STUDIE 174 BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Binnenschrijnwerker
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Binnenschrijnwerker sector: Bouw - hout - decoratie subsector: hout
Sectorcommissie beroepsopleidingsprofielen Bouw - hout - decoratie van de Vlaamse Onderwijsraad D/2000/6356/44
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL BINNENSCHRIJNW ERKER
I N H O U D
1
INLEIDING
1
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel 1.1.1 Gegevens beroepsprofiel 1.1.2 Gegevens beroepsopleidingsprofiel
1
1.2
Opdracht 1.2.1 Opdrachtgever 1.2.2 Doelstellingen
1
1.3
Ontwikkelingsproces
2
1.4
Legitimatie
2
2
SIT UERING VAN DE O PLEIDING EN
3
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld 2.1.1 Beroepenstructuur 2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen
3
2.2
Gegevens uit de opleidingenwereld 2.2.1 Opleidingenaanbod 2.2.2 Regionale spreiding opleidingen en tewerkstelling
3
2.3
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel
3
3
HET BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL
7
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel
7
3.2
Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel
7
3.3
Concrete vertaalslag 3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 3.3.2 Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel 3.3.3 Selectie van takenclusters en taken 3.3.4 Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis, inhouden en context 3.3.5 Concrete uitwerking van de vertaalslag 3.3.6 Beroepshoudingen 3.3.7 Context
7
3.4
Niveau van het beroepsopleidingsprofiel
19
4
BIBLIO G RAF IE
21
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL BINNENSCHRIJNW ERKER
5
L IJST VAN DE M EDEW ERKERS
21
Bijlage :
22
beroepenstructuur zoals die door het Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid opgesteld werd (15 februari 2000)
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
1
INLEIDING
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel
1
1.1.1 Gegevens beroepsprofiel Sector Subsector Beroep Beroepsprofiel Gelegitimeerd door op
: : : : : :
bouw - hout - decoratie hout binnenschrijnwerker binnenschrijnwerker koepelcommissie opleidingsprofielen 19 november 1999
1.1.2 Gegevens beroepsopleidingsprofiel Sectorcommissie vaste kern uitgebreide commissie Studiegebied Benaming van het profiel Legitimator Datum
1.2
: : : : : : : : : :
BOUW - HOUT - DECORATIE BINNENSCHRIJNWERKER HOUT BINNENSCHRIJNWERKER Afdeling TSO/BSO Raad voor Volwassenenonderwijs Afdeling BuSO Afdeling TSO/BSO: 23 februari 2001 Raad voor Volwassenenonderwijs: 23 januari 2001 Afdeling BuSO: 17 mei 2001
Opdracht
1.2.1 Opdrachtgever De koepelcommissie Opleidingsprofielen stelde op de vergadering van 3 juli 1996 de vaste kern van de sectorcommissie opleidingsprofielen Bouw-hout-decoratie samen. De sectorcommissie werd op 16 oktober 1997 uitgebreid met het oog op de ontwikkeling van een beroepsopleidingprofiel naar aanleiding van het toenmalig beschikbare beroepsprofiel daktimmerman (HIVA, 1996). In de loop van de ontwikkeling werden de werkzaamheden op vraag van de sociale partners opgeschort. De sector maakte nieuwe beroepsprofielen en op 19 november 1999 kreeg de sectorcommissie de opdracht om de nieuwe beroepsprofielen buitenschrijnwerker, binnenschrijnwerker, daktimmerman in beroepsopleidingprofielen om te zetten.
1.2.2 Doelstellingen 1 De uitbouw van het onderwijs optimaal verzekeren. 2 De opleiding beter laten aansluiten bij de arbeidsmarkt. 3 De uitstroom van gekwalificeerde binnenschrijnwerkers verhogen. Het geheel moet ook leiden tot een betere transparantie van het opleidingenaanbod.
2
1.3
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
Ontwikkelingsproces Het beroepsopleidingprofiel wordt samengesteld volgens een handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingprofielen voor het secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs, ontwikkeld door de Dienst voor Onderwijsontwikkeling. Het is afgeleid van het beroepsprofiel ‘Binnenschrijnwerker’, opgesteld door HIVA in samenwerking met het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (HIVA/FVB, 1999). De uitgebreide sectorcommissie maakte gebruik van de werkgroepmethode en vergaderde op volgende dagen: vrijdag 15 september 2000 donderdag 19 oktober 2000 vrijdag 17 november 2000.
1.4
Legitimatie De afdeling TSO/BSO, de Raad voor Volwassenenonderwijs en de afdeling BuSO legitimeren het beroepsopleidingsprofiel. Het BOP wordt als advies aan de overheid voorgelegd.
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
2
SITUERING VAN DE OPLEIDINGEN
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
3
2.1.1 Beroepenstructuur In bijlage 1 vindt u de beroepenstructuur zoals die door het Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid opgesteld werd (15 februari 2000).
2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen Het beroepsprofiel Binnenschrijnwerker, opgesteld door het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) in samenwerking met het Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid, is de basis voor het beroepsopleidingprofiel Binnenschrijnwerker. Het beroepsprofiel omschrijft het beroep van binnenschrijnwerker als volgt (blz. 3): ‘Onder binnenschrijnwerk rekent men de vervaardiging en plaatsing van keukens, ingebouwde kasten, wanden, valse wanden, binnendeuren en plafonds, plinten en allerhande interieurtoebehoren.’ Die omschrijving wordt in het beroepsopleidingsprofiel vertaald als ‘Algemeen binnenschrijnwerk’. Daarnaast geeft het beroepsprofiel in de uitwerking van de taken afzonderlijke clusters voor het vervaardigen en plaatsen van trappen en het plaatsen van parket. Het vervaardigen en plaatsen van trappen veronderstelt heel wat vaardigheden die ook voor algemeen binnenschrijnwerk gelden. De clusterbenamingen vermelden dan ook ‘Algemeen binnenschrijnwerk en trappen’. Parket moet volgens het beroepsprofiel niet worden vervaardigd, alleen gelegd. De vaardigheden voor de Parketlegger worden daarom in twee afzonderlijke clusters gegroepeerd.
2.2
Gegevens uit de opleidingenwereld
2.2.1 Opleidingenaanbod Houtopleidingen worden aangeboden in het hogeschoolonderwijs van één cyclus, het voltijds secundair technisch en beroepsonderwijs (TSO en BSO), het deeltijds secundair beroepsonderwijs (DBSO), in het buitengewoon secundair beroepsonderwijs (BuSO in OV3 en 4) en in het volwassenenonderwijs. Buiten het onderwijs wordt de opleiding aangeboden door VDAB en VIZO. 2.2.1.1 Overzicht van het met het beroepencluster direct overeenstemmende opleidingenaanbod de
Het TSO biedt binnen het studiegebied Bouw in de 2 graad de studierichting de de Bouw- en houtkunde aan en binnen het studiegebied Hout in de 2 en de 3 de de graad de studierichting Houttechnieken en in het 3 leerjaar van de 3 graad het specialisatiejaar Hout constructie- en planningstechnieken. de Het BSO biedt binnen het studiegebied Hout in de 2 graad de studierichting de Hout (met een vervolmakingsjaar) aan, in de 3 graad de studierichting Houtbede de werking en in het 3 leerjaar van de 3 graad de specialisatiejaren Bijzondere schrijnwerkconstructies, Industriële houtbewerking, Restauratie van schrijnwerk en Interieurinrichting.
4
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
In het deeltijds onderwijs komen de benamingen Binnenschrijnwerker, Schrijnwerker, Schrijnwerker-timmerman*, Parketlegger voor. De opleidingen met een * worden ook in het systeem van jongerenleerlingwezen (JLW) aangeboden in samenspraak met het paritair comité voor de bouw. In het BuSO biedt het onderwijs in OV 3 de kwalificatietechnieken Schrijnwerk, Houtbewerking en Timmerwerk aan. Het secundair volwassenenonderwijs (OSP) verzorgt in het studiegebied Hout de afdelingen Schrijnwerkerij, Houtbewerking-schrijnwerkerij, Hout, Houtbewerking, Hout en bouw en Meubelmaken-schrijnwerkerij. Schematisch overzicht van het aanbod:
Voltijds Deeltijds BuSO OSP
GO ✗ ✗ ✗ ✗
CVPO ✗ ✗ ✗ ✗
OVSG ✗ ✗ ✗ -
VSKO ✗ ✗ ✗ ✗
Het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen organiseert de beroepsgerichte vaktechnische opleidingen Schrijnwerker-timmerman, Vervaardiger van keukenmeubelen, Parketvloerlegger, Trappenmaker (momenteel geen opleiding), Plaatser van systeemwanden en -plafonds. De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) organiseert de beroepsgerichte vaktechnische opleiding Binnenschrijnwerker. 2.2.1.2 Overzicht van het met het beroepencluster aanverwante opleidingenaanbod Het hogeschoolonderwijs van één cyclus biedt in het studiegebied Industriële Wetenschappen en Technologie de basisopleiding Hout aan. Het studiegebied Hout omvat in de derde graad de studierichting Houtbewerkingsnijwerk BSO. In het derde leerjaar van de derde graad biedt het BSO de studierichtingen Meubelgarneren, Modelmakerij, Restauratie van meubelen en Stijl- en designmeubelen aan. 1
In het DBSO komen de benamingen Buitenschrijnwerker, Daktimmerman* , Houtbewerker*, Machinale houtbewerker, Meubelmaker en Wand- en plafondplaatser* voor. De opleidingen met een * worden ook in het systeem van het jongerenleerlingwezen (JLW), aangeboden in samenspraak met het paritair leercomité voor de bouw. In het buitengewoon secundair onderwijs worden de kwalificatietechnieken Metaaltimmerwerk en Meubelwerk aangeboden. Het secundair volwassenonderwijs biedt in het studiegebied Hout de afdelingen: CNC-gestuurde houtbewerkingmachines, Houtbewerking-meubelmaken, Meubelmakerij en Stijlmeubelen aan. Het hoger onderwijs voor sociale promotie biedt binnen de categorie Technisch de afdeling Bouw- en houtconstructie aan.
1
In het JLW heet dit Timmerman.
5
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
Het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen organiseert de opleidingen Meubelmaker, Modelmaker (hout), Houtdraaier, Restaurateur antieke meubelen, Houtbeeldhouwer-ornamentenmaker (momenteel geen opleiding), Klompenmaker (momenteel geen opleiding), Houtzager, Vervaardiger van houten koffers voor muziekinstrumenten, Bouwer houten boten (momenteel geen opleiding) en Stoelenmaker. De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) organiseert de beroepsgerichte vaktechnische opleidingen Buitenschrijnwerker en Daktimmerman. 2.2.1.3 Onderzoek naar de bevolking van de opleidingen De tabel geeft een overzicht van het aantal leerlingen in het schooljaar 1998-99 in het voltijds secundair onderwijs: Studierichting
Aantal leerlingen 2DE GRAAD
3DE GRAAD
3DE LJ 3DE GRAAD
Hout- en bouwkunde TSO
425 (408 jongens en 17 meisjes)
-
-
Houttechnieken TSO
1 221 (1 206 jongens en 15 meisjes)
1 043 (1 023 jongens en 20 meisjes)
-
Hout constructieen planningstechnieken TSO
-
-
41 jongens
Houtbewerking BSO
3 260 (3 181 jongens en 79 meisjes)
2 233 (2 199 jongens en 34 meisjes)
-
Houtbewerking schrijnwerkerij BSO
-
356 (343 jongens en 13 meisjes)
-
Hout- en metaalconstructies BSO
-
34 jongens
-
Bijzondere schrijnwerkconstructies BSO
-
-
111 (109 jongens en 2 meisjes)
Industriële houtbewerking BSO
-
-
269 (264 jongens en 5 meisjes)
Interieurinrichting
-
-
114 (113 jongens en 1 meisje)
Restauratie van schrijnwerk
-
-
19 jongens
Op 1 februari 1999 volgden in het DBSO volgens een bevraging bij de coördinatoren, 60 leerlingen (59 jongens, waarvan 2 met een JLW en 1 meisje) een opleiding Schrijnwerker; 24 jongens, waarvan 3 met WLC (werknemersleerlingcontract), een opleiding Schrijnwerker-timmerman; 120 leerlingen (119 jongens waarvan 5 met WLC en 1 meisje) een opleiding Houtbewerker;
6
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
22 jongens waarvan 14 met WLC een opleiding Machinale houtbewerker; 7 jongens een opleiding Wand- en plafondplaatsen; 17 jongens waarvan 2 met WLC een opleiding Schrijnwerker-meubelmaker. In het schooljaar 1998-99 volgden in het BuSO in opleidingsvorm 3: 86 leerlingen (84 jongens en 2 meisjes) de kwalificatietechniek Schrijnwerk; 474 leerlingen (465 jongens en 9 meisjes) de kwalificatietechniek Houtbewerking 1 jongen de kwalificatietechniek Timmerwerk. In het volwassenenonderwijs volgden in het schooljaar 1998-99 in het studiegebied Hout: 41 cursisten (38 mannen en 3 vrouwen) de afdeling Schrijnwerkerij - lagere secundaire technische leergangen (systeem van kapitaliseerbare eenheden); 242 cursisten (211 mannen en 31 vrouwen) de afdeling Houtbewerking - schrijnwerkerij - hogere secundaire beroepsleergangen (systeem van kapitaliseerbare 2 eenheden) In het hoger onderwijs voor sociale promotie volgden in 1998-99 in de categorie Technisch 88 cursisten (84 mannen en 4 vrouwen) de afdeling Bouw- en houtconstructie. Bij de VDAB beëindigden in 1999 50 cursisten de opleiding Schrijnwerker. Het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen (VIZO) had op 31 december 1999: 366 cursisten (363 mannen en 3 vrouwen) in de opleiding Schrijnwerker - timmerman; 47 mannen in de opleiding Vervaardiger van keukenmeubelen; 14 mannen in de opleiding Parketvloerlegger; 20 mannen in de opleiding Plaatser van systeemwanden en -plafonds.
2.2.2 Regionale spreiding van het opleidingenaanbod en de tewerkstelling in Vlaanderen en het Brussels Gewest De opleiding wordt verspreid over het hele grondgebied van Vlaanderen aangeboden en de afgestudeerden kunnen in de hele Vlaamse en Brusselse regio aan het werk.
2.3
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel De fase waarin het beroepsopleidingsprofiel ontwikkeld wordt, biedt sociale partners en opleidingeninstanties (binnen en buiten onderwijs) een platform om samen af te spreken wat essentieel is zodat voor alle partijen duidelijk wordt wat de beroepsopleiding minimaal moet aanbieden en wat de sociale partners van iemand die de beroepsopleiding gevolgd heeft precies kunnen verwachten. Het voorliggend beroepsopleidingsprofiel beantwoordt aan die vraag en maakt het mogelijk dat de beroepsopleiding aansluit bij de vraag van de arbeidswereld.
2
Deze getallen verwijzen naar het aantal cursisten in het 1ste semester.
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
3
HET BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL (BOP)
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel
7
Het beroepsopleidingprofiel heet BINNENSCHRIJNWERKER. Het beschrijft de kwalificatie Binnenschrijnwerker en de deelkwalificatie Parketlegger.
3.2
Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel De leerling/cursist leert de eigen werkzaamheden voor algemeen binnenschrijnwerk en trappen in overleg met andere vaklui organiseren, onderdelen van algemeen binnenschrijnwerk en trappen vervaardigen en elementen vergaren, algemeen binnenschrijnwerk en trappen plaatsen en afwerken. Hij/zij leert de eigen werkzaamheden voor het plaatsen van parket organiseren en parket plaatsen en afwerken.
3.3
Concrete vertaalslag
3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Het beroepsopleidingsprofiel wordt afgeleid van het beroepsprofiel 'Binnenschrijnwerker' (HIVA/FVB, 1999).
3.3.2 Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel Het toegeleverde beroepsprofiel kan ondergebracht worden in type A; dat is een beroepsprofiel dat takenclusters omvat voorzien van kennis, attitudes en contextgegevens.
8
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
3.3.3 Selectie van takenclusters en taken De takenclusters van het beroepsprofiel Binnenschrijnwerker werden als volgt omgezet in vaardigheidsclusters:
BEROEPSPROFIEL
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL
Voorbereidende taken: Inrichten van de werkplek (tabel 1) Planning werkzaamheden (tabel 2) Ontwerp (tabel 3)
Vaardigheidscluster 1: De eigen werkzaamheden voor algemeen binnenschrijnwerk en trappen organiseren Vaardigheidscluster 2: Uitvoerende taken: Onderdelen van algemeen binnenUitsmetten (tabel 5) schrijnwerk en trappen vervaardigen en Verzagen (tabel 6) elementen vergaren Schaven (tabel 7) Vaardigheidscluster 3: Afschrijven van de onderdelen (tabel 8) Algemeen binnenschrijnwerk en trapBewerken van de onderdelen (tabel 9) pen plaatsen en afwerken Vergaring (tabel 10) Vaardigheidscluster 4: Aanbrengen van beslag (tabel 11) De eigen werkzaamheden voor het Oppervlaktebehandeling (tabel 12) Transporteren van constructies naar de plaatsen van parket organiseren bouwwerf (tabel 13) Vaardigheidscluster 5: Plaatsing van binnenschrijnwerk (tabel Parket plaatsen en afwerken 14) Plaatsing van trappen (tabel 15) Plaatsing van parketonderdelen (tabel 16) Ondersteunende taken: (tabel 17)
Taken van het beroepsprofiel die niet naar vaardigheden voor de beginnend beroepsbeoefenaar vertaald werden: ‘behandelingen in de spuitcabine verrichten’: dat is geen specifieke taak voor de (binnen)schrijnwerker en maakt dus geen deel uit van de kernvaardigheden voor een beginnend beroepsbeoefenaar en wordt daarom niet in het beroepsopleidingsprofiel opgenomen; ‘het vervoeren van constructies of onderdelen naar de bouwwerf of de plaats van de bestemming’: het leren rijden met een bedrijfswagen behoort volgens de sectorcommissie niet tot het beroepsopleidingsprofiel. Wat de toekomstige beginnend beroepsbeoefenaar wel leert, is het vakkundig laden en stouwen van constructie-elementen en ze na transport vakkundig lossen, opslaan en beschermen. Volgende beroepshoudingen uit het beroepsprofiel werden niet naar beroepshoudingen voor de beginnend beroepsbeoefenaar vertaald: ‘improvisatievermogen: op de werf zal men soms een oplossing moeten bedenken voor onvoorziene situaties (opening met andere afmetingen, stockeringsplaats, doorgangen’: de vaardigheden van het beroepsopleidingsprofiel zullen de beginnend beroepsbeoefenaar in staat stellen om onvoorziene situaties en problemen het hoofd te bieden. ‘kritische ingesteldheid: op de werf dient men eveneens aandacht te hebben voor eventuele fouten of onvolkomenheden in het werk van voorgangers (ruwbouw, stukadoor)': om te vermijden dat de verantwoordelijkheid hiervoor verschuift naar de schrijnwerker werd de taak vertaald in de vaardigheid ‘controleren of de staat
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
9
van de (ruw)bouw de correcte plaatsing van het binnenschrijnwerk toelaat en dat volgens procedures melden’. Volgende beroepshouding werd toegevoegd: ‘Zelfevaluatie: bereid zijn het eigen aandeel in de totstandkoming van het eindresultaat te evalueren’. De beginnende Binnenschrijnwerker heeft de clusters 1, 2 ,3, 4 en 5 verworven; de beginnende Parketlegger heeft de clusters 4 en 5 verworven.
3.3.4 Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis, inhouden en context De mate van beheersing van de vaardigheden en kennis wordt genuanceerd aan de hand van volgende criteria: Vaardigheden V1 = oriëntering Een cluster van vaardigheden waarmee de lerende/beginnende beroepsbeoefenaar kennis maakt. Hij/zij neemt deze vaardigheden waar of voert ze kort uit om een beter beeld te krijgen van de beroepsactiviteiten binnen de bedrijfstak. V2 = onder begeleiding uitvoeren. De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin het voordoen/nadoen een rol spelen of waarin de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij derden ligt. V3 = zelfstandig uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij op eigen initiatief handelt of waarin de verantwoordelijkheid bij de lerende zelf ligt. V4 = begeleidend uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering door derden op zich neemt. Ondersteunende kennis K1 = feitelijke kennis Deze kennis is op herkenning uit te voeren (dit niveau kan omschreven worden door middel van werkwoorden van het type: reproduceren, bewust zijn, herinneren, herkennen, registreren, opnoemen, aanduiden, benoemen, opsommen…) K2 = begripsmatige kennis Deze kennis is op inzicht terug te voeren (begrijpen, verstaan, aantal aangeven, verband uitdrukken, bewijzen, voorbeelden geven, typren, de essentie aangeven, omschrijven, met eigen woorden zeggen…) K3 = kennistoepassing Deze kennis past de feitelijke en begripsmatige kennis toe (gevarieerd aanwenden, uitwerken, beoordelen, evalueren, produceren, vergelijken met, structureren…) K4 = integrerende kennis De kennis in nieuwe situaties toepassen en zoeken naar innovaties.
10
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
3.3.5 Concrete uitwerking van de vertaalslag CLUSTER 1: DE EIGEN WERKZAAMHEDEN VOOR ALGEMEEN BINNENSCHRIJNWERK EN TRAPPEN ORGANISEREN
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
1.1
1.2
instructies i.v.m. veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieu uitvoeren persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
V3
−
instructies kunnen lezen
V3
V3
−
risico's eigen aan het beroep beschermingsmiddelen principes van ergonomie voor de schrijnwerker risico's eigen aan de sector pictogrammen gebruikt in de sector werkplaatsreglement etiketten van houtbehandelings- en verdunningsproducten kunnen lezen legende, genormaliseerde en symbolische voorstellingen schaal en schaalfactor een architectuurplan kunnen lezen een uitvoeringsplan kunnen lezen ruimtelijk voorstellingsvermogen elementen van algemeen binnenschrijnwerk trappen: soorten en onderdelen geometrische kenmerken van een trap: optrede, aantreden, hoogten, looplijn en trapopening factoren die de keuze van de werkmethode beïnvloeden gereedschappen en machines verbindingstechnieken en uitvoeringstechnieken eigen mogelijkheden en uitvoeringsverantwoordelijkheid onderkennen
K2
− −
1.3
collectieve beschermingsmaatregelen volgens instructies toepassen
V3
− − − −
1.4
een werkopdracht lezen en in team bespreken
V3
−
− − − −
1.5
aanvullende uitvoeringstekeningen op schaal en aanvullende schetsen maken
V3
− − −
1.6
afhankelijk van de opdracht de werkmethode bepalen
Mate van beheersing
V2
−
− − −
K2 K2 K2 K2 K2 V3
K2 K2 V2 V2 V3 K2 K2 K2
K2 K2 K2 V3
11
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
1.7
de bestaande toestand met het oog op het uit te voeren binnenschrijnwerk helpen opmeten
V2
1.8
voor het uit te voeren werk de materiaalstaat opmaken
V3
−
− −
− −
1.9
volgens opgedragen procedures geleverd materiaal in ontvangst nemen
V3
− − −
1.10 materiaal volgens richtlijnen veilig opslaan en beschermen
V3
−
− − − −
1.11 stockwijzigingen volgens instructies noteren en meedelen 1.12 de nodige materialen, gereedschappen en handmachines klaarzetten 1.13 resten en afval volgens instructies sorteren en opslaan 1.14 gereedschap onderhouden 1.15 machines en bijbehorend gereedschap onderhouden en defecten melden 1.16 de werkomgeving ordelijk houden 1.17 de administratie van de eigen prestaties (aantal gewerkte uren, verbruikt materiaal, ...) bijhouden
V3
−
V3
−
Mate van beheersing
elementaire begrippen van ruwbouw, ruwbouwafwerking en van de wijze waarop nutsvoorzieningen geplaatst worden meetgereedschap courant gebruikte handelsafmetingen van massief hout en plaatmateriaal oppervlakten en volumes kunnen berekenen technische informatie over materialen inwinnen materialenkennis elementen van een leveringsbon nagaan of het geleverde materiaal conform is met de leveringsbon klimatologische invloeden op hout en plaatmateriaal stapeltechnieken intern en extern transport verpakkings-, en beschermingsmateriaal veiligheidsrichtlijnen toepassen systemen om de voorraad bij te houden
K2
hef- til en verplaatsingstechnieken toepassen
V3
K2 K2
V3 V3 K2 K2 V3
K2 K2 K2 K2 V3 K2
V3
V3 V3
V3 V3
onderhoud van gereedschap − onderhoud van machines en bijbehorend gereedschap −
K2 K2
12
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
CLUSTER 2: ONDERDELEN VAN ALGEMEEN BINNENSCHRIJNWERK EN TRAPPEN VERVAARDIGEN EN ELEMENTEN VERGAREN
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
2.1
2.2
2.3
2.4
voor het uitvoeren van de opdracht uit de beschikbare voorraad een verantwoorde keuze van hout en plaatmateriaal maken hout en plaatmateriaal uitsmetten rekening houdend met de eigenschappen, de structuur, de productievereisten en de bestemming tijdens het hele proces de bruikbaarheid van de bewerkte delen volgens hun bestemming beoordelen een geschikte zaagmachine kiezen en instellen; hout en plaatmateriaal verzagen
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
V2
kwaliteitskenmerken van materialen − de vochtigheidsgraad van hout kunnen meten −
2.6
2.7
2.8
bepalen of reststukken voor hergebruik in aanmerking komen een geschikte schaafmachine kiezen en instellen en hout met een gepaste techniek schaven
de definitieve plaats van de onderdelen in de constructie vastleggen en ze volgens instructies paren en coderen profileringen en verbindingen afschrijven
kunnen afkorten kunnen kantrechten kunnen coderen bij het uitsmetten
V3 V3 V3
V3
−
K2
V3
−
esthetische, constructieve en economische aspecten die de bruikbaarheid mee bepalen zaagmachines: soorten en hulpstukken zaagtechnieken kunnen coderen na het verzagen veiligheidsrichtlijnen toepassen
schaafmachines: soorten en hulpstukken − schaaftechnieken − kunnen coderen na het schaven − veiligheidsrichtlijnen toepassen
K2
meet- en afschrijfgereedschap factoren die de profilering beïnvloeden beslag machines en gereedschap om te profileren veiligheidsrichtlijnen toepassen
K2
− −
K2 K2 V3 V3
V3
V3
−
K2 V3 V3
V3
V3
−
−
profileringen met een geschikte machine/geschikt gereedschap maken
V3
− − −
−
2.9
K2
V3
−
2.5
Mate van beheersing
V3
− −
K2 K2 K2 V3
13
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
2.10 houtverbindingen met een geschikte machine/geschikt gereedschap maken 2.11 uitsparingen uitvoeren rekening houdend met de verbindingstechniek, het beslag en de te integreren elementen
2.12 geprofileerde delen, verbindingen en uitsparingen controleren 2.13 bewerkingen en behandelingen die na het vergaren niet meer uitgevoerd kunnen worden, uitvoeren 2.14 niet-demonteerbare constructie-elementen vergaren met lijm
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
V3
− −
V3
− −
V3
verbindingstechnieken veiligheidsrichtlijnen toepassen
K2 V3
freestechnieken freesmachines: soorten en hulpstukken − elementen die in binnenschrijnwerk geïntegreerd kunnen worden − veiligheidsrichtlijnen toepassen − meetgereedschap
K2 K2 K2 V3 K2
V3
V3
− − − −
2.15 niet-demonteerbare constructie-elementen vergaren met mechanische verbindingsmiddelen
V3
2.16 niet-demonteerbare constructie-elementen vergaren met lijm en mechanische verbindingsmiddelen 2.17 demonteerbare constructie-elementen voorlopig vergaren 2.18 fijnschaven
V3
V3
−
2.19 manueel en machinaal schuren
V3
−
−
−
machines om te vergaren lijmsoorten en hun toepassingsgebied verlijmtechnieken verwerkingsrichtlijnen toepassen mechanische verbindingsmiddelen: soorten en hun toepassingsgebied verbindingstechnieken
K2 K2
gereedschap en machines om fijn te schaven schuurgereedschap en machines: soorten en hulpstukken schuurtechnieken gereedschap en hulpmiddelen voor beslag technieken om beslag te regelen soorten beslag technische documentatie van de fabrikant kunnen raadplegen een uitvoeringstekening voor beslag kunnen lezen
K2
K2 V3 K2
K2
V3
−
2.20 het beslag volgens richtlijnen van de fabrikant monteren en regelen
Mate van beheersing
V3
− − − −
−
K2 K2 K2 K2 K2 V3 V3
14
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
2.21 een houtbeschermingslaag en een afwerkingslaag manueel volgens verwerkingsinstructies aanbrengen
V3
2.22 klaargemaakte constructie-elementen volgens richtlijnen opslaan en beschermen
V3
−
− − − −
−
− − −
Mate van beheersing
behandelings- en afwerkingsproducten en hun toepassingsgebied beschermingstechnieken afwerkingstechnieken gereedschap richtlijnen i.v.m. veiligheid, milieu en hygiëne toepassen klimatologische invloeden op het hout en plaatmateriaal stapeltechnieken verpakkings- en beschermingsmateriaal veiligheidsrichtlijnen naleven
K2 K2 K2 K2 V3
K2 K2 K2 V3
CLUSTER 3: ALGEMEEN BINNENSCHRIJNWERK EN TRAPPEN PLAATSEN EN AFWERKEN
Cluster van vaardigheden De beginnende leerling/cursist kan:
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
constructie-elementen voor transport laden en stabiel stouwen ontruimingsmaatregelen treffen om de plaatsingswerkzaamheden vlot te laten verlopen constructie-elementen op de bouwplaats afladen, veilig en oordeelkundig op de voorziene plaats neerzetten en volgens instructies opslaan en beschermen ladders veilig opstellen en stellingen volgens instructies veilig monteren en demonteren controleren of de staat van de (ruw)bouw en de plaats van de nutsvoorzieningen een correcte plaatsing van het binnenschrijnwerk mogelijk maken en dat volgens procedures melden de constructie en de constructie-elementen vormvast aan elkaar en aan de (ruw)bouw bevestigen
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
V3
Mate van beheersing
− −
laadtechnieken stouwtechnieken
K2 K2
V3
− − − −
bouwplaatsinrichting stapeltechnieken beschermtechnieken hef-, til- en verplaatsingstechnieken
K2 K2 K2 K2
V3
−
soorten ladders en stellingen en hun toepassingsgebied
K2
V3
−
meet- en controlegereedschap
K2
V3
− −
bevestigingsmateriaal plaatsingstechnieken
K2 K2
V3
15
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
Cluster van vaardigheden De beginnende leerling/cursist kan:
3.7
3.8
3.9
de constructie aanpassen en aansluiten aan de (ruw)bouw het geplaatste binnenschrijnwerk/de geplaatste trap volgens instructies afwerken het beslag afregelen
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
V3
V3
V3
Mate van beheersing
isolatie- en afdichtingsmaterialen − plaatsingstechnieken − afwerkingstechnieken − afwerkingsproducten
K2 K2
technieken om beslag af te regelen − technische documentatie kunnen raadplegen
K2
−
−
K2 K2
V3
CLUSTER 4: DE EIGEN WERKZAAMHEDEN VOOR HET PLAATSEN VAN PARKET ORGANISEREN
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
4.1
4.2
instructies i.v.m. veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieu uitvoeren persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
V3
−
instructies kunnen lezen
V3
−
risico's eigen aan het beroep beschermingsmiddelen principes van ergonomie voor de parketlegger risico's eigen aan e sector pictogrammen gebruikt in de sector werkplaatsreglement etiketten van houtbehandelings- en verdunningsproducten kunnen lezen
K2
− −
4.3
collectieve beschermingsmaatregelen volgens instructies toepassen
V3
− − − −
4.4 4.5
4.6
een werkopdracht lezen en in team bespreken aanvullende uitvoeringstekeningen op schaal en aanvullende schetsen maken afhankelijk van de opdracht de werkmethode bepalen
Mate van beheersing
K2 K2 K2 K2 K2 V3
V3 V3
−
parket: soorten en onderdelen − plaatsing van parket
K2 K2
V2
−
factoren die de keuze van de werkmethode beïnvloeden − gereedschappen en machines − verbindingstechnieken en uitvoeringstechnieken − eigen mogelijkheden en uitvoeringsverantwoordelijkheid onderkennen
K2 K2 K2 V3
16
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
4.7
de bestaande toestand met het oog op het plaatsen van parket helpen opmeten
V2
4.8
voor het uit te voeren werk de materiaalstaat opstellen
V3
−
− −
− −
4.9
volgens opgedragen procedures geleverd materiaal in ontvangst nemen
V3
− − −
4.10 materiaal volgens richtlijnen veilig opslaan en beschermen
V3
−
− − − −
4.11 stockwijzigingen volgens instructies noteren en meedelen 4.12 eigen gereedschappen onderhouden 4.13 machines en bijbehorend gereedschap onderhouden en defecten melden 4.14 de werkomgeving ordelijk houden 4.15 de administratie van de eigen prestaties (aantal gewerkte uren, verbruikt materiaal, ...) bijhouden 4.16 parketelementen voor transport laden en stabiel stouwen 4.17 parketelementen op de bouwplaats afladen, veilig en oordeelkundig op de voorziene plaats neerzetten en volgens instructies opslaan en beschermen
V3
−
V3
−
V3
elementaire begrippen van ruwbouw, ruwbouwafwerking en van de wijze waarop nutsvoorzieningen geplaatst worden meetgereedschap courant gebruikte handelsafmetingen van parketonderdelen oppervlakten en volumes kunnen berekenen technische informatie over materialen kunnen inwinnen materialenkennis elementen van en leveringsbon nagaan of het geleverde materiaal conform is met de leveringsbon klimatologische invloeden op hout en plaatmateriaal stapeltechnieken intern en extern transport verpakkings- en beschermingsmateriaal veiligheidsrichtlijnen toepassen systemen om de voorraad bij te houden
onderhoud van gereedschap − onderhoud van machines en bijbehorend gereedschap
Mate van beheersing
K2
K2 K2 V3 V3
K2 K2 V3
K2 K2 K2 K2 V3 K2
K2 K2
V3 V3
V3
− −
laadtechnieken stouwtechnieken
K2 K2
V3
− − − −
bouwplaatsinrichting stapeltechnieken beschermtechnieken hef-, til- en verplaatsingstechnieken
K2 K2 K2 K2
17
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
CLUSTER 5: PARKET PLAATSEN EN AFWERKEN
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
5.1
5.2
5.3
5.4
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
ontruimingsmaatregelen treffen om de plaatsingswerkzaamheden volt te laten verlopen controleren of de staat van de (ruw)bouw en de plaats van de nutsvoorzieningen een correcte plaatsing van het parket mogelijk maken en dat volgens procedures melen
V3
de nodige materialen, gereedschappen en handmachines klaarzetten met het oog op de plaatsing van parket de toestand van de draagvloer beoordelen en afwijkingen ten opzichte van de plaatsingsrichtlijnen melden
V3
−
V3
−
V3
− − −
−
−
−
−
−
5.5 5.6
kleine gebreken aan de draagvloer herstellen een draagvloer voorbereiden
V3
−
V3
− − −
5.7
een parketonderlaag plaatsen
V3
−
−
5.8
referentielijnen voor het te plaatsen parket aanbrengen
V2
− −
Mate van beheersing
meet- en controlegereedschap vloeropbouw geschiktheid van vloeropbouw voor het plaatsen van parket technische documentatie van de fabrikant kunnen lezen hef-, til- en verplaatsingstechnieken toepassen
K2
geschiktheid van het oppervlak om parket te plaatsen maximaal toegelaten vochtigheidsgraad van de draagvloer de vochtigheidsgraad van de draagvloer kunnen meten maximaal toegelaten vochtigheidsgraad van parkethout de vochtigheidsgraad van parkethout kunnen meten herstellingstechnieken en -materialen aanbrengen van een hechtingslaag reinigen van de draagvloer gereedschap en producten om de draagvloer voor te bereiden materialen voor de onderlaag: soorten en toepassingsgebied plaatsingstechnieken toegepaste vlakke meetkunde meetgereedschap en gereedschap om uit te zetten
K2
K2 K2 V3
V3
K2 V3 K2 V3
K2 K2 K2 K2
K2 K2 K2 K2
18
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
5.9
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
tijdens de plaatsing de bruikbaarheid van parketelementen volgens hun bestemming beoordelen 5.10 een geschikte zaagmachine kiezen en instellen; parketmateriaal verzagen
V3
−
V3
−
5.11 resten en afval volgens instructies sorteren en opslaan 5.12 parketonderdelen met lijm volgens richtlijnen bevestigen
V3
V3
Mate van beheersing
esthetische, constructieve en economische aspecten die de plaatsing beïnvloeden
K2
zaagmachines voor parket: soorten en hulpstukken − zaagtechnieken − veiligheidsinstructies toepassen
K2
− − − −
5.13 parketonderdelen mechanisch bevestigen 5.14 parket zwevend plaatsen 5.15 te integreren elementen plaatsen en het parket aansluiten aan andere vloerelementen
V3
− −
V3
−
V3
−
5.16 een parketvloer volgens de gewenste afwerkingsgraad schuren
V3
5.17 beschermingslagen en afwerkingslagen volgens verwerkingsinstructies aanbrengen
V3
5.18 plinten plaatsen
V3
− − − − − − −
− − − −
− −
lijm: soorten en toepassingsgebied lijmtechnieken gereedschappen om te lijmen veiligheidsinstructies toepassen bevestigingsmiddelen bevestigingstechnieken plaatsingstechnieken voor zwevend parket elementen die in een parketvloer geïntegreerd kunnen worden aansluitingstechnieken aansluitingsprofielen vulmateriaal gereedschap en machines om parket te schuren schuurkorrel schuurtechnieken behandelings- en afwerkingsproducten en hun toepassingsgebied beschermingstechnieken afwerkingstechnieken gereedschap richtlijnen i.v.m. veiligheid, milieu en hygiëne toepassen bevestigingsmiddelen en -technieken gereedschap
K2 V3
K2 K2 K2 V3 K2 K2 K2 K2 K2 K2 K2 K2 K2 K2 K2 K2 K2 K2 V3
K2 K2
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
19
3.3.6 Beroepshoudingen Volgende beroepshoudingen kunnen als noodzakelijk beschouwd worden om het beroep goed uit te oefenen. Ordelijkheid Erop gericht zijn de werkomgeving ordelijk te houden zodat het werk in de meest optimale omstandigheden kan worden uitgevoerd. Precisie en accuratesse Erop gericht zijn alles met de vereiste precisie uit te voeren om een kwaliteitsvol resultaat te kunnen bereiken. Zin voor samenwerking Bereid zijn collega's waar nodig bij te staan en met elkaar te overleggen om een kwaliteitsvol resultaat te kunnen bereiken. Open staan voor vragen, wensen, suggesties en opmerkingen van klanten en collega's. Verantwoordelijkheidsgevoel Mee willen helpen aan een veilige en kwaliteitsvolle uitvoering en afwerking van het werk met respect voor andermans eigendom. Erop gericht zijn de ter beschikking gestelde materialen, gereedschappen, hulpmiddelen en machines en de beschikbare tijd optimaal te gebruiken. Erop gericht zijn veilig te werken. Zelfstandigheid Bereid zijn zelfstandig, onder beperkt of zeer algemeen toezicht aan een taak te werken. Zelfevaluatie Bereid zijn het eigen aandeel in de totstandkoming van het eindresultaat te evalueren.
3.3.7 Context3 Voor algemeen binnenschrijnwerk en trappen vindt het werk zowel in een atelier als op de werf plaats, wat verschillende werkomstandigheden met zich mee brengt. In een atelier gaat het om beheersbare omstandigheden, een vertrouwde organisatie- en communicatieroutine en bekende collega's. Op de werf tijdens de installatie wordt de binnenschrijnwerker geconfronteerd met minder beheersbare, minder voorspelbare omstandigheden en contacten met werknemers uit andere bedrijven en beroepen en ook met derden (klant, bouwheer, architect). Een parketlegger werkt hoofdzakelijk op de werf.
3.4
Niveau van het beroepsopleidingsprofiel In de regel zijn binnenschrijnwerkers enkele verantwoordelijk voor de uitvoering van het opgedragen werk. De planning en de coördinatie ervan gebeurt door de ploegbaas. Er is ook sprake van een coöperatieve verantwoordelijkheid waar binnenschrijnwerkers met collega's samenwerken. Het takenpakket bestaat voornamelijk uit het toepassen van routines en standaardprocedures. Het betreft beroepsgebonden vaardigheden en kennis. Gezien de mate van verantwoordelijkheids, complexiteit van de arbeidssituatie en transfer stelt de uitgebreide sectorcommissie voor de kwalificatie binnenschrijn-
3
Beroepsprofiel Binnenschrijnwerker, HIVA/FVB, Brussel, 1999.
20
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
werker en de deelkwalificatie parketlegger op niveau 2 te plaatsen (de handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen omschrijft dat niveau als volgt: 'een kwalificatie die vooral praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd binnen de grenzen van de aangeleerde technieken').
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
4
21
BIBLIOGRAFIE Beroepsprofiel Binnenschrijnwerker, Brussel, HIVA/Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid, 1999. Handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor het secundair en volwassenenonderwijs. Synthesedocument, Brussel, Dienst voor Onderwijsontwikkeling, 1998. Statistisch jaarboek van het Vlaams Onderwijs, Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Departement Onderwijs. Wet op het welzijn op het werk.
5
LIJST VAN DE MEDEWERKERS ♦
Gilbert Vanden Borre, voorzitter, VVKSO
♦
Erik De Ridder, Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid (FVB)
♦
André De Potter, Confederatie Bouw, Vlaamse Schrijnwerkers
♦
Alfons Claeys, Confederatie Bouw, Vlaamse Schrijnwerkers
♦
Patrick Decolvenaer, Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding
♦
Wim Coppens, GO
♦
Andries Wydooghe, VVKSO
♦
Freddy Vermaercke / Gilbert Colman, OVSG
♦
Karl Fret, Provinciale Technische Scholen - Boom, CVPO
♦
Luck Naert, Vlaamse Dienst van het Katholiek Volwassenenonderwijs (VDKVO)
♦
Georges Vandromme, inspectie
♦
Bernard Deforce, Dienst Beroepsopleiding - Departement Onderwijs
♦
Rita Vanheste, Vlaamse Onderwijsraad
22
B E ROE PS OP LE I DI NGSP ROF IE L B I NNE NS CHRIJ NW E RKE R
BIJLAGE: BEROEPENSTRUCTUUR ZOALS DOOR HET FONDS VOOR DE VAKOPLEIDING IN DE BOUWNIJVERHEID OPGESTELD WERD (15 FEBRUARI 2000) werktu igku ndige voor bagge rva art bag ger bag gerwerker torenkraa nbestu urder kraanb estuur der bestuurde r mob iele kra an en ve rreiker boo rder bro nbemaler weg- en wate rbouw
heimachinist chauffeur bou wpla atsmachinist wegenwerker
natuur steenb ewe rke r metse laar bekiste r ijzervlechte r ruwbou w
werfbedien er betonh erstelle r pre fab -monteerder gevelwerker voeger dekvloerleg ger
afwerking ruwbouw
tegelzette r stu kad oor dakdekker
dak dakdichter sch rijnwerker-timme rman hou t interieu rbouwer glas
glaswerker ste llingbouwer
bou winstallaties
indu striële isolateur monteur CV sanitair installa teu r sch ilder-de cor ate ur
verf indu strieel sch ilder magazijnier