen
8
Op de dvd staan het bestand vzBB15_weekplanning.xlsm en de map vzBB15_pictogrammen. Kopieer het bestand vzBB15_weekplanning.xlsm samen met de map vzBB15_pictogrammen naar een map op de harde schijf of het netwerk. U kunt vervolgens een snelkoppeling (rechtermuisknop) maken van het bestand vzBB15_weekplanning.xlsm en de snelkoppeling verplaatsen naar het bureaublad van de computer. Wijzig de naam van deze snelkoppeling in: vzBB15_weekplanning.xlsm. Macrobeveiliging Veel Word- en Excel-bestanden voor de praktische opdrachten bevatten macro’s. In zowel Word als Excel moeten daarom alle macro’s worden ingeschakeld. In de Handleiding Applicaties die op de dvd met digitale bestanden te vinden is, staat beschreven hoe u dit kunt (laten) doen. De examinator vertelt bij aanvang van de opdrachten aan de kandidaat waar zij/hij de bestanden kan vinden.
PB-0711-b-15-1-i
6
lees verder ►►►
Afname uitreiking examendocumenten Bij onderdeel H reikt de examinator uitwerkbijlage 4 pas uit bij aanvang van opdracht 11.
varianten • Bij onderdeel I, opdracht 12, reikt de examinator bijlage 3 uit met de varianten a en b van de ovenschotel. • Het is aan te raden om vooraf een lijstje te maken met daarop voor elke kandidaat de gekozen variant. In de bijlage markeert de examinator de variant van de ovenschotel die de kandidaat moet bereiden. De kandidaten die tegelijk in dezelfde ruimte werken, bereiden bij voorkeur een verschillende variant.
PB-0711-b-15-1-i
7
lees verder ►►►
Aanbevelingen per opdracht De examinator zorgt ervoor dat de uitgangssituatie bij aanvang van de opdrachten voor alle kandidaten gelijk is. Opdracht 5 Werktempo-opdracht Bij opdracht 5 beoordeelt de examinator óók het werktempo. De examinator heeft een horloge/stopwatch nodig om bij te houden hoe lang de kandidaat nodig heeft voor de uitvoering van deze opdracht. De kandidaat moet zelf de tijd kunnen bijhouden. De examinator zorgt daarom voor een klok in de afnameruimte. De examinator noteert bij de start van de opdracht de begintijd van elke kandidaat in het correctievoorschrift. De examinator vertelt aan de kandidaat welk tijdstip zij/hij heeft genoteerd. De examinator geeft tijdens de uitvoering van de opdracht aan wanneer er ongeveer acht minuten zijn verstreken. Zodra een kandidaat aangeeft dat zij/hij klaar is met de opdracht, noteert de examinator direct de eindtijd van de betreffende kandidaat in het correctievoorschrift. De examinator beoordeelt hierna het werktempo en het resultaat, zie hiervoor het correctievoorschrift. Slaapkamer schoonmaken De kandidaat ruimt de slaapkamer van een zorgvrager op en maakt de slaapkamer schoon. Het is de bedoeling dat de kandidaat de benodigdheden zelf kiest. De examinator zet daarom zowel de juiste als onnodige en ongeschikte schoonmaakmiddelen en schoonmaakmaterialen klaar.
De slaapkamer is ingericht met een eenpersoonsbed, inclusief dekbed en kussen voorzien van schoon beddengoed. Naast het bed staat een nachtkastje. In de slaapkamer staan ook een tafel en een stoel en een kleine prullenbak met plastic zak erin. In de slaapkamer hangt een spiegel aan de muur (mag ook een plakspiegel zijn). De spiegel is vies gemaakt met twee vette vingerafdrukken. Die kunnen worden gemaakt met twee vingers en een klein beetje boter/margarine. De kandidaat gaat de vloer stofzuigen. Daarvoor is met schildersplakband een oppervlakte van 3 bij 4 meter afgeplakt. De stofzuiger moet een oprolbaar snoer hebben en er moet een geschikte stofzuigermond beschikbaar zijn. Voor de volgende kandidaat moet de slaapkamer weer vuil en onopgeruimd zijn. Zie hiervoor de checklist en houd rekening met de tijd die daarvoor nodig is.
PB-0711-b-15-1-i
8
lees verder ►►►
Checklist slaapkamer schoonmaken a
bed
Dekbed ligt slordig op het bed. Ongevouwen pyjama en sokken liggen zichtbaar op het bed.
b
nachtkastje
Op het nachtkastje staat een wegwerpbeker met een prop papieren zakdoek erin, het bekertje staat in een plas water. Er ligt een medicijndoosje met klep of schuifje open. Er liggen twee proppen papieren zakdoekjes.
c
tafel en stoel
Op de tafel liggen enkele beschuitkruimels. Op de tafel ligt een slordige stapel tijdschriften en een opengeslagen krant. Op en onder de stoel liggen beschuitkruimels.
d
prullenbakje
Schone plastic zak met enkele propjes papier en een bananenschil erin.
e
vloer
Op de vloer liggen zichtbare beschuitkruimels.
f
spiegel
Op de spiegel zijn twee vette vingerafdrukken.
Opdracht 6 De was De kandidaat haalt de droge was uit de droger, hierna haalt zij/hij de natte was uit de wasmachine en doet de was in de droger of hangt ze op. Dan vouwt de kandidaat de droge was en legt ze in een wasmand. Er moeten wasknijpers en/of kleerhangers en een waslijn of een droogrek in de ruimte aanwezig zijn. Vervolgens stelt de kandidaat de droger in op de juiste stand, zodat de was kastdroog wordt. De kandidaat zet de droger niet aan. Het pluizenfilter van de wasdroger is gedurende de opdracht schoon. De behandelingsetiketten van alle was moeten leesbaar zijn. Alle was moet van één soort zijn (bont, wit of donker). In de ruimte zijn ten minste twee wasmanden aanwezig en er staat een tafel of stoel, zodat de kandidaat ergonomisch kan werken. Checklist voor de was a
wasdroger (droge was)
2 pyjama’s 4 handdoeken 3 paar sokken 3 T-shirts deur wasdroger dicht knoppen of draaischijven wasdroger op beginstand
b
wasmachine (natte was)
2 stuks wasgoed die niet in de wasdroger mogen 6 stuks wasgoed die wel in de wasdroger mogen deur wasmachine open
PB-0711-b-15-1-i
9
lees verder ►►►
Opdracht 7 Telefoongesprek De kandidaat loopt stage bij de thuiszorg en helpt mee in de mantelzorgwoning van meneer Jansen. De reumatoloog van meneer Jansen heet dokter Zalm. De rollenspeler speelt de rol van de assistent van dokter Zalm en belt de kandidaat. De kandidaat neemt de telefoon op en schrijft een notitie op de uitwerkbijlage voor meneer Jansen. De examinator vertelt aan de rollenspeler welk telefoonnummer moet worden gebeld. De kandidaat mag kladpapier gebruiken bij deze opdracht. Instructie voor de rol van de assistent De assistent is vriendelijk en heeft een gelijkmatig humeur. Zij/hij laat het initiatief bij de kandidaat. De assistent geeft de kandidaat geen aanwijzingen. De assistent geeft de kandidaat gelegenheid om aantekeningen te maken. Als de kandidaat vraagt of iets herhaald of gespeld kan worden, doet de assistent dit. De assistent geeft de kandidaat de gelegenheid om te groeten, haar/zijn naam te noemen en te zeggen dat zij/hij stagiair bij de thuiszorg is. Als de kandidaat bovenstaande reactie heeft gegeven of als de kandidaat voldoende gelegenheid heeft gehad om te reageren, maar het niet doet, zegt de assistent bijvoorbeeld: ‘Goedemorgen/middag, met de assistent van dokter Zalm’. De assistent geeft de volgende informatie aan de kandidaat. informatie 1
Dokter Zalm is per direct afwezig en de afspraak van meneer Jansen op vrijdag 29 juni 11.00 uur kan niet doorgaan.
2
Meneer Jansen kan een nieuwe afspraak maken met de vervanger van dokter Zalm.
3
De naam van de vervangende reumatoloog is dokter Spijker
4
De mogelijkheden voor nieuwe afspraak zijn: donderdag 2 juli, 12.15 uur of dinsdag 7 juli, 09.45 uur
5
Meneer Jansen moet de volgende dag vóór 10.00 uur ’s morgens terugbellen om door te geven of één van de data geschikt is.
6
Het telefoonnummer dat meneer Jansen moet bellen om de nieuwe afspraak te maken, is: 0800-1347
De assistent zegt hierna bijvoorbeeld: ‘Dit was de informatie die ik wilde doorgeven, heb je nog vragen?’ en geeft de kandidaat gelegenheid om te reageren, de informatie te herhalen of verifiëren. Hierna sluit de assistent het telefoongesprek af door bijvoorbeeld de kandidaat te bedanken en een fijne dag te wensen en geeft de kandidaat de gelegenheid om hierop te reageren.
PB-0711-b-15-1-i
10
lees verder ►►►
Opdracht 10 Zorg op maat mevrouw Zandberg Mevrouw Zandberg is een bewoner van Appelhof, ze heeft ondersteuning nodig bij het opstaan, lopen en gaan zitten, ze kan wel even zonder ondersteuning staan. Mevrouw Zandberg zit bij aanvang van de opdracht op een stoel in een aparte ruimte. De kandidaat haalt mevrouw op en brengt haar naar de keuken (afstand van 15 meter). Mevrouw heeft graag een schort aan tijdens het koken. In de keuken staan een tafel en een stoel. Over de stoel ligt een schort. Op tafel staan een bakje met ongeschilde aardappels en een pannetje en er ligt een aardappelschilmesje bij. Instructie voor de rol van mevrouw Zandberg Mevrouw Zandberg heeft een gelijkmatig vriendelijk humeur, ze heeft een afwachtende houding en geeft de kandidaat steeds gelegenheid om het initiatief te nemen. Mevrouw volgt de aanwijzingen van de kandidaat. Als de kandidaat praat, praat mevrouw mee. Wanneer de kandidaat binnenkomt, geeft mevrouw de kandidaat de gelegenheid om zich voor te stellen en te vertellen dat ze mevrouw ophaalt om haar naar de keuken te brengen. Als de kandidaat dit niet doet, groet mevrouw en zegt ze bijvoorbeeld: ‘Breng jij mij naar de keuken?’ Het is de bedoeling dat de kandidaat mevrouw ondersteunt bij het opstaan. Als de kandidaat mevrouw niet ondersteunt, vraagt mevrouw of de kandidaat haar wil ondersteunen bij het opstaan. Het is de bedoeling dat de kandidaat mevrouw ondersteunt tijdens het lopen naar de keuken. Als de kandidaat mevrouw niet ondersteunt, vraagt mevrouw of de kandidaat haar wil ondersteunen tijdens het lopen naar de keuken. De kandidaat en mevrouw lopen samen naar de keuken. In de keuken is het de bedoeling dat de kandidaat het schort aan mevrouw geeft. Als de kandidaat dit niet doet, vraagt mevrouw of de kandidaat een schort aan kan geven. Wanneer de kandidaat het schort aan mevrouw geeft, doet mevrouw het hengsel om haar nek, maar vergeet mevrouw om het schort aan de achterkant vast te strikken. Het is niet de bedoeling dat mevrouw de kandidaat attendeert op het losse schort, als de kandidaat het schort niet vaststrikt, dan laat mevrouw het zo. Het is de bedoeling dat de kandidaat in de gaten heeft dat het schort niet is vastgestrikt en aan mevrouw vraagt of ze hulp nodig heeft bij het vaststrikken. Mevrouw antwoordt dan dat ze graag hulp wil bij het vaststrikken. Het is de bedoeling dat de kandidaat mevrouw ondersteunt bij het gaan zitten. Als de kandidaat mevrouw niet ondersteunt, vraagt mevrouw of de kandidaat haar wil ondersteunen bij het gaan zitten. Als mevrouw Zandberg op de stoel zit, is het de bedoeling dat de kandidaat aan mevrouw vraagt of alles naar wens is en of zij/hij mevrouw nog ergens mee kan helpen. Mevrouw antwoordt dan dat alles naar wens is en geeft kandidaat gelegenheid om het gesprek af te sluiten. Als de kandidaat het gesprek niet afsluit, zegt mevrouw bijvoorbeeld: “Bedankt voor je hulp”.
PB-0711-b-15-1-i
11
lees verder ►►►
8 Materialen, gereedschappen en hulpmiddelen Algemeen Voor eventuele ICT-benodigdheden zie paragraaf 7.
Overzicht per opdracht Opdracht 5 eenpersoonsbed dekbed en kussen voorzien van schoon beddengoed nachtkastje tafel en stoel prullenbakje plastic prullenbakzakjes spiegel papier om spiegel te reinigen glasreiniger spray boter/margarine stofzuiger (met snoer dat opgerold kan worden) pyjama een paar sokken wegwerpbekers papieren zakdoekjes medicijndoosje beschuit tijdschriften krant bananenschil emmer werkdoekje allesreiniger extra materialen, bijvoorbeeld: stofdoek schuurspons afwasbak schuurmiddel chloor/bleekwater vloeibare handzeep
PB-0711-b-15-1-i
12
lees verder ►►►
Opdracht 6 twee wasmanden tafel en kruk of stoel droogrek/waslijn wasknijpers of hangers wasmachine wasdroger (met mogelijkheid om in te stellen op kastdroog) wasdroger (droge was) soorten wasgoed van één soort (bont, wit of donker) 2 pyjama’s 4 handdoeken 3 paar sokken 3 T-shirts wasmachine (natte was) wasgoed van één soort (bont, wit of donker) 2 stuks wasgoed die niet in de wasdroger mogen 6 stuks wasgoed die wel in de wasdroger mogen
Opdracht 7 telefoonkoffer of twee telefoons kladpapier
Opdracht 11 tafel 2 stoelen (één stoel in de aparte ruimte, één stoel in de keuken) schort (met hengsel om nek en strikband om middel) bakje ongeschilde aardappels aardappelschilmesje pannetje
PB-0711-b-15-1-i
13
lees verder ►►►
opdracht 12 ovenschotel met worteltjes variant a ingrediënten per kandidaat 200 gram vastkokende aardappelen ¼ ui 75 gram worteltjes 30 gram prei 75 gram vegetarisch gehakt 5 eetlepels tomatenblokjes met vocht uit blik 2 eetlepels olijfolie peper en zout 2 eetlepels geraspte belegen kaas 2 takjes peterselie ovenschotel met bloemkool variant b ingrediënten per kandidaat 200 gram vastkokende aardappelen ¼ ui 150 gram bloemkool 30 gram prei 75 gram rundergehakt 5 eetlepels tomatenblokjes met vocht uit blik 2 eetlepel olijfolie peper en zout 2 eetlepels geraspte belegen kaas 2 takjes peterselie
PB-0711-b-15-1-i
14
lees verder ►►►
verzorging CSPE BB
2015
algemene informatie voor de kandidaat Inleiding Dit examen heeft twee casussen. casus 1: Mantelzorgwoning casus 2: Kleinschalige woonvorm dementerenden Appelhof Wat ga je doen? Bij casus 1 loop je stage bij de thuiszorg bij een zorgvrager die in een mantelzorgwoning woont. Bij casus 2 loop je stage bij een kleinschalige woonvorm voor dementerenden. Je voert allerlei opdrachten uit. Overzicht van de opdrachten Casus 1
Mantelzorgwoning
Onderdeel A
een opdracht maken over voorzieningen, zorgvragers en zorgbehoeften
Onderdeel B
een folder maken een minitoets maken
Onderdeel C
een rekenopdracht maken
Onderdeel D
een slaapkamer schoonmaken
Onderdeel E
de was doen
Onderdeel F
een telefoongesprek voeren
Casus 2
Kleinschalige woonvorm dementerenden Appelhof
Onderdeel G
een digitale weekplanning maken een minitoets maken
Onderdeel H
zorg op maat geven terugkijken
Onderdeel I
een ovenschotel bereiden
Onderdeel J
een rekenopdracht maken
Wanneer je deze informatie hebt gelezen, lever je het blad weer in bij je docent.
PB-0711-b-15-1-i
15
lees verder ►►► einde