Studie 199 Beroepsopleidingsprofiel Meubelmaker
Studie 199 Beroepsopleidingsprofiel Meubelmaker Studiegebied: Hout Sector: stoffering en houtbewerking Beroep: meubelmaker
D/2003/6356/4 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
1
INLEIDING
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel
1.1.1 Gegevens beroepsprofiel Sector:
stoffering en houtbewerking
Beroep:
meubelmaker
Beroepsprofiel:
meubelmaker
1.1.2 Gegevens beroepsopleidingsprofiel Sectorcommissie:
BOUW-HOUT-DECORATIE
Studiegebied:
HOUT
Benaming van het profiel: MEUBELMAKER Legitimator:
Raad Volwassenenonderwijs Raad Secundair Onderwijs
Datum:
Raad Secundair Onderwijs: 17 december 2002 Raad Volwassenenonderwijs: 25 juni 2002
1.2
Opdracht
1.2.1 Opdrachtgever Het secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad actualiseerde de samenstelling van de sectorcommissie Bouw-hout-decoratie. De sectorcommissie werd aangevuld met het oog op de ontwikkeling van een beroepsopleidingsprofiel naar aanleiding van het beschikbare beroepsprofiel MEUBELMAKER (SERV, Juli 1998). 1.2.2 Doelstellingen 1
De uitbouw van het onderwijs optimaal verzekeren.
2
De opleiding beter laten aansluiten bij de arbeidsmarkt.
3
De uitstroom van gekwalificeerde meubelmakers verhogen.
1
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
1.3
Ontwikkelingsproces
Het beroepsopleidingsprofiel wordt samengesteld op basis van een handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingprofielen voor het secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs, ontwikkeld door de Dienst voor Onderwijsontwikkeling. Het is afgeleid van het beroepsprofiel “Meubelmaker”. De werkgroepmethode wordt toegepast. De sectorcommissie vergaderde op volgende dagen: 7 maart 2002 (10 tot 16 uur) 16 mei 2002 (10 tot 16 uur) 6 juni 2002 (10 tot 16 uur) 13 juni 2002 (10 tot 16 uur) 1.4
Legitimatie
De Raad Secundair Onderwijs en de Raad Volwassenenonderwijs legitimeren het beroepsopleidingsprofiel. Het BOP wordt als advies aan de overheid voorgelegd.
2
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
2
SITUERING VAN DE OPLEIDINGEN
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
2.1.1 Beroepenstructuur De beroepenstructuur voor de sector stoffering en houtbewerking - een realisatie van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) - is sinds januari 2002 te hanteren. 2.1.2 Geraadpleegd beroepsprofiel Het beroepsprofiel Meubelmaker, opgesteld door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, in samenwerking met het Opleidingscentrum Hout (juli 1998), is de basis voor het beroepsopleidingsprofiel Meubelmaker. Het beroepsprofiel Meubelmaker omschrijft het beroep van de meubelmaker als volgt (BP blz. 13-14): “Een meubelmaker vervaardigt tafels, stoelen, kasten, bureaus, banken, enz. Hij/zij hoeft ze niet zelf te ontwerpen maar brengt iedere opdracht tot een goed einde aan de hand van een werktekening. Eerst wordt het juiste hout of plaatmateriaal gekozen en met het handgereedschap of met de houtbewerkingsmachines wordt het hout op maat gezaagd en geschaafd. Daarna worden de onderdelen gemonteerd. Het afwerken van het hout gebeurt met behulp van beits, lak of was of met bekleding. Voor het werken in de meubelindustrie moet men een uitgebreide kennis hebben van de vele houtsoorten, houtconstructies en bewerkingstechnieken. Om met machines om te gaan en om in te schatten wat er allemaal mee gedaan kan worden, heeft men technisch inzicht nodig.” Het beroep meubelmaker kan uitgeoefend worden in een meubelmakerij. In dat geval bepaalt de productieleider of de meestergast wat er moet gebeuren terwijl de meubelmaker (die in veel gevallen een productiearbeider is) die opdracht uitvoert. Een zelfstandig meubelmaker luistert naar de wensen van de opdrachtgever en maakt zelf een begroting van het werk en houdt de bedrijfsadministratie bij. De beroepenstructuur Hout omschrijft het beroep van de meubelmaker als volgt (blz. 15-16): “Vervaardigt en repareert tafels, kasten, bureaus, bedden, enz. in massief hout en in
3
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
plaatmateriaal, bestemd voor verkoop. Ontvangt een werktekening en brengt aan de hand hiervan iedere opdracht tot een goed einde. Kiest het juiste hout uit. Brengt markeringspunten aan. Zaagt en schaaft het hout op maat. Monteert daarna de onderdelen. Werkt het hout af met behulp van o.a. beits, lak of was. Maakt gebruik van handgereedschap en bedient houtbewerkingsmachines. Dit beroep bestaat uit een bundeling van functies die een opeenvolging van stappen vormen in het productieproces. Een meubelmaker kan polyvalent verschillende machines bedienen om te zagen, schaven, lijmen, schuren, frezen, boren, enz. Het geheel vormt het beroep. Deze houtbewerkingsmachines zijn specifiek voor de subsector.” De meubelsector is de laatste twintig jaar geëvolueerd naar industriële productie. Meer en meer zien we “productieoperatoren” aan het werk, veeleer dan meubelmakers. De meubelmaker wordt meestal ingeschakeld bij het ontwerpen van meubelen, restauratie, kopiëren van antieke meubelen, binnenhuisinrichting, enz. Belangrijke opmerking: Het beroepsprofiel van de meubelmaker bestaat uit drie onderdelen: meubelen van massief hout, meubelen van plaatmateriaal en zitmeubelen. Bij het opstellen van de beroepenstructuur kwam naar voor dat deze beschrijving aan herziening toe is. 1
Het beroep van meubelmaker blijft bestaan, maar daarnaast heeft er zich een nieuw beroep ontwikkeld, nl. de productieoperator. Deze vervaardigt meubelen van plaatmateriaal aan een volautomatische stratenlijn, en voert dus andere taken uit waarvoor specifieke competenties vereist zijn.
2
Het gedeelte zitmeubelen behoort niet meer tot het takenpakket van de meubelmaker. Wat betreft de houtbewerking van zitmeubelen is de karkassenmaker verantwoordelijk. Voor de stoffering van het zitmeubel staat de meubelstoffeerder in, bijgestaan door een stikster en een snijdster.
Bij het opstellen van het beroepsopleidingsprofiel heeft de sectorcommissie rekening gehouden met de beschrijving van de meubelmaker zoals omschreven in de beroepenstructuur. Op basis van deze gegevens heeft de sectorcommissie de volgende elementen uit het beroepsprofiel niet opgenomen:
4
•
het gedeelte zitmeubelen;
•
het gedeelte stofferen;
•
de specifieke handelingen van de productieoperator.
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
De sectorcommissie houdt rekening met de in het beroepsprofiel vernoemde competenties. 2.2
Gegevens uit de opleidingenwereld
2.2.1 Opleidingenaanbod Houtopleidingen worden aangeboden in het voltijds secundair technisch en in het voltijds en deeltijds secundair beroepsonderwijs, in het buitengewoon secundair onderwijs, in het volwassenenonderwijs en in het hogeschoolonderwijs. Buiten het onderwijs bieden de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) en het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen (VIZO) houtopleidingen aan. 2.2.1.1 Overzicht van het opleidingenaanbod dat met de beroepencluster overeenstemt In de tweede graad biedt het voltijds secundair onderwijs binnen het studiegebied Hout de studierichtingen Houttechnieken TSO2, Hout BSO2 en een vervolmakingsjaar Hout BSO2 aan. In de derde graad worden de studierichtingen Houttechnieken TSO3, Houtbewerkingsnijwerk BSO3 en Houtbewerking BSO3 ingericht. In het derde leerjaar van de derde graad bestaan de volgende specialisaties: Hout constructie- en planningstechnieken TSO, Industriële houtbewerking BSO, Restauratie van meubelen, Interieurinrichting BSO en Stijl- en designmeubelen BSO. Het secundair onderwijs voor sociale promotie biedt in het studiegebied Hout volgende afdelingen aan: Hout TSO2, CNC-gestuurde houtbewerkingsmachines TSO3, Hout TSO3, Meubel- en binnenhuisontwerpen TSO3, Hout BSO2, Houtbewerking BSO2, Houtbewerking meubelmaken BSO2, Meubelmakerij- schrijnwerkerij BSO2, Hout BSO3, Houtbewerking meubelmakerij BSO3, Meubelmakerij- schrijnwerkerij BSO3, Meubelmakerij BSO3 en Stijlmeubelen BSO3. Het secundair onderwijs voor sociale promotie biedt in het studiegebied Meubelrestauratie en houtsnijden volgende afdelingen aan: houtsnijden, Meubelrestauratie BSO3. Hogeschoolonderwijs: basisopleiding van één cyclus Hout, waarvoor de graad van gegradueerde in hout (studiegebied Industriële wetenschappen en technologie) wordt verleend en een voortgezette opleiding Meubelontwerp (studiegebied Architectuur)
5
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
In het BuSO biedt het onderwijs in OV3 de kwalificatietechniek Houtbewerking aan (huidige situatie) alsook in de opleidingen werkplaatsschrijnwerker en interieurbouwer (besluit Vlaamse regering betreffende opleidingen BuSO OV3). VDAB biedt de basisopleidingen houtbewerking en hout aan, o.a. bediening houtbewerkingsmachines, CNC-houtbewerkingsmachines, houtbewerking, interieurbouw, enz. VIZO biedt de opleidingen meubelmaker zowel in leertijd als in ondernemersopleiding en restaurateur van antieke meubelen (lt/oo) aan. 2.2.1.2 Overzicht van het met de beroepencluster aanverwante opleidingenaanbod In de tweede en derde graad biedt het voltijds secundair onderwijs de studierichting Bouwen houtkunde aan. In het derde leerjaar van de derde graad bestaan volgende specialisaties: Meubelgarneren BSO, Modelmakerij BSO, Restauratie van schrijnwerk BSO en Bijzondere schrijnwerkconstructies BSO. Het secundair onderwijs voor sociale promotie biedt in het studiegebied Hout volgende afdelingen aan: Schrijnwerkerij TSO2, Houtbewerking schrijnwerkerij BSO2, Schrijnwerkerij BSO2, Hout en bouw BSO3, Houtbewerking schrijnwerkerij BSO3 en Schrijnwerkerij BSO3. Het secundair onderwijs voor sociale promotie biedt in het studiegebied meubelrestauratie en houtsnijden volgende afdelingen aan: Meubelstofferen BSO3, Speciale restauratie BSO3, Speciale restauratietechnieken BSO3 en Houtbewerking-restauratie BSO3. In het BuSO biedt het onderwijs in OV3 en in ontwerp (besluit Vlaamse regering betreffende opleidingen BuSO OV3) de opleiding Meubelstoffeerder aan. Hogeschoolonderwijs: leraar secundair onderwijs groep I (Hout-Bouw). VDAB biedt de basisopleidingen daktimmeren, meubelstofferen, scheepsbouw, schrijnwerker/houtbewerker en schrijnwerk aan. VIZO biedt volgende opleidingen aan: stoelenmaker (lt/oo), meubelstoffeerder (lt/oo),
6
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
restaurateur van fineer en marqueterie, riet- en wissenvlechter (oo) en verder nog een aantal opleidingen voor keuken- en badkamermeubilair. 2.3
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel
De fase waarin het beroepsopleidingsprofiel ontwikkeld wordt, biedt sociale partners en opleidingeninstanties (binnen en buiten onderwijs) een platform om samen af te spreken wat essentieel is zodat voor alle partijen duidelijk wordt wat de beroepsopleiding minimaal moet aanbieden en wat de sociale partners van iemand die de beroepsopleiding gevolgd heeft precies kunnen verwachten. Dit beroepsopleidingsprofiel beantwoordt aan die vraag en maakt het mogelijk dat de beroepsopleiding aansluit bij de vraag van de arbeidswereld.
7
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
3
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL (BOP)
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel
Het beroepsopleidingsprofiel heet “Meubelmaker” en beschrijft de kwalificatie Meubelmaker. 3.2
Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel
De toekomstige beginnende meubelmaker leert op basis van een ontwerp zijn/haar eigen werk voor te bereiden, rekening houdend met de welzijns- en onderhoudsvoorschriften. Hij/zij leert massief hout uitsmetten, zagen, schaven, lijmen, schuren, frezen en profileren, boren, monteren en de oppervlakte behandelen. Hij/zij leert plaathout zagen, de kanten lijmen, schuren, frezen en profileren, boren, fineren, monteren en de oppervlakte behandelen. Hij/zij kan voor zowel meubelen van massief hout als voor meubelen van plaathout werken met CNC-gestuurde machines. Hij/zij controleert de kwaliteit en stuurt ze bij. Hij/zij kan werken in team en voert voor de eigen werkzaamheden de administratieve taken uit. 3.3
Concrete vertaalslag
3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Het beroepsopleidingsprofiel wordt afgeleid van het beroepsprofiel “Meubelmaker” (SERV i.s.m. Opleidingscentrum Hout, juli 1998). Er wordt ook rekening gehouden met de beroepenstructuur Hout (SERV, januari 2002). 3.3.2 Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel Het toegeleverde beroepsprofiel kan ondergebracht worden in het type A; dat is een beroepsprofiel dat takenclusters omvat voorzien van kennis, attitudes en contextgegevens. 3.3.3 Selectie van takenclusters en taken De sectorcommissie zette de takenclusters van het beroepsprofiel om in de volgende vaardigheidsclusters:
8
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
Beroepsprofiel
Beroepsopleidingsprofiel
2
MEUBELEN VAN MASSIEF HOUT
MEUBELEN VAN MASSIEF HOUT 2.1 Voorbereidende taken 2.1.1 Planning van de werkzaamheden* 2.2 Uitvoerende taken
Vaardigheidscluster 1: de eigen werkzaamheden voorbereiden en organiseren
2.2.1 Uitsmetten van het hout 2.2.2 Zagen van massief hout
Vaardigheidscluster 2: onderdelen van massieve
2.2.3 Schaven
meubelen vervaardigen, de elementen vergaren en
2.2.4 Lijmen en persen
afwerken
2.2.5 Schuren 2.2.6 Frezen en profileren
Vaardigheidscluster 3: naleven van welzijns- en
2.2.7 Boren
onderhoudsvoorschriften
2.2.8 Monteren 2.2.9 Oppervlaktebehandeling 2.2.10 Verpakken 2.3 Ondersteunende taken 2.3.1 Kwaliteitscontrole 2.3.2 Naleven van welzijns- en onderhoudsvoorschriften 2.3.3 Contacten en administratie 3
MEUBELEN VAN PLAATHOUT
MEUBELEN VAN PLAATHOUT
3.1 Voorbereidende taken 3.1.1 Planning van de werkzaamheden* 3.2 Uitvoerende taken
Vaardigheidscluster 1: de eigen werkzaamheden voorbereiden en organiseren
3.2.1 Zagen van plaatmateriaal 3.2.2 Kanten lijmen
Vaardigheidscluster 2: onderdelen van meubelen
3.2.3 Schuren
van plaathout vervaardigen, de elementen
3.2.4 Frezen en profileren
vergaren en afwerken
3.2.5 Boren 3.2.6 Foliën aanbrengen
Vaardigheidscluster 3: naleven van welzijns- en
3.2.7 Fineren
onderhoudsvoorschriften
3.2.8 Monteren 3.2.9 Oppervlaktebehandeling 3.2.10 Verpakken 3.3 Ondersteunende taken 3.3.1 Kwaliteitscontrole 3.3.2 Naleven van welzijns- en onderhoudsvoorschriften 3.3.3 Contacten en administratie 4
ZITMEUBELEN 4.1 Voorbereidende taken
9
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
4.1.1 Planning van de werkzaamheden* 4.2 Uitvoerende taken 4.2.1 Uitsmetten van het hout 4.2.2 Zagen van platen en massief hout 4.2.3 Schaven 4.2.4 Lijmen en persen 4.2.5 Schuren 4.2.6 Frezen en profileren 4.2.7 Boren 4.2.8 Monteren 4.2.9 Stofferen 4.2.10 Oppervlaktebehandeling 4.3 Ondersteunende taken 4.3.1 Kwaliteitscontrole 4.3.2 Naleven van welzijns- en onderhoudsvoorschriften 4.3.3 Contacten en administratie
Alle taken van het BP werden naar vaardigheden vertaald. Volgende vaardigheden werden toegevoegd: 1
De vaardigheidscluster “werken met CNC-gestuurde machines” wordt aan de meubelen van massief hout toegevoegd daar het gaat om courant toegepaste vaardigheden.
2
De vaardigheid “optimaliseren” wordt omwille van zijn specificiteit toegevoegd aan de meubelen van plaathout. Onder optimaliseren wordt verstaan iets in de meest gunstige omstandigheden/verhouding brengen; iets zo goed mogelijk realiseren (in concreto uitsmetten)
Volgende vaardigheden werden geschrapt: 1
De vaardigheid “folies aanbrengen” (= het lijmen van papier- of mélaminefolies op vlakke platen) omdat deze vaardigheid behoort tot het takenpakket van de fabrikant van halffabricaten en niet tot het takenpakket van de meubelmaker.
2
De vaardigheid “aanmaken van lijm” omdat deze vaardigheid niet meer behoort tot het courante takenpakket van een beginnend beroepsbeoefenaar, maar eerder een specialisatie is en behoort tot het takenpakket van een restaurateur van meubelen.
3
De vaardigheid “aanbrengen van speciale effecten door het patineren, ceruseren, enz.” omdat deze vaardigheid niet meer behoort tot het courante takenpakket van een beginnend beroepsbeoefenaar, maar eerder een specialisatie is en behoort tot
10
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
het takenpakket van een restaurateur van meubelen. 4
De vaardigheid “bedienen van de drooginstallatie volgens de gestelde droogprocedures voor het drogen” omdat het drogen van hout niet hoort bij de taken van een meubelmaker.
5
De vaardigheidscluster “stofferen” omdat de beroepenstructuur hout stelt dat voor de stoffering van het zitmeubel de meubelstoffeerder instaat, bijgestaan door een stikster en een snijdster. De SERV beschrijft de meubelstoffeerder in een apart beroepsprofiel.
6
De vaardigheidscluster “zitmeubelen” omdat de beroepenstructuur hout stelt dat het gedeelte zitmeubelen niet meer behoort tot het takenpakket van de meubelmaker.
7
De vaardigheidscluster “verpakken” omdat het effectieve verpakken niet behoort tot de kerntaken van een meubelmaker.
Toegevoegde beroepshoudingen: •
zin voor creativiteit en inventiviteit;
•
zelfstandigheid.
Geschrapte beroepshoudingen: geen De beginnende meubelmaker beheerst de 5 vaardigheidsclusters (de vaardigheidscluster 3 is identiek voor meubelen van massief hout en meubelen van plaathout). 3.3.4 Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis, houdingen en context De mate van beheersing van de vaardigheden en kennis wordt genuanceerd aan de hand van volgende criteria: Vaardigheden: -
V1 = oriëntering Een cluster van vaardigheden waarmee de lerende/beginnende beroepsbeoefenaar kennis maakt. Hij/zij neemt deze vaardigheden waar of voert ze kort uit om een beter beeld te krijgen van de beroepsactiviteiten binnen de bedrijfstak.
11
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
-
V2 = onder begeleiding uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin het voordoen/nadoen een rol spelen of waarin de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij derden ligt.
-
V3 = zelfstandig uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij op eigen initiatief handelt of waarin de verantwoordelijkheid bij de lerende zelf ligt.
-
V4 = begeleidend uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering door derden op zich neemt.
Ondersteunende kennis -
K1 = feitelijke kennis Deze kennis is op herkenning terug te voeren. (Dit niveau kan omschreven worden met werkwoorden als: reproduceren, bewust zijn, herinneren, herkennen, registreren, opnoemen, aanduiden, benoemen, opsommen, enz.)
-
K2 = begripsmatige kennis Deze kennis is op inzicht terug te voeren. (begrijpen, verstaan, aantal aangeven, verband uitdrukken, bewijzen, voorbeelden geven, typeren, de essentie aangeven, omschrijven, met eigen woorden zeggen, enz.)
-
K3 = kennistoepassing Deze kennis past de feitelijke en begripsmatige kennis toe. (gevarieerd aanwenden, uitwerken, beoordelen, evalueren, produceren, vergelijken met, structureren, enz.)
-
K4 = integrerende kennis De kennis in nieuwe situaties toepassen en zoeken naar innovaties.
12
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
3.3.5 Concrete uitwerking van de vertaalslag Cluster van vaardigheden
Mate van
Ondersteunende kennis (K) en
Mate van
De leerling/cursist kan:
beheer-
vaardigheden (V)
beheersing
sing MEUBELEN VAN MASSIEF HOUT CLUSTER 1: De eigen werkzaamheden voorbereiden en organiseren 1.1
Het ontwerp lezen
V3
Ruimtelijk inzicht en ruimtelijk
K2
voorstellingsvermogen Lezen van een werktekening
V3
Schetsen
V3
Technische fiches en
V3
veiligheidsfiches raadplegen in functie van de opdracht 1.2
Uitvoeringstekeningen
V3
maken
Ruimtelijk inzicht en ruimtelijk
K2
voorstellingsvermogen Materiaalkennis
K2
Maken van een
V3
uitvoeringstekening 1.3
Opmeten
V2
Op een correcte wijze
V3
meetgereedschap hanteren
1.4
1.5 1.6
De materiaalstaat maken
Mallen maken In functie van de opdracht
V3
V2 V2
Kunnen meten
V3
Kunnen registreren
V3
Materiaalsoorten
K2
Noteren van de afmetingen
V3
De hoeveelheden afleiden
V3
Eenvoudige geometrie uitzetten
V3
Meetkundig tekenen
V3
Mogelijkheden van de machines
K2
de bewerkingen bepalen,
en gereedschappen kennen
de werkvolgorde opstellen
Inzicht in het productieproces
K2
en de werkzaamheden
Activiteiten plannen, rekening
V2
plannen
houdend met de beschikbare tijd, machines en gereedschap
13
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
1.7
1.8
1.9
Gereedschapskennis
K2
materiaal en het
Stapeltechnieken
K2
gereedschap volgens het
Bedienen van de
V3
productieplan
transportmiddelen
Klaarzetten van het
Bijhouden van eigen
V3
V3
Materiaal herkennen
V3
Het productieplan lezen
V3
Registreren van tijd en
V3
prestaties, verbruiks- en
hoeveelheid
verliesgegevens
Inzicht in min- of meerwerken
De eigen voorraad
K2
V3
bijhouden CLUSTER 2: de onderdelen van massieve meubelen vervaardigen, de elementen vergaren en afwerken 2.1
2.2
2.3
In functie van de
V3
De verzaagvorm en
kwaliteitseisen het hout
verschillende houtsoorten
uitsmetten: het hout
herkennen
uitkiezen, de
De verzaagvorm kiezen in
houtgebreken aanduiden
functie van de toepassing
en de onderdelen
Houtgebreken herkennen
V3
uittekenen
Beoordelen van houtgebreken
V3
De werking, de instelling en de
K2
Instellen en bedienen van
V3
V3
de zaagmachine en het
bediening van de zaagmachines
hout volgens het
Verspaningstechnologie
productieplan of de order
toepassen
zagen
Inzicht hebben in het zaagplan
V3
De paartekens
K2
Stapelen, identificeren en
V3
De onderdelen coderen
V3
registreren van onderdelen
14
V3
V3
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
2.4
Instellen en bedienen van
V3
De werking, de instelling en de
de schaafmachine en het
bediening van de
hout schaven
schaafmachines De verspaningstechnologie
K2
V3
toepassen Het hout op correcte wijze
V3
inbrengen 2.5
Het lijmproces
V3
voorbereiden
Lijmsoorten
K2
Lijmtechniek
K2
De gepaste lijmsoort kiezen
V3
Gereedschap voor het
V3
opspannen klaarzetten en/of pers instellen Rangschikken van onderdelen
V3
volgens groeipatroon van het hout of volgens de vereiste houtverbinding of volgens gewenste decoratieve doeleinden 2.6
Het manueel en/of
V3
Spantechniek
K2
machinaal aanbrengen
De werking, de instelling en de
K2
van lijm en de onderdelen
bediening van de persen
persen en/of opspannen 2.7
Manueel en machinaal schuren
V3
De werking, de instelling en de
K2
bediening van de schuurmachines Schuurmateriaal en schuurwijze
V3
kiezen Herkennen van de
V3
schuurafwerking en de schuurinrichting
15
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
2.8
Instellen en bedienen van
V3
De werking, de instelling en de
de freesmachine en het
bediening van de freesmachines
hout frezen en profileren
De verspaningstechnologie
K2 V3
toepassen Snijgereedschap kiezen in
V3
functie van de opdracht Het werkstuk met behulp van het
V3
aanvoerapparaat correct aanvoeren 2.9
Boormachine instellen en
V3
gaten boren
De werking, de instelling en de
K2
bediening van de boormachines De verschillende types van
K2
boren en hun toepassingen Het principe van het 32 mm-
K2
systeem De boren kiezen en monteren in
V3
functie van de opdracht De verspaningstechnologie
V3
toepassen 2.10 Volgens de richtlijn de
V2
CNC-gestuurde machine
De wering en de bediening van
K2
de CNC-gestuurde machines
bedienen 2.11 Manueel en machinaal
V3
De werking, de instelling en de
monteren van de
bediening van de opsluitbank
onderdelen
De werking, de instelling en de
K2 K2
bediening van de pers volgens de productie- en technische richtlijnen De houtverbindingen en de
K2
mechanische verbindingsmiddelen
16
Het nawerken van het hout
K2
Lijmsoorten
K2
Lijmtechnieken toepassen
V3
Het montageplan
K2
Opslag- en stapeltechnieken
V3
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
toepassen
2.12 De oppervlakten
V3
Montagetechnieken
K2
Meubelbeslag
K2
Beits-, kleur- en
V3
behandelen: beitsen of
schuurtechnieken toepassen
kleuren, tussenschuren en
Beits-, kleur- en
de afwerklagen
schuurproducten
aanbrengen
Afwerkingsproducten
K2
Afwerkingstechnieken
K2
Spuittechnieken toepassen
V3
Stapeltechnieken toepassen
V3
richtlijnen opslaan,
Verpakkings- en
K2
beschermen en
beschermingsmaterialen
klaarmaken
Veiligheidsrichtlijnen naleven
V3
Productie- en kwaliteitsnormen
K2
controleren, verwijderen
Visueel herkennen van
V3
en/of bijwerken van
afwijkingen en
beschadigde stukken en
oppervlaktegebreken
uitvoeren van kleine
De relatie product-ondergrond
K2
eenvoudige herstellingen
Herstelproducten
K2
Hersteltechnieken
K2
Handelen volgens mondelingen
V3
2.13 Meubelen volgens
2.14 De kwaliteit procesmatig
V3
V3
K2
en/of schriftelijke instructies en/of procedures 2.15 In functie van het te
V3
Verspaningstechnologie
K2
V3
Adequaat interveniëren bij
V2
bereiken resultaat het snijgereedschap aanpassen 2.16 Toezicht houden op het vlot verloop van de
storingen
bewerkingen en de
Zelf oplossen van eenvoudige
machine bijregelen
problemen
V3
2.17 Rapporteren van technische problemen en oplossingen voorstellen
17
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
CLUSTER 3: Naleven van welzijns- en onderhoudsvoorschriften 3.1
Naleven van
V3
welzijnsvoorschriften 3.2
De werkruimte Onderhouden van
V3
welzijn op het werk V3
onderhouden 3.3
Voorschriften raadplegen inzake Onderhoudsvoorschriften van de
K2
werkruimte V2
Onderhoudsvoorschriften van
gereedschappen,
gereedschappen, machines en
machines en installaties
installaties
K2
MEUBELEN VAN PLAATHOUT CLUSTER 1: De eigen werkzaamheden voorbereiden en organiseren 1.1
Het ontwerp lezen
V3
Ruimtelijk inzicht en ruimtelijk
K2
voorstellingsvermogen Lezen van een werktekening
V3
Schetsen
V3
Technische fiches en
V3
veiligheidsfiches raadplegen in functie van de opdracht. 1.2
Uitvoeringstekeningen
V3
maken
Ruimtelijk inzicht en ruimtelijk
K2
voorstellingsvermogen Materiaalkennis
K2
Maken van
V3
uitvoeringstekeningen 1.3
Opmeten
V2
Op een correcte wijze
V3
meetgereedschap hanteren
1.4
1.5
De materiaalstaat maken
Optimaal uitsmetten, rekening houdend met de
18
V3
V2
Kunnen meten
V3
Kunnen registreren
V3
Materiaalsoorten
K2
Noteren van de afmetingen
V3
De hoeveelheden afleiden
V3
Zaagplan, afmetingen,
K2
materiaalkennis en
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
materiaalkenmerken
optimalisatiemethodes
(optimaliseren) 1.6 1.7
1.8
1.9
Mallen maken In functie van de
V2 V2
Eenvoudige geometrie uitzetten
V3
Meetkundig tekenen
V3
Mogelijkheden van de machines
K2
werkopdracht de
en gereedschappen kennen
bewerkingen bepalen, de
Inzicht in het productieproces
K2
werkvolgorde opstellen en
Activiteiten plannen rekening
V2
de werkzaamheden
houdend met de beschikbare
plannen
tijd, machines en gereedschap
Klaarzetten van het
Gereedschapskennis
K2
materiaal en het
Stapeltechnieken
K2
gereedschap volgens het
Bedienen van de
V3
productieplan
transportmiddelen
Bijhouden van eigen
V3
V3
Materiaal herkennen
V3
Het productieplan lezen
V3
Registreren van tijd en
V3
prestaties, verbruiks- en
hoeveelheid
verliesgegevens
Inzicht in min- of meerwerken
1.10 De eigen voorraad
K2
V3
bijhouden CLUSTER 2 : de onderdelen van meubelen van plaathout vervaardigen, de elementen vergaren en afwerken 2.1
2.2
Instellen en bedienen van
V3
De werking, instelling en de
K2
de zaagmachine en het
bediening van de zaagmachines
plaatmateriaal volgens het
Verspaningstechnologie
productieplan of order
toepassen
zagen
Inzicht hebben in het zaagplan
V3
Stapelen, identificeren en
V3
De onderdelen coderen
V3
V3
registreren van onderdelen
19
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
2.3
Het kantenlijmproces
V3
voorbereiden
Lijmsoorten
K2
De gepaste lijmsoort kiezen en
V3
klaarzetten De verschillende types
K2
kantenmateriaal 2.4
2.5
Instellen en bedienen van
V3
De werking, de instelling en de
V3
de kantenlijmmachine en
bediening van de
het manueel en/of
kantenlijmmachines
machinaal kantenlijmen
Lijmtechniek
K2
De werking, de instelling en de
K2
Manueel en machinaal
V3
schuren
bediening van de schuurmachines Schuurmateriaal en schuurwijze
V3
kiezen Herkennen van de
V3
schuurafwerking en de schuurrichting 2.6
Instellen en bedienen van
V3
De werking, de instelling en de
de freesmachine en het
bediening van de freesmachines
plaatmateriaal frezen en
De verspaningstechnologie
profileren
toepassen Snijgereedschap kiezen in
K2 V3 V3
functie van de opdracht Het werkstuk met behulp van het aanvoerapparaat correct aanvoeren
20
V3
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
2.7
Boormachine instellen en
V3
De werking, de instelling en de
K2
bediening van de boormachines
gaten boren
De verschillende types van
K2
boren en hun toepassingen Het principe van het 32-mm-
K2
systeem De boren kiezen en monteren in
V3
functie van de opdracht De verspaningstechnologie
V3
toepassen 2.8
Volgens richtlijn de CNC-
V2
gestuurde machine
De werking en de bediening van
K2
de CNC-gestuurde machines
bedienen 2.9
Nazien en sorteren van
V2
Fineersoorten en -kwaliteit
K2
het fineer naargelang
Visueel herkennen van gebreken
V3
tekening, uitzicht, kwaliteit
en fouten van fineer
en de verschillende fineerstroken samenvoegen 2.10 Instellen en bedienen van
V3
De werking, de instelling en de
K2
de fineersnijmachine, de
bediening van de snijmachines
voegmachine en de pers
en de voegmachines
en het fineer verfijnen
Lijmen
V3
Persen
V3
21
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
2.11 Manueel en/of machinaal,
V3
De werking, de instelling en de
volledig of gedeeltelijk
bediening van de opsluitbank
monteren van een meubel
De houtverbindingen en me-
K2 K2
chanische verbindingsmiddelen Lijmsoorten
K2
Lijmtechnieken toepassen
V3
Het montageplan
K2
De werking, de instelling en de
K2
bediening van de pers volgens de productie- en technische richtlijnen Opslag- en stapeltechnieken
V3
toepassen 2.12 De oppervlakken
V3
Meubelbeslag
K2
Kleur- en schuurtechnieken
V3
behandelen: kleuren,
toepassen
tussenschuren en
Kleur- en schuurtechnieken
K2
klaarmaken voor transport
Spuittechnieken toepassen
V3
Afwerkingsproducten
K2
Afwerkingstechnieken
K2
Stapeltechnieken toepassen
V3
richtlijnen opslaan en
Verpakkings- en
K2
beschermen en
beschermingsmaterialen
klaarmaken voor transport
Veiligheidsrichtlijnen naleven
V3
Productie- en kwaliteitsnormen
K2
controleren, verwijderen
Visueel herkennen van
V3
en/of bijwerken van
afwijkingen en
beschadigde stukken en
oppervlaktegebreken
uitvoeren van kleine
De relatie product-ondergrond
K2
eenvoudige herstellingen
Herstelproducten
K2
Hersteltechnieken
K2
Handelen volgens mondelinge
V3
2.13 Meubelen volgens
2.14 De kwaliteit procesmatig
V3
V3
en/of schriftelijke instructies en/of procedures
22
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
2.15 In functie van het te
V3
Verspaningstechnologie
K2
V3
Adequaat interveniëren bij
V2
bereiken resultaat het snijgereedschap aanpassen 2.16 Toezicht houden op het vlot verloop van de
storingen
bewerkingen en de
Zelf oplossen van eenvoudige
machine bijregelen
problemen
2.17 Rapporteren van
V3
V3
technische problemen en oplossingen voorstellen CLUSTER 3: Naleven van welzijns- en onderhoudsvoorschriften 3.1
Naleven van
V3
welzijnsvoorschriften 3.2
De werkruimte Onderhouden van
V3
welzijn op het werk V3
onderhouden 3.3
Voorschriften raadplegen inzake Onderhoudsvoorschriften van de
K2
werkruimte V2
Onderhoudsvoorschriften van
gereedschappen,
gereedschappen, machines en
machines en installaties
installaties
K2
3.3.6 Beroepshoudingen Beroepshoudingen zijn niet rechtstreeks af te leiden uit de te verrichten taken. Toch kunnen een aantal houdingen als noodzakelijk beschouwd worden voor het uitoefenen van het beroep. Beroepsfierheid is voor het beroep van meubelmaker van bijzonder belang. Deze beroepsfierheid vinden we terug doorheen al de hieronder opgesomde beroepshoudingen. Kostenbewustzijn Rationeel omspringen met materieel en materiaal, efficiënt werken, erop gericht zijn om binnen de normale tijd een taak uit te voeren. Kwaliteitszorg Erop gericht zijn alle productonderdelen met de vereiste precisie uit te voeren om een kwaliteitsvol resultaat te kunnen bereiken.
23
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
Ordelijkheid Erop gericht zijn de werkomgeving ordelijk te houden zodat het werk in de meest optimale omstandigheden kan worden uitgevoerd. Veiligheid - milieubewustzijn Actief en pro-actief gericht zijn op veiligheid, op het voorkomen van situaties die personen en milieu kunnen schaden. Zin voor samenwerking Bereid zijn collega’s waar nodig bij te staan en met elkaar te overleggen om een kwaliteitsvol resultaat te kunnen bereiken; duidelijk communiceren met collega’s en hiërarchische oversten. Kritische ingesteldheid Aandacht hebben voor fouten en onvolkomenheden bij zichzelf en in de omgeving. Zin voor creativiteit en initiatief Op een creatieve manier voorstellen en oplossingen zoeken in onvoorziene omstandigheden. Flexibiliteit Bereid zijn om zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden o.m. middelen, doelen, mensen en procedures. Leergierigheid Actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen. Zelfstandigheid Bereid zijn zelfstandig de opgedragen taak uit te voeren met het oog op integrale kwaliteitszorg. 3.3.7 Contextgegevens Met bijzondere arbeidsomstandigheden worden die arbeidsomstandigheden bedoeld die typisch zijn voor de meubelmakerij. Deze omstandigheden worden doorgaans ingedeeld volgens de soort risico’s waartoe ze aanleiding kunnen geven: veiligheidsrisico’s, gezondheidsrisico’s en welzijnsrisico’s.
24
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
In kleine bedrijven werkt de meubelmaker rechtstreeks onder de bedrijfsleider. Hij is polyvalent en staat in voor alle aspecten van het werk, vanaf het zagen, schaven… van het hout en het plaatmateriaal tot het monteren ervan tot een meubel. In grotere bedrijven wordt meer in afdelingen gewerkt. Vaak is er dan een meestergast verantwoordelijk voor de afdelingen. In dit geval heeft men meer mensen die gespecialiseerd zijn in één of enkele specifieke taken. Er wordt in dergelijke bedrijven vaak een onderscheid gemaakt tussen mensen die de machines kunnen instellen, zij die de machines bedienen en handlangers of helpers die de bewerkte stukken verzamelen en stapelen. Maar ook hier kan men polyvalente vakbekwame mensen aantreffen die meerdere aspecten van het beroep beheersen. Wat de productinnovatie betreft stellen we vast dat er zich snelle evoluties voordoen inzake beslagmateriaal. Tevens doen een aantal nieuwe houtproducten en plaatmaterialen hun intrede. Bovendien is de meubelindustrie erg gevoelig aan modetrends. Wat de procesinnovatie betreft zien we dat de computer steeds meer zijn intrede doet. Steeds meer machines werken computergestuurd. Enig inzicht in het programmeren en het bedienen van een computer is in dat geval een pluspunt. Maar we kunnen besluiten dat het traditionele vakmanschap toch belangrijk blijft. 3.4
Niveau van de kwalificatie
In de regel zijn meubelmakers enkel verantwoordelijk voor de uitvoering van het opgedragen werk met name de goede afwerking van de meubels. Hij/zij heeft binnen de opgedragen taak autonomie in de uitvoering en in het nemen van beslissingen. Hij/zij rapporteert aan de verantwoordelijke. Het takenpakket bestaat voornamelijk uit het toepassen van beroepsgebonden vaardigheden en kennis. Gezien de mate van verantwoordelijkheid, complexiteit en transfer stelt de uitgebreide sectorcommissie voor de kwalificatie Meubelmaker op niveau 2 te plaatsen. De handleiding van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling voor het schrijven van beroepsopleidingprofielen omschrijft dat niveau als volgt: “Een kwalificatie die vooral praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd binnen de grenzen van de aangeleerde technieken”.
25
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
4
BIBLIOGRAFIE
Handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor secundair en volwassenenonderwijs, Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Dienst voor Onderwijsontwikkeling, 1998. De beroepenstructuur Hout (SERV, januari 2002). Het beroepsprofiel meubelmaker (SERV, juli 1998).
26
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MEUBELMAKER
5
LIJST VAN DE MEDEWERKERS
Bekker Ria, Febelhout Coppens Wim, pedagogisch adviseur Gemeenschapsonderwijs Colman Gilbert, GITO Sint-Amandsberg Deceukeleire Edwin, Dienst Beroepsopleiding De Coene Luc, technisch adviseur PTI Eeklo De Potter André, Federatie van Vlaamse Schrijnwerkers Deurinck Danny, pedagogisch adviseur Gemeenschapsonderwijs Doom Jeroen, Opleidingscentrum Hout Dubois Riet, Vlaamse Onderwijsraad Godu Roland, Stedelijk Onderwijs Gent Naert Luc, VDKVO Nevejant Hendrik, technisch adviseur VTI Roeselare Tanghe Rik, pedagogisch begeleider VVKSO (voorzitter)
27
VLAAMSE ONDERWIJSRAAD
I N H O U D S TAF E L 1
Inleiding .......................................................................................................................... 1 1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel ......................................................... 1
1.1.1
Gegevens beroepsprofiel.................................................................................... 1
1.1.2
Gegevens beroepsopleidingsprofiel.................................................................... 1
1.2
Opdracht ................................................................................................................ 1
1.2.1
Opdrachtgever.................................................................................................... 1
1.2.2
Doelstellingen ..................................................................................................... 1
1.3
Ontwikkelingsproces............................................................................................... 2
1.4
Legitimatie .............................................................................................................. 2
2
Situering van de opleidingen........................................................................................... 3 2.1 2.1.1
Beroepenstructuur .............................................................................................. 3
2.1.2
Geraadpleegd beroepsprofiel ............................................................................. 3
2.2 2.2.1 2.3 3
Gegevens uit de beroepenwereld ........................................................................... 3
Gegevens uit de opleidingenwereld ........................................................................ 5 Opleidingenaanbod............................................................................................. 5 Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel ........................... 7
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL (BOP)....................................................................... 8 3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel ........................................................... 8
3.2
Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel........................................... 8
3.3
Concrete vertaalslag............................................................................................... 8
3.3.1
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen .............................................. 8
3.3.2
Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel...................................................... 8
3.3.3
Selectie van takenclusters en taken.................................................................... 8
3.3.4
Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis, houdingen en context.............................................................................................................. 11
3.3.5
Concrete uitwerking van de vertaalslag ............................................................ 13
3.3.6
Beroepshoudingen............................................................................................ 23
3.3.7
Contextgegevens.............................................................................................. 24
3.4
Niveau van de kwalificatie .................................................................................... 25
4
BIBLIOGRAFIE............................................................................................................. 26
5
LIJST VAN DE MEDEWERKERS ................................................................................. 27
Inhoudstafel ......................................................................................................................... 28
28