postadres
euregio, Enscheder Straße 362, 48599 Gronau
Postbus 6008
Aan de leden en adviserende leden van het Dagelijks Bestuur EUREGIO
Ansprechpartner/Contactpersoon
Postfach 1164
NL-7503 GA
D-48572
Enschede
Gronau
053-4605151
02562 / 702-0
053-4605159
02562 / 702-59
[email protected]
[email protected]
www.euregio.nl
www.euregio.de
[email protected]
Elisabeth Schwenzow
anschrift
- 11
Vergadering van het Dagelijks Bestuur d.d. 22 februari 2016
05-02-2016
Geachte dames en heren, De eerstvolgende vergadering van het Dagelijks Bestuur van EUREGIO, waarvoor wij u van harte uitnodigen, vindt plaats op maandag 22 februari 2016,
14.30 uur in het EUREGIO-vergadercentrum “Terhaar sive Droste”, Gronausestraat 1258-1260, 7534 AV Enschede/Glanerbrug. In de bijlage ontvangt u de agenda met toelichting voor deze vergadering Volksbank Gronau-Ahaus eG IBAN: DE04 4016 4024 0114 6116 00
Met vriendelijke groeten,
BIC: GENODEM1GRN Bank Nederlandse Gemeenten IBAN: NL89 BNGH 0285 1663 36 BIC: BNGHNL2G
Rob Welten
Vorsitzender / voorzitter:
Voorzitter
mr. drs. R.G. Welten Geschäftsführerin / directeur bestuurder: Dr. Elisabeth Schwenzow Deutsch-niederländischer Zweckverband Nederlands-Duitse Gemeenschappelijke regeling Umsatzsteuer-ID: DE 815593444
AGENDA voor de vergadering van het Dagelijks Bestuur van EUREGIO d.d. 22 februari 2016 1:
Opening en begroeting -
2:
Goedkeuring van de agenda
Goedkeuring van het verslag van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur d.d.
3:
-
02 november 2015
-
08 januari 2016
INTERREG A a) Stand van zaken algemeen b) Overzicht van de vergaderdata van de gremia c) Overzicht van de aangevraagde projecten
4:
Bericht uit de commissievergaderingen
5:
Ontwikkeling van een cultuurproject met als werktitel “Begegnung - Ontmoeting”
6:
Standpuntbepaling INTERREG V-projecten a)
“Spreek je buurstaal”
b)
“Vitale jeugd – grensoverschrijdend actief”
c)
“EUREGIO-Route der Industriecultuur”
d)
“Leren zonder grenzen“
e)
“Paardenkrachten”
f)
“Energieneutrale verwijdering van microverontreinigingen uit afvalwater”
7:
Voortgang INTERREG V Kaderproject voor de EUREGIO a) Stand van zaken b) Standpuntbepaling deelprojecten
8:
Bericht uit het secretariaat
-2-
9:
Mededelingen a.
Ontwikkelingen Luchthaven Twente
b.
Hannover Messe
c.
Meldpunt “Spoedzorg zonder grenzen!”
d.
Motie EUREGIO-Raad buurtaalonderwijs
e.
Motie EUREGIO-Raad regionale spoorverbindingen
f.
Dag van de buurtaal in het EUREGIO-gebied
10:
Stand van zaken nieuwe rechtsvorm
11:
Stand FMO – opdracht aan EUREGIO en planning gesprekken
12:
Stand van zaken Pact: Arbeidsmarkt over de grens!
13:
Conceptagenda voor de vergadering van de EUREGIO-Raad d.d. 18 maart 2016 in Almelo
14:
Rondvraag
-3-
1:
Opening en begroeting -
Goedkeuring van de agenda
Besluitvoorstel: Goedkeuring.
-4-
2.
Goedkeuring van het verslag van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur d.d. -
02 november 2015
-
08 januari 2016
Het verslag van de vergadering d.d. 02 november 2015 hebben wij u per e -mail d.d. 23 november 2015 toegezonden en het verslag van 08 januari 2016 per mail d.d. 21 januari 2016. Besluitvoorstel: Goedkeuring van de verslagen.
-5-
3:
INTERREG A a) Stand van zaken algemeen
In de vier vergaderingen van de INTERREG V-Stuurgroep voor het EUREGIO-gebied in 2015 zijn tot nu toe in totaal 19 projecten goedgekeurd. Door deze projecten zijn de INTERREG-middelen als volgt gereserveerd:
INTERREG-middelenreservering (stand 13 januari 2016) Prioriteit
Toewijzing
EU-middelenreservering
104,4 mln. €
Abs. % 31.581.303 € 30,3 %
Initiatieven Prioriteit I Overige (EDR/EUR/ERW/ermn) sectoren EUREGIO
9,1 mln. €
----
Prioriteit II
21,3 mln. €
9.718.177 € 45,6 %*
Prioriteit I Strategische
EUREGIO
* De voor het project “EurHealth – 1 Health” aangevraagde EU-middelen ter hoogte van € 2.405.000 maken nog deel uit van dit bedrag. Volgens het besluitvoorstel voor dit project moet het bedrag aan EU-middelen worden verdeeld over de budgetten voor prioriteit II van de vier regionale stuurgroepen. Het bedrag kan hierdoor lager uitvallen.
b.
Overzicht van de vergaderdata van de gremia
De tot nu toe vastgestelde data voor de INTERREG-gremia voor de komende maanden zijn: 1. ROV: 11-02-2016, 16-03-2016, 05-04-2016, 30-06-2016, 11-08-2016, 21-092016, 10-11-2016, 26-01-2017 2. IO: 28-04-2016, 16-06-2016, 29-09-2016, 01-12-2016 3. Stuurgroep: 17-03-2016, 09-06-2016, 22-09-2016, dec. 2016 c.
Overzicht van de aangevraagde projecten
Als ondersteuning voor de besluitvorming treft u als bijlagen aan een overzicht van de ingediende projectvoorstellen en de goedgekeurde projecten voor de Stuurgroep INTERREG A van de EUREGIO. Besluitvoorstel aan de EUREGIO-raad: Kennisname.
-6-
Übersicht INTERREG-Projekte Priorität I A
B Strategische Initiative Prio Energie/ 1 Handlungsfeld I
C
D
E
F
G
H
I
Projektname/Laufzeit
Kurzbeschreibung Projekt
Lead Partner
Budget
EFRE-Förderung
Finanzierungsplan in %
Status
Energieumwandlu Mest op Maat ng Nachhaltiger Dünger nach Maß
Erhöhung der Rentabilität von Biogasanlagen durch Aufwertung der Restströme aus diesen Anlagen
FH Münster, Steinfurt
3.169.850,59 €
1.584.925,11 € EU-Mittel: 50 % National: D: 12,5 % NL: 12,5 % Eigenmittel: 25 %
Genehmigung Erstantrag LA 29.10.15
Netzwerk Grenzenloses Effizientes Produzieren in der EUREGIO für CO2Reduzierung und Produktivitätssteigerung
HWK Münster, Münster
4.025.435,93 €
1.466.577,82 € EU-Mittel: 37% National: D: 12 % NL: 12 % Eigenmittel: 39 %
Genehmigung Erstantrag LA 25.06.15
Grünes Gold: Pyrolyseöl als erneuerbarer DNL-contact, Steinfurt Rohstoff: biobased Produkte über Pyrolyse und den intelligenten Einsatz minderwertiger Biomasse
2.202.095,00 €
1.101.047,00 € EU-Mittel: 50 % National: D: 20 % NL: 3,6% Eigenmittel: 26,4%
Genehmigung Erstantrag LA 23.04.15
Wärme in der EUREGIO: fokussieren & modernisieren
2.527.146,44 €
1.263.573,00 € EU-Mittel: 50 % National: D: 17 % NL: 6% Eigenmittel: 27% 2.514.565,00 €
Genehmigung Erstantrag LA 23.04.15
07.10.2015 - 30.06.2019
2 I
Energieeffizienz
Netzwerk GEP 01.07.2015 - 30.09.2019
3 I
Erneuerb. Energien Grünes Gold 01.04.2015 - 31.08.2019
4 I
Energieumwandlu WiE fm ng 01.04.2015 - 30.06.2019
I
Energieeffizienz
FH Münster, Steinfurt
5 6
I
7 8 I 9 10 11
I I I I
12
Wohnkomfort 2030
Ganzheitlicher Ansatz Sanierung Saxion Gebäudebestand Smart Future Energieneutrale Energieneutrale Einführung der Waterschap VechtMikroschadstoffelimination Mikroschadstoffelimination durch Abwas- stromen sersystembewirtschaftung Energieeffizienz E.L.B.O. Energieeffizienz für Schulen Energy Watch Grüne Mobilität E-Mobilität Lieferverkehr Konzepte für Lieferverkehr mit EMobility Erneuerb. Energien Laubpellets als Forschung & Erprobung Regelbrennstoff Energieumwandlu Combi GTO Konzept kombinierte Bereitstellung Triogen ng Energie Strom Wärme Energieeffizienz Energie-Effizienz KMU Steigerung Energie-Effizienz KMU Stichting Enbergie Efficiency
5.029.130,00 € 1.220.000,00 €
610.000,00 €
125.600,00 € 1.990.000,00 €
62.800,00 €
IO IO Konzept Konzept Konzept
970.000,00 €
485.000,00 €
zurückgezogen
3.905.000,00 €
1.952.500,00 €
mündlich zurückgezogen
Stand: 22.01.2016 | 1/6
Übersicht INTERREG-Projekte Priotität I A Prio 1 I
B Strategische Initiative LS & Health/ Handlungsfeld
C
D
E
F
G
H
I
Projektname/ Laufzeit
Kurzbeschreibung Projekt
Lead Partner
Budget
EFRE-Förderung
Finanzie-rungsplan in %
Status
Prävention & Früherk. MIND
Rahmenprojekt für Produkt /Prozessinnovation im Bereich med. Technologie / Telemedicine
OOST NV, Apeldoorn
5.739.762,38 €
2.867.895,00 € EU-Mittel: 49,9 % Genehmigung ErstNational: antrag LA 17.12.15 D: 5,9 % NL: 5,9 % Eigenmittel:38,3 %
Produktentwicklung im Bereich Infektionsbekämpfung und Vorbeugung Antibiotikaresistenzen
UMCG, Groningen
7.150.000,00 €
WWU Münster, Institut für Sportwissenschaft, Arbeitsbereich Leistung und Training im Sport Roessingh R&D
2.012.132,00 €
3.575.000,00 € EU-Mittel: 50 % National: D: 11 % NL: 11 % Eigenmittel: 28 % 1.012.132,00 €
01.08.2015 01.05.2018
2 I
Prävention & Früherk. health-i-care 01.01.2016 31.12.2019
3 I
Prävention & Früherk. eHealth-Pedografie
Entwicklung und Evaluation eines Pedographiesystems zur eHealth Patientenversorgung
I
Prävention & Früherk. Life Long Running
I
Prävention & Früherk. Evolve
I
Prävention & Früherk. Ouder zonder grenzen
I
Prävention & Früherk. 68GA-MiniLab
I
Prävention & Früherk. Witness
Ontwikkeling van ambulant systeem voor blessurepreventie bij (hard)lopers Bundeling van wetenschappelijke kennis en ideeën in het EUREGIOgebied voor de ontwikkeling van producten op het gebied van orthopedie Ontwikkeling van technologieondersteunde gezondheidsdiensten t.b.v. betere gezondheid/langer thuis wonen ouderen Ontwikkeling van een generator voor de productie van Gallium-68 als tracer voor PET-scan
I
Prävention & Früherk. 3D Kettenintegration Entwicklung eines Systems, das die Produktion eines maßgefertigten Rollstuhls mittels eines 3DKörperscans ermöglicht
4 5
6
7 8 9
10
Genehmigung Erstantrag LA 17.12.15
IO
Konzept
BAAT Engineering
Idee
Roessingh R&D
1.086.660,00 €
543.330,00 €
zurückgezogen
Jüke Systemtechnik GmbH, Altenberge Gewinet
3.907.491,00 €
1.816.983,14 €
zurückgezogen
O4 Wheelchairs / Wheels Over Europe B.V
zurückgezogen zurückgezogen
Stand: 22.01.2016 | 2/6
Übersicht INTERREG-Projekte Priorität I A
B Strategische Initiative Prio HTSM/ 1 Handlungsfeld
C
D
E
F
G
H
I
Projektname/ Laufzeit
Kurzbeschreibung Projekt
Lead Partner
Budget
EFRE-Förderung
Finanzierungs-plan in %
Status
I
Masch.I-Pro Anl.bau/Produktio nstechnik 01.01.2016 31.12.2019
Intelligente Produkte (Industrie 4.0) in KMU
OOST NV, Apeldoorn
I
Neue funkt. Werkstoffe
Neue Oberflächentechnologien
Netzwerk Oberfläche NRW e.V., Münster
2
S²M - Sustainable Surfaces & Membranes 01.01.2016 31.03.2019 Laser-Fertigungstechnik
3 I
Masch.Anl.bau/Produktio nstechnik 01.01.2016 - 31.03.2018
I
Neue funkt. Werkstoffe Neue funkt. Werkstoffe Masch.Anl.bau/Produktio nstechnik
Produkt-, Prozessinnovation FH Münster, Steinfurt Hochgeschwindigkeitslaser
11.597.136,00 €
6.524.668,00 €
387.245,40 €
4 5 6
I I
7 8
I I
9
MOVERO
Neue Oberflächentechnologien Compose 2 Gather Innovative Produkte KMU Verbundstoffe Energieneutrale Energieneutrale Einführung Mikroschadstoffeliminati der on Mikroschadstoffelimination durch Abwassersystembewirtschft ung FACE-E Prototypen Leichtbau
Neue funkt. Werkstoffe Masch.Eye on Export Anl.bau/Produktio nstechnik
Innovative Produkte und Internationalisierung KMU
4.500.000,00 €
5.000.000,00 €
Eu-Mittel: 43,1 % National: D: 6,3 % NL: 6,3 % Eigenmittel: 44,3 % 3.262.330,00 € EU-Mittel: 50 % National: D: 11 % NL: 11 % Eigenmittel: 28 % 193.622,70 € EU-Mittel: 50 % National: D: 12 % NL: 12 % Eigenmittel: 76 %
Genehmigung Erstantrag LA 17.12.15
Genehmigung Erstantrag LA 17.12.15
Genehmigung Erstantrag LA 29.10.15
IO
Stichting CompoWorld
4.798.750,00 €
2.432.083,00 €
Konzept
Waterschap Vechtstromen, Almelo
1.120.000,00 €
560.000,00 €
Konzept
Stichting STODT DNL-Contact
10.000.000,00 € 5.326.456,00 €
Idee 2.663.227,00 €
zurückgezogen
Stand: 22.01.2016 | 3/6
Übersicht INTERREG-Projekte Priorität I A
B Strategische Initiative Prio Logistik/ 1 Handlungsfeld
D
E
F
G
H
I
Projektname/ Laufzeit
Kurzbeschreibung Projekt
Lead Partner
Budget
EFRE-Förderung
Finanzierungs-plan in %
Status
I
Programmgebiet Güterkorridor EUREGIO als Logistikstandort 01.01.2016 30.09.2017
Studie Stärkung Logistiksektor, höhere Wertschöpfung aus Güterstrom
EUREGIO
I
Innovative Logistikkonzepte
Neue Geschäftsmodelle für multimodula Schuttleverbindungen im Güterverkehr
Hochschule Osnabrück
2
3 4 5 6 7
C
Crowfunding Logistik
410.830,00 €
205.415,00 € EU-Mittel: 50 % National: D: 11,2 % NL: 17,6 % Eigenmittel: 21,2 %
Genehmigung Erstantrag LA 17.12.15
Idee
Stand: 22.01.2016 | 4/6
Übersicht INTERREG-Projekte Priorität I A Prio 1
B Strategische Initiative AgriFood/ Handlungsfeld
C
D
E
F
G
H
I
Projektname/ Laufzeit
Kurzbeschreibung Projekt
Lead Partner
Budget
EFRE-Förderung
Finanzierungsplan in %
Status
I
Neue Lebensmittel Agro New Style
I
ProduktionsTechnologie ProduktionsTechnologie
2 3 I
4
Potenzialanalyse Spatenrotationsmaschine Kiemgetalbestrijding in de Foodsector
Ontwikkeling van productmarktcombinaties voor alternatieve Potenzialanalyse Einsatz Spatenrotationsmaschine als Technologie verspreiding (verneveling) ontsmettingsmiddel in de
2.500.000,00 €
Konzept
430.000,00 €
Idee
500.000,00 €
zurückgezogen
Stand: 22.01.2016 | 5/6
Übersicht INTERREG-Projekte Priorität I A
B
C
D
E
F
G
H
I
Prio
Strategische Initiative Sonstige/ Handlungsfeld
Projektname/ Laufzeit
Kurzbeschreibung Projekt
Lead Partner
Budget
EFRE-Förderung
Finanzierungsplan in %
Status
1 I
Virtual Reality Exhibition Market
Grensoverschrijdende ontwikkeling en ont-sluiting van de virtual reality markt
Museum Twentse Welle
841.972,00 €
Konzept
I
Kooperationsnavigator
Entwicklung eines Kooperationsnavigators zur Unterstützung des grenzüberschreitenden baulichen Wertschöpfungskette
Boerdam/FH Münster
450.000,00 €
Konzept
2
3 4 5
Stand: 22.01.2016 | 6/6
Übersicht INTERREG - Projekte Priorität II
A
Prio 1 II
B
Projektname/ Laufzeit Doppelte Qualitifizierung = doppelt Chancen 01.01.2016 - 31.12.2019
2 II
EurHealth-1Health 01.01.2016 - 31.12.2019
C
D
E
F
Kurzbeschreibung Projekt
Lead Partner
Budget
EFRE-Förderung
Dubbel kwalificeren en examieren BTZ des Handwerks in de praktijk: constructiewerker, GmbH, Lingen monteur elektronische installaties, monteur werktuigkundige installaties Maatregelen (medisch, educatie, UMCG, Groningen netwerkvorming) ter voorkoming van infecties en antibioticaresistentzie
912.933,20 €
4.810.000,00 €
G
H
Finanzierungsplan in %
Status
456.466,60 € EU-Mittel: 50 % National: D: 15 % NL: 15 % Eigenmittel: 20 % 2.405.000,00 € EU-Mittel: 50 % National: D: 15 % Eigenmittel: 35 %
Genehmigung Erstantrag LA 17.12.15
227.250,00 € EU-Mittel: 50 % National: D: 10 % NL: 11 % Eigenmittel: 29 % 2.417.345,00 € EU-Mittel: 50 % National D: 3,5 % NL: 3,5 % Eigenmittel: 43 %
Genehmigung Erstantrag LA 17.12.15
Genehmigung Erstantrag LA 17.12.15
3 II
SchienenRegion 01.01.2016 - 01.12.2017
4 II
Rahmenprojekt Prio II 01.07.2015 - 30.06.2018
Studie zur Untersuchung der Provincie Overijssel, Optimierungsmöglichkeiten Zwolle grenzüberschreitender Zugverbindungen im EUREGIOGebiet Rahmenprojekt Priorität II für das EUREGIO e.V. EUREGIO-Gebiet innerhalb des INTERREG V-Programms
454.500,00 €
4.834.690,00 €
5 II
Bürgerbus Nordhorn Denekamp
Grenzüberschreitende Bürgerbusverbindung zwischen Denekamp und Nordhorn
Bentheimer Eisenbahn AG, Nordhorn
141.410,16 €
Grenzüberschreitendes Polizeiteam 2015+
Polizeidirektion Osnabrück, Osnabrück
1.006.452,15 €
01.04.2015 - 30.06.2018 6 II
GPT 2015+ 01.04.2015 - 30.06.2019
7
Stand: 22.01.2016/Seite 1 von 5
70.705,08 € EU-Mittel: 50 % National D: 10,4 % NL: 25 % Eigenmittel: 14,6 % 503.226,08 € EU-Mittel: 50 % National D: 19,8 % Eigenmitel: 30,2 %
Genehmigung Erstantrag LA 25.06.2015
Genehmigung Erstantrag LA 23.04.15
Genehmigung Erstantrag LA 23.04.15
Übersicht INTERREG - Projekte Priorität II
A
B
Prio
Projektname/ Laufzeit
1 II
GTI
C
D
E
F
Kurzbeschreibung Projekt
Lead Partner
Budget
EFRE-Förderung
Grenzenlose Touristische Innovation (GTI)
EUREGIO e.V.
Pilot Region for Cross-border Emergency Care and Crisis Preparedness in the EUREGIO
Bureau Acute Zorg Euregio, Enschede
4.850.000,00 €
01.07.2015 - 30.03.2019 8 II
PREpare 01.04.2015 - 31.05.2018
797.901,00 €
9 II
UNLOCK 01.07.2015 - 30.04.2019
10 II
Paardekrachten in de EUREGIO
II
Lernen ohne Grenzen
II
Cross Border Talent
II
Grensoverschrijdend open televisieplatform Quartier der Zukunft
11
12 13 14 II 15 II
16
Vitale Jugend Grenzüberschreitend aktiv
H
Finanzierungsplan in %
Status
2.231.000,00 € EU-Mittel: 46 % National D: 12 % NL: 12 % Eigenbeitrag: 30 % 398.950,00 € EU-Mittel: 46,4 % National D: 14,0 % NL: 14,0 % Eigenmittel: 25,6 1.087.264,29 € EU-Mittel: 50 % National D: 15 % NL: 15 % Eigenmittel: 20 %
Personal über die Grenze EUREGIO e.V. Erschließung von grenzüberschreitendem Fachkräftepotential für KMUs und Stimulieren der grenzüberschreitenden Arbeitsmobilität von Arbeitsuchenden
2.174.528,56 €
Bevorderen van de hippische sector m.b.t. KMU, verenigingen en deelnemers Grensoverschrijdend beroepsonderwijs t.b.v. MKB en vakkrachten Export traineeship (koppeling hoger opgeleiden en MKB
Regio Twente, Enschede
1.370.020,00 €
685.360,00 €
Graafschap College
5.357.132,00 €
2.678.566,00 €
Saxion, Enschede
Genehmigung Erstantrag LA 23.04.15 Genehmigung Erstantrag LA 23.04.15
Genehmigung Erstantrag LA 23.04.15
1. ROV Konzept Konzept
3.338.000,00 €
Leben, Arbeiten, Älter werden im Quartier Multidisziplinäre Graafschap College, grenzüberschreitende Doetinchem Zusammenarbeit der Schulen und Vereine für einen gesunden und aktiven Lebensstil im Grenzraum
G
Konzept Konzept
752.720,00 €
Stand: 22.01.2016/Seite 2 von 5
376.360,00 €
Konzept
Übersicht INTERREG - Projekte Priorität II
A
Prio 1 II
17 II
18 II
B
Projektname/ Laufzeit
C
D
E
F
Kurzbeschreibung Projekt
Lead Partner
Budget
EFRE-Förderung
Sprich Deine Nachbarsprache Dachprojekt Regio Achterhoek Nachbarsprachenlernen für deutsche Schüler(innen) und Schüler im Grundschulberich und der Sekundarstufe I, und niederländische Schüler(innen) der basisscholen“ Euregioroute Euregioroute der Industriekultur Stichting Industriecultuur Nederland, Vogelenzang (midden 2016 Enschede) Lernen mit Schweiß-Simulator Entwicklung einer didaktischen Anton Tijdink BedrijfsAusbildungsmethode für das takschool, Terborg Schweißen am Schweiß-Simulator
3.100.000,00 €
520.000,00 €
645.000,00 €
G
H
Finanzierungsplan in %
Status Konzept
260.000,00 €
Konzept
Konzept
19 II 20 21 II II 22 II
Euregio-hist online
Historisches Internetprojekt Euregio (kulturhistorisches Erbe)
Aanzet Büro grenzüberschreitende Zusammenarbeit KARMA
Artist in Residence Systematisch overzicht van grensov. activiteiten tot dusver Concept/maatregelen om de bestendigheid van grensoverschrijdendende beeksystemen tegen de gevolgen van de klimaatverandering te vergroten
Idee Idee
Lange Nacht der Industrie
Blik achter de schermen van de industrie met als doel verbeterd imago en bevordering interesse van vakkrachten
Idee
23 II
24
80.000,00 €
Idee
Idee
Stand: 22.01.2016/Seite 3 von 5
Übersicht INTERREG - Projekte Priorität II
A
Prio 1
B
Projektname/ Laufzeit
C
D
E
F
Kurzbeschreibung Projekt
Lead Partner
Budget
EFRE-Förderung
G
H
Finanzierungsplan in %
Status
II
VVV over de grens
Verzorgd vakantie vieren over de grens voor mensen met beperking en meereizenden. Gericht op nieuwe dienst-marktcombinaties
Idee
II
WaterWonderrijck
Idee
II
Realbrandausbildung EUREGIO
Educatief belevingspark in Noordoost Twente Oefenterrein en act. Op gebied van gezamelijke brandbestrijding Kunst und Kultur Inzet simulatoren als opleidingstool Mensen met afstand tot te arbeitsmarkt (werklozen) weer aan werk helpen door eigen grensov. Organisatie opzetten Verbinden/netwerkontwikkeling van Industrieel erfgoed (locaties)
Idee Idee
Verbetering van de gezondheid Stichting FC Twente / van personeel en ouderen als Scoren in de Wijk bijdrage aan verbetering van het arbeidspotentieel, gericht op MKB
Idee
25 26
27 28 II II 29 II
Bürger für Bürger Schweiß-Simulatoren in der Ausbildung Arbeitstitel: Werkgelegenheidsproject Bardel
30 II
ERIH Euregionaut
II
Fit for Competence
Idee
Idee
Idee
31
32 33 II
Vitale Kernen
Idee
Stand: 22.01.2016/Seite 4 von 5
Übersicht INTERREG - Projekte Priorität II
A
Prio 1
B
Projektname/ Laufzeit
II
Smart Industry: “grensloos”
II
Work Work Work
34
35 II 36 II
37
C
D
E
F
Kurzbeschreibung Projekt
Lead Partner
Budget
EFRE-Förderung
Ontwikkeling van een cross Say Yeah Motion Media, mediaal- Euregionaal Enschede samenwerkingsverband van bedrijven ten behoeve van kennisuitwisseling op het gebied van Smart Industry. Intentie is te inspireren, te motiveren, te activeren en te verbinden. Doelgroepen zijn Smart Industrie bedrijven aan beide zijden van de grens, alsmede jongeren die zich (gaan) oriënteren op de arbeidsmarkt.
Verhogen arbeidsmobiliteit en Boerdam B.V., Zwolle werkgelegenheid in grensgebieden Berkelfilm Cross-media-project (film) over de Berkel Bildungsberkel von Billerbeck Maßnahmen (Wanderrouten, bis Zutphen Gruppenunterkunft, Umweltbildungsprogramm) im Rahmen grenzüberschreitender Umweltbildung im Flussgebiet der Berkel
Stand: 22.01.2016/Seite 5 von 5
G
H
Finanzierungsplan in %
Status Idee
Idee Idee
4:
Bericht uit de commissievergaderingen
De commissievoorzitters geven een mondeling bericht ter vergadering.
-7-
5:
Ontwikkeling van een cultuurproject met als werktitel “Begegnung - Ontmoeting”
Een aantal culturele instellingen uit het EUREGIO-gebied heeft, gedeeltelijk met steun van de EUREGIO, een eerste, gezamenlijk ontwerp ontwikkeld voor een INTERREG -Vcultuurproject met de werktitel “Begegnung – Ontmoeting”. In het kader van dit project willen de volgende projectpartners graag samenwerken. 1. Münsterland e.V. (deelnemende Kreise en steden nog niet bekend) 2. Emsländische Landschaft e.V. voor de Landkreise Emsland en Grafschaft Bentheim 3. Landkreis Osnabrück, Stadt Osnabrück en/of het Landschaftsverband Osnabrücker Land 4. Provincie Gelderland 5. Provincie Overijssel De EUREGIO is gevraagd het leadpartnerschap voor het project op zich te nemen. Het project moet in 2016 worden voorbereid en een daarop aansluitende looptijd van drie jaar (2017-2019) hebben. Het projectvolume werd in eerste instantie globaal op ongeveer 750.000 euro begroot. De centrale doelstelling van het project is de artistieke discussie o ver vraagstukken van onze tijd. De volgende projectactiviteiten zijn gepland: Elk jaar willen de projectpartners in de herfst een zogeheten Barcamp organiseren waarvoor zelfstandige kunstenaars uit de betrokken regio's (naar verwachting Overijssel, Gelderland, Münsterland, Osnabrücker Land en Emsland/Grafschaft Bentheim) en uit de verschillende disciplines (muziek, beeldende kunst, theater, dans, etc.) worden uitgenodigd. Barcamps zijn open bijeenkomsten met open workshops, waarvan de inhoud en het verloop gedurende de bijeenkomst door de deelnemers zelf worden ontwikkeld en vormgegeven. Deze Barcamps zijn bedoeld om de onderwerpen van dit jaar te presenteren en te bediscussiëren. Tevens kunnen andere thema’s worden besproken of best practice-voorbeelden worden gepresenteerd. Het Barcamp brengt ontmoetingen tussen de kunstenaars tot stand en wil "kunstenaarstandems" uit twee landen bij elkaar brengen. De kunstenaarstandems kunnen dan gezamenlijk een verzoek indienen voor een projectidee in het themajaar. Per project ontvangt de kunstenaarstandem een bedrag van 10.000 euro. Per jaar moeten ongeveer twaalf projecten worden uitgevoerd.
-8-
Voorwaarden voor ondersteuning zullen zijn: 1. Kunstenaarstandem uit twee landen (D-NL) 2. Uitvoering/presentatie van het project in zowel NL als D 3. Het project moet een participerend karakter hebben (in de zin van het delen van ervaringen, kennis en/of zintuiglijke beleving) De onderwerpen van dit jaar gaan over actuele maatschappelijke ontwikkelingen. 2017: Plaats van verlangen - Waar ben ik thuis? - Migratie, vluchtelingen 2018: Energie – Waar komt onze stroom vandaan? - Omvorming van het energiesysteem, duurzame energie, artistieke initiatieven uit een ander vakgebied 2019: Paradijs - Waar en hoe willen we leven? - Demografische verandering, vlucht naar het platteland, vergrijzing van de samenleving Ter afsluiting van elk themajaar worden alle deelnemende kunstenaars voor een gezamenlijke centrale bijeenkomst uitgenodigd. Projectdoelen: Het project “Begegnung – Ontmoeting” moet Nederlandse en Duitse zelfstandige kunstenaars uit de disciplines kunst, muziek, dans, theater, museum, film etc. ondersteunen. Door de vorming van tandems moet de directe uitwisseling tussen Duitse en Nederlandse kunstenaars worden gestimuleerd. De jaarlijks plaatsvindende Barcamps brengen ontmoetingen tussen kunstenaars tot stand en bieden ruimte voor discussies. De artistieke gedachtewisseling over voor de maatschappij relevante onderwerpen levert een bijdrage aan de maatschappelijke discussie en is een bron van inspiratie en impulsen. Door het participerende karakter van de afzonderlijke projecten moet de bevolking ter plekke bij de activiteiten worden betrokken en moet dus ook de waarneming van het gehele project worden verbeterd. Organisatiestructuur: De organisatiestructuur is gebaseerd op het project Grenswaarden. Een klein team zal verantwoordelijk zijn voor de organisatie van het project “Begegnung – Ontmoeting” (zakelijke en artistieke projectleiding, projectassistentie, hulpkrachten). Een stuurgroep van politici en bestuurders zal het project aansturen. Een artistieke adviescommissie zal over de ingediende projectverzoeken adviseren. De Provincie Overijssel heeft toegezegd de voorbereidingskosten voor het project deels te betalen.
-9-
Besluitvoorstel aan de EUREGIO-raad: Instemming met de verdere projectvoorbereiding onder het leadpartnerschap van de EUREGIO.
- 10 -
6:
Standpuntbepaling INTERREG V-projecten a)
“Spreek je buurstaal”
Het projectconcept treft u als bijlage aan. Opmerkingen EUREGIO-commissie “MOZER – Maatschappelijke Ontwikkeling”: Een overzicht van de opmerkingen ontvangt u ter vergadering.
Besluitvoorstel aan de EUREGIO-Raad: Aanbeveling met inachtneming van de opmerkingen van de betreffende EUREGIOcommissie.
b)
“Vitale Jeugd – grensoverschrijdend actief”
Het projectconcept treft u als bijlage aan. Opmerkingen EUREGIO-commissie “MOZER – Maatschappelijke Ontwikkeling”: Een overzicht van de opmerkingen ontvangt u ter vergadering.
Besluitvoorstel aan de EUREGIO-Raad: Aanbeveling met inachtneming van de opmerkingen van de betreffende EUREGIOcommissie.
c)
“EUREGIO-Route der industriecultuur”
Het projectconcept treft u als bijlage aan. Opmerkingen EUREGIO-commissie “MOZER – Maatschappelijke Ontwikkeling”: Een overzicht van de opmerkingen ontvangt u ter vergadering.
Besluitvoorstel aan de EUREGIO-Raad: Aanbeveling met inachtneming van de opmerkingen van de betreffende EUREGIOcommissie.
- 11 -
d)
“Leren zonder grenzen / Lernen ohne Grenzen“
Het projectconcept treft u als bijlage aan. Opmerkingen EUREGIO-commissie “Economie en Arbeidsmarkt”: Een overzicht van de opmerkingen ontvangt u ter vergadering.
Besluitvoorstel aan de EUREGIO-Raad: Aanbeveling met inachtneming van de opmerkingen van de betreffende EUREGIOcommissie. e)
“Paardenkrachten”
Het projectconcept treft u als bijlage aan. Opmerkingen EUREGIO-commissie „Economie en Arbeidsmarkt“: Een overzicht van de opmerkingen ontvangt u ter vergadering.
Besluitvoorstel aan de EUREGIO-Raad: Aanbeveling met inachtneming van de opmerkingen van de betreffende EUREGIOcommissie. f)
“Energieneutrale verwijdering van microverontreinigingen uit afvalwater”
Het projectconcept treft u als bijlage aan. Opmerkingen EUREGIO-commissie „Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling“: Een overzicht van de opmerkingen ontvangt u ter vergadering.
Besluitvoorstel aan de EUREGIO-Raad: Aanbeveling met inachtneming van de opmerkingen van de betreffende EUREGIOcommissie.
- 12 -
Projectconcept voor een project in het kader van het programma INTERREG Deutschland-Nederland
Concept-nr. / versie
Januari 2016
Datum
X
RPM Eems Dollard Regio RPM EUREGIO RPM Euregio Rijn-Waal RPM euregio rijn-maas-noord
Projecttitel (evt. afkorting, max. 20 tekens)
Spreek je buurstaal!
Begeleidend regionaal programmamanagement (RPM) (indien bekend)
Volledige projectaanduiding (optioneel, max. 3 regels)
21-01-2016
Koepelproject buurtaal voor Duitse scholieren van de “Grundschulen en van de „Sekundarstufe I“ de basisschoolleerlingen tot twaalf jaar uit de grensstreek, en voor Nederlandse scholieren van de basisscholen.
Geplande projectstart
Geplande looptijd (in maanden)
01-10-2016
48
Lead Partner Naam organisatie
Adres, plaats
Regio Achterhoek
Terborgseweg 21, 7001GM Doetinchem
Contactpersoon
Telefoon | e-mail
Paul van Dun
00 31 (0)314 321 237
Overige projectpartners (Naam organisatie, plaats | Indien mogelijk: contactpersoon, telefoon, e-mail)
Gemeente Enschede, Gemeente Aalten Bezirksregierung Münster Kreis Borken Landkreis Grafschaft Bentheim Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
1
± 20 basisscholen in der Achterhoek en Twente ± 20 „Grundschulen“ en Scholen met „Sekundarstufe I“ in de Kreis Borken en in de Landkreis Grafschaft Bentheim
1. Welke concrete maatregelen/activiteiten zijn in het kader van het project gepland? Tip: een indeling in verschillende werkpakketten of fases kan hier alvast nuttig zijn. (maximaal 15000 tekens) De jongste scholieren leren de buurtaal het eenvoudigst. Het leren van de buurtaal is een van de belangrijkste voorwaarden om de kansen en mogelijkheden van de grensregio te kunnen benutten. Langs de gehele Duits-Nederlandse grens zijn er initiatieven waarmee de kennis van de buurtaal op verschillende manieren wordt bevorderd. Deze initiatieven zijn echter van zeer uiteenlopende kwaliteit en over het algemeen niet duurzaam. Opdat de inmiddels bestaande buurtaalonderwijspraktijk wordt versterkt, en bovenal tot een kwalitatief en kwantitatief hoger niveau wordt uitgebreid, wordt een project met de volgende werkpakketten gerealiseerd:
Werkpakket I: Kwalitatief hoogwaardig buurtaalonderwijs in het primair onderwijs implementeren A: Inhoudelijk Om het buurtaalonderwijs op het vereiste inhoudelijke niveau te kunnen brengen moeten de volgende voorwaarden in acht genomen, respectievelijk de volgende maatregelen genomen worden:
[Aantal !] “Grundschulen” (en scholen met de “Sekundarstufe I” tot leerjaar 6) aan Duitse zijde, en [Aantal !] basisscholen aan Nederlandse zijde nemen het buurtaalonderwijs als onderdeel van hun schoolprofiel in hun curriculum of hun naschools aanbod op. Dit wordt door de hele school inclusief bestuur, team scholieren en ouders gedragen. Er wordt gedurende de projectlooptijd (okt. 2016- sept. 2020) door alle deelnemende scholen in samenspraak met de binnen het project functionerende gremia een uniform concept voor het verwerven van de buurtaal en de daarmee verbonden interculturele vorming ontwikkeld en geïmplementeerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van reeds bestaande en opgedane kennis waaronder de Euregioscholen in Limburg en de pilot “Buurtaal jongleren” op de basisscholen in Kotten (NL) en Oeding (D). Het onderwijzend personeel en de scholieren van de deelnemende scholen verwerven stapsgewijs vaardigheden en kennis op het gebied van de buurtaal en interculturele competenties . Dit in samenwerking met een partnerschool waarmee al voor de projectstart een grensoverschrijdend schooltandem gevormd is.
Om deze maatregelen te verwezenlijken, ontplooien de deelnemende scholen de volgende activiteiten:
Scholing: Kwalificatie op het gebied van taal en interculturele competenties van de leerkrachten die het buurtaalonderwijs gaan geven op minimaal ERK-niveau B2, alsmede kwalificering van deze leerkrachten op het vlak van didactiek en methodiek. Hiertoe biedt de projectorganisatie in samenwerking met externe partners gedurende de gehele projectperiode permanente scholing aan. Van iedere deelnemende school neemt minimaal één leerkracht aan deze scholing deel. Verankering buurtaalonderwijs: Iedere school wijst bij aanvang van het project een coordinator voor het buurtaalonderwijs aan. Deze coördinator zorgt er voor dat het buurtaalonderwijs een bestendig onderdeel van de dagelijkse onderwijspraktijk wordt door het verzorgen van de documentatie, de interne communicatie binnen het team, onderhouden van de externe contacten met o.a. de ouders en werkplannen te schrijven.
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
2
Lesgeven: De taallessen zijn vooral gericht op communicatieve vaardigheden. Spreken en verstaan staan voorop. Pas vanaf groep 7 komt het schrijven aan bod. De taallessen worden afgestemd op het leeftijdsniveau wat impliceert dat er vooral bij de jongste groepen voor een speelse aanpak wordt gekozen. Daarbij wordt er o.a. gebruik gemaakt van een handpop “die enkel de buurtaal spreekt”. Wanneer bij de start van het project onvoldoende eigen gekwalificeerde buurtaaldocenten voor handen zijn, worden er (als tijdelijke overgangsmaatregel) gekwalificeerde externe flexibele vakdocenten ingezet. Voorts wordt het intercultureel bewustzijn bij de leerlingen bevorderd door onder andere in het zaakvakonderwijs aandacht te besteden aan kennis van en over de eigen grensregio. Uiteindelijk kunnen scholen op basis van deze activiteiten toewerken naar het Euregioprofielof Euregioschoollabel. Uitwisseling: Minimaal twee keer jaarlijks wordt een fysieke ontmoeting met de partnerschool georganiseerd opdat er persoonlijke interactie tussen de Nederlandse en Duitse leerkrachten en leerlingen ontstaat. Reflectie / intervisie: De school deelt haar ervaringen, materiaal, uitwisselingsconcepten met andere scholen door middel van netwerkontmoetingen, (bij)scholingsbijeenkomsten en via schriftelijke en digitale documentatie (bijv. website).
B: Organisatorisch Om de ondersteuningsbehoefte, en de noodzakelijke netwerkvorming in de grensregio te realiseren, is de opbouw van een gemeenschappelijke Duits-Nederlandse organisatiestructuur vereist. De scholen zullen daarom in samenwerking met de overige projectpartners binnen drie maanden na start van het project naar een organisatiestructuur met de volgende onderdelen toewerken: 1) Deelnemende scholen
De deelnemende scholen vormen Duits-Nederlandse schooltandems. Deze tandems worden op hun beurt verdeeld in 6 regionale clusters. De deelnemende scholen dragen zorg voor de dagelijkse buurtaalpraktijk door wekelijks lessen te verzorgen en daarbij de didactiek te ontwikkelen. De scholen zijn verantwoordelijk voor de eigen communicatie binnen het team en richting de ouders. Iedere school benoemt een eigen coördinator buurtaal.
2) Scholencluster
Het scholencluster is verantwoordelijk voor het tweemaandelijks organiseren van collegiale intervisie en reflectie op het buurtaalonderwijs dat door de in het cluster georganiseerde scholen gegeven wordt. Gekoppeld aan de intervisie is het waarderen, uitwerken en documenteren van de binnen het cluster in de buurtaalpraktijk ontwikkelde didactiek. Richtinggevend bij de omvang van de clusters is het beperken van de reisafstand opdat de scholen makkelijk met elkaar kunnen overlegen. Voorstellen van ideeën voor didactisch materiaal richting de themagroep didactisch materiaal (zie 3) Vanuit het scholencluster wordt een vertegenwoordiger naar de projectgroep afgevaardigd. (zie 4)
3) Themagroepen: Themagroep didactisch materiaal Ontwikkelt in overleg met de schoolclusters materiaal voor het buurtaalonderwijs. Adviseert de scholen over de didactische mogelijkheden en materiaal. Vanuit deze themagroep wordt een vertegenwoordiger naar de projectgroep afgevaardigd. Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
3
(zie 4) Themagroep educatie / opleiding Organiseert de opleiding en bijscholing van betrokken leerkrachten. Waakt over de kwaliteit van deze scholing. Vanuit deze themagroep wordt een vertegenwoordiger naar de projectgroep afgevaardigd. (zie 4) 4) Projectgroep:
Draagt zorg voor het monitoren en bewaken van de kwaliteit van de buurtaalonderwijspraktijk. Bewaakt financiële middelen. Functioneert als contactpunt voor de met betrekking tot beschreven thematiek beslissingsbevoegde organisaties. Draagt zorg voor het samenvatten, documenteren en verspreiden van projectresultaten door jaarlijks een schriftelijke rapportage op te stellen. Komt minstens vier maal per jaar of zo vaak als nodig bijeen.
5) Projectbureau:
Wordt gevormd door de leadpartner en 5 andere vertegenwoordigers uit de projectgroep. Draagt zorg voor de centrale inkoop van diensten en materialen met betrekking tot het project. Plant bijeenkomsten voor de projectgroep (4) en stuurgroep (6). Functioneert als centraal adviespunt. Draagt zorg voor de website en PR. Draagt zorg voor de afwikkeling van financiële en Interreg-specifieke taken. Komt minstens eenmaal per maand, of zo vaak als nodig bijeen.
6) Stuurgroep:
Gevraagde en ongevraagde advisering van de projectgroep Formeel bevestigen van in de project vastgestelde werkplannen Houdt financieel toezicht op het gehele project Komt minstens eenmaal per jaar bijeen, of zo regelmatig als noodzakelijk Stelt jaarlijks een rapport over de gang van zaken in en rond het project op waarin adviezen aan de projectgroep worden meegenomen.
Werkpakket II: pilot overgang basisonderwijs richting voortgezet onderwijs De Duitse scholieren gaan reeds na het 4e leerjaar naar het voortgezet onderwijs (Sekundarstufe I). De Nederlandse scholieren wisselen pas na het 8e leerjaar van de basisschool naar de middelbare school (brugklas). In beide gevallen moet in het kader van gecontinueerd buurtaalonderwijs een naadloze overgang richting het voortgezet onderwijs worden gecreëerd. Daarom wordt er door de projectgroep een pilot opgezet waarin de volgende aspecten centraal komen te staan: De scholen voor voortgezet onderwijs worden in het grensregionale buurtaalnetwerk opgenomen. Eindniveau van het basisonderwijs en startniveau in het voortgezet onderwijs worden op elkaar afgestemd. Naast niveau worden ook inhoud en didactiek van het buurtaalonderwijs zoals gegeven op basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs op elkaar afgestemd. Minimaal jaarlijks is er hiertoe overleg tussen de basisscholen en de scholen voor VO. Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
4
Tijdens de doorvoering van de onder prioriteit I genoemde maatregelen (o.a. bij de vorming van NL-D schooltandems) wordt hier al op geanticipeerd. Zowel aan Duitse als aan Nederlandse kant wordt er minimaal één school pilot voor dit werkpakket.
Werkpakket III: Voortzetting van het project in een op te zetten coördinatiepunt voor de gezamenlijke grensregio’s Om ervoor te zorgen dat de resultaten en activiteiten van het project ook na afloop van de projectlooptijd geborgd en voortgezet kunnen worden, is een continuering van het projectbureau in de zin van een coördinatiepunt voor het Euregio-gebied voorzien. Dit coördinatiepunt zal de volgende taken op zich nemen: Het organiseren van opleiding en bijscholing opdat er voldoende en goed opgeleide leerkrachten buurtaal beschikbaar zijn. Het zorg dragen voor het doorontwikkelen van didactische methoden en materialen. Het zorg dragen voor de doorlopende leerlijn door jaarlijks een overleg tussen het basis- en het voortgezet onderwijs te organiseren. Het organiseren van jaarlijkse thema- en/of netwerkbijeenkomsten. Eerste aanspreekpunt voor scholen en andere betrokkenen. Algehele wervende verspreiding van kwalitatief hoogwaardig buurtaalonderwijs opdat meer scholen in de Euregio de buurtaal opnemen in het schoolprogramma.
2. Welke doelen en doelgroepen bereikt het project? Welke resultaten worden (uitgedrukt in indicatoren) behaald? (maximaal 2000 tekens) Doelgroepen:
± 20 basisscholen (4-12 jarigen) in de Achterhoek en Twente > in totaal ongeveer 2500 Nederlandse leerlingen.
± 20 ‘Grundschulen’ en ‘Schulen der Sekundarstufe I bis Jahrgangsstufe 6’ in de Kreis Borken en Landkreis Grafschaft Bentheim > in totaal ongeveer 2500 Duitse leerlingen.
De aan deelnemende scholen verbonden leerkrachten. Per school is minimaal één leerkracht op te leiden ten behoeve van het buurtaalonderwijs.
Doelstellingen:
Wegnemen van de grensbarrière taal door het organiseren van duurzaam (vroeg) buurtaalonderwijs wat in een goede beheersing van de buurtaal onder kinderen en jongeren in de grensregio moet resulteren.
Verschillende reeds bestaande initiatieven op het gebied van de buurtaal worden gestimuleerd en duurzaam op elkaar afgestemd door ze te verbinden aan ons project en het vervolg daarop.
Opleiden van leerkrachten op het gebied van buurtaal en vakdidactiek
De jeugd in de grensstreek voor de buurtaal enthousiasmeren. Met name in Nederland zien we een tanende belasting voor het Duits onder leerlingen van het voortgezet onderwijs. Door kinderen en jongeren al op jonge leeftijd met het buurtaal kennis te laten maken, wordt deze ze tot een natuurlijke tweede taal. Dit levert een belangrijke bijdrage aan de vorming van een grensregionale identiteit.
Realiseren van het buurtaalonderwijs in het primair onderwijs. De deelnemende scholen
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
5
bepalen zelf in welke leerjaren zij met het buurtaalonderwijs starten, uiteindelijk werken zij er naartoe dat het buurtaalonderwijs in alle leerjaren wordt onderwezen.
Initiëren van een doorlopende leerlijn buurtaalonderwijs naar het vervolgonderwijs.
Initiëren van een coördinatiepunt voor het EUREGIO-gebied.
In elke grensgemeente wordt op minstens één basisschool gekwalificeerd buurtaalonderwijs aangeboden.
7. Hoe kunnen de projectactiviteiten en –resultaten en/of het ontstane grensoverschrijdende netwerk na de projectlooptijd verder worden benut en gefinancierd? Hoe worden activiteiten voortgezet? In hoeverre zijn de outputs en resultaten voor derden relevant en bruikbaar? (maximaal 2000 tekens)
De deelnemende scholen tekenen een samenwerkingsovereenkomst waarin ze aangeven de duurzaamheid van het project te waarborgen.
De projectactiviteiten en resultaten worden in de vorm van een coördinatiepunt voortgezet. Het coördinatiepunt kan toekomstig bovendien voor verder advies en de overdracht van resultaten verantwoordelijk zijn.
Het duurzame buurtaalonderwijs moet door het verbinden van basisonderwijs en het voortgezet onderwijs worden gegarandeerd (zie werkpakket II bij vraag 1).
Voorafgaande en tijdens de projectlooptijd wordt naar financiering voor de voortzetting van activiteiten gezocht.
Geplande subsidiabele kosten van het project Personeelskosten
1.750.000,00 €
Overige kosten
1.350.000,00 €
(-) Inkomsten
0,00 €
Totaal
3.100.000,00 €
Licht u a.u.b. kort toe wat deze kosten omvatten
Voorgestelde financiering Vult u in elk geval het totaalbedrag van de geplande eigen bijdrage van de projectpartners in! eigen bijdrage
Totaal eigen bijdrage projectpartners
Totaal Publiek
scholen
Privaat bijdragen van derden
Totaal
Publiek Privaat
provincies gemeenten Taalunie
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
6
1.550.000,00 €
50%
520.000,00 €
17%
520.000,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 1.030.000,00€ 900.000,00 € 75.000,00 € 50.000,00 €
17% 0,00% 0,00% 0,00% 33% 29% 2,3% 1,6%
EP Nuffic
INTERREGFinanciering (publiek)
Totaal EU (EFRO) Co-financiering NL Co-financiering De
Totaal Interreg V Totaal Interreg V
Som
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
7
5.000,00 € 1.550.000,00€ 0,00 € 1.050.000,00€ 1.050.000,00€ 0,00 € 500.000,00€ 500.000,00 € 0,00 €
0,1% 50% 0,00% 33,9% 33,9% 0,00% 16,1% 16,1% 0,00%
3.100.000,00€
100%
Projectconcept voor een project in het kader van het programma INTERREG Deutschland-Nederland
Concept-nr. / versie
Nieuw
Datum RPM Eems Dollard Regio X RPM EUREGIO RPM Euregio Rijn-Waal RPM euregio rijn-maas-noord
Begeleidend regionaal programmamanagement (RPM) (indien bekend)
Projecttitel (evt. afkorting, max. 20 tekens)
Volledige projectaanduiding (optioneel, max. 3 regels)
19-11-2015
Vitale jeugd – grensoverschrijdend actief
Multidisciplinaire grensoverschrijdende samenwerking van scholen en verenigingen voor een gezonde en actieve leefstijl in de grensregio
Geplande projectstart
Geplande looptijd (in maanden)
01-07-2016
36 (tot 30-06-2019)
Lead Partner Naam organisatie
Adres, plaats
Graafschap College Doetinchem
Slingelaan 1, 7001 EA Doetinchem
Contactpersoon
Telefoon | e-mail
Ap te Winkel, manager Sport & Bewegen, Graafschap College
0031610957481
[email protected]
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
1
Overige projectpartners (Naam organisatie, plaats | Indien mogelijk: contactpersoon, telefoon, e-mail)
Beweegwijs, Hofmaat 2, 7161 GM, Neede ,Ron ten Broeke, 0031545293092, 0031613079384,
[email protected] ROC van Twente, Gerald Oude Alink, Guido Wevers 003153-8518647 | oder 0031646387111
[email protected] Berufskolleg Bocholt West, Tel: 00492971 276000
[email protected] Berufskolleg Beckum, Martin Decker,
[email protected] EWIBO der Stadt Bocholt, Reinhardt te Uhle , Tel: 00492871 21765 680;
[email protected] oder
[email protected] WWU Münster, Prof. Roland Naul, Prof. for European Studies in Physical Education and Youth Sport,University of Muenster,Institute of Sport & Exercise Sciences Horstmarer Landweg 62 b DE-48149 Muenster ;
[email protected] 1. Welke concrete maatregelen/activiteiten zijn in het kader van het project gepland? Tip: een indeling in verschillende werkpakketten of fases kan hier alvast nuttig zijn. (maximaal 15000 tekens) Het project wordt grensoverschrijdend door de Duitse en Nederlandse partners en met ondersteuning van gemeenten, scholen voor middelbaar beroepsonderwijs, basisscholen, verenigingen en organisaties uitgevoerd. De op te pakken taken worden in de hierna beschreven werkpakketten beschreven: 1. Coördinatie van het project: organisatie en implementatie van de activiteiten; verspreiding van resultaten naar andere stakeholders in de grensregio; evaluatie van het project wat betreft de geplande activiteiten en de vooraf gestelde doelen. Actoren: Graafschap College Doetinchem, EWIBO Activiteiten: Projectmanagement: centrale projectsturing en – administratie, budget- en financieel beheer; PR werkzaamheden (website, flyers, pers), regelmatig informeren van de partners over de stand van zaken; Tussenevaluaties en eindevaluatie van het project Informatiebijeenkomsten om de resultaten te verspreiden Looptijd: juli 2016 – juni 2019 Mijlpaal: De door het project ontstane oplossingen en ervaringen worden door een grensoverschrijdend platform continu gecommuniceerd en overgedragen. 2. Ontwikkeling en uitvoering van de active Lifestyle Coach module: een tweetalig programma op 4 scholen voor middelbaar beroepsonderwijs met taalcompetenties; inzet van de active lifestyle Coaches bij scholen, verenigingen en gemeenten in het kader van stage-activiteiten. Actoren: Graafschap College Doetinchem, BK Bocholt West, ROC van Twente, BK Beckum Activiteiten: Ontwikkeling van de kwalificatiemodule active Lifestyle Coach als tweetalig programma op 4 scholen voor middelbaar beroepsonderwijs aangevuld met beroepsgerichte taalcompetenties; Uitvoering van de kwalificatiemodule active Lifestyle Coach met Duitse en Nederlandse leerlingen van de scholen voor middelbaar beroepsonderwijs (40 leerlingen op 4 scholen);
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
2
Stages van de leerlingen in tandems bij plaatselijke scholen, verenigingen en ook andere instellingen (verzorgingshuizen); Uitvoering van gezondheid bevorderende interventies (bewegingsaanbod en weegmethoden) bij kinderen en jongeren op 8 scholen, in samenwerking met verenigingen; Uitvoering van 20 grensoverschrijdende bijeenkomsten zoals ontmoetingen, fora etc. in de deelnemende gemeenten en met de deelnemende partnerorganisaties over een actieve leefstijl; Planning en uitvoering van een Euregio Sport- en Gezondheidsweek. Looptijd: maart 2017 – december 2018 Mijlpaal: Ontwikkeling en uitvoering van de kwalificatiemodule met 4 scholen voor middelbaar beroepsonderwijs 3. Inzet en gebruik van E-tools meetmethoden voor motorische prestaties ontwikkeld door prof. Naul, Universiteit van Münster, op basis van de GKGK (Gezonde Kinderen in een Gezonde Kind omgeving) aanpak door de active Lifestyle Coaches, docenten en medewerkers van de verenigingen. Actoren: WWU Münster, Graafschap College Doetinchem, BK Boh. West, Nascholingsinstituten voor docenten als KVLO, sportorganisaties als SSB Münster, KSB Bentheim, KSB Coesfeld; Gelderse Sportfederatie Activiteiten: Docent en trainer opleidingen voor grensoverschrijdend gebruik van E-tools in onderwijs en opleidingsgroepen; Meetmethoden op scholen door studenten / active Lifestyle Coaches Looptijd: juli 2017- december 2018 Mijlpaal: 200 leraren en studenten kennen en gebruiken de interactieve meetmethode. 4. Inzet en gebruik van de 1 to move ruimte- en speelmethode voor het verspreiden van een actieve leefstijl op 8 basisscholen in de grensregio. Actoren: Beweegwijs Neede, scholen in de grensregio, leerlingen van de scholen voor beroepsonderwijs Activiteiten: Introductie van de 1 to move methode op 8 scholen; Nascholing van de studenten (active Lifestyles Coaches/trainers) tot spelbegeleider (telkens 2 kwalificaties per semester, 1 in Duitsland en 1 in Nederland); Advies aan scholen om hun ruimtes en schoolomgeving vorm te geven en uitvoering hiervan (criteria, aanpassen aan wensen van de scholen); Looptijd: augustus 2016 – december 2018 Mijlpaal: De nieuwe ruimte- en speelmethode is op 8 basisscholen ingevoerd. 5. Stimuleren van een breedte- en gezondheidsgericht sportaanbod in verenigingsverband door de active Lifestyle Coaches om het Nederlandse aanbod in verenigingsverband te verbeteren. Actoren: WWU Münster, EWIBO, verenigingen Activiteiten: Oprichting van een gezondheidsgericht aanbod bij verenigingen en aanbod in netwerkverband tussen scholen en lokale sportverenigingen Looptijd: juli 2017 – december 2018 Mijlpaal: De oprichting van een netwerk van een breedte- en gezondheidsgericht aanbod bij 10 Nederlandse verenigingen 6. Duurzame consolidatie van de interventies bij de gemeenten door een grensoverschrijdend platform voor sport en beweging, gezondheid en kwaliteit van leven Actoren: EWIBO, WWU Münster, Graafschap College Doetinchem, andere partners van hogescholen en dienstenorganisaties Activiteiten: Grensoverschrijdende workshops met gemeenten, scholen en sportorganisaties om lokale gezondheidsnetwerken te verbeteren Bijeenkomsten om de resultaten van het project in het kader van een grensoverschrijdend sport-gezondheidsforum te verspreiden Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
3
Looptijd: elk half jaar een bijeenkomst van de actoren Mijlpaal: het grensoverschrijdende netwerk zorgt als platform voor de overdracht en communicatie van oplossingen en resultaten. Het platform streeft verbinding met andere Interreg initiatieven na.
2. Welke doelen en doelgroepen bereikt het project? Welke resultaten worden (uitgedrukt in indicatoren) behaald? (maximaal 2000 tekens) Er zijn de volgende doelstellingen: 1. Het project leidt tot de ontwikkeling van een stabiel en duurzaam Euregionaal netwerk voor grensoverschrijdende beroepsopleidingen op het gebied van sport-gezondheid-actieve leefstijl. 2. Het wederzijds leren van de taal en cultuur van het buurland, de grensoverschrijdende uitwisselingen, stages en onderwijsvormen dragen aan de ontwikkeling van de grensregio bij. 3. Een doel is ook om gezondheidsvorming en – stimulering op scholen in samenwerking met verenigingen en gemeenten te verbeteren en door een actieve leefstijl in een vroeg stadium bij te dragen aan de kwaliteit van leven en duurzaamheid van burgers. 4. De Berufskollegs en ROC´s worden door de nieuwe kwalificaties aantrekkelijker voor jonge mensen. 5. De gemeenten vormen thema-overstijgend een netwerk met elkaar en met lokale actoren om een duurzame gezondheidsontwikkeling ter plaatse te waarborgen. De volgende subdoelstellingen moeten behaald worden: De motorische vaardigheden van de kinderen en jongeren op 8 Duitse en Nederlandse scholen worden door de voorgenomen interventies en de nieuwe E-tool zowel op school als buiten school verbeterd en de leerlingen worden gemotiveerd om een actieve leefstijl te hanteren. De ontwikkeling van de tweetalige (internationale) “1 to move” methode: het ontwerp van 8 innovatieve voorbeelden van ruimtegebruik op 4 Nederlandse en 4 Duitse scholen stimuleert een actieve leefstijl bij kinderen en jongeren, waardoor scholen steeds meer een leer- en leefwereld voor een actieve levenshouding worden en bijdragen aan een aantrekkelijke en geliefde school- en buurtomgeving. De ontwikkeling van een duurzame grensoverschrijdende opleidingsstructuur in het segment sport-gezondheid-actieve leefstijl: door de samenwerking en de uitwisseling op het gebied van de beroepsopleiding in de sport/gezondheidssector wordt de nieuwe opleidingsmodule active Lifestyle Coach grensoverschrijdend op 4 scholen voor beroepsonderwijs met ongeveer 60 leerlingen uitgevoerd. De grensoverschrijdende samenwerking vindt plaats bij 4 instituten voor beroepsonderwijs op het gebied van beweging en gezondheid door de gemeenschappelijke ontwikkeling en uitvoering van een module voor active Lifestyle Coach. Het levert een bijdrage aan het tegengaan van het tekort aan geschoolde vakkrachten sport op de scholen. De breedtesportgeoriënteerde aanpak van de Duitse sportverenigingen wordt bij Nederlandse verenigingen getest om nieuwe doelgroepen aan te boren en nieuw aanbod te ontwikkelen. Voortbouwend op al bestaande netwerken in sport en beroepsonderwijs wordt in het project door kennistransfer en andere netwerken de verspreiding van de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van gezondheid benut en uitgevoerd.
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
4
De doelgroepen zijn:
Leerlingen van de voor- en basisschool in de leeftijd van 4 tot 12 jaar op de geselecteerde scholen in de 8 projectgemeenten. Ouders en verzorgers van de kinderen die aan het project deelnemen. Leerkrachten, sociaal-pedagogen, voedingsdeskundigen, fysiotherapeuten, deskundigen in de gezondheidszorg, wetenschappers in de sport- en gezondheidssector. Trainers, coaches, jeugdleiders, vrijwilligers en professionals van de sportverenigingen, gemeentelijke en stedelijke sportbonden en de regionale sportfederaties (bijvoorbeeld GSF, SSV, KSB). Management en personeel van de verschillende gemeentelijke afdelingen. Lokale en regionale vertegenwoordigers van de sport-servicecentra, de voedingsindustrie en de volksgezondheidssector. Vak- en beroepsorganisaties van artsen, leerkrachten lichamelijke opvoeding, voedingsdeskundigen en lokale verenigingen.
Resultaten wat betreft de indicatoren: PSI 1: Aantal ondersteunde grensoverschrijdende samenwerkingsactiviteiten, 20 PSI 2: 20 PSI 3: Advies en gebruik van de E-tool meten, 200 PSI 4: 1000 PSI 5: 40 PSI 6: 2
7. Hoe kunnen de projectactiviteiten en –resultaten en/of het ontstane grensoverschrijdende netwerk na de projectlooptijd verder worden benut en gefinancierd? Hoe worden activiteiten voortgezet? In hoeverre zijn de outputs en resultaten voor derden relevant en bruikbaar? (maximaal 2000 tekens) Het project is duurzaam 1. Omdat de kwalificatie als vaste module in de opleiding van de ROC’s/BK wordt opgenomen 2. Omdat na afloop van het project de verspreiding van de projectresultaten en de kennistransfer door conferenties, workshops en publicaties en een geactualiseerde en aangevulde website gestalte zal krijgen. 3. Omdat maatregelen op het gebied van beweging en ruimte op lokaal niveau plaatsvinden en daar verankerd worden. De module kan dan ook door andere doelgroepen - in het bijzonder in stedelijke omgevingen - gebruikt en ingericht worden en zo meer in het dagelijks leven van de mensen geïntegreerd worden. Een andere uitbreiding van de module is het creëren van nieuwe veelzijdige ruimten voor beweging in gymnastieklokalen en zo bijdragen aan de aantrekkelijkheid daarvan. 4. Omdat er door het oprichten van een netwerkplatform van actoren en partners een basis voor permanente uitwisseling van kennis en communicatie is gelegd. 5. Omdat de toegang van leraren en leerlingen tot technische E-tools makkelijker wordt door de praktische omgang met de digitale E-tool en er zo technische expertise voor het gebruik van andere technische producten in het onderwijs wordt gebracht. 6. Omdat het winnen en acquireren van andere organisaties die geïnteresseerd zijn in grensoverschrijdend onderwijs in sport en gezondheid na het project door het opgebouwde netwerk kan worden gegarandeerd.
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
5
Geplande subsidiabele kosten van het project Personeelskosten
244.800,00€
Overige kosten
507.920,00 €
(-) Inkomsten
0,00 €
Totaal
752.720,00 €
Licht u a.u.b. kort toe wat deze kosten omvatten
Voorgestelde financiering Vult u in elk geval het totaalbedrag van de geplande eigen bijdrage van de projectpartners in! eigen bijdrage
Totaal eigen bijdrage projectpartners
Totaal Publiek Partner
150.544, 00€ 70.544,00 0,00 € 0,00 € 70.544,00 €
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00 € 80.000,00 €•• 80.000,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 602.176,00 € 376.360,00 € 112.908,00 € 0,00 0,00 112.908,00 € 0,00% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 80,00% 50,00% 15,00% 0,00% 0,00% 15,00% 0,00% 0,00%
Privaat bijdragen van derden
Totaal Publiek
8 gemeenten
Privaat INTERREG-Financiering (publiek)
Totaal EU (EFRO) Co-financiering NL
Totaal
Co-financiering De Som
752.720.,00
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
6
Projectconcept voor een project in het kader van het programma INTERREG Deutschland-Nederland
Concept-nr. / versie
1
Datum X
Begeleidend regionaal programmamanagement (RPM) (indien bekend)
Projecttitel (evt. afkorting, max. 20 tekens)
Volledige projectaanduiding
06.01.2016
RPM Eems Dollard Regio RPM EUREGIO RPM Euregio Rijn-Waal RPM euregio rijn-maas-noord
EuregioRoute
EuregioRoute der Industriecultuur
(optioneel, max. 3 regels)
Geplande projectstart
Geplande looptijd (in maanden)
01-09-2016
40 maanden
Lead Partner Naam organisatie
Adres, plaats
Stichting Industriecultuur Nederland
Deken Zondaglaan 130, 2114 EE Vogelenzang [Opmerking: medio 2016 wordt de standplaats gewijzigd naar Enschede]
Contactpersoon
Telefoon | e-mail
Drs. Hildebrand P.G. de Boer
0031 6 55148823
[email protected]
Overige projectpartners (Naam organisatie, plaats | Indien mogelijk: contactpersoon, telefoon, e-mail)
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
1
Landkreis Grafschaft Bentheim, Nordhorn, de heer Bernhard Jansen, 0049 5921 961703,
[email protected] Kreis Borken, de heer Gerd Eckstein, 0049 2861 822116,
[email protected] Kreis Steinfurt, mevrouw Kirsten Wessling, 0049 2551 692160,
[email protected] Regio Twente, de heer Han van den Heuvel, 0031 53 4876569,
[email protected] Regio Achterhoek, de heer Paul van Dun, 0031 314 321237,
[email protected] RBT KAN, de heer Erwin Akkerman, 0031 481 366250,
[email protected] 1. Welke concrete maatregelen/activiteiten zijn in het kader van het project gepland? Tip: een indeling in verschillende werkpakketten of fases kan hier alvast nuttig zijn. (maximaal 15000 tekens)
. De EuregioRoute der Industriecultuur ontsluit een netwerk van Duitse en Nederlandse erfgoedlocaties voor toerisme, recreatie en educatie. Naast de vele historische monumenten, doen ook eigentijdse, toekomstgerichte bedrijven mee in een speciaal netwerk voor industrieel toerisme en educatie. Voorgenomen werkzaamheden voor de realisatie van het locatie- en routenetwerk EuregioRoute: WERKPAKKET 1 [WP1] – NETWERK INDUSTRIECULTUUR Periode: 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019 Budget: € 55.000,00 Activiteiten: 1.1 Ontwikkeling actief netwerk toeristische industrieel erfgoedlocaties (Lead Partner c.s. maakt af-
spraken met 82 Ankerpunten/Routepunten en 50 Rustpunten; Lead Partner nodigt Ankerpunten, Routepunten en Rustpunten uit lid te worden van de Vereniging EuregioRoute; relateren aan WP2 en WP3); 1.2 Ontwikkelen actief netwerk industriële ondernemingen en programma industrieel toerisme
(Lead Partner c.s. maakt afspraken met 30 ondernemingen en nodigt hen uit lid te worden van de Vereniging EuregioRoute; relateren aan WP2 en WP3); 1.3 Oprichten van de Vereniging EuregioRoute (deze vereniging draagt vanaf eind 2019 verantwoordelijkheid voor het beheer van de EuregioRoute der Industriecultuur). Mijlpalen: Officiële oprichting Vereniging EuregioRoute en installatie van het eerste bestuur, tijdens het EuregioRoute Forum. Officiële momenten bij de aanbieding door locale of regionale autoriteiten van de EuregioRoute bordjes voor de Routepunten en Rustpunten (de Ankerpunten hebben of krijgen het bord van ERIH e.V.). Officiële presentatie van het gezamenlijk programma Industrieel Toerisme EuregioRoute tijdens het EuregioRoute Forum (WP5.2). WERKPAKKET 2 [WP2] – THEMAROUTES EN EDUCATIE Periode: 1 oktober 2016 tot en met 30 september 2019 Budget: € 180.000,00 Activiteiten: 2.1 Realisatie Hoofdroute (vaststellen, in digitaal gidssysteem opnemen, relateren aan WP3); 2.2 Realisatie Hoofdvaarroute (vaststellen, relateren aan WP3); 2.3 Realisatie Thema Fietsroutes (vaststellen, beschrijven, en relateren aan WP3 van 11 themarou-
tes in de omgeving van: Emlichheim, Nordhorn, Rheine, Gronau, Hengelo [Ov], Groenlo, Winterswijk-Aalten, Bocholt, Ulft-Doetinchem, Zevenaar en Zutphen); Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
2
2.4 Realisatie Lange Afstand Thema Fietsroute (vaststellen uit bestanddelen van de 11 thema fiets-
routes, beschrijven, relateren aan WP3 en overnachtingsmogelijkheden conform WP 1.1); 2.5 Realisatie Spoorzoeken Wandelroutes Industriecultuur (vaststellen, beschrijven, en relateren
aan WP3 van 20 themaroutes in: Nordhorn, Schüttorf, Bocholt, Gronau, Burgsteinfurt-Borghorst, Emsdetten, Ibbenbüren, Ochtrup, Rheine, Almelo, Delden, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Arnhem, Doesburg, Doetinchem, Ulft-Terborg, Winterswijk en Zutphen); 2.6 Ontwikkelen Educatief Programma EuregioRoute Industriecultuur (ontwikkelen, toetsen, laten goedkeuren, relateren aan WP1 en WP3); 2.7 Inhoudelijke ontsluiting locaties industriecultuur volgens methode Spannende Geschiedenis (realisatie van informatiepanelen met QR-codes, audio- of videoverhalen, brochure, regionale startpunten, relateren aan WP3 van 20 tot 40 erfgoedlocaties van de EuregioRoute der Industriecultuur). Inbreng expertise van o.a.: HollandRoute, LWL Industriemuseum Textilwerk Bocholt, RBT KAN Spannende Geschiedenis, lokale historische verenigingen. Mijlpalen: Officiële opening EuregioRoute der Industriecultuur door hoogwaardigheidsbekleders uit de deelnemende regio’s; Officiële start Educatief Programma EuregioRoute der Industriecultuur door één of meerdere hoogwaardigheidsbekleders met de beleidsportefeuille Onderwijs; Officiële momenten bij de realisatie van de locaties Spannende Geschiedenis door locatiehouders en lokale autoriteiten. WERKPAKKET 3 [WP3] – INFORMATIEDRAGERS Periode: 1 oktober 2016 tot en met 31 december 2019 Budget: € 185.000,00 Activiteiten: 3.1 Website www.euregioroute.de en www.euregioroute.nl in duits, nederlands en engels (indicatie
bestanddelen website: homepage, attracties, themaroutes, industrieel toerisme, educatieprogramma, app, nieuws, organisatie, contact, disclaimer, colofon, links); 3.2 App EuregioRoute Industriecultuur in duits, nederlands en engels (indicatie bestanddelen: Routepunten, Rustpunten, Informatie, Hoofdroute, Hoofdvaarroute, Thema fietsroutes, Spoorzoeken wandelroutes); 3.3 Gidskaart EuregioRoute Industriecultuur in duits, nederlands en engels (bestanddelen: voorpagina, achterpagina met o.a. QR-code download app, kaart Hoofdroute met locaties, uitleg over soorten locaties, overzicht locaties met foto en korte tekst); 3.4 Promotie ansichtkaart EuregioRoute Industriecultuur in duits, nederlands en engels (bestanddelen: fotografische sfeermaker, QR-code download app, verwijzing naar website, korte tekst met missie EuregioRoute, contactgegevens). Inbreng expertise van o.a.: HollandRoute. Mijlpalen: Officiële presentatie van de informatiedragers uit WP3 tijdens de opening van de EuregioRoute der Industriecultuur. WERKPAKKET 4 [WP4] – PROJECTMANAGEMENT Periode: 1 oktober 2016 tot en met 31 maart 2020 (de drie maanden in 2020 dienen voor de eind-
verantwoording door de Lead Partner) Budget: € 40.000,00 Activiteiten: 4.1 Lead Partner Stichting Industriecultuur Nederland (algehele planning en coördinatie, bewaking
voortgang, bewaking budget, rapportage aan INTERREG en andere stakeholders). Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
3
Mijlpalen: Sluiten van de samenwerkingsovereenkomsten tussen Lead Partner en Projectpartners; Financieringsplan; Jaarplannen; Voortgangsrapportages; Eindrapportage. WERKPAKKET 5 [WP5] – PR & COMMUNICATIE Periode: 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019 Budget: € 40.000,00 Activiteiten: 5.1 Digitaal nieuws EuregioRoute der Industriecultuur voor interne en externe relaties (via website
EuregioRoute en andere digitale media, relateren aan WP3.1); 5.2 EuregioRoute Forum voor interne en externe relaties (jaarlijks, afwisselend op één van de Eure-
gioRoute locaties, relateren aan WP3.1); 5.3 Communicatieplan EuregioRoute der Industriecultuur (strategie, boodschap, doelgroepen, uit-
voering, social media, planning, organisatie, financiële middelen, mediaplanning, monitoring, evaluatie). Inbreng expertise van o.a.: toeristische promotiepartners en Lead Partner Mijlpalen: EuregioRoute Forum 2017; EuregioRoute Forum 2018; EuregioRoute Forum 2019. WERKPAKKET 6 [WP6] – PROJECTVOORBEREIDING Periode: 23 september 2015 tot en met 22 september 2016 Budget: € 20.000,00 Activiteiten: 6.1 Lead Partner Stichting Industriecultuur Nederland (Kwartiermaker: projectvoorbereiding.) Mijlpalen: 7 Januari 2016 – uiterlijke datum indiening projectconcept EuregioRoute der Industriecultuur bij het projectbureau INTERREG van de EUREGIO; 11 februari 2016 – 1ste Regionaal INTERREG Overleg; 2 juni 2016 – uiterlijke datum indiening aanvraagdocument EuregioRoute der Industriecultuur bij het projectbureau INTERREG van de EUREGIO; 30 juni 2016 – 2de Regionaal INTERREG Overleg; 18 augustus 2016 – eventueel indienen aangepaste aanvraag bij het projectbureau INTERREG van de EUREGIO; 22 september 2016 – Stuurgroep INTERREG; 1 oktober 2016 – start uitvoering EuregioRoute der Industriecultuur.
2. Welke doelen en doelgroepen bereikt het project? Welke resultaten worden (uitgedrukt in indicatoren) behaald? (maximaal 2000 tekens)
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
4
Doelen De EuregioRoute der Industriecultuur brengt toeristen en recreanten naar erfgoedlocaties van nijverheid, industrie, handel, techniek, agrarische cultuur en infrastructuur in de regio’s Achterhoek-Liemers, Twente, Landkreis Grafschaft Bentheim, Kreis Borken en Kreis Steinfurt. De EuregioRoute wordt aangesloten aan het Europese netwerk “European Route of Industrial Heritage (ERIH)”. In het ERIH-netwerk zijn onder andere opgenomen de regionale netwerken “Route der Industriekultur” (Ruhrgebiet) en “Täler der Industriekutur” (Bergische Land, Märkisches Sauerland, Siegerland). Samen met de EuregioRoute vormen deze netwerken dan één aangrenzend en samenhangend gebied. Over de historische context van de EuregioRoute der Industriecultuur wordt een educatief programma ontwikkeld, ten behoeve van het voortgezet onderwijs in Duitsland en Nederland, in het kader van het omgevingsonderwijs. Het betreft een algemeen pedagogisch product over het hele netwerk van de EuregioRoute. Aanbieding vindt plaats via de (mobiele) website, met speciale instructies voor de leerkrachten. Verdere inhoudelijke intensivering is mogelijk op de toepasselijke locaties van de EuregioRoute, met behulp van aldaar gebruikelijke specifieke educatieve programma’s, met thema’s zoals textielindustrie, ijzerwinning en -verwerking, leerindustrie, houtverwerking, zoutwinning en delfstofwinning. Het toeristische aanbod en het educatief programma zijn ook gericht op de eigentijdse industriele productie en toekomstgerichte innovatie. Daartoe wordt een netwerk van industriële ondernemingen gevormd, die toegang tot industrieel toerisme en educatie mogelijk maken. Doelgroepen Het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) onderscheidt de volgende vijf toeristische doelgroepen vanuit onderzochte landen België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Spanje, UK, USA en Zweden: MAINSTREAM - gemiddeld: 17% (Duitsland 16%, Nederland 24%) Voorkeuren: strandvakantie, actieve vakantie Belangrijkste doelen: geen verrassingen, amusementparken, pretmusea TRADITIONAL - gemiddeld: 22% (Duitsland 20%, Nederland 35%) Voorkeuren: stedentrip, rondreis Belangrijkste doelen: fietsen, wandelen, persoonlijke verhalen, korte excursies UPPER-CLASS – gemiddeld: 17% (Duitsland 22%, Nederland 12%) Voorkeuren: stedentrip, strandvakantie, culturele vakantie, rondreis, actieve vakantie Belangrijkste doelen: tentoonstellingen, concerten, traditionele hoogtepunten (icons, geschiedenis, de royals) POSTMODERN - gemiddeld: 22% (Duitsland 21%, Nederland 21%) Voorkeuren: stedentrip, culturele vakantie, actieve vakantie, rondreis Belangrijkste doelen: beleving (experience), kunst, culturele dingen om te doen, verborgen schatten, architectuur, vintage ACHIEVER - gemiddeld: 22% (Duitsland 20%, Nederland 9%) Voorkeuren: strandvakantie, actieve vakantie, relax vakantie, culturele trips Belangrijkste doelen: hippe plaatsen, nightlife & shopping, top 10 om te bezoeken De veruit belangrijkste toeristische doelgroepen voor EuregioRoute der Industriecultuur zijn: Traditional, Upper-Class en Postmodern. Zij dekken een gemiddelde van 61% van het toerisme uit boven genoemde landen. Voor Duitse toeristen betreft het 63% en Nederlandse toeristen 68%. Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
5
Resultaten (indicatoren)
CI 1 en CI 4
82 Ankerpunten en Routepunten [frequent geopende musea en museummolens] 50 Rustpunten [Horeca gerelateerd aan industriecultuur] 30 Industriële deelnemers aan programma Industrieel Toerisme 105 Punten [monumenten van industriecultuur, doorgaans minder frequent geopend] In totaal 267 plaatsen
Opmerking: Naast de hierboven genoemde erfgoedlocaties zijn er thans nog 411 punten en 25 uitzichtspunten geïnventariseerd, onder andere ten behoeve van de themaroutes en educatie [WP2]
CI 9 In het eerste jaar nadat het netwerk van de EuregioRoute der Industriecultuur is gerealieerd, wordt gemiddeld 10% stijging van het aantal bezoekers van een ondersteunde plaats verwacht. Indicaties daarvan geven de vergelijkende jaartellingen, met name bij de Ankerpunten en Routepunten, de mate waarin de App wordt gedownload en de intensiteit van het Website gebruik.
PSI 2 Samenwerkingstrajecten van partners zijn: Actief netwerk van Ankerpunten en Routepunten [WP1.1] Actief netwerk van Rustpunten [WP1.1] Actief netwerk van Industriële deelnemers programma Industrieel Toerisme [WP1.2] Actief netwerk Educatie en Industriecultuur [WP2.6]
PSI 6
82 Ankerpunten en Routepunten [het erfgoednetwerk van de EuregioRoute] 50 Rustpunten [het leisure netwerk van de EuregioRoute]
7. Hoe kunnen de projectactiviteiten en –resultaten en/of het ontstane grensoverschrijdende netwerk na de projectlooptijd verder worden benut en gefinancierd? Hoe worden activiteiten voortgezet? In hoeverre zijn de outputs en resultaten voor derden relevant en bruikbaar? (maximaal 2000 tekens)
Gedurende de periode van het INTERREG-project EuregioRoute der Industriecultuur (oktober 2016december 2019) wordt de infrastructuur van het grensoverschijdende toeristische en educatieve netwerk dankzij de inzet van overheidsmiddelen ontwikkeld: Ankerpunten, Routepunten, Rustpunten en bedrijven met industrieel toerisme worden partners van elkaar; Thematische verbindingen worden gelegd met de hoofdroutes, thema fietsroutes en spoorzoekroutes voor wandelingen in de 20 belangrijkste plaatsen van industriecultuur; De ondersteunende informatievoorziening met Website, App en gedrukte media wordt gerealiseerd. Vanaf 2020 staat het actieve netwerk van de EuregioRoute der Industriecultuur op eigen benen en draagt verantwoordelijkheid voor het beheer van de ontwikkelde infrastructuur. Daartoe wordt de Vereniging EuregioRoute opgericht, waarin de deelnemers in het netwerk vertegenwoordigd zijn. Iedere deelnemer levert een actieve en financiële bijdrage aan het beheer. Op deze wijze worden de activiteiten voortgezet. Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
6
Outputs en resultaten zijn begrijpelijk, overdraagbaar en bruikbaar voor derden. Dat kunnen bijvoorbeeld initiatieven in andere regio’s zijn waar men plannen heeft voor cultuurtoeristische netwerken. De ervaringen zijn niet allen nuttig op het gebied van industriecultuur. Evenzo kann de systematiek van de EuregioRoute worden toepepast voor andere onderwerpen. In deze analogie wordt voor de EuregioRoute gebruik gemaakt van de ervaringen van de Lead Partner Stichting Industriecultuur, met de realisatie en het beheer van het netwerk HollandRoute in de Stadsregio Amsterdam. De HollandRoute is ontstaan uit het EFRO-project „Amsterdam Bezoeken, Holland Zien“, in de periode 2009-2013, onder directie en management van Hildebrand de Boer, die op 8 oktober 2015 te Glanerbrug door de stakeholders van de EuregioRoute als Kwartiermaker en Lead Partner is aangewezen. De Boer is tevens voorzitter van de Stichting HollandRoute en mede-oprichter van het Europese netwerk European Route of Industrial Heritage (ERIH e.V.). Geplande subsidiabele kosten van het project
Personeelskosten
260.000,00 €
Overige kosten
260.000,00 €
(-) Inkomsten
0,00 €
Totaal
520.000,00 €
Licht u a.u.b. kort toe wat deze kosten omvatten
Voorbereiden, uitvoeren, rapporteren, vervolgacties, onderzoek, ontent genereren, samenwerken met opdrachtnemers, organiseren, projectmanagement, projectvoorbereiding Image brochure, signs, presentaties, educatief programma, locaties Spannende Geschiedenis, website, app, printed media, rapporten, Forum, Communicatieplan, digitaal nieuws
Voorgestelde financiering Vult u in elk geval het totaalbedrag van de geplande eigen bijdrage van de projectpartners in! eigen bijdrage
Totaal eigen bijdrage projectpartners
0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 364.000,00 € 78.000,00 € 0,00 € 0,00 € 78.000,00 € 0,00 € 0,00 €
Totaal Publiek Privaat
bijdragen van derden
Totaal
Publiek Privaat
INTERREG-Financiering (publiek)
Totaal EU (EFRO) Co-financiering NL
Totaal
Co-financiering De
Totaal
Som
520.000,00 €
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
7
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Projectconcept voor een project in het kader van het programma INTERREG Deutschland-Nederland Concept-nr. / versie
5.0
Begeleidend regionaal programmamanagement (RPM)
Projecttitel
Datum X
11 januari 2016
RPM Eems Dollard Regio RPM EUREGIO RPM Euregio Rijn-Waal RPM euregio rijn-maas-noord
Lernen ohne Grenzen / Leren zonder Grenzen
Volledige projectaanduiding
Project Euregionaal grensoverschrijdend beroepsonderwijs
Geplande projectstart
Geplande looptijd (in maanden)
01-04-2016
48
Lead Partner Naam organisatie
Graafschap College
Adres, plaats
Slingelaan 1, 7001 EA Doetinchem
Contactpersoon
Rigo van Raai Martin Spaans
Telefoon | e-mail
+31 654 643 054
[email protected] +31 621 409 776
[email protected]
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
1
Overige projectpartners (Naam organisatie, plaats | Indien mogelijk: contactpersoon, telefoon, e-mail)
Kernpartnerschap, leden stuurgroep (naast de leadpartner Graafschap College): Berufskolleg Bocholt-West, Bocholt, Ulrich Kirchner, +49 (0)2871 27600-0,
[email protected] Deltion College, Herman Zwakenberg, +31 (0)625 317260
[email protected] ROC van Twente, Marcel Wiggers, +31 (0)6 2224 8008
[email protected] Bedrijfstakschool Anton Tijdink, Terborg, M.Broekhuizen, +31 (0)315-39 55 60,
[email protected] DNL-contact GmbH & Co KG, Dr. Johannes Reef, Bahnhofstr. 35, 48565 Steinfurt
[email protected] Caritasverband, Thomas Uhlen, Knappsbrink 58, 49080 Osnabrück, +49 (0)541 34978-166,
[email protected] Daarnaast beoogd lid van de stuurgroep: Landkreis Borken Eurregio / Interreg programmamanagement Participerende instellingen in de deelprojecten: Berufskolleg für Technik, Ulrich Kipp, Lönsweg 24, 48683 Ahaus, 02561 9556,
[email protected] SMEOT, Bedrijfstakschool voor metaal, mechatronica en electrotechniek, Rob Swennenhuis, +31 (0)748525888,
[email protected] Richard von Weizsäcker Berufskolleg, Sabine Neuser, 0049-259123980
[email protected] Berufskolleg Beckum, Erwin Wehkeiser, 0049-258162138,
[email protected] Pictorius Berufskolleg, Helmuth Kortekamp, 0049-2541954833,
[email protected] Christelijk College Schaersvoorde (VMBO),G.W. Meijnen, Landbouwstraat 1 Aalten,
[email protected] Technische Schulen des Kreises Steinfurt, Thomas Dues Partijen die nog willen participeren in de werkpakketten: Hansa BK Münster: secties Economie, Handel, T&L BK Ludwig Erhard BK Münster: secties Commercie & Ondernemen, Economie W.E von Ketteler, BK Münster: secties Bouw & Infra, Motorvoertuigen, Chauffeur Goederenvervoer Berufskolleg für Wirtschaft und Verwaltung, Ahaus Gewerbliche Berufsbildende Schulen des Landkreises Grafschaft Bentheim Nordhorn, Dieter Stefan BK Am Wasserturm Bocholt Klara Stift, Münster Outlaw Gesellschaft für Kinder und Jugendliche GmbH, Münster BK Oswald-von-Nell-Breuning, Coesfeld St. Elisabeth Nordhorn , Träger Kita’s in Nordhorn und Umgebung Potentiële partijen die samenwerking onderzoeken Berufskolkolleg Borken, Josefstraße 10 – 46325 Borken +49 (0)2861 / 909900 Berufsbildende Schulen des Landkreises Osnabrück - Bildungsgang Augenoptik, Brinkstraße 17 Osnabrück
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
2
1. Welke concrete maatregelen/activiteiten zijn in het kader van het project gepland? Tip: een indeling in verschillende werkpakketten of fases kan hier alvast nuttig zijn. (maximaal 15000 tekens)
De Anton Tijdink Bedrijfstakschool, 13 Duitse Berufskollegs en drie Nederlandse regionale opleidingscentra in het bedieningsgebied van de Euregio hebben de handen ineen geslagen om het voorbereidend en middelbaar beroepsonderwijs aan beide zijden van onze grenzen te “euregionaliseren”. Met het oprichten van het samenwerkingsverband werken wij op een integrale wijze aan het realiseren van een duurzame structuur voor het grensoverschrijdende, Euregionaal beroepsonderwijs. Het project Leren zonder Grenzen is gericht op de aansluiting tussen beroepsopleidingen onderling en op de gezamenlijke, grensoverschrijdende arbeidsmarkt. Hoewel de afgelopen jaren meerdere uitwisselingen hebben plaatsgevonden is nog geen sprake van een duurzame structuur van euregionale opleidingen. En dat laatste is nu precies het doel van het project, te bereiken door een evenwichtige mix van elkaar versterkende activiteiten. De projectpartners staan klaar in de startblokken met concrete grensoverschrijdende activiteiten op het gebied van beroepsonderwijs. Deze activiteiten variëren van werkbezoeken tot stages tot tweetalig onderwijs. Het project bundelt en integreert deze activiteiten en zorgt voor ondersteuning zodat informatie- en kennisdeling en daarmee het volume aan grensoverstijgend beroepsonderwijs toe zal nemen. Scholen, bedrijven en instellingen zullen elkaar door het project steeds beter weten te vinden. De deelprojecten in de werkpakketten leiden op basis van voortschrijdend inzicht en relatievorming tot initiatieven die na toetsing op relevantie kunnen worden omgezet in aanvullende activiteiten. Voorbeeld is de samenwerking die nu wordt opgestart door Roc van Twente met Lise Meitner Berufskolleg in Ahaus voor de gehandicaptenzorg. Beide organisaties zijn met elkaar in gesprek over wederzijdse docentenuitwisselingen, excursies, stages, proeve van bekwaamheid, en bi-diplomering. Andere ideeën die op dit moment in ons netwerk leven zijn projecten voor de branches Werktuigbouw, Installatietechniek en Mechatronica. Om nieuwe ontwikkelingen en ideeën te ondersteunen is in deze aanvraag het werkpakket Innovatieen Kenniscentrum Euregionaal Beroepsonderwijs (hierna: IEB) opgenomen als verbindende schakel voor én tussen de werkpakketten. Het IEB zal een platform bieden aan experts en stakeholders. Hier moet gedacht worden aan vertegenwoordigers van de projectpartners en externe arbeidsmarkt- en opleidingsdeskundigen zoals werkgevers, onderzoeks- en kennisinstellingen, BIBB Bonn, Programmamanagement Interreg, etc. Voorbereidende activiteiten 2016: - opzetten projectbureau, projectstructuur en aanstelling projectleider en medewerkers; - per werkpakket bijeenkomsten in kleiner gezelschap met betrokken projectpartners; - inrichten van website/ digitaal systeem met informatie over alle betrokken instanties en grensoverschrijdende activiteiten; - formuleren – door deelprojectteam - van concrete, kansrijke activiteiten met smartgeformuleerde doelstellingen met als resultaat plan van aanpak; - procedures en zoektocht naar gastgezinnen voor stagiaires - opstellen servicedocument met adviezen, formulieren en protocollen voor betrokkenen bij deelprojecten vanwege financiële en administratieve processen en dienstverlening bij grensoverstijgende projecten; - startconferentie “Leren zonder Grenzen” voor projectpartners en belangstellenden met de mogelijkheid om op specifieke activiteiten in te tekenen. De projecten waar in 2016 mee gestart wordt zijn per branche gerangschikt naar 10 werkpakketten, die in bijlage 1 uitgebreider worden beschreven naar aantallen deelnemers, beoogde resultaten en Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
3
fasering per werkpakket.
Werkpakket Techniek en MKB / Regioticket 2: 840 leerlingen MBO/MKB, 64 docenten ca. 360 voltijd ll. VMBO Aalten, ROC van Twente-Technische Schulen Steinfurt, Berufskolleg Bocholt-West, Kreuzschule Heek, Technische Schulen Steinfurt met in totaal: ca. 360 ll. MKB grensregio (metaal, installatie, industrie) Werkpakket Windenergie: 900 ll. VMBO/ Realschulen, 1000 leerl. MBO/BK, 50 docenten Werkpakket Gezondheidszorg 30 docenten, 400 studenten 300 leerlingen, 9 docenten 3 managers, 20 werknemers
Werkpakket Gezondheidszorg, (Optiek) 15 docenten, 50 Mbo-ll. volgen stages, 400 NL/D studenten , 20 werkgevers Werkpakket Kinderopvang 244 leerlingen, 9 docenten, 3 opl.managers 10 werknemers Kindergarten / Kinderopvang Betrokken opleidingen: - Pedag. Medew.Kinderopvang(BBL 3/ BOL 3 ) - Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker Kinderopvang (PW) (BOL 4/ BBL 4) Werkpakket Logistiek 116 leerl., 9 docenten, 4 opleidingsmanagers Betrokken opleidingen: - Logistiek Medewerker BOL 2 - Logistiek Teamleider BBL 3 - Manager Transport en Logistiek BOL 4 Werkpakket Detail/Handel 625 leerlingen, 15 docenten, 6 opl.managers Betrokken opleidingen: - Verkoop specialist BOL 3 - Ondernemer Detailhandel BOL 4 - Commercieel medew.(binnendienst) BOL 3 - Commercieel medew.BOL 4 - Filiaalmanager (BOL4) Werkpakket Hout/Meubel/Bouw 85 leerl., 8 docenten, 3 opleidingsmanagers Betrokken opleidingen: - Allround machinaal houtbewerker BOL 3 - Allround Meubelmaker/Interieurbouwer BOL3 -Middenkader Bouw en Infra BOL 4 - Allround Timmerman BOL 3
Gezamenlijke stage-, onderwijs-, examen programma (in tandems). Begeleiding erkenningsprocedures van beroepsdiploma’s via ICDW resp. Industrieund Handelskammer resp. Handwerkskammer. Gezamelijk onderwijs. Gezamelijke stages (in tandems). Ontwikkeling taalcompetenties. Toepassing actuele kennis en technologische ontwikkelingen in onderwijs. Tweetalige onderwijskoffer met lesmateriaal en opdrachten windenergie opdrachten voor VMBO en keuzemodule windenergie voor MBO’s/Berufskolleg 400 stages in D/NL zorginstellingen Euregionale tweetalige Zorgopleidingen niveau 3 en 4 Bi-diplomering Zorgopleidingen 3 en 4 Zorg- en Netwerkconferentie febr.2016 Ouderenzorg 230 snuffelstages, 35 excursies groepen ll., 34 stages van 20 weken trainings- en stagemodule, Proeve van Bekwaamheid NL/D Bi-diplomering zorgopleidingen, Erkennings- en EVC-procedure diploma 30 grensoverstijgende stages Ontwikkeling, testen en implementatie blended learning module ‘binoculair zien’ - Start- en Netwerkbijeenkomst - 80 werkbezoeken docenten/medewerkers, 20 docentenstages - 120 snuffelstages ll., 22 excursies groepen ll. - 1 trainings- en 1 stagemodule, tweetalige Proeve van Bekwaamheid - 60 ll.stages van 20 weken - Conferentie D/NL voor onderwijs en instellingen - Erkennings- en EVC-procedure diploma (maatwerk) + Bi-diplomering - werkbezoeken 36 docenten, 4 docentenstages - studiedag 50 leerlingen, 10 excursies groepen ll. - ieder jaar Euregionale beroepenwedstrijd - Inrichting BPV-traject met Proeve van bekwaamheid - 36 leerlingen-stages van 20 weken - Erkennings- en EVC-procedure diploma (maatwerk) - Euregionale opleiding Logistiek niv.4, Bi-diplomering Logistiek niv.4 - 36 werkbezoeken en 18 docentenstages - studiedag 475 leerlingen , 12 excursies groepen ll. - ieder jaar Euregionale beroepenwedstrijd - Jaarlijks kennisdelingsconferentie schooleiders/docenten - ieder jaar: 3 Duitse docenten geven les in Nl, en vice versa - 36 leerlingen-stages 20 weken - Vier tweetalige modules / keuzedelen - Erkennings- en EVC-procedure diploma (maatwerk) - 26 stages ll. 20 weken, 10 excursies groepen ll. - Werkbezoeken 20 studenten NL en 20 werkbezoeken D - Ontwikkeld tweetalige stage, onderwijs en trainingsmodulen - gezamenlijke studiedag eens per jaar - Ieder jaar 1 Euregionale beroepenwedstrijd - Werkbezoeken 4 docenten jaarlijks, 8 docentenstages - Erkennings- en EVC-procedure diploma (maatwerk) + Bi-diplomering
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
4
Werkpakket Innovatie- en Kenniscentrum Euregionaal Beroepsonderwijs (IEB)
Projectmanagement
- onderzoek KPI’s van succesvolle euregionale projecten - onderzoek onderwijsbehoefte euregionaal bedrijfsleven - 3 publicaties per jaar, 1 kennisconferentie per jaar - ontwikkeling methoden en technieken euregionale projecten beroepsonderwijs - laagdrempelig infopunt projectontwikkeling - begeleiding erkenningsprocedures - netwerk-/makelaarsfunctie - ieder deelproject publiceert in branche- en/of vakbladen - website: beheer en onderhoud vanaf projectstart - laagdrempelige infopunt partners en extern betrokkenen in samenhang met IEB - beheer en onderhoud van netwerk (customer relations management systeem) - monitoring voortgang projecten / werkpakketten - financiële en inhoudelijke jaarverslagen
2. Welke doelen en doelgroepen bereikt het project? Welke resultaten worden (uitgedrukt in indicatoren) behaald? (maximaal 2000 tekens)
De komende jaren zal het project Leren zonder Grenzen zich ontwikkelen tot een stabiel en in de regio bekend Duits-Nederlands netwerk van beroepsleidingen. Doorlopende communicatie van geboekte resultaten en het actief benaderen van mogelijke partners zal het netwerk aanzienlijk doen groeien. Door uitwisselingen, concrete projecten, gemeenschappelijk onderwijs en structurele stages (BOL/BBl) ontvouwt zich een grotere studie- en arbeidsmarkt voor studenten en kan het Euregionale bedrijfsleven kiezen uit een groter arbeidspotentieel. Het leren van elkaars arbeidscultuur en taal is van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van de grensregio’s. Alleen dan kan effectief worden samengewerkt op weg naar een gemeenschappelijk cultureel-sociaal kader en arbeidsmarkt. Hoofddoel: Het hoofddoel van het project is het bewerkstelligen van een duurzame infrastructuur voor het beroepsonderwijs in het Euregionale bedieningsgebied. Hiermee wordt bedoeld dat het project stabiele en robuuste samenwerkingsverbanden oplevert die ook na de projectperiode van duurzame aard zijn zodat grensoverschrijdend beroepsonderwijs in de Euregio een vanzelfsprekende activiteit is van alle betrokken stakeholders. De subdoelen en daarmee voordelen voor onze stakeholders zijn evident, namelijk: - Onze leerlingen zijn door hun euregionale opleiding minder kwetsbaar voor conjuncturele schommelingen en veranderingen in de vraag-aanbod verhoudingen op de arbeidsmarkt aan weerszijden van de grens. - Leerlingen aan beide kanten van de grens worden op praktische wijze vertrouwd gemaakt met de taal, de beroepscultuur en het onderwijssysteem van het buurland. - Voor docenten en de scholen wordt het steeds ‘gewoner’ om hun onderwijs en didactische competenties te richten op het grotere afzetgebied van de Euregio, zodat zij leerlingen beter voorbereiden op de Euregionale arbeidsmarkt. - Het Euregionale bedrijfsleven kan rekenen op een groter potentieel aan goed opgeleide werknemers die na hun opleiding sneller en effectiever inzetbaar zijn op de Euregionale arbeidsmarkt, en daarmee wordt weer een belangrijke impuls gegeven aan de economische doelstellingen van de Euregio, en de lokale overheden. - “Leren zonder Grenzen” verzorgt (ook na afloop van de subsidieperiode) een toegankelijk informatie- en makelaarsloket voor bedrijfsleven, onderwijsveld en lokale overheden. Kennisdeling en netwerken zijn belangrijke uitgangspunten in de werkwijze van het projectteam. Bijvoorbeeld om een bedrijf of brancheorganisatie in contact te brengen met een school aan de andere kant van de grens voor (bij-)scholingstrajecten. Hierbij vervult het innovatie en kenniscentrum IEB een essentiele rol. Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
5
-
Door dit project wordt ook in onze Euregio optimaal gebruik gemaakt van de ervaringen en expertise die zijn opgedaan in het project Ler(n)ende Euregio van de Euregio Rijn Waal. Met het betrokken projectmanagement zijn werkafspraken gemaakt en komen ontwikkelde instrumenten en methodieken ter beschikking komen voor onze Euregio.
Primaire doelgroepen zijn de deelnemers aan de Sekundaire Stufe 1 der algemeine Bildung, Sekundaire Stufe 2 der berufliche Bildung scholieren VMBO, studenten MBO; medewerkers VMBO’s, Roc’s en Berufskollegs en (werknemers van) met name maar niet uitsluitend het MKB. Belangrijk is de verbinding van het project aan de Euregionale werkgevers door expertise en input uit dat bedrijfsleven te gebruiken als basis voor verbetering van de aansluiting van het onderwijs op de Euregionale arbeidsmarkt(en). Hier speelt het werkpakket IEB een essentiele rol. Dit alles met het focus op de moderne en grensoverstijgende eisen die worden gesteld aan een beroepsopleiding voor een succesvolle overstap naar arbeid aan beide kanten van de grens in onze Euregio. Voor het monitoren van branche-specifieke schommelingen in vraag-aanbod verhoudingen op de arbeidsmarkt zal het projectmanagement nauw contact onderhouden met instanties zoals IHK / HWK, Agentur fur Arbeit en aan de Nederlandse kant de regionale Werkservicepunten (in oprichting), UWV, Kamer van Koophandel, MKB Nederland en VNO/NCW. Uitgangspunt van de projectpartners is dat via maatwerk op basis van concrete en realiseerbare doelstellingen zo goed mogelijk wordt aangesloten op de ambities en mogelijkheden van arbeidsmarktrelevante branches. Een belangrijk instrument hiervoor is een goede communicatie van geboekte resultaten en het verbinden van succesvolle projecten aan geïnteresseerde branchegenoten.
7. Hoe kunnen de projectactiviteiten en –resultaten en/of het ontstane grensoverschrijdende netwerk na de projectlooptijd verder worden benut en gefinancierd? Hoe worden activiteiten voortgezet? In hoeverre zijn de outputs en resultaten voor derden relevant en bruikbaar? (maximaal 2000 tekens)
Het Innovatie- en Kenniscentrum Euregionaal Beroepsonderwijs (IEB) zorgt ervoor dat de projectactiviteiten op een innovatieve manier na afloop van het project kunnen worden voortgezet. De deelprojecten worden bij de uitwerking van duurzame vervolgconcepten ondersteund. De individuele deelprojecten leveren de kennis, de ervaring, methoden en processen die op een duurzame manier kunnen worden ingezet. In veel gevallen zullen hierdoor afgeronde modules ontstaan. Succesvolle modules zullen structureel als keuzeonderdelen in het Nederlandse MBO worden opgenomen. Omdat het Duitse systeem voor het beroepsonderwijs stringenter georganiseerd is en minder ruimte aan de Berufskollegs geeft, zal met name op dit punt de inbreng van het Innovatiecentrum noodzakelijk zijn om de modules van het project te verankeren. Het BIBB Bonn zal daarbij een adviserende rol spelen. Daarnaast bestaat er behoefte aan een structureel gebruik van alle kennis en ervaring, bijvoorbeeld in samenhang met binationale diplomering, erkenning van diploma´s en examens, bijscholingen en een structurele organisatie van stages en praktijkgerichte onderdelen in het buurland. Het werkprogramma van het project Leren zonder Grenzen en in het bijzonder van het innovatie/ en kenniscentrum IEB zal leiden tot synergie tussen alle werkpakketten, deelprojecten en ervaringen binnen en buiten het project met als gewenst resultaat blijvende samenwerkingsverbanden tussen scholen en bedrijfsleven in de Euregio gebaseerd op een body of knowledge. In dit verband is door de stuurgroep Leren zonder Grenzen de expliciete ambitie uitgesproken om na de subsidieperiode Interreg VA de samenwerkingsverbanden te continueren en te institutionaliseren, in het bijzonder het innovatie- en kennis centrum IEB. Om deze ambities mogelijk te maken is een businessplan inclusief verdienmodel noodzakelijk dat tijdens de projectperiode door het IEB zal worden geformuleerd. Hierbij kan gedacht worden aan: Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
6
- sponsoring bedrijfsleven en brancheorganisaties (bedrijfstrajecten) - subsidies regionale overheden - inzet reguliere onderwijsgelden (personele inzet) deelnemende scholen - bijdrage studenten - enzovoorts In de looptijd van het project wordt onderzoek verricht naar de mogelijkheden om de verworvenheden structureel te verankeren in de bestaande opleidingsorganisaties (D,NL). Kernvraag is hoe de bestaande beroeps opleidingsstructuren in het Euregionale verzorgingsgebied kunnen worden versterkt, zodat ook voor de langere termijn de grensoverschrijdende opleidingsambities waargemaakt kunnen worden. Met betrekking tot duurzaamheid spelen met name de volgende factoren een bijzondere rol: 1. Diploma-erkenning 2. Doorloop en financiering van het grensoverschrijdende netwerk na de projectperiode. 3. Output en resultaten van het project zijn relevant, bruikbaar en beschikbaar voor derden. Ad.1: Een transparante methodiek van diploma-erkenning, al dan niet via Evc- en maatwerkprocedures, is van groot belang voor de ontsluiting van het Euregionale beroepsonderwijs, en daarmee de Euregionale arbeidsmarkt. Dit is een belangrijk duurzaam resultaat van het project. Voor de financiering van diploma-erkenning / Bi-diplomering zal het ondernemingsplan worden ontwikkeld. Daarnaast wordt na de projectperiode extra dienstverlening aan werkgevers geboden door maatwerkprocedures voor werknemers aan te bieden tegen een nog te bepalen vergoeding. Ad.2: Het ultieme doel van het project is het bewerkstelligen van een duurzame Euregionale opleidingsinfrastructuur in het bedieningsgebied van de betrokken partners. Dat moet onder meer leiden tot een vaste plek van de taal, arbeidscultuur, lesinhouden in de reguliere, door de overheid gefinancierde opleidingsprogramma’s aan beide kanten van de grens. De Euregionalisering van het beroepsonderwijs, bijvoorbeeld door taalonderwijs, tweetalig onderwijs, gezamenlijke opleidingsprogrammma’s en grensoverschrijdende stages zijn na beëindiging van het project op niveau geïntegreerd in de onderwijsprogramma’s van de betrokken scholen. Naast het inhoudelijke, is daarmee ook de financiële borging van de resultaten geregeld. Die duurzame infrastructuur zal ook meer tot uitdrukking komen in een gedurende de looptijd gestaag toenemend aantal samenwerkingsrelaties tussen partnerscholen. Kortom, de activiteiten in het project zijn erop gericht dat de resultaten en methodieken na afloop zijn geïntegreerd in de reguliere, bekostigde onderwijsprogramma’s. Het gaat niet om een extra belasting voor het onderwijsstelsel, maar om een vernieuwing binnen bestaande programma’s door een focus van het onderwijs op het gehele euregionale gebied. Om het daarvoor benodigde netwerk en onderwijsvernieuwing voor elkaar te krijgen is eerst het project Leren zonder Grenzen noodzakelijk. Waar naar verwachting van de projectpartners behoefte aan zal blijven bestaan is het informatie- en makelaarsloket. Daarom hebben de partners de ambitie uitgesproken om na de projectfase deze loketfunctie structureel in stand te houden. De vormgeving, bemensing en financiële grondslag onder deze loketfunctie is tijdens de projectfase onderwerp van gesprek met onderwijs, bedrijfsleven en lokale overheden. Een nog niet uitgekristalliseerd idee dat in de stuurgroep wel eens is besproken is het inrichten van één of meerdere fysieke opleidingslocaties op de grens van het Euregionale verzorgingsgebied. Dit idee zou nadere uitwerking behoeven en maakt geen onderdeel uit van deze projectaanvraag. Ad.3: Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
7
Het projectmanagement zal in samenwerking mat het Innovatie- en kenniscentrum IEB geboekte resultaten continu en ook na afloop van het project op publieksvriendelijke wijze publiceren en bekendmaken. Materialen, methodieken en producten zullen voor andere (grens-)regio’s van belang zijn. Dat zal via de project-website gebeuren (virtual community), maar ook door regelmatige publicaties in (vak-)bladen, presentaties tijdens symposia. Verder zullen de projectleiding en betrokkenen op laagdrempelige wijze zich presenteren als informanten en adviseurs voor scholen, bedrijven, regio’s en geïnteresseerden, die grensoverstijgende activiteiten ontplooien of willen starten. De partners, die deelprojecten uitvoeren, zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de communicatie. Gezamenlijk worden kaders vastgesteld waarbinnen alle deelprojecten de verspreiding van de resultaten realiseren. De leadpartner is verantwoordelijk voor het communiceren van het gehele project. Tijdens het project wordt een informatieve website ontwikkeld, waarmee zowel interne als externe belangstellenden uitgebreid worden geïnformeerd over het netwerk en de voortgang van het project. Het projectmanagement is verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van de website. Na afloop van het project zal beheer en onderhoud van de website worden overgedragen aan het informatieen makelaarsloket.
8. Projectkosten en begroting De projectkosten zijn gebaseerd op de ambities, activiteiten en streefgetallen zoals beschreven in paragraaf 1 en bijlage 1. Hieraan liggen ten grondslag meerdere concrete projecten, waarvoor partners aan beide kanten van de grens in de startblokken staan. De totale projectkosten bedragen € 5.357.132 verdeeld over 10 werkpakketten. De relatieve kosten bezien over het aantal deelnemers kunnen enigszins verschillen. Zo zien we dat het werkpakket Regioticket2 relatief meer kost dan de andere pakketten. Dat komt omdat dit werkpakket hoge en arbeidsintensieve ambities kent op het snijvlak van uitwisseling/oriëntatie en de integratie, harmonisering en innovatie van het D/NL industriele beroepsonderwijs. Jaarlijks en na afloop van de subsidieperiode zal op basis van nacalculatie worden berekend of verantwoord gebruik is gemaakt van het budget. Het totale budget is een gecalculeerde schatting van de kosten over de projectperiode tot en met 2019 gebaseerd op concrete projectenvoorstellen per werkpakket. De stuurgroep en het projectmanagement beoordelen projectbegrotingen nauwgezet op kwaliteit, relevantie en haalbaarheid, gerelateerd aan doelstellingen en budgetuitputting.
9. Projectmanagement en verantwoording Het projectmanagement en de inhoudelijke en financiële verantwoording naar stakeholders ligt in handen van de aanvrager, het Graafschap College. Voor deze constructie is gekozen omdat het Graafschap College als partner heeft deelgenomen aan de Lerende Euregio van de Euregio Rijn Waal 20092014, en daarmee ruime expertise en ervaring heeft opgedaan met grensoverschrijdend beroepsonderwijs. Voor de financiële en juridische aansprakelijkheid wordt nog een samenwerkingsovereenkomst opgesteld die tot doel heeft dat afzonderlijke projectpartners elk voor zich aansprakelijk kunnen worden gesteld voor het eigen projectdeel. Beoogde deelnemers van de stuurgroep zijn de penvoerder, sturende partners: Graafschap College, Berufskolleg Bocholt West, AT School, Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
8
ROC van Twente, Deltion College, Landkreis Grafschaft Bentheim, (sofern Projektpartner) Caritas DNL-contact Kreis Borken (sofern Projektpartner) Euregio / Interreg. De stuurgroep stuurt de projectmanager aan en neemt voltallig deel in het Ontwikkelings- en innovatiecentrum. De stuurgroep is financieel en inhoudelijk verantwoordelijk voor het project. De vakinhoudelijke ondersteuning van de werkpakketten gebeurt vanuit het kenniscentrum IEB. De projectmanager stuurt de medewerkers van het projectmanagement (team communicatie en administratie) aan. Het team communicatie werkt ook voor de deelprojecten. Deze manier van werken leidt tot een projectorganisatie waar de stuurgroep functioneert als een dagelijks bestuur, de inhoudelijke verbinding wordt vooral gelegd door het innovatie- en kenniscentrum IEB. Het IEB organiseert een panel van experts dat minstens 4 keer per jaar bijeen komt, naar behoefte ook vaker. De begeleiding van het Innovatie- en kenniscentrum wordt door DNL-contact uitgevoerd.
Aldus ontstaat het organisatieschema zoals hieronder weergegeven:
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
9
Leren zonder Grenzen Stuurgroep
Interreg programma management
IEB
Leadpartner ----------------Projectmanagement
Innovatie- en kenniscentrum Euregionaal Beroepsonderwijs
Projectadministratie
Communicatie
8 werkpakketten
De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het gehele project wordt neergelegd bij de stuurgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van betrokken partners (scholen en lokale overheden). - Het projectmanagement, onder leiding van de projectleider, coördineert de dagelijkse gang van zaken op inhoud, geld en tijd. De kwaliteit van de activiteiten in deelprojecten wordt gemonitord door het projectmanagement, maar is de verantwoordelijkheid van de trekker van het deelproject. - De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de personele inzet, financiële huishouding, toewijzing van projecten, monitoring van kwaliteit, enz. komt voor rekening van een centrale stuurgroep, die wordt samengesteld uit een representatieve vertegenwoordiging van de betrokken partners. - De stuurgroep rapporteert eens per jaar op kwaliteit en kwantiteit aan de subsidiërende instellingen. De hiervoor noodzakelijke data worden aangeleverd door het projectbureau, maar de stuurgroep zal ook zelf steekproefsgewijs controles uitvoeren. Op verzoek van het pro-
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
10
-
-
-
grammamanagement gaat een vertegenwoordiger van het programmamanagement deelnemen in de stuurgroep. De stuurgroep vergadert drie keer per jaar, waarbij met name de project- en budgettoewijzing hoog op de agenda staat. Het Innovatie- en Kenniscentrum Euregionaal Beroepsonderwijs (IEB) zal de stuurgroep en deelprojecten inhoudelijk adviseren en voor de verbinding tussen de deelprojecten onderling en met de stakeholders zorgen. De inhoudelijke ondersteuning van de deelprojecten zal ook vanuit het centrum worden uitgevoerd. Het projectmanagement is verantwoordelijk voor het coachen en zo nodig opleiden van projectmedewerkers van deelnemende bedrijven, instellingen en scholen. Daarnaast fungeert het projectmanagement als makelaar en relatiebeheerder tussen de vele partners. In geval van eventuele wijzigingen in curricula kan het management ondersteunen in het contact met toezichthoudende instanties vanwege wet- en regelgeving. Verzameling en archivering van alle administratieve bescheiden, zoals aangeleverd door de deelprojecten, gebeurt door het projectbureau. Leadpartner geeft huisaccountant opdracht tot controle en rapportage financiële gegevens.
Geplande subsidiabele kosten van het project Personeelskosten
€ 4.124.189
Overige kosten
€ 1.232.943
Licht u a.u.b. kort toe wat deze kosten omvatten
(-) Inkomsten Totaal
€ 5.357.132
Voorgestelde financiering Vult u in elk geval het totaalbedrag van de geplande eigen bijdrage van de projectpartners in! eigen bijdrage
Totaal eigen bijdrage projectpartners
Provincies Gelderland / Overijssel
€ 4.017.849 €2.678.566 € 669.641,50 € 669.641,50
Totaal Deelstaten Niedersachsen, Nordrhein Westfalen
€ 669.641,50 € 669.641,50
25,00% 25,00% 12,50% 12,50% % % % % % % % 75,00% 50% 12,50% 12,50% % 12,50% 12,50%
€ 5.357.132
100%
Totaal Publiek
Nederlandse scholen Duitse scholen
€ 1.339.283 € 1.339.283 € 669.641,50 € 669.641,50
Privaat bijdragen van derden
Totaal
Publiek Privaat
INTERREGFinanciering (publiek)
Totaal EU (EFRO) Co-financiering NL Co-financiering De
Totaal
Som
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
11
Projectconcept voor een project in het kader van het programma INTERREG Deutschland-Nederland
Concept-nr. / versie
2
Begeleidend regionaal programmamanagement (RPM) (indien bekend)
Datum
14-10-2015
RPM Eems Dollard Regio X RPM EUREGIO RPM Euregio Rijn-Waal RPM euregio rijn-maas-noord
Projecttitel (evt. afkorting, max. 20 tekens)
Paardenkrachten in de EUREGIO/ Pferdestärken in der EU-REGIO
Volledige projectaanduiding (optioneel, max. 3 regels)
Geplande projectstart
Geplande looptijd (in maanden)
01.01.2016
36 maanden
Lead Partner Naam organisatie
Adres, plaats
Contactpersoon
Telefoon | e-mail
Regio Twente
Martin Verbeek
Overige projectpartners (Naam organisatie, plaats | Indien mogelijk: contactpersoon, telefoon, e-mail)
Regio Twente Stichting Hippisch Platform Twente (HPT) Science to Business GmbH / Horse Competence Center Germany (HCCG) Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
1
Hochschule Osnabrück Stichting VKON Regio Achterhoek/ Hippisch Platform Achterhoek i.o., Kreis Steinfurt, Kreis Coesfeld, Kreis Borken, Kreis Warendorf, Landkreis Osnabrück Verdere projectpartners onder voorbehoud: Landkreis Grafschaft Bentheim Landkreis Emsland Verbände des Pferdesektors Landwirtschaftskammer Unternehmen des Pferdesektors Tourismusverbände Jobcenter Wirtschaftsförderungen 1. Welke concrete maatregelen/activiteiten zijn in het kader van het project gepland? Tip: een indeling in verschillende werkpakketten of fases kan hier alvast nuttig zijn. (maximaal 15000 tekens) In beginsel moet dit project gaan zorgen voor meer grensoverschrijdende samenwerking tussen de actoren in de sector, met als doel de economie in het Euregio-gebied te versterken, de grensoverschrijdende arbeidsmarkt verder te ontwikkelen, productinnovatie te bevorderen en MKB te ondersteunen (zie ook punt 3). Dit project bestaat uit verschillende deelprojecten, die zijn samengevat in onderstaande projectclusters: Deel I Paard en Kennis (Academy en Innovatieforum) Deel II Paard en Werk Deel III Paard en Vrije Tijd De projectclusters zijn nauw met elkaar verbonden. Om de effecten van synergie te kunnen benutten, wordt een netwerkstructuur opgebouwd. Hier vallen de volgende taken onder: De organisatie van de individuele deelprojecten De organisatie van bijeenkomsten en netwerkmogelijkheden voor de projectpartners en -teams van de individuele deelprojecten De onderlinge communicatie en verspreiding van de resultaten van de deelprojecten De algemene evaluatie van de resultaten van het project Public relations vanuit één centraal punt Projectmanagement om middelen te besparen Organisatie en structuur Regio Twente zal als hoofdpartner het projectmanagement van het hele project op zich nemen. Regio Achterhoek, Kreis Steinfurt, Kreis Coesfeld, Kreis Borken, Kreis Warendorf en Kreis Osnabrück zullen als co-financiers het project ondersteunen. Op dit moment zijn er nog geen beslissingen genomen over het feit of zij ook projectwerkzaamheden op zich zullen gaan nemen. De co-financiers en de hoofdpartner zullen een stuurgroep opzetten die regelmatig zal worden geïnformeerd over de projectwerkzaamheden. De uitvoering en implementatie, evenals de inhoudelijke opzet van de projectwerkzaamheden, wordt in Nederland door Stichting Hippisch Platform Twente (HPT) en Stichting Veterinaire Kenniscentrum Oost Nederland (VKON) en in Duitsland door het Horse Competence Center (HCCG) op zich genomen. Deze Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
2
partners zullen centrale contactpunten zijn voor de verschillende deelprojecten. Elk afzonderlijk deelproject heeft vaste projectcoördinatoren uit Duitsland en Nederland, die regelmatig bij elkaar komen. De resultaten van de verschillende deelprojecten zullen op conferenties en evenementen, voor zowel interne (controlegroep) als externe geïnteresseerde partijen, gepresenteerd worden. Hieronder worden de drie projectclusters en de deelprojecten verder uitgelegd: Deel I Paard en Kennis Het projectcluster "Paard en Kennis" is onderverdeeld in twee gebieden, te weten in de "Academy" en het "Innovatieforum". I.A Academy In de "Academy" worden cursussen, studies en bijeenkomsten voor grensoverschrijdende uitwisselingen over relevante thema’s uitgewerkt en aangeboden door actoren binnen de sector: I.A.1 Ondernemerscursussen Aanbod van grensoverschrijdende trainingen en studies voor ondernemers en werknemers binnen de sector (met grensoverschrijdende inhoud, altijd in het Duits of het Nederlands, en o.a. aanbod van een taalcursus Duits/Nederlands voor de paardensector als bijkomend initiatief). 2016: ca. 6 bijeenkomsten 2017: ca. 12 bijeenkomsten 2018: ca. 12 bijeenkomsten Aantal deelnemers ca. 10-20 Tot nu toe geformuleerde thema's zijn: Acquisitie van nieuwe klanten en markten (in binnen- en buitenland) Strategieontwikkeling en Marketing Ontwikkelen van nieuwe businessconcepten Customer Management Het moderne paardenbedrijf Veiligheid en hygiëne Basisbegrippen boekhouding en administratie Vragen met betrekking tot BTW en Inkomstenbelasting Bedrijfskunde en –management Communicatie Personeelsbeleid Taal en cultuur van het buurland ... De lijst met onderwerpen kan altijd, afhankelijk van de vraag, worden uitgebreid. I.A.2 Hippisch Café Decentrale en informele grensoverschrijdende bijeenkomsten voor o.a. eigenaren van paardenbedrijven, met informatie over actuele onderwerpen: 2016: ca. 6 bijeenkomsten 2017: ca. 12 bijeenkomsten 2018: ca. 12 bijeenkomsten Aantal deelnemers ca. 20-40 Tot nu toe geformuleerde thema's zijn:
Presentatie van andere lopende projecten binnen het Interregionaal V-project "Paardenkrachten in de EUREGIO", met onderwerpen zoals "Paard en Vrije Tijd", “Paard en Werk” en "Paard en
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
3
Kennis” Bespreking van de wettelijke bepalingen inzake grensoverschrijdend werk Informatie aangaande grensoverschrijdende toernooien Kennismaken met paardenfokkerij in het buurland (incl. excursies) Internationaal Speed Dating-event met ondernemers op het gebied van paardentoerisme Informatie over de dreiging van huidige ziekten (vb. de Afrikaanse paardenpest) Informatie over de gevolgen van wetswijzigingen voor de paardensector Dierenwelzijn en de gezondheid van dieren
De lijst met onderwerpen kan altijd, afhankelijk van de vraag, worden uitgebreid.
I.B Innovatieforum Het Innovatieforum biedt de mogelijkheden en structuur voor het cross-border samenwerken op het gebied van innovatieve thema's. Binnen een vakgroep zullen diverse innovatieve benaderingen besproken worden, waarbij de aanwezigheid van verscheidene deskundigen, die het innovatieve potentieel van de diverse ideeën kunnen concretiseren, van cruciaal belang zullen zijn. Er zijn voorafgaand aan het forum al verschillende onderwerpen besproken die tijdens het Innovatieforum verdere aandacht dienen te krijgen: → Mogelijkheden in ruwvoer Beschrijving van de huidige kennis van de ruwvoerproductie in Duitsland en Nederland door de deelnemende projectpartners. Overzicht van graslandlandbouw en ruwvoerproductie in de EUREGIO aan de hand van laboratoriumresultaten en productieaantallen. Uitvoeren van aanvullende laboratoriumtests in het voorjaar van 2016. Ontwikkelen van concepten voor graslandmanagement en diervoederhygiëne. Registreren van het huidige gebruik van beschermde natuurgebieden als ruwvoerlocaties. Uitwerken van concepten voor het optimaal gebruik van beschermde natuurgebieden voor de productie van ruwvoer. Kennisoverdracht aan paardeneigenaren en diervoederproducenten (vier bijeenkomsten en publicaties in het Duitse en Nederlandse grensgebied). → Innovatiecentrum reproductietechnieken Kennisuitwisseling over de techniek op het eigen bedrijf door deelnemende partners. Bijeenkomst van geïnteresseerde dierenartsen. Haalbaarheidsstudie en het opstellen van een businessplan om nieuwe technieken op het eigen bedrijf te introduceren. Opzetten van een virtueel netwerk van partnerklinieken en het aankopen van de juiste technologie. Ontwikkelen van geïntegreerde cursussen en nascholing voor specialisten. Verder ontwikkelen van de technieken binnen het samenwerkingsverband. → Horse & Interaction
Inventarisatie van de randvoorwaarden, aanbodtypes, aanbieders en kwalificaties op het gebied van paard-ondersteunende therapie, opleiding en coaching in de Duitse en Nederlandse delen van de EUREGIO. Grensoverschrijdende afstemming van het aanbod en randvoorwaarden. Samenbrengen van actoren om een platform op te bouwen voor uitwisselingen en workshops over thema’s zoals kwaliteitsborging en -verbetering, transparantie en public relations. Samenbrengen van leden die voldoen aan de kwalificatienormen, waardoor kennisoverdracht
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
4
plaatsvindt en de uitwisseling verder evalueert.
Deel II Paard en Werk Deel II.A Richtlijnen Beroepskwalificatie en Certificaten
Inventarisatie van de relevante beroepskwalificaties binnen de sector in Duitsland en Nederland en het ontwikkelen van een leidraad voor de inhoud van de grensoverschrijdende vergelijking, met inachtneming van al bestaande richtlijnen uit andere sectoren. Inventarisatie en toelichting van relevante wettelijke voorschriften voor de sector op het gebied van grensoverschrijdend werken.
Deel II.B “Die Zügel in Händen”/ „De teugels in handen” Het Nederlandse pilotproject "De Teugels in handen", van de Stichting Hippisch Platform Twente, zet langdurig werklozen in bij paardensportverenigingen, maneges en toernooiorganisaties voor werk dat vaak blijft liggen door het structurele tekort aan vrijwilligers. Samen met gemeenten en jobcenters wordt gewerkt om de deelnemers aan het project langdurig sociaal te activeren, met als uiteindelijk doel hun reintegratie in de arbeidsmarkt. In grote lijnen omvat dit project: Ontwikkeling van tweetalig informatiemateriaal dat is aangepast aan de nationale omstandigheden; Informatiebijeenkomsten voor paardensportverenigingen en gemeenten over dit project, als onderdeel van een “Hippisch Café" (zie deel Ia - 2) met daaropvolgende dieper gaande individuele gesprekken; Gesprekken met geïnteresseerde werkzoekenden en opstellen van profiel (sterktes/zwaktes) van de werkzoekende, in samenwerking met de bevoegde gemeentelijke instanties; Begeleiding van het wederzijds leren kennen van de projectdeelnemers, de zoekende verenigingen en de ondernemingen, alsmede verdere professionele begeleiding tijdens de deelname; Organiseren en geven van grensoverschrijdende cursussen over onderwerpen als: werk zoeken, persoonlijke uitstraling en presentatie, kennis van taal en cultuur en – bij gebleken geschiktheid – zorgen voor de grensoverschrijdende uitwisseling van deelnemers in de vorm van stages; Uitwisseling van ervaringen tijdens grensoverschrijdende bijeenkomsten van de projectgroep en presentatie tijdens grensoverschrijdende informatiebijeenkomsten voor geïnteresseerden; Aantal projectdeelnemers 1e jaar 10 personen 2e jaar 30 mensen 3e jaar 30 mensen
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
5
Deel III Paard en Vrije Tijd Bij het deelproject "Paard en Vrije Tijd" gaat het met name om de mogelijkheden qua recreatieve activiteiten met en rond paarden in de Euregio toe te passen en uit te breiden. Hierbij worden hoofdzakelijke toeristische bedrijven en het grensoverschrijdende aanbod aan activiteiten versterkt door middel van workshops en samenwerkingen. Voor dit deelproject wordt gestreefd naar samenwerking met het Euregio-project "Grenzeloze toeristische innovatie" dat in het bijzonder kan worden toegepast voor bedrijfsworkshops en -trainingen, evenals om samenwerking tussen plaatselijke bedrijven en informatiebijeenkomsten voor toeristische plaatsen te ontwikkelen en bevorderen. Daarnaast moeten bestaande communicatiekanalen met het aanbod en attracties binnen de paardensector worden ingepast. Tot nu toe hebben de eerste verkennende gesprekken plaatsgevonden, waarin duidelijk werd dat er een thematisch cluster "Paardentoerisme" tot de mogelijkheden behoort. Verdere afstemming over het opstellen van het trainingsprogramma zal nog plaatsvinden. De volgende activiteiten zijn gepland binnen het deelproject “Paard en Vrije Tijd”: a. Een grensoverschrijdende werkgroep vormen met leden van het projectteam en andere deskundigen, zoals vertegenwoordigers van bedrijven of verenigingen Identificeren en contacteren van geschikte bedrijven en organisatoren die geïnteresseerd zijn in het verder ontwikkelen en aanbieden van grensoverschrijdend paardentoerisme. Ontwikkelen van eerste concepten voor een gezamenlijke aanbod en arrangement door bedrijven, evenals het verzamelen van contacten. Hier zal een actuele en ideale toestand worden beschreven en een implementatiestrategie worden vastgelegd. Voorbereiden en implementeren van een projectevaluatie - waarbij ook streefwaarden en kenmerken worden gedefinieerd -, evenals een evaluatie van de workshop- en evenementdeelnemers. b. Workshops “Informeren en Kwalificeren” Voorbereiden van de workshops waarbij onderzoek wordt gedaan naar de behoefte aan opleiding en verdere ontwikkeling bij bedrijven binnen het netwerk. Hiervoor wordt een enquête ontwikkeld en zullen individuele gesprekken worden gehouden. Al verzamelde thema’s kunnen zijn: Doelgroepen en wensen van klant (toernooi- en recreatieve ruiters, schoolklassen, paardenliefhebbers zoals niet-rijders en voormalig ruiters, buitenlandse gasten) Concepten en businessplannen (met inbegrip van infrastructuren, Enjoy the Ride (zie c) Enjoy the Horse (zie d), Enjoy the Sport (zie e)) Samenwerkingen, zoals een gecombineerd aanbod (evenementen, natuurbescherming, sport, wellness, cultuur, onderwijs, etc.) Omgaan met belanghebbenden Een certificering van de workshops wordt gecontroleerd en zo nodig in coöperatief verband opgebouwd. Uitvoeren van de workshops: 2016/17: twee bijeenkomsten in Duitsland en twee bijeenkomsten in Nederland 2017/18: twee bijeenkomsten in Duitsland en twee bijeenkomsten in Nederland De workshops worden, in verband met de hoge werklast van landbouwbedrijven in de zomer, gehouden in de herfst- en wintermaanden. Voorbereiding en organisatie van de informatiebijeenkomsten voor toeristische plaatsen: Eén bijeenkomst per jaar op twee locaties, welke in twee talen zal worden gegeven voor een betere inbedding van het paardentoerisme in regionale toeristische plaatsen. Nov. 2016: Eén bijeenkomst in Duitsland en één bijeenkomst in Nederland Nov. 2017: Eén bijeenkomst in Duitsland en één bijeenkomst in Nederland
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
6
c. Enjoy the Ride in EUREGIO (grensoverschrijdend rijden) Grensoverschrijdende informatie over paardentoerisme aanwijzen en publiceren. Paardrijheffing flexibiliseren (dagelijkse en online affiches). Maximaal drie evenementen opzetten van "Enjoy the Rides in de EUREGIO" met prominente ruiters van het seizoen 2017, met een concreet duurzaam concept voor verder gebruik door bedrijven. Analyse van de samenwerking met bedrijven en grote evenementen, zoals Horses & Dreams, CSI Twente of Paardenkracht. Opbouwen van een internetplatform voor het organiseren van toekomstige "Enjoy the Rides" in de EUREGIO, dat gebruikt kan worden door bedrijven en aanbieders. Marketing, promotie, en adresgegevens van geïnteresseerden. Organiseren van maximaal drie "Enjoy the Rides in de EUREGIO"-tours met een officieel evenement voor actoren en partners. d. Enjoy the Horse Het aanbod voor niet-ruiters en paardenliefhebbers, bijvoorbeeld voor gezinnen en senioren, zal worden uitgebreid. Daarbij is de nauwe betrokkenheid van bedrijven een dergelijke aanbod kunnen doen onmisbaar. Reeds bestaande toeristische platformen zullen worden toegepast in de marketing van deze events. e. Enjoy the Sport Ontwikkelen van een aantrekkelijk kaderprogramma binnen reeds bestaande EUREGIO-toernooien in de landelijke sport. Een gezamenlijke Duits-Nederlandse presentatie zal ervoor zorgen dat de cultuur en taal van de buurlanden overbrugd worden. Leerprogramma’s over het thema Paard en Taal worden ontwikkeld en op de individuele toernooien gebruikt. Er worden klantgerichte marketing- en promotieplekken aangeboden voor grensoverschrijdende toeristische en sportieve activiteiten in de regio (zoals voor koets rijden, paardrijden, opleidingen, paardrijdvakanties, evenementen, enz.). Het aanbod voor paardenliefhebbers en niet-rijders, zoals ponyrijden, paarden knuffelen en kennismaking met paarden, zullen worden gekoppeld aan grensoverschrijdende evenementen. Er is een gids in de maak voor toernooiorganisatoren van grensoverschrijdende toernooien, en daarnaast wordt er informatie voor de deelnemers en bezoekers samengesteld. Ondersteuning van de samenwerkende organisaties bij het organiseren van een "EUREGIO CUP" toernooiserie met 12 bekers.
2. Welke doelen en doelgroepen bereikt het project? Welke resultaten worden (uitgedrukt in indicatoren) behaald? (maximaal 2000 tekens) Het project maakt de ontwikkeling en invoering van duurzame grensoverschrijdende structuren mogelijk, die de grensoverschrijdende samenwerking vergemakkelijken en op de langere termijn versterken. Daarbij worden, grofweg samengevat, de volgende doelgroepen aangesproken: (potentiële) ondernemers in de paardensector (potentiële) werknemers en studenten in de paardensector clubbesturen en organisatoren in de paardensector sportruiters, paardentoeristen en andere groepen met een interesse in paarden en de paardensport Via grensoverschrijdende netwerken worden doelgroepen en projectpartners met elkaar verbonden worden tijdens thematische bijeenkomsten en communicatiefora, waarin zij over recente projectstappen en -resultaten worden geïnformeerd. Door de grensoverschrijdende netwerkstructuur ontstaan mogelijkheden voor een brede grensoverschrijdende samenwerking. Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
7
Deel I EUREGIO Equine Academy “Paard en Kennis” Ondernemerscursussen en Hippisch Café Kwalificatie- en verdere opleidingsstappen voor ondernemers en werknemers ten aanzien van paard-gerelateerde activiteiten, ter bescherming en creatie van arbeidsplaatsen en ter verbetering van het product en de kwaliteit van de dienstverlening in de EUREGIO. Kennisoverdracht van nieuwe wetenswaardigheden ter vergroting van de economische effecten aan beide kanten van de grens. Horizonverbreding en uitwisseling van gedachten over de huidige uitdagingen in de praktijk voor de verschillende doelgroepen in de paardensector (ondernemers, werknemers, verenigingsbesturen, sporters, enz.) Taalcursus voor bedrijven die willen samenwerken met partners in het buurland. Neveneffecten van de bijeenkomsten. Ontmoetingen tussen Duitse en Nederlandse actoren tijdens de bijeenkomsten, waardoor samenwerkingen tussen Duitsland en Nederland kunnen ontstaan. Indicatoren Met de ondernemerstrainingen en Hippische Cafés worden 100 bedrijven ondersteund (CI1 en CI4) en ontstaan 40 grensoverschrijdende samenwerkingsacties (PSI 2). Bij de bedrijven gaat het om MKB’s (PSI 6). 100 personen zullen deelnemen aan grensoverschrijdende initiatieven (PSI 5).
Innovationsforum Ruwvoer Overzicht van eerdere bevindingen en analyses op het gebied van ruwvoer in Duitsland en Nederland, om inzicht te krijgen in de sterke en zwakke punten in de regionale voedselproductie. Actualisering van de bestaande of te maken landkaart met analytische resultaten van de bodem, voer-, soort- en opbrengstonderzoeken. Voerproducenten kunnen hun oogstresultaten vergelijken met andere regio’s, daaruit conclusies trekken en daarmee de resultaten verbeteren. Overzicht van duurzame managementaanbevelingen voor verschillende graslandgebieden en kwaliteitsmaatregelen voor de productie van ruwvoer (akkerland, blijvend grasland, natuurgebieden) met het oog op de productie van hoge kwaliteit ruwvoer voor paarden. De EUREGIO wordt bekend om zijn hoge kwaliteitsnormen voor de productie van ruwvoer, wat op zijn beurt weer de vraag van buiten de regio verhoogt. Indeling en de kwaliteitscertificering van ruwvoer. Analyse van potentiële verbeteringen voor het gebruik van beschermde natuurgebieden als ruwvoerlocaties voor de paardensector, zodat meer beschermde natuurgebieden gebruikt kunnen worden voor de productie van ruwvoer. De kwaliteit van ruwvoer uit beschermde natuurgebieden neem toe en vergroot op zijn beurt de waarde en de vraag naar de regionale producten. Daarnaast wordt door de aanbevelingen de biodiversiteit en de duurzaamheid van de gebieden geoptimaliseerd. Consolidatie van de in eerste instantie nog gebrekkige onderzoeken naar voedingsmiddelen en het opbouwen van rantsoenen in de paardensector, evenals het verbeteren van de dienstverlenings- en consultdiensten van voerexperts. Meer voerproducenten en stalhouders laten hun voer onderzoeken en kunnen daardoor bij het bepalen van de rantsoenen beter inspelen op de behoeften van de paarden. Daardoor wordt het gebruik van bronnen voor diervoeders en meststoffen geoptimaliseerd en eventueel beperkt, terwijl tegelijk de gezondheid en het welzijn van de dieren verbetert. Met brochures, artikelen in vakbladen en via seminars worden paardeneigenaren, stalhouders Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
8
en voerproducenten in de regio beter geïnformeerd over de kwaliteit van voedgewassen op het gebied van ruwvoer en kunnen zij deze kennis toepassen.
Reproductie De EUREGIO ligt in een gebied waar intensief wordt gefokt met Duitse en Nederlandse paarden. Toepassing van de nieuwste technieken ter verbetering van de voortplanting (zoals Ovum Pick Up; Intracytoplamic Sperm Injection) gebeurt echter slechts sporadisch en, als het gedaan wordt, kost het zeer veel en veel inspanning. Zouden deze technieken een centrale plek krijgen in een innovatiecentrum, dan zou dit het mogelijk maken om... de beste paarden parallel te gebruiken in de sport en de fokkerij, om zo de fokkerij te verbeteren. grensoverschrijdend gebruik te maken van veterinaire expertise in de regio. in de EUREGIO een grensoverschrijdende samenwerking op te bouwen tussen veterinaire diensten. een internationale klantenkring van belanghebbenden te ondersteunen. in de toekomst onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden uit te voeren op het gebied van voortplantingstechnieken. te onderzoeken of het vestigen van een Duits-Nederlands centrum met de benodigde apparatuur en expertise haalbaar is. dierenartsen in de regio verder op te leiden en te kwalificeren. de foksuccessen in de regio te verbeteren.
Horse & Interaction Het inzetten van paarden in therapie, opleiding en coaching heeft de afgelopen jaren enorme vooruitgang geboekt, en er is nu behoefte aan afstemming van de kwaliteitsnormen. Door een professioneel kader voor de erkenning van professionals en het welzijn van de paarden op te stellen, zal de kwaliteit en de waarde van het aanbod doen verbeteren. Het project is gericht op... het mogelijk maken van grensoverschrijdende uitwisseling van kennis via een Euregionaal platform, wat kan leiden tot een verbetering van de nationale programma's en activiteiten op het gebied het gebruik van paarden in therapie, opleiding en coaching. het verminderen van het huidige gebrek aan transparantie op het gebied van kwaliteit, waardoor de daarmee deels verbonden terughoudendheid van doelgroepen wordt verminderd. professionalisering van het gebruik van paarden in therapie en coaching. professionalisering van deze sector, waarbij uniforme kwaliteitsnormen worden nageleefd, wat een betere evaluatie als gevolg zal hebben en de acceptatie zal toenemen. Daardoor wordt deze vorm van therapie zowel in Nederland als in Duitsland voor meer mensen toegankelijk. voordeel voor de bedrijven en instellingen in deze sector, door de verregaande ontwikkeling en innovaties. Uniforme kwaliteitsnormen en onderbouwde studies zorgen voor meer acceptatie van de professionals in deze deelsector. Indicatoren Met het innovatieforum worden 20 bedrijven ondersteund (CI 1 en CI4) en ontstaan 7 grensoverschrijdende samenwerkingsinitiatieven (PSI 2). Bij de bedrijven gaat het om MKB’s (PSI 6). 35 personen krijgen individuele begeleiding (PSI 3) en 15 zullen deelnemen aan grensoverschrijdende initiatieven (PSI 5).
Teil II Paard en Werk - „Die Zügel in Händen“/ „De teugels in handen“
Maneges constateren een tekort aan vakmensen voor met name de dagelijkse werkzaamheden, zoals stalarbeid en paardenverzorging. Daarnaast komen de paardensportverenigingen
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
9
mensen tekort voor het organiseren van hippische evenementen, maar ook voor de schoonmaak en het onderhoud van paardensportcomplexen. Het concept "De Teugels in Handen" combineert de arbeidsmogelijkheden in de paardensector met de vraag naar werkzaamheden (door bijv. gemeenten) voor sociale activering en re-integratie van langdurig werklozen. Met dit project krijgen enerzijds werklozen een kans op re-integratie en kwalificatie, en anderzijds krijgen bedrijven en organisaties in de paardensector ondersteuning voor arbeidsintensieve werkzaamheden, zoals het onderhoud van het bedrijf of de organisatie van evenementen. Het samenbrengen van de mogelijkheden voor werkgelegenheid, o.a. binnen de non-profit sector (verenigingen), met de vraag naar werkgelegenheid (bijvoorbeeld voor het reintegreren van werklozen of voor herintreders).
Indicatoren Het project “Die Zügel in Händen"/”De Teugels in Handen" is opgezet als een grensoverschrijdend samenwerkingsinitiatief (PSI 2). Met dit project krijgen 50 personen uitgebreide individuele begeleiding (PSI 3) en 10 personen zullen deelnemen aan grensoverschrijdende initiatieven (PSI 5). 10 ondernemers (MKB) worden daarbij ondersteund.
Deel III “Paard en Vrije Tijd” Het paardentoerisme en de recreatieve activiteiten te paard in de deelgebieden van de EUREGIO bestaan uit verschillende ontwikkelingsstadia waarvan de groei, optimalisatie en potentie nog niet is bereikt. Met dit project wordt op zoek gegaan naar de volgende doelstellingen:
Verbetering van het aanbod en behandeling van de klant bij de aanbieders van paardentoerisme door middel van informatiesessies en workshops. Samenwerking met projecten voor natuurbehoud en het bevorderen van een aanbod met gecombineerde activiteiten (cultuur, andere sporten, wellness, onderwijs). Integratie van bestaande en lokale toeristische netwerken en het bevorderen van grensoverschrijdende communicatie. Het recreatieve aanbod van paardenbedrijven wordt aantrekkelijker, en bedrijven en MKB bieden een betere klantenservice. Het paardentoerisme heeft vaste voet in de regio en meer bedrijven in de sector ontwikkelen een eigen aanbod. De sector kent een grotere integratie in bestaande en lokale toeristische netwerken, wat vergezeld gaat met toepasselijke informatieve evenementen. Door de projectactiviteiten voldoen de aanbieders van paardentoerisme in de EUREGIO beter aan de vraag van de klant. Het paardentoerisme wordt gezien als een voor het landschap veilige natuurbeleving en een innovatief samenwerkingsverband in natuurbeschermingsprojecten versterkt de mogelijkheid van het rijden in natuurgebieden binnen de EUREGIO. Er is een divers combinatieaanbod van MKB’s uitgewerkt om de aantrekkelijkheid van het aanbod in het paardentoerisme te verhogen. Samenwerking kan plaatsvinden op het gebied van cultuur, evenementen, andere sporten, wellness en onderwijs. Er ontstaat een interessant combinatieaanbod voor groeps- en familie-uitstapjes binnen het paardentoerisme "Enjoy the Horse". Deze groepen worden niet aangetrokken met het paardrijden an sich, maar met leuke activiteiten en evenementen rondom paarden. Bijvoorbeeld rijden in een koets, het paard leren kennen in zijn natuurlijke omgeving, enz. Tijdens het project is grensoverschrijdende communicatie nodig, zodat klanten makkelijker aan informatie uit het buurland kunnen komen. Eerdere grens-gerelateerde hindernissen, zoals de plicht een gezondheidsverklaring aan te leveren, zijn verleden tijd en belemmeren niet langer de grensovergang van de paarden. Het in Nederland populaire concept "Enjoy the Ride" wordt nu ook over de grens in de Duitse
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
10
EUREGIO-deelgebieden doorgevoerd, wat wederom het toeristische aanbod in de vorm van ruiterpaden en routes stimuleert. Binnen het concept "Enjoy the Ride" organiseren ondernemingen en/of ruiters in Nederland een begeleide tocht te paard door diverse regio's. Ze gebruiken daarvoor een internetplatform. Tijdens het project worden drie "Enjoy the Rides" georganiseerd met bekende ruiters, om te zorgen voor voldoende aandacht voor het evenement/aanbod onder het publiek. Een goed internetbereik, zoals dat van de Nederlandse Hippische Sportfederatie KNHS, moet ook voor de deelnemende EUREGIO-deelregio’s mogelijk zijn, en Duitse en Nederlandse bedrijven kunnen er gebruik van blijven maken nadat het project is afgelopen. Het contact met de klant wordt voor de bedrijven eenvoudiger, directer en professioneler. In aanvulling op het gebruik van reeds bestaande infrastructuren, worden ook hun instandhoudingsmaatregelen en -regels geanalyseerd en verankerd in lokale instellingen. Enjoy the Sport: toernooien worden voortaan uitgebreid met kaderprogramma’s voor opleiding, taal en kennis rondom het paard. De opgezette opleidingsinstellingen kunnen vervolgens aan de verschillende evenementen gekoppeld worden. Doel van "Enjoy the Sport" is een aantrekkelijk aanbod te creëren, waardoor de deelnemers en families langer op de toernooilocatie blijven en er overnachten. Toeristische en sportieve activiteiten in de regio rechtstreeks communiceren aan de eindklant. Een handboek voor toernooiorganisatoren, dat hen helpt om grensoverschrijdende toernooien te organiseren, zal ervoor zorgen dat de drempel om een dergelijk toernooi te organiseren, wordt verlaagd. Aan het einde van het project kan met de samenwerkende organisaties een toernooiserie EUREGIO CUP worden opgezet, om zo de binding en interesses van de deelnemers en bezoekers van het evenement te vergroten.
Indicatoren Via het deelproject “Paard en Vrije Tijd" worden 10 ondernemingen ondersteund (CI1 en CI4) en er ontstaan 20 grensoverschrijdende samenwerkingsinitiatieven (PSI 2). Bij de ondernemingen gaat het om MKB’s (PSI 6). 10 personen krijgen individuele begeleiding (PSI 3) en 50 personen zullen deelnemen aan grensoverschrijdende initiatieven (PSI 5). In onderstaande tabel worden de indicatoren van alle projecten samengevat:
7. Hoe kunnen de projectactiviteiten en –resultaten en/of het ontstane grensoverschrijdende netwerk na de projectlooptijd verder worden benut en gefinancierd? Hoe worden activiteiten voortgezet? In hoeverre zijn de outputs en resultaten voor derden relevant en bruikbaar? (maximaal 2000 tekens)
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
11
Doel van het project is het ontwikkelen van concepten en deze in de praktijk zo te optimaliseren dat praktische oplossingen en structuren worden opgebouwd, die in de toekomst door de sector kunnen worden gebruikt. Bestaande grensoverschrijdende opleidingsmogelijkheden, zoals ondernemerscursussen of opleidingen voor toeristische bedrijven, evenals de Duits-Nederlandse uitwisselingsplatformen, kunnen door geïnteresseerde en geschikte projectpartners of externe partijen worden voortgezet. Bij het ontwikkelen van concepten zoals "Enjoy the Ride in EUREGIO" of "Enjoy the Sport" wordt veel belang gehecht aan de praktische inrichting. Ook na afloop van de projecten moeten het aanbod in de praktijk te gebruiken blijven voor bedrijven en mensen in praktijk. Daarvoor is de samenwerking en de band met bedrijven, instellingen en organisaties binnen de paardensector onontbeerlijk. Samenwerkingsverbanden en teams van deskundigen, zoals bijvoorbeeld binnen het werkveld van de voortplantingstechnologie of de paardenvoeding, moeten worden voortgezet op basis van een uitgewerkt concept. Deelprojecten als "Paard en Werk / De Teugels in handen" worden ook na afloop van het project voortgezet. Berekeningen laten tot nu toe zien dat het voortzetten van de activiteiten in samenwerking met gemeenten en arbeidsbureaus realiseerbaar lijken.
Geplande subsidiabele kosten van het project
Licht u a.u.b. kort toe wat deze kosten omvatten
Personeelskosten
453.391 €
Personeelkosten organisatie en uitvoering project
Overige kosten
1.236.829 €
Externe kosten, zie begroting
(-) Inkomsten
319.500 €
Inkomsten vanuit het project
Totaal
1.370.720 €
Voorgestelde financiering Vult u in elk geval het totaalbedrag van de geplande eigen bijdrage van de projectpartners in! eigen bijdrage
Totaal eigen bijdrage projectpartners
Totaal Publiek Privaat
bijdragen van derden
Totaal
Publiek
Regio Twente Duitse Kreisen en Landkreisen
Privaat INTERREGFinanciering (publiek)
Totaal EU (EFRO) Co-financiering NL Co-financiering De
Totaal
Totaal
Som
685.360 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 685.360 € 342.680 € 342.680 € 0,00 € 0,00 € 685.360 € 685.360 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 1.370.720 €
Formulierversie 2.3 [22-06-2015]
12
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
oe
o e
für ein Projekt im Rahmen des INTERREG-Programms Deutschland-Nederland
Entwurf-Nr. / Version
Datum
1
RPM Ems Dollart Region RPM EUREGIO RPM Euregio Rhein-Waal RPM Euregio rhein-maas-nord
Begleitendes regionales Programmmanagement (RPM) (falls bekannt)
Projekttitel (ggf. Abkürzung, max. 20 Zeichen)
Vollständiger Projekttitel (falls erforderlich; max. 3 Zeilen)
30.11.2015
Energieneutrale verwijdering van microverontreinigingen uit afvalwater
Invoering van een energieneutraal concept voor de verwijdering van microverontreinigingen uit afvalwatersystemen
Geplanter Projektstart
Geplante Laufzeit (in Monaten)
01-07-2016
48 maanden
Lead Partner Name der Organisation
Adresse, Ort
Waterschap Vechtstromen
Kooikersweg 1, 7609 PZ Almelo
Kontaktperson
Telefon | Email
Dhr. Hans Ellenbroek
+31 (0)88 2203242,
[email protected]
Weitere Projektpartner (Name der Organisation, Ort | falls möglich: Kontaktperson, Telefon, Email)
TBR Technische Betriebe Rheine AöR Am Bauhof 2 -16 48431 Rheine
Formularversion 2.3 [22.06.2015]
1
Contactpersoon: Dhr. Udo Eggert, Telefoonnummer: +49 (0)5971 939583 E-mailadres:
[email protected] Moekotte Enschede Twekkeler Es 45 7547 ST Enschede Contactpersoon: Dhr. Rob van Loon Telefoonnummer: + 31 (0)53 4848000 E-mailadres:
[email protected] InnotecControl Hovesaatstraße 6 48432 Rheine Contactpersoon: Dhr. Klaus Katerkamp Telefoonnummer: +49 (0)5971 8001680 E-mailadres:
[email protected] Institut für Abfall, Abwasser, Site und Facility Management e.V. Contactpersoon: Dhr. Dr.-Ing. Thomas Böning, Telefoonnummer: +49 (0)2382 964511 E-mailadres:
[email protected]
1. Welche konkreten Maßnahmen/Aktivitäten sind im Rahmen des Projektes geplant? Hinweis: Eine Einteilung in mehrere Arbeitspakete oder Phasen kann hier bereits sinnvoll sein (maximal 15000 Zeichen) In het kader van dit projectvoorstel wordt een processturing voor het afvalwatersysteem ontwikkeld die tevens op praktijk schaal gerealiseerd zal worden. Het besturingssysteem heeft als doel, de emissie van microverontreinigingen naar oppervlaktewater door overstortingen uit het gemengde rioolstelsel tot een minimum te reduceren en de met microverontreinigingen belaste afvalwaterdeelstromen gericht naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) af te voeren. Tevens zullen energetische aspecten in de geïntegreerde besturing opgenomen worden. Daarbij zal specifiek de integratie van de besturingstechniek voor het afvalwatersysteem in een toekomstig, door hernieuwbare energiebronnen gevoede, regionaal energievoorzieningsysteem getest moeten worden. Het project wordt met Nederlandse en Duitse projectpartners uitgevoerd. Aan Nederlandse zijde zullen het Waterschap Vechtstromen en het MBK bedrijf Moekotte deelnemen als projectpartner. Het Waterschap exploiteert in de gemeente Emmen een RWZI met een biologische belasting van ca. 100.000 i.e. Het in de RWZI biologisch gezuiverde afvalwater wordt in de grootste EDI installatie ter wereld opgewerkt, die behalve uit een electro- deïonisatiestap, uit een zeeftrap, een ultrafiltratiestap, een actief-kool filter en een installatie voor omgekeerde osmose bestaat. Men beschikt hier over omvangrijke bedrijfs-knowhow aangaande een groot aantal verdergaande reinigingsstappen, waarmee microverontreinigingen kunnen worden geëlimineerd. Aan Duitse zijde zullen de Technische Betriebe Rheine AöR, het MBK bedrijf InnotecControl en de organisatie INFA-ISFM e.V (wetenschappelijke begeleiding) participeren als projectpartner. In het kader van het afgesloten Interreg IVA project “Fuzzy-afvalwatersystemen” werden in Rheine en Oldenzaal voor het eerst intelligente regelsystemen geïmplementeerd, waarmee het mogelijk is rioolstelsel en RWZI als één geheel systeem te sturen. Zo kunnen overstortingen uit het gemengde rioolstelsel op het oppervlaktewater substantieel worden gereduceerd. Naast de hydraulische belasting, werd met name gefocust op de organische bestanddelen en voedingsstoffen. De steeds relevanter wordende microverontreinigingen werden niet meegenomen. In het kader van dit Interreg V projectvoorstel wordt, voortbordurend op de resultaten van het afgesloten project (zie laatste documentatie) een processturing voor het afvalwatersysteem ontwikkeld en geïmplementeerd, met de emissie van microverontreinigingen als wezenlijke stuurparameter. Verder wordt de integrale processturing van het afvalwatersysteem geïntegreerd in een regionaal energienetwerk. Formularversion 2.3 [22.06.2015]
2
De volgende maatregelen/projectstappen zijn gepland. Deze zijn onderverdeeld naar de verschillende werkpakketten: 1. Onderzoek naar de relevante emissies van microverontreinigingen bij de afvalwatersystemen in Rheine en Emmen (bv. benzotriazol, diclofenac) Er wordt een evaluatie uitgevoerd van de, via de watersysteem monitoring gemeten emissies van microverontreinigingen naar de oppervlaktewatersystemen. Indien nodig, worden de huidige officiële metingen aangevuld met extra eigen metingen. Op basis van de meetwaarden van de afvalwatersystemen van Rheine en Emmen worden vervolgens de relevante microverontreinigingen geïdentificeerd. Tot slot, zal een selectie worden gemaakt van de, in het kader van dit project uit te werken relevante microverontreinigingsparameters. Uitvoering door INFA-ISFM eV, Waterschap Vechtstromen, TBR 2. Onderzoek naar de bronnen aan de hand van Rheine en Emmen en uitwerken van strategieën ter voorkoming en ter reductie Er worden analyses uitgevoerd van de relevante microverontreinigingen in de verschillende stadswijken van de twee afvalwatersystemen (o.a. gebieden met ziekenhuizen, bejaardentehuizen). Door de installatie van automatische monsternemers kunnen dagelijkse trends in de concentraties van microverontreinigingen waargenomen worden. Voor de afvalwatersystemen van Emmen en Rheine worden microverontreinigingbalansen opgesteld en relevante afvalwaterstromen met microverontreinigingen geïdentificeerd. Vervolgens worden besturingstechnische strategieën voor het isoleren van vervuilde deelstromen ontwikkeld, alsmede voor doelgerichte afvoermogelijkheden ervan naar de zuiveringsinstallatie. Uitvoering door INFA-ISFM eV, Waterschap Vechtstromen, TBR 3. Uitwerken van een model voor de algehele besturing van het afvalwatersysteem in Rheine en Emmen, ten behoeve van het reduceren van emissies en overstortingen van relevante vrachten aan microverontreinigingen Op basis van de hiervoor ontwikkelde besturingsstrategieën, wordt een model voor een integraal besturingssysteem voor het afvalwatersysteem ontwikkeld, dan wel worden de bestaande modellen overeenkomstig aangepast. Voor de afvalwatersystemen worden vervolgens de verdere, voor de besturing benodigde gegevens van de riolering geselecteerd. Er worden installaties geselecteerd die in een besturingsconcept worden opgenomen. Verder wordt een concept voor aanvullende, wenselijke meetsystemen ontwikkeld. Er wordt een planning gemaakt van de data-technische aansluitingen van constructies en meetsystemen op de zuiveringsinstallaties van Emmen en Rheine. In principe zijn zowel bekabelde verbindingen als WLAN verbindingen (GPRS) mogelijk. De aansturing van de constructies en meetsystemen zullen worden gedaan volgens de Fuzzy regelsystematiek. De causale relaties die nodig zijn voor de Fuzzy besturing worden uitgewerkt en de controleparameters worden ingesteld op basis van de locatie-specifieke randvoorwaarden. Uitvoering door Fa. Moekotte, Fa. InnotecControl, INFA-ISFM eV 4. Implementatie van concepten voor energetische optimalisatie (behandeling deelstromen, slib- en gasmanagement, prognoseconcepten) in de besturing van afvalwatersystemen (rioolstelsel en RWZI) In deze projectstap, wordt de energetische aanpak geïntegreerd in de eerder ontwikkelde besturingsmodellen. Daarbij worden de, in het kader van het afgeronde Interreg-IVa-Project nog niet toegepaste werkwijzen op het gebied van de afvalwaterzuivering, zoals de behandeling van deelstromen, als ook het slib- en gasmanagement in het uitgebreide besturingsconcept opgenomen. Verder moet de aanpak worden geïntegreerd in de ontwikkelde Fuzzy afvalwaterketen, om de energiebehoefte van het rioolsysteem te kunnen regelen (afhankelijk van het aanbod van het netwerk van de energieleveFormularversion 2.3 [22.06.2015]
3
rancier). Met een dergelijk systeem wordt het voor de eerste keer mogelijk stroompieken, die voortvloeien uit een toename van het gebruik van hernieuwbare energie (bijv. Windenergie, zonneenergie), te verminderen. Dergelijke systemen kunnen het, in Europa nagestreefde energiebeleid ten aanzien van duurzame energie ondersteunen, in het geval de benodigde uitbreiding van het elektriciteitsnet kan worden verminderd. Ook op het gebied van de afvalwater infrastructuur is behoefte aan nieuwe invalshoekennodig, ter verduidelijking het betreft hier namelijk een belangrijke lokale grootverbruiker van energie. Uitvoering door Fa. Moekotte, Fa. InnotecControl, INFA-ISFM eV 5. Realiseren van simulatieberekeningen De ontwikkelde besturingsstrategieën en modellen worden voorafgaand aan de grootschalige implementatie ervan geëvalueerd door middel van simulatieberekeningen. De controleparameters worden vervolgens ingesteld op basis van de simulatieresultaten. De computergestuurde simulatie van het proces maakt het mogelijk, in bepaalde bedrijfssituaties een voorspelling van de effecten op de riolering en de zuiveringsinstallatie te doen. Implementatierisico’s worden hierdoor zo veel mogelijk gereduceerd. Uitvoering door Fa. Moekotte, Fa. InnotecControl, INFA-ISFM eV 6. Realisatie op praktijk schaal van het ontwikkelde systeem, c.q. uitbreiding van het systeem in Rheine en Emmen, installatie van de noodzakelijke meet- en regelsystemen op de RWZI in Emmen en in het rioolstelsel van Emmen. Uitbreiding van de besturing van het afvalwatersysteem in Rheine door integratie van meer bouwwerken. Het eerder ontwikkelde afvalwaterbesturingssysteem wordt in deze projectfase in uitvoering genomen. Om dit te kunnen realiseren zullen bouwkundige, maar vooral installatietechnische maatregelen uitgevoerd moeten worden. Hierbij valt te denken aan de besturingstechnische integratie van de aandrijvingen en meetsystemen en de aanpassing van meetsystemen als geheel. Het is de bedoeling dat het ontwikkelde besturingsmodel wordt gekoppeld aan de bestaande besturingssystemen van de rioolwaterzuiveringsinstallaties Uitvoering door Fa. Moekotte, Fa. Innotec Control, Waterschap Vechtstromen, TBR, externe dienstverleners 7. Optimalisatie van het totale systeem Ten slotte moet het, op praktijk schaal gerealiseerde besturingssysteem door de projectpartners onder bedrijfscondities geoptimaliseerd worden waarbij de diverse controleparameters aan verdere fijn afstellingen onderworpen zullen worden. Uitvoering door Fa. Moekotte, Fa. InnotecControl, INFA-ISFM eV 8. Koppeling aan het bestaande demonstratie- en trainingscentrum en disseminatie van de projectresultaten Door de twee besturingssystemen te koppelen aan het reeds bestaande demonstratie- en trainingscentrum, zullen de projectresultaten middels seminars en/of andere evenementen aan een breder publiek beschikbaar gesteld worden. Daarnaast zullen de publicaties via het reeds bestaande internetplatform van het Euregio-Fuzzycentrum en in vakbladen beschikbaar gesteld worden. Uitvoering door Fa. Moekotte, Fa. InnotecControl, Watershap Vechtstromen, TBR, INFA-ISFM eV
Een wezenlijk uitgangspunt in het project is de kennisoverdracht tussen de twee betrokken MKB bedrijven Formularversion 2.3 [22.06.2015]
4
als ook de kennisoverdracht met TBR en het Waterschap Vechtstromen, gezamenlijk met de Gemeente Emmen. Op deze manier kunnen omvangrijke ervaringen uit de al in Rheine gerealiseerde “fuzzyafvalwaterbesturing” overgebracht worden op het rioolstelsel en de RWZI in Emmen. Anderzijds zijn er in Emmen al ervaringen met een vergaande reiniging van afvalwater incl. verwijdering van microverontreinigingen, die in Rheine kunnen worden benut.
2. Welche Ziele und Zielgruppen sollen mit dem Projekt erreicht werden? Welche Ergebnisse (ausgedrückt in Indikatoren) verspricht das Projekt? (maximal 2000 Zeichen) Het project streeft de twee volgende wezenlijke doelen na: 1. Reductie van de lozing van microverontreinigingen op oppervlaktewater door middel van een intelligente besturing van het afvalwatersysteem. 2. Verhoging van de energie-efficiënte en realisatie van meer potentieel voor energiebesparing (behandeling van deelstromen, slibmanagement, gasmanagement, gegevens van regenval, prognosegegevens door weerradar) met opname van het afvalwatersysteem in een regionaal energieverzorgingsnetwerk. Beide doelen moeten voor het grootste gedeelte worden verwezenlijkt door een omvangrijke verdere ontwikkeling van de besturing van afvalwatersystemen, die in het kader van het Interreg IVA programma ontwikkeld werd. Aan het project nemen, naast de beide als partners deelnemende MKB-bedrijven andere MKB-bedrijven deel, zowel uit de hoek van het ontwerp en de planvorming van/voor installaties, de inrichting van afvalwaterzuiveringsinstallaties en de meet- en regeltechniek, als van de installatietechniek bij de introductie van nieuwe systemen. De wezenlijke doelgroepen van het project zijn de midden- en kleinbedrijven in het Euregio-gebied, die afvalwater technische producten gebruiken, ontwikkelen en aanbieden, zowel als de beheerders van de RWZI’s. De gerealiseerde projectresultaten worden daarbij door een Euregionale werkgroep ter beschikking gesteld aan de waterbeheerders en de in de Euregio gevestigde meet- en regeltechnische en afvalwater technische bedrijven. Door het project en het al in gebruik zijnde demonstratie- en ontwikkelingscentrum wordt aan exploitanten de mogelijkheid geboden de procestechniek verder te ontwikkelen. Dit zal de marktintroductie van nieuwe producten van hier gevestigde bedrijven duidelijk verbeteren. Verder dient het project de burger, omdat door een effectieve afvalwaterzuivering met geoptimaliseerde processen ecologische waarde wordt gecreëerd voor de watersystemen. Verder kan de rioolheffing worden verlaagd en kunnen daarmee de kosten voor de afvalwaterbedrijven worden gereduceerd. De volgende resultaten moeten door het project worden bereikt: Tenminste 30 % reductie van de vracht aan microverontreinigingen die op oppervlaktewater wordt geloosd. Vermindering van het energieverbruik van de twee betrokken afvalwatersystemen (Rheine, Emmen) met tenminste 10 % Scheppen van voorwaarden voor een energieneutrale verwijdering van microverontreinigingen Directe betrokkenheid van, aanvullend tenminste 5 MKB-bedrijven als externe partijen bij de realisatie van het project Participatie van nog eens 10 MKB-bedrijven aan de projectresultaten
Formularversion 2.3 [22.06.2015]
5
7. Wie werden die Projektaktivitäten und -ergebnisse / das entstandene grenzüberschreitende Netzwerk nach dem Projektablauf genutzt bzw. weitergeführt und finanziert? Inwieweit werden die Outputs und Ergebnisse des Projekts übertragbar auf und nutzbar für Dritte sein? (maximal 2000 Zeichen) Zowel de beide, als partner betrokken MKB bedrijven, als ook de MKB bedrijven die tijdens de uitvoering van het project worden ingeschakeld, kunnen de projectresultaten voor toekomstige maatregelen op het gebied van verwijdering van microverontreinigingen en de energietechniek toepassen. Door de overdraagbaarheid van de resultaten op andere projecten en andere afvalwatersystemen, is zowel de overdracht van de technische expertise als ook de kennis op het gebied van economische duurzaamheid mogelijk. Het is te verwachten, dat na afloop van het project, bij de realisatie van andere gelijksoortige projecten, meer MKB bedrijven betrokken zullen worden (b.v. bouwbedrijf en leveranciersbedrijven) en derhalve de mogelijkheid krijgen om te profiteren van de projectresultaten. Naast de MKB bedrijven die werkzaam zijn in het vakgebied afvalwatertechnologie, zullen ook de Nederlandse en Duitse beheerders van rioleringen en RWZI‘s in staat zijn om de resultaten te gebruiken. De integrale benadering van de microverontreinigingsstromen van het lozingspunt op de riolering tot de lozing op oppervlaktewater, zal zowel ecologische als economische gezichtspunten van dit vraagstuk duurzaam beïnvloeden. Verder worden de resultaten voor een omvangrijke uitrol in de praktijk doorgegeven. . Deze overdracht vindt plaats in de vorm van congressen, workshops en seminars en is zowel voor beheerders van RWZI’s en rioolbeheerders, als voor bedrijven als ingenieursbureaus, installatiebedrijven, bouwbedrijven, leveranciers, etc. bedoeld. Als locatie is bv. het Fuzzy-ontwikkelings- en demonstratiecentrum bij de RWZI Rheine en de hoofdvestiging van Waterschap Vechtstromen in Almelo geschikt.
Kalkulierte förderfähige Kosten für das Projekt
Personeelskosten kosten
540.000,00 €
Overige Kosten
640.000,00 €
(-) Einnahmen
0,00 €
Gesamt
1.220.000,00 €
Bitte erläutern Sie kurz was in diesen Kosten enthalten ist TBR Waterschap Fa. Moekotte Fa. InnotecControl INFA-ISFM e.V. TBR Waterschap Fa. Moekotte Fa. InnotecControl INFA-ISFM e.V
Formularversion 2.3 [22.06.2015]
6
80.000 € 80.000 € 120.000 € 120.000 € 180.000 € 250.000 € 250.000 € 50.000 € 50.000 € 40.000 €.
Vorgesehener Finanzierungsplan Bitte tragen Sie zumindest die Gesamtsumme des angestrebten Eigenbeitrags der Projektpartner ein! 244.000 € 20,00% Eigenbeitrag Gesamt Eigenbeitrag Gesamt 244.000 € 20,00% Projektpartner 0,00 € 0,00% Öffentlich Privat
Beitrag Dritter/ bijdragen van derden
Gesamt
Öffentlich Privat
INTERREGFinanzierung (Öffentlich
Gesamt EU (EFRE) Kofinanzierung NL Kofinanzierung De
Summe
Gesamt
Gesamt
0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 976.000 610.000 183.000 0,00 € 0,00 € 183.000 0,00 € 0,00 €
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 80,00% 50,00% 15,00% 0,00% 0,00% 15,00% 0,00% 0,00%
7: a)
Voortgang INTERREG V Kaderproject voor de EUREGIO Stand van zaken
Eerste informatie- en netwerkbijeenkomst plaatsgevonden Op donderdag 5 november jl. vond in het Kulturhus in Borne de startbijeenkomst “Bouwstenen voor de grensregio” plaats. Ruim 180 deelnemers van beide zijden van de grens werden geïnformeerd over de vernieuwde en meer laagdrempelige aanvraag- en afwikkelprocedures. De presentatie van de bijeenkomst evenals de aanvraagformulieren zijn beschikbaar via: www.euregio.eu/nl/subsidies/subsidiemogelijkheden-tot-€-25000. Goedkeuringsproces subprojecten evenals bijkomende subsidiebepalingen voor ontmoetingsactiviteiten vastgesteld Het goedkeuringsproces voor subprojecten binnen het kaderproject werd op advies van de EUREGIO-commissies en het Dagelijks Bestuur in de EUREGIORaad besloten: -
Alle projecten die meer dan € 5.000 EU-subsidie ontvangen worden ter advisering aan de EUREGIO-commissie die het betreft voorgelegd. Dit advies vormt de basis voor de standpuntbepaling van het Dagelijks Bestuur en uiteindelijk voor de besluitvorming in de EUREGIO-Raad.
-
Projecten die minder dan € 5.000 subsidie ontvangen worden door het EUREGIO-secretariaat afgehandeld.
Ontmoetingsactiviteiten (tot € 1.000 subsidie) moeten verder vol doen aan de volgende voorwaarde: -
Een aanvrager kan voor een zelfde activiteit maximaal 1 keer per 3 jaar een subsidieaanvraag bij de EUREGIO indienen. Ter verduidelijking: dit criterium geldt vanwege steeds nieuwe klassen niet voor scholen.
Stand van zaken EU-middelen gereserveerd Per 31-12-2015 hebben 28 ontmoetingsprojecten een toekenning ontvangen. Zodoende is € 16.050 subsidie gereserveerd. Aangezien de subsidiebepalingen voor de intensievere samenwerkingsprojecten pas begin november voorlagen, konden nog geen intensieve samenwerkingsprojecten worden ingediend.
- 13 -
Totale beschikbare
Indicatief toegewezen
subsidie
subsidie
(2015-2022)
(stand 31-12-2015)
€ 297.000
€ 16.050
€ 1.300.000
€0
Ontmoetingen (tot € 1.000 subsidie) Intensievere samenwerkingsprojecten (tot max. € 25.000 subsidie)
Met het oog op de indicatoren van het INTERREG V-programma DeutschlandNederland is het van belang te vermelden dat inmiddels werden georganiseerd: -
7 ontmoetingsactiviteiten voor scholieren
-
12 attracties / openbare evenementen.
Hieraan
hebben
(op basis van eindberichten en navraag) respectievelijk
deelgenomen: 534 leerlingen en 2462 bezoekers. Daarnaast vonden 9 andere ontmoetingsactiviteiten plaats. Gedurende de volledige projectlooptijd dienen in totaal te worden ondersteund / betrokken: -
200 MKB
-
5000 scholieren / studenten
b)
Standpuntbepaling intensieve samenwerkingsprojecten
Zoals besloten door de EUREGIO-Raad, in overeenstemming met het advies van de commissies en het Dagelijks Bestuur, worden intensieve samenwerkingsprojecten vanaf € 5.000 eerst door de betreffende commissie vakinhoudelijk beoordeeld, voordat ze aan het Dagelijks Bestuur en de EUREGIO-raad worden voorgelegd. De volgende projecten werden ingediend: EUREGIO-commissie “MOZER – Maatschappelijke Ontwikkeling” -
Project “Grenzeloos straffen” (zie bijlage)
-
Project “Wereldtheater - wat jullie willen” (zie bijlage)
-
Project “Borne sport Rheine” (zie bijlage)
- 14 -
EUREGIO-commissie “Economie en Arbeidsmarkt”: -
Project “Euregio Careers” (zie bijlage)
-
Project “Beursallianties grenzeloze toeleveranciercompetentie” (zie bijlage)
-
Project “Economische samenwerking tussen de stad Ochtrup en de gemeente Hof van Twente / (zie bijlage)
EUREGIO-commissie “Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling”: -
Project “Variantenstudie fietssnelweg Enschede-Gronau” (zie bijlage)
Een overzicht van de opmerkingen van de betreffende commissies ontvangt u ter vergadering.
Besluitvoorstel aan de EUREGIO-raad: Aanbeveling van de genoemde intensieve samenwerkingsprojecten.
- 15 -
AANVRAAG VOOR EEN SUBSIDIE UIT HET KADERPROJECT INTERREG V A DEUTSCHLAND-NEDERLAND Nr. Project (wordt toegekend door de EUREGIO)
202060 / ……..
Naam project
GRENZELOOS STRAFFEN
Begindatum project:
01-01-2016
Einddatum project:
Aanvrager: (Organisatie, adres, plaats, contactpersoon, telefoonnummer, e-mail)
Stichting stedelijk museum coevorden, Haven 4, 7741 JV Coevorden, 088 0128315 Sandra Muller,
[email protected] Bankrelatie (IBAN + BIC):
31-12-2017
Organisatievorm:
BTW-plichtig ja/nee:
Publiek Privaat
Ja Nee
NL76INGB0007418182 + INGBNL2A
Partner(s): (Organisatie, adres, plaats, contactpersoon, telefoonnummer, e-mail)
Organisatievorm:
BTW-plichtig ja/nee:
Emslandmuseum Lingen, Burgstraße 28 b, 49808 Lingen, Dr. Andreas Eiynck,
[email protected], inhoudelijk projectpartner, mede-organisator
Publiek Privaat
Ja Nee
Provincie Drenthe, Westerbrink 1, 9405 BJ Assen, Evelien Alkema,
[email protected], cofinanciering
Publiek Privaat
Ja Nee
Emsländische Landschaft für die Kreise Emsland und Grafschaft Bentheim,
[email protected], cofinanciering
Publiek Privaat
Ja Nee
Fred Sieders, Senior Rechter en Teamvoorzitter Straf locatie Leeuwarden Rechtbank Noord-Nederland, inhoudelijk adviseur
Publiek Privaat
Ja Nee
Stichting ToReCo, Miranda Pathuis,
[email protected], lokale toeristische organisatie
Publiek Privaat
Ja Nee
Vereniging Lingen Wirtschaft en Tourismus, lokale toeristische organisatie
Publiek Privaat
Ja Nee
1
1. Beschrijf uw projectvoornemen (doel, doelgroepen, activiteiten, gebied(en), etc.) (max. 500 woorden)
Het project bestaat uit een reizende tentoonstelling rondom het thema historisch strafrecht met een publicatie in de vorm van een magazine. De tentoonstelling zal zowel in Lingen (Duitsland) als in Coevorden (Nederland) te zien zijn bij de deelnemende musea. In beide musea zal de tentoonstelling 6 maanden te zien zijn. De tentoonstelling wordt getoond in het Stedelijk Museum Coevorden van maart 2016 t/m augustus 2016. Van september 2016 t/m februari 2017 zal de tentoonstelling te zien zijn in het Emslandmuseum in Lingen. Het magazine zal tweetalig worden en gratis ter beschikking worden gesteld aan bezoekers en deelnemende musea. De tentoonstelling gaat in op strafrecht in de periode 1500 tot het jaar 1800. De keuze voor het thema strafrecht is tweeledig. Enerzijds is strafrecht een thema wat erg passend is bij de Duits Nederlandse samenwerking omdat historisch gezien op dit vlak ook veel werd samengewerkt. Beulen waren bijvoorbeeld actief in zowel Duitsland als Nederland en de beu lsfamilies aan beide zijden van de grens zijn nauw verwant. Daarnaast was de grens niet als zodanig aanwezig, de gebieden waar Coevorden en Lingen onder vielen wisselden meerdere keren van ‘eigendom’. Het ene moment hoorde Lingen bij het koninkrijk der Nederlanden en het andere moment was Coevorden onderdeel van het bisdom Munster. Afhankelijk van het gebied waar de steden toe behoorden was er ook een andere rechtspraak van toepassing. Tot op heden is er nog weinig onderzoek gedaan naar rechtspraak in dit gebied in de periode 1500-1800 en met name het grensoverschrijdende element biedt een interessante invalshoek. Tweede aspect dat mede de keuze voor het onderwerp bepaald heeft is dat strafrecht een thema is dat veel bezoekers aan spreekt. Met name het element van straffen en foltering spreekt bij veel mensen tot de verbeelding. In de tentoonstelling worden collectiestukken van een aantal Duitse en Nederlandse musea samengebracht. Deze stukken zijn niet eerder gezamenlijk in een tentoonstelling te zien geweest. De tentoonstelling heeft een potentie van zo’n 80 mogelijke objecten. Het gaat hierbij om verschillende objecten zoals beulszwaarden, martelwerktuigen, prenten, schilderijen, juridische documenten, videomateriaal en andere gerelateerde materialen. Hierbij zal voorrang gegeven worden aan collecties binnen Niedersachsen en Noord Nederland. De tentoonstelling krijgt een modulaire opbouw. Deze wordt in gedeelten opgebouwd, waardoor deze makkelijk afgebroken en opgebouwd kan worden. Ook wordt het hierdoor mogelijk onderdelen na de projectperiode beschikbaar te stellen aan andere musea. In de tentoonstelling zal op diverse manieren multimedia worden ingezet ten behoeve van de informatieverstrekking. Hierbij wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van displays en andere interactieve elementen, waarbij bezoekers echt mee kunnen doen. Inhoudelijke doelen: - Zichtbaar maken gezamenlijke rechtshistorie van Duitsland en Nederland - Uitwisseling van museale collecties en kennis tussen Duitsland en Nederland - Ontwikkeling nieuw aanbod voor grensoverschrijdend toerisme tussen Duitsland en Nederland zoals historische fietsroutes, een gezamenlijke tweetalige folder en combitickets.
2
- Stimuleren samenwerking tussen het Emslandmuseum te Lingen en het Stedelijk Museu m Coevorden op lange termijn. - Stimuleren samenwerking en netwerkvorming tussen andere betrokken musea in Duitsland en Nederland door middel van kennisuitwisseling en uitwisseling van collecties. Doelgroepen: - Inwoners Lingen en Coevorden (en omgeving). Bewoners uit Lingen worden gestimuleerd om de tentoonstelling te bezoeken in Coevorden en bewoners uit Coevorden andersom de tentoonstelling in Lingen. Om bewoners hiervoor te interesseren worden onder anderen historische routes, rondleidingen in de buurtaal en speciale combitickets ingezet. Deze routes, rondleidingen en tickets zullen speciaal voor de tentoonstelling worden ontwikkeld. Hierbij wordt gedacht aan routes rondom historische rechtsplaatsen en galgenvelden. De tickets zullen combinaties zijn tussen het Stedelijk Museum Coevorden en het Emslandmuseum en andere betrokken musea. Bewoners die het museum in hun eigen omgeving bezoeken worden geïnformeerd door middel van foldermateriaal en posters en gestimuleerd om ook alsnog een bezoek te brengen aan het andere museum. - Schoolgaande jeugd Lingen en Coevorden. Voor de schoolgaande jeugd in de leeftijd van 10 – 12 jaar (BO) en 13-16 jaar (VO) wordt een educatief programma rondom het thema strafrecht ontwikkeld door de museumdocenten van beide musea bestaande uit een museumles en een opdracht op school. Met name de rol van ‘de grens’, of juist het ontbreken hiervan zal centraal staan in het programma. Hiervoor zullen de basisscholen in de gemeente Coevorden en Scholengemeenschap de Nieuwe Veste benaderd. In Lingen zullen de scholen in de nabije omgeving benaderd worden. - Duitse en Nederlandse musea in het projectgebied. Duitse en Nederlandse musea worden benaderd om op diverse manieren deel te nemen aan het project zoals bijvoorbeeld door een deel van hun collectie beschikbaar te stellen of deel te nemen aan het historisch onderzoek. Hiermee wordt een netwerk gevormd rondom een bepaald kennisgebied (strafrecht) waarvan in andere (toekomstige) projecten ook gebruik kan worden gemaakt voor de uitwisseling van kennis en collecties. Daarnaast worden de betrokken musea voorzien van foldermateriaal (tweetalig) om de verspreiden onder hun bezoekers.
2. Wat is de grensoverschrijdende meerwaarde? (max. 200 woorden) Door het realiseren van de tentoonstelling en het bijbehorende magazine wordt er voor het eerst onderzoek gedaan naar het thema grensoverschrijdend strafrecht binnen dit gebied en de gekozen periode. Hiermee wordt een nieuw gedeelte van de historie van deze regio ontsloten voor een groter publiek. Daarnaast worden er voor het eerst op grote schaal diverse bruiklenen samen gebracht rondom het thema strafrecht, hiermee wordt een unieke overzichtspresentatie gerealiseerd die niet eerder beschikbaar was voor het publiek. Ook is het de eerste samenwerking tussen Lingen en Coevorden, en dankzij de betrokkenheid van een groot aantal andere musea een eerste grensoverschrijdende samenwerking tussen een dergelijk aantal musea. Doordat in de tentoonstelling stukken worden samengebracht die nooit eerder samen te zien zijn geweest vormt de tentoonstelling een waardevolle toevoeging aan het huidige culturele aanbod. Daarnaast is de gekozen aanpak ten aanzien van publieksbenadering voor beide musea vernieuwend. 3
De tentoonstelling gaat in op het strafrecht en de rechtstaat. Dit moet leiden tot een bewustwording bij bezoekers over de rechten die mensen hebben in het buitenland. Contacten tussen justities van Nederland en Duitsland waren nodig om vreedzame contacten mogelijk te maken. Het moet duidelijk worden dat mensen ook vroeger al rechten hadden in het buitenland als men voor het gerecht moest verschijnen. 3. Geplande publiciteitsmaatregelen (a.u.b. aankruisen en/of aanvullen)
Brochure, folder Persberichten Persbijeenkomst Evenement (tentoonstelling, lezingen, rondleidingen, ) Producten (Historische fiets/auto routes, combitickets, educatief pakket, magazine)
4
Totale geplande subsidiabele kosten (vul onderstaand per partner een tabel in): Overige kosten
€ 39.000,00
Personeelskosten
€ 14.142,00
(-) Inkomsten
€ - 5.000,00
Totaal:
€ 48.142,00
. Geplande subsidiabele kosten aanvrager: Overige kosten (a.u.b. toelichten): Onderstaande kosten zijn gezamenlijke kosten. Stedelijk Museum Coevorden zal als opdrachtgever fungeren.
€ 39.000,00
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland Vertalen magazine en tentoonstellingsteksten op basis van offerte R. Hanssen
€ 1.750,00
Vormgeving tentoonstelling, magazine en PR materiaal op basis van offerte P. Belgers
€ 3.750,00
Drukwerk magazine
€ 6.500,00
Drukwerk PR materiaal (folder, posters, fietsroutes, flyers tbv rondleidingen, combitickets)
€ 4.500,00
Transportkosten ten behoeve van bruiklenen en transport tentoonstelling tussen Coevorden en Lingen
€ 5.000,00
Bouw vitrines tentoonstelling
€ 13.000,00
Drukwerk tentoonstelling (muurteksten, afbeeldingen)
€ 2.500,00
Tijdelijke verlichting tentoonstelling
€ 2.000,00
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 5.657,00
S. Muller (zie bijgevoegde taakomschrijving), 67 uur
€ 3.417,00
G. Kleis (zie bijgevoegde taakomschrijving), 80 uur
€ 2.240,00
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ - 2.500,00
Kaartverkoop, 5 euro per persoon
€ - 2.500,00 € 0,00 € 42.157,00
Totaal:
5
Geplande subsidiabele kosten projectpartner 1: Emslandmuseum Lingen € 0,00
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 8.485,00
A. Eiynck (zie bijgevoegde taakomschrijving), 95 uur
€ 4.845,00
M. Brodhaecker (zie bijgevoegde taakomschrijving), 65 uur
€ 1.820,00
A. Konen (zie bijgevoegde taakomschrijving), 65 uur
€ 1.820,00
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ - 2.500,00
Kaartverkoop, 5 euro per persoon
€ - 2.500,00 € 0,00 € 5.985,00
Totaal:
Financieringsplan € 25.000,00
52,00 %
Stedelijk Museum Coevorden
€ 7.500,00
15,5 %
Emslandmuseum
€ 7.500,00
15,5 %
Provincie Drenthe
€5.000,00
10,5 %
Emsländische Landschaft für die Kreise Emsland und Grafschaft Bentheim
€ 5.000,00
10,5,00 %
€ 0,00
0,00 %
€ 23.142,00
48,00 %
€ 48.142,00
100 %
Totaal eigen bijdrage:
Eigen bijdrage *)
Eigen bijdrage D & NL partners / aanvrager en derden
INTERREG-financiering
EU (EFRO) max. 50% (max. € 25.000)
Totaal:
6
*) Cofinancieringsverklaring Ondergetekende aanvrager verklaart hiermede, dat hij aan het bovengenoemd project meewerkt en bevestigt zich te verplichten om een cofinanciering ter hoogte van € 7.500, zoals in de projectaanvraag weergegeven, als eigen bijdrage van bovengenoemd project voor zijn rekening te nemen. Verder bevestigt de aanvrager voor het project genoemde eigen bijdragen van de projectpartners en derden, zoals weergegeven in de aanvraag te garanderen. Indien de beschikbaarstelling van de cofinancieringsaandelen niet geschiedt, bevestigt hij, de eigen bijdrage, in de hoogte zoals weergegeven in de projectaanvraag voor zijn rekening te nemen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Plaats, datum naam, handtekening
7
AANVRAAG VOOR EEN SUBSIDIE UIT HET KADERPROJECT INTERREG V A DEUTSCHLAND-NEDERLAND Nr. project (wordt toegekend door de EUREGIO)
202060 / ……..
Naam project
WERELDTHEATER – WAT JULLIE WILLEN
Begindatum project:
1 maart 2016
Einddatum project:
Aanvrager:
30 september 2017
Organisatievorm:
(Organisatie, adres, contactpersoon, telefoon, e-mail)
Recht op aftrek voorheffing BTW:
Kloster Bentlage gGmbH, Bentlager Weg 130, 48429 Rheine Publiek Ja Contact: Jan-Christoph Tonigs, tel: +49 5971 918 481, mobiel: X Privaat X Nee +49 160 94717083, mail:
[email protected] STADTSPARKASSE RHEINE Bankrelatie (IBAN + BIC): BIC: WELADED1RHN IBAN: DE03 4035 0005 0000 0014 46 Partners: (Organisatie, adres, contactpersoon, telefoon, e-mail)
NTK (Nieuwe Twentse Kunst), Govert Flinckstraat 24, 7606AJ Almelo - Contact: Menno Oudekerk, tel: +31 6 22095713, mail:
[email protected]
Organisatievorm:
Recht op aftrek voorheffing BTW:
Publiek X Privaat
Ja X Nee
1. Projectbeschrijving (doel, doelgroepen, activiteiten, gebied(en) etc.) (max. 500 woorden) Onder de noemer “Bentlager Wereldtheater” zal een Duits-Nederlands ensemble worden geformeerd dat voor het Kloster Bentlage in Rheine en de Stichting Art Twekkelo (SART) in Enschede/Twekkelo de komedie “Twaalfde nacht of wat jullie willen” van Shakespeare als productie voor het openluchttheater zal opvoeren. In deze enscenering zullen het Nederlands, het Duits en - als grensoverschrijdende streektaal – het Twents worden samengevoegd tot een boeiende podiumtaal, die op deze manier niet alleen zorgt voor een gedeeltelijke afbraak van de de taalbarrière, maar ook voor extra spelmogelijkheden en komische elementen. In dit opzicht draagt het project bij aan vermindering van de barrièrewerking van de grens voor burgers en instellingen. De verschillende talen zullen als verrijking worden ervaren. 1
Wat jullie willen: William Shakespeare "Twaalfde nacht of wat jullie willen" behoort, om goede redenen, tot de meest gespeelde stukken van Shakespeare, want het is niet alleen een turbulente komedie met geweldig neergezette karakters. Shakespeare creëert in de microkosmos van het afgelegen eiland Illyrië een liefdeslaboratorium waarin amoureuze aantrekkingskrachten worden omgepoold en uit het lood geslagen, tot het moment dat de soep aan gevoelens overkookt en op de bodem van de kookpan zich de naakte feiten, de afgronden van de menselijk ziel tussen zelfzucht en vurig verlangen openbaren. Het thema “Vreemdelingen”, dat als rode draad door de vertelling loopt, vanaf de schipbreuk op de kust van Illyrië aan het begin tot aan de finale bruiloft, is in de Nederlands-Duitse context en op het hedendaagse wereldtoneel onophoudelijk actueel. Vier acteurs moeten voldoende zijn om de ingewikkelde puzzel met vreemde en eigen identiteiten in met grote dynamiek gespeelde rolwisselingen op de spits te drijven. Alle rollen worden door uitsluitend mannelijke acteurs gespeeld, geheel in de traditie van het elizabethaanse theater. Het ensemble en de regie worden gevormd door een Duits-Nederlands team dat afkomstig is uit professionele vrije theaterwereld. Tussen de acteurs bestaan al jarenlang contacten en gezamenlijke projecten; samenwerking in deze grensoverschrijdende constellatie is echter nieuw. Uit de culture clash – twee acteurs zijn Duits, twee Nederlands en ook de rest van het team bestaat uit ongeveer voor de helft uit Duitsers en de helft uit Nederlanders – kan niet alleen theatraal en taalkundig potentieel worden gecreëerd, het maakt het ook mogelijk het stuk zonder grote aanpassingen aan beide zijden van de grens op te voeren. De doelgroep bestaat uit jonge en oudere theaterliefhebbers, schoolklassen en lokale initiatieven op het gebied van streektaal. De ervaring leert dat juist ongewone theaterproducties als deze vaak ook een publiek aanspreken dat weinig theaterervaring bezit. Het publiek zal in het Duits en het Nederlands door middel van flyers en posters, maar vooral ook via zowel de klassieke als de moderne social media en verder via evenementenkalenders worden bereikt. Daarbij zullen de overwegend nationale verzendlijsten en verspreidingskanalen, waarover de projectpartners beschikken, worden samengevoegd en tweetalig met informatie worden gevoed. Bovendien zullen streektaalgenootschappen, theaterkringen en abonnementhouders doelgericht worden benaderd. Voor scholen zullen speciale voorstellingen, afgestemd op het lesplan, worden geprogrammeerd. Met scholen in Rheine en omgeving en in Enschede/Hengelo bestaan hiertoe al concrete contacten en samenwerkingsvormen. Deze bezoekersgroepen zullen nadrukkelijk worden aangespoord ook de voorstellingen aan de andere kant van de grens te bezoeken. Daarvoor zal busvervoer worden aangeboden. In samenwerking met het toerismeproject van de EUREGIO wordt de attractiviteit van de EUREGIO als cultuurregio vergroot en bovendien ontstaan hieruit mogelijkheden voor grensoverschrijdende PR-activiteiten. Aan de enscenering zal op locatie in meerdere werkfasen gestalte worden gegeven. In maart 2016 zullen de eerste try-outs plaatsvinden. Voorlopig zijn 5 voorstellingen in Bentlage voor de weekeinden eind augustus-begin september 2016 gepland; aan Nederlandse zijde zullen volgens plan vooralsnog 3 voorstellingen in juni-juli 2017 plaatsvinden, dit omdat de enscenering op de andere speellocatie enigszins moet worden aangepast. De schoolvoorstellingen zullen in afstemming met de deelnemende scholen worden gepland. Het aantal bezoekers per voorstelling is maximaal 100. Aansluitend zullen afspraken worden gemaakt voor meer voorstellingen.
2
2. Wat is de grensoverschrijdende meerwaarde? (max. 200 woorden) Juist voor literatuur en podiumkunsten vormt de taalbarrière een groot obstakel voor het bereiken van het publiek aan de andere zijde van de grens. Via integratie van meertaligheid in de enscenering wordt dit obstakel niet alleen afgebroken, maar wordt bovendien meertaligheid als meerwaarde erkend. Door gebruik te maken van de Twentse streektaal wordt aan mensen die minder open staan voor klassieke streektaalevenementen toegang verschaft tot immaterieel cultureel erfgoed. Bij de uitwerking van het stuk zal veel aandacht worden besteed aan begrijpelijkheid, zodat iedere bezoeker het stuk met zijn uiteenlopende taalklanken kan volgen. Op deze wijze wordt het culturele erfgoed gekoesterd en versterkt en als bijzonder regionaal identiteitskenmerk voor het voetlicht gebracht. Bepaalde doelgroepen, zoals theaterkringen, ondernemingen en schoolklassen, zullen doelgericht grensoverschrijdend worden gestimuleerd om de voorstellingen in het buurland te bezoeken. Shakespeare als garantie voor hoogkwalitatief theater en als onderdeel van het lesprogramma, maar ook de bestaande contacten waarover de projectpartners beschikken, vormen een goede grondslag voor deze uitwisseling. De grensoverschrijdende contacten tussen scholen worden bevorderd, publieksgroepen voor nieuwe projecten worden ontsloten en met elkaar verbonden. De samenwerking tussen de partners is gebaseerd op de goede ervaringen die tijdens eerdere projecten zijn opgedaan. Deze ervaringen komen nu samen in een nieuwe, uitgebreidere grensoverschrijdende constellatie, die nog groeipotentie voor toekomstige projecten in zich bergt. Het netwerk van de deelnemende projectpartners wordt versterkt, bestaande netwerken worden aan elkaar verbonden. Op deze manier groeit de EUREGIO als cultuurregio aaneen. Een succesvolle samenwerking opent de toegang tot andere, nationale en Europese subsidiefondsen voor de financiering van vervolgprojecten.
3. Geplande publiciteitsmaatregelen (a.u.b. aankruisen en/of aanvullen) X X X X
Brochure, folder, posters Persberichten Persbijeenkomst Evenementen (bijv. symposium, tentoonstelling etc.) Overige: diverse social-media-portals (Facebook etc.), nieuwsbrief van de
deelnemende partners, websites van de deelnemende partners
3
Totale geplande subsidiabele kosten (vul onderstaand per partner een tabel in): Overige kosten
€ 42.500,00
Personeelskosten
€ 5.000,00
(-) Inkomsten
€ 2.000,00
Totaal:
€ 45.500,00
Geplande subsidiabele kosten aanvrager: Kloster Bentlage gGmbH € 30.000,00
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland. Honorarium productieassistentie
€ 1.500,00
Honorarium 2 acteurs (try-outs en voorstellingen)
€ 8.500,00
Honorarium regie
€ 7.000,00
Honorarium voorzieningen
€ 2.000,00
Honorarium licht
€ 1.700,00
Honorarium hulpkrachten
€ 500,00
Honorarium grafische vormgeving
€ 300,00
Materiële kosten voorzieningen (toneel, kostuums)
€ 2.000,00
Materiële kosten toneeltechniek (licht, geluid)
€ 1.500,00
Reis-/transportkosten
€ 1.500,00
Overnachtingskosten try-outs, voorstellingen
€ 2.000,00
Drukkosten PR
€ 500,00
Bustransfers
€ 1.000,00
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 3.500,00
Projectleiding (D) (functiegroep 2, 60 uur, flatrate overhead)
€ 3.500,00 € 0,00
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ 1.500,00
Entreegelden 5 voorstellingen
€ 1.500,00
Totaal:
€ 32.000,00
4
Geplande subsidiabele kosten partner 1: NTK € 12.500,00
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland. Honorarium productieleiding
€ 4.000,00
Honorarium 2 acteurs (try-outs en voorstellingen)
€ 8.500,00
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 1.500,00
Projectleiding (NL) (functiegroep 2, 27 uur, flatrate overhead)
€ 1.500,00 € 0,00
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ 500,00
Entreegelden 3 voorstellingen
€ 500,00
Totaal:
€ 13.500,00
Financieringsplan € 23.500
51,65 %
Kloster Bentlage gGmbH
€ 5.500
12,1 %
NTK
€ 1.500
3,25 %
Land NRW
€ 10.000
22 %
Fonds Beeldende Kunst
€ 4.000
8,8 %
Provincie Overijssel
€ 2.500
5,5 %
EU (EFRO) max. 50% (max. 25.000 €)
€ 22.000
48,35 %
€ 45.500
100,00 %
Totaal eigen bijdrage:
Eigen bijdrage *)
Eigen bijdrage D. & NL. partners / aanvrager en derden
INTERREG-financiering Totaal:
5
*) Cofinancieringsverklaring Ondergetekende aanvrager verklaart hiermede, dat hij aan het bovengenoemd project meewerkt en bevestigt zich te verplichten om een cofinanciering ter hoogte van € 5.500 zoals in de projectaanvraag weergegeven, als eigen bijdrage van bovengenoemd project voor zijn rekening te nemen. Verder bevestigt de aanvrager voor het project genoemde eigen bijdragen van de projectpartners en derden, zoals weergegeven in de aanvraag te garanderen. Indien de beschikbaarstelling van de cofinancieringsaandelen niet geschiedt, bevestigt hij, de eigen bijdrage, in de hoogte zoals weergegeven in de projectaanvraag voor zijn rekening te nemen.
Rheine, 21.01.2016 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Plaats, datum Naam, handtekening
6
AANVRAAG VOOR EEN SUBSIDIE UIT HET KADERPROJECT INTERREG V A DEUTSCHLAND-NEDERLAND Nr. Project (wordt toegekend door de EUREGIO)
202060 / ……..
Naam project
Borne Sport Rheine (BSR)
Begindatum project:
15-02-2016
Einddatum project:
Aanvrager: (Organisatie, adres, plaats, contactpersoon, telefoonnummer, e-mail)
GEMEENTE BORNE, POSTBUS 200, 7620 AE, BORNE – NL M. Moddejonge, email:
[email protected]
Bankrelatie (IBAN + BIC):
14-02-2018
Organisatievorm:
BTW-plichtig ja/nee:
X Publiek Privaat
Ja X Nee
NL 46 BNG H 0285001 337
Partner(s): (Organisatie, adres, plaats, contactpersoon, telefoonnummer, e-mail)
Organisatievorm:
BTW-plichtig ja/nee:
Partnercomité Borne Rheine – T. Remmers - 0031-74-2667021 /
[email protected]
X Publiek Privaat
Ja X Nee
074-2658663,
[email protected]
X Publiek Privaat
Ja X Nee
STADT RHEINE – FRAU HEIKE BORN, KLOSTERSTRAßE 14, 48431 RHEINE 0049-5971939221
X Publiek Privaat
Ja X Nee
Städtepartnerschaftsverein Rheine e.V. – Herrn C. Schöpker, Siedlerstr. 71, 48429 Rheine 0049-5971-84875
X Publiek Privaat
Ja X Nee
Publiek X Privaat
Ja X Nee
Öffentlich X Privat
Ja X Nein
Öffentlich X Privat
Ja X Nein
BorneSport, Mevr. W. Korte, Postbus 200, 7620 AE, Borne
Stadtsportverband Rheine e.V. – Herrn U. Mollen, Hünenborgstraße 21, 48431 Rheine 0049-597115370 TV-Mesum 1950 e.V., – Frau Britta Heine, Postfach 5114, 48419 Rheine-Mesum, Telefon: +49 5975 3581, Email:
[email protected]
Turnverein Jahn-Rheine 1885 e.V. – Herr Martin Möhring, Germanenallee 4, 48429 Rheine, Telefon (05971) 9 74 90,
[email protected] 1
ETuS Rheine 1928 e.V. – Herr Frank Schmitz, Lindenstr. 43, 48431 Rheine, Telefon: 05971-12053, Fax: 05971-12053, Email:
[email protected]
Öffentlich X Privat
Ja X Nein
1. Beschrijf uw projectvoornemen (doel, doelgroepen, activiteiten, gebied(en), etc.) (max. 500 woorden)
Het toekomstbestendig organiseren en afstemmen van sportuitwisseling tussen 27 Bornse sportverenigingen en 77 Rheinense sportverenigingen is een complex gebeuren waar veel personele inzet voor nodig is. Het project BSR wil de kwaliteit en de kwantiteit van de sportuitwisseling tussen Borne en Rheine versterken door een professioneel gedragen samenwerkingsstructuur in en tussen Borne en Rheine te ontwikkelen. Deze samenwerkingsstructuur is het doel van het project, en moet het middel worden waardoor de uitwisseling tussen verenigingen en sporters geïntensiveerd wordt. Vanuit deze structuur worden verenigingen en sporters ondersteund en begeleid bij het organiseren van sportcontacten en –uitwisselingen tussen beide partnersteden. Te zijner tijd zijn de verenigingen verantwoordelijk voor de directe sportuitwisselingen en de financiering, c.q. aan te vragen subsidiëring daarvan. In de bijgevoegde planning wordt aangegeven welke concrete activiteiten in welke gemeente in het kader van het project BSR worden georganiseerd, verspreid over beide jaren van het project. In 2016 ligt het accent op het stimuleren van uitwisseling van voetbalclubs, jeugdtennis en hardlopen/fietsen. Daarnaast worden in 2016 twee miniconferenties gepland, één in Borne en één in Rheine. In 2017 wordt het focus verlegd naar andere sporten en nog een miniconferentie in Borne belegd. Begin 2018 wordt het project afgerond. Het project BSR wordt gedragen door een netwerk van partners: Voor Borne:
Gemeente Borne: projectleiding en –administratie m.b.t. Interreg. Partnercomité Borne Rheine: bewaken en faciliteren (inhoudelijk/financieel) van uitwisselingsactiviteiten, contacten onderhouden met Rheine, organiseren van jaarlijkse studiedagen en bijdragen aan Euregioconferentie. Buurtsportcoaches BorneSport: vereniging overstijgend en op lokaal niveau coördineren en organiseren van activiteiten, draaiboek ontwikkelen, dagelijkse projectleiding (Borne). Sportverenigingen: Uitwisselingen met Rheinense sportverenigingen organiseren en uitvoeren. Subsidies t.b.v. de directe uitwisselingsactiviteiten aanvragen en afhandelen.
Voor Rheine:
Stadt Rheine: Voortgangsbewaking in Rheine, administratieve en beleidsmatige ondersteuning. Städtepartnerschaftsverein Rheine: contacten met Borne onderhouden, gesprekspartner zijn voor het Stadtsportverband en de aan het project deelnemende verenigingen uit Rheine Stadtsportverband Rheine: gesprekspartner zijn voor de Städtepartnerschaftsverein Rheine en het Partnercomité Borne Rheine. Aanspreekpunt en ondersteuning voor de verenigingen uit Rheine. 2
TV Mesum, TV Jahn, TV EtuS: Verenigingen overstijgende coördinatie en organisatie van activiteiten op lokaal niveau, ontwikkeling van een draaiboek. Sportverenigingen Rheine: Activiteiten organiseren en uitvoeren. Subsidies t.b.v. de directe sportactiviteiten aanvragen en afhandelen, dagelijkse projectleiding (Rheine).
De samenwerking richt zich op sporters van alle leeftijden en alle aanwezige sportsoorten – van gymnastiek voor het jongste kind tot seniorensport (65+) en op de binnen deze wereld actieve verenigingskaders en professionals. De activiteiten die in het kader van deze samenwerking en dit project worden ontwikkeld hebben tot doel uitwisselingsprojecten tussen verenigingen uit Borne en Rheine te stimuleren en het uitwisselingsbeleid te verankeren in het beleid van sportverenigingen in Borne en Rheine. Om het daarvoor benodigde professionele draagvlak te creëren wordt voor de duur van het project extra capaciteit ingezet door buurtsportcoaches in Borne en stafmedewerkers in Rheine. De voor het project begrootte personeelskosten en overheadkosten zijn daarvoor bestemd. Andere kosten worden in het kader van BSR niet voorzien: sportactiviteiten komen t.z.t. ten laste van verenigingsbudgetten. Als bijlage bij de aanvraag zijn naast een activiteitenplan Borne Sport Rheine, een organogram van het project en een overzicht van de te bereiken sportverenigingen en –organisaties in beide partnersteden toegevoegd. Doelen en doelgroepen: A. Lokale Overheden van Borne en Rheine: Thematisch uitwisselen van kennis en ervaringen, ideeën, werkwijzen, aanpak etc. Aanjaagfunctie ontwikkelen voor uitwisselingsactiviteiten. Daarbij kan worden gedacht aan thema’s zoals de functie “Buurtsportcoach” en de multifunctionele accommodaties zoals Borne die kent en de “Omnisportverenigingen” zoals Rheine die kent. B. Clubbesturen, -kaders en sporters: ontmoeting, kennismaking, netwerkontwikkeling, afstemming van / uitnodigen voor toernooien, thematisch uitwisselen van kennis, ervaringen, beleidsontwikkelingen etc. C. Sporters binnen en buiten clubverband: door middel van sporten en toernooien internationale kennismaking, ontmoeting en relatieopbouw organiseren.
Gewenst resultaat: Ad A: implementatie in sportbeleid en sportinfrastructuur van wederzijdse best practices zichtbaar in een gemeenschappelijke sportjaarkalender, aandacht op websites van Borne en Rheine en van de verenigingen, een draaiboek voor samenwerking (met aandacht voor logistiek, financiering en andere interculturele randvoorwaarden). Ad B: samenwerking tussen verenigingen bij het organiseren van sportactiviteiten, toernooien etc., uitwisselen van sporters en trainers, kijkje in elkaars bestuurlijke keukens. Leren van elkaars ervaringen. Deskundigheidsontwikkeling door het wederzijds laten meelopen van trainers. Ad C: Sociale en sportieve ontmoetingen, te organiseren door de Bornse en Rheinense sportverenigingen. Indicatoren:
Bestuurlijke en beleidsmatige verankering van uitwisseling bij de verenigingen: 50% van de verenigingen hebben na afloop van het project een aanspreekpunt aangewezen voor de 3
kontakten met de partnerstad, 10% van de verenigingen hebben uitwisseling expliciet in het verenigingsbeleid en de verenigingsbegroting opgenomen. Drie beleidsseminars voor/tussen lokale overheden tijdens de projectperiode. Thema’s: multifunctionele accommodaties, buurtsportcoaches en omnisportverenigingen. Publiceren van een voorbeeld draaiboek m.b.t. het organiseren van uitwisselingsactiviteiten door sportverenigingen. Deelname aan workshops die zijn gericht op het delen van de projectervaringen. Daarbij wordt gedacht aan workshops van de Europäische Akademie des Sports in Bocholt en het Sport Service Bureau Overijssel in Zwolle. Monitoring voortgang één jaar na afloop van de projektperiode. Permanente aandacht op websites van gemeenten en verenigingen. Elk kwartaal overleg tussen de projectpartners.
2. Wat is de grensoverschrijdende meerwaarde? (max. 200 woorden) “Sport has the power to unite people in a way that little else does”- Nelson Mandela. Sport is bij uitstek een geschikt instrument om betekenisvol contact te leggen tussen de Duitse en de Nederlandse gemeenschap. Weet hebben van elkaars cultuur en cultuurverschillen hangt samen met respect tonen voor elkaars normen en waarden. In sportbeoefening zijn normen en waarden gereguleerd, de sportculturen liggen dichter bij elkaar dan die bij andere maatschappelijke structuren. Sportontmoetingen kunnen daarmee sterk bijdragen aan het slechten van sociale en culturele barriéres. Het project werkt daarmee aan het slechten van ervaren grenzen, in dit geval tussen Nederland en Duitsland. Het projekt maakt het mogelijk sportstrukturen op elkaar af te stemmen en zo kansen te creëren en te benutten. Deze kansen raken de lokale overheden, sportorganisaties en sportactiviteiten en richten zich op samenwerking, contacten en uitwisselingen tussen: burgers uit Borne en Rheine (sportbeoefenaren bij georganiseerde en ongeorganiseerde sport), sportverenigingen (clubbesturen, -kaders, sporters, samenwerkende sportverenigingen, netwerkontwikkeling), sportbeleid (lokale overheden), scholen (lichamelijke opvoeding), uitwisselen van het Borns/Nederlandse concept “Buurtsportcoaches” uitwisseling van het Rheinese concept “Brede Multifunctionele Sportvereniging” versterken maatschappelijke functie van sport (Missie/visie ontwikkelen bij sportverenigingen) ervaringen uitwisselen tussen Borne en Rheine m.b.t. intgraal preventief jeugdbeleid. bevorderen gezond leef- en werkklimaat (integrale sportaccommodaties, planning en ontwikkeling) kinderbescherming (misbruiksignalering en –preventie, bestrijden obesitas) gezond oud worden (bevorderen seniorensport) De grensoverschrijdende meerwaarde is eveneens gelegen in het ontwikkelen van een fijnmazige, kleinschalige en toekomstbestendige Euregionale samenwerkingsstructuur, gericht op het versterken van zowel het lokale als het Euregionale bereik van individuele sporters, teamsporters en sportverenigingen. De ervaringen van deze intensieve vorm van samenwerking m.b.t. het uitwisselen op sportgebied worden vastgelegd in een draaiboek voor gemeenten en verenigingen en in een eindrapport over het project. Daarnaast zullen de projectpartners beschikbaar zijn om hun ervaringen met geïnteresseerde derden te delen.
4
De aan het project deelnemende partners en sportverenigingen nemen na afloop van het project de t.b.v. de sportuitwisseling voortvloeiende taken, verantwoordelijkheden en activiteiten op in hun reguliere taakstelling.
3. Geplande publiciteitsmaatregelen (a.u.b. aankruisen en/of aanvullen) Brochure, folder X Persberichten Persbijeenkomst X Evenement (3 symposia rond de thema’s Buurtsportcoach, Multifunctionele Accommodatie en Omnivereniging) X Overige: Informatiebijeenkomsten over uitwisselingen voor sportverenigingen, scholen en sporters Totale geplande subsidiabele kosten (vul onderstaand per partner een tabel in): Overige kosten
€ 24.540,=
Personeelskosten
€ 24.463,=
(-) Inkomsten
€ 0,00
Totaal:
€ 49.003,=
Geplande subsidiabele kosten aanvrager: Gemeente Borne € 0,00
7Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 0,00
M. Moddejonge (projectleiding): 1 uur/maand à €51,= (functiegroep 2) *12 maanden* 2 jaar
€ 1.224,00
15% overhead
€ 184,00
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ 0,00 € 0,00
5
€ 0,00 € 1.408,00
Totaal:
Geplande subsidiabele kosten projectpartner 1: Partnercomité Borne Rheine € 9.900,00
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland T. Remmers: 3 uur/week*€15*40 weken*2 jaar (Partnercomité Borne Rheine) (vrijwilligerswerk)
€ 3.600,00
R. Reenalda: 3 uur/week*€15*40 weken*2 jaar (Partnercomité Borne Rheine) (vrijwilligerswerk)
€ 3.600,00
G. Hermelink: 1,5 uur/week*€15*30 weken*2 jaar (Partnercomité Borne Rheine) (vrijwilligerswerk) B. Lucassen: 1,5 uur/week*€15*30 weken*2 jaar (Partnercomité Borne Rheine) (vrijwilligerswerk)
€ 1.350,00 € 1.350,00 € 0,00 € 0,00
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 0,00 € 0,00 € 0,00
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ 0,00 € 0,00 € 9.900,00
Totaal:
Geplande subsidiabele kosten projectpartner 2: BorneSport € 0,00
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 12.622,00
Twee buurtsportcoaches * 98 uur per persoon/per jaar * 2 jaar à €28,= (functiegroep 4)
€ 10.976,00
15% Overhead
€ 1.646,00
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ 0,00
6
€ 0,00 € 0,00 € 12.622,00
Totaal:
Geplande subsidiabele kosten projectpartner 3 Stadt Rheine € 720,00
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland C.Kaisel (Sportaustausch Rheine): 2 uur/maand*€15*12 maanden*2 jaar (vrijwilligerswerk)
€ 720,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 0,00 € 0,00 € 0,00
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ 0,00 € 0,00 € 720,00
Totaal:
Geplande subsidiabele kosten projectpartner 4 Städtepartnerschaftsverein Rheine € 1.440,00
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland C.Schöpker: 4 uur/maand*€15*12 maanden*2 jaar (vrijwilligerswerk)
€1.440,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 0,00 € 0,00 € 0,00
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
7
€ 0,00 € 0,00 € 1.440,00
Totaal:
Geplande subsidiabele kosten projectpartner 5 Stadtsportverband Rheine € 0,00
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland € 0,00 € 0,00 € 0,00 Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 1.408,00
Udo Mollen (Stadtsportverband) (projectleiding Rheine) = 12 uur/jaar * 2 jaar à 51,00 € (functiegroep 2)
1.224,00 €
15% Overhead
184,00 €
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ 0,00 € 0,00 € 0,00 € 1.408,00
Totaal:
Geplande subsidiabele kosten projectpartner 6: TV Mesum € 4.680,00
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland Y. Zielinski: 3 uur/week*€15*52 weken*2 jaar (vrijwilligerswerk)
€ 4.680,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 8.611,00
Britta Heine (TV Mesum 1950 e.V.) (projectcoördinatie)= 104 Stunden pro Jahr * 2 Jahre à 36,00€ (functiegroep 3)
7.488,00 €
15% Overhead (Gemeinkosten)
1.223,00 €
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ 0,00 € 0,00 8
€ 0,00 € 13.291,00
Totaal:
Geplande subsidiabele kosten projectpartner 7: TV Jahn Rheine € 4.680,00
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland M. Möhring: 3 uur/week*€15*52 weken*2 jaar (vrijwilligerswerk)
€ 4.680,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 0,00 € 0,00 € 0,00
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ 0,00 € 0,00 € 4.680,00
Totaal:
Geplande subsidiabele kosten projectpartner 8: TV EtuS Rheine € 3.120,00
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland F. Schmitz: 2 uur/week*€15*52 weken*2 jaar (vrijwilligerswerk)
€ 3.120,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 414,00
Georg Körte (Etus Rheine) (projectmedewerker) = 12 Stunden pro Jahr * 2 Jahre à 15,00 € (functiegroep 5)
360,00 €
15% Overhead (Gemeinkosten)
54,00 €
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ 0,00 € 0,00 € 0,00 9
€ 3.534,00
Totaal:
Financieringsplan € 24.540
50,08 %
Aanvrager (Gemeente Borne)
€ 0,00
0%
Partner 1 (Partnerschapscomité Borne Rheine)
€ 9.900
20,2 %
Partner 2 (Borne Sport)
0,00 €
0%
Partner 3 (Stadt Rheine)
720 €
1,47%
Partner 4 (Städtepartnerschaftsverein Rheine)
1.440 €
2,94%
Partner 5 (Stadtsportverband Rheine)
0,00 €
0%
Partner 6 (TV Mesum Rheine)
4.680 €
9,55 %
Partner 7 (TV Jahn Rheine)
4.680 €
9,55 %
Partner 8 (TV EtuS Rheine)
3.120 €
6,37 %
EU (EFRO) max. 50% (max. € 25.000)
24.463,00
49,92 %
49.003,00
100,00 %
Totaal eigen bijdrage:
Eigen bijdrage *)
Eigen bijdrage D & NL partners / aanvrager en derden
INTERREG-financiering Totaal:
*) Cofinancieringsverklaring Ondergetekende aanvrager verklaart hiermede, dat hij aan het bovengenoemd project meewerkt en bevestigt zich te verplichten om een cofinanciering ter hoogte van ........., zoals in de projectaanvraag weergegeven, als eigen bijdrage van bovengenoemd project voor zijn rekening te nemen. Verder bevestigt de aanvrager voor het project genoemde eigen bijdragen van de projectpartners en derden, zoals weergegeven in de aanvraag te garanderen. Indien de beschikbaarstelling van de cofinancieringsaandelen niet geschiedt, bevestigt hij, de eigen bijdrage, in de hoogte zoals weergegeven in de projectaanvraag voor zijn rekening te nemen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Plaats, datum naam, handtekening
10
Antrag für einen Zuschuss aus dem
Nr. Projekt (zugewiesen durch die EUREGIO)
Projektname
Euregio Careers
Beginn des Projektes
01-02-2016
Ende des Projektes
202060 / ………..
31-12-2016
Antragsteller: (Organisation, Anschrift, Kontaktperson, E-Mail, Telefon)
Organisationsform
Vorsteuerabzugsberechtigt
Stichting Twente Branding Gebouw The Gallery, Hengelosestraat 500, 7521 AN Enschede, Jan Noltes,
[email protected] Tel.: 0653359279
Öffentlich X
Ja
Privat
Nein
Organisationsform
Vorsteuerabzugsberechtigt
X
Bank: NL68RABO0160674190 BIC: RABONL2U
Partner:
(Organisation, Anschrift, Kontaktperson, E-Mail, Telefon)
1. Münsterland e.V. Airportallee 1, 48268 Greven, Klaus Ehling,
[email protected] Tel. 02571/94 93 00
Öffentlich Privat
Nein
X
2. DNL-contact GmbH & Co. KG Bahnhofstr. 35, 48565 Steinfurt, Dr. Johannes Reef,
[email protected] Tel.: 02551-7047112
Öffentlich
Ja
X
3. Deltacity.NET GmbH & Co. KG Spatzenweg 2, 48282 Emsdetten, Andreas Telgmann,
[email protected] Tel.: 02572 - 960 40 10
Öffentlich
Privat
Privat
X
X
Ja
Nein Ja
X
X
Nein
1. Projektbeschreibung (Ziel, Zielgruppen, Aktivitäten, Gebiet(e), usw.) (max. 500 Wörter) De Stichting Twente Branding en Münsterland e.V. hebben in overleg met de EUREGIO op 11 september 2015 tijdens het Prinsjesdagfestival in Den Haag een intentieverklaring ondertekend waarmee zij hebben aangegeven in de toekomst grensoverschrijdend te willen samenwerken om gezamenlijk meer mobiliteit op de arbeidsmarkt in het EUREGIO-gebied te bewerkstelligen. Met de aangevraagde middelen uit het kaderproject willen beide organisaties een concept uitwerken hoe de toekomstige samenwerking, zoals aangegeven in de intentieverklaring, het beste op een duurzame manier vorm kan krijgen. Daarbij gaat het om de volgende aspecten: 1) Marketing van de grensregio´s met als positief punt de ligging aan de grens: Münsterland e.V. en Stichting Twente Branding zijn organisaties die (onder andere) de doelstelling hebben de ´merken´ Münsterland en Twente zowel binnen als buiten de eigen regio duidelijk te positioneren. Beide regio´s hebben veel te bieden, maar hebben ook met dezelfde problemen te kampen. De economische kracht en de aantrekkelijkheid voor 1
hoog opgeleiden zijn in andere delen van het land en zelfs bij de eigen inwoners onvoldoende bekend en worden te weinig gewaardeerd. Een probleem is het vertrek van afgestudeerden. Het gaat er om het imago van beide grensregio´s in samenhang te verbeteren. Daarbij speelt de locatie dicht aan de grens een bijzondere rol die niet meer als nadeel, maar als voordeel naar voren moet worden gebracht. Door het naar voren brengen van het grensnabije karakter zullen er meer perspectieven ontstaan voor mensen die op zoek zijn naar een (nieuwe) baan. Beide organisaties zijn overigens van mening dat het niet zinvol is om het gebied als één grote gemeenschapelijke arbeidsmarkt of als één regio te presenteren, maar wel om het grenskarakter zowel in de communcatie met derden als tijdens samenwerkingsprojecten als een pluspunt in plaats van een nadeel te beschouwen. 2) Gemeenschappelijke vacaturebank voor hoog opgeleiden: Stichting Branding Twente heeft op haar website www.twente.com een vacaturebank die echter alleen vacatures in het Nederlandse deel van de EUREGIO bevat. Ook de bedrijven die zich op de website presenteren zijn uitsluitend Nederlands. Aan Duitse zijde zijn er vergelijkbare vacaturebanken, zoals bijvoorbeeld de website www.arbeitgeber-muensterland.de. Bij het project gaat het erom te onderzoeken hoe bestaande Duitse en Nederlandse databanken het beste met elkaar gecombineerd kunnen worden, zodat werkzoekenden in Nederland automatisch op relevante Duitse vacatures attent worden gemaakt en andersom. De meerwaarde van deze koppeling is dat het aantal vacatures voor gekwalificeerde werkzoekenden en afgestudeerden aanzienlijk stijgt waardoor ook de kans toeneemt dat hoogopgeleiden in de regio blijven. Een Nederlandse werkzoekende die in Twente geen geschikte vacature kan vinden, kan deze vacature wellicht in Münsterland vinden en omgekeerd. Op dit moment lijkt de grens nog een belemmerende factor bij het reageren op vacatures. Het aantal Nederlandse sollicitanten dat Duitse vacatures bekijkt en daarop reageert is extreem klein v.v. Hieraan moet het project een einde maken. 3) Grensoverschrijdende uitvoering van het concept Cleverheads: Het concept ‘Cleverheads’ is ook voor Twente interessant en misschien een goed uitgangspunt voor een groter project. Twente beschikt over een vergelijkbare functie om sollicitaties door te sturen die mogelijk goed met Cleverheads te combineren is. Bij Cleverheads (www.cleverheads.eu) kunnen werkgevers en onderwijsinstellingen potentieel geschikte werknemers c.q. sollicitanten die 2e of 3e zijn geworden aanmelden. De aanmelders krijgen bij een succesvolle bemiddeling een provisie. De ervaring leert dat een dergelijk initiatief alleen zin heeft als er menskracht beschikbaar is om bedrijven en opleidingen hiervoor te benaderen. Met dit initiatief neemt ook de kans toe dat hooggekwalificeerde werknemers in de regio blijven.
Projectwerkzaamheden: Bij dit kleinproject gaat het erom een concept te ontwikkelen hoe de hierboven genoemde zwaartepunten – indien mogelijk in het kader van een groter INTERREG VA project – kunnen worden uitgevoerd. Daarbij willen de projectpartners een intensief traject met elkaar opzetten en ook de expertise van andere organisaties erbij betrekken. De concrete projectwerkzaamheden zijn in 4 werkpakketten verdeeld en zien er als volgt uit: WP 1) Positiever in de markt zetten van de grenslocatie De projectpartners willen de bij hun aanwezige know-how inzetten om gezamenlijk een marketingsconcept uit te werken dat in staat is de grenslocatie positief voor het voetlicht te brengen en de economische kracht en aantrekkelijkheid van beide regio´s Münsterland en Twente voor goed opgeleid personeel te communiceren. Het resultaat van dit werkpakket is een plan van aanpak voor een campagne en behandelt ten minste de volgende onderwerpen: - Precieze omschrijving van de doelen - Omschrijving van de doelgroepen - Analyse van alle reeds beschikbare instrumenten zoals bv. bestaande vacaturebanken en websites - Overzicht van organisaties waarmee eventueel samengewerkt kann worden: gesprekken met deze organisaties met als doel hen mogelijk later te betrekken bij het latere vervolgproject. - Vastleggen van de meest geschikte communicatiemiddelen - Opstellen van een begroting en tijdplan voor de campagne
2
WP 2: Koppeling van vacaturebanken Om sollicitanten voor onze regio te behouden, moeten de vacaturebanken aan beide kanten van de grens met elkaar verbonden worden. Hierbij moet er voor gezorgd worden dat bedrijven zich ook aan de andere kant van de grens presenteren. In het kader van dit werkpakket: - wordt een marktverkenning met een analyse van de beschikbare vacaturebanken aan Nederlandse en Duitse kant gepland; - wordt bekeken welke vacaturebanken geschikt zijn om met elkaar verbonden te worden: - worden de technische randvoorwaarden hoe deze koppeling het beste te realiseren is onderzocht; - worden gesprekken met de exploitanten van vacaturebanken, maar ook met belangrijke werkgelegenheidsorganisaties zoals bv. IHK, HWK, KvK, ondernemersverenigingen, branche-organisaties etc. gevoerd; - wordt een strategie opgesteld hoe deze gekoppelde databanken onder de aandacht van de gewenste doelgroepen kunnen worden gebracht; - wordt een gefundeerde begroting voor de uitvoering van de koppeling opgesteld. Het resultaat van dit werkpakket is een concreet plan om de belangrijkste online vacaturebanken met elkaar te verbinden. Het plan omvat o.a. de technische aspecten, een begroting, een strategie over het bereiken van de doelgroep en voorstellen over het actueel houden van de databanken. WP 3: Concept voor het grensoverschrijdend uitwerken van Cleverheads De projectpartners willen samen een concept opstellen hoe de aanpak van Cleverheads grensoverschrijdend gerealiseerd kan worden. Daarvoor worden de volgende activiteiten ondernomen: - Acquireren van bedrijven en opleidingen (universiteiten, hogescholen, ROC´s/BK etc.) in Duitsland en Nederland om aan het concept deel te nemen; - Uitwerking van een concept ter uitvoering in de praktijk. WP 4: UItwerking van het totale concept voor Interreg V Bij dit werkpakket moeten de werkpakketten 1 tot 3 tot een totaal concept worden samengevoegd dat als uitvoeringsplan voor het realiseren van een groter project dient. Dit totale concept moet zo worden opgesteld dat het eventueel als projectaanvraag voor een Interreg VA-project kan worden ingediend. In het kader van werkpakket 4 moeten ook de noodzakelijke afspraken met de organisaties en bedrijven die aan het concept deelnemen worden gemaakt en uitgewerkt. Dit uitvoeringsplan/projectaanvraag is tegelijk het eindresultaat van dit kleinproject dat als voorproject of haalbaarheidsstudie voor een groter Interreg VA-project kan worden beschouwd. Deze aanpak hebben wij op advies van de Euregio (projectgesprek op 15 mei 2015) gekozen. Concrete werkzaamheden WP 4: - Opstellen van een totaal concept dat eventueel als aanvraag voor een Interreg V-project kan worden ingediend. - Communicatie met potentiële samenwerkingspartners en stakeholders. Werkwijze De vier projectpartners willen in gezamenlijkheid de hierboven genoemde concepten uitwerken, omdat ze samen over de benodigde expertise beschikken. Aan Nederlandse zijde kent de Stichting Marketing Twente de arbeidsmarktsituatie in Twente zeer goed en beschikt ook over het noodzakelijke netwerk met lokale ondernemers en bedrijven. Aan Duitse zijde geldt hetzelfde voor Münsterland e.V. Door de nauwe samenwerking moet - met ondersteuning van het projectbureau DNL-contact dat gespecialiseerd is in grensoverschrijdende DuitsNederlandse samenwerking – een uitvoerbare projectaanvraag ontstaan. De projectpartner DeltacityNET levert vooral de noodzakelijke technische kennis die nodig is om vacaturebanken op een intelligente manier met elkaar te kunnen verbinden. In zoverre worden de belangrijkste projectwerkzaamheden door de projectpartners zelf uitgevoerd. In het kader van het project zullen meerdere werkgroepbijeenkomsten en workshops plaatsvinden, waarbij de projectpartners gezamenljik de hierboven genoemde concepten zullen uitwerken. Eventueel kunnen externe stakeholders voor deze bijeenkomsten worden uitgenodigd. De begroting bestaat daarom
3
vooral uit personeelskosten van de vier projectpartners. De materiële - en reiskosten die door de workshops en seminars ontstaan, worden door de projectpartners gefinancierd.
2. Was ist der grenzüberschreitende Mehrwert? (max. 200 Wörter) Beide regio´s, Münsterland en Twente, kampen met het probleem dat ze zich als grensregio´s in eigen land aan de rand bevinden. Dat leidt er o.a. toe dat de economische kwaliteiten niet volledig worden gezien en dat er in beide regio´s een gebrek aan hoger opgeleid personeel is of in de toekomst zal zijn, hetgeen de economische ontwikkeling afremt. Teveel afgestudeerden richten zich op andere regio´s (bv. het Rhein-Main gebied in Duitsland en de Randstad in Nederland). Wanneer de projectpartners de grensligging als voordeel – en niet meer als nadeel – naar voren kunnen brengen, dan zal dit proces worden tegengegaan. Daarvoor is het natuurlijk van belang dat de grens voor sollicitanten ook daadwerkelijk vermindert. In het bijzonder de verlinking van geschikte vacaturebanken en een grensoverschrijdende uitwerking van het project Cleverheads zijn hierbij van belang. In deze grensoverschrijdende samenwerking zien de projectpartners een grote kans om gekwalificeerd personeel te behouden en het imago van beide regio´s aanzienlijk te verbeteren. Vooral het principe van Cleverheads zal er toe leiden dat samenwerking tussen bedrijven in de regio bij het recruteren van personeel toeneemt of wordt gestimuleerd. Het project moet een duurzaam concept ontwikkelen waarin staat aangegeven hoe de regio´s Münsterland en Twente de arbeidsmarktgrenzen voor hoog opgeleiden kunnen slechten en hoe beide regio´s zich in de toekomst als grensregio´s kunnen profileren wanneer ze de grens niet als belemmerende factor, maar als locatievoordeel gebruiken.
3. Geplante Publizitätsmaßnahmen (bitte ankreuzen und/oder ergänzen) Broschüre, Faltblatt X Presseberichte X Pressekonferenz Veranstaltungen (z.B. Symposium, Ausstellung usw.) X Workshops en vergaderingen van de werkgroepen
Gesamte geplante förderfähige Kosten (bitte nachfolgend pro Partner eine Tabelle ausfüllen) Sonstige Kosten
0,00 €
Personalkosten
50.000,00 €
(-) Einnahmen
0,00 €
Insgesamt
50.000,00 €
4
Geplante förderfähige Kosten Antragsteller Stichting Twente Branding Sonstige Kosten (bitte erläutern): 0,00 € (Für ehrenamtliche Tätigkeiten können max. 15 € pro Stunde aufgenommen werden, wenn bei der Abrechnung ein unterschriebener Stundenzettel vorgelegt wird). Bitte beachten Sie die Vergabekriterien. Siehe Anlage 1 der Förderbestimmungen INTERREG VA D-NL. 0,00 € Personalkosten (bitte erläutern): Jan Noltes, projectleider LG 2, 45 Projektstunden * 51 € Karin Louwers, Project medewerker/Twente Careers, LG 3, 250,25 Projektstunden * 36 € Overhead 15% (11.304 * 0,15)
1.696 €
Insgesamt
13.000,00 €
13.000,00 € 2.295 € 9.009 €
Geplante förderfähige Kosten Partner Münsterland e.V. Sonstige Kosten (bitte erläutern): 0,00 € (Für ehrenamtliche Tätigkeiten können max. 15 € pro Stunde aufgenommen werden, wenn bei der Abrechnung ein unterschriebener Stundenzettel vorgelegt wird). Bitte beachten Sie die Vergabekriterien. Siehe Anlage 1 der Förderbestimmungen INTERREG VA D-NL. 0,00 € Personalkosten (bitte erläutern): Ute Schmidt-Vöcks, Projektleiterin beim Münsterland e.V., LG 3, 302 Projektstunden * 36 € Overhead 15% (10.872 * 0,15)
1.628 €
Insgesamt
12.500,00 €
12.500 € 10.872 €
Geplante förderfähige Kosten DNL-contact GmbH & Co KG Sonstige Kosten (bitte erläutern): 0,00 € (Für ehrenamtliche Tätigkeiten können max. 15 € pro Stunde aufgenommen werden, wenn bei der Abrechnung ein unterschriebener Stundenzettel vorgelegt wird). Bitte beachten Sie die Vergabekriterien. Siehe Anlage 1 der Förderbestimmungen INTERREG VA D-NL. 0,00 € Personalkosten (bitte erläutern): Dr. Johannes Reef, Projektkoordinator DNL, LG 2, 35 Projektstunden * 51 € Jan-Hendrik Schmitz B. Com., Projektmitarbeiter, LG 3, 252,5 Projektstunden * 36 € Overhead 15% (10.870 * 0,15)
1.630 €
Insgesamt
12.500,00 €
12.500,00 € 1.780 € 9.090 €
5
Geplante förderfähige Kosten Deltacity.NET GmbH & Co KG Sonstige Kosten (bitte erläutern): 0,00 € (Für ehrenamtliche Tätigkeiten können max. 15 € pro Stunde aufgenommen werden, wenn bei der Abrechnung ein unterschriebener Stundenzettel vorgelegt wird). Bitte beachten Sie die Vergabekriterien. Siehe Anlage 1 der Förderbestimmungen INTERREG VA D-NL. 0,00 € Personalkosten (bitte erläutern): Kai Stegemann, technischer Projektleiter, N.N., LG 2, 204,6 Projektstunden * 51 € Overhead
10.435 €
Insgesamt
12.000,00 €
12.000,00 €
1.565 €
6
7
ANTRAG FÜR EINEN ZUSCHUSS AUS DEM RAHMENPROJEKT INTERREG V A DEUTSCHLAND-NEDERLAND Nr. Projekt (zugewiesen durch die EUREGIO)
202060 / ……..
Projektname
BEURSALLIANTIES GRENZELOZE TOELEVERANCIERSCOMPETENTIE
Beginn des Projektes:
01.02.2016
Ende des Projektes:
Antragsteller: (Organisation, Anschrift, Kontaktperson, Telefon, E-Mail)
Handwerkskammer Münster Bismarckallee 1 48151 Münster Thomas Melchert 0251 5203-123
[email protected] Bankverbindung (IBAN + BIC):
31.07.2017
Organisationsform:
Vorsteuerabzugsberechtigt:
X Öffentlich Privat
Ja X Nein
IBAN: DE27401600500400607100 BIC GENODEM1MSC
Partner: (Organisation, Anschrift, Kontaktperson, Telefon, E-Mail)
STODT Praktijkcenrum voor geavanceerde technologie Gieterij 212 7553 VZ Hengelo Niederlande Jeroen Rouwhof 0031 (0)88 011 23 45
[email protected] Münsterland e.V. Airportallee 1 48268 Greven Deutschland Bernd Büdding 02571 949327
[email protected]
1
Organisationsform:
Öffentlich Privat X Privatrechtlich ohne Gewinnorientierung
X Öffentlich Privat
Vorsteuerabzugsberechtigt:
X Ja Nein
Ja X Nein
1. Projektbeschreibung (Ziel, Zielgruppen, Aktivitäten, Gebiet(e), usw.) (max. 500 Wörter)
Nederlandse en Duitse toeleveranciers uit de metaal-, kunststof- en elektrotechnische industrie alsook machine- en installatiebouwers uit het Euregio-gebied worden in hal 4 in staat gesteld om zich samen, in het kader van Industrial Supply, op de gezamenlijke stand "Grenzeloze toeleverancierscompetentie" aan een vakpubliek te presenteren. Een dergelijke stand is verder nergens op het beursterrein in Hannover te vinden. Deze beursallianties dragen bij aan een algehele positieve ontwikkeling van de bedrijven in de Euregio-zone. Door de combinatie van Nederlandse en Duitse bedrijven en hun competenties ontstaan waardevolle synergieën voor een succesvolle marktbewerking op het gebied van Industrial Supply. Door de gezamenlijke beurspresentatie, de daaruit voortvloeiende beurscontacten en nieuwe opdrachten wordt de grensoverschrijdende samenwerking uitgebouwd en ook op de lange termijn verder ontwikkeld. De vakbeurs Industrial Supply is een beurs met een hoog percentage internationale vakbezoekers – in 2015 lag dit op dertig procent. Hierdoor kan de gezamenlijke stand en het project een bijdrage leveren aan de internationalisering van het MKB in de Euregio. De Hannover Messe zet elk jaar opnieuw in op toonaangevende technologische thema's en zorgt zo voor kennisoverdracht naar de bedrijven. De komende jaren zal het thema Integrated Industry zijn. Daardoor moet in het geplande project het betrokken MKB voor en tijdens de beursdeelname een duidelijk beeld krijgen van de kansen en mogelijkheden van voortschrijdende digitalisering. Bij de geplande grensoverschrijdende beursdeelname moeten vooral bedrijven voor het voetlicht worden gebracht die de mogelijkheden van digitalisering in grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden weten te benutten. De beursdeelname in 2016 dient ervoor om op een bijeenkomst, geïnteresseerde MKB-bedrijven informatie te verschaffen over het thema grensoverschrijdende digitalisering. Bovendien kunnen geïnteresseerde MKB-bedrijven uit Nederland en Duitsland op een klein presentatieoppervlak van 8 m2 gedurende telkens één of twee dagen hun bijzondere grensoverschrijdende competenties presenteren, met name op het gebied van het geoptimaliseerd gebruik van digitaliseringstechnieken. In 2017 zullen vier grensoverschrijdende samenwerkende bedrijven (ten minste acht MKB-bedrijven) zich op de beurs Industrial Supply presenteren. Deze presentatie wordt door het project naar evenredigheid ondersteund. In een hevig concurrerende toeleveranciersmarkt aan weerszijden van de grens en in vergelijking met landen met een laag loonniveau dienen de betrokken bedrijven met hun USP's en kerncompetenties voor een succesvolle marktbewerking te worden toegerust. Internationaliseringsstrategieën ten behoeve van gezamenlijke competentieontwikkeling en de kansen van digitalisering spelen hierbij een grote rol. Het MKB wordt door de goede netwerkcontacten van de projectpartners gericht benaderd. Hierbij komen vooral de reeds opgedane ervaringen met grensoverschrijdende samenwerking tussen de partners zeer van pas. De HWK Osnabrück-Emsland-Grafschaft-Bentheim ondersteunt het project als geassocieerde partner bij de benadering van het MKB in de Euregio-regio in Niedersachsen.
2
Projectactiviteiten Alle partners: - 8 m2 presentatieoppervlak in 2016 (aanlooppunt voor belangstellende MKB-bedrijven) - presentatie van ten minste vier grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden tussen bedrijven in 2017 als gerealiseerde samenwerking - benadering en uitnodiging van MKB-bedrijven uit de Euregio om zich in Hannover te informeren, zich te presenteren en grensoverschrijdende allianties ten behoeve van vergroting van de competentie en marktbewerking te ontwikkelen - grensoverschrijdende netwerkontwikkeling tussen wetenschap en bedrijfsleven - grensoverschrijdende PR HWK: - Bijeenkomst 2016 over het thema “grensoverschrijdende digitalisering” - Vouwblad: geoptimaliseerde toepassing van digitaliseringstechnieken Stodt: - Marketing- en exportadviezen voor grensoverschrijdende samenwerking Münsterland e.V.: - Bijeenkomst 2016 over het thema “grensoverschrijdende digitalisering” Met deze activiteiten wordt de grensoverschrijdende samenwerking binnen het MKB versterkt. Op basis van de netwerkactiviteiten moeten op termijn meer MKB-bedrijven worden geïnspireerd om zich samen op de gezamenlijke grensoverschrijdende stand te presenteren.
2. Was ist der grenzüberschreitende Mehrwert? (max. 200 Wörter) -
Grensoverschrijdende beursdeelname op een toonaangevende internationale beurs
-
Gezamenlijke D/NL-internationaliseringsstrategie
-
Versterking en bestendiging van de gezamenlijke D/NL-stand "Grenzeloze toeleveringscompetentie"
-
Kennis- en gegevensoverdracht wordt door toepassing van innovatieve digitaliseringstechnologieën verbeterd
-
Deelname aan het beursforum Tech Transfer in hal 2 en eventuele andere fora om de grensoverschrijdende netwerkontwikkeling tussen wetenschap en bedrijfsleven te versterken
-
De bijeenkomst over het thema grensoverschrijdende digitalisering creëert transparantie bij de betrokkenen in de Euregio.
-
Presentatie van de gerealiseerde samenwerking in de grensoverschrijdende marktbewerking moet andere MKB-bedrijven stimuleren deze stap ook te zetten.
-
Vouwblad: geoptimaliseerde toepassing van digitaliseringstechnieken voor MKBproductiebedrijven
-
Grensoverschrijdende PR voor de activiteiten
3
3. Geplante Publizitätsmaßnahmen (bitte ankreuzen und/oder ergänzen) X X X
Broschüre, Faltblatt Presseberichte Pressekonferenz Veranstaltungen (z.B. Symposium, Ausstellung usw.) Sonstige:………..
Gesamte geplante förderfähige Kosten (bitte nachfolgend pro Partner eine Tabelle ausfüllen): Sonstige Kosten
34.751,00 €
Personalkosten
15.249,00 €
(-) Einnahmen
0,00 €
Insgesamt:
50.000,00 €
Geplante förderfähige Kosten Antragsteller: 12.815,00 €
Sonstige Kosten (bitte erläutern):
Für ehrenamtliche Tätigkeiten können max. 15 € pro Stunde aufgenommen werden, wenn bei der Abrechnung ein unterschriebener Stundenzettel vorgelegt wird). Bitte beachten Sie die Vergabekriterien. Siehe Anlage 1 der Förderbestimmungen INTERREG V A Deutschland-Nederland Reis- en overnachtingskosten: 6 overnachtingen á 100€, 2 keer heen- en terugreis 2016+2017 (210km + 42km naar het Hotel 6 x)
1.000,00 €
Standruimte als aanlooppunt 2016
5.465,00 €
Activiteiten op de beurs (bijeenkomst en ontvangst, netwerken)
5.000,00 €
PR en vertaling (vouwblad, persberichten)
1.350,00 € 0,00 €
Personalkosten (bitte erläutern)
7.624,50 €
Projectleider HWK, prestatiegroep 2, 130 uur x 51 Euro = 6.630 €
6.630,00 €
Algemene onkosten á 15 % van 6.630,00 = 994,50 €
994,50 €
(-) Einnahmen (bitte erläutern):
0,00 €
nee
0,00 € 4
0,00 € 20.439,50 €
Insgesamt:
Geplante förderfähige Kosten Partner 1: STODT 5.000,00 €
Sonstige Kosten (bitte erläutern):
Für ehrenamtliche Tätigkeiten können max. 15 € pro Stunde aufgenommen werden, wenn bei der Abrechnung ein unterschriebener Stundenzettel vorgelegt wird). Bitte beachten Sie die Vergabekriterien. Siehe Anlage 1 der Förderbestimmungen INTERREG V A Deutschland-Nederland Reis- en overnachtingskosten: 6 overnachtingen á 100€, 2 keer heen- en terugreis 2016+2017 (210km + 42km naar het Hotel 6 x)
1.000,00 €
Prestaties van derden voor marketing- en exportadviezen voor grensoverschrijdende samenwerking
4.000,00 €
(workshop voorafgaand aan de beurs en ondersteuning tijdens de beurs) 0,00 € 0,00 € Personalkosten (bitte erläutern)
4.692,00 €
Projectleider Stodt, prestatiegroep 2, 80 uur x 51 Euro = 4.080,00 €
4.080,00 €
Algemene onkosten á 15 % van 4.080,00 = 612,00 €
612,00 €
(-) Einnahmen (bitte erläutern):
0,00 €
nee
0,00 € 0,00 € 9.692,00 €
Insgesamt:
Geplante förderfähige Kosten Partner 2 (falls zutreffend): Münsterland e.V. 2.500,00 €
Sonstige Kosten (bitte erläutern):
Für ehrenamtliche Tätigkeiten können max. 15 € pro Stunde aufgenommen werden, wenn bei der Abrechnung ein unterschriebener Stundenzettel vorgelegt wird). Bitte beachten Sie die Vergabekriterien. Siehe Anlage 1 der Förderbestimmungen INTERREG V A Deutschland-Nederland Reis- en overnachtingskosten: 2 overnachtingen á 100€, 2 keer heen- en terugreis 2016+2017 (210km + 42km naar het Hotel 2 x)
500,00 €
Activiteiten op de beurs (bijeenkomst en ontvangst, netwerken)
2.000,00 € 0,00 € 0,00 €
Personalkosten (bitte erläutern)
2.932,50 €
Projectleider Münsterland e.V., prestatiegroep 2, 50 uur x 51 Euro = 2.550 €
2.550,00 €
Algemene onkosten á 15 % van 2.550,00 = 382,50 €
382,50 €
(-) Einnahmen (bitte erläutern):
0,00 €
5
0,00 €
nee
0,00 € 5.432,50 €
Insgesamt:
Geplante förderfähige Kosten Partner 3 (falls zutreffend): KMU/MKB 14.436,00 €
Sonstige Kosten (bitte erläutern):
Für ehrenamtliche Tätigkeiten können max. 15 € pro Stunde aufgenommen werden, wenn bei der Abrechnung ein unterschriebener Stundenzettel vorgelegt wird). Bitte beachten Sie die Vergabekriterien. Siehe Anlage 1 der Förderbestimmungen INTERREG V A Deutschland-Nederland 14.436,00 €
Standruimte 2017
0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €
Personalkosten (bitte erläutern)
0,00 € 0,00 € (-) Einnahmen (bitte erläutern):
0,00 €
nee
0,00 € 0,00 € 14.436,00 €
Insgesamt:
Finanzierungsplan 25.000,00 €
50,00 %
HWK Münster
10.219,75 €
20,44 %
STODT
4.846,00 €
9,69 %
Münsterland e.V.
2.716,25 €
5,43 %
KMU/MKB
7.218,00 €
14,44 %
0,00 €
0,00 %
25.000,00 €
50,00 %
50.000,00 €
100,00 %
Eigenbeitrag gesamt:
Eigenbeitrag *)
Eigenbeitrag d. & nl. Partner / Antragsteller und Dritter
INTERREG-Finanzierung
EU (EFRE) max. 50% (max. 25.000 €)
Insgesamt:
*) Kofinanzierungserklärung 6
Der unterzeichnende Antragsteller erklärt hiermit, dass er an dem o.g. Projekt mitwirkt und erklärt sich hiermit verbindlich bereit, eine Co-Finanzierung in Höhe von 10.219,75 €, wie im Projektantrag angegeben als Eigenbeitrag zum o.g. Projekt zu übernehmen. Weiterhin erklärt sich der Antragsteller verbindlich bereit, für die im Projekt genannten anteiligen Eigenbeiträgen der Projektpartner und Dritter zu garantieren. Sollte die Bereitstellung der Kofinanzierungsanteile nicht erfolgen, sagt er hiermit zu, die anteiligen Zuschüsse in den im Projektantrag genannten Höhen zu übernehmen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Ort, Datum Name, Unterschrift
7
AANVRAAG VOOR EEN SUBSIDIE UIT HET KADERPROJECT INTERREG V A DEUTSCHLAND-NEDERLAND Nr. Project (wordt toegekend door de EUREGIO)
202060 / ……..
Naam project
ECONOMISCHE SAMENWERKING TUSSEN DE STAD OCHTRUP (D) EN GEMEENTE HOF VAN TWENTE (NL)
Begindatum project:
1 februari 2016
Einddatum project:
Aanvrager: (Organisatie, adres, plaats, contactpersoon, telefoonnummer, e-mail)
28 februari 2017
Organisatievorm:
Stadt Ochtrup, Prof-Gärtner-Str. 10, 48607 Ochtrup, Robert Publiek Tausewald (Wirtschaftsförderung), Privaat +492553 73101,
[email protected] DE48 40153768 0000 0002 51 Bankrelatie (IBAN + BIC): WELADED1MS Partner(s): (Organisatie, adres, plaats, contactpersoon, telefoonnummer, e-mail)
Gemeente Hof van Twente, De Höfte 77471 DK GOOR, Frans Nije Bijvank (Beleidsmedewerker leefbaarheid buitengebied Afdeling Ontwikkeling), +31 547 858585,
[email protected]
1
BTW-plichtig ja/nee: Ja Nee
Organisatievorm:
BTW-plichtig ja/nee:
Publiek Privaat
Ja Nee
Publiek Privaat
Ja Nee
Publiek Privaat
Ja Nee
1. Beschrijf uw projectvoornemen (doel, doelgroepen, activiteiten, gebied(en), etc.) (max. 500 woorden)
De stad Ochtrup en de Gemeente Hof van Twente willen onderzoeken in hoeverre
de ligging aan de grens een bijdrage kan leveren aan de economische ontwikkeling van beide gemeenten, in het bijzonder op de terreinen behoud van vakpersoneel, marktontsluiting en een branche-overkoepelende stimulatie van innovatie
en hoe vorm kan worden gegeven aan een economische samenwerking tussen de twee gemeenten
Tot nu toe is er nog geen samenwerking tussen de gemeenten. Door de interesse van de dicht bij elkaar liggende gemeenten en de bemiddeling van de EUREGIO wordt nu een samenwerking gerealiseerd. De gemeenten hebben vergelijkbare structuren (industrieel verleden, aantal inwoners, grote buitengebieden) zodat samenwerking zinvol is. Beide gemeentebesturen zien dat de plaatselijke bedrijven de voordelen van de ligging aan de grens niet voldoende benutten. Door de bedrijven in Ochtrup die vraag hebben naar vakmensen worden de kansen om deze uit Nederland te halen nog onvoldoende gezien. In Hof van Twente bestaat er op gemeentelijk niveau ook geen concept om bedrijven en werknemers aan beide zijden van de grens uit te wisselen.
Het onderhavige project moet de „bewustwording“ scheppen bij de gemeente en de bedrijven, voor de kansen die de ligging aan de grens biedt bij het veiligstellen van vakpersoneel, de marktontsluiting en innovatiebevordering, de bestaande grensoverschrijdende vervlechtingen en activiteiten op het terrein van de arbeidsmarkt en economie van beide gemeenten voor het voetlicht brengen, de belangstelling voor / de vraag naar grensoverschrijdende activiteiten van de ondernemers onderzoeken, zinvolle gemeentelijke en grensoverschrijdende maatregelen uitwerken, in samenwerking tussen de gemeentebesturen en in het kader van de al bestaande samenwerking met andere partners, zoals KvK’s en Handwerkskammers, Agenturen für Arbeit - Jobcenter / Werkplein Twente en de EUREGIO, worden gerealiseerd. Daartoe zijn de volgende activiteiten gepland: INHOUDELIJK 1. Uitvoering van een onderzoek: Het eerste deel van het onderzoek behelst de analyse van de bestaande o Branche- en arbeidsmarktstructuur van beide locaties: daarbij wordt aan de hand van secundaire statistieken (al beschikbare informatie) de actuele situatie van de arbeidsmarkt incl. pendelaars geanalyseerd. Er wordt ook gekeken naar gegevens over al bestaande Nederlands-Duitse samenwerking tussen bedrijven. o Verder worden projecten (deels regionale) waaraan beide gemeenten al kunnen/konden deelnemen (bv.„Duitslandteam“ van Werkplein Twente, c.q. de grensoverschrijdende bemiddelingen van de Agentur für Arbeit) meegenomen.
2
In een tweede stap wordt er een enquête onder bedrijven in beide plaatsen gehouden. Bij deze enquête worden 100 bedrijven uit Hof van Twente en 100 bedrijven uit Ochtrup over de relevante vragen bevraagd.
Op basis van de resultaten van de eerste twee onderzoekstappen worden concrete gemeentelijke en grensoverschrijdende adviezen voor de gemeentebesturen t.b.v. de voortzetting van het project uitgewerkt. Adviezen die op basis van de taakstelling door andere organisaties zouden kunnen worden opgepakt, staan niet in de focus van het onderzoek. Het onderzoek zal na een aanbesteding door een extern bureau worden uitgevoerd. 2. Presentatie van de resultaten: De resultaten van de studie worden verwerkt in een tweetalig rapport. Dit rapport zal eerst alleen intern (projectgroep) en in een tweede stap ook op een openbare manifestatie met ondernemers uit Hof van Twente en Ochtrup en andere geïnteresseerde partijen worden gepresenteerd. De aanbevelingen worden eventueel aangepast als gevolg van de feedback van de projectgroep en de bedrijven. 3. Realisatie van de eerste maatregelen en implementeren van de resultaten in gemeentelijke acties: Na het uitvoeren van het onderzoek worden op korte termijn concrete maatregelen uitgevoerd op basis van de aanbevelingen (bijvoorbeeld bedrijfscommunicatie). Maatregelen die bedoeld zijn voor de langere termijn worden ingebed in gemeentelijke strategieën. Daardoor worden business-bevorderende effecten voor beide locaties en economische regio's "Twente en Münsterland" op gang gebracht. De barrièrewerking in de grensregio wordt daardoor aanzienlijk verminderd. Op basis van de aanbevelingen uit het rapport kan een levensvatbare en langdurige samenwerking tussen de twee gemeenten worden opgezet en opgebouwd. COMMUNICATIE 1. Afstemming tussen de twee gemeenten Er zal een projectgroep op het terrein van economie en arbeidsmarkt van de twee gemeenten worden opgericht (deelname van bestaande contactpersonen van KvK’s en werkplein etc. – een groot aantal plaatselijke partijen zijn al geïnformeerd en hebben deelname toegezegd. Meer gesprekken volgen). Belangrijke taken zijn:
Uitvoeren van de aanbesteding (bv. consensus over de gevraagde eisen, documentatie van de gunning aan de hand van drie offertes)
Contact opnemen met de bedrijven tijdens de enquête
Afstemming met de opdrachtnemer (organisatie van het werkoverleg)
Voorbereiding van de manifestatie voor de bedrijven
Implementatie van de resultaten in gemeentelijk handelen
3
2. Communicatie buitenwereld
De activiteiten vinden in het kader van het EUREGIOnale „pact: arbeidsmarkt over de grens! “ plaats. De resultaten van het onderzoek worden via de EUREGIO ter beschikking gesteld aan alle deelnemende partijen van het pact. Er zal continu PR worden verzorgd door de partners.
2. Wat is de grensoverschrijdende meerwaarde? (max. 200 woorden)
Door het onderhavige project leggen Ochtrup en Hof van Twente voor het eerst een fundament voor een economische samenwerking met een gemeente uit het buurland. De ondernemers van beide gemeenten zullen langdurig van dit project profiteren, omdat de kansen van de ligging aan de grens voor het eerst uitvoerig worden onderzocht en op een zinvolle wijze worden gerealiseerd. Ook de werknemers in het EUREGIO-gebied zullen van het project profiteren. Het onderzoek zal voor beide gemeenten een potentieel laten zien, om vraag georiënteerde lokale en grensoverschrijdende maatregelen op het terrein van economie en arbeidsmarkt te realiseren. Daardoor kunnen de bedrijven en de werknemers in de beide gemeenten en in de EUREGIO steeds meer profiteren van de uitwisseling van de Nederlands-Duitse arbeidsmarkt, de ontsluiting van de markt en de innovatie. In het ideale geval kunnen werknemers in het buurland een nieuw perspectief voor hun loopbaan krijgen en ondernemers kunnen door deze economische samenwerking nieuwe markten ontsluiten en hun innovatiekracht verhogen. De resultaten van het onderzoek en de gemeentelijke maatregelen die in het kader van het project op gang worden gebracht, kunnen exemplarisch ook door andere gemeenten worden benut en dienen zodoende ook op de lange termijn voor de EUREGIOnale samenwerking.
3. Geplande publiciteitsmaatregelen (a.u.b. aankruisen en/of aanvullen) Brochure, folder Persberichten Persbijeenkomst Evenement (bijv. symposium, tentoonstelling, etc.) Overige:………..
4
Totale geplande subsidiabele kosten (vul onderstaand per partner een tabel in): Overige kosten
26.500,00 €
Personeelskosten
€ 0,00
(-) Inkomsten
€ 0,00
Totaal:
26.500,00 €
Geplande subsidiabele kosten aanvrager: 26.500,00 €
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland Arbeidsmarktonderzoek Stad Ochtrup en Gemeente Hof van Twente
25.000,00 €
Printkosten eindverslag Arbeidsmarktonderzoek
500,00 €
Kosten manifestatie (catering etc.)
1.000 € € 0,00 € 0,00 € 0,00
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 0,00 € 0,00 € 0,00
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ 0,00 € 0,00 26.500,00 €
Totaal:
Geplande subsidiabele kosten projectpartner 1: € 0,00
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
5
€ 0,00 € 0,00 € 0,00
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ 0,00 € 0,00 € 0,00
Totaal:
Financieringsplan 13.250,00 €
50,00 %
Stad Ochtrup
6.625,00 €
0,00 %
Gemeente Hof van Twente
6.625,00 €
0,00 %
€ 0,00
0,00 %
€ 0,00
0,00 %
€ 0,00
0,00 %
13.250,00 €
50,00 %
26.500,00 €
100 %
Totaal eigen bijdrage:
Eigen bijdrage *)
Eigen bijdrage D & NL partners / aanvrager en derden
INTERREG-financiering
EU (EFRO) max. 50% (max. € 25.000)
Totaal:
*) Cofinancieringsverklaring Ondergetekende aanvrager verklaart hiermede, dat hij aan het bovengenoemd project meewerkt en bevestigt zich te verplichten om een cofinanciering ter hoogte van 6.625,00 € zoals in de projectaanvraag weergegeven, als eigen bijdrage van bovengenoemd project voor zijn rekening te nemen. Verder bevestigt de aanvrager voor het project genoemde eigen bijdragen van de projectpartners en derden, zoals weergegeven in de aanvraag te garanderen. Indien de beschikbaarstelling van de co-financieringsaandelen niet geschiedt, bevestigt hij, de eigen bijdrage, in de hoogte zoals weergegeven in de projectaanvraag voor zijn rekening te nemen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Plaats, datum naam, handtekening
6
AANVRAAG VOOR EEN SUBSIDIE UIT HET KADERPROJECT INTERREG V A DEUTSCHLAND-NEDERLAND Nr. Project (wordt toegekend door de EUREGIO)
Variantenstudie fietssnelweg Enschede-Gronau
Naam project
Begindatum project:
202060 / ……..
1 april 2016
Einddatum project:
Aanvrager:
1 april 2017
(Organisatie, adres, plaats, contactpersoon, telefoonnummer, e-mail)
Organisatievorm:
BTW-plichtig ja/nee:
Gemeente Enschede, Hengelosestraat 51, Enschede R. Schulte, Tel. 053-4815714;
[email protected]
Publiek Privaat
Ja Nee
Bankrelatie (IBAN + BIC):
NL45BNGH028.50.97.385
Partner(s): (Organisatie, adres, plaats, contactpersoon, telefoonnummer, e-mail)
Organisatievorm:
BTW-plichtig ja/nee:
Stadt Gronau, Konrad-Adenauer-Str. 1, 48599 Gronau Dimitri Beck, Tel.+49 2562 12491;
[email protected]
Publiek Privaat
Ja Nee
Publiek Privaat
Ja Nee
Publiek Privaat
Ja Nee
1. Beschrijf uw projectvoornemen (doel, doelgroepen, activiteiten, gebied(en), etc.) (max. 500 woorden)
De tracering van de fietssnelweg F35 tussen Enschede en Gronau van het station Enschede tot aan de Noord-Esmarkerrondweg is gedacht ten noorden van de spoorlijn Enschede-Gronau. Ten oosten van de Noord-Esmarkerrondweg zijn de plannen nog niet verder uitgewerkt. In het kader van voorliggend project wordt daarom een haalbaarheids- en tracéverkenningsonderzoek voor dit onderdeel uitgevoerd.
1
Stand van zaken ontwikkelingen fietssnelweg en fietsbeleid in Twente & Gronau In Twente wordt momenteel de F35 aangelegd (buiten het kader van voorliggend project). Deze vormt een snelle, comfortabele, veilige en non-stop fietsverbinding van Nijverdal naar Enschede / Glanerbrug, via Wierden, Almelo, Borne en Hengelo met zijtakken van Almelo naar Vriezenveen en van Enschede naar Oldenzaal. De F35 vormt een belangrijk onderdeel van het regionaal mobiliteitsbeleid en van de Enschedese Fietsvisie 2012-2020. De ontbrekende delen van de F35 langs het spoor tussen Station Hengelo en Enschede worden zo mogelijk in de komende jaren gerealiseerd, alsmede het deel richting Oldenzaal. Gemeente Gronau spant zich al jaren in voor het stimuleren van het fietsgebruik in haar stad. In de nabije toekomst wordt een visie voor het binnenstedelijke fietsnetwerk opgesteld. Hierin worden ontbrekende c.q. zwakke schakels in het bestaande netwerk geïdentificeerd en kansrijke verbetermaatregelen voorgesteld. Deze maatregelen zullen gefaseerd gerealiseerd worden. Het beoogde toekomstbeeld in Gronau is een veilig en aantrekkelijk fietsnetwerk dat aantakt op een van west (Nederland) naar oost (Kreis Steinfurt) liggende fietssnelweg (als centrale drager/hoofdfietsas). Doelstellingen van het project:
Via een haalbaarheids- en tracéverkenningsonderzoek een besluitvoorstel inzake een grensoverschrijdende fietssnelweg voor het bestuur van de gemeenten Enschede en Gronau uitwerken.
Via een flyer draagvlak voor het idee van een grensoverschrijdende fietssnelweg creëren bij potentiële gebruikers (zoals grenspendelaars en recreanten) en sponsors.
Verder dient de doortrekking van de fietssnelweg F35 tot in Gronau-oost (en mogelijk op termijn verder richting Ochtrup) meerdere doelen: • Mobiliteit; verbeteren van de grensoverschrijdende bereikbaarheid. • Milieufunctie; bijdrage in vermindering van broeikasgas (CO2) en geluid. • Recreatie en toerisme; steden, dorpen en recreatieve bestemmingen verbinden. Daarmee kan dit project een bijdrage leveren aan de doelstellingen van de EUREGIO -projecten ‘Grenzeloze Toeristische Innovatie’ en ‘Toeristische bedrijven en participatie’. • Sociale functie; versterken sociale cohesie tussen de steden. • Economische functie; versterken van de grensoverschrijdende sport- en toeristische infrastructuur en versterken van de grensoverschrijdende woon-werk relatie; verhogen kansen arbeidsmarkt. Eén van de speerpunten van het economisch beleid, zowel van Enschede als Gronau, is het versterken van de grensoverschrijdende arbeidsmarkt. • Gezondheidsfunctie; beweging per fiets en andere ‘mensaangedreven’ vervoermiddelen. • Veiligheid; verlagen van het aantal verkeersslachtoffers. Doelgroepen van het project:
Bestuur van de gemeenten Enschede en Gronau
Potentiële gebruikers
Potentiële sponsors
Achtergrondinformatie over de potentiele gebruikers: 2
1,4% van de Twentenaren (bron: onderzoek mobiliteitsstromen) werkt in het buitenland, waarvan het gros in Duitsland. Omgekeerd zijn er veel Duitse studenten verbonden aan Universiteit Twente en Saxion Hogeschool, beide gevestigd in Enschede. Deze werkenden en studenten zorgen voor een dagelijkse pendel tussen Gronau en Enschede en met name ook op afstanden tot 15 kilometer is er een sterke regionale pendel omdat Gronau voor veel Nederlanders een goedkoper en daardoor aantrekkelijke vestigingsplaats is (ca. 3.500 personen). Uit hetzelfde mobiliteitsstromenonderzoek blijkt dat 7% van de Twentenaren regelmatig in Duitsland gaat winkelen of boodschappen doen. Van de Enschedeërs is dit zelfs 11%. Soortgelijke percentages zijn te zien voor sociale activiteiten. Ten slotte gaat 20% van de Enschedeërs naar de Duitse grensstreek voor recreatie (Twente als geheel: 15%). Dit betekent veel potentieel fietsverkeer vanuit de Nederlandse grensstreek richting de Duitse grensstreek. Daarnaast wordt vooral Enschede op zaterdagen en Duitse feestdagen druk bezocht door Duitsers. Ook vanuit de Duitse grensstreek is er dus veel potentie om de grens over te steken. Het project bereikt dus verschillende doelgroepen, zowel utilitaire fietsers (werkenden en studenten) als niet-utilitaire fietsers (sociale en recreatieve activiteiten).
Activiteiten Uitvoeren studie Middels een onderhandse aanbesteding worden twee Duitse en twee Nederlandse adviesbureaus gevraagd een offerte uit te brengen voor een haalbaarheids- en tracéverkenningsonderzoek van een fietsnelwegverbinding Enschede-Gronau oost. Het bureau dat geselecteerd wordt, voert de volgende deelopdrachten uit, in nauwe afstemming met de werkgroep: a.
Korte beschrijving aanleiding, vaststelling studiegebied, bepalen uitgangssituatie Enschede en Gronau b. Definiëren van de beleidsuitgangspunten en doelen voor dit gezamenlijk project c. Analyse van de relaties en bepaling van de fietspotentie van de fietssnelweg Enschede-Gronau d. Opstellen ontwerprichtlijnen van een fietssnelweg voor Nederland/Duitsland e. Inventariseren beschikbare gegevens en locatieschouw voor mogelijkheden ter plaatse f. Genereren reële tracé-alternatieven (workshop met de projectpartners) g. Selectie van 3-4 tracés uit deze alternatieven die verder worden uitgewerkt in een schetsontwerp, globale kostenraming en beoordeling aan de hand van criteria voor fietskwaliteit, ruimtelijke inpassing, inschatting draagvlak bij adviesorganen. h. Maken van een brochure / folder, ten behoeve van het genereren van draagvlak bij gebruikers en middelen (bij sponsors) voor de daadwerkelijke realisatie van dit deel van de fietssnelweg. Alle producten zullen tweetalig (DNL) voorliggen. Projectbegeleiding Gedurende de looptijd van het project zal er een werkgroep worden gevormd, bestaande uit vertegenwoordigers van het uitvoerende adviesbureau, een beleidsadviseur en een verkeerskundig ontwerper van de gemeente Enschede en een adviseur / ontwerper van Stadt Gronau. Bij het uitvoeren van het project worden de resultaten in ogenschouw genomen van het INTERREG IV-A project Konrad, een eerder uitgevoerde studie naar het toepassen van het Nederlandse concept van 3
fietssnelwegen in de Landkreis Grafschaft Bentheim. Communicatie De uitkomsten van het onderzoek worden in het eerste kwartaal van 2017 gepresenteerd aan het bestuur van beide gemeenten. Daarbij worden tevens afspraken gemaakt over het vervolgproces. Daarnaast worden de uitkomsten gedeeld met de Kreise Borken en Steinfurt en met de provincie Overijssel. De brochure / folder wordt na beraad door het bestuur en binnen de projectlooptijd verspreid via de communicatiekanalen van beide gemeenten en gericht onder de aandacht gebracht van mogelijke sponsors.
2. Wat is de grensoverschrijdende meerwaarde? (max. 200 woorden) Tot op heden is er in Europa nog nergens een landsgrensoverschrijdende fietssnelweg aangelegd. Tussen Enschede en Gronau zien de projectpartners echter een grote behoefte aan een fietssnelweg over de landsgrenzen. En daarmee ook een groot potentieel gebruik en interesse bij de bevolking. De voorziene fietssnelweg dient niet alleen toeristische ritten, maar vooral ook de dagelijkse woonwerkritten door een heel aantrekkelijke fietsroute tussen beide gemeenten te bieden. Zo kunnen bijvoorbeeld de beroepspendelaars uit Glanerbrug over de fietssnelweg binnen 20 minuten (bij een gemiddelde fietssnelheid van 20 km/uur) hun werklocatie op industriegebied Gronau Oost bereiken. Realisatie van de ontbrekende fietsschakel tussen beide steden betekent vermindering van de barrièrewerking en biedt grensoverschrijdend verkeer een beter/volwaardiger fietsalternatief. Een goede doorgaande en veilige fietsverbinding tussen de steden Enschede en Gronau ontbreekt op dit moment. Tegelijk is er sprake van de nodige mobiliteitsbewegingen tussen Twente en Duitsland (zie bij 1); er is veel grensoverschrijdend verkeer, zowel utilitair als sociaal-recreatief. Veranderingen zullen zich vooral voordoen in de keuze van vervoermiddel (modal split). Door de snelle, directe en aantrekkelijke fietsinfrastructuur mag worden verwacht dat meer mensen overstappen op het milieuvriendelijke en gezonde vervoermiddel fiets. Voor zover deze ritten voordien met de auto werden gemaakt, draagt dit bij tot een vermindering van broeikasgas (CO2) en geluid én verbetering van de doorstroming op kruispunten. Gevolg is een economische, milieubewuste – dus duurzame – mobiliteit. Om realisatie van de grensoverschrijdende fietsverbinding een stap dichterbij te brengen, is de haalbaarheids- en variantenstudie een noodzakelijke eerste stap. Inhoudelijk, maar ook voor wat betreft het genereren van draagvlak bij externen en politiek.
3. Geplande publiciteitsmaatregelen (a.u.b. aankruisen en/of aanvullen) 4
Brochure, folder Persberichten Persbijeenkomst Evenement (bijv. symposium, tentoonstelling, etc.) Overige: publiciteit ten tijde van uitvoering civiele werkzaamheden en oplevering
Totale geplande subsidiabele kosten (vul onderstaand per partner een tabel in): Overige kosten
€ 40.065
Personeelskosten
€ 9.935
(-) Inkomsten € 50.000
Totaal:
Geplande subsidiabele kosten aanvrager: Gemeente Enschede € 40.065
Overige kosten (a.u.b. toelichten):
Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland Haalbaarheids- en tracéverkenningsstudie (opdracht na aanbesteding, uitvraag aan twee Duitse en twee Nederlandse bureaus)
€ 37.500
Drukwerk, zaalhuur, workshops
€ 2.565
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 6.955
Projectbegeleider (beleidsadviseur, 48 uur à € 36,- (functiegroep 3)
€ 1.728
-
€ 259
15% overhead
Verkeerskundig ontwerper (48 uur à € 36,- (functiegroep 3) -
€ 1.728 € 259
15% overhead
Subsidieadviseur, contractpartner voor het Euregio projectbureau (30 uur à € 36,- (functiegroep 3) -
€ 162
15% overhead
Subsidiebeheerder (54 uur à € 28,- (functiegroep 4) -
€ 1.080
€ 1.512 € 227
15% overhead
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
5
€ 47.020
Totaal:
Geplande subsidiabele kosten projectpartner 1: Stadt Gronau Overige kosten (a.u.b. toelichten): Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
€ 2.980
Projectbegeleider (beleidsadviseur, 48 uur à € 36,- (functiegroep 3)
€ 1.728
-
€ 259
15% overhead
Financieel adviseur (24 uur à € 36,- (functiegroep 3) -
€ 864 € 129
15% overhead
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
€ 2.980
Totaal:
Geplande subsidiabele kosten projectpartner 2 (indien van toepassing): Overige kosten (a.u.b. toelichten): Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
6
Totaal:
Geplande subsidiabele kosten projectpartner 3 (indien van toepassing) Overige kosten (a.u.b. toelichten): Voor vrijwilligerswerk mag max. €15 per uur worden begroot, indien bij de afrekening een getekend urenoverzicht kan worden overlegd). Let a.u.b. op de aanbestedingscriteria. Zie hiertoe bijlage 1 van de subsidiebepalingen INTERREG Deutschland-Nederland
Personeelskosten (a.u.b. toelichten)
(-) Inkomsten (a.u.b. toelichten):
Totaal:
Financieringsplan € 25.000
50 %
Gemeente Enschede
€ 12.500
25 %
Stadt Gronau
€ 12.500
25 %
EU (EFRO) max. 50% (max. € 25.000)
€ 25.000
50 %
€ 50.000
100 %
Totaal eigen bijdrage:
Eigen bijdrage *)
Eigen bijdrage D & NL partners / aanvrager en derden
INTERREG-financiering Totaal:
7
*) Cofinancieringsverklaring Ondergetekende aanvrager verklaart hiermede, dat hij aan het bovengenoemd project meewerkt en bevestigt zich te verplichten om een cofinanciering ter hoogte van € 25.000,-, zoals in de projectaanvraag weergegeven, als eigen bijdrage van bovengenoemd project voor zijn rekening te nemen. Verder bevestigt de aanvrager voor het project genoemde eigen bijdragen van de projectpartners en derden, zoals weergegeven in de aanvraag te garanderen. Indien de beschikbaarstelling van de co-financieringsaandelen niet geschiedt, bevestigt hij, de eigen bijdrage, in de hoogte zoals weergegeven in de projectaanvraag voor zijn rekening te nemen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Enschede, 20 januari 2016 dhr. G.W.B. Geessink (wnd. Directeur Bedrijfs- en Managementondersteuning)
8
8:
Bericht uit het secretariaat
- 16 -
9:
Mededelingen a) Ontwikkelingen Luchthaven Twente
Op 16 november 2015 heeft de provincie Overijssel een uitnodiging verstuurd met een begeleidend schrijven (zie bijlage) voor een informatieavond op 26 november 2015. Zowel door middel van hun schrijven als op de avond zelf gaven de provincie Overijssel en het Nederlandse ministerie van Defensie informatie over het feit dat de militaire status van vliegveld Twente in 2016 wordt opgeheven en een nieuw luchthavenbesluit voor de burgerluchtvaart zal worden uitgevaardigd. Gedetailleerde informatie in het Duits kan bij ons secretariaat worden opgevraagd. b) Hannover Messe De Hannover Messe 2016 vindt plaats van 25 tot en met 29 april (27 april Koningsdag). Er bestaan zowel in Twente als in het Münsterland initiatieven voor gezamenlijke bezoeken aan deze belangrijke industriebeurs. Een van deze initiatieven komt van de steden Enschede en Gronau en brengt Nederlandse en Duitse ondernemers bij elkaar. Het afgelopen jaar al hebben de beide steden met veel succes een gezamenlijk bezoek aan de beurs gebracht. Het EUREGIO-Secretariaat heeft graag gevolg gegeven aan de van meerdere zijden geuite wens om eveneens een gezamenlijk bezoek te organiseren en wel grensoverschrijdend voor Nederlandse en Duitse politici uit de bestuursorganen in het EUREGIO-gebied. Het heeft daarover overlegd met de steden Enschede en Gronau, alsook de Regio Twente, Twente Branding en de Handwerkskammer Münster. Op grond van eerdere ervaringen uit de organisatie voor een grensoverschrijdend bezoek aan de Open Days zal ons secretariaat de verantwoordelijken aan Nederlandse en Duitse zijde voor dit gezamenlijke bezoek aan de beurs op 28 april a.s. benaderen om een zo evenwichtig mogelijke samenstelling te realiseren. In de vergadering zal over de actuele stand van de plannen worden geïnformeerd. c) Meldpunt “Spoedzorg zonder grenzen!” Burgers en hulpverleners kunnen naar verwachting vanaf begin maart 2016 bij het virtuele meldpunt Spoedzorg zonder grenzen terecht met hun goede en slechte ervaringen en vragen op het gebied van grensoverschrijdende spoedeisende hulp. Het meldpunt “Spoedzorg zonder grenzen” dient ervoor om misstanden en goede voorbeelden op het gebied van grensoverschrijdende acute zorg te verzamelen en dient zo als case-generator voor het INTERREG V “PREpare” project. Binnen het project PREpare kan echter niet elke klacht verholpen worden. Als een probleem herhaaldelijk wordt aangedragen, kan het een ‘case’ worden die naderhand door de
- 17 -
projectpartners wordt opgelost. Het meldpunt is er dus niet in de eerste plaats om persoonlijke klachten van patiënten op te lossen en is in die zin niet vergelijkbaar met het landelijk meldpunt voor de zorg. Begin maart 2016 wordt de website gelanceerd tijdens een persbijeenkomst. Binnen het INTERREG V project “PREpare” wordt onder leiding van Acute Zorg Euregio samen met de veiligheidsregio´s Twente, Noord- en Oost-Gelderland, IJsselland, EUREGIO, Feuerwehr- und Rettungsdienstakademie Bocholt en de Kreise Borken en Grafschaft Bentheim gewerkt aan één grensoverschrijdende acute zorg regio. d) Motie EUREGIO-Raad buurtaalonderwijs Naar aanleiding van een motie in de EUREGIO-Raad van 27 november 2015 heeft EUREGIO namens de vier Duits-Nederlandse euregio´s d.m.v. een brief aan de voorzitter van het Platform Onderwijs 2032, prof. dr. Paul Schnabel, het belang aangekaart van vroeg buurtaalonderwijs (zie bijlage). e) Motie EUREGIO-raad regionale spoorverbindingen De EUREGIO-Raad heeft in zijn vergadering van 27 november 2015 unaniem een motie aangenomen voor steun aan de regionale grensoverschrijdende spoorverbindingen. Achtergrond was dat het Nederlandse ministerie van Infrastructuur en Milieu bezuinigingen heeft afgekondigd voor ProRail, bezuinigingen die betrekking zullen hebben op de regionale spoorverbindingen. Volgens inschattingen van de Regio Achterhoek zullen deze bezuinigingsmaatregelen negatief uitpakken voor regionale spoorverbindingen en dus ook voor de bereikbaarheid van het grensgebied. Met de motie wil men Den Haag oproepen de regionale spoorverbindingen in de grensgebieden te steunen en bezuinigingen ongedaan te maken, zodat euregionale vervoersnetwerken ontwikkeld kunnen blijven worden. Het secretariaat heeft de motie in december aan de staatssecretaris gestuurd (zie biljage). f)
Dag van de buurtaal in het EUREGIO-gebied
“Mach mit!” of “de Dag van de Duitse taal” wordt jaarlijks georganiseerd door de “Actiegroep Duits”, een samenwerking tussen de Duitse Ambassade in Den Haag, het Duitsland Instituut Amsterdam, de Duits-Nederlandse Handelskamer en het GoetheInstitut Amsterdam. Door de EUREGIO, de Kreis Borken en de Regio Achterhoek werd deze dag sinds 2014 verder doorontwikkeld tot “Dag van de buurtaal” waarbij ook de Nederlandse taal in het Duitse grensgebied wordt gepromoot. Dit jaar vindt de “Dag van de buurtaal” plaats op 21 april.
- 18 -
Scholen en bedrijven in het EUREGIO-gebied worden gemotiveerd leuke acties te verzinnen om het belang van de buurtaal aan te kaarten en het EUREGIO-secretariaat hierover vóór 14 maart a.s. te informeren. Zij zorgen mede daarvoor dat uw initiatief de gepaste aandacht krijgt. Besluitvoorstel aan de EUREGIO-raad: Kennisneming.
- 19 -
Geachte heer/mevrouw, De voormalige vliegbasis Twenthe wordt ontwikkeld tot een iconisch bedrijventerrein op het gebied van de moderne maakindustrie met behoud van een beperkte vliegfunctie: de Technology Base Twente. De provincie Overijssel en het ministerie van Defensie nodigen u graag uit voor een informatieavond over de actuele procedures in het kader van het behoud van die vliegfunctie. De avond is op donderdag 26 november 2015 in de Burgerzaal van het stadhuis in Enschede, aan de Langestraat 24. U kunt vrij binnenlopen tussen 19.00 en 21.00 uur. Tijdens de inloopavond is informatie beschikbaar over de aanvragen van 4 bedrijven om ontheffing voor civiel medegebruik van het militaire luchthaventerrein Twenthe. Het gaat om: Aero Next Life. Dit bedrijf geeft met een unieke en duurzame ‘upcycle’ methode onderdelen van vliegtuigen die uit de leasing komen, een nieuw leven; drie Business Aviation (zakenjets) Operators, te weten ASL BV, BBjet Aviation B.V. en Exxaero. Het ministerie van Defensie legt de ontwerp-ontheffingsbesluiten voor deze bedrijven ter inzage van 16 november 2015 tot en met 4 januari 2016 bij het ministerie van Defensie, Plein 4, Den Haag, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, locatie Plesmanweg 1-6, Den Haag (bij Madurodam), bij het provinciehuis in Zwolle, Luttenbergstraat 2 in Zwolle en op het stadskantoor van Enschede, Hengelosestraat 51, Enschede. Houdt u bij een bezoek rekening met de openingstijden. Ook zijn de ontwerp-besluiten te raadplegen via de website https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2015/11/06/openbare-kennisgeving-van-deontheffingen-voor-medegebruik-van-het-militaire-luchtvaartterrein-twenthe-voor-aeronextlife-twente-bv-asl-bv-bbjet-aviation-b-v-en-exxaero
Verder is informatie beschikbaar over: De vliegprocedures voor de bedrijven die zich op korte termijn vestigen en de vliegprocedures voor de lange termijn (horend bij het toekomstige Luchthavenbesluit). De testvlucht die nodig is om de vliegprocedures te testen. Bij deze testvlucht, die naar verwachting begin december 2015 plaatsvindt, wordt niet geland maar worden aanvliegroutes getest. De informatieavond wordt georganiseerd door het ministerie van Defensie die de aanvragen om ontheffing van de militaire aanwijzing behandelt en door de provincie Overijssel als bevoegd gezag voor het toekomstig Luchthavenbesluit. Technology Base Twente De Technology Base Twente wordt dé iconische internationale ontwikkel-, demonstratie- en productiezone voor Advanced Materials and Manufacturing. Het terrein is gelegen in het groen, te midden van stedelijke centra en onderdeel van het netwerk van topbedrijven en kennisinstellingen in Twente. Een unieke start- en landingsbaan met vliegfunctie maken het gebied tot een zeer onderscheidende ‘asset’ voor bedrijvigheid. De herontwikkeling is onderdeel van de totale transformatie van de voormalige militaire basis tot gebied met ruimte voor natuur, wonen, ontspannen en werken. Meer informatie op www.technologybasetwente.nl. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Jan Schuring Programmaleider Technology Base Twente provincie Overijssel
Bert Kwast Hoofddirectie Beleid Ministerie van Defensie
postadres
euregio, Enscheder Straße 362, 48599 Gronau
Postbus 6008
Ministerie van Infrastructuur en Milieu t.a.v. de staatssecretaris, Mevrouw W.J. Mansveld, Postbus 20901 2500 EX Den Haag
anschrift Postfach 1164
NL-7503 GA
D-48572
Enschede
Gronau
053-4605151
02562 / 702-0
053-4605159
02562 / 702-59
[email protected]
[email protected]
www.euregio.nl
www.euregio.de
Ansprechpartner/Contactpersoon
Elisabeth Schwenzow
[email protected]
11
Betreff Motie EUREGIO-raad regionaal spoor
18.12.2015
Geachte mevrouw Mansveld,
De gemeenten in de EUREGIO hebben met teleurstelling kennis genomen van het voorstel van uw ministerie inzake de “Herijking”. Het voorstel bevat nauwelijks investeringen in het regionale spoor. De Provincie Gelderland heeft op 22 september 2015 een reactie over dit voorstel naar de minister gestuurd, mede namens andere regionale besturen en de regionale vervoerders. De Regio Achterhoek heeft deze reactie op 21 oktober nogmaals ondersteund.
De regionale spoorlijnen zijn van groot belang voor de bereikbaarheid van de in de EUREGIO gevestigde bedrijven, voorzieningen, onderwijsinstellingen en kenniscentra. Daarnaast vormen de regio nale lijnen een belangrijke aanvoer voor het hoofdspoor. Als voorzieningen, banen en opleidingen niet meer via het regionale spoor bereikbaar zijn zal het negatieve effect op de bevolkingsaanwas of –krimp
Volksbank Gronau-Ahaus eG IBAN: DE74 4016 4024 0109 3704 00 BIC: GENODEM1GRN Bank Nederlandse Gemeenten IBAN: NL61 BNGH 0285 0824 50 BIC: BNGHNL2G
sterker worden. Dat is geen aantrekkelijk perspectief voor de regio, maar
Geschäftsführerin / directeur bestuurder:
ook niet voor de rest van Nederland.
Dr. Elisabeth Schwenzow
Het regionale spoor is essentieel voor het behoud van economische kracht
Vereinsregister-Nr. 5274
en leefbaarheid in een regio waarin bevolkingskrimp dreigt, maar waarin
Amtsgericht Coesfeld
tevens een sterke economische motor en een veelbelovend toekomstperspectief aanwezig is.
Daarnaast zoeken wij als EUREGIO ook naar mogelijkheden voor grensoverschrijdend openbaar vervoer, juist vanwege de kansen die er op economisch gebied liggen aan weerszijden van de grens. Het aanbieden van grensoverschrijdend openbaar vervoer biedt kansen om werkeloosheid en krimp tegen te gaan. Het is voor de reizigers niet zozeer van belang om de grens over te gaan, maar veel meer dat er een grensoverschrijdende doorgaande verbinding wordt gemaakt. Denk daarbij aan een verbinding tussen de spoorlijnen in de Achterhoek en Münster of Essen, waarmee het Duitse hoofdspoornet verbonden wordt met het Nederlandse hoofdspoornet (richting Arnhem of Apeldoorn). Dit wordt aan beide zijden van de grens belangrijk gevonden. Hetzelfde geldt ook voor bijvoorbeeld de doorgaande verbinding tussen Zwolle – Enschede – Münster.
Wij zijn van mening dat het afdekken van tekorten voor verbetering en onderhoud van het hoofd spoorwegennet niet ten koste mogen gaan van noodzakelijke verbeteringen en onderhoud van het regionale spoornet of van ontwikkelingen om de kwaliteit van de spoorverbindingen te verbeteren.
We zijn in de regio al geruime tijd bezig om oplossingen te zoeken om het regionale openbaar vervoer betaalbaar te houden, mede gelet op de verhoging van de lasten van de afgelopen jaren, zoals de ontwikkelingen in BDU, de rode diesel, gebruiksvergoeding en BOV-kosten. We stellen tot slot vast dat een verdergaande vergroening van het regionale spoor steeds moeilijker te realiseren valt. In uw voorstel is alleen een bijdrage aan de studiekosten opgenomen (voor Noord en oost) en niets meer terug te vinden van een bijdrage voor realisatie (bijvoorbeeld elektrificatie).
Wij roepen u op om te voorkomen dat er in Nederland een groep reizigers ontstaat die het moet doen met kwalitatief minder openbaar vervoer. Ook de klanten van het regionale spoor betalen voor een goede voorziening.
Met vriendelijke groet,
Elisabeth Schwenzow, Directeur-bestuurder in opdracht van de EUREGIO-raad
-2-
10:
Stand van zaken nieuwe rechtsvorm
Nu de Bezirksregierung Münster de regeling voor het Nederlands -Duitse openbaar lichaam EUREGIO op 4 december 2015 heeft goedgekeurd en de regeling op 18 december 2015 is gepubliceerd, is het nieuwe openbaar lichaam per 1 januari 2016 ontstaan. Met de verkiezing van de voorzitter van het Algemeen Bestuur, van zijn plaatsvervangers en van de plaatsvervangende voorzitter van het Dagelijks Bestuur en met de aanstelling van de directie is het openbaar lichaam nu ook handelingsbevoegd.
Volgens art. 22 van de regeling dient deze regeling niet alleen te worden gepubliceerd in het officiële mededelingenblad voor het Regierungsbezirk Münster, maar ook in dat van het Amt für regionale Landesentwicklung Weser-Ems en aan Nederlandse zijde in de digitale publicatiebladen van de aangesloten gemeenten en de waterschappen Rijn en IJssel en Vechtstromen. Om de procedure te vereenvoudigen heeft het secretariaat de Bezirksregierung Münster om goedkeuring en publicatie van de wijzigingen in de regeling verzocht. Na hun publicatie zal het secretariaat alle andere instanties verzoeken de regeling en de wijzigingen in de regeling te publiceren. De Algemene Ledenvergadering van de EUREGIO e.V. heeft op 8 januari 2016 besloten de EUREGIO e.V. te ontbinden en Marieke Maes en Elisabeth Schwenzow tot vereffenaars, elk van hen alleen vertegenwoordigingsbevoegd, te benoemen. Dit besluit is intussen via een notariaat gemeld aan het bevoegde verenigingenregister in Coesfeld. Mocht dit register naar aanleiding hiervan met vragen komen, dan wordt daarover in de vergadering mondeling mededeling gedaan. Over de financiële afwikkeling van de EUREGIO e.V. zal met de aanbieding van de jaarrekening 2015 informatie worden verstrekt. Het bestuur van de Stichting Crossborder Consultancy (Stichting ECC) heeft op 8 januari 2016 besloten de EUREGIO e.V. te ontbinden en Marieke Maes en Elisabeth Schwenzow tot vereffenaars, elk van hen alleen vertegenwoordigingsbevoegd, te benoemen. Dit besluit is intussen gemeld aan het bevoegde Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Mocht de Kamer van Koophandel naar aanleiding hiervan met vragen komen, dan zal ook daarover in de vergadering mondeling mededeling worden gedaan. Ook over de financiële afwikkeling van de Stichting ECC zal met de aanbieding van de jaarrekening 2015 informatie worden verstrekt. Besluitvoorstel aan de EUREGIO-raad: Kennisname.
- 20 -
11:
Stand FMO - opdracht aan EUREGIO en planning gesprekken
In het kader van een op 22 april 2015 gehouden luchthavenconferentie werd afgesproken om twee werkgroepen in te stellen die zich enerzijds zullen bezighouden met de verdere ontwikkeling van de FMO (Flughafen Münster-Osnabrück) tot een euregionale luchthaven en anderzijds met het optimaliseren van bereikbaarheid ervan. Voor de eerste werkgroep zou het EUREGIO-Secretariaat en voor de tweede werkgroep IHK Nordwestfalen verantwoordelijk moeten zijn. IHK Nordwestfalen, zijnde de verantwoordelijke organisatie voor de tweede werkgroep, heeft een uitnodiging verstuurd voor een gesprek over de "bereikbaarheid van de FMO vanuit de regio Twente". Bij dit gesprek werd vastgesteld dat een zelfstandig, alleen op de FMO-bereikbaarheid ingericht aanbod van streekvervoer vanuit Twente economisch vermoedelijk niet solide is. Als alternatieve mogelijkheid zou het nastrevenswaardig zijn om het streekvervoeraanbod voor de gehele regio "Emsland – Osnabrücker Land – Münsterland – Twente" verder te verbeteren. Hierbij dient te worden getoetst of de FMO in het kader van de aanwezige lijnen of planningen in een lijnenconcept zou kunnen worden geïntegreerd. Dit onderzoek werd betrokken bij het INTERREG V project "Spoorregio", dat op 1 januari 2016 onder het leadpartnerschap van de provincie Overijssel is gestart. Wat de instelling van de eerste werkgroep "Verdere ontwikkeling van de FMO tot een euregionale luchthaven" betreft, besloot het Dagelijks Bestuur op 1 juni 2015 dat het EUREGIO-Secretariaat pas in actie komt wanneer de Raad van Toezicht van de FMO dit ook officieel wenst en wanneer de maatregelen voor de begeleiding van de processen vooraf met het Dagelijks Bestuur worden overlegd. Op 23 november 2015 heeft de voorzitter van de Raad van Bestuur van de FMO een schrijven aan het EUREGIO-Secretariaat gestuurd (zie bijlage) met het officiële verzoek een werkgroep in te stellen die naast de verdere ontwikkeling van de FMO tot een EUREGIO-luchthaven ook mogelijkheden voor de ontwikkeling van een economische en vervoersstructuur op het terrein van het voormalige vliegveld Twente moet beschrijven. De directeur-bestuurder heeft in een gesprek op 02 februari 2016 de plv. directie van de FMO om aanvullende informatie gevraagd. Het EUREGIO-Secretariaat zou zich de volgende aanpak kunnen voorstellen:
- 21 -
1. De wens tot “verdere ontwikkeling tot een EUREGIO-luchthaven” kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd, bijv.: a)
overname van vennootschapsaandelen door Nederlandse partners,
b)
toetreding van Nederlandse partners tot de besluitvormende organen van de FMO,
c)
verbetering van de openbaarvervoersverbindingen tussen de FMO en het Nederlandse deel van de EUREGIO,
d)
aantrekken van meer Nederlandse gebruikers c.q. klanten van de FMO,
e)
nieuwe naam voor de FMO die de positie van de luchthaven in de EUREGIO weerspiegelt,
f)
afstemming van het gebruik van de FMO met dat van de Enschede Airport Twente.
Om een werkgroep met een doelgerichte taak te kunnen oprichten, dient eerst de wens tot “verdere ontwikkeling tot een EUREGIO-luchthaven” te worden gepreciseerd. De directie stelt daarom voor dat zij in de komende weken gesprekken voert met de directie van de FMO, de voorzitter en de 1e en 2e plaatsvervangende voorzitter van de raad van toezicht en met vertegenwoordigers van de twee grootste vennoten. 2. Ook het verzoek om vast te stellen “welke economische en verkeerstructurele ontwikkelingsmogelijkheden op het terrein rond de voormalige Luchthaven Twente bestaan” laat ruimte voor meerdere interpretaties en dient daarom te worden geconcretiseerd. Analoog aan de aanpak bij de FMO zelf stelt de directie voor dat zij voor het terrein rond Enschede Airport Twente in de komende weken gesprekken voert met vertegenwoordigers van de volgende partijen: provincie Overijssel, gemeente Enschede, Topteam en Kwaliteitsteam. Daarbij zal de focus uitsluitend dienen te liggen op de samenwerking met de Duitse zijde. Zodra de gesprekken gevoerd zijn, zal de directie het Dagelijks Bestuur op de hoogte stellen van de resultaten daarvan en zal zij met een voorstel komen voor de samenstelling van de werkgroep. Besluitvoorstel aan de EUREGIO-raad: Discussie.
- 22 -
12:
Stand van zaken Pact: Arbeidsmarkt over de grens!
In zijn vergadering van 26-06-2015 heeft de EUREGIO-Raad de opstelling van een pact voor de grensoverschrijdende arbeidsmarkt uitdrukkelijk verwelkomd. Op donderdag 10 december jl. is in Ahaus de startbijeenkomst voor het ‘Pact: arbeidsmarkt over de grens!’ gehouden. Daarbij werden de deelnemende initiatieven gepresenteerd en door 50 initiatiefnemers een gemeenschappelijke intentieverklaring (zie bijlage) ondertekend. Ruim 120 belangstellenden waren aanwezig. Alle reeds ingediende initiatieven zijn te vinden op www.pactarbeidsmarktoverdegrens.eu. 12 Initiatieven gaan aan de slag met de kennis van de buurtaal / onderwijs / bijscholing en 17 initiatieven richten zich op de verschillen in bedrijfscultuur. Deze kunt u respectievelijk nalezen op -
www.pactarbeidsmarktoverdegrens.eu/bijdragen/taal
-
www.pactarbeidsmarktoverdegrens.eu/bijdragen/bedrijfscultuur
Nieuwe bijdrages zijn steeds welkom. Hoe gaat het verder in 2016 en 2017? Teneinde de doelstelling te bereiken om meer dynamiek in de grensoverschrijdende arbeidsmarkt te brengen en grensbarrières uit de weg te ruimen zulle n alle initiatiefnemers, zoals bekrachtigd met de ondertekening van de intentieverklaring: -
hun bijdrages zelfstandig / bilateraal / in hun partnerschap uitvoeren;
-
zelf hun successen en uitdagingen bijhouden en deze op navraag delen met EUREGIO;
-
het belang van de grensoverschrijdende arbeidsmarkt aankaarten bij andere spelers en in Düsseldorf, Den Haag, Hannover en Berlijn.
EUREGIO zal mede in het kader van het INTERREG V-project “Unlock – personeel over de grens”: -
de voortgang van de activiteiten in de mate van het mogelijke monitoren;
-
goed lopende initiatieven mee onder de aandacht brengen in de pers (van het buurland);
-
minder goed lopende initiatieven mee analyseren en eventuele knelpunten aankaarten bij de bevoegde instanties;
-
tussentijdse thematische bijeenkomsten organiseren rond actiepunten die voortvloeien uit de initiatieven (bijv. netwerkbijeenkomst “Zorg” op 03-02-2016 met 80 deelnemers);
-
jaarlijks uitnodigen voor een bestuurlijk overleg inzake de voortgang;
- 23 -
-
kennisoverdracht stimuleren (ook door initiatieven van buiten het EUREGIOgebied doelgericht onder te aandacht te brengen).
Besluitvoorstel aan de EUREGIO-raad: Kennisname.
- 24 -
“Pact: arbeidsmarkt over de grens!” 2018 INTENTIE tot het stimuleren van de grensoverschrijdende arbeidsmarkt Ahaus, 10 december 2015
Alle ondersteuners van het Pact: arbeidsmarkt over de grens! verklaren de intentie te hebben: IN OGENSCHOUW NEMEND DAT: a) Het economische succes van grensregio’s positieve effecten op de totale economie van het betreffende land heeft. b) Een goed functionerende grensoverschrijdende arbeidsmarkt de economie en de aantrekkingskracht van de grensregio’s versterkt. c) De grensoverschrijdende arbeidsmarkt vele kansen biedt maar nog bemoeilijkt wordt door: 1. de taalbarrière, 2. onvoldoende kennis over hoe je in het buurland op zoek gaat naar medewerkers c.q. een baan, 3. geringe capaciteit van de arbeidsbemiddeling over de grens, 4. verschillen in de wijze van solliciteren en in de bedrijfs- en werkcultuur, 5. een gebrek aan betrouwbare en volledige informatie en adviezen over arbeidsrecht, sociale verzekeringen, uitkeringen en belastingen, 6. de complexiteit en nadelen van de regelgeving op het gebied van het sociale verzekeringsrecht voor grenspendelaars, 7. de complexiteit en nadelen van de fiscale regelgeving voor grenspendelaars, 8. verschillen in loonniveaus, 9. onvoldoende kennis van, vertrouwen en inzicht in de compatibiliteit van in het buurland behaalde diploma’s bij de werkgevers, 10. gebrek aan informatie over en moeilijke en langdurige procedures voor de erkenning van in het buurland behaalde diploma’s, 11. gebrekkige grensoverschrijdende openbaarvervoersverbindingen. d) Maatregelen om de kansen te benutten en de hindernissen af te breken of te overwinnen op lokaal, regionaal en nationaal niveau moeten worden getroffen. Voor vele maatregelen is grensoverschrijdend overleg of samenwerking noodzakelijk.
1
e) De sleutel tot succes in concrete maatregelen en in een samenspel tussen bedrijfsleven, werknemers, politiek, ambtelijke vertegenwoordigers en opleidingsinstituten ligt. f)
Vooral op lokaal en regionaal niveau al vele plannen, activiteiten, projecten en initiatieven die bedoeld zijn om de hindernissen af te breken of te overwinnen bestaan. Deze tot dusverre echter tamelijk geïsoleerd van elkaar uitgevoerd worden.
OVERWEGENDE: Door het bundelen van de krachten van het bedrijfsleven, werknemers, overheid en het onderwijs de grensoverschrijdende arbeidsmarkt een stap vooruit komt. Tussen 2016 en 2018 a) Aan de hand van één of meerdere concrete bijdrages het grensoverschrijdend werken te stimuleren, b) De ervaringen op verzoek te delen, c) Andere mogelijke medestrijders uit het grensgebied, Düsseldorf, Hannover en Den Haag aan te sporen tot deelname. ORGANISATIE EN OVERLEGSTRUCTUUR In het belang van de uit te voeren werkzaamheden in het kader van deze intentieverklaring worden ingericht: -
een aantal thematische werkbijeenkomsten,
-
een jaarlijks EUREGIOnaal bestuurlijk overleg.
PLANNING EN TIJDSCHEMA Gestreefd wordt naar het halen van ieders mijlpaal eind 2017. Gedurende het traject kunnen bijkomende partners toetreden tot het pact middels het online bijdrageformulier via www.PactArbeidsmarktOverDeGrens.eu .
2
13:
Conceptagenda voor de vergadering van de EUREGIO-Raad d.d. 18 maart 2016 in Almelo
Als bijlage ontvangt u de conceptagenda voor de vergadering van de EUREGIO-Raad op 18 maart 2016 in Almelo.
Besluitvoorstel: Goedkeuring.
14:
Rondvraag
- 25 -
CONCEPT-AGENDA voor de vergadering van de EUREGIO-raad d.d. 18 maart 2016 in Almelo
1:
Opening en begroeting -
2:
Goedkeuring van de agenda
Goedkeuring van het verslag van de vergaderingen van de EUREGIO-raad d.d.
3:
-
27 november 2015
-
08 januari 2016
Mededelingen a.
Ontwikkelingen Luchthaven Twente
b.
Hannover Messe
c.
Meldpunt “Spoedzorg zonder grenzen!”
d.
Dag van de buurtaal in het EUREGIO-gebied
Presentatie “Leren zonder grenzen” door het Graafschap College Doetinchem
4:
a.
Berichtgeving uit het Dagelijks Bestuur
b.
Vragen vanuit de fracties
5:
Berichtgeving uit de commissievergaderingen
6:
Benoeming nieuw lid voor het Dagelijks Bestuur van de EUREGIO
7:
Stand van zaken nieuwe rechtsvorm
8:
Stand FMO – opdracht aan EUREGIO en planning gesprekken
9:
Stand van zaken Pact: Arbeidsmarkt over de grens!
10:
Ontwikkeling van een cultuurproject met als werktitel “Begegnung - Ontmoeting”
11:
INTERREG A a) Stand van zaken algemeen b) Overzicht van de vergaderdata van de gremia c) Overzicht van de aangevraagde projecten
12:
Standpuntbepaling INTERREG V-projecten a)
“Spreek je buurstaal”
b)
“Vitale jeugd – grensoverschrijdende actief”
c)
“EUREGIO-Route der Industriecultuur”
d)
“Leren zonder grenzen“
e)
“Paardenkrachten”
f)
“Energieneutrale verwijdering van microverontreinigingen uit afvalwater”
13:
Kaderproject prioriteit II INTERREG V a) Stand van zaken b) Standpuntbepaling deelprojecten
14:
Rondvraag