STUDIE 137 BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Betonstaalvlechter
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Betonstaalvlechter
sector subsector
: hout - bouw - decoratie : bouw
Sectorcommissie beroepsopleidingsprofielen hout - bouw - decoratie van de Vlaamse Onderwijsraad D/2000/6356/1
B E R O E P S O P LE ID IN GS P R O F IE L B E T O N S T AALV LE C H T E R
I N H O U D
1
INLEIDING
1
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel 1.1.1 Gegevens beroepsprofiel 1.1.2 Gegevens beroepsopleidingsprofiel
1
1.2
Opdracht 1.2.1 Opdrachtgever 1.2.2 Doelstellingen
1
1.3
Ontwikkelingsproces
5
1.4
Legitimatie
5
2
SITUERING VAN DE OPLEIDINGEN
6
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld 2.1.1 Beroepenstructuur 2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen
6
Gegevens uit de onderwijswereld Opleidingenaanbod Regionale spreiding van het opleidingenaanbod en de tewerkstelling in Vlaanderen en het Brussels Gewest
6
2.3
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel
8
3
HET BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL
9
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel
9
3.2
Globale beschrijving van het beroepsopleidingsprofiel
9
3.3
Concrete vertaalslag 3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 3.3.2 Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel 3.3.3 Selectie van takenclusters en taken 3.3.4 Formulering van de vaardigheden 3.3.5 Concrete uitwerking van de vertaalslag 3.3.6 Beroepshoudingen 3.3.7 Contextgegevens
9
3.4
Niveau van de opleiding
19
4
BIBLIOGRAFIE
20
5
MEDEWERKERS AAN DE SECTORCOMMISSIE
20
Bijlage 1: beroepenstructuur bouwsector (15 februari 2000)
21
2.2
2.2.1 2.2.2
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
1
INLEIDING
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel
1.1.1
Gegevens beroepsprofiel Sector Subsector Beroep Beroepsprofiel Gelegitimeerd door op
1.1.2
: : : : : :
1
bouw-hout-decoratie bouw betonstaalvlechter ijzervlechter koepelcommissie opleidingsprofielen 4 december 1998
Gegevens beroepsopleidingsprofiel Sectorcommissie vaste kern uitgebreide commissie Studiegebied Benaming van het profiel Legitimator
: : : : :
Datum
:
1.2
Opdracht
1.2.1
Opdrachtgever
BOUW-HOUT-DECORATIE BETONSTAALVLECHTER BOUW BETONSTAALVLECHTER Afdeling TSO/BSO Raad voor Volwassenenonderwijs Afdeling BuSO Afdeling TSO/BSO: 22 oktober '99 Raad voor Volwassenenonderwijs: 26 oktober '99 Afdeling BuSO: 28 oktober '99
De koepelcommissie Opleidingsprofielen stelde op de vergadering van 3 juli 1996 de vaste kern van de sectorcommissie opleidingsprofielen Bouw-hout-decoratie samen. De sectorcommissie werd op 4 december 1998 uitgebreid met het oog op de ontwikkeling van een beroepsopleidingsprofiel naar aanleiding van het beschikbare beroepsprofiel ijzervlechter (SERV/FVB, november 1997).
1.2.2
Doelstellingen 1 2 3
De uitbouw van het onderwijs optimaal verzekeren. De opleiding betonstaalvlechter beter laten aansluiten bij de arbeidsmarkt. De uitstroom van gekwalificeerde betonstaalvlechters verhogen.
Het beroepsprofiel IJzervlechter (SERV/FVB, 1997) omschrijft het beroep van ijzervlechter als volgt: De ijzervlechter is de geschoolde arbeider die instaat voor het maken en plaatsen van metalen wapeningen waarrond vervolgens het beton wordt gestort. Op tal van bouwplaatsen knipt, buigt en last hij de metalen staven of draden samen. Die moeten dienen om in de bekistingen geplaatst te worden, als betonwapening voor het versterken van het beton.(…) In de praktijk is het zo dat de beroepen van bekister en ijzervlechter verweven zitten in elkaar (…).
2
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
We kunnen veronderstellen dat van een arbeider in een algemeen bouwbedrijf meer polyvalentie verwacht wordt en dus de scheiding tussen ijzervlechter en bekister minder duidelijk zal zijn dan in een gespecialiseerd ijzervlechtbedrijf. De ijzervlechter bestudeert de plannen, de wapeningsstaten en andere specificaties of ontvangt precieze instructies van zijn chef. Hij kiest de diameterstaven en netten, duidt de benodigde afmetingen aan en knipt ze op de gewenste lengte. Met behulp van hand- of machinaal gereedschap worden de staven en netten gebogen. Ze worden verbonden met binddraad, met klemmen of haken of door ze aaneen te lassen. Hij vlecht ze als het ware samen tot korven of netten. Vervolgens brengt hij de geschikte wapeningsafstandshouders aan en plaatst of bevestigt hij de wapening in en op de bekistingen. Anderzijds gebuikt hij ook geprefabriceerde metalen wapeningsnetten. Het Koninklijk Besluit van 18 april 19801 bepaalt de voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van aannemer van metsel- en betonwerker in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen: § 1. De beroepswerkzaamheid van aannemer van metsel- en betonwerken in de zin van dit besluit, oefent uit hij die voor rekening van derden, gewoonlijk en zelfstandig metsel- of betonwerken van gebouwen uitvoert, daaraan veranderingen of herstellingen aanbrengt of die in functie van hoger vermelde werken geprefabriceerde elementen plaatst, die tot de ruwbouw of de onderdakbrengingswerken behoren. § 2. Vallen niet onder toepassing van dit besluit: 1° de constructie van sierschouwen, grafkelders en grafmonumenten, het oprichten van omheiningen; 2° de geringe metsel- of betonwerken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van werken die behoren tot andere beroepswerkzaamheden. Volgende akten geven toegang tot het beroep: - een diploma, brevet of getuigschrift van het lager secundair technisch of beroepsonderwijs, lagere secundaire technische leergang of beroepsleergang van een afdeling ‘bouw’, betrekking hebbende op de ‘ruwbouw’, van een afdeling ‘bouwkunde’ of van een afdeling ‘openbare werken’ of ‘tekenaar voor de bouwkunst’, ‘tekenaar voor het bouwvak’ of ‘bouwkundig tekenaar’. (LSTO, LSBO, LSTL, LSTO) en twee jaar praktische leertijd; - een diploma, brevet of getuigschrift zoals hierboven, van het hoger secundair niveau; - een diploma van meetkundig schatter van onroerende goederen, van architect, van technisch of industrieel ingenieur van de afdeling ‘bouwkunde’ of van burgerlijk ingenieur; - een gelijkwaardig diploma van een examencommissie van een Gemeenschap; - een getuigschrift van leertijd dat overeenstemt met het beroep van metselaar, betonwerker of enig ander beroep dat betrekking heeft op de ruwbouw en twee jaar praktische leertijd; - een getuigschrift van de centrale examencommissie van het ministerie van middenstand en landbouw en twee jaar praktische leertijd.
1
KB 21/11/64 - BS 24/12/64; KB 4/5/66 - BS 26/5/66; KB 21/4/72 - BS 27/5/72; KB 3/10/78 - BS 28/10/78; KB 18/4/80 - BS 3/6/80. Er is over een nieuwe vestigingswet gestemd, maar er zijn terzake nog geen uitvoeringsbesluiten. Alles blijft voorlopig nog bij het oude.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
A. Theoretische beroepskennis: 1 Werktuigkunde en toegepaste natuurkunde: - Elementaire begrippen: - Kennis van de praktische toepassing der in het bouwbedrijf gebruikte hefwerktuigen en andere machines; - de hoofdwet der hydrostaten; - krachten, koppels, resultante van krachten, zwaartepunt, oplegreacties; - toepassing op eenvoudige bouwconstructies. 2 Tekenen: - Alle plannen zonder onderscheid kunnen lezen, de hoofdbeginselen kennen om plannen te tekenen, maar de volledige kennis bezitten voor het opstellen van uitvoeringstekeningen. B. Technologische en praktische beroepsvorming 1 Materialenkennis: - De structuur, de samenstelling, de herkomst, de soorten, de eigenschappen en de verschillende gebreken van de bouwstoffen die men op de markt vindt en die veelvuldig in de bouw gebruikt worden; - werktuigen en hulpmiddelen in gebruik bij het bouwvak en de aanverwante beroepen. 2 Bouwtechnologie a) Grondwerken en funderingen: - Voldoende kennis bezitten betreffende: - de verschijnselen van grond- en waterdruk; - de aardlagen of de aard van het terrein en hun draagvermogen; - de uitvoering van grondboringen, ontgravings-, schorings-, ophogings- en grondverbeteringswerken; - droog houden van waterputten en kunstmatige verlaging van de grondwaterstand; - het maken van grondborings- en heistaten; - de uitvoering van rioleringswerken binnens- en buitenshuis, sterfputten, beerputten en septische tank en de voor een en ander te gebruiken materialen. b) Baksteen-, steenblokconstructies en constructies met soortgelijke bouwstoffen: - de verschillende soorten metselverbanden; - het bepalen van het aantal te verwerken stenen volgens hun formaat voor metselwerken van diverse aard en zwaarten; - de bereiding en verwerking van metselspecies van verschillende samenstelling en het bepalen van de daarvoor nodige stoffen per kubieke meter specie; - de constructie en de uitvoering van ontmoetingen en kruisingen van muren, pilasters, pijlers, muur- en gevelafdekkingen, boogvormen, bevloeringen, schoorstenen (de klassieke en speciale methoden), eenvoudige gewelven, enz., wanden, vloerplaten en geprefabriceerde balken. c) Natuursteenconstructies: - de verschillende wijzen van bewerking, van vervoeren, van constructie, van stellen en verankeren van borstweringen, muurbekledingen, neuten, deur- en raamdorpels, muur- en gevelafdekkingen,
3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
4
-
lateien, ontlastingsbogen, eenvoudige binnen- en buitentrappen, enz.; het maken van schetsen en borderels.
d) Dakvormen: - de meest voorkomende kapspanttypes, dakkapellen, kapplannen in functie van metsel- en betonwerken. e) Warmte- en geluidsisolatie: - enige kennis van de toe te passen technieken 3 Terreinmeten en waterpassen: - De algemene gang van een eenvoudige terreinmeting en waterpassing; - installatie, regeling en gebruik van de daarvoor nodige instrumenten en hulpmiddelen. 4 Gewapend betonconstructies: - de constructie en de uitvoering van bekistingen voor betonwerken: funderingen, wanden, vloerplaten, balken en kolommen; - de samenstelling, bereiding en verwerking van beton en het bepalen van de benodigde hoeveelheden samenstellende stoffen per kubieke meter beton; - kennis van de belangrijkste artikelen van ‘De gewapend betonvoorschriften B.I.N.’; - begrippen over de wijze van wapening van aan de einde vrij opgelegde en ingeklemde vloerplaten, balkconstructies, platen, uitkragingen, funderingen, kolommen, enz. 5 Boekhouding en toe te passen wetgeving 6 Sociale wetgeving 7 Bestekken en opmetingen: - elementaire begrippen over het uitreiken van grondverzet, de hoeveelheden materialen, enz. volgens de gegevens van bestek en tekeningen; - kostprijsberekeningen van bouwwerken en van de respectieve onderdelen, te specificeren naar afzonderlijke kosten van materialen, lonen, sociale lasten, risico’s, algemene onkosten, enz.; - controleberekening 8 Wetskennis C. Algemene vakkennis: elementaire begrippen over: - technische termen en hun gebruik - de meest gebruikelijke normalisatievoorschriften - het lezen van tekeningen en bestekken - het maken van werkplannen en tijdschema’s - werkorganisatie - veiligheidsmaatregelen - de straat en haar inliggende leidingen - de verschillende soorten binnen- en buitensteigers, ladders, transportmiddelen en hijstoestellen
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
1.3
5
Ontwikkelingsproces Het beroepsopleidingsprofiel wordt samengesteld volgens een handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor het secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs, ontwikkeld door de Dienst voor Onderwijsontwikkeling. Het is afgeleid van het beroepsprofiel ‘IJzervlechter’. De werkgroepmethode wordt toegepast. De uitgebreide sectorcommissie vergaderde op volgende dagen: donderdag 27 mei 1999 (13 tot 15.30 uur) donderdag 17 juni 1999 (10 tot 13 uur) donderdag 30 september 1999 (10 tot 12 uur)
1.4
Legitimatie De afdeling TSO/BSO, de Raad voor Volwassenenonderwijs en de afdeling BuSO legitimeren het beroepsopleidingsprofiel. Het BOP wordt als advies aan de overheid voorgelegd.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
6
2
SITUERING VAN DE OPLEIDINGEN
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
2.1.1
Beroepenstructuur De beroepenstructuur is nog in ontwikkeling. In bijlage 1 vindt u de beroepenstructuur zoals die door het Fonds voor de Vakopleiding opgesteld werd (situatie op 15 februari 2000).
2.1.2
Geraadpleegde beroepsprofielen Het beroepsprofiel IJzervlechter opgesteld door de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen (SERV) in opdracht van het Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid is de basis voor het beroepsopleidingsprofiel Betonstaalvlechter.
2.2
Gegevens uit de opleidingenwereld
2.2.1
Opleidingenaanbod Opleidingen ‘Betonstaalvlechten’ worden aangeboden in het voltijds en deeltijds secundair beroepsonderwijs (BSO, DBSO), in het buitengewoon secundair beroepsonderwijs (BuSO) en in het volwassenenonderwijs. Buiten het onderwijs wordt de opleiding aangeboden door het paritair leercomité voor de bouw, het Fonds voor Vakopleiding in de Bouw (FVB), VDAB en VIZO. 2.2.1.1 Overzicht van het met het beroepencluster direct overeenstemmende opleidingenaanbod binnen het onderwijs Het BSO biedt binnen het studiegebied Bouw in de 2de en de 3de graad de studierichting Bouw en in het 3de leerjaar van de 3de graad de studierichting Restauratierenovatie bouw aan.2 In het deeltijds onderwijs komen de benamingen Betonstaalvlechter, Bekister en Bekister-betonstaalvlechter voor. De opleiding voor bekister wordt ook in een industriële leerovereenkomst aangeboden. In het BuSO biedt het onderwijs in OV 3 de kwalificatietechnieken ‘Algemeen bouwwerk’ aan. Het secundair volwassenenonderwijs (OSP) verzorgt in het studiegebied Bouw de afdelingen: restauratie, renovatie restauratie, renovatietechnieken restauratie- en renovatiebouw
2
Voor het schooljaar 2002-2003 is een nieuw structuuronderdeel voor de 3de graad voorzien. De studierichting Bouw BSO wordt dan vervangen door Ruwbouw BSO.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
7
Schematisch overzicht van het aanbod: GO
CVPO
OVSG
VSKO
Voltijds
✗
✗
✗
✗
Deeltijds
✗
-
✗
✗
BuSO
✗
✗
✗
✗
OSP
✗
✗
✗
✗
2.2.1.2 Opleidingen buiten het onderwijs De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) organiseert de opleiding bekister; het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen (VIZO) organiseert de opleiding Bouwbedrijf-steen-beton: metselaarbetonwerker, aannemer-restaurateur van gebouwen. 2.2.1.3 Overzicht van het met het beroepencluster aanverwante opleidingenaanbod Het studiegebied Bouw omvat in de tweede graad TSO de studierichtingen Bouwtechnieken en Hout- en Bouwkunde; in de derde graad zijn er de studierichtingen Bouwkunde, Bouwtechnieken en Bouwkundig Tekenen. De specialisatiejaren TSO leiden op tot Bouw constructie- en planningstechnieken, Industriële bouwtechnieken en Weg- en waterbouwtechnieken.3 In het DBSO komen de benamingen Metselaar, Werfbediener en Wegenarbeider voor. De opleiding wordt ook in het industrieel leerlingenwezen aangeboden in samenspraak met het paritair comité voor de bouw. In het buitengewoon secundair onderwijs wordt de kwalificatietechnieken ‘Betonneerwerk’ en ‘Metselwerk en voegwerk’ aangeboden. Het secundair volwassenonderwijs biedt in het studiegebied Bouw de afdelingen: Gevorderd metselen, Metselen en siermetselen, Siermetselen, Bouwbedrijf, Bouwkundig tekenen, Bouwtechniek, CAD -bouwkundig tekenen en Openbare werken aan. De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) organiseert de opleidingen Metselaar en Wegenbouwarbeider (metselaar wegenbouw); het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen (VIZO) organiseert de opleiding Bouwbedrijf-steen-beton: Metselaar-betonwerker en Aannemerrestaurateur van gebouwen. 2.2.1.4 Onderzoek naar de bevolking van de opleidingen In het schooljaar 1997-98 volgden in het voltijds beroepsonderwijs: in de 2de en 3de graad 2 176 leerlingen (2 170 jongens en 6 meisjes) de studierichting Bouw;
3
Vanaf het schooljaar 2000-2001 verandert de benaming van de studierichting Hout- en Bouwkunde (2de graad) in Bouw- en Houtkunde; vanaf het schooljaar 2002-2003 worden de studierichtingen Bouwkunde en Bouwkundig tekenen (3de graad) versmolten tot de studierichting Bouw- en Houtkunde.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
8
in het 3de leerjaar van de 3de graad volgden 61 jongens de studierichting Restauratie-renovatie bouw. In het DBSO volgden in het schooljaar 1997-98 41 jongens de studierichtingen , waarvan 9 in de 2de graad bekister (1 jongen deels in een erkend vormingswerk) en 14 in de 3de graad; 1 jongen in de 2de graad ijzervlechter-bekister en 3 in de 3de graad waarvan 1 deels in een erkend vormingswerk; Het BuSO telde in het schooljaar 1997-98 in Bouwwerken (opleidingsvorm 3) 940 leerlingen (938 jongens en 2 meisjes). In het OSP volgden in het schooljaar 1997-98 in de afdeling Bouwbedrijf - lagere secundaire beroepsleergangen (traditioneel stelsel) 512 leerlingen (496 mannen, 16 vrouwen) de opleiding; in de afdeling Bouwbedrijf - hogere secundaire beroepsleergangen (traditioneel stelsel) 412 leerlingen (401 mannen, 11 vrouwen) de opleiding; in de afdeling Bouw (kapitaliseerbare eenheden) 494 leerlingen (449 mannen, 45 vrouwen)4 Bij de VDAB beëindigden in 1996 274 cursisten de opleiding ‘Bekister’; in 1997 waren dat er 299. Het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen (VIZO) had op 31 december 1995 943 cursisten (939 mannelijk en 4 vrouwelijk) in de opleiding Bouwsteen-beton; op 31 december 1996 waren dat er 1160 (1154 mannelijk en 6 vrouwelijk).
2.2.2
Regionale spreiding van het opleidingenaanbod en de tewerkstelling in Vlaanderen en het Brussels Gewest. De opleiding wordt verspreid over het hele grondgebied van Vlaanderen aangeboden en de afgestudeerden kunnen in de hele Vlaamse en Brusselse regio aan het werk.
2.3
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel Het is wenselijk dat opleidingen bij de vraag van de arbeidswereld aansluiten. Aangezien het beroepsprofiel ‘IJzervlechter’ (SERV, 1997) vraagt dat de beginnende beroepsbeoefenaar polyvalent is, moet de opleiding daaraan aangepast worden.
4
Deze getallen verwijzen naar het aantal leerlingen in het 2de semester.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
3
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL (BOP)
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel
9
Het beroepsopleidingsprofiel heet Betonstaalvlechter. Het beschrijft de kwalificatie Betonstaalvlechter en omvat 5 deelkwalificaties: Grondwerkzaamheden uitvoeren Bekisten Betonstaal vlechten Betonstaal lassen Betonneren. De deelkwalificatie Betonstaal lassen omvat de basisvaardigheden van lassen. Deze deelkwalificatie zal haar definitieve invulling krijgen wanneer het beroepsopleidingsprofiel Lassen ontwikkeld zal zijn.
3.2
Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel De leerling/cursist leert: de eigen werkzaamheden plannen en voorbereiden; grondwerkzaamheden uitvoeren; bekisten; betonstaal vlechten; betonstaal lassen; betonneren.
3.3
Concrete vertaalslag
3.3.1
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Het beroepsopleidingsprofiel wordt afgeleid van het beroepsprofiel ‘IJzervlechter’ (SERV/FVB, 1997).
3.3.2
Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel Het toegeleverde beroepsprofiel kan ondergebracht worden in type A; dat is een beroepsprofiel dat takenclusters omvat voorzien van kennis, attitudes en contextgegevens.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
10
3.3.3
Selectie van takenclusters en taken
BEROEPSPROFIEL IJZERVLECHTER
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL BETONSTAAVLECHTER
Voorbereidende taken Het plannen van de werkzaamheden Materiaal- en materieelbeheer Meewerken aan het inrichten van de bouwplaats
Vaardigheidscluster 1: De eigen werkzaamheden plannen en voorbereiden Vaardigheidscluster 2: Grondwerkzaamheden uitvoeren Vaardigheidscluster 3: Bekisten Vaardigheidscluster 4: Betonstaal vlechten Vaardigheidscluster 5: Betonstaal lassen Vaardigheidscluster 6: Betonneren
Uitvoerende taken Meewerken aan de uitvoering van de grondwerken Uitvoeren van de fundering op staal Plaatsen van geprefabriceerde elementen Schoren gebruiken en plaatsen IJzervlechten Betonneren Ondersteunende taken Letten op de veiligheid en de hygiëne Kwaliteitszorg
Omdat heel wat taken vermeld in het beroepsprofiel IJzervlechter overeenkomen met wat een metselaar en een bekister moet doen, werd waar het kon, de indeling en de verwoording van de beroepsopleidingsprofielen Metselaar en Bekister overgenomen. Omdat betonstaal lassen de basisvaardigheden van lassen omvat, werd daarvoor een aparte deelkwalificatie voorzien. De taken ‘een bouwplaatsvergadering volgen met de betrokken partijen in functie van het uit te voeren werk’, en ‘bij de verantwoordelijke navragen of een vergunning voor (het installeren van) steigers verkregen werd’ werden niet in het beroepsopleidingsprofiel opgenomen. Deze taken zijn zeker niet voor een beginnend beroepsbeoefenaar. ‘de grens- en rooilijnen weergeven en beschermen’ als taak voor de betonstaalvlechter kwam de commissieleden nogal vreemd voor en werd niet in het BOP opgenomen; ‘monsters nemen’ wordt niet als vaardigheid voor de beginnende beroepsbeoefenaar opgenomen, de kennis ervoor wordt geïntegreerd in ‘de plasticiteit van beton kunnen ‘wapeningen voor voorgespannen beton’ gebeurt door gespecialiseerde firma’s en is zeker geen vaardigheid voor een beginnende beroepsbeoefenaar. beoordelen’; Het beroepsprofiel spreekt van de verwevenheid tussen de beroepen van bekister en betonstaalvlechter. Het takencluster ‘Bekisten’ is echter summier omschreven en vooronderstelt een heleboel vaaardigheden en kennis. Daarom werd in het BOP het cluster 3 ‘Bekisten’ ruimer uitgewerkt. Daarnaast werd nog de volgende vaardigheid toegevoegd: ‘de ontwikkelde lengte van plooivormen kunnen bepalen’ De beginnend betonstaalvlechter beheerst de clusters 1, 2, 3, 4, 5 en 6. Het beroepsprofiel ‘IJzervlechter’ en het daarvan afgeleide beroepsopleidingsprofiel ‘Betonstaalvlechter’ omschrijven respectievelijk de taken en de vaardigheden van een betonstaalvlechter op een bouwplaats. Daarnaast is er een
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
11
nieuwe evolutie: meer en meer prefab-elementen worden in een bedrijf gefabriceerd. De technieken die daar gebruikt worden om bv. staven op lengte te knippen en staven en beugels te plooien komen in dit BOP niet aan bod.
3.3.4
Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis, houdingen en context De specifieke mate van beheersing van de vaardigheden en kennis wordt genuanceerd aan de hand van volgende criteria. Vaardigheden −
1 = oriëntering Een cluster van vaardigheden waarmee de lerende/beginnende beroepsbeoefenaar kennis maakt. Hij/zij neemt deze vaardigheden waar of voert ze kort uit om een beter beeld te krijgen van de beroepsactiviteiten binnen de bedrijfstak.
−
2 = onder begeleiding uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin het voordoen/nadoen een rol spelen of waarin de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij derden ligt.
−
3 = zelfstandig uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij op eigen initiatief handelt of waarin de verantwoordelijkheid bij de lerende zelf ligt.
−
4 = begeleidend uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering door derden op zich neemt.
Ondersteunende kennis −
1 = feitelijke kennis Deze kennis is op herkenning terug te voeren (Dit niveau kan omschreven worden door middel van werkwoorden van het type: reproduceren, bewust zijn, herinneren, herkennen, registreren, opnoemen, aanduiden, benoemen, opsommen, ...)
−
2 = begripsmatige kennis Deze kennis is op inzicht terug te voeren (begrijpen, verstaan, aantal aangeven, verband uitdrukken, bewijzen, voorbeelden geven, typeren, de essentie aangeven, omschrijven, met eigen woorden zeggen, ...)
−
3 = kennistoepassing Deze kennis past de feitelijke en begripsmatige kennis toe (gevarieerd aanwenden, uitwerken, beoordelen, evalueren, produceren, vergelijken met, structureren, ...)
−
4 = integrerende De kennis in nieuwe situaties toepassen en zoeken naar innovaties.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
12
3.3.5
Uitwerking van de concrete vertaalslag
CLUSTER 1: DE EIGEN WERKZAAMHEDEN PLANNEN EN VOORBEREIDEN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 1.1
uitvoeringstekeningen en een werkopdracht lezen
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
V2
Schaal en schaalfactor Genormaliseerde en symbolische aanduidingen en legende m.b.t. de ruwbouw De relatie tussen uitvoeringstekening en bestek Schaal en schaalfactor kunnen gebruiken Bouwplaatsinrichting Richtlijnen inzake netheid en hygiëne van de bouwplaats en de lokalen naleven Werkmethode
K3 K2
Opslag- en beschermingseisen van bouwmaterialen Til- hef- en verplaatsingstechnieken toepassen Seintekens en aanwijzingen kunnen geven en opvolgen De functie van de verschillende onderdelen van steigers en ladders
K2
V2
Winkelhaak, spiegelkruis (prisma), waterpastoestel, slangwaterpas en horizontaal roterende laser kunnen gebruiken
V2
V3
Persoonlijke beschermingsmiddelen
K2
V3
Courant gebruikte veiligheidspictogrammen in de bouw
K1
1.2
meewerken aan het inrichten van een bouwplaats
V2
1.3
het opgedragen werk zelf plannen en de eigen werkplek inrichten de benodigde materiaalhoeveelheden bepalen de hoeveelheid en de aard van geleverde materialen met de leveringsbon vergelijken de bouwmaterialen op de aangeduide plaats correct opslaan
V3
1.4 1.5
1.6
1.7
1.8
1.9
steigers en ladders volgens de geldende veiligheidsvoorschriften monteren en demonteren in teamverband het werk uitzetten en merktekens aanbrengen
persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken en onderhouden 1.10 collectieve beschermingsmiddelen herkennen en ze in teamverband plaatsen 1.11 de interne bouwplaatsregels en geldende verordeningen toepassen 1.12 gevaarlijke situaties herkennen en melden
K2 V3 K2 V3
K2
V3 V3
V3
V2
V3
V3
V3 V3 K2
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
13
CLUSTER 2: GRONDWERKZAAMHEDEN UITVOEREN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 2.1
2.2
2.3
2.4
2.5 2.6
Mate van beheersing
richtlijnen i.v.m. veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieu (VGHM) toepassen het gepaste gereedschap kiezen, correct gebruiken en onderhouden manueel een sleuf of put graven, effenen, nivelleren en schoonmaken
V3
visueel en met een sondeerstaaf de draagkracht van de grond vaststellen
V2
een aardingslus plaatsen en beschermen een zand-cementmengsel (gestabiliseerd zand) aanbrengen en verdichten
V3
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van Beheersing
V3
Gereedschapskennis
K3
V3
Mogelijke risico’s bij het graven van sleuven en putten De breedte van sleuf/put in relatie tot de diepte en de wijze van stempelen van een talud De begrippen ‘geroerde’ en ‘ongeroerde’ grond De begrippen ‘draagkrachtige’ en ‘niet-draagkrachtige’ grond De functie van een aardingslus
K2
Technieken voor het aanbrengen en het verdichten van zandcement Zand-cementmengsel volumetrisch kunnen samenstellen Technieken voor het aanbrengen van folie Aanvul- en draineermateriaal
K2
V3
2.7
een folie plaatsen
V3
2.8
sleuven en bouwputten aanvullen en verdichten
V3
K2
K1 K1 K1
V3 K2 K2
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
14
CLUSTER 3: BEKISTEN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6 3.7
3.8 3.9
3.10
3.11
3.12 3.13
3.14 3.15
richtlijnen i.v.m. veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieu (VGHM) toepassen het gepaste gereedschap kiezen, correct gebruiken en onderhouden een betonplan en een bekistingsplan lezen en aanvullende uitvoeringsschetsen maken de chronologische volgorde van montage- en demontagewerken bepalen en voorzieningen treffen om de bekistingswerken conform de veiligheidsrichtlijnen te kunnen uitvoeren in teamverband het werk uitzetten en merktekens aanbrengen bepalen welke onderdelen voor de bekisting nodig zijn afhankelijk van het beoogde afwerkingsresultaat het te gebruiken bekistingsmateriaal kiezen het gepaste gereedschap voor de bekisting kiezen bij het bekisten voorzieningen treffen om naderhand gemakkelijk te kunnen ontkisten met het gepaste gereedschap een traditionele bekisting timmeren, monteren en samenvoegen in teamverband een systeembekisting volgens de gebruiksintructies plaatsen in teamverband prefabelementen plaatsen steigers en ladders volgens de geldende veiligheidsvoorschriften monteren en demonteren stempel- en schoringswerken stabiel uitvoeren andere bouwelementen in de bekisting integreren
3.16 het te isoleren oppervlak voorbereiden
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
V3
V3
Gereedschapskennis
K3
V2
Ruimtelijk inzicht en ruimtelijk voorstellingsvermogen bezitten
V3
V2
Bekistingssystemen Bekistingsonderdelen
K2 K2
V2
Bekistingsmateriaal met het oog op het afwerkingsresultaat
K2
V3
Machines en gereedschap
K2
V3
Bekistingsmateriaal en hulpstukken
K2
V2
Documentatie van systeembekisting kunnen lezen
V3
V2
Plaatsingstechnieken
K2
V2
De functie van de verschillende onderdelen van steigers en ladders
K2
V2
Inzicht in krachtswerking
K2
V2
Voegsystemen De invloed van de verankeringssystemen op de uitvoering
K2 K2
V2
V3
V2
V3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
15
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
3.17 isolatiematerialen correct plaatsen (op de vloer, tegen muren, in spouwmuren, in een bekisting) 3.18 de bekisting reinigen
V3
De functie van een dampscherm Koudebruggen Courant gebruikte isolatiematerialen en hun toepassingsgebied Reinigingsmethoden en producten
K2 K2 K2
3.19 de bekistingsoppervlakken met het oog op de ontkisting volgens de gebruiksinstructies van de fabrikant behandelen 3.20 stempels en schoren op een veilige manier verwijderen 3.21 ontkisten 3.22 het gerecupereerde materiaal opnieuw gebruiksklaar maken
V3
Het tijdstip van ontkisten
K2
V3
K3
V3 V3 V3
16
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
CLUSTER 4: BETONSTAAL VLECHTEN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 4.1
4.2
4.3 4.4
richtlijnen i.v.m. veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieu (VGHM) toepassen het gepaste gereedschap kiezen, correct gebruiken en onderhouden een wapeningsstaat en wapeningsplan lezen de staven op de gewenste lengte knippen
4.5
staven plooien volgens de in de wapeningsstaat voorgeschreven vormen 4.6 een wapeningskorf en –net vlechten met een geschikte verbindingstechniek 4.7 een wapeningskorf en -net stabiel maken 4.8 afhankelijk van de voorgeschreven betondekkingen geschikte afstandhouders kiezen en correct aanbrengen 4.9 een wapening in een bekisting plaatsen 4.10 wapeningsresten uit de bekisting verwijderen
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
V3
V3
Gereedschapskennis
K3
V2
Genormaliseerde en symbolische voorstelling Courante handelsafmetingen van staven De ontwikkelde lengte van plooivormen kunnen bepalen Diameter van staven kunnen meten Plooitechnieken voor verschillende plooivormen
K2
Verbindingstechnieken Vlechttechnieken
K2 K2
Kennis van afstandhouders
K2
V3
V2
V3
K1 V2 V2 K3
V3 V3
V3 V3
CLUSTER 5: BETONSTAAL LASSEN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 5.1
staven met gepast gereedschap lassen
Mate van beheersing V3
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V) Lastechnieken Gereedschapskennis Kwaliteit van een las
Mate van Beheersing K2 K3 K2
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
17
CLUSTER 6: BETONNEREN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 6.1
6.2
6.3 6.4
6.5
6.6
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
de bekisting en de wapening controleren met het oog op het storten van het beton en vastgestelde gebreken melden beton in de voorgeschreven volumeverhouding en met een gepaste plasticiteit aanmaken
V3
Mogelijke zichtbare gebreken in bekisting en bewapening
K2
V3
K2 K2
een werkvloer in ongewapend beton storten het beton storten, spreiden en verdichten
V3
Courante betonsamenstellingen Factoren die de eigenschappen van beton beïnvloeden De plasticiteit van beton kunnen beoordelen Beton volumetrisch kunnen samenstellen Betonneringstechnieken en verwerkingstijd Het nemen van betonmonsters Verdichtingstechnieken en mogelijke gebreken Technieken voor de afwerking en de nabehandeling van beton Factoren die het verhardingsproces kunnen beïnvloeden Beschermingsmiddelen voor beton
vers beton volgens opdracht afwerken, nabehandelen en beschermen
kleine fouten in pas verhard beton herstellen
V3
V3
V3
V3 V3 K2 K2 K2 K2 K2 K2
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
18
3.3.6
3.3.7
Beroepshoudingen -
Zin voor samenwerking: bereid zijn om in overleg gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken
-
Doorzettingsvermogen: erop gericht zijn, ondanks moeilijkheden, een doel te bereiken
-
Veiligheids- en milieubewustzijn: actief gericht zijn op veiligheid, op het voorkomen van situaties die personen en milieu kunnen schaden
-
Zelfstandigheid: bereid zijn om zelfstandig, zonder hulp of toezicht een taak uit te voeren
-
Accuratesse/Resultaatgerichtheid/Kwaliteitsbewustzijn: erop gericht zijn een taak nauwkeurig en volgens plan te voltooien
-
Gericht zijn op kostenbewust handelen : afval beperken, materiaal beschermen en recupereren, gereedschap en machines onderhouden,…
Context 5 Binnen de bouwbedrijven kunnen we sterke verschillen waarnemen in het aantal niveaus dat tussen bouwplaatspersoneel en directie bestaat. Bij de bedrijven die gekenmerkt worden door een eerder platte organisatiestructuur vinden we weinig andere functies terug tussen de directie en het bouwplaatspersoneel. In andere bedrijven bestaat er tussen de directie en het bouwplaatspersoneel een betrekkelijk groot aantal hiërarchische niveaus. Men kan stellen dat de grootte van een bedrijf en het aantal hiërarchische niveaus sterk samenhangt. Hoe groter het bedrijf des te meer hiërarchische niveaus er in voorkomen. Roelandt (1997) onderscheidt drie dominante vormen van arbeidsorganisatie binnen de ruwbouwsector: In kleine bedrijven (met minder dan 20 werknemers) draait het verloop van het bouwproces rond een polyvalente ploeg van 2 à 3 vakmannen, bijgestaan door enkele laaggeschoolden. De leiding van de werf gebeurt door een geschoold en meewerkend meestergast. In middelgrote bedrijven (tussen 20 en 100 werknemers) wordt het ruwbouwproces gedragen door een ploeg van een 8-tal bouwvakkers. Afhankelijk van de werfgrootte zal men hetzij polyvalente bouwvakkers inzetten (bouwvakkers die geschoold zijn en/of veel ervaring hebben opgedaan), hetzij gespecialiseerde ploegen. Laaggeschoolden komen hier meestal niet aan de bak. In grote bedrijven (meer dan 100 werknemers) is er een arbeidsdeling tussen een ploeg gespecialiseerde vaklui en een ploeg vaklui laaggeschoolden die repetitief werk uitvoeren. De traditionele kleine en middelgrote bouwbedrijven die eerder kleine projecten uitvoeren werken vooral op een ambachtelijke manier. De ruwbouw wordt van het begin tot het einde door een en dezelfde ploeg uitgevoerd. De handenarbeid staat er centraal. Hiervoor zijn overwegend polyvalente bouwvakkers vereist. Grote bouwbedrijven nemen overwegend grootschalige projecten in de industrie aan.
5
Onderzoek naar kwalificatiebehoeften voor de metselaar, SERV, Brussel, 1997
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
19
Voor elke fase van het bouwproces zal een andere gespecialiseerde ploeg ingezet worden en de arbeid wordt meer door de technologie bepaald. Arbeidsdeling speelt hier een veel grotere rol. Toekomstige evoluties De technische ontwikkelingen hebben vooral het karakter van productinnovaties. Een nieuw product (meestal een nieuw materiaal) kan gepaard gaan met een nieuwe uitvoeringstechniek en krijgt hierdoor dan ook het karakter van een procesinnovatie. Toch moet men zich hierbij geen fundamentele veranderingen in de uitvoering voorstellen. Men kan eerder spreken van continue kleine verbeteringen van bestaande producten. Automatisering van het productieproces is gezien de aard van het bouwproces bijna niet mogelijk.
3.4
Niveau van de kwalificatie In de regel zijn bouwvakkers enkel verantwoordelijk voor de uitvoering van het opgedragen werk. De planning en de coördinatie ervan gebeurt door de ploegbaas. Er is ook sprake van een coöperatieve verantwoordelijkheid waar bouwvakkers met collega’s samenwerken. Het takenpakket bestaat voornamelijk uit het toepassen van routines en standaardprocedures. Het betreft beroepsgebonden vaardigheden en kennis. Gezien de mate van verantwoordelijkheid, complexiteit van de arbeidssituatie en transfer stelt de uitgebreide sectorcommissie voor de kwalificatie betonstaalvlechter op niveau 2 te plaatsen.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
20
4
BIBLIOGRAFIE Onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor ijzervlechter, Brussel, SERV/Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid, december 1997. Handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor het secundair en volwassenenonderwijs. Synthesedocument, Brussel, Dienst voor Onderwijsontwikkeling, 1998. Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs, Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Departement Onderwijs.
5
MEDEWERKERS AAN DE SECTORCOMMISSIE ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦
Gilbert Vanden Borre, voorzitter, VVKSO Gilbert Soen, Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid Chris Van den Vreken, Dienst voor Onderwijsontwikkeling Ferdinand Timmermans, OSP, Hasselt, GO Roland Luttens, Instituut voor het Bouwbedrijf, Gent, OVSG Marcel Vandeweyer, Vrij Technisch Instituut, Geel, VVKSO Danny Duerinck, Koninklijk Technisch Atheneum, Lier, GO Edwin De Ceukelaire, Dienst Europese Projecten R. Vanheste, Vlaamse Onderwijsraad
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L B E T O N S T A A L V L E C H T E R
Bijlage 1: Beroepenstructuur Bouwsector (versie 15 februari 2000)
werktuigkundige voor baggervaart bagger baggerwerker torenkraanbestuurder kraanbestuurder bestuurder mobiele kraan en verreiker boorder bronbemaler weg- en waterbouw
heimachinist chauffeur bouwplaatsmachinist wegenwerker
natuursteenbewerker metselaar bekister ijzervlechter ruwbouw
werfbediener betonhersteller prefab-monteerder gevelwerker voeger dekvloerlegger
afwerking ruwbouw
tegelzetter stukadoor dakdekker
dak dakdichter schrijnwerker-timmerman hout interieurbouwer glas
glaswerker stellingbouwer
bouwinstallaties
industriële isolateur monteur CV sanitair installateur schilder-decorateur
verf industrieel schilder magazijnier
21