Leerlijn Spelling
1
Leerlijn Spelling Leerinhouden
LEERINHOUDEN KLAS 6
Klas 1 2 3
4
2-tekenklanken/3-tekenklanken/Tweeklanken (3) Woorden met ei of ij (3.5) - arbeid, dweil, bedreiging, dreigbrief, eis, heimwee, karwei, leiding, meiklokje, reiger, refrein, reiniging, weigering werkwoorden: arbeiden, bereiken, dweilen, dreigen, eisen, eindigen, seinen, kleien, reinigen, weigeren
5
6
ex
G
ex
G G
-
cijfer, dijbeen, dijk, maatschappij, woestijn werkwoorden: glijden, grijpen, onderwijzen, overlijden, ontbijten, stijgen, verblijven, verdwijnen, verschijnen, wijzen
ex
-
bijzonder (3.5.7 - 2.4.6)
G
-
homoniemen: brei/brij, bereiden/berijden, eis/ijs, hei/hij, leiden/lijden (ook de afleidingen: aanleiding, afleiding, begeleiding, inleiding, opleiding, verleiding), mei/mij, steil/stijl, zei/zij, bei/bij
-
beitel, beige, brein, fontein, feitelijk, feilloos, onfeilbaar, gelei, neiging, omheining, scheiding, scheidsrechter, uitbreiding, uitgebreid, uitreiking, vallei, verleiding
im
ex
G
werkwoorden: afleiden, beitsen, begeleiden, opleiden, omheinen, peilen, scheiden, spreiden, steigeren, uitbreiden, uitreiken, verleiden -
G
lekkernij, medelijden, rijkswachters, spijkerbroek, vuurpijl werkwoorden: aanwijzen, bevrijden, twijfelen, vergelijken, vermijden, verwijten, verwijderen, wijzigen
G G
homoniemen: gerei/gerij, peil/pijl, reizen/rijzen, zeiden/zijden, reik/rijk
2-tekenklanken/3-tekenklanken/Tweeklanken (3) Woorden met au of ou (3.6) - applaus, automaten, automatisch, grauw, astronaut, auteur, dauw, kabeljauw
Scholengemeenschap Steinerscholen Basisonderwijs Leerinhouden Klas 6
G
G
ex
G
Leerlijn Spelling
2
-
augurk, Australië, autoriteit, laurier, pauk, sauna, snauwen brouwerij, onderhoud, opbouw, toeschouwer, trouwens, vrouwelijk
G G im
-
ex
homoniemen: gauw/gouw, kauw/kou, nauw/nou, rauw/rouw
G
Klinkercombinaties (4) i + klinker in een woord (4.1) - i + eu: milieu, ingenieur (4.1.2) - i + eel/i + ële: officieel/officiële (4.1.3) u + klinker in een woord (4.3) - u + eel/u + ele: actueel/actuele Medeklinkercombinaties (6) Medeklinkercombinaties aan het begin van een woord (6.1) - woorden met th (6.1.5): o met thee: apotheek o met the: theater o met tho: methode o met ther: thermometer o met theo: theorie o andere: § enthousiast, sympathiek § thans, nochtans Medeklinkercombinaties in het midden van een woord (6.3) - sz in een woord (6.3.5) o enigszins, geenszins, alleszins
ex ex
G G
im
G
im im im im im
ex ex ex ex ex
G G G G G
im
ex im
G G
ex
G
G ex
G
ex
G
ex
G
ex
G
ex
G
Open en gesloten lettergrepen/Bastaardwoorden (8) In moeilijke woorden met 3 en meer lettergrepen (8.3 - Klas 6) Je moet niet verdubbelen na een doffe klank (uitzonderingen) (8.4.3) t/d in niet-persoonsvormen (9) t/d in een woord (9.3) - in afleidingen met voorvoegsels (9.3.3 - 18.3): o at: atlas o ad: advent
im
t/d/dt in persoonsvormen en werkwoordsvormen (10) Het voltooid deelwoord (10.4) - het voltooid deelwoord van werkwoorden die beginnen met be-, ge-, er-, her-, ont-, ver- (10.4.2) - het voltooid deelwoord en de stam + t klinken hetzelfde (10.4.3) - het voltooid deelwoord van werkwoorden die eindigen op -zen, -ven, -ben (’t Kofschip) (10.4.4) Scholengemeenschap Steinerscholen Basisonderwijs Leerinhouden Klas 6
Leerlijn Spelling
3
-
ex
G
Het onvoltooid deelwoord (10.5)
ex
G
De hoofdtijden van een werkwoord (10.6) - sterke en onregelmatige werkwoorden (10.6.2)
ex
G
het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord (10.4.5) o de verwoeste stad (maar: de storm verwoestte) o de beantwoorde mail (maar: hij beantwoordde) o de vergrote foto (maar: hij vergrootte de foto)
Samenstellingen (14) Telwoorden (14.6) - veelvouden van miljoen, miljard (14.6.5) Voorvoegsels (18) Woorden met de voorvoegsels in-/im- (18.2) - inpakken/ importeren Woorden met de voorvoegsels at- of ad- (18.3) - advent/atlas Woorden die beginnen met ab- of app- (18.4) - abdij/applaus Woorden met het voorvoegsel ver + r (18.5) - verroeren - verrassen/verassen Tussenklanken -en/-e/-s (20) Tussenklank -en (20.1) - dennenboom (20.1.1) / keukendeur (20.1.2) Tussenklank -e (20.2) - aspergesoep (20.2.1) / tarwekorrel (20.2.2) / hoogtevrees (20.2.3) / rodekool (20.2.4) / spinnewiel (20.2.5) Tussenklank -s (20.3) - stadskern (20.3.1) / dorpsschool (20.3.2) enigszins/najaarszon (20.3.3) Woordtekens (21) Deelteken (trema) (21.2) - in telwoorden (21.2.1): o drieëndertig - in woorden met i + e (ie=ië) (21.2.2) : o Azië / België / skiën - in woorden met a/e/o/u + i en o+e (oe=oë) (21.2.3): o maïs / beïnvloeden / egoïst / pinguïn o poëzie - in woorden met e + e (=eë) of e + ei (=eëi) (21.2.4): o reële / beëindigen
G
im
ex
G
im
ex
G
ex
G
im
G
im
ex
G
im
ex
G
Scholengemeenschap Steinerscholen Basisonderwijs Leerinhouden Klas 6
Leerlijn Spelling
4
-
in het meervoud van woorden die eindigen op -ie of -ee (21.2.5): o knieën / poriën / feeën - geen deelteken in (21.2.6): o breien / blije / luie / kraaien / groeien / mooie o begroeiing o beademen / beoordelen / geabonneerd / geopend o in andere combinaties: § liniaal / dieet / (ik) kopieer / financieel § museum / elektricien Koppelteken (liggend streepje) (21.3) - in samengestelde aardrijkskundige namen en hun afleidingen (21.3.1): o Sint-Niklaas, Zuid-Afrika, West-Vlaanderen o Oost-Vlaams - in samenstellingen met Sint en Onze-Lieve-Vrouw (21.3.2): o Sint-Maarten o Onze-Lieve-Vrouwekerk - in samenstellingen met ‘botsende klinkers’ (21.3.3): o auto-ongeval Afkortingsteken (21.4) - bv. / d.w.z. / km Accentteken (21.5) - in Franse woorden (21.5.1): saté/crèche/enquête - het nadrukteken (21.5.2): vóór
im
Vreemde woorden (23) Je schrijft een andere klinker (23.1) - woorden met y (=ie) (23.1.2): o in andere onthoudwoorden o in woorden die beginnen met symJe schrijft andere klinkercombinaties (23.2) - woorden met au (=o) (23.2.1): restaurant - woorden met ai (23.2.2): mayonaise - woorden met ou (23.2.3): douche - woorden met oi (23.2.4): toilet Je schrijft een andere medeklinker/medeklinkers (23.3) - je hoort ‘z’ maar je moet ‘s’ schrijven (23.3.1): o museum o moderniseren / modernisering / modernisatie - je hoort ‘zie’ maar je moet ‘sie’ schrijven (23.3.2): o televisie - je hoort ‘sie’ maar je moet ‘tie’ schrijven (23.3.3): o operatie / politie / emotie / revolutie o actie / adoptie - je hoort in een woord ‘sie’ maar je moet ‘ti’ schrijven (23.3.4): o station Scholengemeenschap Steinerscholen Basisonderwijs Leerinhouden Klas 6
ex
G
G G
im
G
Leerlijn Spelling
-
je schrijft c en je hoort k (23.3.5): o ct eind woord: direct o ct in een woord: actief o c voor a, o, u of een medeklinker cactus / cultuur / collega / club o in het voorvoegsel com-: computer o in het voorvoegsel con-: contact - je schrijft c en je hoort s (23.3.6): o cel, citroen / proces, provincie - je schrijft cc en je hoort k of ks (23.3.7): o accordeon / accent - je schrijft x en je hoort ks (23.3.8): o extra / examen / mixer /box - je schrijft g en je hoort zj (23.3.9): o giraf / garage / origineel - je schrijft j en je hoort zj (23.3.10): o journaal - je schrijft ck en je hoort k (23.3.11): o ticket Je schrijft een andere medeklinkercombinatie (23.4) - je schrijft ch / sh / sj (23.4.1): o chauffeur, machine, sandwich / shampoo / sjaal - je schrijft gn (23.4.2): o champagne - je schrijft qu en je hoort k of kw (23.4.3): o maquette / quotiënt - je schrijft chr en je hoort kr (23.4.4): o christelijk - je schrijft gh en je hoort g (23.4.5): o yoghurt Allerlei klinker- en medeklinkercombinaties (23.5) - woorden met aill / euill / ouill in het woord (23.5.1): o medaille / portefeuille / Bouillon - woorden die eindigen op -ot (23.5.2): o maillot - woorden die eindigen op -air / aire (23.5.3): o reglementair / documentaire - woorden die eindigen op -er / -ier / -ière (23.5.4): o diner / premier / première Woorden uit het Engels (23.6) - show / clown / team / interview
Scholengemeenschap Steinerscholen Basisonderwijs Leerinhouden Klas 6
5