Verslag Raad van Toezicht en bestuur EYE Film Instituut Nederland 2010 2010 was het eerste levensjaar van EYE, het nieuwe nationale instituut voor film in Nederland. Voortgekomen uit een fusie van vier instituten, ieder met een rijke geschiedenis en jarenlange ervaring: het Filmmuseum, het Nederlands Instituut voor Filmeducatie, de Filmbank en Holland Film. In het eerste jaar van EYE is veel energie gestoken in het samenvoegen van de expertises van alle fusiepartners en het profileren van EYE naar de nationale en internationale filmbranche. Daarnaast werd er hard gewerkt aan de integratie van personeel en activiteiten, aan de verhuizing van de partners naar het Vondelpark paviljoen, aan de introductie van een nieuwe naam en nieuwe huisstijl en niet in de laatste plaats aan de bouw van het nieuwe onderkomen van het instituut aan de Noordelijke IJ-oever in Amsterdam. In het najaar wierpen de door het nieuwe kabinet aangekondigde drastische bezuinigingen op de kunsten en het neerwaarts bijstellen van het budget voor het digitaliseringsproject Beelden voor de Toekomst hun schaduw over de ambities van EYE. Programma Het publieksprogramma in 2010 (te zien zowel in Vondelpark als met regelmaat op tournee in het land) omvatte een gevarieerd programma, bestaande uit internationale meesterwerken, films van talentvolle makers van eigen bodem, schatten uit de collectie, retrospectieven en herkenbare, terugkerende reeksen zoals Cinema Concerten, Experimentele Cinema-avonden, cross-over kinderprogrammering, klassiekerlezingen en projecten met andere partijen uit de filmsector. In april 2010 presenteerde EYE de vijfde Film Biënnale, een reeks aan bijzondere filmvoorstellingen, waarin een relatie werd gelegd met andere kunstdisciplines zoals muziek, beeldende kunst, theater en poëzie; zoals Kubieke Film (Film³), een manifestatie van elf jonge filmende kunstenaars. De opening werd verzorgd door de Michael Nyman Band, die een spectaculaire live begeleiding verzorgde bij Vertovs vooruitstrevende Man With A Movie Camera in het Muziekgebouw aan het IJ. Een deel van het programma werd samengesteld in samenwerking met het gastarchief Museum of Modern Art (NY), dat parels uit zijn wereldberoemde filmcollectie presenteerde. Het speciale zomerprogramma in het Vondelpark stond in het teken van Ingrid Bergman, ‘Queen of two cinema worlds’. Het uitgebreide zomerprogramma toonde niet alleen werk uit haar vroege Zweedse, Amerikaanse en Italiaanse periode, maar bracht ook verdieping middels talkshows, inleidingen en lezingen. De ultieme filmklassieker Casablanca kreeg een succesvolle landelijke release. De zomer stond ook in het teken van een eerste uitgebreide kennismaking met Amsterdam-Noord. Onder de noemer EYE on the Move werd een reeks geslaagde filmexperimenten georganiseerd met verschillende partners en op diverse locaties in Noord en ‘op de weg ernaar toe’. Van de treinfilm1
expositie Zoomscape in de wachtruimte op het Centraal Station tot een drukbezochte Canta Drive-in op het Noorderparkfestival. Met ‘Kinderjaren: het Kind in de Film – van Truffaut tot Spielberg’ luidde EYE het nieuwe seizoen in. Directe aanleiding hiervoor was de recente verwerving van nieuwe kopieën van François Truffauts indringende films over kinderjaren; Les quatre cents coups, L’argent de poche, L’enfant sauvage en Les mistons. Gedurende twee maanden werd een indrukwekkende filmselectie van 40 verschillende regisseurs getoond, waarin zowel de kwetsbaarheid als de veerkracht van het kind naar voren kwamen. Het programma werd voorzien van contextprogramma’s zoals een Truffaut Marathon in samenwerking met Maison Descartes en Cinemathèque Française. Als een van de partners van de overzichtstentoonstelling Net Echt, over illusie en werkelijkheid in het Van Gogh Museum en FOAM, bood EYE de bezoeker een miniretrospectief van het werk van de Finse filmmaker Aki Kaurismäki. Films als Crime and Punishment, Lights in the Dusk en The Man Without a Past vertonen een thematische verwantschap met het naturalisme, een stroming in de laat negentiende-eeuwse schilderkunst die brak met fraaie classicistische voorstellingen. Voorafgaand aan de landelijke uitbreng van de films Lola en Kinatay heeft EYE het eerste programma rondom de maker Brilliante Mendoza samengesteld. Behalve een volledig retrospectief met 9 films van deze door mensen als Quentin Tarantino bejubelde Filippijnse maker, organiseerde EYE een talkshow in aanwezigheid van de maker, waarbij filmcritici in live recensies hun visie gaven op Mendoza’s films. Daarnaast besteedde EYE in de programmering ook veel aandacht aan talentvolle makers en producties van eigen bodem. In 2010 bracht EYE drie Nederlandse artistieke films uit in de filmtheaters: R U There van David Verbeek (de enige Nederlandse film geselecteerd voor het filmfestival van Cannes) , Vlees van Victor Nieuwenhuijs en Maartje Seyferth en C’est deja l’été, het speelfilmdebuut van Martijn Maria Smits. Een nieuw initiatief zijn de succesvolle, maandelijkse avonden in samenwerking met Breaking Ground.nl waarin studenten van film- en kunstacademies een programma van de beste (Nederlandse) studentenfilms vertonen. Filmrestauraties en bijzondere presentaties In 2010 werden ruim 400 titels door EYE gerestaureerd en ruim 500 titels gedigitaliseerd. Een aantal bijzondere restauraties is in 2010 voltooid en aan het publiek gepresenteerd. Onder anderen was dit de film De stad die nooit rust (Friedrich von Maydell, 1928) met prachtige camerawerk van Andor von Barsy. Deze restauratie werd verricht in samenwerking met het Gemeentearchief Rotterdam en gepresenteerd tijdens het International Film Festival Rotterdam (2011). De restauratie van Wan Pipel (Pim de la Parra, 1976) kreeg een wereldpremière in de zomer van 2010 in Paramaribo voor een bomvolle zaal en in september een Nederlandse première tijdens het Nederlandse Film Festival in Utrecht. Ook de ingewikkelde digitale restauratie van Shoes (Lois Weber, 1916), waarvan uniek materiaal zich in de collectie van EYE bevindt, is in 2010 voltooid en zal in de zomer van 2011 gepresenteerd worden tijdens het festival Il Cinema Ritrovato in Bologna en later tijdens het San Francisco Silent Film Festival. De restauratie van de Nederlandse klassieker Blue Movie (Wim Verstappen, 1971), die aan ernstige verkleuring leed, werd op 4K-resolutie digitaal uitgevoerd bij het laboratorium Cineric (NY) en zal na de opening van het nieuwe gebouw in première gaan. 2
Ook de restauratie van de cultfilm We Can’t Go Home Again (Nicholas Ray, 1972) werd door EYE geïnitieerd. De première is gepland voor september 2011 tijdens La Mostra del Cinema van Venetië. Op 27 oktober vierde EYE voor de tweede keer de UNESCO Dag van het audiovisuele erfgoed. Voor een volle zaal werd een compilatieprogramma vertoond van hoogtepunten uit de collectie stammende uit de jaar 1910. Beelden voor de Toekomst In 2010 heeft TNO op verzoek van het ministerie van OCW het project Beelden voor de Toekomst tussentijds geëvalueerd. De TNO-evaluatie was in grote lijnen positief. TNO constateerde dat geplande prestaties op het terrein van het restaureren, conserveren en digitaliseren van het audiovisueel materiaal ruim op schema lopen en dat er efficiënt is gewerkt. Een belangrijke constatering uit het TNO-rapport was de conclusie dat de terugverdienmogelijkheden voor de consortiumpartners niet realistisch waren, met als oorzaken onder andere de marktontwikkelingen, obstakels rond auteursrechten en de geringe betalingsbereidheid in het onderwijs. Mede naar aanleiding hiervan en vanwege de opheffing van het FES Fonds besloot OCW in het najaar van 2010 tot een neerwaartse aanpassing van het budget. De terugverdienverplichting werd kwijtgescholden en het totale budget werd naar beneden bijgesteld. ln totaal krijgt het project gedurende de looptijd nu 115 miljoen euro in plaats van de oorspronkelijk overeengekomen 154 miljoen. Rechtenclearing & European Film Gateway Het door de Europese Commissie gefinancierde project European Film Gateway (EFG) dat in september 2008 startte, heeft tot doel om een portaal te ontwikkelen dat toegang biedt tot 790.000 objecten afkomstig van bijna alle filminstellingen in Europa. EFG zal deel uitmaken van het portal Europeana dat het grootste online archief van Europees cultureel erfgoed zal worden. De lancering van de EFG zal in de zomer van 2011 plaatsvinden. Binnen de EFG is EYE leider van het werkpakket dat zich bezighoudt met Intellectual Property and Administration. In het kader van het project heeft EYE Guidelines for Copyright Clearance and IPR Management opgesteld die filmmusea en -archieven handvatten bieden om hun audiovisuele collecties te clearen. Naast dat EYE internationaal voorop loopt op het gebied van hoogwaardige digitale restauratie, worden de medewerkers van EYE Legal met regelmaat gevraagd voor lezingen en workshops op het gebied van rechtenclearing in een digitaal tijdperk. Educatie In 2010 zijn de kennis en bestaande initiatieven op het gebied van filmeducatie en mediawijsheid van de fusiepartners gebundeld in de nieuw gevormde afdeling EYE Educatie. Een selectie van de materialen en diensten: EYE heeft sterk ingezet op advies en (toegepast) onderzoek. In het onderzoek Meten van Mediawijsheid is met diverse samenwerkingspartners een fundament gelegd voor het definiëren en toetsen van mediawijsheid. Daarnaast is de Doorlopende Leerlijn Mediawijsheid als een online, interactieve omgeving beschikbaar gekomen op mediawijsheid.nl. Ook is geïnvesteerd in ontwikkeling en coördinatie. Zo is er een lessenreeks voor primair onderwijs verschenen over de basisprincipes van film: Avonturen in het donker. In 2010 hebben honderden scholen bij deelname aan het filmprogramma Klassefilm een verzamelmap en het eerste katern van de nieuwe lessenreeks ontvangen. Ook wordt een training toegevoegd voor docenten. 3
Een groeiend aantal jonge filmliefhebbers heeft zich verbonden aan EYE en zijn samenwerkingspartners via de MovieZone jongerenredactie, de MovieSquad jury’s en de masterclass voor talenten We Are Next. Innovatie Op velerlei vlak werd gewerkt aan het ontwikkelen van nieuwe, eigentijdse vormen van ontsluiting van de collectie. Zo werd in december 2010 de Scene Machine gelanceerd, een interactieve zoekmachine door de collectie van EYE. Tevens werd in 2010 hard gewerkt aan het bouwen van een digitale community voor kunst- en kunstenaarsfilms (INSTANT CINEMA) die tijdens het International Film Festival Rotterdam 2011 werd gelanceerd. De digitaliserings workflow van EYE draaide op volle toeren om het nieuwe VoD platform voor Nederlandse film (Filmotech/ Ximon.nl) te vullen. Met extra inzet en personeel werden de rechten van talloze films gecleared en in kaart gebracht. Voorts werden de voorbereidingen getroffen voor de lancering van de verdiepingssite Film in Nederland/Film in the Netherlands; het thematisch webdomein van EYE waarop de filmgeschiedenis in context wordt gepresenteerd. De site bevat een catalogus van alle in Nederland geproduceerde en vertoonde langere speelfilms – vanaf de eerste uit 1913 – en van alle non-fictie films tot 1933 zal bevatten. Verder biedt de site een grote hoeveelheid artikelen, historische overzichten, biografieën, achtergronden en filmfragmenten. Met de toevoeging van speelfilm is in 2010 1.000 uur film gecontextualiseerd. De bouw van de website heeft door technische problemen vertraging opgelopen, maar zal medio mei 2011 worden gelanceerd. Publicaties In het kader van de boekenserie Framing Film, een samenwerking van EYE en Amsterdam University Press, is in 2010 het boek ‘Film³ *kyü-bik film+’ door Anna Abrahams (redacteur) uitgebracht. Het boek bevat interviews met Rosa Barba, Renzo Martens, Sietske Tjallingii, Roel Wouters, Guido van der Werve, Telcosystems, Daya Cahen, Jan de Bruin, Tijmen Hauer, Joost van Veen en Nora Martirosyan, en werd tijdens de Film Biënnale in 2010 gepresenteerd. Het boek diende tevens als een verdiepende catalogus bij de succesvolle gelijknamige tentoonstelling. Ook in 2010 is het boek ‘J.C. Lamster, een vroege filmer in Nederlands-Indië’ uitgegeven. Deze samenwerking met het Koninklijk Instituut voor de Tropen werd voorzien van een dvd met deze bijzondere familiefilms uit de collectie van EYE. EYE ontwikkelde samen met het Nederlands Fonds voor de Film een nieuw blad: SEE NL, bedoeld voor internationale filmprofessionals, met informatie over nieuwe Nederlandse films en nieuwe ontwikkelingen in de Nederlandse filmindustrie. Internationale promotie In mei 2010 presenteerde EYE zich als nieuw instituut voor het eerst aan de internationale filmindustrie tijdens het filmfestival in Cannes. Met een drukbezocht Dutch Pavillion en geanimeerde Dutch Party werd de Nederlandse film onder de aandacht gebracht van de aanwezige industrie, met als kroon op de Nederlandse aanwezigheid de selectie van de film R U There van David Verbeek in het officiële festivalprogramma Un Certain Regard. Ook op de andere belangrijke festivals zoals in Berlijn, Venetië en Toronto kon Nederland zich presenteren in de officiële programma’s met een aantal interessante speelfilms, (Joy, Iep en Brownian Movement), documentaires (Scena del Crimine 4
en The Forgotten Space) en korte films op de festivals van Clermont Ferrand en Annecy (Bingo, Born and Raised en Red-End and the Seemingly Symbiotic Society). Door het jaar heen werden ruim 1900 vertoningen van Nederlandse films op meer dan 500 verschillende internationale festivals en manifestaties gerealiseerd. Cinema Digitaal Naar de filmbranche profileerde EYE zich als actief en agenderend sectorinstituut door samen met de brancheverenigingen NVB en NVF het initiatief te nemen tot een sectorbrede digitalisering van de Nederlandse filmtheaters en bioscopen. Dankzij een internationaal unieke, publiek-private samenwerking wordt de collectieve overgang van analoge naar digitale technologie in het vertoningen distributiecircuit in de komende jaren mogelijk gemaakt. Visitatiecommissie Als net nieuw sectorinstituut voor de film werd EYE in 2010 onmiddellijk gevisiteerd. Daarvoor werd in het voorjaar een zelfevaluatie opgesteld, o.a. op basis van diverse SWOT-analyses van de diverse sectoren en afdelingen van EYE. In december 2010 gaf de visitatiecommissie van OCW een ‘ruime voldoende’. Voor het vellen van een oordeel over de wijze waarop EYE als sectorinstituut functioneert is het eigenlijk nog te vroeg, zo stelt de commissie, die onder de indruk zegt te zijn van de ambitie en de plannen van EYE. De commissie schrijft verder in haar rapport dat er een gedeeld besef in alle geledingen van de organisatie is dat de focus moet liggen op het publieksbereik en digitalisering. De commissie kan zich in deze keuze vinden. De commissie stelt vast dat de fusie tussen de vier partners is geslaagd, en dat de integratie tussen de verschillende partners goed op gang begint te komen. De visitatiecommissie beoordeelt het cultureel ondernemerschap van EYE als ‘best practice’ en looft de initiatieven en mogelijkheden die EYE stakeholders aanbiedt en gaat aanbieden om zich (financieel) te binden aan het sectorinstituut. Financiën In 2010 heeft EYE flink ingezet op het werven van nieuwe sponsoren en fondsen met het oog op de noodzakelijke forse investeringen in de nieuwbouw. De Provincie Noord-Holland kende een eenmalige subsidie toe van 1 miljoen € t.b.v. de inrichting van het nieuwe museumgebouw. Het Prins Bernhard Cultuurfonds verstrekte een bijdrage van € 200.000 t.b.v. de inrichting van de educatieve ruimte in het nieuwe gebouw. De EYE business club verwierf een aantal nieuwe leden, waarmee het ledental inmiddels tegen de 20 bedrijven loopt. In december 2010 liet het Ministerie van OCW weten dat eerder voorgenomen verhoging van de structurele subsidie ter dekking van de stijgende huisvestingslasten in de nieuwbouw mogelijk niet verstrekt kan worden vanwege de aangekondigde bezuinigingen. Indien EYE niet over deze eerder in het vooruitzicht gestelde subsidies van het ministerie van OCW kan beschikken, ontstaat er vanaf 2012 een dusdanig structureel gat in de begroting van EYE dat dit grote gevolgen heeft voor de aard en de omvang van de activiteiten van EYE. De jaarrekening 2010 laat een geprognosticeerd positief resultaat zien van € 2,1 miljoen dat is toegevoegd aan de bestemmingsreserve exploitatie.
5
Deze reserve is bedoeld als een buffer om tijdelijk de extra uitgaven of mogelijk tegenvallende inkomsten van EYE in de overgang naar het nieuwe museumgebouw te dekken.1 EYE stuurt aan op een verdere aanvulling van deze reserve in 2011. Echter, deze reserve biedt onvoldoende buffer om de geplande exploitatie van EYE in het nieuwe museumgebouw structureel te dekken. Dit heeft tot gevolg dat EYE zich zal moeten beraden op de geplande activiteiten en daaraan gerelateerde uitgaven om de toekomst van EYE op langere termijn veilig te stellen. Op het moment van schrijven van dit bestuursverslag is er nog geen duidelijkheid van het Ministerie van OCW. Voor een gedetailleerd overzicht van baten en lasten alsmede het prestatieoverzicht verwijzen we naar de door de accountant goedgekeurde jaarrekening 2010. Cultural Governance De Raad van Toezicht heeft in september 2010 besloten tot een gefaseerde overgang naar een nieuwe Raad, gebaseerd op een vastgesteld profiel. Het rooster van aftreden houdt in dat er begin 2011 geworven zal worden naar nieuwe leden van de Raad van Toezicht, met als doel de diversiteit van de verschillende expertises (bestuurlijk, juridisch, museaal, financieel) te verhogen. EYE werkt bij dit wervingsproces geheel volgens de code Cultural Governance. Amsterdam, april 2011
Sijbolt Noorda Voorzitter Raad van Toezicht
1
Sandra den Hamer Directeur/bestuurder
Opbouw van de reserve per 31-12- 2010: €
Saldo per 1-1-2010 Toegevoegd uit exploitatieresultaat 2010: Bijdrage Amsterdam Noord tbv nieuwbouw Matchingfund en terugschroeven 1,7% subsidiekorting Temporisering uitgaven, saldo overige baten en lasten Saldo per 31-12-2010
835.399 750.000 227.823 1.180.629 2.993.851
6