Taalkunde 1: Spelling en ontleden
Onderwijsbeschrijving Omschrijving TAALKUNDE 1 Spelling en ontleden Doelgroep Deelnemers BKT VO Inhoud In deze onderwijseenheid analyseer je enkelvoudige en samengestelde zinnen op alle niveaus. Hierbij maak je onderscheid tussen zinsdelen, woordsoorten en constituenten. Ook de beginselen van de Nederlandse spelling (standaarduitspraak, gelijkvormigheid en etymologie) komen aan bod. Je maakt kennis met de volgende spellingaspecten: niet- alfabetische tekens, spellingtekens en interpunctie. Je leert de principes van de werkwoordspelling: tijd, persoon en getal, schema’s voor vervoeging, ook van werkwoorden van Engelse herkomst. Bij instructieprincipes en behandeling van werkwoordspelling komen regels, analogie, algoritmen en hulpstrategieën aan de orde. Ook leer je spellingproblemen te diagnosticeren. Werkvorm Samenwerkingsopdrachten Hulpmiddel Begeleiding
Digitale leeromgeving en internet Via digitale leeromgeving
Cijferschaal Oe gegevens
1 t/m 10, 1 dec. code: EN-NE-TLK1 Titel: Taalkunde 1 (Spelling en ontleden) Doelstelling: Na afloop van deze onderwijseenheid: 1. ken je de basisprincipes van de Nederlandse spelling en de principes van de werkwoordspelling en kun je de regels van de spelling toepassen; 2. ken je het onderscheid tussen veranderlijk en onveranderlijk gespelde woorden; 3. ben je vertrouwd met spellingstrategieën 4. kun je de basisbegrippen van de grammatica hanteren; 5. kun je enkelvoudige en samengestelde zinnen op alle niveaus analyseren en zinsdelen en woordsoorten benoemen; 6. kun je de aanpak van spelling en grammatica in een aantal gangbare methodes voor het schoolvak Nederlands analyseren en beoordelen. Ec: 4
Toetsen
Dossier
Literatuur
M. Klein, M.C. van den Toorn (2011), Praktische cursus zinsontleding. Groningen: Noordhoff.
Taalkunde 2: Inleiding taalwetenschap Onderwijsbeschrijving Omschrijving Doelgroep Inhoud
TAALKUNDE 2 Inleiding taalwetenschap Deelnemers BKT VO Een model van de taalgebruiker is een handig hulpmiddel om ontwikkeling van taalvaardigheid te kunnen beoordelen. Bij Taalkunde 2 leer je belangrijke basisbegrippen van taal kennen, zoals het onderscheid tussen taalvermogen en taalgedrag. Je leert hoe het proces van taalverwerving verloopt. Je leert op welke manieren taalgebruikers samenhang creëren in interactie met elkaar en de belangrijkste eigenschappen van taalhandelingen. Je leert op een professionele manier taal te beschouwen en daarbij basisbegrippen te hanteren op het gebied van constituenten en woordsoorten, enkelvoudige en samengestelde zinnen, woordvolgorde en zinsbetekenis.
Werkvorm Hulpmiddel Begeleiding
Samenwerkingsopdrachten Digitale leeromgeving en internet Via digitale leeromgeving
Doelen
Code: EN-NE-TLK2 Titel: Taalkunde 2 (Inleiding Taalwetenschap) Doelstelling: De student 1. kan onderscheid maken tussen taal en taalvermogen; 2. kent theorieën over taalverwerving, het verloop van het taalverwervingsproces en de principes van eerste- en tweedetaalverwerving; 3. kent de rol van het aangeboren taalvermogen en het taalaanbod bij de taalverwerving; 4. kent de belangrijkste begrippen uit de pragmatiek: taalhandelingstheorie, conversationele implicatuur, coöperatieprincipe, locutie/illocutie/perlocutie, conversatieanalyse; 5. kan enkelvoudige en samengestelde zinnen op alle niveaus analyseren; 6. kan constituenten, zinsdelen en woordsoorten benoemen; 7. kent de principes van functioneel spellingonderwijs; 8. kent de basisbegrippen van de semantiek, het onderscheid tussen lexicale en grammaticale woorden, soorten betekenisrelaties en het mentale lexicon. Ec: 4
Toets
Dossier
Literatuur
Rene Appel, Pieter Muysken, Kees Hengeveld, Folkert Kuiken, Anne Baker (2002). Taal en taalwetenschap, . Oxford UK: Wiley-Blackwell Publishing
Literatuur 1: Analyse van proza en poëzie Onderwijsbeschrijving Omschrijving Doelgroep Inhoud
LITERATUUR 1 Analyse van proza en poëzie Deelnemers BKT VO Je analyseert en interpreteert verhalen en gedichten met aandacht voor compositorische, stilistische procedés en literaire conventies. Ook kun je de in teksten aanwezige mens- en maatschappijbeelden herkennen. Je krijgt oog voor het belang van identificatie en empathie bij het lezen en beleven van teksten. Je ontwikkelt een (beargumenteerd) literair waardeoordeel en belezenheid op het terrein van de Nederlandse letterkunde van na 1945. Je maakt kennis met het begrip ‘literaire competentie’ aan de hand van de leesniveaus van lezenvoordelijst.nl.
Werkvorm Hulpmiddel Begeleiding
Samenwerkingsopdrachten Digitale leeromgeving en internet Via digitale leeromgeving
Doelen
Je ontwikkelt en vergroot je eigen literaire competentie; dit doe je door de volgende subdoelen te realiseren: Je leert hoe je verhalen en gedichten kunt analyseren en interpreteren met aandacht voor compositorische, stilistische procédés en literaire conventies. Je krijgt oog voor het belang van identificatie en empathie bij het lezen en beleven van teksten. Je leert hoe je een (beargumenteerd) literair waardeoordeel over een tekst kunt geven. Je ontwikkelt belezenheid op het terrein van de Nederlandse letterkunde van na 1945. Ec: 3
Toets
Dossier
Literatuur
Aarts, C.J. en Etten, M.C. van (2011). Domweg gelukkig in de Dapperstraat. Amsterdam: Prometheus.
Literatuur 2: Jeugdliteratuur Onderwijsbeschrijving Omschrijving Doelgroep Inhoud
LITERATUUR 2 Jeugdliteratuur en leesbevordering Deelnemers BKT VO Je verdiept je in verschillende genres in de jeugdliteratuur en adolescentenliteratuur. Je maakt kennis met de geschiedenis van de jeugdliteratuur. Je krijgt zicht op de mogelijkheden voor het ontwikkelen van de literaire competentie van je leerlingen. Je oefent je in didactiek van jeugdliteratuur en leert welke leesbevorderingsprogramma’s er zijn voor de onderbouw van het vo. Je krijgt inzicht in de literaire competentie en het leesniveau van je leerlingen aan de hand van de leesniveaus van lezenvoordelijst.nl.
Werkvorm Hulpmiddel Begeleiding
Nadere verkenning van de niveaus van Witte: waar gaat het om bij leesonderwijs aan Samenwerkingsopdrachten onderbouw vmbo, havo, Digitale leeromgeving en vwo? internet Via digitale leeromgeving
Doelen
Doelstelling: Je verwerft belezenheid op het terrein van de jeugdliteratuur (15 werken). Je kunt literaire werken voor kinderen en jongeren plaatsen in hun literairhistorische context en binnen verschillende genres in de jeugdliteratuur. Je kunt boeken voor kinderen en jongeren beoordelen op literaire kwaliteit en geschiktheid voor het onderwijs. Je weet hoe je bij leerlingen in het vo een (beargumenteerd) literair waardeoordeel ontwikkelt. Je maakt kennis met literatuurdidactiek: je leert hoe je leerlingen kunt motiveren om te lezen en hoe je betekenisvol fictieonderwijs inricht.
Ec: 3 Toets
Dossier
Literatuur
Coillie, Jan van (2007). Leesbeesten en boekenfeesten. Hoe werken (met) kinderen en jeugdboeken. Zoetermeer: NBD/Biblion
Taalbeheersing 1: Schriftelijke taalvaardigheid Onderwijsbeschrijving Omschrijving Doelgroep Inhoud
TAALBEHEERSING 1 Schriftelijke taalvaardigheid Deelnemers BKT VO Je onderzoekt kenmerken van diverse tekstsoorten (fictie en non-fictie) en je schrijft zelf een aantal teksten. Je onderzoekt elkaars teksten en verkent kwaliteitscriteria. Je leert correct formuleren en vergroot je woordenschat. Je verdiept je in leesstrategieën en lesmethodes.
Werkvorm Hulpmiddel Begeleiding Cijferschaal Oe gegevens
Samenwerkingsopdrachten Digitale leeromgeving en internet Via digitale leeromgeving 1 t/m 10, 1 dec. code: EN-NE-TLB1 Titel: Taalbeheersing 1 (Lees- en schrijfvaardigheid 1) Doelstelling: Leesvaardigheid: 1. Je hebt inzicht in het leesproces en kunt verschillende leesstrategieën toepassen. 2. Je kent relevante theorieën over basisconcepten van en methodieken voor het analyseren, interpreteren en beoordelen van zakelijke teksten. 3. Je kunt de inhoud van gecompliceerde teksten schematisch weergeven. 4. Je woordenschat groeit en je kent strategieën om woorden te herkennen en begrijpen. Schrijfvaardigheid: 1. Je hebt inzicht in het schrijfproces en kunt verschillende schrijfstrategieën toepassen. 2. Je kent kenmerken van verschillende genres van zakelijk en creatief schrijven. 3. Je kunt teksten zo produceren dat je het schrijfdoel tot uitdrukking brengt, je taalgebruik richt op verschillende soorten lezerspubliek en conventies van verschillende tekstsoorten hanteert. 4. Je kent diverse wijzen om de kwaliteit van teksten te onderzoeken. 5. Je kunt op grond daarvan effectieve feedback geven op andermans schrijfproducten en reflecteren op je eigen schrijfprestaties en je teksten herschrijven. 6. Je kunt een tekst functioneel opmaken met behulp van ICT. Didactiek:
Toets Literatuur
1. Je hebt een visie op het doel van lees- en schrijfonderwijs. 2. Je kunt op internet en in de mediatheek doelgericht informatie zoeken en selecteren die je kunt gebruiken bij de voorbereiding en uitvoering van je lessen. 3. Je kunt een onderwijsactiviteit voor lees- en schrijfonderwijs voorbereiden, uitvoeren en evalueren. Dossier Ec: 4 C. Braes & A. de Schepper (2007). Taaltopics Formuleren. Groningen: Noordhoff Uitgevers
Taalbeheersing 2: Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid Onderwijsbeschrijving Omschrijving TAALBEHEERSING 2 Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid Doelgroep Deelnemers BKT VO Inhoud De theorie en de praktijk van het mondeling presenteren en het interviewen staan centraal in deze module, evenals de theorie over het voeren van een mentorgesprek. De studenten bestuderen en beoordelen een lesmethode m.b.t. spreek- en luistervaardigheidsonderwijs. Werkvorm Samenwerkingsopdrachten Hulpmiddel Digitale leeromgeving en internet Begeleiding Via digitale leeromgeving Cijferschaal 1 t/m 10, 1 dec. Doelstellingen code: EN-NE-TLB2 Titel: Taalbeheersing 2 (Mondelinge taalvaardigheid 1) Doelstelling: Na afloop van deze onderwijseenheid is het volgende bereikt: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Je kent de theorie van het mondeling presenteren en je kunt deze toepassen. Je kent de theorie van het interviewen en je kunt deze toepassen. Je kent de theorie over het mentorgesprek en je kunt deze toepassen. Je kunt reflecteren op je eigen presentatie, interview en mentorgesprek en die van anderen. Je kent de kenmerken van een verhalend journalistiek artikel en je kunt deze toepassen. Je kunt grammaticaal correcte zinnen formuleren die voldoen aan de huidige spelling.
Toets
Ec: 3 Dossier
Literatuur
A. Konig (2001). In gesprek met de leerling, 1. : EPN (niet meer verkrijgbaar – nadere informatie volgt) Kat, Timmer, Ville, Braas (2005). Taaltopics Presenteren, 3. Groningen: Noordhoff Uitgeverij Michelle van Waveren (2004). Interviewen. Onthullend en respectvol., 1e. Bussum: Uitgeve Coutinho