verzorging CSPE KB
2010
instructie voor de examinator In deze instructie vindt u richtlijnen en aandachtspunten bij de geheimhouding, de voorbereiding, de afname en de herkansing van het cspe. De paragrafen 1 tot en met 5 bevatten algemene informatie, die ook van toepassing is op cspe’s van andere vakken. Vakspecifieke informatie treft u aan in de overige paragrafen. De mededelingen over de cspe’s van 2010 (Septembermededeling op www.examenblad.nl) bevatten nadere informatie over dit cspe.
1 Geheimhouding cspe 1
2
3
4 5
6
Veel scholen hebben een protocol voor de afname van het cspe. In dit protocol staat dat de examinatoren tekenen voor de ontvangst van de examendocumenten van het cspe en verklaren alle zorgvuldigheid in acht te zullen nemen om te voorkomen dat de geheimhouding van de examendocumenten wordt geschonden. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. In het protocol staat dat de eerste en tweede examinator verklaren dat zij de beoordeling in overeenstemming met het correctievoorschrift hebben verricht. Op www.vo-raad.nl en www.aocraad.nl staat een goed voorbeeld van een protocol. Alle examendocumenten (papier en digitaal) zijn geheim. Bewaar ze in een kluis op school. Neem ze niet mee naar huis. Voer de voorbereidingen van het examen uit in een ruimte waar geen leerlingen aanwezig zijn. Reik examendocumenten aan het begin van iedere zitting uit aan de kandidaten en neem ze na iedere zitting in. Tenzij anders vermeld in de instructie voor de examinator hebben kandidaten buiten de zittingen om geen inzage in de examendocumenten. Houd het correctievoorschrift en de instructie voor de examinator voor de kandidaten geheim. Examendocumenten zijn na afloop van de examenperiode pas openbaar. Hetzelfde geldt voor de producten die door de kandidaten in het kader van het cspe gemaakt worden. Deze kunnen pas na afloop van de examenperiode tentoongesteld of meegegeven worden. Pas eind juni is de examenperiode afgelopen (zie het examenrooster voor het tweede tijdvak op www.examenblad.nl). Tot die tijd kunnen er nog kandidaten geëxamineerd worden en is geheimhouding noodzakelijk. Eventuele foto- of filmopnamen van de afname mogen alleen gemaakt worden door bij de afname betrokken examenfunctionarissen die door de directeur zijn aangewezen. Tenzij een opname een onderdeel is van een praktische opdracht mogen ook kandidaten dus geen opnamen maken. Eventuele gemaakte opnamen mogen niet toegankelijk gemaakt worden zolang er (op andere scholen) nog kandidaten geëxamineerd kunnen worden. Tot eind juni is publicatie van cspemateriaal via bijvoorbeeld de website van de school of YouTube dus niet toegestaan.
PK-0711-b-10-1-i.doc
1
lees verder ►►►
7
8
9
Van de minitoetsen zijn varianten aanwezig. Alle kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u dezelfde variant laten maken, mits de kandidaten niet bij elkaar kunnen kijken. Kandidaten die later zijn ingeroosterd, geeft u een andere variant van de minitoets. Zo waarborgt u de geheimhouding. Op de laatste pagina van deze instructie voor de examinator staat vermeld welke informatie over de inhoud van het examen vooraf verstrekt mag worden aan de kandidaten. Meer inhoudelijke informatie geven is niet toegestaan. Deze pagina behandelt u als een examendocument (zie punt 2). U reikt een kopie van deze pagina uit in de laatste lesweek die aan de afname van het cspe voorafgaat. Dit examendocument is dus alleen ter inzage voor de kandidaten. Na inzage neemt u deze bladzijde weer in. Het is niet geoorloofd om de opdrachten van tevoren met de kandidaten te oefenen.
2 Voorbereiding cspe 1
2 3 4 5
6
Het cspe kent de onderdelen A, B, C, …. Uw school bepaalt per onderdeel, hoeveel kandidaten gelijktijdig geëxamineerd worden. Paragraaf 6 bevat aanbevelingen hiervoor. Laat de opdrachten uitvoeren zoals ze in de examenopdrachten zijn gesteld. Het is niet toegestaan opdrachten aan te passen, te vervangen of over te slaan. Zorg ervoor dat de school voldoet aan de eisen op het gebied veiligheid, hygiëne en milieu. Controleer voor aanvang van het examen of per kandidaat alle benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen aanwezig zijn. Cito heeft een helpdesk ingericht voor technische vragen over computergebruik in het cspe. Informatie over de bereikbaarheid van deze helpdesk kunt u vinden op http://ictexamenhelpdesk.cito.nl Met vakinhoudelijke vragen of opmerkingen over het cspe kunt u terecht bij de examenlijn van het College voor Examens (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl).
3 Afname cspe 1
2
3
4 5
Iedere kandidaat werkt individueel aan de opdrachten van het examen. Tenzij anders vermeld in de examendocumenten is overleg en samenwerking met anderen niet toegestaan. De opdrachten moeten in de aangegeven volgorde gemaakt worden. Om organisatorische redenen kan eventueel van de aangegeven volgorde worden afgeweken. Hulp aan kandidaten door de examinator of anderen tijdens het cspe is niet toegestaan, tenzij anders vermeld in het vakspecifieke deel van deze instructie of in het correctievoorschrift. Deel de kandidaten vooraf mee dat u hen tijdens het examen niet kunt helpen. Het is niet toegestaan om bij de beoordeling af te wijken van het correctievoorschrift. Stuur de WOLF-scores in van de eerste afname van de kandidaten, dus vóór een eventuele herkansing.
PK-0711-b-10-1-i.doc
2
lees verder ►►►
4 Herkansing cspe 1 2
3
4
5
6
Herkansing kan pas plaatsvinden nadat het gehele cspe is afgelegd. Herkansen van het cspe betekent dat de kandidaat het cspe geheel, of onderdelen daarvan, opnieuw aflegt. Tijdens een eventuele herkansing demonstreert een kandidaat zijn kennis en vaardigheden door dezelfde praktische opdrachten van het cspe nogmaals uit te voeren. BB- en KB-kandidaten kunnen het cspe herkansen en daarnaast mogen zij het centraal examen van één algemeen vak herkansen. GL-kandidaten mogen slechts één centraal examen herkansen, dat wil zeggen óf het cspe GL óf het centraal examen van één algemeen vak. Met de herkansing van het cspe GL kan derhalve pas gestart worden als de uitslag van het eerste tijdvak is vastgesteld. De kandidaat maakt in de herkansing een andere variant van dezelfde minitoets dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen van het cspe, waarvan meer varianten voorhanden zijn, maakt de kandidaat eveneens een andere variant dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen, die in de herkansing worden afgelegd, komen alle scores in de plaats van de scores die de kandidaat tijdens de eerste afname heeft behaald. Wat niet mag, is dat per onderdeel de hoogste score wordt genomen. Van de onderdelen die niet worden herkanst, blijft de score staan. Het kan voorkomen dat een kandidaat, na een weinig succesvolle herkansing, achteraf meedeelt dat hij liever andere onderdelen had willen herkansen. Het verdient daarom aanbeveling dat de school voorafgaand aan de herkansing de keuze van de te herkansen onderdelen in overleg met de kandidaat en diens ouders/wettelijke vertegenwoordigers vastlegt in een overeenkomst.
5 ICT-gebruik en dvd met bestanden 1
2 3
4
De digitale bestanden die nodig zijn voor het cspe, worden in maart op dvd aan de secretaris van het eindexamen van uw school gezonden. Een handleiding voor het ICT-gebruik bij het cspe wordt tegelijkertijd met de digitale bestanden aan uw examensecretaris gestuurd. In de handleiding staan onderstaande aandachtspunten voor ICT-gebruik. Overleg vooraf met de ICT-coördinator / systeembeheerder van uw school over de afname van de cspe-onderdelen waarbij de computer wordt gebruikt. Houd per groep één reservecomputer beschikbaar, en bij grotere groepen één reservecomputer per tien kandidaten. In de examenzaal dienen één of meer printers aanwezig te zijn. Het is in het belang van de kandidaat dat de systeembeheerder de back-upfunctionaliteiten zo instelt dat bij uitval van de computer zo weinig mogelijk examenwerk verloren gaat. Daarnaast wordt aanbevolen dat de examinator / surveillant tijdens de afname op de hoogte is van de locatie van de back-upbestanden.
PK-0711-b-10-1-i.doc
3
lees verder ►►►
5
6
7
8
De digitale bestanden voor de praktische opdrachten dienen voor de kandidaten beschikbaar gemaakt te worden op diskettes, dvd’s, USB-memorysticks of op een veilige plaats op de centrale server. De kandidaten moeten een duidelijke instructie krijgen waar de bestanden te vinden zijn en waar de eigen bestanden opgeslagen moeten worden. Op de diskettes of memorysticks wordt de naam van de kandidaat en het kandidaatnummer vermeld. De opdracht is zo geformuleerd dat de kandidaat het door hem bewerkte bestand opslaat onder een andere eigen bestandsnaam. Dit maakt het mogelijk dat de kandidaat terugkeert naar het originele bestand, als er iets verkeerd mocht gaan. Wanneer er meer zittingen zijn waarbij de computer gebruikt wordt, gebruikt de kandidaat bij elke zitting in principe dezelfde diskette of memorystick. Wanneer een volgende zitting op een andere dag of dagdeel plaatsvindt, wordt de diskette of memorystick ingenomen. Laat de school de bestanden in een netwerkomgeving opslaan, dan zorgt men ervoor dat de toegang tot die bestanden buiten de examentijd geblokkeerd is. In een volgende zitting mag de kandidaat geen veranderingen aanbrengen in examenbestanden die in een eerdere zitting zijn gemaakt. Na elke opdracht of examenonderdeel maakt de kandidaat tijdens het examen een afdruk op papier die wordt ingeleverd, tenzij anders wordt aangegeven. Deze afdruk is een “beveiliging” tegen het later aanpassen van bestanden. Na afsluiting van het examenonderdeel worden afdrukken op papier niet meer in ontvangst genomen. Het toetsprogramma voor de digitale minitoetsen moet vooraf in overleg met de ICT-coördinator / systeembeheerder zijn geïnstalleerd en gecontroleerd.
PK-0711-b-10-1-i.doc
4
lees verder ►►►
6 Overzicht opdrachten ONDERDEEL A 1
praktijkopdracht
ONDERDEEL B 2
praktijkopdracht
ONDERDEEL C 3
praktijkopdracht
ONDERDEEL D 4
praktijkopdracht
ONDERDEEL E
ICT-gebruik: Internet Explorer (offline beschikbare internetsite), Word 40 minuten ICT-gebruik: Word 10 minuten ICT-gebruik: Excel, digitaal bestand 15 minuten docent/vrijwilliger, zie par. 8
praktijkopdracht
uitwerkbijlage 1
6
minitoets
variant a, b, c en d
7
praktijkopdracht
ONDERDEEL G
60 minuten bijlage, zie par. 8
praktijkopdracht
ICT-gebruik: Excel, digitaal bestand
9
minitoets
variant a, b, c en d
10
praktijkopdracht
ONDERDEEL I 11
praktijkopdracht
ONDERDEEL J
4
70 minuten
8
ONDERDEEL H
1
35 minuten
5
ONDERDEEL F
akg *
25 minuten
10 minuten docent/vrijwilliger, zie par. 8
1
10 minuten docent/vrijwilliger, uitwerkbijlage 2, zie par. 8
1
30 minuten
12
praktijkopdracht
uitwerkbijlage 3
13
minitoets
variant a, b, c en d
* akg = aantal kandidaten gelijktijdig. Toetstechnisch advies over het aantal kandidaten dat bij deze praktijkopdracht gelijktijdig beoordeeld kan worden. De tijden per onderdeel zijn richttijden. De maximale tijdsduur van 305 minuten mag niet overschreden worden.
PK-0711-b-10-1-i.doc
5
lees verder ►►►
7 Vakspecifieke aanbevelingen met betrekking tot de organisatie Dit examen bestaat uit twee casussen: Villa Zonnezicht, een kleinschalige woonvorm voor dementerende ouderen en Scholengemeenschap De Vallei, school voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen met een lichamelijke of meervoudige beperking. De volgende onderdelen moeten in de aangegeven volgorde worden afgenomen: − de onderdelen A, B en C − de onderdelen D en E − de onderdelen F en G − de onderdelen I en J. Macrobeveiliging Veel Word- en Excel-bestanden voor de praktische opdrachten bevatten macro’s. De macrobeveiliging in zowel Word als Excel moet daarom uitgeschakeld worden. In de Handleiding Applicaties die op de dvd met digitale bestanden te vinden is, staat beschreven hoe u dit kunt (laten) doen. Onderdeel A het Koffertjesproject De kandidaat gebruikt een internet-applicatie van de website Stichting Welzijn Ouderen IJsselstad om meer te lezen over het Koffertjesproject. De kandidaat moet de e-mail naar Steunpunt Mantelzorg openen door in de website te klikken op de hyperlink:
[email protected]. Het bestand dat wordt geopend, is een Wordbestand met daarin een simulatie van een e-mail. Bij het openen van dit bestand kan een venster verschijnen met de vraag: “Wilt u dit bestand openen of opslaan?”. De kandidaat moet dan op Openen klikken. Indien nodig kunt u de kandidaat hierop attenderen. ICT-gebruik: Internet Explorer (offline beschikbare internetsite) Op de dvd staan het bestand start_swoij.htm en de map swoij. De bestanden in de map en onderliggende mappen zijn een internet-applicatie van de website Stichting Welzijn Ouderen IJsselstad. Kopieer het bestand start_swoij.htm samen met de map swoij naar een map op de harde schijf of het netwerk. U kunt vervolgens een snelkoppeling (rechtermuisknop) maken van het bestand start_swoij.htm en de snelkoppeling verplaatsen naar het bureaublad van de computer. Onderdeel C een koffertje samenstellen voor mevrouw Vugt Op de dvd staan het bestand koffertje.xls en de map voorwerpen. Het bestand koffertje.xls en de map voorwerpen zijn samen een digitale simulatie (in Excel) voor het samenstellen van een koffertje voor mevrouw Vugt. Kopieer koffertje.xls samen met de map voorwerpen naar een map op de harde schijf of het netwerk. De kandidaat dient zijn/haar eigen bestand koffertje [jouw eigen naam].xls op te slaan in deze zelfde map. Zorg er wel voor dat de kandidaten het originele bestand niet kunnen verwijderen of overschrijven; ook moeten ze elkaars werk niet kunnen bekijken. Controleer vóór aanvang van het examen of het bestand werkt. Vertel de kandidaat waar het bestand koffertje.xls staat en waar de kandidaat het bestand op moet slaan onder zijn/haar eigen naam.
PK-0711-b-10-1-i.doc
6
lees verder ►►►
Onderdeel D mevrouw Vugt ophalen instructie voor de rol van mevrouw Vugt De rol van mevrouw Vugt wordt gespeeld door een docent (of vrijwilliger) en niet door een leerling of door de examinator. Mevrouw Vugt zit in een stoel op haar kamer. Zij draagt een blouse met daaroverheen een vest. Het vest is niet dichtgeknoopt/-geritst. Zij heeft het vest verkeerd om aan. Mevrouw maakt gebruik van een rollator. Haar rollator staat op enige afstand van haar stoel. Zij heeft wat moeite met het opstaan uit en het gaan zitten in haar stoel. Om naar de gezamenlijke huiskamer te gaan, moet mevrouw Vugt van haar kamer door een deur naar een andere ruimte lopen. Degene die de rol van mevrouw Vugt speelt, houdt rekening met de volgende punten: − Het humeur van mevrouw is gelijkmatig. Zij is vriendelijk, maar vergeetachtig. − Als de kandidaat binnenkomt, groet mevrouw Vugt haar/hem. Ze neemt een afwachtende houding aan, waardoor de kandidaat gelegenheid krijgt om te vertellen waarvoor zij/hij komt. − Als de kandidaat vertelt dat zij/hij mevrouw Vugt komt halen om een kopje thee te drinken in de huiskamer, reageert mevrouw eerst niet zo enthousiast, ze zegt bijvoorbeeld: “Ik heb niet zoveel zin in thee.” − Het is de bedoeling dat de kandidaat mevrouw Vugt stimuleert om thee te gaan drinken in de huiskamer. Mevrouw zegt dan bijvoorbeeld: “Ik heb toch wel een beetje dorst.” (Dit zegt zij ook als de kandidaat niet stimuleert.) − Het is de bedoeling dat de kandidaat • zelf ziet dat het vest van mevrouw verkeerd om is aangetrokken, • mevrouw Vugt eerst stimuleert om het vest zelf op een juiste manier aan te doen. − Als de kandidaat zegt dat het vest niet goed zit en zij/hij stimuleert mevrouw dit zelf in orde te maken, doet mevrouw zelf haar vest uit en draait het vest om. Bij het aandoen van het vest zegt mevrouw: “Dit gaat niet zo goed, ik ben een beetje moe, wil je mij even helpen.” − Als de kandidaat uit zichzelf niets zegt over het vest, merkt mevrouw bijvoorbeeld op: “Hé, mijn vest zit helemaal niet goed.” Als de kandidaat hierop reageert door mevrouw te stimuleren dit zelf in orde te maken, dan reageert mevrouw als hierboven beschreven. − Als de kandidaat meteen helpt met uit- en aandoen van het vest, laat mevrouw dit gebeuren. − Als de kandidaat niet uit eigen initiatief de rollator aangeeft en helpt met het opstaan uit de stoel, dan vraagt mevrouw Vugt dit. − Mevrouw vraagt een paar keer tijdens het gesprek of tijdens het lopen met de rollator: “Wie ben jij?“ of “Waar gaan we naar toe?” of “Welke dag is het vandaag?”. − De kandidaat begeleidt mevrouw naar de huiskamer en helpt haar met het gaan zitten. − Mevrouw Vugt geeft de kandidaat gelegenheid om te vragen of alles naar wens is en afscheid te nemen. Als de kandidaat dit niet uit zichzelf doet, bedankt mevrouw de kandidaat.
PK-0711-b-10-1-i.doc
7
lees verder ►►►
Onderdeel F hobby: koken en bakken De kandidaat maakt het recept voor Drie-in-de-pan met appel en sinaasappelsaus of Flensjes met appelstroop en crème fraîche. U maakt vooraf een lijstje met daarop voor elke kandidaat het gekozen recept. U kunt eventueel het recept dat de kandidaat moet bereiden, markeren met een markeerstift op de bijlage van de kandidaat. De varianten kunt u naar eigen inzicht gebruiken. Bijvoorbeeld door een groep kandidaten die op eenzelfde tijdstip in dezelfde ruimte het examen aflegt, dezelfde recepten aan te bieden. Een volgende groep geeft u dan het andere recept. Ook kunt u kandidaten die tegelijk in dezelfde ruimte werken verschillende recepten aanbieden. Onderdeel G werkkaart De kandidaat gebruikt het bestand werkkaart_drieindepan.xls óf het bestand werkkaart_flensjes.xls voor het maken van de werkkaart. De kandidaat maakt een werkkaart voor het recept dat hij/zij heeft uitgeprobeerd. Kopieer beide bestanden naar bijvoorbeeld (een map op) de harde schijf of het netwerk. Controleer vóór aanvang van het examen of het bestand werkt. Vertel de kandidaat waar het bestand staat. Onderdeel H Paul instructie voor de rol van Paul De rol van Paul wordt gespeeld door een docent (of vrijwilliger) en niet door een leerling of de examinator. Paul draagt sportkleding, bijvoorbeeld een trainingsbroek en T-shirt. Zijn sokken heeft hij aangetrokken, maar zijn sportschoenen heeft hij nog niet aangedaan. Paul vindt het moeilijk zijn veters te strikken, hij kan het zelf, maar laat zich graag daarbij helpen. Degene die de rol van Paul speelt houdt rekening met de volgende punten: − Paul heeft een goed humeur. − Hij is wat gemakzuchtig en niet erg leergierig. Hij heeft moeite met zijn fijne motoriek. Paul kan wel de veters van zijn schoenen strikken, maar laat het liever door de begeleiding doen. − Paul vraagt de kandidaat om hulp en zegt bijvoorbeeld: “Het lukt mij niet om de veters vast te krijgen.” − Als de kandidaat Paul stimuleert zijn eigen veters te strikken, reageert Paul als volgt: • Hij zegt bijvoorbeeld: “Ik heb het al geprobeerd, maar ik krijg die lus nooit goed, wil jij dat doen.” of: “Ik kan geen knoop maken, mijn vingers willen niet.” • Hij probeert eerst zelf zijn veters te strikken, maar doet dit niet met overtuiging, moppert een beetje en geeft het snel op. Hij zegt bijvoorbeeld: “Lastig hoor! Ik krijg het niet voor elkaar, wil jij het doen?” − Als de kandidaat Paul blijft stimuleren, door bijvoorbeeld eerst het strikken bij één schoen voor te doen en daarna Paul te vragen het zelf te proberen, dan strikt Paul de andere schoen zelf. Hij zegt daarna bijvoorbeeld: “Hé, het is me toch gelukt!” − Als de kandidaat Paul direct helpt met veters strikken, laat Paul dit gebeuren. Hij zegt bijvoorbeeld: “Gelukkig dat jij dit doet, ik kan het toch niet.” − Als de veters gestrikt zijn, geeft Paul de kandidaat gelegenheid het gesprek af te sluiten. − Wanneer de kandidaat het gesprek niet zelf beëindigt, zegt Paul bijvoorbeeld: “Ik ga nu naar de gym, anders kom ik nog te laat, bedankt voor de hulp juf!”
PK-0711-b-10-1-i.doc
8
lees verder ►►►
Onderdeel I telefoongesprek instructie voor de rol van tandartsassistent De rol van tandartsassistent wordt gespeeld door een docent (of vrijwilliger) en niet door een leerling of de examinator. − De rollenspeler neemt de telefoon op en zegt: “Tandartspraktijk Witjes” en dan de eigen naam. − Het is de bedoeling dat de kandidaat haar/zijn eigen naam, functie en naam van de school noemt. Wanneer de kandidaat dit niet doet of daarbij onvolledig is, vraagt de tandartsassistent hiernaar. − De tandartsassistent geeft de kandidaat gelegenheid om te vertellen wat er met Jarna is gebeurd. Als de kandidaat onvolledige of onduidelijke informatie geeft stelt de tandartsassistent enkele vragen, bijvoorbeeld: “Wanneer is het gebeurd?” of “Wat is er precies gebeurd?” of “Hoe oud is Jarna?” of “Hebben jullie het stukje tand gevonden?” − Zij geeft aan dat Jarna het best meteen langs kan komen bij de tandarts. Zij zegt: “Jullie kunnen het best nu meteen langskomen met Jarna, is dat mogelijk?” − Ze geeft aan dat het afgebroken stukje tand meegenomen moet worden, omdat het stukje misschien weer aan de tand vastgeplakt kan worden. Het stukje tand moet bewaard worden in een beetje melk. − Tot slot vraagt zij of de ouders van Jarna al zijn gebeld. Als de kandidaat aangeeft dat dit niet het geval is, geeft zij het advies om de ouders van Jarna in te lichten. − De tandartsassistent geeft de kandidaat gelegenheid om het gesprek zelf af te sluiten. − Als de kandidaat dit niet zelf doet zegt zij bijvoorbeeld: “Ik zal de tandarts op de hoogte brengen, dan zien we Jarna straks wel op de praktijk.”
PK-0711-b-10-1-i.doc
9
lees verder ►►►
8 Materialen, gereedschappen en hulpmiddelen Algemeen − kladpapier opdracht 4 (mevrouw Vugt) − rollator − lage stoel in de kamer van mevrouw Vugt − lage stoel in de gezamenlijke huiskamer − een vest met aan de binnenkant een label en/of wasetiket en duidelijke naden opdracht 7 (kookopdracht) Drie-in-de-pan met appel en sinaasappelsaus Ingrediënten per kandidaat − 80 gram zelfrijzend bakmeel − zout − ½ ei − 1 dl melk − ½ zakje vanillesuiker − ½ appel − ± 30 gram margarine − 3 eetlepels sinaasappelsap − 2 eetlepels sinaasappelmarmelade Flensjes met appelstroop en crème fraîche Ingrediënten per kandidaat − 80 gram bloem − zout − 1 ei − 2½ dl melk − ± 30 gram margarine − 4 eetlepels appelstroop − 1 dl crème fraîche opdracht 10 (Paul) − kleine bank (bijvoorbeeld uit de gymzaal) of 3 of 4 krukken/stoelen − sportkleding: trainingsbroek en T-shirt − sportschoenen met veters opdracht 11 (Jarna) − twee telefoons / een telefoonkoffer − pen − memo (uitwerkbijlage 3)
PK-0711-b-10-1-i.doc
10
lees verder ►►►
verzorging CSPE KB
2010
algemene informatie voor de kandidaat Inleiding Het examen verzorging CSPE KB bestaat uit twee casussen. In de eerste casus loop je stage in Villa Zonnezicht, een kleinschalige woonvorm voor dementerende ouderen. In de tweede casus loop je stage op Scholengemeenschap De Vallei, school voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen met een lichamelijke of meervoudige beperking. Wat ga je doen? Tijdens je stage in Villa Zonnezicht help je mee met het voorbereiden van een voorlichtingsbijeenkomst. Je geeft zorg op maat aan een bewoner van Villa Zonnezicht. Je maakt een reflectieopdracht en een minitoets. Bij je stage op Scholengemeenschap De Vallei ga je een gerecht bereiden volgens een recept. Voor dit recept maak je een werkkaart. Je geeft zorg op maat aan een leerling van De Vallei. Je voert een telefoongesprek, maakt een reflectieopdracht en twee minitoetsen. Tijdens het examen word je ook beoordeeld op professionele vaardigheden. Overzicht van de opdrachten onderdeel Villa Zonnezicht onderdelen A tot en met E (125 minuten)
Scholengemeenschap De Vallei onderdelen F tot en met J (180 minuten)
opdracht 1 e-mail 2 draaiboek 3 koffertje samenstellen 4 rollenspel 5 reflectie 6 minitoets 7 kookopdracht 8 werkkaart 9 minitoets 10 rollenspel 11 telefoongesprek 12 reflectie 13 minitoets
Wanneer je deze informatie hebt gelezen, lever je het blad weer in bij je docent.
PK-0711-b-10-1-i.doc PK-0711-b-10-1-i*
11
lees verder ►►► einde
