Katholieke Hogeschool Limburg Industriële Wetenschappen en Technologie Faculteit Industrieel Ingenieur
Studiegids Industriële Wetenschappen Deel2 Vakfiches met o.m. inhouden en doelstellingen
SCH-BIO
Schakelprogramma Industriële Wetenschappen Biochemie
Academiejaar 2011-2012
FI²
KHLIM IWT-FI² VakkenTabellen 2011-2012
Stp. Vak
Punt./Vak
Punt./O.O.
Semester 1 SCH
Contract
SCH-BIO
Docent
Stp. O.O.
Code Vak
Schakelprogramma Biochemie
e
3
30
30
0,25
e
4
40
40
0,75
c c
3 3
30 30
e
3
30
30
e
3
30
30
e e e
1 1 3
10 10 30
e c
4 1
40 10
e
3
30
e
3
30
e
2
20
3 1,5
e e
3 2
30 20
2
1,5
e e
2 1
20 10
4
1
c
4
40
40
Semester 2 SCH
Ex
Stp
T
O
WouSt
S
3
1,75
1
WIS6
DKJo
S
2
2
FELI1_1 FELI1_2
DaMi DaMi
S/P
3
0,75
3
THE1SC
xthe/BaBr
M
Fluidomechanica +lab
3
FLUI
xthe
Organische Chemie2A Algemene organische chemie Reactiemechanismen deel 1 Reactiemechanismen deel 2
5 ORG2A_1 ORG2_2 ORG2_3
VaEt VaEt VaEt
Elektrochemie 1 Elektrochemie 1_1 Analoge Elektronica
5 ELCHEM1_1 ANEL8+L
DeRi SmDi
MAT12
Materiaalkunde 12
3
MAT12
VaBe
M
3
1
CING1_2
Chemische Ingenieurstechnieken 1_2 Massa en warmte: balansen en transport
5 CING1A
DkJo
M/S
3
2,5
CING2A
DKJo
CING3_1 CING4A
BrLe LuJa
M/S M
3 2
CHEM4A REG4
LyMy BaJo
M/S
P/S
O.O.
Naam O.O./Vak
FYS_SCH
Fysica schakel
3
FYS_SCH
WIS6
Wiskunde 6
4
FELI1
Elektriciteit1 Elektriciteit1_1 Elektriciteit1_2
6
THE1SC
Thermodynamica 1 S - Chemie en Biochemie
FLUI ORG2A
ELCHEM1
Chemische thermodynamica: fasenevenwicht
L
Ex
Stp
S/L
2
T
O
1,75
L
60 1,25
0 S/P/L
3
1,25
0,5
3
1
1,25
0,5 M
3
2
1
50 1 1
S
1,25 1 S
3
1,75
50 M S
4 1
2,5 0,5
0,5 0,25
30 50
M/S
2
2
Chemische Ingenieurstechnieken 3_4 Scheidingsprocessen Reactorkunde
5
Industriële chemie 1A Industriële chemie inleiding Inleiding regeltechniek
3
INDBIO
Industriële biochemie en microbiologie
4
INDBIO
MeMy/xchem
MOLBIO
Moleculaire biologie
3
MOLBIO
MeMy/SnKr
S
3
2
0,75
e
3
30
30
BIOTHE
Biochemische thermodynamica
3
BIOTHE
MeMy
S
3
1,5
0,5
e
3
30
30
CONSERV
Conserveringstechnologie
3
CONSERV
xchem
e
3
30
30
CING3_4S
INCE1A
Totaal Aantal Opleid.Ond. / Examens Aantal Uren/sem Gemidd. contacturen/jaar
58 15
50
30 L
1
1
S
27,00 16,50
2,75
10
3,25
3
1,75
1,25
31,00 18,25
1,25
4,00
11 22,50
23,50 23,00
T: Theorie ; O: Oefeningen ; L : Lab --- Ex: P: permanente evaluatie ; L: lab-examen ; S: schriftelijk examen ; M: mondeling examen Contract: e: examencontract is mogelijk; c: geen examencontract mogelijk (creditcontract noodzakelijk) O.O.: Opleidingsonderdeel
58 580 580
ANEL8+L_1112_SmDi
Vakbenaming Vakcode
Analoge elektronica 8 ANEL8+L
Titularis Docenten Jaar/asr ECTS-punten
Dirk Smets (SmDi) Dirk Smets (SmDi) 3ABA-CE, 3 ABA-BIO, SCH-BIO, SCH-CE 1
Doelstellingen
De student moet: - bestaande eenvoudige elektronische schakelingen met operationele versterkers kunnen analyseren, de signalen kunnen voorspellen en hierop metingen kunnen verrichten; AC1 - zelfstandig varianten van de toegepaste schakelingen kunnen ontwerpen, opbouwen en uittesten; AWC4 - het gebruik / de toepassing van de opampschakelingen bij een potentiostaat en galvanostaat kunnen uitleggen. AC1
Inhoudsopgave
Theorie: - Algemene versterkertechniek - Basisschakelingen met operationele versterkers (opamp) - Toepassingen met operationele versterkers o De instrumentatieversterker o Opamp als comparator o Opampschakelingen bij een potentiostaat en een galvanostaat Lab: - enkele metingen/testen uitvoeren op basisschakelingen met opamps (bv. in het kader van een eenvoudig project)
Onderwijsvorm
hoorcollege, lab
Studiemateriaal
eigen cursustekst (cursusdienst)
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste examenkans
schriftelijk examen
2de examenkans
schriftelijk examen
ANEL8+L_1112_SmDi
Vakbenaming Vakcode
Analoge elektronica 8 ANEL8+L
Algemene Visie
Door de toenemende digitalisering van de elektronische schakelingen lijkt het aandeel van de analoge elektronica steeds kleiner te worden. Aangezien echter de meeste sensoren van fysische grootheden analoge waarden meten (temperatuur, druk, licht, … enz.), zal de analoge elektronica niet weg te denken zijn. Het doel van dit vak is de studenten de principes en vaardigheden aan te reiken om, uitgaande van een te meten grootheid, de nodige signaalconditionering en -verwerking te kunnen uitvoeren. Ook is het de bedoeling dat de student in dit vak specifieke competenties, vaardigheden en het nodige inzicht verwerft om zelfstandig nieuwe informatie te verwerken en analoge elektronische basisopdrachten op te lossen.
Relatie met onderzoek
In de lessen wordt informatie verwerkt en/of geanalyseerd die het resultaat is van onderzoek binnen het vakgebied. Dit gebeurt zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf.
Situering van het vak in het curriculum
Om de elektronische schakelingen binnen het vak ‘Elektrochemie’ beter te begrijpen wordt getracht de lessen ‘analoge elektronica’ hierbij nauw te laten aansluiten. Het practicum verkleint de kloof tussen theorie en praktijk. Ook de zelfwerkzaamheid en initiatief worden gestimuleerd. De student zal hierdoor meer oplossingsgericht kunnen werken wat zeker zijn vruchten zal afwerpen.
Instroom-Relatie met andere vakken
De voorkennis die van de studenten verwacht wordt is: • Basiskennis uit de elektriciteitsleer zoals: de wet van Ohm, de spannings- en stroomwet van Kirchhoff. • Basiskennis over eenvoudige elektronische schakelingen uit voorgaande elektronicalessen. • Voldoende ervaring hebben in het opbouwen van schakelingen op een experimenteerbord en het gebruik van de basisapparaten voor het uittesten van elektronische schakelingen.
Relatie met het werkveld
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Door tijdens het practicum enkele projecten als rode draad te nemen tracht men de praktijk dicht te benaderen.
De evaluatie omvat: • Bij een aangeboden probleemstelling dient de student een mogelijke oplossing voor te stellen. • De student krijgt een variant van een besproken schakeling aangeboden. Deze schakeling dient men dan te analyseren en de signalen dienen voorspeld te worden
BIOTHE_1112_MeMy
Vakbenaming Vakcode
Biochemische thermodynamica BIOTHE
Titularis Docenten Jaar/ASR ECTS-punten
Myriam Meyers (MeMy) Myriam Meyers (MeMy) 3ABA-BIO, SCH-BIO 3
Doelstellingen
Biochemische thermodynamica wil de fysisch-chemische grondslagen leggen van energiewisselingen in biologische systemen, niet enkel als basis voor de rol van chemische reacties in vivo, doch eveneens voor het belang in diverse aspecten van de enzymatische katalyse en relevante toepassingen ervan AC2. De student - moet het belang en de functie van enzymen begrijpen en dient een overzicht te krijgen van doelstellingen uit metabolische processen in plant, dier en micro-organisme. De functie van ATP is hierin cruciaal met inbegrip van de mogelijke biologische koppelingen die leiden tot de vorming of het verbruik van ATP WC1; - kan biomembranen en hun eigenschappen duiden in de biologische context AC3/AWC1; - kan het begrip ‘steady state’ en onomkeerbare reacties in open levende systemen duiden en het belang en de toepassingen ervan ontdekken AC1/AC4; - kan de fysisch-chemische achtergrond van (bio)chemische reacties en katalyse gebruiken om het celmetabolisme en de regeling erop te verklaren en te vergelijken met in vitro experimenten AWC2; - moet het ontstaan van membraanpotentialen begrijpen en toepassen in celademhaling, fotosynthese, zenuwwerking en in signalisatie tussen cellen in het algemeen en de toepassing in bio-elektronica BC2/AWC3/AWC13.
Inhoudsopgave
- Het belang van enzymen in de biologie - Het belang van membraantransport in het ontstaan van ‚steady state‘ en onomkeerbare reacties in open biologische systemen - Overzicht van het globale kata- en anabolisme van plant, dier en microorganisme - ATP: de primaire, universele energiecarrier in biologische systemen - Membraantransport van ionen en het ontstaan van membraanpotentialen - Zenuwwerking - Ademhalingsketen en fotosynthese: membraanpotentialen voor ATP-winning
Onderwijsvorm
Activerend college met oefeningen en probleemstellingen uit onderzoek en industrie
Studiemateriaal
Cursus: ‘Biochemische thermodynamica’ (M. Meyers) en nota’s
Aanvullende leermiddelen Taal
Oefeningen en voormalige examenvragen in Toledo (discussieforum) Stryer, L. (1975). Biochemistry. W.H. Freeman & co.: San Fransisco. Aanvullende literatuur op het examen is mogelijk in het Engels.
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen, een rekenapparaat is slechts zeer uitzonderlijk nodig Schriftelijk examen, een rekenapparaat is slechts zeer uitzonderlijk nodig
BIOTHE_1112_MeMy
Vakbenaming Vakcode
Biochemische thermodynamica BIOTHE
Algemene visie
Biochemische thermodynamica is de basis waarop biochemie gebouwd is. Zowel de biochemie in industriële toepassingen als de biochemie in vivo steunen erop. Dit wordt belangrijk voor industriële biochemie en microbiologie en voor gezondheidszorg. Dit opleidingsonderdeel koppelt de chemische thermodynamica aan biokatalyse, biologische energie- of ATP-winning en –verbruik en membraantransport: de basisprincipes in biochemie en biologie.
Relatie met onderzoek
Het opleidingsonderdeel stelt resultaten van – zelfs recent – onderzoek voor en onderbouwt deze met de theoretische achtergrond. De gevorderde probleemstellingen in de oefeningen worden aangepakt via onderzoeksmethodiek: probleemstelling, hypothese, beredeneren van mogelijke gevolgen van de hypothese om ze te staven met een beschreven case of om ze te weerleggen.
Situering van het vak in het curriculum
Als basisvak voor biochemie situeert dit opleidingsonderdeel zich in de bacheloropleiding na de differentiatie, enkel in de afstudeerrichting biochemie (industriële wetenschappen in de chemie). Zowel industriële microbiologie en biochemie (3ABA-CE) als biochemische metabolismen (BIOMET) en Biochemie en immunologie van de mens (BIMM) uit de master in industriële wetenschappen in de biochemie worden ondersteund door dit opleidingsonderdeel.
Instroom-Relatie met andere vakken
Dit vak steunt op de chemisch - thermodynamische principes (algemene en analytische chemie) en op biomoleculen (voor structuur, analyse en werking ervan).
Relatie met het werkveld
Relaties met het werkveld worden gevormd door de vervolgopleiding in industriële microbiologie en biochemie en via gezondheidsaspecten en onderzoek hierover.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Omwille van het basisopleidingonderdeel en de klassieke onderwijsvorm spelen kenniscompetenties de hoofdrol. Tijdens evaluatie wordt wel de link beoogd met recente onderzoeksoutput vooral in het domein van gezondheid door te examineren over recente publicaties en te peilen naar redeneervermogen en probleemoplossende capaciteit (AWC11).
CHEM4A_1112_LyMy
Vakbenaming Vakcode
Industriële chemie - Inleiding CHEM4A - (FPCHES)
Titularis Docenten Jaar ECTS-punten
Braeken Leen (BrLe) Braeken Leen (BrLe) SCH-CE, SCH-BIO 2
Doelstellingen
De student kan: -het verband aantonen tussen een aantal fysische en chemische eigenschappen en eenheidsbewerkingen (a.h.v. grafieken en tabellen) AC1, WC1 -een aantal eenheidsbewerkingen beschrijven en kan aangeven waar problemen te verwachten zijn in de praktijk AC3, AC6/BC1, BC3, BC7, WC1 -verschillen tussen theorie en praktijk (rendement, zuiverheid) opsommen en de consequenties voor de praktijk aangeven (recyclage,spui..) AC1, WC1 -apparaten en methodes vergelijken (voor- en nadelen aangeven en keuze van apparatuur argumenteren) AC3, WC1 -blokschema’s maken, eenvoudig regelschema lezen AC2 -een aantal problemen i.v.m. milieu, veiligheid, corrosie aanduiden en oplossingen suggereren AC3, AWC3, AC7 -een aantal eenvoudige berekeningen uitvoeren (massa- energiebalansen, rendementsberekeningen, ...) AC2,WC1
Inhoudsopgave
Theorie: 1. Industriële waterbehandeling 2.Chemie in de motor: motorbrandstoffen, uitlaatgassen, petroleumraffinaderij 3.Aardgas 4. Anorganische industrie: ammoniakbereiding 5. Voedingsindustrie: suikerraffinage
Onderwijsvorm
Interactief college met collaboratief leren
Studiemateriaal
CHEM4 (FPCHE): Industriële chemie inleiding met studiewijzer (opdrachtenboek/studiewijzer)
Aanvullende leermiddelen
Toledo: film, figuren, oplossing oefeningen, aanvullingen, links / mediatheek: handboeken
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Theorie: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding; enkele vragen mogelijk volledig schriftelijk Theorie: idem
CHEM4A_1112_LyMy
Vakbenaming Vakcode
Industriële chemie - Inleiding CHEM 4A
Algemene Visie
In het vak industriële chemie wordt geen nieuwe kennis van chemie aangebracht. Het is een typisch ingenieursvak waarin de student leert om verworven kennis toe te passen en te herkennen in diverse toepassingen / processen. Er is hierbij continu aandacht voor zorgsystemen, economische elementen, schematische voorstellingswijzen, het kiezen tussen alternatieven, …
Relatie met onderzoek
Het vak stelt resultaten van fundamenteel en toegepast onderzoek voor met af en toe een directe verwijzing naar de onderzoeker, een bedrijf of product. De student : - leert alternatieven afwegen en keuzes motiveren - haalt voor een aantal opdrachten (o.a. lab) info uit werkveld/internet/ veiligheidsbladen - leert werkplanning maken rekening houdend met veiligheid, efficiëntie - leert resultaten interpreteren en oorzaken van fouten/afwijkingen opsporen - leert observeren/ noteren/ rapporteren/ samenwerken
Situering van het vak in het curriculum
In dit vak leren alle ingenieurs studenten (reeds in 2ABA) kennis uit verschillende vakgebieden toepassen in concrete processen van de chemisch industrie. Dit vak heeft raakpunten met diverse vakken uit de bachelor en master chemie / biochemie: labo organische chemie / chemische ingenieurstechnieken / industriële chemie en procescontrole/ chemisch ontwerpen/ regeltechniek/ bachelorproef
Instroom-Relatie met andere vakken
Verwachte voorkennis : basischemie , fysica, thermodynamica, materiaalkunde (MAT12).
Relatie met het werkveld
-de student bestudeert industriële processen: met probleemsituaties; compromis tussen rendement, zuiverheid, snelheid; groeiende aandacht voor duurzaamheid ( afval, energierecuperatie) - student maakt kennis met zorgsystemen en kostprijselementen. Veiligheid: de student - de student leert wat de verantwoordelijkheid is van een ingenieur (in bv een onderhoudsdienst) bij het plannen van werkzaamheden ; en waar hij de benodigde veiligheidsinfo kan vinden. Milieu: de student -leert waardoor de milieubelasting veroorzaakt wordt.(summier: voorkomen is beter dan genezen (geen end- of- the- pipe oplossingen) . Kwaliteit: van eindproducten (bv. zuiverheid) in functie van de toegepaste productie- en zuiveringsmethodes. (lab) Bedrijfseconomisch: bij alle processen / eenheidsbewerkingen wordt de aandacht gevestigd op kosten die verbonden zijn met chemicaliën, de installatie (o.a. materiaalkeuze), meet- en regelsystemen en beveiligingen, personeelskosten …/ kostprijs van alternatieve analysemethodes bepalen en vergelijken (lab)
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
In de evaluatie wordt basiskennis en het beredeneerd omgaan hiermee gecontroleerd. De vertaling van theoretische begrippen naar praktijksituaties is essentieel. In de oefeningen is probleemoplossend vermogen belangrijk (AC1, AC2, AC3, WC1)
CING1A_1112_DkJo
Vakbenaming Vakcode
Massa en warmte: balansen en transport CING1A
Titularis Docenten Jaar/ASR ECTS-punten
Jozefien De Keyzer (DkJo) Jozefien De Keyzer (DkJo) 3ABA-BIO, SCH-BIO 2
Doelstellingen
De student kan materiaal en warmtebalansen opstellen. AC1/WC1 De student heeft inzicht in en kan onderscheid maken tussen de verschillende vormen van massa- en warmteoverdracht. Hij kan de verschillende basiswetten verklaren en toepassen. AC1/WC1 De student kan analogieën trekken en de behandelde begrippen toepassen om gelijkaardige, niet geziene problemen op te lossen. AWC4 De student kan een warmtewisselaar ontwerpen en/of een bestaande warmtewisselaar evalueren. BC4
Inhoudsopgave
Theorie & oefeningen: Massabalansen Energiebalansen Stationaire warmte-overdracht warmte-overdracht: de warmtewisselaar (geleiding en convectie in verschillende geometriën, globale warmte-overdrachtscoëfficiënt, berekenen warmte-overdrachtscoëfficiënt, fouling, soorten warmtewisselaars) Niet-stationaire warmte-overdracht: koelen en bevriezen van voedingswaren Sationaire massa-overdracht Niet-stationaire massa-overdracht: verdampen
Onderwijsvorm
Interactieve werkcolleges met oefeningen en korte hoorcolleges
Studiemateriaal
Cursus ‘Materie en energie in chemische processen’
Aanvullende leermiddelen
Transport Processes and Separation Process Principles, C.J.Geankoplis Chemical process: design and integration, R.M. Smith
Examenvorm 1ste examenkans
2de examenkans
Theorie (25 %): theorievraag met schriftelijk voorbereiding, met mondelinge bijvragen wordt naar inzicht gepeild. Grafisch rekenmachine niet toegelaten. Schriftelijk oefeningenexamen (75%) met gebruik van formularium en rekenmachine Idem.
CING1A_1112_DkJo
Vakbenaming Vakcode
Massa en warmte: balansen en transport CING1A
Algemene Visie
De opleiding industrieel ingenieur wil de student voorbereiden op het werk in een technische bedrijfsomgeving. In dit vak wordt beoogd enkele specifieke onderdelen of toepassingen in de chemische processen toe te lichten. Hierbij wordt vertrokken vanuit de fysische achtergrond die aan bod komt bij de verschillende transportverschijnselen en vanuit de reële toepassingen in de industrie. De studenten leren zo een aantal veel voorkomende ontwerp- en gebruiksproblemen uit de chemische industrie op te lossen, zoals bvb. het ontwerp van een warmtewisselaar.
Relatie met Onderzoek
Aangezien het hier om een typisch basis ingenieursvak gaat, is de relatie met onderzoek eerder beperkt. Toch komen enkele verwijzingen en onderzoekscompetenties aan bod: • In de cursus worden Engelstalige oefeningen geïntegreerd.. Op die manier raakt de student vertrouwd met Engelstalige vakterminologie, het gebruik van diverse eenheden en het zelfstandig verwerken en opzoeken in anderstalige literatuur. • Waar mogelijk worden voor oefeningen en toepassingen voorbeelden genomen uit recent onderzoek.
Situering van het vak in het curriculum
Dit vak behoort tot de groep vakken betreffende chemische ingenieurstechnieken. Het betreft een algemeen ingenieursvak en bijgevolg ligt de nadruk dan ook op het analyseren en oplossen van problemen uit de chemische industrie. Daarnaast levert het vak ook een algemeen inzicht in de behandelde onderwerpen zodat hierop kan gesteund worden in andere vakken of later in het beroep.
Instroom-Relatie met andere vakken
Er wordt van de student verwacht enige voorkennis te hebben vanuit Chemie, Fluïdomechanica en Fysica. Voor het oplossen van differentiaalvergelijkingen wordt gesteund op het vak wiskunde.
Relatie met het werkveld
Dit vak is een typisch onderdeel van de chemische ingenieurstechnieken. De behandelde onderwerpen zijn dan ook rechtstreeks toepasbaar bij het ontwerpen en de controle van chemische processen, een belangrijk werkveld voor de industrieel ingenieur chemie.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
CING2A_1112_DkJo
Vakbenaming Vakcode
Chemische thermodynamica CING2A
Titularis Docenten Jaar/ASR ECTS-punten
Jozefien De Keyzer (DkJo) Jozefien De Keyzer (DkJo) 3ABA-BIO, SCH-BIO 2
Doelstellingen
De student kan • de fysisch-chemische grondslagen van de verschillende aspecten van het faseevenwicht en het chemische evenwicht weergeven WC1; • de in dit vak gehanteerde terminologie en begrippen gebruiken AC6; • uitgaande van de analogie met de oefeningen uit de les nieuwe problemen met dezelfde moeilijkheidsgraad zelfstandig oplossen AWC4.
Inhoudsopgave
Theorie & oefeningen: Evenwicht bepaald door de wetten van de thermodynamica Fase-evenwicht in één-component systemen: toestandsvergelijkingen van ideale en reële gassen, Clausius-Clapeyron, begrip fugaciteit Systemen met meerdere componenten: partiële molaire grootheden, chemische potentiaal, activiteiten, vloeisof-damp evenwicht, oplosbaarheid, vloeistof-vloeistof evenwicht, eenvoudige fasediagrammen en toepassing van de hefboomregel Chemisch evenwicht
Onderwijsvorm
Afwisselend hoorcollege, interactief college en oefeningen
Studiemateriaal
Eigen cursus ‘Chemische thermodynamica’
Aanvullende leermiddelen
Zie referentielijst bij cursus.
Examenvorm 1ste examenkans
2de examenkans
Theorie (25 %): theorievraag met schriftelijke voorbereiding, met mondelinge bijvragen wordt naar inzicht gepeild. Grafisch rekenmachine is hierbij niet toegelaten. Schriftelijk oefeningenexamen (75%) met gebruik van rekenmachine en formularium. Idem
CING2A_1112_DkJo
Vakbenaming Vakcode
Chemische thermodynamica CING2A
Algemene Visie
Dit vak beoogt de basiskennis van de student rond chemische thermodynamica, faseevenwicht en chemisch evenwicht. Het doel is enerzijds de kennis rond deze fysische en chemische begrippen uit de diepen en verbreden, anderzijds de basis te leggen voor rechtstreeks gebruik in de chemische ingenieurstechnieken. Eveneens wordt een kritische ingesteldheid en het actief gebruiken van de verworven kennis beoogd..
Relatie met Onderzoek
Aangezien deze cursus in eerste instantie tot doel heeft om de basisbeginselen van de chemische thermodynamica aan te brengen, is de relatie met onderzoek eerder beperkt. Er wordt wel kort verwezen naar bestaand onderzoek en literatuur, voornamelijk betreffende de opbouw van de verschillende chemische modellen.
Situering van het vak in het curriculum
Chemische thermodynamica brengt begrippen betreffende fase-evenwicht en chemisch evenwicht die een basis leggen voor de verdere toepassing in de chemische ingenieurstechnieken (Scheidingsprocessen en Reactorkunde) en Ontwerpen. Begrippen als Chemische potentiaal komen eveneens terug in het vak Elektrochemie.
Instroom-Relatie met andere vakken
Er wordt uitgegaan van een kennis van basisbegrippen uit Chemie, Fysica en Wiskunde zoals deze aan bod komen in de opleiding.
Relatie met het werkveld
Dit vak brengt voornamelijk basisbegrippen aan. De relatie met het werkveld komt dan ook vooral aan bod in de vervolgonderdelen van chemische ingenieurstechnieken zoals Scheidingstechnieken, Reactorkunde en Ontwerpen.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
CING3_1_1112_BrLe
Vakbenaming Vakcode
Scheidingsprocessen CING3_1
Titularis Docenten Jaar/ASR ECTS-punten
Leen Braeken (BrLe) Leen Braeken (BrLe) 3ABA-CE, SCH-CE, SCH-BIO 3
Doelstellingen
De student moet inzicht verwerven in de fundamentele principes van diverse scheidingsprocessen en dit kunnen gebruiken om nieuwe gelijkaardige systemen te analyseren WC1/AC1. De student kan de in de oefeningen aangeleerde procedures voor de dimensionering en selectie van apparatuur zelfstandig toepassen AWC4 en het bekomen resultaat kritisch beoordelen AWC1. De student is in staat om Engelstalige vakliteratuur te verwerken AC6. De student toont inzicht in bestaande technische realisaties en kan de geziene theorie toepassen in een bestaand productieproces o.b.v. processchema en een korte procesbeschrijving AC10/AC11/BC3.
Inhoudsopgave
-
-
Overzicht van verschillende scheidingsprocessen Vloeistof-Damp scheiding: • Binaire continue destillatie (basis + complexe systemen) • Batch destillatie • Flash destillatie Vloeistof-Vloeistofscheiding: Extractie Gas-Vloeistofscheiding: Absorptie Filtratie Membraanprocessen Seminarie: Scheidingsprocessen in raffinage
Onderwijsvorm
Interactieve werkcolleges met oefeningen en korte hoorcolleges, Gastspreker
Studiemateriaal
Cursustekst BrLe “ Scheidingsprocessen” (Cursusdienst) Chemical process: Design and integration, R.M. Smith Kopies van transparanten uit de les
Aanvullende leermiddelen
Separation Process Principles, J.D. Seader and E.J. Henley Transport Processes and Separation Process Principles, C.J.Geankoplis,
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Theorie (30 %):Mondeling met schriftelijk voorbereiding, gesloten boek Oefeningenexamen (70%): Schriftelijk, open boek Idem.
CING3_1_1112_BrLe
Vakbenaming Vakcode
Scheidingsprocessen CING3_1
Algemene Visie
Scheidingsprocessen zijn eenheidsoperaties die in chemische en biochemische industrie veelvuldig voorkomen. In de opleiding is het dan ook noodzakelijk dat voldoende aandacht wordt besteed aan de basisprincipes van deze eenheidsbewerkingen. Dit omvat enerzijds een goede kennis en begrip van essentiële principes en anderzijds toepassen van deze kennis in bestaande productieprocessen. De nagestreefde competenties zijn een systematische probleemanalyse, logische redeneervaardigheden, zelfstandig toepassen van de verworven methodologie bij het sturen en ontwerpen van chemische processen, kritisch beoordelen van bekomen resultaten en aandacht voor veiligheidsaspecten.
Relatie met Onderzoek
Aangezien het hier om een typisch basis ingenieursvak gaat, is de relatie met onderzoek eerder beperkt. Toch komen enkele verwijzingen en onderzoekscompetenties aan bod: In de cursus wordt gebruik gemaakt van een Engelstalig handboek als ondersteuning voor de theorie. Op die manier raakt de student vertrouwd met Engelstalige vakterminologie, het gebruik van diverse eenheden en het zelfstandig verwerken en opzoeken in anderstalige literatuur. Waar mogelijk worden voor oefeningen en toepassingen voorbeelden genomen uit recent onderzoek.
Situering van het vak in het curriculum
Het vak scheidingsprocessen levert de basis voor de belangrijkste eenheidsoperaties gebruikt binnen diverse chemische en biochemische productieprocessen. Het vak biedt een voorbereiding op en ondersteuning voor andere opleidingsonderdelen als Project (PROJCE), Capita Selecta Scheidingsprocessen (CING 3_1), Masterproef, Biochemische ingenieurstechnieken (BING), …
Instroom-Relatie met andere vakken
Er wordt gesteund op voorkennis uit de vakken industriële chemie (CHEM4), massaoverdracht en fazenleer (CING 1_2 en 1_3), Warmteleer (THE1), Fluïdomechanica (FLUI) en Fysicochemie (ELCHEM1).
Relatie met het werkveld
Scheidingsprocessen komen veelvuldig voor in de chemische en biochemische industrie. Inzicht in de basisprincipes is dan ook noodzakelijk voor het regelen en ontwerpen van deze installaties. In het kader van de cursus wordt geprobeerd om minstens 1 gastspreker uit de industrie uit te nodigen om een bestaand industrieel scheidingsproces voor te stellen. Op basis van gerichte vragen beredeneren de studenten hoe ze dit proces kunnen bijsturen.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Het is belangrijk dat de student de verworven kennis kan toepassen in reële situaties. Dit wordt specifiek getoetst op het examen voor een niet gezien proces. De geëvalueerde competenties zijn voornamelijk logisch redeneervermogen, kritische reflectie van resultaten en aandacht voor externe factoren zoals veiligheid.
CING4A_1112_LuJa
Vakbenaming Vakcode
Reactorkunde CING4A
Titularis Docenten Jaar/ASR ECTS-punten
Jan Luyten (LuJa) Jan Luyten (LuJa) 3ABA-BIO, SCH-BIO 2
Doelstellingen
De student - heeft inzicht in de werking van de verschillende reactortypes en kan de onderlinge verschillen aanduiden AWC1/WC1; - kan ideaal werkende homogene, isotherme reactorsystemen ontwerpen en analyseren AWC1/AWC4; - kan een gemotiveerde keuze maken voor een bepaald reactorsysteem in functie van de gewenste reactie(s) AWC1;
Inhoudsopgave
1. 2. 3. 4.
Inleiding Grondslagen van de chemische reactorentechnologie Ontwerp en analyse van isotherme homogene reactorsystemen Reactordesign in functie van onderliggende kinetica
Onderwijsvorm
Hoorcollege + oefenzittingen Demo-oefeningen met Matlab
Studiemateriaal
Powerpoint-presentatie Oefeningenbundel (+ formularium)
Aanvullende leermiddelen
Chemical Reaction Engineering, 3rd edition, Octave Levenspiel, Wiley, 1999 (aanwezig in de mediatheek)
Examenvorm 1ste examenkans
2de examenkans
Mondeling examen. 25% van de punten wordt gequoteerd op een theorievraag en 75% op oefeningen. Tijdens de volledige duur van het examen mag gebruik gemaakt worden van een formularium. Mondeling examen. 25% van de punten wordt gequoteerd op een theorievraag en 75% op oefeningen. Tijdens de volledige duur van het examen mag gebruik gemaakt worden van een formularium.
CING4A_1112_LuJa
Vakbenaming Vakcode
Reactorkunde CING4A
Algemene Visie
De omzetting van grondstoffen naar gewenste eindproducten vormt de essentie van de chemische (proces-)industrie. Het zijn precies deze omzettingsprocessen en hun apparaten die het onderwerp vormen van de reactorentechnologie. Hierbij worden de concepten aangebracht om de reactorsystemen te ontwerpen en te analyseren. In deze inleidende cursus wordt de werking van homogene, isotherme reactorsystemen behandeld.
Relatie met onderzoek
Aangezien deze cursus in eerste instantie tot doel heeft om de basisbeginselen van de reactorentechnologie aan te brengen, is de relatie met onderzoek eerder beperkt. Wel kan vermeld worden dat een kritische houding en een methodologische aanpak verwacht wordt. Voornamelijk tijdens het oplossen van oefeningen zal hier dan ook ruim aandacht aan worden besteed.
Situering van het vak in het curriculum
Deze cursus maakt gebruik van de algemene concepten en beschrijvingen van de chemische ingenieurstechnieken, in het bijzonder uit de opleidingsonderdelen Massa- en warmteoverdracht en chemische thermodynamica. Een verdiepende cursus reactorentechnologie wordt aangeboden in een latere fase van het curriculum.
Instroom-Relatie met andere vakken
De vereiste voorkennis omvat Massa- en warmte-overdracht en Chemische thermodynamica.
Relatie met het werkveld
Zoals reeds gesteld vormt reactorentechnologie één van de basisdisciplines van de chemische ingenieurstechnieken. Inzicht in de werking van reactoren is inderdaad onontbeerlijk om later aan de slag te gaan als (chemisch) procesingenieur. In deze cursus wordt de student vertrouwd gemaakt met de meest courant gebruikte reactortypes. De inleidende cursus beperkt zich tot homogene, isotherme reactorsystemen.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Nihil
CONSERV_1112_Xchem
Vakbenaming Vakcode
Conserveringstechnologie CONSERV
Titularis Docenten Jaar/asr ECTS-punten
Xchem (Xchem) Xchem (Xchem) 3ABA-BIO, SCH-BIO 3
Doelstellingen
− − − − − − − −
De verschillende bederfvormen van levensmiddelen (microbiologisch, chemisch, fysisch en biochemisch bederf) kunnen beschrijven en herkennen. AC2/WC1/AWC1 Van de verschillende conserveringstechnieken de principes en microbiologische aspecten kunnen toelichten (verhitten, bestralen, koelen, diepvriezen, drogen, chemische stoffen, …). AC2/AWC1/WC1 De verschillende technieken onderling kunnen vergelijken en een gefundeerde keuze kunnen maken. AC1/AWC2 Begrippen en terminologie die specifiek zijn voor de levensmiddelentechnologie (D-waarde, z-waarde, F0-waarde, …) kunnen toelichten en toepassen. AC1/AC2/WC1 De belangrijkste parameters van verschillende conserveringsprocessen kunnen berekenen. AC1/WC1/BC4 De rol van eventuele additieven kunnen toelichten. AC2 Begrippen met betrekking tot de toxiciteit van stoffen kunnen toelichten. AC2 Een gepaste reiniging en desinfectie kunnen voorstellen. AC1/AC2
Inhoudsopgave
-
Conserveringstechnieken. Additieven in de voeding. Voedselcontaminatie en toxicologie. Reiniging en desinfectie. HACCP en warenwetgeving.
Onderwijsvorm
Interactieve colleges, werkcolleges en opzoekopdracht
Studiemateriaal
Cursus: Conserveringstechnologie
Aanvullende leermiddelen
Vakliteratuur, internet, …
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen met oefeningen: 100% Schriftelijk examen met oefeningen: 100%
CONSERV_1112_Xchem
Vakbenaming Vakcode
Conserveringstechnologie CONSERV
Algemene visie
In de opleiding tot industrieel ingenieur in de biochemie vormt voeding een belangrijk onderdeel. Methoden om voeding te bewaren mogen in dit kader niet ontbreken. Conserveringstechnologie beoogt een aantal verschillende bewaringsmethoden toe te lichten.
Relatie met onderzoek
Studenten gebruiken experimentele onderzoeksresultaten in specifieke oefeningen. Gepubliceerde artikels kunnen deel uitmaken van het studiemateriaal van conserveringstechnologie.
Situering van het vak in het curriculum
Conserveringstechnologie vormt een opleidingsonderdeel van 3ABA/biochemie. Het hoort thuis in de specialisatie biochemie en steunt op kennis uit de eerste en tweede opleidingsfase.
Instroom-Relatie met andere vakken
Dit opleidingsonderdeel steunt op kennis van opleidingsonderdelen uit 1ABA en 2ABA zoals fysica, chemie, biomoleculen, … Tevens levert “Industriële biochemie en microbiologie” uit 3ABA ook de nodige kennis.
Relatie met het werkveld
Conserveringstechnieken zijn uiterst belangrijk in de voedingsindustrie en voor een industrieel ingenieur in de biochemie dus een noodzakelijk onderdeel van zijn opleiding.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Conserveringstechnologie is een basiscursus, interactief gedoceerd met nadruk op vakspecifieke competenties. Andere competenties zoals analytisch vermogen, abstractievermogen, logisch redeneervermogen, … komen bij de oefeningen aan bod. Evaluatie van deze competenties gebeurt aan de hand van een schriftelijk examen met oefeningen.
ELCHEM1_1_1112_DeRi
Vakbenaming Vakcode
Elektrochemie 1_1 ELCHEM1_1
Titularis Docenten Jaar/ASR ECTS-punten
Rita De Waele (DeRi) Rita De Waele (DeRi) 3ABA-CE, 3ABA-BIO, SCH-CE, SCH-BIO 4
Doelstellingen
De student kan: -
de constructie, de werking en de theoretische achtergrond van de elektrodesoorten weergeven WC1; de meettechnieken voor de bepaling van transportgetallen bespreken alsook het verband met de fysische parameters van het bijhorende deeltje AWC1; het E-pH diagramma van water construeren en andere Pourbaix diagramma interpreteren AWC1/AWC2; de redenering die gevolgd wordt bij de EMK afleiding van metaal/metaalion systemen veralgemenen tot redoxsystemen AC10; een verband leggen tussen potentiaalmetingen en thermodynamische grootheden WC1; complexe oefeningen met de geziene methodieken oplossen AWC4/BC2/AC10; alle afgeleide formules in eigen woorden uitleggen WC1/AC6; de praktische toepassingen van de conductometrie bespreken AC2/AWC1;
Inhoudsopgave
de migratie van ionen en het geleidingsvermogen met toepassingen van de conductometrie elektrochemische thermodynamica referentie-elektroden en redoxpotentialen het stabiliteitsgebied van water potentiaalsprongen tussen elektrolytoplossingen membraanelektroden activiteiten en activiteitscoëfficiënten potentiometrische concentratie- en activiteitsmetingen in de praktijk oefeningen bij elke leereenheid
Onderwijsvorm
Interactief college, oefenzitting
Studiemateriaal
Eigen cursustekst met per hoofdstuk gedetailleerde doelstellingen, materiaal uit labo
Aanvullende leermiddelen
Bij elke leereenheid wordt in de cursus de aanvullende literatuur vermeld ter stimulatie van de studenten in het kader van levenslang leren.
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Mondeling met schriftelijke voorbereiding Mondeling met schriftelijke voorbereiding
ELCHEM1_1_1112_DeRi
Vakbenaming Vakcode
Elektrochemie 1_1 ELCHEM 1_1
Algemene Visie
Inhoudelijk is Elektrochemie 1_1 een cursus die aanvangt met processen onder nul stroom (potentiometrie) om uiteindelijk te komen tot stroomspanningsrelaties in Elektrochemie 2_1. De cursus is opgebouwd uit verschillende basiselementen waarbij er aandacht wordt geschonken aan de onderliggende theorie om nadien het praktisch gebruik beter te verklaren. De basiselementen worden nadien ingeschakeld in een groter geheel. Die elektrochemische opstellingen liggen aan de basis van heel wat medische, analytische, biochemische, industriële en milieu analyses. De student wordt dan ook steeds geconfronteerd met de vakoverschrijdende toepassing. Er wordt de nodige chemisch wetenschappelijke en technische kennis aangebracht die de student nadien de mogelijkheid geeft om in dit en andere vakdomeinen de aangeleerde analyses uit te voeren en de resultaten ervan correct te interpreteren.
Relatie met onderzoek
De geleidbaarheid en de Debije Hückel Onsager vergelijking wordt gedeeltelijk historische afgeleid om de studenten inzicht te geven in hoe een onderzoek in de praktijk verloopt. De vooropgestelde hypothesen, de onderzoeksresultaten, de kritische reflectie, de bijsturing van de hypothesen, ...
Situering van het vak in het curriculum
Elektrochemie 1_1 staat in het basisprogramma voor 3ABA-CE en 3ABA-BIO. Het behandelt de basiselementen die nodig zijn om in andere vakken (biochemie, analytische, industriële chemie) ondersteunend te werken. Het is tevens de voorbereiding op Elektrochemie 2_1.
Instroom-Relatie met andere vakken
Een grondige voorkennis van de algemene chemie, analytische chemie, organische chemie en thermodynamica is noodzakelijk. De aangeboden kennis wordt praktisch getoetst in ANAL3 Pourbaix diagramma en corrosie worden tevens gebruikt in INCE2.
Relatie met het werkveld
Relaties met het werkveld in alle aspecten van industriële chemie, voedingschemie, analyselabo’s zijn niet weg te denken.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Behalve de vakspecifieke competenties komen nog andere competenties aan bod zoals analytisch vermogen, abstractie vermogen, probleemoplossend vermogen, redeneervermogen en het vermogen tot systematisch en methodisch handelen.
FELI1_1_1112_DaMi
Vakbenaming Vakcode
Elektriciteit 1_1 FELI1_1
Titularis Docenten
Michaël Daenen (DaMi) Geert Vandensande (VdsGe), Tim Clukers (ClTi), Eric Geuens (GeEr), Thijs Vandenryt (VaTh) SCH-CE, SCH-BIO 3
Jaar ECTS-punten Doelstellingen
De student: - Kan definities, formules en eenheden van elektrische grootheden exact formuleren en toepassen. WC1, AC1 - Kan basiswetten van de elektrostatica + magnetisme exact formuleren en gebruiken a) in oefeningen, b) bij de verklaring van de werking van elektrische toestellen, c) bij de afleiding van bepaalde formules. WC1, AC1 - Kan de handregels voor magnetisme vlot toepassen. AC1, WC1
Inhoudsopgave
Deel 1: Elektrostatica 1. Inleidende begrippen. 2. Het elektrisch veld. 3. Geleiders en elektrische velden. 4. Diëlektrica. 5. Energie in het elektrisch veld. 6. Condensatoren Deel 2: Elektromagnetisme 1. Het magnetisme. 2. Het elektromagnetisme. 3. Magnetische materialen. 4. Magnetische ketens. 5. De Lorentzkrachten. 6. De bewegings- en de geïnduceerde ems. 7. Inductieve kringen. 8. Magnetisch gekoppelde kringen. 9. Wervelstromen.
Onderwijsvorm
Mix van hoorcolleges en oefenzittingen.
Studiemateriaal
Eigen cursusteksten. Online informatie via Toledo.
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen over theorie (50%) en oefeningen (50%). Formularium mag gebruikt worden. Schriftelijk examen over theorie (50%) en oefeningen (50%). Formularium mag gebruikt worden.
FELI1_1_1112_DaMi
Vakbenaming Vakcode
Elektriciteit 1_1 FELI1_1
Algemene Visie
Deze cursus beoogt het aanbrengen van een wetenschappelijke basiskennis van het vakgebied “elektrotechniek” als onderdeel van de polyvalente voorbereiding op het ingenieursberoep en als voorbereiding op de master “industriële ingenieurswetenschappen”. In het eerste jaar is er heel wat herhaling van leerstof uit het secundair onderwijs. Deze herhaling gebeurt wel met een grotere diepgang. De wetenschappelijke basis bestaat voor een beperkt gedeelte uit feitenmateriaal (kennen). De nadruk ligt veeleer op redeneervaardigheden (begrijpen), en het oplossen van concrete problemen (toepassen).
Relatie met Onderzoek
Het opleidingsonderdeel “Elektriciteit1” stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf. De studenten voeren onderzoeksgerelateerde opdrachten uit.
Situering van het vak in het curriculum
Steunt op: Kennis uit het secundair onderwijs Is basis voor: De opleidingsonderdelen in de leerlijn elektrotechniek.
Instroom-Relatie met andere vakken
Er is in feite nauwelijks basiskennis “elektrotechniek” vereist. De cursus begint vanaf nul maar het tempo ligt behoorlijk hoog. Voor het volgen van dit opleidingsonderdeel is elementaire kennis van fysica (opbouw van de stof) en wiskunde (algebra, vectorrekenen, integraal- en differentiaalrekenen) een must.
Relatie met het werkveld
Het juist hanteren van de disciplinegebonden wetmatigheden, grootheden en eenheden is een minimum eis om in het werkveld op eenduidige wijze te kunnen communiceren.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
- Aanvullende leermateriaal: Douglas C. Giancoli; “Natuurkunde voor Wetenschap en Techniek: Elektrostatica en Magnetisme. - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: De evaluatie peilt voornamelijk naar inzicht het vermogen om nieuwe problemen op te lossen en het correct toepassen van de respectievelijke elektrische grootheden en hun eenheden.
FELI1_2_1112_DaMi
Vakbenaming Vakcode
Elektriciteit 1_2 FELI1_2
Titularis Docenten
Michaël Daenen (DaMi) Geert Vandensande (VdsGe), Tim Clukers (ClTi), Eric Geuens (GeEr), Thijs Vandenryt (VaTh) SCH-CE, SCH-BIO 3
Jaar ECTS-punten Doelstellingen
De student: - Kan definities, formules en eenheden van magnetische grootheden exact formuleren en toepassen. AC1, WC1 - Kan basiswetten van elektrodynamica en wisselstroomtheorie exact formuleren en gebruiken a) in oefeningen, b) bij de verklaring van de werking van elektrische toestellen, c) bij de afleiding van bepaalde formules. AC1, WC1 - Kan rekentechnieken voor het oplossen van elektrische kringen, aangesloten op gelijkspanning en wisselspanning toepassen. WC1, AC1 - Kan schakelingen opbouwen, doormeten en de meetresultaten interpreteren. AC1, AWC1, AWC4
Inhoudsopgave
Deel 3: Elektrodynamica 1. De elektrische stroomkring. 2. Elektrische grootheden. 3. Elektrische schakelingen en hun oplossingsmethoden. Deel 4: Wisselstroomtheorie / toepassingen op magnetisme 1. Fasordiagram - complexe voorstelling van spanningen, stromen en impedanties. 2. RLC-resonanties 3. Vermogensoverdracht 4. Ideale transformator Labo Inleiding: Hoe gebruik je een meetinstrument? / Weerstanden. 1. De serie- en parallelschakeling. 2. De V-A-metermeetmethode. 3. De potentiometer. 4. Gemengde en complexe schakelingen.
Onderwijsvorm
Mix van hoorcolleges, oefenzittingen en labo’s.
Studiemateriaal
Eigen cursusteksten. Online informatie via Toledo: Demo video’s bij het inleidend labo.
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen over theorie (40%) en oefeningen (40%). Het formularium mag gebruikt worden. Permanente evaluatie van het labo (20%). Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo’s. Schriftelijk examen over theorie (40%) en oefeningen (40%). Het formularium mag gebruikt worden. Voor de labo’s is er geen tweede examenkans. De punten van de eerste examenkans blijven behouden.
FELI1_2_1112_DaMi
Vakbenaming Vakcode
Elektriciteit 1_2 FELI1_2
Algemene Visie
Deze cursus beoogt het aanbrengen van een wetenschappelijke basiskennis van het vakgebied “elektrotechniek” als onderdeel van de polyvalente voorbereiding op het ingenieursberoep en als voorbereiding op de master “industriële ingenieurswetenschappen”. In het eerste jaar is er heel wat herhaling van leerstof uit het secundair onderwijs. Deze herhaling gebeurt wel met een grotere diepgang. De wetenschappelijke basis bestaat voor een beperkt gedeelte uit feitenmateriaal (kennen). De nadruk ligt veeleer op redeneervaardigheden (begrijpen), en het oplossen van concrete problemen (toepassen).
Relatie met Onderzoek
Het opleidingsonderdeel “Elektriciteit1” stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf.
Situering van het vak in het curriculum
Steunt op: Kennis uit het secundair onderwijs Is basis voor: De opleidingsonderdelen in de leerlijn elektrotechniek.
Instroom-Relatie met andere vakken
Er is in feite nauwelijks basiskennis “elektrotechniek” vereist. De cursus begint vanaf nul maar het tempo ligt behoorlijk hoog. Voor het volgen van dit opleidingsonderdeel is elementaire kennis van fysica (opbouw van de stof) en wiskunde (algebra, vectorrekenen, integraal- en differentiaalrekenen) een must.
Relatie met het werkveld
Het juist hanteren van de disciplinegebonden wetmatigheden, grootheden en eenheden is een minimum eis om in het werkveld op eenduidige wijze te kunnen communiceren.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
- Aanvullende leermateriaal: Douglas C. Giancoli; “Natuurkunde voor Wetenschap en Techniek: Elektrostatica en Magnetisme. - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: De evaluatie peilt voornamelijk naar inzicht het vermogen om nieuwe problemen op te lossen en het correct toepassen van de respectievelijke elektrische grootheden en hun eenheden - Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk indien minimum 10/20 behaald werd.
FLUI_1112_Xthe
Vakbenaming Vakcode
Fluïdomechanica + lab FLUI
Titularis Docenten Jaar ECTS-punten
Xthe (Xthe) Xthe (Xthe), Baeten Brecht (BaBr) SCH-EM, SCH-AUT, SCH-EL, SCH-CE, SCH-BIO 3
Doelstellingen
1.
Begrippen en grootheden als: stroomlijn en stroombaan, convectieve en lokale versnelling, laminaire en turbulente stroming, grenslaag, kunnen definiëren en verklaren. AC2 2. De vergelijkingen van Bernoulli en van Euler kunnen formuleren, de betekenis ervan uitleggen en kunnen toepassen in een concrete situatie. De energiehoogten grafisch kunnen weergeven. AC2 3. Het verband tussen de rotatie van een stroming en de viscositeit aangeven en uitleggen. AC2 4. De betekenis van het getal van Reynolds kunnen uitleggen en toelichten met enkele voorbeelden. AWC1 5. De voornaamste eigenschappen en toepassingen van de potentiaalstroming kunnen opsommen en uitleggen. AC2 6. Elke belangrijke stap in het redeneerproces bij het afleiden van de behoudswetten aangeven en verantwoorden. AWC1 7. De stroming rond een voorwerp (externe stroming) kunnen beschrijven en de bijbehorende krachten kunnen berekenen. AC2 8. De interne stroming in leidingen kunnen beschrijven en de ladingsverliezen kunnen berekenen. AWC1 9. Kunnen uitleggen hoe een netwerk van leidingen kan berekend worden. AWC1 10. Analoge oefeningen, als deze in de les en oefenzitting behandeld, met behulp van een formuleblad kunnen oplossen. AWC1/BC2
Inhoudsopgave
1. Eigenschappen van fluida. 2. Eendimensionale stroming van een ideaal fluïdum: vergelijking van Bernoulli. 3. Eendimensionale stroming van een viskeus fluïdum: Reynoldsgetal. 4. Meerdimensionale stroming. Potentiaalstroming. 5. Behoudswetten in integraalvorm: massa, impuls en energie. 6. Dimensieanalyse, analogieën. 7. Stroming rond een voorwerp: krachten bij stromende fluïda. 8. Stroming in leidingen: drukverliezen in leidingen. 9. Stroming in open kanalen. 10. Het meten van stromingen. 11. Netwerken. 12. Supersone stroming Lab: 1. Het meten van mechanische en stromingstechnische grootheden. 2. De stroming in leidingen: drukverliezen in leidingen. 3. De stroming rond een voorwerp: krachten bij stromende fluïda (luchtstroomkanaal). 4. Opnemen van een ventilatorkarakteristiek.
Onderwijsvorm
Hoorcollege, oefenzitting en labozitting
Studiemateriaal
“Fluidomechanica”, “Fluidomechanica: oefeningen” door ir. A. Goyvaerts “Fluidomechanica: practicum” door ing. E. Campo en ir. A. Goyvaerts Cursus Fluïdomechanica bij de cursusdienst en op Toledo
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Theorie: Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding Oefeningen: Schriftelijk examen Theorie: Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding Oefeningen: Schriftelijk examen
FLUI_1112_Xthe
Vakbenaming Vakcode
Fluïdomechanica + lab FLUI
Algemene Visie
De ingenieur wordt dagelijks geconfronteerd met materie in beweging. De studie van stroming van fluïda behoort tot de basiskennis. De student leert hoe de waarnemingen omgezet worden in wetten. De student verwerft voldoende inzicht en vaardigheid om de belangrijkste wiskundige en fysische begrippen zelfstandig aan te wenden in de stromingsleer. De studenten leren in de oefenzittingen hoe de theorie zelfstandig toe te passen om stromingsproblemen op te lossen. In het laboratorium gebeurt het aanleren van praktische vaardigheden en van sociale vaardigheden door werken en overleggen in kleine groepjes. De studie van de Fluïdomechanica staat in nauw verband met de: − kennis van toegepaste mechanica, thermodynamica, fysica en werktuigkunde; − kennis en toepassing van systemen voor energiebeheersing, omvorming, distributie en aanwending van energie.
Relatie met Onderzoek
Het vak Fluïdomechanica stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf.
Situering van het vak in het curriculum
De fluïdomechanica situeert zich binnen het gebied van de basisopleiding van de ingenieur. Geen enkele ingenieur kan een volwaardige opleiding gevolgd hebben zonder een minimum kennis van stromende fluïda.
Instroom-Relatie met andere vakken
De Fluïdomechanica maakt uitvoerig gebruik van de wiskunde om op een wetenschappelijk gefundeerde manier de modellen op te bouwen die het gedrag van een stromend fluïdum beschrijven. Hiervoor is een goede kennis van algebra, vectorrekening, integraal- en differentiaalrekening noodzakelijk. Tevens wordt verondersteld dat de student een stevige basis heeft vanuit de fysica, de thermodynamica en de mechanica.
Relatie met het werkveld
De Fluïdomechanica wordt bijzonder veel gebruikt bij eindwerken. Studenten worden dikwijls geconfronteerd met situaties waarbij ze drukverliezen in leidingen moeten bepalen, pompen of ventilatoren op een verantwoorde manier moeten kiezen.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
De evaluatie van de theoretische competentie gebeurt in een mondeling examen met schriftelijke voorbereiding, gewichtsfactor 12/30. De evaluatie van het zelfstandig kunnen oplossen van stromingsproblemen gebeurt in een schriftelijk examen, gewichtsfactor 12/30. De evaluatie van het aanleren van praktische en sociale vaardigheden gebeurt permanent, aan de hand van laboratoriumverslagen en een evaluatietest, gewichtsfactor 6/30.
FYS_SCH_1112_WouSt
Vakbenaming Vakcode
Fysica Schakel FYS_SCH
Titularis Docenten Jaar ECTS-punten
Stan Wouters (WouSt) Lisette Vandael (VaLi) en Stan Wouters (WouSt) SCH-EM, SCH-AUT, SCH-EL, SCH-ELO, SCH-CE, SCH-BIO 3
Doelstellingen
De student kan tijdens het theoretisch examen: - de fysische begrippen definiëren en eenheden van deze begrippen benoemen en/of afleiden. Hij kan (verschillen tussen) begrippen in woorden en met een schets of grafiek uitleggen. WC1, AC1, AC2 - fysische vergelijkingen afleiden. Hij kan de veronderstellingen en een situatieschets geven. Hij kan in de situatieschets de grootheden uit de af te leiden formule vermelden. Hij kan de formules of wetten die tijdens de afleiding gebruikt worden beargumenteren. WC1, AC1, AC2 - fysische begrippen en vergelijkingen gebruiken om fysische verschijnselen (in praktische toepassingen) te verklaren WC1, AC1, AC2, AWC1 - deze informatie zelfstandig, gestructureerd en schriftelijk rapporteren. AC6 De student kan tijdens het oefeningenexamen - oefeningen zelfstandig oplossen met de methode van probleemoplossend denken: Hij kan de opgave vertalen naar een ‘gegeven-gevraagde-formules’-structuur. Hij kan op een creatieve manier tot een oplossing komen door het opbouwen van wetenschappelijke redeneringen, het toepassen van fysische wetten en wiskundige technieken. Hij kan het gevraagde in formulevorm afzonderen. Hij kan alle redeneringstappen opschrijven; AC1, AC2, AC6, AWC1, AWC4
Inhoudsopgave
-
Onderwijsvorm
- Kennisoverdracht: Hoorcolleges met multimedia ondersteuning (PowerPointpresentaties, applets, films), demoproeven en voorbeeldoefeningen - Begeleide kennisverwerking: Begeleide oefenzittingen en labo’s
Studiemateriaal
Handboek: Fysica voor industrieel ingenieurs DEEL 1, 2010, Pearson Custom Publications
Aanvullende leermiddelen
- Cursus op elektronische leeromgeving met extra informatie (applets – presentaties internetlinks) die de leerstof illustreert en verduidelijkt - Serway, R. Jewett, J.W. (2004) Physics for scientists and engineers with modern physics; Belmont: Brooks/Cole-Thomson
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Temperatuur Thermische uiteenzetting Kinetische gastheorie Warmtegeleiding Calorimetrie Inleiding tot thermodynamica Trillingen Golven Geluid Staande golven Optica
Schriftelijk examen van de theorie (50%) en de oefeningen (50%). idem
FYS_SCH_1112_WouSt
Vakbenaming Vakcode
Fysica Schakel FYS_SCH
Algemene Visie
Dit opleidingsonderdeel beoogt de studenten een diepgaand inzicht bij te brengen in een aantal domeinen van de klassieke fysica. Naast het inhoudelijke aspect stelt het opleidingsonderdeel zich evenzeer tot doel het exact en kritisch wetenschappelijk denken aan te scherpen. Bovendien biedt dit opleidingsonderdeel de gelegenheid bij uitstek om probleemoplossend te leren denken, een vaardigheid die bij industrieel ingenieurs zeker niet mag ontbreken en dit zowel op theoretisch als op praktisch gebied. De combinatie van inzicht in de theorie en beheersing van wiskundige en wetenschappelijke oplossingsmethoden is hierbij essentieel.
Relatie met onderzoek
Binnen dit opleidingsonderdeel worden belangrijke onderzoekscompetenties bijgebracht: probleemstelling formuleren, probleemoplossend werken, kritische reflectie en rapportering. Bovendien leren de studenten tijdens het labo om onderzoeksgegevens te verzamelen, te analyseren en te verwerken
Situering van het vak in het curriculum
Dit opleidingsonderdeel steunt op mechanica 1.
Instroom-Relatie met andere vakken
Dit opleidingsonderdeel vormt een belangrijke basis voor fysica 2, thermodynamica en fluïdomechanica.
Relatie met het werkveld
Fysica is een van de basiswetenschappen. Er is dus geen directe link met het werkveld. Maar voldoende kennis en inzicht in de wetmatigheden van de fysica vormt de basis voor de meer toepassingsgerichte opleidingsonderdelen zoals (toegepaste) fluïdomechanica, (toegepaste) thermodynamica, …uit de hogere jaren.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
- Aanvullende informatie betreffende competenties: De student beschikt o over een ruime veelzijdige, wetenschappelijk en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen; o over communicatievaardigheden; o over algemene beroepsattitudes; o over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: o Grafische rekenmachine mag enkel gebruikt worden tijdens het examen van de oefeningen
INDBIO_1112_MeMy
Vakbenaming Vakcode
Industriële Biochemie & Microbiologie INDBIO
Titularis Docenten Jaar/ASR ECTS-punten
Myriam Meyers (MeMy) Myriam Meyers (MeMy), 3ABA-CE, 3ABA-BIO, SCH-BIO 4
Doelstellingen
De student moet - met behulp van verschillende basishandboeken rond industriële microbiologie en/of industriële biochemie, in groep, iedere week antwoorden zoeken en formuleren op gestelde vragen. Het geheel wordt doorgesproken in groep en in toledo ter beschikking gesteld voor verbeteringen en aanvullingen AC2/AC1/WC1/BC1; - kritisch leren omgaan met deze aangeleverde teksten: goed of fout en waarom? - deze inhoud samen met de bijhorende technieken die in het lab worden aangeleerd, omvormen in hanteerbaar werkmateriaal (AC3/AWC2/BC4) en gebruiken bij het bestuderen van een bestaand industrieel proces met biochemische en microbiologische inslag. AWC3/BC7; - de mogelijkheden en toepasbaarheid van biochemie en industriële microbiologie in een (chemische) context (bioconversies) plaatsen BC2; - een nieuw studiegebied en een vreemd of speciaal uitgangsmateriaal (enzymen of micro-organismen) aan kunnen pakken in een multidisciplinaire context (chemisten met uitbreiding proces- en reactorkunde, biochemisten met uitbreiding biochemie en microbiologie, schakelstudenten met uitbreiding labroutine) AC7.
Inhoudsopgave
- Wat zijn enzymen / micro-organismen? - Wat kunnen ze (niet)? Waar haal je ze? - Wanneer kies je (wel / niet) voor industriële microbiologie of voor industriële biochemie? - Hoe gebruiken we enzymen / micro-organismen? Hoe meten we deze processen? Hoe optimaliseren we deze processen? - Reactoren: batch? Continu? Geïmmobiliseerde enzymen of micro-organismen? Wat doet je kiezen voor het ene of het andere? - Hoe berekenen we deze processen?
Onderwijsvorm
Begeleide zelfstudie als basis van multidisciplinair teamwork, aangevuld met labzittingen. Studie van een industrieel biochemisch en/of microbiologisch proces.
Studiemateriaal
Vertreknota’s met vragen en opdrachten Handboeken in mediatheek (teveel om op te noemen), zowel wat betreft basisbiochemie en microbiologie, als wat betreft industriële biotechnologie.
Aanvullende leermiddelen
Toledo – industriële microbiologie en biochemie voor verslagen, verbeteringen en aanvullingen Literatuur is meestal in het Engels.
Taal Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
theorie: open boek examen (50%) lab en teamwork: permanente evaluatie via peer- en co-evaluatie (50%) open boek examen (met mogelijke praktische proef) over theorie en lab, indien mogelijk voor een gedeelte ook in groep.
INDBIO_1112_MeMy
Vakbenaming Vakcode
Industriële Biochemie & Microbiologie INDBIO
Algemene visie
Industriële microbiologie en biochemie is een zeer toepassingsgerichte cursus waarin industriële processen die met enzymen of met micro-organismen gevoerd worden, vooraf worden ingeschat aan de hand van een aantal parameters die experimenteel kunnen bepaald worden.
Relatie met onderzoek
In INDBIO moeten de studenten in groep op onderzoek gaan, zowel in de literatuur als in het lab. Welke parameters hebben we nodig? Hoe bepalen we ze? En wat doen we er dan mee?
Situering van het vak in het curriculum
INDBIO is voor industrieel ingenieurs één van de einddoelstellingen: opvolgen van een industrieel proces, probleemoplossend meedenken, grenzen ontdekken van eigen kennen en kunnen. Voor chemiestudenten levert dit vak een initiatie in biochemie en microbiologie en meteen de einddoelstelling: ‘wat kan je ermee?’. Voor academische bachelors industriële wetenschappen chemie optie biochemie is INDBIO het opleidingsonderdeel waar bijna alle specialisatievakken ten dienste van staan. In het curriculum wordt dit opleidingsonderdeel bestudeerd op het einde van de bachelor (3ABA-CE).
Instroom-Relatie met andere vakken
Biomoleculen en CHEMLAB (2ABA-CE) zijn nodig in de zelfstandige verwerking van voorbeeldprocessen en het onderzoek.
Relatie met het werkveld
INDBIO houdt op verschillende manieren voeling met het werkveld: - duurzaamheid in grondstoffen, productieprocessen, afvalmanagement en energieverbruik - drempeloverschrijdend ontdekken en aanpakken van een nieuw werkterrein - initiatie in levenslang leren - teamwork - probleemoplossend aanpakken
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Omwille van de speciale onderwijsvorm worden tal van niet-kennis gerelateerde competenties ingeoefend: groepswerk met co- en peer-evaluatie, opzoekwerk, evalueren en sorteren van relevante informatie, samenvatten en bundelen van informatie tot een gestructureerd naslagwerk. Probleemanalytisch werken komt aan bod om antwoorden op vragen te zoeken, zowel in de literatuur als in het lab.
MAT12_1112_VaBe
Vakbenaming Vakcode
Materiaalkunde 12 MAT12
Titularis Docenten Jaar ECTS-punten
Bert Van Bael (VaBe) Bert Van Bael (VaBe) SCH-CE, SCH-BIO 3
Doelstellingen
De student moet: - de voornaamste materiaaleigenschappen kunnen toelichten WC1; - van de verschillende materiaalgroepen concrete voorbeelden kunnen geven WC1; - de voornaamste mechanische eigenschappen kunnen toelichten (betekenis, testmethodes, praktisch belang, relatie met inwendige structuur) WC1/AC1; - kunnen aangeven of en hoe mechanische eigenschappen gewijzigd kunnen worden WC1/AC1; - voor verschillende testen kunnen opsommen welke eigenschappen bepaald kunnen worden; wat de voor- en nadelen zijn en de toepassingsgebieden WC1/AC3; - voor een concrete toepassing/product kunnen aangeven welke materiaaleigenschappen belangrijk zijn AC1; - proeven kunnen beschrijven en de resultaten kunnen interpreteren AC2/AC3; - Ashby diagramma’s kunnen gebruiken om geschikte materialen te kiezen voor bepaalde toepassingen en het nut en de beperkingen van Ashby diagramma’s kennen AC2/AC7; - normen kunnen gebruiken en kunnen verklaren waarom bepaalde eisen gesteld worden AC2/AWC2;
Inhoudsopgave
Lessen: Deel 1: overzicht van materiaalgroepen en materiaalkeuze met Ashby-diagramma’s Deel 2: mechanische materiaaleigenschappen (elasticiteit, plasticiteit, breukgedrag) Deel 3: mechanische en niet-destructieve testen Labo: 1 demolab
Onderwijsvorm
Lessen en demolabo
Studiemateriaal
Lespresentaties en ondersteunende teksten (verspreid in hoorcollege, labo en via Toledo)
Aanvullende leermiddelen handboeken mediatheek, o.a. “Materiaalkunde voor technici”, M. Kooijman en M. Pallada, 2009 “Materiaalkunde” K.G. Budinski en M.K. Budinski, 2009 Ashby-software: CES Edupack 2010 Examenvorm: 1ste examenkans
Schriftelijk examen met mondelinge toelichting
2de examenkans
Schriftelijk examen met mondelinge toelichting
MAT12_1112_VaBe
Vakbenaming Vakcode
Materiaalkunde 12 MAT12
Algemene Visie
Het selecteren van het meest geschikte materiaal voor concrete toepassingen is één van de praktische problemen waarmee ingenieurs geconfronteerd worden. Om dergelijke problemen gestructureerd aan te pakken wordt in dit vak gebruik gemaakt van de methode van Ashby. Deze methode wordt bestudeerd voor toepassingen waarbij mechanische materiaaleigenschappen centraal staan. Om te kunnen redeneren over de geschiktheid van materialen wordt basiskennis bijgebracht over de inwendige structuur van materialen en het leggen van verbanden met de eigenschappen. Om een totaalbeeld van de mogelijkheden en beperkingen van materialen te verkrijgen leert men relevante informatie op te zoeken in diverse bronnen zoals databanken, normen, bedrijfsinformatie en vaktijdschriften.
Relatie met onderzoek
Technieken om geschikte materialen te selecteren en kennis van mechanische testen en normen zijn dikwijls onmisbaar in later eigen onderzoek.
Situering van het vak in het curriculum
Het vak is speciaal bedoeld voor schakelstudenten chemie of biochemie zonder voorkennis van mechanische eigenschappen van materialen of van technieken voor materiaalselectie.
Instroom-Relatie met andere vakken
Verwachte voorkennis: basiskennis chemie en fysica. Het vak reikt kennis aan die nodig is voor de vakken mechanica en kunststoffen.
Relatie met het werkveld
Contacten met bedrijven in het kader van bezoeken, dienstverlening en masterproeven zorgen voor een constante input van relevante evoluties in industrie, concrete problemen en oplossingen.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
MOLBIO_1112_MeMy_SnKr
Vakbenaming Vakcode
Moleculaire biologie MOLBIO
Titularis Docenten Jaar/ASR ECTS-punten
Myriam Meyers (MeMy) Kristel Sniegowski, Myriam Meyers (MeMy) 3ABA-BIO, SCH-BIO 3
Doelstellingen
De student kan - de structuur van DNA, RNA en eiwitten beschrijven, interpreteren en gebruiken in diverse moleculaire biologische experimenten (PCR, hybridisatie en sequentiebepaling) en in de celfysiologie WC1/AC1/AC4/AWC4; - zich een idee vormen van de manier waarop genen, RNA’s en eiwitten opgespoord worden. Ook de technieken en de technologie die hierbij gebruikt worden horen tot het vakdomein AC3/AWC2/BC2. - uiteindelijk de kracht van specificiteit van de biomoleculen toepassen en gebruiken bij het uitwerken van typische bio-assays BC4/BC6 in diverse kwaliteitszorgsystemen en medische probleemsituaties. AWC3/BC7
Inhoudsopgave
-
Onderwijsvorm
Activerend college (SnKr), oefeningen en probleemstellingen uit recent onderzoek (MeMy)
Studiemateriaal
Cursus: ‘Moleculaire Biologie’ (MeMy) en nota’s
Aanvullende leermiddelen
Toledo: moleculaire biologie (oefeningen in ‘course documents’, eventueel in discussieforum) Leningher, A.L. (1982). Principles of Biochemistry. New York: Wath. Publisher. Probleemstellingen, ook op examen, mogelijk in het Engels: gebruik van woordenboek is toegelaten
Taal
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Structuur van DNA en RNA Transcriptie, translatie en regulatie Replicatie Bouwstenen, eigenschappen en structuur van eiwitten Isoleren en zuiveren, opsporen en meten van eiwitten Ophelderen van aminozuurvolgorde van eiwitten via het DNA of via het eiwit Opsporen van genen In vitro vermenigvuldigen en ‚lezen‘ van DNA
Schriftelijk examen, rekenmachine slechts bij uitzondering nodig Schriftelijk examen, rekenmachine slechts bij uitzondering nodig
MOLBIO_1112_MeMy_SnKr
Vakbenaming Vakcode
Moleculaire biologie MOLBIO
Algemene visie
Moleculaire biologie focust op de moleculaire achtergrond van DNA, RNA en eiwitten: structuur, functie en werking. Het opleidingsonderdeel vormt zo de basis van activiteit en regelingen hierop in de biologie en biochemie. Toepassingen van deze moleculen in vitro leveren diverse specifieke diagnostische testen.
Relatie met onderzoek
Het opleidingsonderdeel stelt resultaten van onderzoek voor met directe verwijzing naar de onderzoeksmethoden. Er worden alternatieven beschreven met hun toepassingsdomein in het zoeken naar genen of eiwitten, het opzuiveren ervan of voor DNA het amplificeren en de sequentiebepaling. Eigen onderzoek wordt ingeweven in de cursus, evenals mogelijke toepassingen in de masterproefonderwerpen (toekomstig, recent of uit het verleden).
Situering van het vak in het curriculum
Moleculaire biologie is het basispakket voor eiwitzuivering in scheidingstechnieken, analytische biochemie, analytische immunologie en/in het onderzoekslab (BIOLAB1), maar ook van recombinant DNA technologie en moderne biotechnologie in het algemeen (MABIO).
Instroom-Relatie met andere vakken
Een grondige voorkennis van biomoleculen is vereist.
Relatie met het werkveld
De relatie met het werkveld ligt volledig in het onderzoeksdomein van biochemie dat niet los te koppelen is van de meer traditionele eiwitchemie of de recente revolutie in de moleculaire biologie van nucleïnezuren. De nieuwe technieken volgen mekaar in sneltempo op met tal van industriële toepassingen in biosensortechnologie en analytische methoden voor het selectief en gevoelig opsporen van moleculen of delen ervan (sequenties, epitopen) in ingewikkelde matrices (voeding, milieu en omgevingsstalen of in vivo in weefsels, organen, cellen of lichaamsvochten).
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
MOLBIO is een basiscursus, klassiek, maar interactief gedoceerd met de nadruk op kenniscompetenties, alhoewel ook onderzoekscompetenties uitgebreid aan bod komen vooral in de oefeningen en probleemoplossend toepassen. In de evaluatie wordt gefocust op moderne technieken in moleculaire biologie (diagnostiek) en op de immer belangrijke relatie in structuur en werking van eiwitten.
ORG2A_1_1112_VaEt
Vakbenaming Vakcode
Organische chemie 2A: Algemene organische chemie ORG2A_1
Titularis Docenten Jaar/ASR ECTS-punten
Etienne Van Hoof (VaEt) Etienne Van Hoof (VaEt) SCH-CE, SCH-BIO 1
Doelstellingen
- voor de belangrijkste soorten organische verbindingen de algemene formule, de verdere indeling en de belangrijkste kenmerken noteren; met praktische voorbeelden illustreren, en uitgaande van de structuurformule een product bij een bepaalde groep classificeren AWC1/WC1 - op basis van de gebruiksnaam van de belangrijkste eenvoudige organische verbindingen de structuurformule noteren AC2, AWC1/WC1 - de verschillende tautomeren, isomere, conformere en mesomere vormen van een product noteren, deze vormen met elkaar vergelijken naar stabiliteit, en gevolgen voor de eigenschappen afleiden AC2, AWC1/WC1 - de begrippen inductief en mesomeer effect gebruiken om het zuur-base gedrag van organische verbindingen met elkaar te vergelijken AWC1 - verschillen in zuur-base gedrag van organische verbindingen voorspellen of verklaren AC2, AWC1 - theoretische aspecten van het verloop van een organische reactie toelichten, verklaren en gebruiken AC2, AWC1/WC1 - van een aantal geselecteerde reacties het eindproduct voorspellen, het mechanisme noteren, en problemen in verband met competitie toelichten AC2, AWC1/WC1
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Enkele basisconcepten uit de organische chemie Hoofdstuk 2: Overzicht van de belangrijkste klassen organische verbindingen Hoofdstuk 3: Conformeren van alkanen en cyclo-alkanen Hoofdstuk 4: Optische isomerie Hoofdstuk 5: Zuur-base eigenschappen van organische verbindingen Hoofdstuk 6: Reacties van organische verbindingen
Onderwijsvorm
Interactief college met oefeningen
Studiemateriaal
Eigen cursus: “Algemene Organische Chemie”
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen (maximum 3 uur) Schriftelijk examen (maximum 3 uur)
ORG2A_1_1112_VaEt
Vakbenaming Vakcode
Organische chemie 2A: Algemene organische chemie ORG2A_1
Algemene Visie
In het kader van een brede algemene, wetenschappelijke en technische vorming hoort organische chemie als wetenschappelijke discipline tot de opleiding van elke ingenieur in de chemie en de biochemie. De student moet voldoende competenties in organisch chemische begrippen en technieken verwerven, om deze zelfstandig te kunnen toepassen bij het oplossen van technische en wetenschappelijke problemen.
Relatie met onderzoek
Het opleidingsonderdeel Organische Chemie 2 stelt resultaten van onderzoek voor, met vaak een directe verwijzing naar de onderzoeker zelf.
Situering van het vak in het curriculum
Organische Chemie 2A1 levert enerzijds essentiële basiskennis voor de vakken organische chemie (theorie en praktijk) in het masterjaar. Anderzijds biedt het ook een voorbereiding op en een ondersteuning van andere opleidingsonderdelen, zoals analytische chemie; biochemie, industriële chemie, ecologie en kunststoffen en dergelijke.
Instroom-Relatie met andere vakken
Organische Chemie 2A1 biedt vooral een herhaling, een heropfrissing en een lichte verdieping van de organische kennis die werd verworven tijdens de PBA-opleiding.
Relatie met het werkveld
Vermits het hier om een basiscursus gaat, met aanbrengen van basiskennis en basisvaardigheden uit het vakgebied van de organische scheikunde, is er geen directe relatie met het werkveld.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Behalve de vakspecifieke competenties komen ook andere competenties aan bod, zoals: aandacht voor veiligheid en milieu; persoonsgebonden competenties zoals inzet en doorzettingsvermogen; cognitieve competenties zoals analytisch vermogen, abstractievermogen, probleemoplossend vermogen, logisch redeneervermogen, en het vermogen tot systematisch en methodisch handelen.
ORG2_2_1112_VaEt
Vakbenaming Vakcode
Organische chemie 2: Reactiemechanismen deel 1 ORG2_2
Titularis Docenten Jaar/ASR ECTS-punten
Etienne Van Hoof (VaEt) Etienne Van Hoof (VaEt) 3ABA-CE, 3ABA-BIO, SCH-CE, SCH-BIO 1
Doelstellingen
- van een concrete reactie bepalen en verklaren volgens welk soort reactiemechanisme deze verloopt AC1,WC1 - analoge reacties vergelijken naar snelheid en/of opbrengst, en verklaren door middel van theoretische argumenten AC10 - de invloed van een verandering van de belangrijkste reactieparameters op de snelheid, de opbrengst, en/of de aard van het eindproduct voorspellen en verklaren AC10,AC11 - bij competitieve reactiemogelijkheden de juiste keuze maken en verklaren, op basis van de gebruikte reactieparameters AC2,AC10,AC11 - op basis van de reactievergelijking zelf de ideale reactieparameters voor een reactie selecteren AC10,AC11 - voor de besproken reacties een volledig en gedetailleerd reactiemechanisme noteren, en de verschillende stappen beschrijven en verklaren, en de correcte eindproducten afleiden en verklaren AC1,WC1 - zelf een reactiemechanisme voorstellen voor analoge reacties die niet in de cursus werden besproken AC10,AC11
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Radicaalreacties Hoofdstuk 2: Nucleofiele substituties en eliminaties
Onderwijsvorm
Interactief college met oefeningen
Studiemateriaal
Eigen cursus: “Reactiemechanismen”
Aanvullende leermiddelen
/
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen (maximum 3 uur) Schriftelijk examen (maximum 3 uur)
ORG2_2_1112_VaEt
Vakbenaming Vakcode
Organische chemie 2: Reactiemechanismen deel 1 ORG2_2
Algemene Visie
In het kader van een brede algemene, wetenschappelijke en technische vorming hoort organische chemie als wetenschappelijke discipline tot de opleiding van elke ingenieur in de chemie en de biochemie.. De student moet voldoende basiscompetenties in organisch chemische begrippen en technieken verwerven, waarbij een beperkt gedeelte feitenkennis onontbeerlijk is. . De nadruk ligt echter veeleer op abstractievermogen, een systematische probleemaanpak en op logische redeneervaardigheden, en op het zelfstandig toepassen van de verworven kennis voor het aanpakken en oplossen van technische en wetenschappelijke problemen.
Relatie met Onderzoek
Het opleidingsonderdeel Organische Chemie 2 stelt resultaten van onderzoek voor, met vaak een directe verwijzing naar de onderzoeker zelf.
Situering van het vak in het curriculum
Organische Chemie 2.2 levert enerzijds essentiële basiskennis voor de vakken organische chemie (theorie en praktijk) in de rest van het derde jaar van de opleiding en in het masterjaar.. Anderzijds biedt het ook een voorbereiding op en een ondersteuning van andere opleidingsonderdelen, zoals analytische chemie; biochemie, industriële chemie, ecologie en kunststoffen en dergelijke.
Instroom-Relatie met andere vakken
Organische Chemie 2.2 steunt vooral op de kennis die werd verworven binnen Algemene Chemie 1 en 2 en binnen Organische Chemie 1.
Relatie met het werkveld
Kennis van het precieze verloop van organische reacties is een essentieel onderdeel in organische onderzoeksgroepen, maar ook in bedrijven waar organische verbindingen worden gesynthetiseerd. Kennis van het reactieverloop laat vaak toe om geschikte reactieparameters te selecteren, en op die manier de snelheid van de productie te verbeteren, of de opbrengst te vergroten. Bovendien laat deze kennis vaak toe om innovatieve productiemethoden te ontwikkelen, of nieuwe producten te synthetiseren.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Behalve de vakspecifieke competenties komen ook andere competenties aan bod, zoals: aandacht voor veiligheid en milieu; persoonsgebonden competenties zoals inzet en doorzettingsvermogen; cognitieve competenties zoals analytisch vermogen, abstractievermogen, probleemoplossend vermogen, logisch redeneervermogen, en het vermogen tot systematisch en methodisch handelen.
ORG2_3_1112_VaEt
Vakbenaming Vakcode
Organische chemie 2: Reactiemechanismen deel 2 ORG2_3
Titularis Docenten Jaar/ASR ECTS-punten
Etienne Van Hoof (VaEt) Etienne Van Hoof (VaEt) 3ABA-CE, 3ABA-BIO, SCH-CE, SCH-BIO 3
Doelstellingen
- van een concrete reactie bepalen en verklaren volgens welk soort reactiemechanisme deze verloopt AC1,AC2,WC1 - analoge reacties vergelijken naar snelheid en/of opbrengst, en verklaren door middel van theoretische argumenten AC1,AC2,WC1,AC10,AC11 - de invloed van een verandering van de belangrijkste reactieparameters op de snelheid, de opbrengst, en/of de aard van het eindproduct voorspellen en verklaren AC1,AC2,WC1,AC10,AC11 - bij competitieve reactiemogelijkheden de juiste keuze maken en verklaren, op basis van de gebruikte reactieparameters AC1,AC2,WC1,AC10,AC11 - op basis van de reactievergelijking zelf de ideale reactieparameters voor een reactie selecteren AC1,AC2,WC1,AC10,AC11 - voor de besproken reacties een volledig en gedetailleerd reactiemechanisme noteren, en de verschillende stappen beschrijven en verklaren AC1,AC2,WC1 - op basis van de uitgangsproducten en de reagentia de correcte eindproducten afleiden en verklaren AC1,AC2,WC1 - zelf een reactiemechanisme voorstellen voor analoge reacties die niet in de cursus werden besproken AC1,AC2,WC1,AC10,AC11 - een mechanisme noteren voor de vorming van een aantal terpenen uit isopreen, en op deze terpenen de isopreenregel toepassen AC1,AC2,WC1
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 3: Elektrofiele substituties op aromaten Hoofdstuk 4: Oxidaties en reducties Hoofdstuk 5: Elektrofiele Addities Hoofdstuk 6: Nucleofiele Addities aan ketonen en aldehyden Hoofdstuk 7: Nucleofiele acyclsubstituties Hoofdstuk 8: Reacties van enolaten Toepassingen: Terpenen
Onderwijsvorm
Interactief college met oefeningen
Studiemateriaal
Eigen cursus: “Reactiemechanismen”
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen (maximum 4 uur) Schriftelijk examen (maximum 4 uur)
ORG2_3_1112_VaEt
Vakbenaming Vakcode
Organische chemie 2: Reactiemechanismen deel 2 ORG2_3
Algemene Visie
In het kader van een brede algemene, wetenschappelijke en technische vorming hoort organische chemie als wetenschappelijke discipline tot de opleiding van elke ingenieur in de chemie en de biochemie. De student moet voldoende basiscompetenties in organisch chemische begrippen en technieken verwerven, waarbij een beperkt gedeelte feitenkennis onontbeerlijk is. De nadruk ligt echter veeleer op abstractievermogen, een systematische probleemaanpak en op logische redeneervaardigheden, en op het zelfstandig toepassen van de verworven kennis voor het aanpakken en oplossen van technische en wetenschappelijke problemen.
Relatie met Onderzoek
Het opleidingsonderdeel Organische Chemie 2 stelt resultaten van onderzoek voor, met vaak een directe verwijzing naar de onderzoeker zelf.
Situering van het vak in het curriculum
Organische Chemie 2.3 levert enerzijds essentiële basiskennis voor de vakken organische chemie (theorie en praktijk) in het masterjaar. Anderzijds biedt het ook een voorbereiding op en een ondersteuning van andere opleidingsonderdelen, zoals analytische chemie; biochemie, industriële chemie, ecologie en kunststoffen en dergelijke.
Instroom-Relatie met andere vakken
Organische Chemie 2.3 steunt vooral op de kennis die werd verworven binnen Algemene Chemie 1 en 2 en binnen Organische Chemie 1 en 2.1.
Relatie met het werkveld
Kennis van het precieze verloop van organische reacties is een essentieel onderdeel in organische onderzoeksgroepen, maar ook in bedrijven waar organische verbindingen worden gesynthetiseerd. Kennis van het reactieverloop laat vaak toe om geschikte reactieparameters te selecteren, en op die manier de snelheid van de productie te verbeteren, of de opbrengst te vergroten. Bovendien laat deze kennisvaak toe om innovatieve productiemethoden te ontwikkelen, of nieuwe producten te synthetiseren.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Behalve de vakspecifieke competenties komen ook andere competenties aan bod, zoals: aandacht voor veiligheid en milieu; persoonsgebonden competenties zoals inzet en doorzettingsvermogen; cognitieve competenties zoals analytisch vermogen, abstractievermogen, probleemoplossend vermogen, logisch redeneervermogen, en het vermogen tot systematisch en methodisch handelen.
REG4_1112_BaJo
Vakbenaming Vakcode
Inleiding tot regeltechniek REG4
Titularis Docenten Jaar ECTS-punten
Johan Baeten (BaJo) Johan Baeten (BaJo) 3ABA-CE, 3ABA-BIO, SCH-CE, SCH-BIO 1
Doelstellingen
De student(e) 1. kent de parameters van basissystemen, kan de onderdelen van een regelkring, doel, nut voor- en nadelen van een regellus en van regelaars aangeven. WC1 2. kan de werking van een regellus (via simulatie) motiveren. AC1/BC3 3. kan een eenvoudig proces identificeren (AC2) en een gepaste regelaar kiezen (AC1) en instellen (simulatie) AWC2/BC2
Inhoudsopgave
1. Intro Regeltechniek: - Sturen versus regelen, blokkendiagram. - Tijdrespons van eerste en tweede orde systemen, dode tijd. - De regelkring: terugkoppeling, stabiliteit, nauwkeurigheid. - De klassieke regelaars (P, PI, PD) en voorwaartse koppeling. 2. PC-labo-zittingen Procesvoorbeelden: drukvat, douche, reservoir Transmitter, Regelaar, Corrigerend orgaan Niveauregelkring
Onderwijsvorm
Zelfstandig uit te voeren PC-Labzittingen (simulaties) met inleidend hoorcollege
Studiemateriaal
Eigen cursus ‘Inleiding tot regeltechniek’ Werkboek Actasim Deel1 en Deel2.
Aanvullende leermiddelen
Actasim
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen / Mondeling examen op PC met voorbereiding in Lab: Schriftelijk examen / Mondeling examen op PC met voorbereiding in Lab: Idem
REG4_1112_BaJo
Vakbenaming Vakcode
Inleiding tot regeltechniek REG4
Algemene Visie
Regeltechniek is een ingenieursvak met als voornaamste inhoud het ontwerp en de instelling van regelaars en regelkringen. Elk (continu) proces dat automatisch dient te verlopen dwingt het invoeren van een vorm van controle met behulp van een regelaar af. In eerste instantie zal dit een eenvoudige klassieke (P-, PI-, PD- of PID-) regelaar of Aan/Uit regelaar zijn. Het doel van REG4 is de scheikundige ingenieur in wording in staat te stellen de werking van regellussen en regelaars te begrijpen en op een zinvolle wijze te kunnen communiceren met regeltechnici. Het vak “Inleiding tot Regeltechniek” geeft een beknopte (beschrijvende) inleiding op de analoge regeltechniek en dit zonder gebruik te maken van de Laplacetransformatie.
Relatie met onderzoek
REG4 reikt methodologische basisbeginselen aan naar analyse en simulatie van systemen ter identificatie van dit systeem en als basis voor het ontwerp van een regelaar.
Situering van het vak in het curriculum
Regeltechniek hoort thuis in het vakdomein automatisering. Het vormt één van de twee voornaamste peilers binnen automatisering. De andere peiler is stuurtechniek (PLC).
Instroom-Relatie met andere vakken
De vereiste voorkennis om REG4 aan te vatten is basiskennis van differentiaalrekenen.
Relatie met het werkveld
Regeltechniek vormt in zijn finaliteit een onmisbare basiskennis bij elk mogelijk automatiseringsproces of ingenieursontwerp in een breed gamma aan technische domeinen, bijvoorbeeld in de procesindustrie (regelen van druk, temperatuur, niveau, debiet). Ook bij het onderhoud van processystemen is een zekere regeltechnische basiskennis onontbeerlijk.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Na een korte theoretische inleiding wordt de student aangespoord om op zelfstandige wijze m.b.v. het simulatiepakket Actasim zich de basisprincipes van regeltechniek eigen te maken. Het examen bestaat uit twee delen. Het eerste deel peilt in een 5-tal korte vragen naar de parate kennis over regellus en regelaars. Het tweede deel omvat een simulatie op PC van een gehele of gedeeltelijke regelkring met bijvoorbeeld de identificatie van een proces of de instelling van een regelaar.
THE1SC_1112_Xthe
Vakbenaming Vakcode
Thermodynamica 1S – Chemie en Biochemie THE1SC
Titularis Docenten Jaar Studiepunten
Xthe (Xthe) Xthe (Xthe), Brecht Baeten (BaBr) SCH-CE, SCH-BIO 3
Doelstellingen
De student kan 1. Toestandsgrootheden als inwendige energie, enthalpie, entropie definiëren en gebruiken. AC2 2. De eerste en de tweede hoofdwet van de thermodynamica formuleren en toelichten aan de hand van een voorbeeld. AC2 3. Evenwichtige toestandsveranderingen en kringprocessen aan de hand van een diagram uitleggen en berekenen. AC2 4. Het verschil tussen volume- en technische arbeid formuleren, berekenen en grafisch voorstellen. AC2 5. Een Rankine cyclus berekenen en stoomtabellen en h-s diagram gebruiken om oefeningen in verband met enthalpie en entropie op te lossen. AWC1/BC2 6. Arbeid en warmtewisseling bij evenwichtige toestandsveranderingen grafisch voorstellen in een p-V diagram en een T-s diagram berekenen. AC2 7. De energiebalans van een kringproces opstellen. AC2 8. De begrippen exergie en anergie definiëren en toepassen. AC2 9. Een ideale zuigercompressor berekenen. AC2 10. Het proces in een ideale stoomturbine beschrijven en berekenen. AC2 11. Het proces in een ideale gasturbine beschrijven en berekenen. AC2 12. Toestandsveranderingen van vochtige lucht beschrijven en berekenen. AC2 13. Met behulp van een formuleblad een gelijkaardig probleem, dat in de les of oefenzitting is besproken, oplossen. AWC4/BC2
Inhoudsopgave
1. 2. 3. 4. 5.
6. 7.
Basisbegrippen: arbeid, warmte, inwendige energie, p-v, t-v en p-t diagram Eerste hoofdwet: voor gesloten systemen, ideaal gas, reëel gas, mengsels. Voor open systemen. enthalpie Omkeerbare en niet-omkeerbare toestandsveranderingen Tweede hoofdwet: voor gesloten systemen, voor open systemen, entropie Combinatie van de 2 hoofdwetten: - basis-kringprocessen: Carnot, Otto, Diesel, Joule, Rankine - koelcyclus, exergie, anergie, Sankey-diagram, stationaire stroming, warmteoverdraht, stroming met wrijving, technische arbeid, vochtige lucht Diagrammen: T-s, h-s, log p-h Toepassingen: zuigercompressor, stoomcentrale, gasturbine, luchtbehandeling, warmtepomp, warmtewisselaar, evenwicht 1-fase systemen
Onderwijsvorm
Mix van hoorcolleges, oefenzittingen en labo’s.
Studiemateriaal
“Eigen cursusteksten
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Theorie en practicum: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Theorie en practicum: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
THE1SC_1112_Xthe
Vakbenaming Vakcode
Thermodynamica 1S THE1S
Algemene Visie
De thermodynamica bestudeert de toestandsveranderingen die systemen kunnen ondergaan door energieoverdracht. We leven in een periode waarin energie stilaan een kostbaar goed wordt. Van de vele energievormen waarover we beschikken, gebruiken we hoofdzakelijk de fossiele brandstoffen. Meer en meer zijn we ons bewust van de eindigheid van deze energievoorraden. Om deze in industriële processen op een verantwoorde manier te kunnen gebruiken is het noodzakelijk een degelijke basiskennis te bezitten van de wetten die de energietransformaties beheersen. De student verwerft voldoende inzicht en vaardigheid om de belangrijkste wiskundige en fysische begrippen zelfstandig aan te wenden in de thermodynamica waarvan de toepassing tot de taak van een industrieel ingenieur behoort. De studenten leren in de oefenzittingen hoe de theorie zelfstandig toe te passen om energietransformatie problemen op te lossen. De studie van de Thermodynamica staat in nauw verband met de: - kennis van toegepaste mechanica, fysica, fluïdomechanica en werktuigkunde. - kennis en toepassing van systemen voor energiebeheersing, omvorming, distributie en aanwending van energie.
Relatie met onderzoek
Het vak stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf.
Situering van het vak in het curriculum
De thermodynamica situeert zich binnen het gebied van de basisopleiding van de ingenieur. Geen enkele ingenieur kan een volwaardige opleiding gevolgd hebben zonder een minimum kennis van energietransformatie problemen.
Instroom-Relatie met andere vakken
De Basis Thermodynamica vereist geen speciale vooropleiding. Een goede basis kennis van de fysica en mechanica zoals die in het middelbaar onderwijs wordt gegeven is wel gewenst.
Relatie met het werkveld
De student zal in het werkveld regelmatig gebruik maken van de basiskennis die tijdens de ingenieursopleiding wordt aangeboden.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
De evaluatie van de theoretische competentie gebeurt in een mondeling examen met schriftelijke voorbereiding, gewichtsfactor 10/20. De evaluatie van het zelfstandig kunnen oplossen van thermodynamische problemen gebeurt in een schriftelijk examen, gewichtsfactor 10/20.
WIS6_1112_DkJo
Vakbenaming Vakcode
Wiskunde 6 WIS6
Titularis Docenten Jaar/ASR ECTS-punten
Jozefien De Keyzer (DKJo) Jozefien De Keyzer (DKJo), Xchem SCH-CE, SCH-BIO 4
Doelstellingen
Kennen en kunnen aanwenden van wiskundige methodes die gebruikt worden in de ingenieurswetenschappen en dit op wiskundig verantwoorde wijze. Dit houdt in dat de student(e) in staat moet zijn om - gebruikte termen te definiëren AC2 - een probleem te ontwarren, zodat de gegevens en het gevraagde wiskundig kunnen genoteerd worden AC1 - elementen uit de cursus wiskunde te structureren AC2 - verbanden te leggen met andere elementen uit de wiskunde en technische vakken AWC1 - Zelfstandig integratietechnieken (onbepaalde integraal) instuderen en toepassen op een individuele reeks van oefeningen, met de mogelijkheid vragen te stellen AWC4/AC6 - Bepaalde integralen op te stellen om inhouden, oppervlaktes en volumes te berekenen in 2 dimensies AC1 - Grafieken in 3 dimensies te interpreteren om inhouden, oppervlakten, enz te berekenen AC1 - Meervoudige integralen en differentiaalvergelijkingen op te stellen aan de hand van reële problemen en op te lossen AWC4. - Oordeelkundig gebruik van een rekenmachine AC1
Inhoudsopgave
Analyes - Krommen in het vlak met o.a. exponentiële en logaritmische functies - Begrippen continuïteit en limiet - Afgeleiden en toepassingen - Onbepaalde integralen, bepaalde integralen met toepassingen als oppervlakten van vlakke figuren, inhouden en oppervlakten van omwentelingsfiguren; - Functies met meerdere veranderlijken: partiële afgeleiden met gradiënt, meervoudige integralen met toepassingen; - Differentiaalvergelijkingen van de eerste orde en van de tweede orde met constante coëfficiënten. - Numerieke methodes voor oplossen van vergelijkingen, berekenen van afgeleiden, integraal en oplossen van differentiaalvergelijkingen - Eenvoudige oefeningen met matlab
Onderwijsvorm
Theorie en oefeningen: interactief hoorcollege + zelfstandig oplossen van oefeningen. Pc-zitting voor excel en matlab
Studiemateriaal
Gebundelde curus met: - Kopies van lestransparanten - Eigen cursustekst i.v.m. (on)bepaalde integraal, Functies met meerdere veranderlijken, Differentiaalvergelijkingen en Numerieke methodes
Aanvullende leermiddelen
- Aangeraden boek analyse: Analyse voor het hoger onderwijs van G.Deen en P.Levrie, De Sikkel.
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen met gebruik van rekenapparatuur en formularium (95%) Labo-examen over excel en matlab (5%) Idem
WIS6_1112_DkJo
Vakbenaming Vakcode
Wiskunde 6 WIS6
Algemene Visie
In wiskunde 6 wordt getracht de schakelstudenten bij te benen in de begrippen en oplossingsmethoden uit de wiskunde die nodig zijn voor de chemische ingenieurstechnieken. De nadruk ligt dan ook op het leren wiskundig formuleren en oplossen van problemen en de methodologie om relevante formules af te leiden.
Relatie met onderzoek
Aangezien Wiskunde6 een basisvak is, is de relatie met onderzoek beperkt.
Situering van het vak in het curriculum
Wiskunde is een vereiste voorkennis voor vele wetenschappelijke vakken en ingenieursvakken zoals bijvoorbeeld Fysica en Reactorkunde
Instroom-Relatie met andere vakken
Een degelijk niveau van wiskunde vanuit het middelbaar of de professionele bachelor wordt verwacht. Het wordt dan ook sterk aangeraden de introductiecursus te volgen die de school in september organiseert.
Relatie met het werkveld
De relatie met het werkveld komt voornamelijk door de toepassing van wiskundige oplossingsstrategieën in de verschillende domeinen waar een industrieel ingenieur terecht kan komen.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties