VERGADERING DAGELIJKS BESTUUR
agendapunt
:
B-6
vergaderdatum
:
17 september 2015
onderwerp
:
aangemeld door
:
Busstation Noord, promotie naar realisatiefase (code 30520027) Portefeuillehouder Verkeer
behandelend ambtenaar
:
Renske van Drunen
paraaf afdelingshoofd
:
Gevraagde beslissing 1. In te stemmen met het promoveren van het project “Busstation Noord” in de gemeente Amsterdam naar de realisatiefase van het BDU-middelgroot programma infrastructuur. 2. In te stemmen met het beschikbaar stellen van een financiële bijdrage vanuit de Stadsregio Amsterdam van € 38.471.582,- in de vorm van een vast bedrag (lumpsum). 3. In te stemmen met het formeel in kennis stellen van de gemeente Amsterdam over de besluitvorming in het DB en afgifte van de verleningsbeschikking. 4. In te stemmen met het als gevolg van het voorliggende DB besluit laten vervallen van het mandaat van de Portefeuillehouder Verkeer voor de verdere afwikkeling van de subsidiebeschikking voor het project “Busstation Noord, fase ruwbouw”. Eerdere besluitvorming Het project “Busstation Noord” is eerder aan de orde geweest in het DB van de Stadsregio Amsterdam. Op basis van voorbereidende gesprekken in 2013 is toegewerkt naar besluitvorming in het DB van 5 december 2013. Het DB heeft op dat moment ingestemd met de volgende gevraagde beslispunten: • • •
Akkoord te gaan met de promotie van een eerste fase van het project “Busstation Noord, fase ruwbouw” in de gemeente Amsterdam naar de realisatiefase van het Uitvoeringsprogramma UVP. Akkoord te gaan met de afgifte van een subsidiebeschikking en subsidiebijdrage van maximaal € 4.500.000,- aan de gemeente Amsterdam. Akkoord te gaan met het mandateren van de portefeuillehouder Verkeer om tot een definitieve invulling te komen van de subsidiebijdrage en verdere afhandeling richting de gemeente Amsterdam door middel van brief en subsidiebeschikking.
Direct na dit DB besluit is door de gemeente Amsterdam, zonder overleg met de andere partijen en de Stadsregio Amsterdam, besloten om te komen tot een tussenfase waarbij onderzoek is gedaan naar een compleet nieuw ontwerp. Hierdoor is nooit gebruik gemaakt van dit mandaat en is de beschikking voor deze fase ruwbouw nooit geformaliseerd. Met het voorliggende voorgenomen besluit vindt een herijking plaats van de bovengenoemde beslispunten d.d. 5 december 2013. Er is geen sprake meer van een eerste fase of mandaat voor verdere afhandeling, het betreft een promotie van het integrale project naar de realisatiefase en directe afgifte van de verleningsbeschikking.
Pagina 1 van 7
VERGADERING DAGELIJKS BESTUUR
Korte toelichting Project Het busstation is onderdeel van station Noord, het toekomstige eindpunt van de Noord/Zuidlijn. Bij dit knooppunt komen verschillende (openbaar) vervoerstromen bij elkaar en maken reizigers hun overstap. Met de realisatie van het ontwerp ontstaat een integrale vervoersknoop, waarbij het busstation optimaal is ingepast in het stedelijk gebied en de omgeving. Daarnaast wordt op korte loopafstand van het busstation een P+R terrein gerealiseerd. De toegang van deze P+R loopt op maaiveldniveau onder de vervoersknoop door. Op dit niveau komt ook de inpandige fietsenstalling met ruimte voor circa 1.300 fietsen. Op niveau 1 komt de centrale verdeelhal en twee busplatforms met elk acht halteplekken. Het busstation is voor de bussen met prioriteit bereikbaar vanaf de IJdoornlaan, van en naar vooral de Nieuwe Leeuwarderweg. In de verdeelhal zijn de stijgpunten naar niveau 2 gesitueerd naar het perron van de Noord/Zuidlijn. Op deze wijze ontstaat een optimaal en hoogwaardig OV knooppunt. Hiermee past het project binnen het regionale beleid en komt het busstation in aanmerking voor financiering vanuit de BDU. Het is van belang dat op het moment dat de Noord/Zuidlijn in gebruik genomen gaat worden, ook de rest van het OV-knooppunt gereed is. In de bijlage is een overzichtskaart opgenomen van het gebied en een doorsnede/overzicht van het stationsgebouw. Proces Het afgelopen jaar is zowel op ambtelijk als op directieniveau op zeer frequente basis gesproken over “Busstation Noord”. Er is vooral gesproken over de definitieve scope van het project: wat heeft deze OV-knoop nodig om goed te functioneren en welke partij is daar dan verantwoordelijk voor. Partijen hebben al eerder de gezamenlijke ambitie uitgesproken om op deze locatie bij de nieuwe metrohalte een busstation aan te leggen. Dit in combinatie met P+R, een inpandige fietsenstalling en kwalitatief goede aan- en afvoerroutes naar het busstation, op een locatie waarbij nog voldoende ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn om tot verdichting te komen. Dit is gunstig voor het gebruik van zowel de OV knoop als de nieuwe metro Noord/Zuidlijn en past goed in het mobiliteitsbeleid in de regio. Eind 2013 is er echter intern Amsterdam een discussie ontstaan, vooral vanwege knelpunten rondom de financiering van dit project, de eventuele risico’s en de relatie en samenhang met de Noord/Zuidlijn. Daarbij was ook het beeld dat gezien de economische crisis er sprake zou zijn van voldoende ruimte om tot een andere en goedkopere (minder compacte) voorziening te komen. Dit heeft geresulteerd in aanvullend onderzoek, discussie over andere varianten en uiteindelijk een vergelijking met de oorspronkelijke voorkeursvariant. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in de conclusie bij alle partijen dat deze oorspronkelijke voorkeursvariant de beste variant is. Deze is toekomst vast en sluit aan bij de gezamenlijke ambitie om tot een hoogwaardig regionaal OV systeem te komen. Daarbij moet worden opgemerkt dat er inmiddels weer dynamiek zit in de ontwikkeling van de omgeving van de OV-knoop. Binnen de gemeente Amsterdam is de Gemeenteraad op 1 juli 2015 akkoord gegaan met de voorgestelde uitwerking voor het busstation en de bijbehorende kredietaanvraag.
Pagina 2 van 7
VERGADERING DAGELIJKS BESTUUR
Planning en fasering In 2010 is het project door het DB van de Stadregio Amsterdam gepromoveerd naar de planuitwerkingsfase. Hierbij is € 25 miljoen als voorlopige reservering in de begroting opgenomen. De planning ging er destijds van uit dat op zijn vroegst eind 2014 het busstation in gebruik kon worden genomen, nog vooruitlopend op de start exploitatie van de Noord/Zuidlijn. Na dit besluit heeft het project veel vertraging opgelopen door verschillende oorzaken, onder meer als gevolg van de bovengenoemde tussenfase waarbij gekeken is naar een compleet ander ontwerp. Na deze uitwerking hebben alle betrokken partijen de keuze voor de oorspronkelijke voorkeursvariant herbevestigd en is vervolgens gewerkt aan het optimaliseren van dit oorspronkelijke ontwerp. Inmiddels is grote druk ontstaan op de tijdsplanning. Bepaalde onderdelen van het busstation moeten op korte termijn zijn gerealiseerd in verband met het testen van de stationssystemen en het testrijden van de Noord/Zuidlijn. Gemeente Amsterdam heeft veel belang bij het tijdig afronden van deze werkzaamheden en heeft hiervoor een deel van de bouw aan VIA, de aannemer die het metrostation Noord bouwt, gegund. De start uitvoering van het stationsgebouw is gepland in het vierde kwartaal van 2015, de oplevering in het derde kwartaal van 2016. Voor de busplatforms en de P+R wordt op dit moment de aanbesteding voorbereid. Het voornemen is om in het vierde kwartaal van dit jaar over te gaan tot de gunning, zodat daarmee de start uitvoering in het tweede kwartaal van 2016 en oplevering in het eerste kwartaal van 2017 is veiliggesteld. Areaaluitbreiding De gemeente Amsterdam meldt in haar aanvraag dat ze station Noord als een areaaluitbreiding ziet waardoor hogere kosten voor beheer en onderhoud ontstaan. Formeel valt deze discussie niet binnen de aanvraag voor de financiering van het busstation vanuit de BDU. Wel kunnen wij melden dat de Stadsregio Amsterdam geen extra ruimte heeft binnen het budget voor dagelijks beheer en onderhoud van de railinfrastructuur (BORI). Dat betekent dat eventuele meerkosten binnen de afgesproken BORI-reeks 2013-2024 moet worden opgevangen. Vervangingsonderhoud en levensduur verlengend onderhoud van de metro-infrastructuur in het vervoersgebied van de Stadsregio Amsterdam wordt uit het budget voor MVP gefinancierd. Ook binnen dit budget heeft de Stadsregio Amsterdam geen ruimte om meer geld beschikbaar te stellen. Een andere mogelijkheid voor de dekking van deze areaaluitbreiding zijn de opbrengsten vanuit commerciële ruimtes. Stadsregio Amsterdam neemt de kosten voor het casco opleveren van deze ruimtes mee in de bijdrage vanuit het BDU programma Infrastructuur. Voorgesteld wordt om op termijn samen met GVB Commercie en RVE Metro en Tram de mogelijkheden te verkennen om de inkomsten die Amsterdam genereert uit de verhuur van de commerciële ruimtes in te zetten voor het beheer en onderhoud van het knooppunt. Op dit moment werken de specialisten van MET, GVB Commercie en Stadsregio Amsterdam aan afspraken inzake commercie op stations. Dit betreft een verdere uitwerking van de afspraken die met GVB en gemeente Amsterdam zijn gemaakt in het kader van de concessie Amsterdam over de verdeling van de kosten
Pagina 3 van 7
VERGADERING DAGELIJKS BESTUUR
en baten, waarbij het uitgangspunt is dat de opbrengsten beschikbaar blijven binnen het OV systeem (stationsonderhoud). Partijen streven ernaar om per 2017 structurele afspraken over dit onderwerp te maken. Hiervoor loopt een ander proces waarover separaat wordt gerapporteerd. In de kennisgeving aan de gemeente Amsterdam wordt op dit punt een verwijzing opgenomen naar deze uitwerking. Risico analyse Door de gemeente Amsterdam is een risico analyse uitgevoerd waarbij aan de mogelijke projectoverstijgende risico’s ook een kans en waarde is gekoppeld. In plaats van de reguliere post onvoorzien wordt tegenwoordig voor de grote projecten veelal gewerkt met een post objectonvoorzien, opgenomen onder de bouwkosten, en een extra post benoemde projectoverstijgende risico’s. In overleg met de gemeente Amsterdam heeft door de Stadsregio Amsterdam een toetsing plaatsgevonden van deze risico’s en de daarbij geformuleerde beheersing. Een aantal risico’s die samenhangen met voorbereiding, ontwerp en projectmanagement vallen naar ons oordeel onder de primaire verantwoordelijkheid van de gemeente en zijn niet subsidiabel geacht. Als onderdeel van de subsidieberekening is een tabblad opgenomen met de uitkomsten van deze beoordeling. De Stadsregio Amsterdam beoordeelt dat in plaats van de reguliere post onvoorzien, er reden is om ten behoeve van deze specifieke risico’s een risicobijdrage beschikbaar te stellen, zodat de gemeente in staat wordt gesteld om tot maximale beheersing te komen en budget beschikbaar heeft om een deel van de extra kosten die hier mee samenhangen, op te kunnen vangen. Het gaat om een bedrag van ruim € 1,6 miljoen. Dit budget wordt meegenomen in het totale bedrag dat beschikbaar wordt gesteld vanuit de Stadsregio in de vorm van een lumpsum. Dit betekent dat overige risico’s en latere omstandigheden niet meer in aanmerking komen voor een aanvullende bijdrage. In dat geval zijn de meerkosten voor de gemeente Amsterdam. Indien de risico’s zich niet voordoen, is het aan de gemeente Amsterdam om een eventuele meevaller op een andere manier in te zetten binnen het project. Als bij afsluiting blijkt dat er sprake is van vrijval, stelt de Stadsregio de voorwaarde dat dit budget beschikbaar blijft voor overige verkeer en vervoerprojecten waarbij er een samenwerking is met de Stadsregio Amsterdam. Beoordeling Stadsregio De aanvraag van de gemeente Amsterdam bestaat uit een aantal documenten waarin conform de spelregels van de Stadsregio Amsterdam gedetailleerde informatie is opgenomen over het project. De aanvraag is compleet en het project past in het regionale beleid. De aanvraag is inhoudelijk beoordeeld. “Busstation Noord” gaat onderdeel uitmaken van het regionale OV netwerk. Op basis van de berekening van de door Amsterdam geleverde gegevens komt de bijdrage van de Stadsregio Amsterdam uit op een vaste bijdrage van € 38.471.582,-. In de “berekening subsidiebijdrage” staat hoe wij tot dit bedrag zijn gekomen. Aan de bijdrage voor “Busstation Noord” wordt de voorwaarde gesteld dat het gehele busstation wordt gerealiseerd en in gebruik kan worden genomen op het moment dat de dienstregeling van de Noord/Zuidlijn start. De planning is wat de Stadsregio Amsterdam betreft een zorgpunt. In de brief aan de gemeente Amsterdam wordt hier extra aandacht aan besteed.
Pagina 4 van 7
VERGADERING DAGELIJKS BESTUUR
Vanwege de lange looptijd van het project zijn er in de loop der jaren veel voorbereidingskosten gemaakt. Binnen het project worden dit “de historische kosten” genoemd welke voor een groot deel niet in aanmerking komen voor financiering vanuit de BDU. Deze voorbereidingskosten worden namelijk normaal gesproken vergoed door een vast percentage van 16% ten opzichte van de gefinancierde uitvoeringskosten (VAT). Gezien de looptijd van het project en andere keuzes gemaakt door de gemeente Amsterdam, komen de voorbereidingskosten veel hoger uit dan deze reguliere VAT van 16%. In de periode 2007-2008 is mede op verzoek van de Stadsregio Amsterdam het ontwerp van het busstation gewijzigd van eilandperron naar de huidige twee platforms. In dit deel van de gemaakte kosten herkennen wij ons en dit resulteert in het voorstel om naast de reguliere VAT tot een extra bijdrage te komen voor deze kosten. Dit is op deze wijze verwerkt in de definitieve subsidieberekening. Dit past ook in de lijn van het DB besluit over de verbetervoorstellen zoals in december 2014 is genomen. Hierbij is besloten dat binnen een project gericht kan worden gekeken of bepaalde specifieke kosten, op basis van een gedegen onderbouwing, binnen een project voor een bijdrage in aanmerking kunnen komen. Het gaat dan vooral om risico’s, omgevingsmanagement en marktbenadering, waarbij ook een onderscheid wordt gemaakt tussen studiekosten (verkenning/planstudie) en voorbereidingskosten (planuitwerking en realisatie). De betreffende kosten kunnen gezien worden als studiekosten. Meegezonden stukken / ter inzage gelegde stukken 1. Brief 3 september 2015 met kenmerk CEB\246\1 met formeel promotieverzoek van de gemeente Amsterdam aan de Stadsregio Amsterdam 2. Overzichtskaart omgeving stationsgebied en stationsgebouw 3. Definitief concept brief beantwoording Stadsregio Amsterdam d.d. 22 september en 2015/8643/RvD Wijze van voorbereiding Intern overleg Intern heeft overleg plaats gevonden met collega’s vanuit de afdelingen Infrastructuur en OV exploitatie. Extern overleg De afgelopen maanden heeft er regelmatig overleg plaats gevonden met de ambtelijke vertegenwoordigers van de gemeente Amsterdam en de Stadsregio over de inhoud en het proces rondom de promotie naar de realisatiefase door de Stadsregio. Concepten van de aanvraag zijn besproken. Toetsing van de aanvraag heeft gedurende dit proces plaats gevonden. Vervolgacties Ondertekening en verzending van de brief en verleningsbeschikking. Financiële paragraaf In het UVP 2015 is het project “busstation Noord, fase ruwbouw” opgenomen voor € 4,5 miljoen onder budgetcode 30520027, conform het DB besluit van 5 december 2013. Daarnaast is onder de naam “busstation Noord, fase afbouw” een reservering
Pagina 5 van 7
VERGADERING DAGELIJKS BESTUUR
van € 28,5 miljoen opgenomen met budgetcode 30520154. De huidige wens is om het gehele project te registreren onder de naam “busstation Noord” en budgetcode 30520027, waaronder de totale reservering komt te staan. Met het instemmen met dit besluit wordt de reservering opgehoogd van € 33 miljoen (4,5 + 28,5 miljoen) naar € 38.471.582,- voor het project “Busstation Noord”. Dit is € 5.471.582,- meer dan eerder gereserveerd, maar dit extra bedrag is beschikbaar binnen de Meerjarenraming Infrastructuur. Het budget op de code 30520154 wordt op € 0,- gezet. Het project heeft het volgende kasritme (afgerond): 2015 € 5,4 miljoen 2016 € 24 miljoen 2017 € 9 miljoen Het voorliggende besluit raakt de doelstelling en ambities van een drietal (sub)programma’s binnen het begrotingsprogramma Infrastructuur. De totale investeringskosten zijn € 54,1 miljoen. De financiële bijdrage voor het realiseren van dit project vanuit de Stadsregio is € 38,4 miljoen. Van deze SRA bijdrage is 85% toe te rekenen aan het subprogramma ‘OV knopen/haltes/busstations’ (€ 32,7 miljoen), ongeveer 7% aan het programma Fiets, waar het gaat om de realisatie van 1310 inpandige fietsenstallingsplekken (€ 2,75 miljoen). Indicatief 8% is toe te rekenen aan het programma Weg waar het gaat om het realiseren van 442 P&R plekken (€ 3 miljoen). Communicatie Tekstvoorstel Nieuws uit DB: Het dagelijks bestuur besluit € 38,4 miljoen bij te dragen aan de realisatie van busstation Noord in Amsterdam. Het busstation is onderdeel van station Noord, het toekomstige eindpunt van de Noord/Zuidlijn. Op station Noord komen bussen vanuit Waterland, de Zaanstreek, Amsterdam en de Noord-Zuidlijn samen en hier maken reizigers hun overstap. Daarnaast wordt een inpandige fietsenstalling van circa 1.300 plekken gerealiseerd en komt ten noorden van het station op korte loopafstand een P+R voorziening van 400 plekken. Na de realisatie van het station is een integrale vervoersknoop ontstaan die een belangrijke rol gaat spelen voor de noordkant van de regio. De omgeving rondom station Noord is volop in ontwikkeling. In de directe omgeving bevindt zich op dit moment een vestiging van het ROC en het stadsdeelkantoor. Het stationsgebied transformeert binnen een aantal jaar tot een gemengd gebied met kantoren/bedrijfsruimten, woningen, hotel, detailhandel en sociaal maatschappelijke en culturele voorzieningen. Juist deze ruimtelijke ontwikkelingen bij een dergelijke hoogwaardige OV knoop leveren een belangrijke bijdrage in het verbeteren van de bereikbaarheid van onze regio. Het is ook een goede invulling van ons knooppuntenbeleid, waarbij op goed bereikbare locaties in de regio een mix ontstaat tussen ruimtelijke ontwikkelingen en verkeer en vervoer. Op het moment dat de Noord/Zuidlijn gaat rijden moet ook het busstation in gebruik genomen worden. Volgens de huidige planning is dat eind 2017.
Pagina 6 van 7
VERGADERING DAGELIJKS BESTUUR
Juridische zaken Juridische zaken adviseert positief.
Besluit Dagelijks Bestuur:
Pagina 7 van 7