STUDIE 119 BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Winkelbediende
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Winkelbediende sector : handel - administratie subsector : handel
Sectorcommissie beroepsopleidingsprofielen handel - administratie van de Vlaamse Onderwijsraad D/1999/6356/9
B E R O E P S O P LE ID IN GS P R O F IE L W IN KE LB E D IE N D E
I N H O U D
1
INLEIDING
1
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel 1.1.1 Gegevens beroepsprofiel 1.1.2 Gegevens beroepsopleidingsprofiel
1
1.2
Opdracht 1.2.1 Opdrachtgever 1.2.2 Doelstellingen
1
1.3
Ontwikkelingsproces
2
1.4
Legitimatie
2
2
SITUERING VAN DE OPLEIDINGEN
3
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld 2.1.1 Beroepenstructuur 2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen
3
Gegevens uit de opleidingenwereld Opleidingenaanbod Regionale spreiding van het opleidingenaanbod en de tewerkstelling in Vlaanderen en het Brussels Gewest
3
2.3
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel
6
3
HET BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL
9
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel
9
3.2
Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel
9
3.3
Concrete vertaalslag 3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 3.3.2 Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel 3.3.3 Selectie van takenclusters en taken 3.3.4 Formulering van de vaardigheden 3.3.5 Concrete uitwerking van de vertaalslag 3.3.6 Beroepshoudingen 3.3.7 Contextgegevens
9
4
BIBLIOGRAFIE
21
5
MEDEWERKERS AAN DE SECTORCOMMISSIE
21
BIJLAGE: beroepenstructuur Handel-Administratie
22
2.2
2.2.1 2.2.2
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E L B E D IE N D E
1
INLEIDING
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel
1.1.1
Gegevens beroepsprofiel Sector : Subsector : Beroep : Beroepsprofiel : Gelegitimeerd door : op :
1.1.2
1
handel-administratie handel winkelbediende winkelbediende koepelcommissie opleidingsprofielen 16 oktober 1997
Gegevens beroepsopleidingsprofiel Sectorcommissie: vaste kern : uitgebreide commissie : Studiegebied : Benaming van het profiel : Legitimator : Datum
1.2
Opdracht
1.2.1
Opdrachtgever
:
HANDEL-ADMINISTRATIE WINKELBEDIENDE HANDEL WINKELBEDIENDE Afdeling TSO/BSO Raad voor Volwassenenonderwijs Afdeling BuSO Afdeling TSO/BSO Raad voor Volwassenenonderwijs Afdeling BuSO
De koepelcommissie Opleidingsprofielen stelde op de vergadering van 14 november 1996 de vaste kern van de sectorcommissie opleidingsprofielen HandelAdministratie samen. De sectorcommissie werd op 16 oktober 1997 uitgebreid met het oog op de ontwikkeling van een beroepsopleidingsprofiel naar aanleiding van het beroepsprofiel Winkelbediende.
1.2.2
Doelstellingen 1 2 3
De uitbouw van het onderwijs optimaal verzekeren. De opleiding winkelbediende beter laten aansluiten bij de arbeidsmarkt. De uitstroom van gekwalificeerde winkelbedienden verhogen.
Een afgestudeerde, die de vaardigheden beheerst, moet voldoen aan de beroepsvereisten van een beginnend winkelbediende, zoals opgesomd in het hierna volgende beroepsopleidingsprofiel. De leerling/cursist kan toegewezen artikelen verzorgen (aanvullen, presenteren), op een klantgerichte en klantvriendelijke wijze de consument begeleiden, adviseren en uitnodigen tot het kopen van artikelen en de verkooptransactie correct afhandelen. De winkelbediende valt onder de hiërarchische verantwoordelijkheid van de bedrijfsleider of ondernemer, van de afdelingschef en/of van de assistent afdelingschef. Hij/zij heeft voldoende notie om zich verder te vervolmaken. De leerling/cursist is gemotiveerd en heeft beroepsfierheid. Hij/zij heeft een houding gekweekt om geconcentreerd kwalitatief werk onder stress af te leveren.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E LB E D IE N D E
2
1.3
Ontwikkelingsproces Het beroepsopleidingsprofiel wordt samengesteld op basis van een handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor het secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs, ontwikkeld door de Dienst voor Onderwijsontwikkeling. Het is afgeleid van het beroepsprofiel Winkelbediende (SERV). De werkgroepmethode wordt toegepast. De uitgebreide sectorcommissie vergaderde op volgende dagen: dinsdag 21 april 1998 (10 tot 16 uur) woensdag 20 mei 1998 (10 tot 13 uur) woensdag 17 juni 1998 (9.30 tot 12 uur) donderdag 17 september 1998 (10 tot 16 uur) vrijdag 16 oktober 1998 (10 tot 16 uur).
1.4
Legitimatie De afdeling TSO/BSO, de Raad voor Volwassenenonderwijs en de afdeling BuSO legitimeren het beroepsopleidingsprofiel. Het BOP wordt als advies aan de overheid voorgelegd.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E L B E D IE N D E
3
2
SITUERING VAN DE OPLEIDINGEN
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
2.1.1
Beroepenstructuur De beroepenstructuur voor de sector Handel- Administratie is nog in ontwikkeling. Als bijlage vindt u de voorlopige beroepenstructuur (januari 1998).
2.1.2
Geraadpleegde beroepsprofielen Het beroepsprofiel ‘Winkelbediende’ werd opgesteld door de SERV in samenwerking met het Sociaal Fonds voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen (1997).
2.2
Gegevens uit de opleidingenwereld
2.2.1
Opleidingenaanbod 2.2.1.1 Overzicht van het met het beroepencluster direct overeenstemmende opleidingenaanbod Het studiegebied Handel omvat in de 2de en de 3de graad BSO de studierichting Verkoop en etalage1. In het Deeltijds Onderwijs komen volgende benamingen voor: kassier, verkoperetaleur, winkelbediende. In het Buitengewoon secundair onderwijs wordt in OV3 de kwalificatie verkoopen kantoortechnieken aangeboden. Het Onderwijs voor Sociale Promotie biedt in het studiegebied Handel en administratie de opleiding Verkoop en distributie aan. Schematisch overzicht van het aanbod: ARGO
CVPO
OVSG
VSKO
Voltijds
✗
✗
✗
✗
Deeltijds
✗
✗
✗
✗
BuSO
-
-
✗
✗
OSP
✗
-
-
✗
De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding biedt in samenwerking met een aantal sectorale fondsen de opleidingen Winkelbediende, Verko(o)p(st)er en Kassier(st)er aan.
1
Vanaf het schooljaar 1999-2000 heet de studierichting in de 2de en de 3de graad ‘Verkoop’.
4
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E LB E D IE N D E
2.2.1.2 Overzicht van het met het beroepencluster verwante opleidingsaanbod In het voltijds onderwijs worden in het studiegebied Handel in het 3de leerjaar van de 3de graad TSO de specialisaties Verkoop en distributie, Verkoop en vertegenwoordiging en Winkelbeheer en etalage aangeboden. De laatst vermelde specialisatie leidt op tot zelfstandig detaillist. In het studiegebied Kleding kunnen leerlingen terecht in de 3de graad BSO in de studierichting Kleding - verkoop en retouches. In het Deeltijds Onderwijs komt de benaming magazijnier voor. Het Onderwijs voor Sociale Promotie biedt in het studiegebied Handel en administratie de opleidingen Magazijnbediende en Verkoop en publiciteit aan. De VDAB verzorgt de opleiding verkoop-retouches en opleidingen in bedrijfsbeheer en in transport: commercieel afgevaardigde, verkooptechnieken, exporttechnieken, voorraadbeheer en materials management, magazijnmedewerker, al dan niet in samenwerking met sectorale fondsen. Het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen (VIZO) organiseert opleidingen tot kleinhandelaar. Paritaire leercomités voor verschillende industrietakken organiseren opleidingen voor goederenbehandelaar en magazijnier. 2.2.1.3 Onderzoek naar de bevolking van de opleidingen In het voltijds gewoon onderwijs volgden in het schooljaar 1996-97: in de 2de graad BSO 1 159 leerlingen (127 jongens en 1 032 meisjes) de studierichting Verkoop en etalage; in de 3de graad BSO 1 543 leerlingen (207 jongens en 1 336 meisjes) de studierichting Verkoop en etalage; in het 3de leerjaar van de 3de graad BSO 511 leerlingen (53 jongens en 458 meisjes) de specialisatie Winkelbeheer en etalage; in het 3de leerjaar van de 3de graad BSO 48 leerlingen (17 jongens en 31 meisjes) de specialisatie Verkoop en vertegenwoordiging; in het 3de leerjaar van de 3de graad TSO 85 leerlingen (49 jongens en 36 meisjes) de specialisatie Verkoop en distributie; in de 2de graad BSO 4 857 leerlingen (1 419 jongens en 3 438 meisjes) de studierichting Kantoor en Verkoop; in de 3de graad BSO 1 486 leerlingen (9 jongens en 1 477 meisjes) de studierichting Kleding-Verkoop en retouches; In het schooljaar 1997-98 volgden in het Deeltijds Beroepsonderwijs: in de 2de graad 193 leerlingen (54 jongens en 139 meisjes) de kwalificatie winkelbediende; in de 2de graad 21 leerlingen (6 jongens en 15 meisjes) de kwalificatie kassier; in de 2de graad 84 leerlingen (14 jongens en 70 meisjes) de kwalificatie verkoperetaleur; in de3de graad 113 leerlingen (25 jongens en 88 meisjes) de kwalificatie winkelbediende; in de 3de graad 4 leerlingen (1 jongen en 3 meisjes) de kwalificatie kassier;
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E L B E D IE N D E
5
in de 3de graad 28 leerlingen (5 jongens en 23 meisjes) de kwalificatie verkoperetaleur; in de 3de graad 1 meisje de kwalificatie retoucheerder. In het schooljaar 1997-98 volgden in het Experimenteel Deeltijds Beroepsonderwijs: in de 3de graad 6 leerlingen (4 jongens en 2 meisjes) de kwalificatie winkelbediende; in de 2de graad 10 leerlingen (3 jongens en 7 meisjes) de kwalificatie verkoop en etalage; in de 2de graad 4 leerlingen (2 jongens en 2 meisjes) de kwalificatie verkoop; in de 3de graad 30 leerlingen (10 jongens en 20 meisjes) de kwalificatie verkoop en etalage; in de 2de graad 37 leerlingen (14 jongens en 23 meisjes) de kwalificatie kantoor en verkoop. In het DBSO volgden 27 leerlingen (9 jongens en 18 meisjes) een deel van hun opleiding in een erkend vormingswerk. In opleidingsvorm 3 van het Buitengewoon Secundair Onderwijs volgden 109 leerlingen (45 jongens en 64 meisjes) de kwalificatie Verkoop- en kantoortechnieken. In het traditioneel stelsel van het Onderwijs voor Sociale Promotie volgden 3 052 cursisten (1 311 mannen en 1 741 vrouwen) de hogere secundaire technische leergang in de afdeling Handel en administratie en 16 cursisten (4 mannen en 12 vrouwen) de hogere secundaire beroepsleergang in de afdeling Handel en administratie. Bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding volgden in 1996 126 werknemers en 58 werkzoekenden de opleiding Verkoop modeartikelen/woondecoratie, in 1997 waren dat er respectievelijk 196 en 55; in 1996 volgden 243 werkzoekenden de opleiding Verko(o)p(st)er-kassier(ster) en 47 werkzoekenden de opleiding Vervolmaking voor verko(o)p(st)er, in 1997 waren dat er respectievelijk 427 en 22. Het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen (VIZO) had op 1 december 1996 1 253 (202 mannen en 1 051 vrouwen) leerovereenkomsten en leerverbintenissen onder toezicht voor de beroepsgroep Kleinhandelaar en 69 voor de beroepsgroep Groothandelaar (57 mannen en 12 vrouwen).
2.2.2
Regionale spreiding van het opleidingenaanbod en de tewerkstelling in Vlaanderen en het Brussels Gewest. De opleiding wordt verspreid over het hele grondgebied van Vlaanderen aangeboden en de afgestudeerden kunnen in de hele Vlaamse en Brusselse regio aan het werk.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E LB E D IE N D E
6
2.3
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel2 De distributiesector, een onderdeel van de handelssector, bestrijkt alle handelsactiviteiten, vanaf de aankoop van goederen bij de producent tot de aflevering ervan aan de eindverbruiker. Daarnaast bestaat er ook handel in diensten zoals bijvoorbeeld het toerisme, de ambachten,… Binnen de distributiesector kan een onderscheid gemaakt worden tussen de groothandel en de kleinhandel. "Groothandel" is de activiteit die als voornaamste doel heeft om voor eigen rekening goederen aan te kopen bij verschillende leveranciers, die op te slaan en door te verkopen aan: voortverkopers, verwerkers van goederen, beroepsgebruikers of collectiviteiten. De term "groothandel" kan eveneens de "groothandelsonderneming" aanduiden. De groothandel is de schakel tussen de industrie en de kleinhandel. De "kleinhandel" (of detailhandel) is de activiteit die er hoofdzakelijk in bestaat goederen aan te kopen en deze te verkopen aan de verbruiker voor eigen behoeften en die van zijn gezin. Men kan hieronder eveneens de verkopen aan de eindverbruiker rangschikken, zonder verbruik ter plaatse, van producten die door de kleinhandelaar zelf vervaardigd of herwerkt zijn geweest. De winkel is de vestiging waar de kleinhandelsactiviteit wordt uitgeoefend. In de omgangstaal kan de term "kleinhandel" eveneens de "kleinhandelsonderneming" aanduiden. De kleinhandel omvat voeding, tabak, textiel en kleding, schoenen, woning- en huishoudartikelen, toiletproducten en artikelen voor persoonsverzorging, boeken, dagbladen en tijdschriften, burotica, bloemen en planten, vrijetijdsartikelen, speelgoed en diverse andere producten en artikelen zoals brandstoffen, benzine en voertuigen. Supermarkten en hypermarkten ressorteren ook onder de kleinhandel. De ‘winkelbediende’ opereert in de kleinhandel. De groothandel in Vlaanderen telde op 30 juni 1995 12 939 werkgevers en 13 529 bedrijven. Daarvan zijn er 93,4 % enige vestigingen, 4,4 % filialen en 2,2 % hoofdzetels. De Vlaamse kleinhandel telde op hetzelfde moment 18 696 werkgevers en 21 654 bedrijven. Daarvan zijn er 83,5 % enige vestigingen, 13,7 % filialen en 2,8 % hoofdzetels. De volgende tabel geeft de grootte van deze bedrijven weer op 30 juni 1996 (RSZgegevens volgens tewerkstelling).
Groothandel Kleinhandel
2 3
0-5 WN3 64.5 % 78.8 %
5-10 WN 16.8 % 12.9 %
10-50 WN 16.9 % 7.6 %
50-100 WN 1.1 % 0.5 %
100-500 WN 0.7 % 0.2 %
500 + WN 0.0 % 0.0 %
De hiernavolgende gegevens werden overgenomen uit het Onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor winkelbediende, Brussel, SERV, 1997.
WN = werknemers
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E L B E D IE N D E
7
De omzet van de kleinhandel vertegenwoordigt ruim de helft van de totale consumptie. Hoewel de zelfstandige detailhandel tijdens 1996 zijn marktaandeel kon stabiliseren in de non-food-branche, blijkt dat het globale marktaandeel stelselmatig daalt. In de voedingssector verloopt de daling iets vlugger dan bij de niet-voedingsmiddelen. Er was een afname van de detailhandelsomzet in het recessiejaar 1993, na twee jaren van uitgesproken groeivertraging, die op hun beurt volgden op een toename in de periode tussen 1986 en 1990. De filiaalbedrijven waren in 1996 de meest expansieve distributievorm. Hun marktaandeel groeit gestadig, en dit vooral in de voedingssector. Alle handelstakken presteerden in 1996 beter dan tijdens het jaar ervoor, zowel in nominale (werkelijke) termen als tegen vaste (constante) prijzen. De warenhuizen en de hypermarkten moesten wel voor het vierde opeenvolgende jaar omzet inleveren zodat die tot op het peil van het begin van de jaren ’90 terugviel. Van de 1 798 239 loontrekkenden die Vlaanderen in 1995 telde werkten er op 30 juni 1995 in de groothandel 102 044 werknemers, in de kleinhandel 98 875. Dit is respectievelijk 5,7 % en 5,5 % van het totaal aantal loontrekkenden in Vlaanderen. Daarvan zijn er in de groothandel 68,5 % mannen en 31,5 % vrouwen. In de kleinhandel is de situatie omgekeerd, daar werken 30,9 % mannen en 69,1 % vrouwen. De volgende tabel geeft de situatie in Vlaanderen weer op 30 juni 1996 (RSZ-gegevens) ARBEIDERS
groothandel kleinhandel
mannen 28 238 27 % 13 044 13.2 %
vrouwen 6 539 6.3 % 10 324 10.4 %
BEDIENDEN
mannen 42 785 40.9 % 17 595 17.7 %
vrouwen 26 971 25.8 % 58 214 58.7 %
TOTAAL
104 533 100 % 99 177 100 %
De handel is naast de nijverheid en ambacht, de vrije beroepen, de landbouw, de diensten en de visserij de sector met de meeste zelfstandigen (meer dan 180 000). Er zijn vier paritaire comités werkzaam voor bedienden in de distributiesector: PC nr. 311: dit PC is bevoegd voor de gespecialiseerde detailhandelsondernemingen met minstens 50 werknemers. Het betreft een hele reeks confectiezaken (C&A, M&S, P&C, Superconfex,…), meubelzaken (Ikea,…) en andere (Blokker,…). PC nr. 312: dit PC is bevoegd voor de grootwarenhuizen. Het groepeert de ondernemingen die in drie verschillende handelstakken werkzaam zijn en waar ten minste 50 mensen werken (GB, Hema, Cora,…). PC nr. 201: dit PC is bevoegd voor de bedienden van de zelfstandige detailhandelszaken die niet onder de andere PC’s vallen. PC nr. 202: dit PC is bevoegd voor de bedienden van de kleinhandel in voedingswaren (het heette vroeger "levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen") en groepeert benevens de filiaalbedrijven (Aldi, Match, Edi, Colruyt,…) ondermeer ook de algemene kleinhandelszaken in voedingswaren die minstens twintig werknemers hebben (AD Delhaize, Unic, Nopri, bedrijven met meer dan 20 werknemers die vroeger tot PC 201 behoorden zijn overgeheveld naar PC 202).
8
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E LB E D IE N D E
Daarnaast zijn volgende PC’s nog van belang: PC nr. 119: arbeiders uit de voedingsdistributie. PC nr. 218: aanvullend Nationaal Paritair Comité voor Bedienden (MAKRO-groep, maar voor hen gelden specifieke bedrijfs-CAO’s inzake loon- en arbeidsvoorwaarden, enz.). De verschillen tussen de handelszaken die onder elk van deze PC’s vallen situeren zich dus hoofdzakelijk op het vlak van de specificiteit van de handelszaak en hebben bijgevolg betrekking op de afspraken omtrent loon- en arbeidsvoorwaarden. Wat de inhoud van het beroep winkelbediende betreft, bieden deze PC’s geen duidelijke afbakening. Evolutie werkgelegenheid Tussen 1993 en 1995 is de werkgelegenheid in de kleinhandel met iets minder dan 1 000 werknemers toegenomen, en dit grotendeels in het voordeel van de vrouwen. Binnen de groothandel nam de werkgelegenheid licht af. Door fusies van groothandelsbedrijven worden de bedrijven wel groter, maar het aantal arbeidsplaatsen neemt af. Daarnaast spelen ook factoren als automatisering, uitbesteding van diensten en het meer gebruik maken van uitzendkrachten in plaats van vaste medewerkers een rol. Tussen 1989 en 1994 is het aantal zelfstandigen binnen de handel nog met 24 283 toegenomen. Binnen de beroepsgroep verkopers stellen we een knelpunt vast wat de opvulling van de vacatures betreft. Het gaat hier vooral om een kwalitatief tekort aan geschikte kandidaten. Dit wil zeggen dat er wel voldoende werkzoekenden zijn, maar dat er een tekort is aan vakbekwame krachten of mensen met ervaring. In 1996 kwamen er bij de VDAB 7 849 vacatures binnen voor verkoper en verkoopsondersteuning waarvan 2 045 (26 %) voor winkelverkoper/aanvuller/kassier en kassier. Een gerichte gedegen opleiding kan de kloof tussen vraag en aanbod helpen dichten en de distributiesector in staat stellen de toekomstige evoluties met werknemers met een breed toepasbare beroepskennis tegemoet te zien.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E L B E D IE N D E
3
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL (BOP)
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel
9
Het beroepsopleidingsprofiel heet ‘Winkelbediende’ en omvat de kwalificatie ‘Winkelbediende’ met drie deelkwalificaties: ‘De winkelvoorraad dagelijks op peil houden’, ‘Klanten bedienen’ en ‘Kassawerk uitvoeren’.
3.2
Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel Een winkelbediende leert op een klantgerichte en klantvriendelijke wijze de consument begeleiden, adviseren en uit nodigen tot het kopen van goederen. Hij/zij leert instaan voor een correcte afhandeling van de verkooptransactie en voor het opvolgen (aanvullen, presenteren) van de hem/haar toegewezen artikelen. De leerling/cursist leert onder algemeen toezicht en instructies van een hiërarchisch verantwoordelijke (bedrijfsleider of ondernemer, afdelingschef en/of assistent) werken. Naast het leren aanvullen van rekken, het presenteren van goederen, het werken aan de kassa komt ook het bedienen van klanten aan bod. Een polyvalente opleiding met aandacht voor sociale vaardigheden en computervaardigheden vergroot de kans op inzetbaarheid. De exacte invulling van het takenpakket van de winkelbediende kan verschillen van winkel tot winkel. We willen er in dat kader de aandacht op vestigen dat het beroepsprofiel waarop dit beroepsopleidingsprofiel is gebaseerd, slaat op een modale beroepsuitoefening, abstractie makend van de verschillen die kunnen voorkomen tussen de winkels inzake branche, schaalgrootte, takenvolgorde, werkverdeling,…
3.3
Concrete vertaalslag
3.3.1
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Het beroepsopleidingsprofiel wordt afgeleid van één beroepsprofiel ‘Winkelbediende’ (SERV/Sociaal Fonds voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen, 1997).
3.3.2
Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel Het beroepsprofiel bevat geclusterde taken ondersteund door kennis, attitudes en contextgegevens (profiel van het type A).
3.3.3
Selectie van takenclusters en taken In het beroepsprofiel kunnen de volgende takenclusters onderscheiden worden: Voorbereidende taken: - Planning en voorbereiding van de werkzaamheden (tabel 1.1.1). Uitvoerende taken: - Service verlenen en bedienen van klanten (tabel 1.2.1). - Informatie geven aan de klanten (tabel 1.2.2). - Kassawerk (tabel 1.2.3).
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E LB E D IE N D E
10
-
Presentatie van de winkel en van de goederen/schapverzorging (tabel 1.2.4). Magazijntaken (tabel 1.2.5). Bestellen van artikelen (tabel 1.2.6). Diefstalpreventie (tabel 1.2.7).
Ondersteunende taken: - Ondersteunende taken ten aanzien van het eigen werk (tabel 1.3.1). Het beroepsopleidingsprofiel heeft volgende indeling: cluster 1 : cluster 2 : cluster 3 :
de winkelvoorraad dagelijks op peil houden klanten bedienen kassawerk uitvoeren
De taken uit het beroepsprofiel ‘een etalageplan opstellen’, ‘bestellen van artikelen die niet meer voorradig zijn’ en ‘bijhouden van de voorraadadministratie’ en ‘meewerken aan het marketinggebeuren’ werden anders verwoord als vaardigheid voor een beginnend beroepsbeoefenaar in het BOP opgenomen. Een beginnend winkelbediende kan wel voorraaddocumenten klasseren en signaleren dat artikelen niet meer voorradig of verkeerd geprijsd zijn. In de drie clusters leert een beginnend winkelbediende delen van de marketingstrategie uitvoeren. Volgende vaardigheden werden voor de beginnende beroepsbeoefenaar toegevoegd: - schappen etiketteren, - rekken leeghalen en schoonmaken, - retouren registreren, - klanten attent maken op gebrekkige koopwaar, - de verkoopbaarheid van artikelen nagaan, - de binnenkomende artikelen opslaan en beveiligen. De beginnende winkelbediende beheerst de vaardigheidsclusters 1, 2 en 3. De deelkwalificatie ‘De winkelvoorraad dagelijks op peil houden’ omvat cluster 1; de deelkwalificatie ‘Klanten bedienen’ omvat cluster 2; de deelkwalificatie ‘Kassawerk uitvoeren’ omvat cluster 3. Er is een duidelijk onderscheid tussen de groothandel en de kleinhandel. Dit beroepsopleidingsprofiel wil met het gebruik van volgende termen dat onderscheid zuiver houden: artikelen (in de groothandel wordt de term ‘goederen’ gebruikt); voorraad (in de groothandel wordt de term ‘magazijn’ gebruikt); onder ‘verkooppunt’ wordt het geheel van de verkoopruimte en de voorraadruimte verstaan.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E L B E D IE N D E
3.3.4
11
Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis, houdingen en context De mate van beheersing van de vaardigheden en kennis wordt genuanceerd aan de hand van volgende criteria: Vaardigheden -
1 = oriëntering Een cluster van vaardigheden waarmee de lerende/beginnende beroepsbeoefenaar kennis maakt. Hij/zij neemt deze vaardigheden waar of voert ze kort uit om een beter beeld te krijgen van de beroepsactiviteiten binnen de bedrijfstak.
-
2 = onder begeleiding uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin het voordoen/nadoen een rol spelen of waarin de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij derden ligt.
-
3 = zelfstandig uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij op eigen initiatief handelt of waarin de verantwoordelijkheid bij de lerende zelf ligt.
-
4 = begeleidend uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering door derden op zich neemt. Ondersteunende kennis
-
1 = feitelijke kennis Deze kennis is op herkenning terug te voeren (Dit niveau kan omschreven worden door middel van werkwoorden van het type: reproduceren, bewust zijn, herinneren, herkennen, registreren, opnoemen, aanduiden, benoemen, opsommen, ...)
-
2 = begripsmatige kennis Deze kennis is op inzicht terug te voeren (begrijpen, verstaan, aantal aangeven, verband uitdrukken, bewijzen, voorbeelden geven, typeren, de essentie aangeven, omschrijven, met eigen woorden zeggen, ...)
-
3 = kennistoepassing Deze kennis past de feitelijke en begripsmatige kennis toe (gevarieerd aanwenden, uitwerken, beoordelen, evalueren, produceren, vergelijken met, structureren, ...)
-
4 = integrerende De kennis in nieuwe situaties toepassen en zoeken naar innovaties
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E LB E D IE N D E
12
3.3.5
Concrete uitwerking van de vertaalslag
CLUSTER 1: DE WINKELVOORRAAD DAGELIJKS OP PEIL HOUDEN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 1.1 de volgorde van de eigen opdrachten plannen
de persoonlijke hygiëne, de kledij en het uiterlijk verzorgen 1.3 de veiligheidsvoorschriften naleven 1.2
defecten en gevaarlijke situaties herkennen en signaleren 1.5 richtlijnen i.v.m. diefstalpreventie en diefstal toepassen 1.6 voorschriften i.v.m. bedrijfshygiëne naleven 1.4
geleverde artikelen ontvangen, ze aan de hand van orderbevestigings-, bestel- en leveringsdocumenten controleren op kwantiteit en kwaliteit en ze registreren 1.8 de binnenkomende artikelen opslaan 1.7
de voorraaddocumenten klasseren 1.10 orde in de winkelvoorraad bewaren 1.11 een artikel in de winkelvoorraad vinden en het naar de verkoopruimte brengen 1.12 de winkelvoorraadadministratie raadplegen 1.9
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V) V3 Kennis van een logische ordening van de activiteiten i.v.m. de winkelvoorraad Kennis van het bijbehorend werkmateriaal en -materieel en hun toepassingsgebied V3 Kennis van persoonlijke hygiëne en presentatie V3
Mate van beheersing K2 K2
K2
Kennis van veiligheidsmaatregelen voor de winkelvoorraad Kennis van pictogrammen
K2
Kennis van methoden en middelen van diefstalpreventie en hun toepassingsgebied Kennis van reglementen en voorschriften inzake hygiëne in de voorraadruimte Kennis van een huishoudelijk reglement Kennis van bestel- en leveringsdocumenten
K2
K1
V3
V3
V3
V3
V3
Kennis van opslagsystemen voor winkelvoorraad Kennis van interne transportmiddelen
K2 K1 K2
K2 K2
V3 V3 V3
V3
Een softwarepakket voor voorraadadministratie kunnen gebruiken
V3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E L B E D IE N D E
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 1.13 de artikelen (her-)etiketteren en beveiligen 1.14 de voorraad van het
verkooppunt opnemen en controleren 1.15 artikelen die verkeerd geprijsd of niet meer voorradig zijn signaleren 1.16 opgemaakte bestellingen doorgeven 1.17 de artikelen in de voor-
raad van het verkooppunt op verkoopbaarheid controleren en de vaststellingen registreren 1.18 retourgoederen registreren 1.19 de winkelrekken en -schappen ordentelijk en overzichtelijk vullen en aanvullen 1.20 schappen etiketteren 1.21 rekken en schappen
leegmaken en schoonmaken 1.22 systematisch opruimen en de winkel presentabel houden 1.23 niet-verkoopbare artikelen en afvalmaterialen op aanwijzing sorteren
Mate van beheersing V3
V3
V3
V3 V3
13
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V) Kennis van etiketteringsmethoden Kennis van beveiligingsmethoden Kennis van methoden voor voorraadinventarisatie
Mate van beheersing
Kennis van minimumvoorraad
K2
Kennis van bestelmethoden Zakelijk kunnen telefoneren
K2 K2
K2
K2 V3
Kennis van mogelijke criteria om de verkoopbaarheid van artikelen te controleren (o.m. vervaldatum, breuk, beschadiging,…)
K2
Kennis van aanvulprincipes (kwaliteitseisen) Kennis van winkelschapbeheer
K2
Kennis van types reinigingsmiddelen en hun toepassingsgebied
K2
Kennis van milieureglementering i.v.m. afvalverwerking
K1
V3 V3
K2
V3 V3
V3
V3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E LB E D IE N D E
14
CLUSTER 2: KLANTEN BEDIENEN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 2.1 de volgorde van de eigen opdrachten plannen
2.2
2.3 2.4
2.5
2.6
2.7
de persoonlijke hygiëne, de kledij en het uiterlijk verzorgen de veiligheidsvoorschriften naleven defecten en gevaarlijke situaties herkennen en signaleren richtlijnen i.v.m. diefstalpreventie en diefstal toepassen voorschriften i.v.m. bedrijfshygiëne naleven
de toonbank indelen, vullen en aanvullen
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V) V3 Kennis van de activiteiten bij het openen/afsluiten van de winkel Kennis van een logische ordening van de activiteiten om klanten te bedienen Kennis van bijbehorend werkmateriaal en -materieel en hun toepassingsgebied V3 Kennis van persoonlijke hygiëne en presentatie V3
K2 K2
K2
Kennis van veiligheidsmaatregelen voor de winkel
K2
Kennis van methoden en middelen van diefstalpreventie en hun toepassingsgebied Kennis van reglementen en voorschriften inzake hygiëne in de winkel Kennis van een huishoudelijk reglement Kennis van aanvulprincipes (kwaliteitseisen) Kennis van winkelschapbeheer Kennis van winkelpresentatie
K2
V3
V3
V3
V3
de artikelen in de winkel op een aantrekkelijke, ordelijke en overzichtelijke manier presenteren 2.9 artikelen volgens planning en ontwerp in de etalage plaatsen 2.10 prijs- en tekstkaartjes maken en schrijven en ze bij artikelen plaatsen 2.11 artikelen (her)etiketteren en beveiligen
V3
2.12 systematisch opruimen en de winkel presentabel houden
V3
2.8
Mate van beheersing K2
V3
V3
V3
Kennis van etaleren
Kennis van wettelijke voorschriften inzake prijsaanduidingen Kennis van etiketteringsmethoden Kennis van beveiligingsmethoden
K2 K1 K2 K2 K2
K2
K2
K2 K2
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E L B E D IE N D E
15
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 2.13 niet-verkoopbare artikelen verwijderen en afvalmaterialen op aanwijzing sorteren 2.14 de toonbank leegmaken en schoonmaken
Mate van beheersing V3
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V) Kennis van milieureglementering i.v.m. afvalverwerking
Mate van beheersing K1
V3
Kennis van types reinigingsmiddelen en –technieken en hun toepassingsgebied
K2
2.15 het gebruikte materieel
V3 Kennis van klantentypes Kennis van de stappen in een verkoopgesprek Kennis van het verloop van een verkoopgesprek Kennis van verkoopstimuli
K2 K2
Kennis van de principes van winkelindeling
K2
Kennis van verkoopvoorwaarden (service, garantie, leveringstermijnen, betalingsmogelijkheden, retourmogelijkheden) Bronnen van artikelinformatie kunnen raadplegen Zakelijk kunnen telefoneren
K2
Zich concreet en correct kunnen uitdrukken Kennis van de winkeluitrusting (snijmachine, weegtoestellen, verpakkingen, …) Een gebruiks- en onderhoudshandleiding kunnen raadplegen Kennis van methoden van klantenbinding
V3
onderhouden 2.16 de klant op de gepaste manier onthalen en hem/haar de nodige aandacht schenken
2.17 de klant helpen bij het 2.18 2.19
2.20
2.21
vinden van een artikel de winkelvoorraad raadplegen peilen naar de behoeften van de klant en er actief op inspelen artikelen op een aantrekkelijke, ordelijke en overzichtelijke manier aan de klant presenteren de klant informatie geven over de artikelen, de verkoopvoorwaarden en de aanbiedingen
V3
V3
V3
V3
V3
V3
voeren 2.23 de bestelling van de klant uitvoeren
V3
ren en klantenbinding creëren 2.25 etiketten en beveiligingen van artikelen verwijderen en garantiebewijzen invullen
K2
V3
2.22 een verkoopgesprek
2.24 de bijverkoop stimule-
K3
V3
V3
V3 V3
K1 V3
K2
16
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 2.26 de verkochte artikelen inpakken
2.27 afscheid nemen van de
klant 2.28 klachten en retouren behandelen volgens de geldende richtlijnen
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E LB E D IE N D E
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V) Kennis van inpakprincipes V3 Kennis van courante inpakmethoden Kennis van soorten inpakmateriaal en hun toepassingsgebied V3 V3
Kennis van klachtenbehandeling
Mate van beheersing K3 K3 K2
K2
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E L B E D IE N D E
17
CLUSTER 3: KASSAWERK UITVOEREN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 3.1 de volgorde van de eigen opdrachten plannen
de persoonlijke hygiëne, de kledij en het uiterlijk verzorgen 3.3 de veiligheidsvoorschriften naleven 3.2
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V) V3 Kennis van een logische ordening van de kassa-activiteiten Kennis van het bijbehorend werkmateriaal en –materieel en hun toepassingsgebied V3 Kennis van persoonlijke hygiene en presentatie V3
defecten en gevaarlijke situaties herkennen en signaleren 3.5 richtlijnen i.v.m. diefstalpreventie en diefstal toepassen 3.6 voorschriften i.v.m. bedrijfshygiëne naleven
V3
ervoor zorgen dat alle inpakbenodigdheden voorhanden zijn 3.8 de kassa werkklaar maken 3.9 een kassa bedienen
V3
3.4
3.7
V3
V3
V3
V3
manier onthalen en hem/haar de nodige aandacht schenken 3.11 de klant helpen bij het vinden van een artikel 3.12 de winkelvoorraad raadplegen
V3
3.13 klantenbinding creëren
V3
V3
(klantenkaart, promotieacties)
gebrekkige koopwaar
K2
K2
Kennis van veiligheidsmaatregelen voor het kassawerk Kennis van pictogrammen
K3
Kennis van methoden en middelen van diefstalpreventie en hun toepassingsgebied Kennis van reglementen en voorschriften inzake hygiëne aan de kassa
K2
Kennis van de werking van een kassa Een gebruiks- en onderhoudshandleiding kunnen gebruiken Kennis van klantentypes
K3
Kennis van de principes van winkelindeling Een softwarepakket voor voorraadbeheer kunnen gebruiken Kennis van methoden van klantenbinding Bronnen van artikelinformatie kunnen raadplegen
K1
K1
K2
V3
3.10 de klant op de gepaste
3.14 klanten attent maken op
Mate van beheersing K2
V3
V3 K2
V3
K2 V3
18
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 3.15 artikelgegevens, kortingen en correcties invoeren 3.16 het prijsetiket op het artikel aflezen 3.17 specifieke verrichtingen afrekenen (waardebonnen en retouren aannemen en kortingen verrekenen ) 3.18 de verkochte artikelen volgens de verschillende betalingsmodaliteiten afrekenen en registreren 3.19 de betaalmiddelen in ontvangst nemen, controleren en wegbergen 3.20 het (wissel)geld uittellen en samen met de kassabon aan de klant overhandigen 3.21 etiketten en beveiligingen van verkochte artikelen verwijderen en garantiebewijzen invullen 3.22 de verkochte producten inpakken
3.23 afscheid nemen van de
klant 3.24 klachten en retouren volgens de geldende richtlijnen behandelen
3.25 de kassa afsluiten, con-
troleren en de oorzaken van kasverschillen opzoeken 3.26 de kassa en het gebruikte materieel onderhouden
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E LB E D IE N D E
Mate van beheersing V3
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V) Kennis van kortingsystemen (klantenkaart, zegels,…)
Mate van beheersing K1
V3 V3
Rekenvaardigheid
V3
V3
Kennis van de verschillende betalingsmodaliteiten
K2
V3
Kennis van de verschillende betaalmiddelen
K2
V3
V3
V3
Kennis van etiketteringsmethoden Kennis van beveiligingsmethoden
K2
Kennis van inpakprincipes Kennis van courante inpakmethoden Kennis van soorten inpakmateriaal en hun toepassingsgebied
K3 K3
Kennis van klachtenbehandeling Zakelijk kunnen telefoneren Zich correct en concreet kunnen uitdrukken Kennis van administratieve procedures in verband met het opmaken van de kassa en het invullen van kasbladen Een onderhoudshandleiding kunnen raadplegen
K2
K2
K2
V3 V3
V3
V3
V3 V3 K2
V3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E L B E D IE N D E
3.3.6
19
Beroepshoudingen Onder beroepshoudingen verstaan we de meer algemene (en dus minder aan een specifieke uitvoering gebonden) eigenschappen, attitudes, persoonlijkheids- en gedragskenmerken die functioneel zijn in het arbeidsproces. Het is het geheel van die cognitieve, affectieve en actiecomponenten wezenlijk voor de uitoefening van een beroep. Flexibiliteit/Inzetbereidheid Bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, o.m. middelen, doelen, openingstijden, klanten en procedures. Zin voor samenwerking Bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken. Contacten onderhouden met collega’s. Informatie opvragen/informatie uitwisselen. Imagobewustzijn Aandacht hebben voor de impact die het eigen gedrag en voorkomen op klanten kan hebben. Mee willen helpen aan het creëren van een positieve verkoopsfeer. Omgaan met stress Ook in moeilijke arbeidsomstandigheden, vriendelijk, efficiënt en rustig blijven. Zelfstandigheid De toegemeten opdrachten autonoom willen uitvoeren. Dienstverlenende ingesteldheid Actief en pro-actief gericht zijn op het verlenen van diensten of zorg, klantgericht denken en handelen. Empathie Zich inleven in de situatie waarin de klant zich bevindt en er tactvol mee omgaan. Veiligheids-, milieu- en hygiënebewustzijn Actief en pro-actief gericht zijn op veiligheid, op het voorkomen van situaties die personen, de winkel en de artikelen, het milieu kunnen schaden en op het naleven van hygiënische richtlijnen. Naleven van regels en procedures Naleven van de huisregels of het winkelreglement en procedures en in acht nemen van aanwijzingen van leidinggevenden. Eerlijkheid Correct willen omgaan met artikelen, materialen, materieel en betaalmiddelen. Discretie Correct omgaan met vertrouwelijke informatie van de zaak, collega’s en het cliënteel.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E LB E D IE N D E
20
3.3.7
Contextgegevens
De vereiste scholingsgraad van de winkelbediende hangt af van de aard van het artikel. Artikelen die technische kennis veronderstellen en waarbij de klant bij de aankoop geadviseerd dient te worden, vragen een hogere scholingsgraad. De vraag naar sociale vaardigheden, naar vaardigheden in het opzoeken en gebruiken van productinformatie met behulp van geautomatiseerde systemen, naar een commerciële ingesteldheid en kostenbewustzijn klinkt steeds luider. Bovendien wordt van winkelbedienden verwacht dat zij in staat zijn om vrijwel alle taken in de winkel uit te voeren. De paritaire comités bieden wat de inhoud van het beroep betreft geen duidelijke afbakening. De criteria bediening (in zelfbedieningszaken en zaken met bediening) en het soort artikel (food en non-food) vormen een beter uitgangspunt voor de afbakening van het beroep winkelbediende.
food non-food
zelfbediening type A type C
met bediening type B type D
In een grote zelfbedieningszaak selecteert de klant zelf de artikelen van zijn keuze en neemt ze vervolgens mee naar de kassa om die te laten afrekenen. Naast verko(o)p(st)ers zijn er dan ook kassier(ster)s. In een zaak met bediening adviseert de winkelbediende een groot deel van haar/zijn werktijd de klanten, en loopt incidenteel naar de kassa toe om de koopwaar af te rekenen. De winkelbediende bedient de klanten dan van het begin tot het einde. Traditioneel wordt in de distributiesector ook een onderscheid gemaakt tussen twee grote branches: food en non-food. Food: verse voedingswaren (kruidenierswaren, tabak en dranken, drogisterij…). Non-Food: hierin kunnen vele branches onderscheiden worden. De belangrijkste zijn elektrotechniek, woninginrichting en doe-het-zelf, boeken en tijdschriften, parfumerie en cosmetica, kleding en schoeisel, textiel, juwelen, sport, foto en film, optiek, speelgoed, kantoorbenodigdheden, enz… De taakbreedte van de winkelbediende zal variëren volgens het type van winkel en volgens de personeelssituatie: hoe groter de winkel en hoe meer personeel erin werkt, hoe meer taakuitsplitsing er zal zijn. Warenhuizen en speciaalzaken kennen meer geïntegreerde verkooptaken. Aanvultaken, bediening van de klant en kassataken worden meer gecombineerd. Service aan de klant en commerciële vaardigheden wegen meer door. Polyvalent personeel dat zowel de klant kan bedienen als het kassawerk kan uitvoeren, kan flexibel volgens de klantenstroom ingezet worden. Ook met soepele uurroosters wil men beter inspelen op schommelingen in de klantenstroom. Zo werden de traditionele halftijdse en voltijdse jobs met vaste uurroosters stilaan ingeruild tegen deeltijdse arbeid, en dit vooral voor nieuwe werknemers. Er wordt binnen de sector ook veel aandacht besteed aan de problematiek van de zondagsarbeid. De schaalvergroting die nu al bezig is, zal door de invoering van de Euro en de verdere harmonisering van de accijns- en btw-tarieven in 2010 nog pertinenter zijn. Het verwachtingspatroon van de consument zal een verdere vervaging van de klassieke handelssectoren voor gevolg hebben. Ook de eis naar verkoopruimten met een zo ruim mogelijk aanbod en een optimale dienstverlening, waaronder ook flexibele openingstijden begrepen moeten worden, zal een invloed hebben op de eisen die aan de winkelbediende gesteld worden.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E L B E D IE N D E
4
21
BIBLIOGRFIE Handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor het secundair en het volwassenenonderwijs, Brussel, Dienst voor Onderwijsontwikkeling, 1998. Onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor winkelbediende, Brussel, SERV in samenwerking met het Sociaal Fonds voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen, 1997. Statistisch jaarboek van het Vlaams Onderwijs, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Departement Onderwijs.
5
MEDEWERKERS AAN DE SECTORCOMMISSIE ♦
Nicole Janssens, voorzitter, VVKSO
♦
Véronique Vogeleer, Delhaize
♦
Rudy Dhoore, Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding
♦
Ivo Boussier, Koninklijk Technisch Atheneum, Genk, ARGO
♦
Annick Steenhaut, Provinciaal Handels- en Taleninstituut, Gent, CVPO
♦
Henri Ghysen, Provinciale Handelsschool, Hasselt, CVPO
♦
Dirk De Martelaere, Handelsschool Coupure, Gent, OVSG
♦
Lutgart Goossens, Technisch Berkenboom Instituut, Sint-Niklaas, VVKSO
♦
Luc Adriaens, Dienst voor Onderwijsontwikkeling
♦
Karel De Groote, Dienst Europese Projecten
♦
Rita Vanheste, Vlaamse Onderwijsraad
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L W I N K E LB E D IE N D E
22
Bijlage: BEROEPENSTRUCTUUR HANDEL - ADMINISTRATIE (januari 1998)
functie datatypist facturist
beroep
beroepencluster
medewerker personeelszaken
PERSONEELSZAKEN/
telefonist
archiefmedewerker
SALARISADMINISTRATIE
hoofdboekhouder FINANCIËLE
boekhouder
ADMINISTRA-
boekhoudkundig bediende
TIE
medewerker debiteuren-crediteuren administratief baliemedewerker administratief kasmedewerker bank
commercieel / admin. medew. bank
adm. medew. financieringen bank medew. commerciële ondersteun. bank medewerker financiële administratie medewerker interne dienst bank
BANK / commercieel / administratief medewerker verzekeringen
ADMINISTRATIEF WERK
medewerker salarisadministratie
receptionist
VERZEKERINGEN
personeelsmedewerker
commercieel inkoper verantwoordelijke verkoop districtmanager vertegenwoordiger
administr. commercieel medew.
admin. medewerker verkoop
(binnendienst)
COMMERCIE
logistiek manager magazijnchef
HANDEL
administratief inkoopmedewerker
logistiek medewerker
magazijnier verkoper aanvuller
winkelbediende
kassier
afdelingssecretar(is)esse directiesecretar(is)esse
SECRETARIAAT
SECRETARIAATSWERK
secretariaatsmedewerk(er)ster