Studie 200 Beroepsopleidingsprofiel Offsetdrukker-vellenpersen
Studie 200 Beroepsopleidingsprofiel Offsetdrukker-vellenpersen Studiegebied: Grafische technieken Sector: grafische Beroep: offsetdrukker
D/2003/6356/5 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL OFFSETDRUKKER-VELLENPERSEN
1
INLEIDING
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel
1.1.1 Gegevens beroepsprofiel Sector
: grafische
Beroep
: offsetdrukker
Beroepsprofiel
: offsetdrukker
1.1.2 Gegevens beroepsopleidingsprofiel Sectorcommissie
: GRAFISCHE TECHNIEKEN
Studiegebied
: GRAFISCHE TECHNIEKEN
Benaming van het profiel : OFFSETDRUKKER-VELLENPERSEN Legitimator
: Afdeling TSO/BSO : Raad Volwassenenonderwijs : Afdeling BUSO
Datum
: Afdeling TSO/BSO: juni 2002 : Raad Volwassenenonderwijs: juni 2002 : Afdeling BUSO: juni 2002
1.2
Opdracht
1.2.1 Opdrachtgever Het secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad actualiseerde de samenstelling van de sectorcommissie Grafische Technieken. De sectorcommissie werd aangevuld met het oog op de ontwikkeling van een beroepsopleidingsprofiel naar aanleiding van het beschikbare beroepsprofiel OFFSETDRUKKER (SERV, januari 2001). 1.2.2 Doelstellingen 1
De uitbouw van het onderwijs optimaal verzekeren.
2
De opleiding beter laten aansluiten bij de arbeidsmarkt.
3
De uitstroom van gekwalificeerde offsetdrukkers-vellenpersen verhogen. 1
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
1.3
Ontwikkelingsproces
Het beroepsopleidingsprofiel wordt samengesteld op basis van een handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingprofielen voor het secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs, ontwikkeld door de Dienst voor Onderwijsontwikkeling. Het is afgeleid van het beroepsprofiel “Offsetdrukker”. De werkgroepmethode wordt toegepast. De sectorcommissie vergaderde op volgende dagen: 18 oktober 2001 (10 tot 16 uur) 21 november 2001 (9 tot 12 uur) 3 december 2001 (13u30 tot 16u30) 21 januari 2002 (13u30 tot 16u30) 7 februari 2002 (9u30 tot 12u30) 1.4
Legitimatie
De afdeling TSO/BSO, de Raad Volwassenenonderwijs en de afdeling BUSO legitimeren het beroepsopleidingsprofiel. Het BOP wordt als advies aan de overheid voorgelegd.
2
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL OFFSETDRUKKER-VELLENPERSEN
2
SITUERING VAN DE OPLEIDINGEN
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
1
2.1.1 Beroepenstructuur De beroepenstructuur voor de grafische sector, een opdracht voor de SERV, is nog in ontwikkeling. 2.1.2 Geraadpleegd beroepsprofiel Het beroepsprofiel Offsetdrukker, opgesteld door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, in samenwerking met FEBELGRA (2001), is de basis voor het beroepsopleidingsprofiel Offsetdrukker-vellenpersen. Het beroepsprofiel Offsetdrukker omschrijft het beroep van de offsetdrukker als volgt: Algemeen beschouwd geleidt een offsetdrukker een drukpers. Op basis van de drukopdracht zal hij de drukpers afstellen, een proefdruk maken en bij akkoord hierover de productie op gang brengen. Tijdens het productieproces controleert de drukker voortdurend de kwaliteit van de afdruk en regelt hij indien nodig de drukpers bij. Tevens staat hij in voor toevoer van papier, inkt en andere materialen en voor het schoonmaken en het onderhoud van de pers. (BP blz. 9) De structuur van de grafische sector wordt doorgaans ingedeeld volgens twee processen: enerzijds het proces van gedrukte (paper-based) producten (vormgeving, voorbereiden van het drukwerk of prepress, het drukken zelf, de nabewerking en verpakking) en anderzijds het proces van elektronische producten (vormgeving, voorbereiden van de publicatie, programmeren van de publicatie en het product online en/of offline publiceren). In het drukproces zijn volgende fasen te onderscheiden:
1
•
vormgeving,
•
voorbereiding van het drukwerk of prepress,
•
het drukken zelf,
De rubriek opleidingenaanbod wordt beperkt tot een overzicht van het aanbod zonder bevolkingscijfers.
3
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
•
de nabewerking en verpakking.
Het drukproces situeert zich in de grafische sector tussen de pre-press en de afwerking. 2.2
Gegevens uit de opleidingenwereld
2.2.1 Opleidingenaanbod Grafische opleidingen worden aangeboden in het voltijds secundair technisch en in het voltijds en deeltijds secundair beroepsonderwijs, in het buitengewoon secundair onderwijs, in het volwassenenonderwijs en in het hogeschoolonderwijs. Buiten het onderwijs bieden de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) en het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen (VIZO) opleidingen aan. 2.2.1.1 Overzicht van het opleidingenaanbod dat met de beroepencluster overeenstemt In de tweede graad biedt het voltijds secundair onderwijs binnen het studiegebied Grafische Technieken de studierichtingen Grafische Technieken TSO2, Grafische wetenschappen TSO2 en Drukken BSO2 aan. In de derde graad worden de studierichtingen Grafische Technieken TSO, Druk- en afwerkingstechnieken TSO, Drukvoorbereidingstechnieken TSO, Drukken en afwerken BSO en Drukvoorbereiding BSO ingericht. In het derde leerjaar van de derde graad bestaan de volgende specialisaties: Gestandaardiseerde en geprogrammeerde druktechnieken TSO, Rotatiedruktechnieken TSO, Tekst- en beeldintegratietechnieken TSO, Meerkleurendruk-drukwerkveredeling BSO, Bedrijfsgrafiek BSO, Grafische opmaaksystemen BSO en Zeefdruk BSO. Het secundair onderwijs voor sociale promotie biedt in het studiegebied Grafische Technieken volgende afdelingen aan: Toegepaste grafische technieken TSO 3, Druktechnieken BSO 3, Tekstvervaardiging-offsetdrukken BSO 3, Drukken BSO 4 en Offset meerkleurendruk en besturingssystemen BSO 4. VDAB biedt de basisopleiding Offsetdrukken aan en de specialisaties één-, twee- en meerkleurenoffsetdrukken. VIZO biedt de opleiding Offsetdrukker zowel in leertijd als in ondernemersopleiding aan.
4
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL OFFSETDRUKKER-VELLENPERSEN
2.2.1.2 Overzicht van het met de beroepencluster aanverwante opleidingenaanbod Het hogeschoolonderwijs van één cyclus biedt in het studiegebied Industriële wetenschappen en technologie de basisopleiding Grafische bedrijven aan met drie afstudeerrichtingen: Digitale vormgeving, Grafisch commercieel beleid en Grafische productieleiding. In de derde graad van het voltijds secundair onderwijs worden de studierichtingen Multimediatechnieken TSO en Grafische wetenschappen TSO ingericht. In het derde leerjaar van de derde graad bestaat volgende specialisatie: Interactieve multimediatechnieken TSO. Het buitengewoon secundair onderwijs BuSO OV 3 biedt de opleidingen Hulpdrukker en Zeefdrukker aan. Het secundair onderwijs voor sociale promotie biedt in het studiegebied Grafische technieken de afdeling Montage-kopie BSO 4 aan. VDAB biedt de opleidingen Initiatie grafische technieken, Polyvalente basisopleiding drukvoorbereiding, Operator Electronic Prepress (basis/specialisatie), Webdesigner aan. Het DBSO biedt de opleidingen Drukafwerker en Drukvoorbereider aan. 2.3
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel
De fase waarin het beroepsopleidingsprofiel ontwikkeld wordt, biedt sociale partners en opleidingeninstanties (binnen en buiten onderwijs) een platform om samen af te spreken wat essentieel is zodat voor alle partijen duidelijk wordt wat de beroepsopleiding minimaal moet aanbieden en wat de sociale partners precies kunnen verwachten van iemand die de beroepsopleiding gevolgd heeft. Dit beroepsopleidingsprofiel beantwoordt aan die vraag en maakt het mogelijk dat de beroepsopleiding aansluit bij de vraag van de arbeidswereld.
5
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
3
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL (BOP)
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel
Het beroepsopleidingsprofiel heet “Offsetdrukker-vellenpersen” en beschrijft de kwalificatie Offsetdrukker-vellenpersen. 3.2
Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel
De toekomstige beginnende offsetdrukker-vellenpersen leert op basis van een werkopdracht zijn/haar eigen werk voor te bereiden en organiseren, rekening houdend met veiligheid, hygiëne en milieu. Hij/zij leert met een offsetvellenpers drukken en de machine onderhouden. 3.3
Concrete vertaalslag
3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Het beroepsopleidingprofiel wordt afgeleid van het beroepsprofiel “Offsetdrukker” (SERV i.s.m. FEBELGRA, januari 2001). 3.3.2 Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel Het toegeleverde beroepsprofiel kan ondergebracht worden in type A; dat is een beroepsprofiel dat takenclusters omvat voorzien van kennis, attitudes en contextgegevens. 3.3.3 Selectie van takenclusters en taken De sectorcommissie zette de takenclusters van het beroepsprofiel om in de volgende vaardigheidsclusters: BEROEPSPROFIEL
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL
Voorbereidende
voorbereiden van het drukwerk (tabel
Vaardigheidscluster 1: Het ei-
taken:
2.1.1)
gen werk voorbereiden en organiseren
Uitvoerende
instellen van de drukpers (tabel
Vaardigheidscluster 2: Met een
taken:
2.2.1)
offsetvellenpers drukken
maken van een drukproef (tabel 2.2.2)
6
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL OFFSETDRUKKER-VELLENPERSEN
de productie op gang brengen (tabel 2.2.3) optreden bij storingen (tabel 2.2.4) Ondersteunende administratie (tabel 2.3.1) taken:
onderhouden van de drukpers (tabel 2.3.2) taken met betrekking tot veiligheid en milieu (tabel 2.3.3)
Alle taken van het BP werden naar vaardigheden vertaald. De volgende vaardigheden werden toegevoegd: -
“Een te drukken beeld op een offsetplaat aanbrengen” (1.14) en “een offsetplaat drukklaar maken” (1.15): deze vaardigheden zijn nodig om de continuïteit van het drukproces te kunnen waarborgen.
-
“Inline-nabewerkingsapparatuur monteren en demonteren” (1.19): deze vaardigheid is nodig om de continuïteit van het drukproces te kunnen waarborgen.
-
“Een goed-voor-druk krijgen” (1.23): de drukker moet alles in orde hebben voor hij mag drukken.
-
“De drukpers volgens procedures periodiek onderhouden” (1.24): om het drukproces optimaal te kunnen laten verlopen.
-
“Bij ploegwissel informatie over de opdracht en het drukproces mondeling/schriftelijk meedelen” (2.12).
Toegevoegde beroepshoudingen: -
economisch bewustzijn,
-
zin voor orde en netheid.
De beginnende offsetdrukker-vellenpersen beheerst de vaardigheidsclusters 1 en 2. 3.3.4 Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis, houdingen en context De mate van beheersing van de vaardigheden en kennis wordt genuanceerd aan de hand van volgende criteria:
7
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
Vaardigheden: -
V1 = oriëntering Een cluster van vaardigheden waarmee de lerende/beginnende beroepsbeoefenaar kennis maakt. Hij/zij neemt deze vaardigheden waar of voert ze kort uit om een beter beeld te krijgen van de beroepsactiviteiten binnen de bedrijfstak.
-
V2 = onder begeleiding uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin het voordoen/nadoen een rol spelen of waarin de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij derden ligt.
-
V3 = zelfstandig uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij op eigen initiatief handelt of waarin de verantwoordelijkheid bij de lerende zelf ligt.
-
V4 = begeleidend uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering door derden op zich neemt.
Ondersteunende kennis: -
K1 = feitelijke kennis Deze kennis is op herkenning terug te voeren. (Dit niveau kan omschreven worden met werkwoorden als: reproduceren, bewust zijn, herinneren, herkennen, registreren, opnoemen, aanduiden, benoemen, opsommen, enz.)
-
K2 = begripsmatige kennis Deze kennis is op inzicht terug te voeren. (begrijpen, verstaan, aantal aangeven, verband uitdrukken, bewijzen, voorbeelden geven, typeren, de essentie aangeven, omschrijven, met eigen woorden zeggen, enz.)
-
K3 = kennistoepassing Deze kennis past de feitelijke en begripsmatige kennis toe. (gevarieerd aanwenden, uitwerken, beoordelen, evalueren, produceren, vergelijken met, structureren,.enz.
-
K4 = integrerende kennis De kennis in nieuwe situaties toepassen en zoeken naar innovaties.
8
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL OFFSETDRUKKER-VELLENPERSEN
3.3.5 Concrete uitwerking van de vertaalslag voor offsetdrukker-vellenpersen Cluster van vaardigheden
Mate van
Ondersteunende kennis (K) en
Mate van
De leerling/cursist kan:
beheer-
vaardigheden (V)
beheersing
sing CLUSTER 1 : Het eigen werk voorbereiden en organiseren 1.1
Instructies in verband met
V3
Productfiche kunnen lezen
V3
veiligheid, gezondheid,
Pictogrammen kunnen lezen
V3
hygiëne en milieu uitvoe-
R(isk) en S(afety)-zinnen
K1
ren
Persoonlijke beschermingsmid-
K2
delen 1.2
1.3
Op basis van een werk-
Productieproces
K2
opdracht en in overleg het
Relatie kleurvolgorde en soort
K3
eigen werk plannen en
pers/opdracht
organiseren
Vakterminologie
K1
Een werkfiche kunnen lezen
V3
Een drukmodel kunnen ontleden
V3
Drukdragers: soorten, eigen-
K1
Het materiaal nodig voor
V2
V3
de uitvoering van een op-
schappen en toepassingsgebie-
dracht klaarzetten
den Op basis van een etiket eigen-
V3
schappen van een product/materiaal vaststellen Inkt: soorten, eigenschappen en
K1
toepassingsgebieden Vochtwater: soorten, eigen-
K1
schappen en toepassingsgebieden Planoformaat, drukformaat, af-
K2
gewerkt formaat 1.4
Drukdragers voorsnijden
V3
Een snijschema kunnen opstellen
V3
Een snijmachine veilig bedienen
V3
9
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
1.5
De nodige hoeveelheid
V3
Additieve en subtractieve kleur-
inkt in de gepaste verhou-
menging
ding mengen
Correlatie tussen drukdragers en
K2 K2
drogingsproces Kleurmengsystemen kunnen ge-
V3
bruiken Kleurrecept kunnen lezen en
V3
uitvoeren 1.6
Vochtwater in de gepaste
V3
verhoudingen aanmaken
Inktbakken kunnen vullen
V3
Meetinstrumenten
K1
pH-waarde, alcoholgehalte en
V3
hardheid van vochtwater kunnen meten 1.7
Beoordelen of de op-
V3
Toevoegmiddelen
K2
Offsetvellenpersen: soorten en
K2
dracht veilig en correct
eigenschappen
uitgevoerd kan worden
Veilige werkomgeving
K3
De drukpers volgens procedures
V3
aanzetten en het functioneren van de pers controleren 1.8
1.9
Op basis van een werk-
Drukdragers kunnen uitpakken,
opdracht het papiertrans-
losmaken, instapelen, keren en
port afstellen
stolpen
Op basis van de papier-
V3
Relatie drukspanning en papier-
V3
K2
dikte de drukspanning
dikte
bepalen en instellen
Papierdikte kunnen meten
V3
Rubberdoeken: soorten, eigen-
K2
1.10 Op basis van een werk-
V3
opdracht een geschikte
schappen en toepassingsgebied
rubberdoek kiezen, de
Onderbekleding: soorten, eigen-
staat ervan controleren en
schappen en toepassingsgebied
volgens instructies van de fabrikant het rubberdoek en de onderbekleding aanbrengen
10
V3
K2
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL OFFSETDRUKKER-VELLENPERSEN
1.11 Tegendrukcilinder en
V3
smetringen op netheid controleren 1.12 Op basis van een werk-
V3
opdracht het inktwerk afstellen 1.13 Het vochtwerk volgens de
V3
Soorten vochtwerk
K1
V3
Soorten offsetplaten
K1
V3
Technieken om een offsetplaat
K2
gebruikte vellenpers voorbereiden 1.14 Een te drukken beeld op een offsetplaat aanbrengen 1.15 Een offsetplaat drukklaar maken 1.16 Een offsetplaat op de
drukklaar te maken V3
Technieken voor het aanbrengen
plaatcilinder aanbrengen
van een offsetplaat: manu-
en het aanbrengen con-
eel/semi-automatisch/ automa-
troleren
tisch
1.17 Op basis van een werk-
V3
Anti-smetapparatuur: soorten,
opdracht en rekening
eigenschappen en toepassings-
houdend met het drukop-
gebied
pervlak anti-
Anti-smetpoeder: soorten en
smetapparatuur instellen
eigenschappen
1.18 Inline-
V2
nabewerkingsapparatuur
Courante inline-
K2
K1
K1 K1
nabewerkingsapparatuur
instellen en bedienen 1.19 Inline-
V2
nabewerkingsapparatuur
Montage- en demontagegereed-
K2
schappen
monteren en demonteren 1.20 Proefdrukken maken
V3
11
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
1.21 Proefdrukken volgens
V3
Visuele en gestandaardiseerde
opgegeven parameters
beoordelingselementen: alge-
beoordelen
meen beeld en stand, inkt-
K3
vochtbalans, dekking, register, effenheid en kleurdensiteit Instrumenten om de kwaliteit te
K1
meten Meetinstrumenten kunnen ge-
V3
bruiken 1.22 De pers op basis van de
V3
beoordeling van de proefdrukken bijstellen 1.23 Een “goed-voor-druk” krij-
V3
gen 1.24 De drukpers volgens
V3
schema smeren
Smeerschema kunnen lezen
V3
Smeermiddelen: soorten, eigen-
K1
schappen en toepassingsgebied 1.25 De drukpers volgens pro-
V3
De smeertechnieken
K1
De periodiek te onderhouden
K1
cedures periodiek onder-
onderdelen: inktwerk, vochtwerk,
houden
koelaggregaat, antismetapparatuur, compressoren en vellendoorvoersystemen
1.26 Offsetplaten volgens pro-
V3
cedure voor bewaring be-
Technieken voor onderhoud
K2
Onderhoudsgereedschap
K2
Technieken om offsetplaten te
K3
bewaren
handelen Cluster 2: Met een offsetvellenpers drukken 2.1
Instructies in verband met veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieu uitvoeren
12
V3
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL OFFSETDRUKKER-VELLENPERSEN
2.2
Een drukpers op produc-
V3
tiesnelheid brengen 2.3
Tijdens het drukproces
V3
De afwikkeling, de drukspan-
voortdurend de kwaliteit
ning, de vocht- en inktregeling
van het product controle-
controleren
V3
ren 2.4
Tijdens het drukproces de
V3
drukpers bijstellen 2.5
Tijdens het drukproces
V3
het nodige materiaal vol-
Werkorganisatie aan de inleg
K2
van een pers
gens procedures aan de pers aanvullen 2.6
Tijdens het drukproces
V3
Hulpmiddelen voor het stapelen
het bedrukte materiaal
en afvoeren van bedrukt materi-
volgens procedures sta-
aal
pelen en afvoeren
Bedrukte vellen kunnen manipu-
K1
V3
leren Werkorganisatie aan de uitleg
K2
van een pers 2.7
Storingen in het drukpro-
V3
ces vaststellen en volgens
Frequente storingen in het druk-
K2
proces
procedures registreren 2.8
2.9
De ernst van een storing
V3
Een handleiding voor een vel-
V3
beoordelen en adequate
lenpers kunnen raadplegen
maatregelen treffen
Noodstop
K2
Elementen die bij opdrachtwissel
K2
Een drukpers volgens
V3
procedures stilleggen 2.10 Een drukpers bij op-
V3
drachtwissel volgens pro-
moeten gereinigd worden
cedures reinigen
Reinigingstechnieken
K2
Reinigingsproducten: soorten,
K2
eigenschappen en toepassingsgebied
13
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
2.11 Product-, productie- en
V3
machinegegevens volgens procedures registreren 2.12 Bij ploegwissel informatie
V3
over de opdracht en het drukproces mondeling/schriftelijk meedelen 2.13 Afval volgens procedure
V3
sorteren 3.3.6 Beroepshoudingen In het volgende overzicht geven we de beroepshoudingen weer die voor de beginnende offsetdrukker-vellenpersen van bijzonder belang zijn. Zin voor accuratesse/kwaliteitsbewustzijn: erop gericht zijn om binnen de voorgeschreven tijd een taak volgens gedefinieerde kwaliteitsstandaarden te voltooien. Teamwork: bereid zijn in een ploeg te werken om een bepaalde opdracht af te werken en om regels en afspraken na te leven. Bereid zijn zich aan te passen: bereid zijn om nieuwe technieken toe te passen, met nieuwe machines en in nieuwe situaties te werken. Veiligheids- en milieubewustzijn: actief en pro-actief gericht zijn op veiligheid, op het voorkomen van situaties die personen en milieu kunnen schaden. Erop gericht zijn onveilige situaties aan de verantwoordelijke te melden. Economisch bewustzijn: zich bewust zijn van de kostprijs van producten en van het belang van een continue productie. Streven naar een optimaal gebruik van grondstoffen, materialen, machines en producten voorkomt verspilling en is goed voor zowel het bedrijf als het milieu. Zin voor orde en netheid: zich ervan bewust zijn dat orde en netheid meehelpen om de veiligheid en productkwaliteit te verhogen.
14
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL OFFSETDRUKKER-VELLENPERSEN
3.3.7 Contextgegevens2 In de grafische sector treffen we overwegend KMO’s aan. De offsetdrukker werkt vaak in ploegen. Een drukker geeft verantwoording aan een ploegleider of aan de bedrijfsleider. Hij staat in contact met de mensen uit de pre-press afdeling en de mensen van de afwerking voor overleg en aanwijzingen over het te drukken werk. Verwacht wordt dat men in de toekomst meer en meer met digitale drukpersen zal werken. Daarbij wordt het te drukken beeld zonder tussenstappen (film en platen) vanuit de elektronische pre-press direct digitaal op een soort drukvorm overgebracht. Verwacht wordt dat de huidige offsetdruktechniek de komende tijd de meest gangbare zal blijven. 3.4
Niveau van de kwalificatie
In de regel zijn offsetdrukkers-vellenpersen enkel verantwoordelijk voor de uitvoering van het opgedragen werk. De planning en de coördinatie ervan gebeurt door de ploegbaas / bedrijfsleider. Er is ook sprake van een coöperatieve verantwoordelijkheid waar offsetdrukkersvellenpersen met collega’s samenwerken. Het takenpakket bestaat voornamelijk uit het toepassen van routines en standaardprocedures. Het betreft beroepsgebonden vaardigheden en kennis. Gezien de mate van verantwoordelijkheid, complexiteit en transfer stelt de uitgebreide sectorcommissie voor de kwalificatie Offsetdrukker-vellenpersen op niveau 2 te plaatsen. De handleiding van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen omschrijft dat niveau als volgt: “Een kwalificatie die vooral praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd binnen de grenzen van de aangeleerde technieken.
2
Deze gegevens werden uit het beroepsprofiel Offsetdrukker (SERV, januari 2001) overgenomen.
15
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
4
BIBLIOGRAFIE
Onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor de offsetdrukker, Brussel, SociaalEconomische Raad van Vlaanderen, januari 2001. Handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingprofielen voor secundair en volwassenenonderwijs, Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Dienst voor Onderwijsontwikkeling, 1998.
16
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL OFFSETDRUKKER-VELLENPERSEN
5
LIJST VAN DE MEDEWERKERS
Vanheste Rita, voorzitter van de sectorcommissie, VVKSO Lefebvre Isabelle, FEBELGRA Terryn Beatrijs, VEGRAB Vervloet Ilse, FETRA De Groote Antoon, Vrij Technisch Instituut Brugge, VVKSO Diepers Dirk, Gemeenschapsonderwijs Dubois Riet, Vlaamse Onderwijsraad Goddefroy Marc, VVKSO Helsen W., VDAB Roovers Michel, Middenschool Herk-de-Stad, Gemeenschapsonderwijs Rutten Jan, DVO Smets Jozef, DBO Van Dessel Richard, S.I.S.A. Antwerpen, OVSG
17
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
INHOUDSTAFEL 1
INLEIDING......................................................................................................................1 1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel ......................................................... 1
1.1.1
Gegevens beroepsprofiel.................................................................................... 1
1.1.2
Gegevens beroepsopleidingsprofiel.................................................................... 1
1.2
Opdracht ................................................................................................................ 1
1.2.1
Opdrachtgever.................................................................................................... 1
1.2.2
Doelstellingen ..................................................................................................... 1
1.3
Ontwikkelingsproces............................................................................................... 2
1.4
Legitimatie .............................................................................................................. 2
2
SITUERING VAN DE OPLEIDINGEN ............................................................................. 3 2.1 2.1.1
Beroepenstructuur .............................................................................................. 3
2.1.2
Geraadpleegd beroepsprofiel ............................................................................. 3
2.2 2.2.1 2.3 3
Gegevens uit de beroepenwereld ........................................................................... 3
Gegevens uit de opleidingenwereld ........................................................................ 4 Opleidingenaanbod............................................................................................. 4 Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel ........................... 5
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL (BOP)....................................................................... 6 3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel ........................................................... 6
3.2
Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel........................................... 6
3.3
Concrete vertaalslag............................................................................................... 6
3.3.1
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen .............................................. 6
3.3.2
Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel...................................................... 6
3.3.3
Selectie van takenclusters en taken.................................................................... 6
3.3.4
Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis, houdingen en context................................................................................................................ 7
3.3.5
Concrete uitwerking van de vertaalslag voor offsetdrukker-vellenpersen ............ 9
3.3.6
Beroepshoudingen............................................................................................ 14
3.3.7
Contextgegevens.............................................................................................. 15
3.4
Niveau van de kwalificatie .................................................................................... 15
4
BIBLIOGRAFIE............................................................................................................. 16
5
LIJST VAN DE MEDEWERKERS ................................................................................. 17
Inhoudstafel ......................................................................................................................... 18
18