STUDIE 113 BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Stukadoor
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Stukadoor
sector subsector
: bouw - hout - decoratie : bouw
Sectorcommissie beroepsopleidingsprofielen bouw - hout - decoratie van de Vlaamse Onderwijsraad D/1999/6356/3
I N H O U D B E R O E P S O P LE ID IN GS P R O F IE L S T U KAD O O R
I N H O U D 1
INLEIDING
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel 1.1.1 Gegevens beroepsprofiel 1.1.2 Gegevens beroepsopleidingsprofiel
1 1 1
1.2
Opdracht 1.2.1 Opdrachtgever 1.2.2 Doelstellingen
1 1 1
1.3
Ontwikkelingsproces
2
1.4
Legitimatie
2
2
SITUERING VAN DE OPLEIDINGEN
3
Gegevens uit de beroepenwereld Beroepenstructuur Geraadpleegde beroepsprofielen
3 3 3
Gegevens uit de onderwijswereld Opleidingenaanbod Regionale spreiding van het opleidingenaanbod en de tewerkstelling in Vlaanderen en het Brussels Gewest
3 3
2.3
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel
5
3
HET BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL
7
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel
7
3.2
Globale beschrijving van het beroepsopleidingsprofiel
7
2.1
2.1.1 2.1.2
2.2
2.2.1 2.2.2
3.3
5
3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6 3.3.7
Concrete vertaalslag Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel Selectie van takenclusters en taken Formulering van de vaardigheden Concrete uitwerking van de vertaalslag Beroepshoudingen Contextgegevens
9 9 9 9 10 12 24 24
4
BIBLIOGRAFIE
25
5
MEDEWERKERS AAN DE SECTORCOMMISSIE
25
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
1
INLEIDING
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel
1.1.1
Gegevens beroepsprofiel Sector Subsector Beroep Beroepsprofiel Gelegitimeerd door op
1.1.2
: : : : : :
1
bouw-hout-decoratie bouw stukadoor stukadoor koepelcommissie opleidingsprofielen 16 oktober 1997
Gegevens beroepsopleidingsprofiel Sectorcommissie vaste kern uitgebreide commissie Studiegebied Benaming van het profiel Legitimator
: : : : :
Datum
:
1.2
Opdracht
1.2.1
Opdrachtgever
BOUW-HOUT-DECORATIE STUKADOOR BOUW STUKADOOR Afdeling TSO/BSO Raad voor Volwassenenonderwijs Afdeling BuSO Afdeling TSO/BSO: 20 november 1998 Raad voor Volwassenenonderwijs: 5 oktober 1998 Afdeling BuSO: 24 september 1998
De koepelcommissie opleidingsprofielen stelde op de vergadering van 3 juli 1996 de vaste kern van de sectorcommissie opleidingsprofielen bouw-hout-decoratie samen. De sectorcommissie werd op 16 oktober 1997 uitgebreid met het oog op de ontwikkeling van een beroepsopleidingsprofiel naar aanleiding van het beschikbare beroepsprofiel stukadoor (FVB, 1997).
1.2.2
Doelstellingen 1 2 3
De uitbouw van het onderwijs optimaal verzekeren. De opleiding stukadoor beter laten aansluiten bij de arbeidsmarkt. De uitstroom van gekwalificeerde stukadoors verhogen.
Een afgestudeerde, die de vaardigheden beheerst, moet voldoen aan de beroepsvereisten van een beginnend stukadoor, zoals opgesomd in het hierna volgend beroepsopleidingsprofiel. De leerling/cursist kan wanden, plafonds en buitengevels nat bepleisteren. Hij kan op muren en wanden droge bepleistering plaatsen. Hij kan sierpleisters aanbrengen. Hij kan isolatiemateriaal plaatsen op wanden, plafonds en buitengevels en in lichte scheidingswanden. Hij kan draagstructuren voor lichte scheidingswanden plaatsen en ze met een droge bepleistering afwerken. De leerling/cursist is gemotiveerd en bezit beroepsfierheid. Hij heeft een houding geleerd om geconcentreerd kwalitatief werk onder tijdsdruk af te leveren.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
2
1.3
Ontwikkelingsproces Het beroepsopleidingsprofiel wordt samengesteld volgens een handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor het secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs, ontwikkeld door de Dienst voor Onderwijsontwikkeling. Het is afgeleid van het beroepsprofiel ‘Stukadoor’. De werkgroepmethode wordt toegepast. De uitgebreide sectorcommissie vergaderde op volgende dagen: − woensdag 28 januari 1998 (10 tot 16 uur) − dinsdag 3 maart 1998 (10 tot 16 uur) − woensdag 25 maart 1998 (10 tot 16 uur) − donderdag 28 mei 1998 (10 tot 16.30 uur) − donderdag 18 juni 1998 (14 tot 16.30 uur)
1.4
Legitimatie De afdeling TSO/BSO, de Raad voor Volwassenenonderwijs en de afdeling BuSO legitimeren het beroepsopleidingsprofiel. Het BOP wordt als advies aan de overheid voorgelegd.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
2
SITUERING VAN DE OPLEIDINGEN
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
2.1.1
Beroepenstructuur
3
De beroepenstructuur is nog in ontwikkeling. In bijlage 1 vindt u de beroepenstructuur zoals die door het Fonds voor de Vakopleiding opgesteld werd (situatie op 28 mei 1998).
2.1.2
Geraadpleegde beroepsprofielen Het beroepsprofiel Stukadoor, opgesteld door Luc Sels in opdracht van het Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid (1997) is de basis voor het beroepsopleidingsprofiel Stukadoor.
2.2
Gegevens uit de opleidingenwereld
2.2.1
Opleidingenaanbod Opleidingen ‘Stukadoor’ worden aangeboden in het voltijds en deeltijds secundair beroepsonderwijs (BSO, DBSO), in het buitengewoon secundair beroepsonderwijs (BuSO) en in het volwassenenonderwijs.1 Buiten het onderwijs wordt de opleiding aangeboden door het paritair leercomité voor de bouw, VDAB en VIZO. 2.2.1.1 Overzicht van het met het beroepencluster direct overeenstemmende opleidingenaanbod binnen het onderwijs Het BSO biedt binnen het studiegebied Bouw in de tweede graad de studierichting Bouw en in het derde leerjaar van de derde graad de studierichtingen Restauratierenovatie bouw en Ruwbouwafwerking aan.2 In het schooljaar 2002-2003 komt er voor de derde graad een nieuw structuuronderdeel. De studierichting Bouw BSO wordt vervangen door Ruwbouw BSO. Vanaf het schooljaar 1998-1999 kan de derde graad Ruwbouwafwerking starten. In het DBSO komen volgende benamingen voor: Wand- en plafondplaatser en stukadoor. Stukadoor wordt in het industrieel leerlingenwezen aangeboden in samenspraak met het paritair comité voor de bouw. In het BuSO biedt het onderwijs de kwalificatie Stukadoorwerk aan in opleidingsvorm 3. In opleidingsvorm 4 heeft de opleiding de structuur en de inhoud van het BSO.
1 2
De opleiding ‘Stukadoor’ is in het dagonderwijs vaak een onderdeel van een ruimere opleiding waartoe ook ‘Dekvloerleggen’ en ‘Vloeren-Tegelzetten’ behoren. In het gewijzigde onderwijsdecreet van 9 juli 1998 wordt Ruwbouwafwerking in het specialisatiejaar een niet programmeerbaar structuuronderdeel.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
4
In het volwassenenonderwijs omvat het opleidingsgeheel Voltooiingstechnieken de opleidingen Bijzondere bouwafwerkingstechnieken KO HSB Bouw/afwerkingstechnieken LO HSB, Stukadoor LO HSB, Restauratie- en renovatiebouw KO LSB en Chappe- en pleisterwerken KO HSB. Schematisch overzicht van het aanbod: ARGO
CVPO
OVSG
VSKO
Voltijds
-
✗
✗
✗
Deeltijds
✗
-
✗
✗
BuSO
✗
✗
✗
✗
OSP
✗
✗
✗
✗
2.2.1.2 Opleidingen buiten het onderwijs De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) organiseert de opleiding stukadoor in een zevental centra gespreid over gans Vlaanderen. Het programma omvat in de basisopleiding: natte bepleistering, droge bepleistering, sierpleisters en cementeren. In de vervolmaking worden de modules van de basisopleiding, sierbepleistering en staffwerk voorzien; het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen (VIZO) organiseert de opleiding Bouwbedrijf-steen-beton. 2.2.1.3 Overzicht van het met het beroepencluster aanverwante opleidingenaanbod Het studiegebied Bouw omvat in de tweede graad TSO de richtingen Bouwtechnieken en Hout- en Bouwkunde; in de derde graad zijn er Bouwkunde, Bouwtechnieken en Bouwkundig Tekenen.3 De specialisatiejaren TSO leiden op tot Bouw constructie- en planningstechnieken, Industriële bouwtechnieken en Weg- en waterbouwtechnieken. 2.2.1.4 Onderzoek naar de bevolking van de opleidingen In het schooljaar 1994-95 volgden in de tweede en derde graad van het voltijds beroepsonderwijs in totaal 1 911 leerlingen (1905 jongens en 6 meisjes) de studierichting bouw BSO; in het derde leerjaar van de derde graad volgden 61 jongens de studierichting afwerkingstechnieken; in het derde leerjaar van de 3de graad volgden 27 jongens de studierichting restauratie-renovatie bouw.
3
Vanaf het schooljaar 2000-2001 is er in de tweede graad de studierichting Bouw- en houtkunde; in de derde graad wordt het Bouwtechnieken (Onderwijsdecreet 9 juli 1998).
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
5
In het voltijds beroepsonderwijs volgden in het schooljaar 1996-97 2 392 leerlingen, waarvan 2 386 jongens en 6 meisjes, de opleidingen; in de tweede en derde graad volgden 2 227 leerlingen (2 221 jongens en 6 meisjes) de studierichting bouw; in het derde leerjaar van de derde graad volgden 91 jongens de studierichting ruwbouwafwerking; in het derde leerjaar van de derde graad volgden 74 jongens de studierichting restauratie-renovatie bouw. Het aantal leerlingen in het DBSO bedraagt voor het schooljaar 1997-98 13 jongens, waarvan 10 in de tweede graad en 3 in de derde graad. Het BuSO telde in het schooljaar 1996-97 in Bouwwerken (opleidingsvorm 3) 922 leerlingen (917 jongens en 5 meisjes). In het OSP volgden in het schooljaar 1996-97 in de afdeling Bouwbedrijf - lagere secundaire beroepsleergangen (traditioneel stelsel) 122 leerlingen (119 jongens, 3 meisjes) de opleiding; in de afdeling Bouwbedrijf - hogere secundaire beroepsleergangen (traditioneel stelsel) 464 leerlingen (454 jongens, 10 meisjes) de opleiding; in de afdeling Bouwbedrijf (kapitaliseerbare eenheden) 468 leerlingen (450 jongens, 18 meisjes)4. Bij de VDAB beëindigden in 1996 178 cursisten de opleiding ‘Stukadoor’; in 1997 waren dat er 194. Het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen (VIZO) had op 31 december 1995 943 cursisten (939 mannelijk en 4 vrouwelijk) in de opleiding Bouwsteen-beton; op 31 december 1996 waren dat er 1160 (1154 mannelijk en 6 vrouwelijk).
2.2.2
Regionale spreiding van het opleidingenaanbod en de tewerkstelling in Vlaanderen en het Brussels Gewest. De opleiding wordt verspreid over het hele grondgebied van Vlaanderen aangeboden en de afgestudeerden kunnen in de hele Vlaamse en Brusselse regio aan het werk.
2.3
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel Stukadoorbedrijven hebben het moeilijk om bekwame vaklui te vinden. Ondermeer doordat het beroep relatief zwaar is, is er weinig instroom van gemotiveerde nieuwelingen. Ervaren arbeidskrachten zijn moeilijk te vinden en/of duur. Tot nog toe leerde men het stukadoorwerk vooral op de werkvloer zelf wat voor het bedrijf betekent dat het tegelijkertijd een opleiding moet bekostigen en een volwaardig loon uitbetalen. Een gerichte beroepsopleiding kan de uitstroom van gekwalificeerden bevorderen.
4
Deze getallen verwijzen naar het aantal leerlingen in het tweede semester.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
6
3
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL (BOP)
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel Het beroepsopleidingsprofiel heet STUKADOOR. Het slaat op de kwalificatie ‘Stukadoor’ en omvat de deelkwalificaties ‘Natte binnenbepleistering, ‘Buitenbepleistering’, ‘Droge bepleistering’ en ‘Gipsblokken plaatsen’.
3.2
Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel De toekomstige stukadoor leert wanden, plafonds en gevels al of niet op een pleisterdrager zowel manueel als mechanisch nat bepleisteren. Hij leert sierpleisters aanbrengen. Hij leert isolatiemateriaal in lichte scheidingswanden plaatsen en de wanden droog afwerken. Hij leert droge bepleistering plaatsen. Hij leert de draagstructuur van lichte scheidingswanden plaatsen en die met een droge bepleistering afwerken. De beginnende stukadoor werkt in teamverband (meestal een ploeg van twee) onder de verantwoordelijkheid van een meestergast. De beginnende stukadoor dient het eigen werk zelf voor te bereiden. Dit impliceert dat hij zich op de werkplek in een voor de werkzaamheden gunstige werkpositie moet kunnen plaatsen (eventueel met steigers en ladders) met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften. Ook deze vaardigheden worden in de beroepsopleiding aangeleerd. De kleinschaligheid van de meeste bedrijven vraagt van de stukadoor reeds vroeg in de loopbaan een verregaande polyvalentie en bereidheid tot (relatief) zelfstandig werken. Tussen de onderscheiden specialisaties (natte binnenbepleistering, buitenbepleistering, droge bepleistering) bestaat geen duidelijke afbakening. Een Koninklijk Besluit bepaalt de voorwaarden tot de uitoefening van de beroepswerkzaamheden van aannemer -plafonneerder-cementwerker in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen5. Volgens het KB omvat het beroep aannemer-plafonneerder-cementwerker: – het uitvoeren van effen binnen- en buitenbepeleisteringswerken; – het uitvoeren van alle lijstwerken en versieringen binnen en buiten; – nabootsing van baksteen, Franse steen, blauwe steen; – het uitvoeren van gekrabde, geschaafde, Tiroolse en andere bepleisteringen; – het uitvoeren van verschillende berapingen – het uitvoeren van herstellingen of veranderingen aan hogervermelde werken. Volgens het KB mag een getuigschrift aan een persoon die de beroepswerkzaamheid van aannemer tegelzetter wenst uit te oefenen slechts worden uitgereikt wanneer bewezen wordt dat aan al de hierna opgesomde kennis is voldaan: – kennis van het bedrijfsbeheer – theoretische beroepskennis dewelke omvat: • kennis van berekenen van oppervlakten en omvang • kennis van prijsberekening
5
KB van 8 augustus 1961 (BS van 31 januari 1969) gewijzigd bij KB van 21 april 1972 (BS van 27 mei 1972), KB van 3 oktober 1978 (BS van 28 oktober 1978), KB van 9 april 1980 (BS van 6 mei 1980).
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
7
• kennis van planlezen • tekenen – praktische beroepskennis: • materiaalkennis – materieelkennis (gereedschappen, toestellen en apparaten) – kennis van wetten en reglementen. (Wil de leerling/cursist als zelfstandig ondernemer kunnen werken, dan dient hij naast de vaardigheden en kennis opgenomen in dit BOP nog de nodige kennis van bedrijfsbeheer te verwerven.) Gezien de kleinschaligheid van de meeste stukadoorbedrijven is het toezicht doorgaans zeer algemeen. Zelfstandig kunnen beslissingen nemen wat werkmethode en werkvolgorde betreft is daarom belangrijk. De leerling/cursist leert op basis van een uitvoeringsplan zelf de werkmethode en de werkvolgorde te bepalen. Openheid voor vernieuwingen inzake bepleisteringsmethoden en uitvoeringstechnieken maakt deel uit van de beroepsopleiding. Integratie van droge, natte en buitenbepleisteringstechnieken in eenzelfde opleiding is te rechtvaardigen doordat elke stukadoor ooit wel eens met elk van deze werksoorten te maken krijgt. Bij het plafonneren van badkamercellen bijvoorbeeld, zal hij van natte binnenbepleistering moeten overschakelen op buitenbepleisteringstechnieken vermits in die cellen met cementeermortels gewerkt wordt. Het aanbrengen van pleisterdragers aan plafonds heeft dan weer affiniteit met het monteerwerk, eigen aan de droge bepleistering. En bij de afwerking moet de droge bepleisteraar heel wat natte bepleisteringstechnieken kennen. Volgende types van stukadoorbedrijven werden in het beroepsprofiel onderscheiden6: Droge bepleistering
Natte binnenbepleistering
Buitenbepleistering
Bedrijfstype 1 Bedrijfstype 2 Bedrijfstype 3 Bedrijfstype 4 Bedrijfstype 5
6
Uitgevoerd door eenzelfde ploeg
Bedrijfstype 6
Uitgevoerd door eenzelfde ploeg
Bedrijfstype 7
Uitgevoerd door eenzelfde ploeg
L. Sels, Beroepsprofiel Stukadoor, Brussel, Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid, 1997.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
8
3.3
Concrete vertaalslag
3.3.1
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Het beroepsopleidingsprofiel wordt afgeleid van het beroepsprofiel ‘Stukadoor’ (FVB, 1997).
3.3.2
Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel Het toegeleverde beroepsprofiel kan ondergebracht worden in type A; dat is een beroepsprofiel dat takenclusters omvat voorzien van kennis, attitudes en contextgegevens.
3.3.3
Selectie van takenclusters en taken De sectorcommissie neemt de takenclusters van het beroepsprofiel over voor de samenstelling van het beroepsopleidingsprofiel stukadoor. BEROEPSPROFIEL Natte bepleistering Voorbereidende taken
:
Uitvoerende taken
:
Ondersteunende taken : Buitenbepleistering Voorbereidende taken
:
Uitvoerende taken
:
Ondersteunende taken : Droge bepleistering Voorbereidende taken
:
Uitvoerende taken
:
Ondersteunende taken : Plaatsen van gipsblokken Voorbereidende taken : Uitvoerende taken :
Planning van het werk (tabel 1) Voorbereiding van de bepleisteringswerken (tabel 2) Manueel aanbrengen van pleister (tabel 3) Aanbrengen van sierwerk (ornamenten) (tabel 4) Reinigen materiaal, veiligheidsmaatregelen, schoonmaken, administratie (tabel 6) Planning van het werk (tabel 7) Voorbereiding van de bepleisteringswerken (tabel 8) Voorbehandeling (tabel 9) Aanbrengen van pleisters (tabel 10) Reinigen materiaal, veiligheidsmaatregelen, schoonmaken, administratie (tabel 11) Planning van het werk (tabel 12) Voorbereiding van de plaatsingswerken (tabel 13) Plaatsing van de onderstructuur (tabel 14) Bevestiging van gipskartonplaten op metalen geraamte (tabel 15) Afwerking van de aangebrachte gipskartonplaten (tabel 16) Reinigen materiaal, veiligheidsmaatregelen, schoonmaken (tabel 17) Voorbereidingen voor het plaatsen (tabel 18) Plaatsen van gipsblokken (tabel 19)
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
9
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Natte binnenbepleistering :
cluster 1: De uitvoering van natte binnenbepleistering plannen en voorbereiden cluster 2: Natte binnenbepleistering uitvoeren
Buitenbepleistering
cluster 3: De uitvoering van buitenbepleistering plannen en voorbereiden cluster 4: Buitenbepleistering uitvoeren
:
Droge bepleisteringswerken: cluster 5: De uitvoering van droge bepleistering plannen en voorbereiden cluster 6: Gipskartonplaten bevestigen en afwerken Gipsblokken plaatsen
:
cluster 7: Het plaatsen van gipsblokken plannen en voorbereiden cluster 8: Gipsblokken plaatsen en afwerken.
Het nat aanbrengen van sierlijsten en ornamenten op wanden en gevels behoort niet tot de vaardigheden die een beginnend beroepsbeoefenaar moet beheersen. De taak ‘Droogleggen van gevels indien er sprake is van opstijgend vocht’ werd in het BOP niet als vaardigheid weerhouden omdat dat werk is voor specialisten. Een beginnend stukadoor moet wel een belemmering voor goed pleisterwerk kunnen vaststellen en de eigen beperktheid terzake onderkennen (vaardigheden 11.2 en 21.2). De vaardigheden: ‘een elastische voegkit kiezen en aanbrengen’, ‘isolatie aanbrengen bij natte bepleistering’ en ‘gipskartonplaten met mortel op de draagstructuur verlijmen’ en ‘een gevel machinaal bepleisteren’ - niet voorzien in het BP -, werden aan het BOP toegevoegd omdat deze technieken in de toekomst zeker nog aan belang zullen winnen. De beginnend stukadoor beheerst de vaardigheidsclusters 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8. De deelkwalificatie ‘Natte binnenbepeleisteringswerken’ omvat de clusters 1 en 2; de deelkwalificatie ‘Buitenbepleisteringswerken’ omvat de clusters 3 en 4; de deelkwalificatie ‘Droge bepleisteringswerken’ omvat de clusters 5 en 6; de deelkwalificatie ‘Gipsblokken plaatsen’ omvat de clusters 7 en 8.
3.3.4
Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis, houdingen en context Elke vaardigheid/kennis wordt genuanceerd aan de hand van de volgende criteria. Vaardigheden -
1 = oriëntering Een cluster van vaardigheden waarmee de lerende/beginnende beroepsbeoefenaar kennis maakt. Hij/zij neemt deze vaardigheden waar of voert ze kort uit om een beter beeld te krijgen van de beroepsactiviteiten binnen de bedrijfstak.
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
10
-
2 = onder begeleiding uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin het voordoen/nadoen een rol spelen of waarin de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij derden ligt.
-
3 = zelfstandig uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij op eigen initiatief handelt of waarin de verantwoordelijkheid bij de lerende zelf ligt.
-
4 = begeleidend uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering door derden op zich neemt. Ondersteunende kennis
-
1 = feitelijke kennis Deze kennis is op herkenning terug te voeren (Dit niveau kan omschreven worden door middel van werkwoorden van het type: reproduceren, bewust zijn, herinneren, herkennen, registreren, opnoemen, aanduiden, benoemen, opsommen, ...)
-
2 = begripsmatige kennis Deze kennis is op inzicht terug te voeren (begrijpen, verstaan, aantal aangeven, verband uitdrukken, bewijzen, voorbeelden geven, typeren, de essentie aangeven, omschrijven, met eigen woorden zeggen, ...)
-
3 = kennistoepassing Deze kennis past de feitelijke en begripsmatige kennis toe (gevarieerd aanwenden, uitwerken, beoordelen, evalueren, produceren, vergelijken met, structureren, ...)
-
4 = integrerende De kennis in nieuwe situaties toepassen en zoeken naar innovaties
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
3.3.5
11
Concrete uitwerking van de vertaalslag 3.3.5.1 Concrete vertaalslag voor Natte binnenbepleistering
CLUSTER 1: DE UITVOERING VAN NATTE BINNENBEPLEISTERING PLANNEN EN VOORBEREIDEN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
1.8
1.9
een uitvoeringsplan voor alle bepleisterings- en cementeringswerken lezen en begrijpen en een werkopgaveblad interpreteren zodat hij weet welk oppervlak welke behandeling moet krijgen de aard en de staat van de ondergrond beoordelen, gebreken onderkennen en een eventuele voorbehandeling voorstellen. De eigen beperktheid terzake onderkennen
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
3
Kunnen vaktekenen en schetsen. Stijlkenmerken herkennen, met het oog op het gevraagde type verfraaiing. Kennis van de structurele onderdelen van gebouwen die door stukadoors behandeld worden.
V3 K2
Kennis van gebreken ten gevolge van fysische en chemische invloeden in gebouwen: (porositeit, capillariteit, condensatie, alkaliteit, corrosie, uitzetting en inkrimping van materialen, vorming van schimmels, mossen, …). Kennis van voorbehandelingstechnieken.
K2
Kennis van rekenkunde en meetkunde.
K3
Kennis van de courant gebruikte producten en hun toepassingsgebied. Catalogi kunnen raadplegen Kennis van opmeten. Kennis van rekenkunde en meetkunde. Kennis van volumedosering. Kennis van standaard meetmethode.
K3
2
een voorbehoud bij slechte staat van de ondergrond formuleren de geometrische kenmerken van de te behandelen oppervlakken meten en controleren vaststellen of thermische isolatie en vochtisolatie aanwezig zijn de benodigde producten selecteren
3
op basis van een uitvoeringsplan, eventueel aangevuld met een bezoek aan de werf, de nodige hoeveelheden materiaal voor een bepaald werk berekenen ontruimingsmaatregelen treffen opdat de pleisterwerken vlot kunnen worden uitgevoerd ladders, stellingen en hijstoestellen aanbrengen
3
3
K1
K2
3
3
V3 K3 K3 K3 K3
3
3
Kennis van de soorten ladders en stellingen en hun toepassingsgebied.
K3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
12
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
1.10 materiaal en gereedschap zo plaatsen dat men er efficiënt mee kan werken
3
K2
1.11 stroomkringen onderbreken, stopcontacten, schakelaars en lichtaansluitingen weghalen en zijn beperktheden terzake onderkennen 1.12 de ondergrond schoonmaken, niet-vastzittende delen (specie, steen, beton, nagels, mortelresten e.d.) verwijderen en cementbaarden weghakken 1.13 de voorziene voorbehandeling volgens de gebruiksinstructies uitvoeren 1.14 niet te bepleisteren, in het zich blijvend metselwerk paramentwerk), kozijnen, hout, glas, elektriciteitsleidingen e.d. afschermen om besmeuren met mortel te voorkomen 1.15 isolatiemateriaal aanbrengen
2
Kennis van handgereedschap, apparatuur en machines, hun kenmerken en toepassingsgebied. Elementaire kennis van elektriciteit binnen de woning.
K3
1.16 beoordelen of de ondergrond een verstevigingsnet vereist, een gepast net kiezen en aanbrengen 1.17 de pleisterlaag uitlijnen en uitzetten met behulp van waterpas, schietlood en spandraden om de dikte van de bepleistering te kunnen bepalen 1.18 in de juiste verhouding bindmiddel (cement, kalk of gips), zand en water mengen, met behulp van schop, troffel en mortelmenger 1.19 in de juiste verhouding voorgemengde droge mortels met water mengen met behulp van schop, troffel en mortelmenger
3
Kennis van isolatiematerialen: soorten, kenmerken en toepassingsgebied. Kennis van soorten verstevigingsnetten en hun toepassingsgebied / uitvoeringstechnieken.
3
Kennis van lood-, pas- en uitlijningswerk.
K3
3
Kennis van mortelsoorten voor binnenbepleistering (stevigheid, consistentie en verwerkbaarheid) en hun toepassingsgebieden. Kennis van de soorten mortelmengers.
K3
K2
3
3
3
3
3
K3
K3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
13
CLUSTER 2: NATTE BINNENBEPLEISTERING UITVOEREN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 2.1
2.2
2.3
2.4
2.5 2.6
2.7
2.8
2.9
2.10 2.11
2.12 2.13
2.14
geleiders (hoekbeschermers, speciebanden, profielen, …) aanbrengen een pleisterdrager aanbrengen en indien nodig verstevigen met een pleisterlaag pleisterspecie met een raapspaan opbrengen en afreien bij machinaal bepleisteren de machine instellen, het debiet van het aanmaakwater regelen en de pleisterspecie spuiten de spuitmachine onderhouden bij eenlagig pleisteren na voldoende binding de pleisterlaag met behulp van een geschikt schuurbord opschuren en met geschikt gereedschap polieren bij tweelagig pleisteren de onderlaag uischaven, de afwerklaag opbrengen en polieren voor het kleven van lijsten en ornamenten met behulp van een smetdraad en geleiders op basis van een tekening of op aanwijzing de hoofdmaten uitlijnen en uitzetten een ornament met gips of aangepaste lijm op de juiste plaats bevestigen naden en hoeken afwerken stroomkringen onderbreken, stopcontacten, schakelaars en lichtaansluitingen terugplaatsen en zijn beperktheden terzake onderkennen persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken. op het juiste ogenblik de uitrusting en het gereedschap reinigen afval beperken, selectief sorteren en restanten en producten milieuvriendelijk opslaan
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
3
Kennis van de diverse geleiders en randprofielen
K3
3
Kennis van pleisterdragers.
K3
Kennis van gereedschap.
K3
3
Kennis van lood- en paswerk.
K3
3
Kennis van bevestigingstechnieken.
K3
Elementaire kennis van elektriciteit binnen de woning.
K2
Kennis van de geldende veiligheidsvoorschriften. Kennis van reinigingsproducten.
K3
Kennis van voorschriften m.b.t. afvalverwerking. Kennis van de geldende milieureglementering.
K3
3
2
3 3
3
3 2
3 3
3
K3
K2
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
14
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 2.15 werkplek schoonhouden en opruimen 2.16 eigen prestaties of administratie bijhouden (gewerkte uren, gebruikt materiaal,…)
Mate van beheersing 3 3
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
15
3.3.5.2 Concrete vertaalslag voor Buitenbepleistering CLUSTER 3: DE UITVOERING VAN BUITENBEPLEISTERING PLANNEN EN VOORBEREIDEN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
een uitvoeringsplan voor alle buitenbepleisteringswerken lezen en een werkopgaveblad interpreteren zodat hij weet welk oppervlak welke behandeling moet krijgen de aard en de staat van de gevels beoordelen, gebreken onderkennen en een eventuele voorbehandeling voorstellen. De eigen beperktheid terzake onderkennen
de geometrische kenmerken van de te behandelen oppervlakken meten en controleren een voorbehoud bij slechte staat van de ondergrond formuleren de benodigde producten selecteren
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
3
Kunnen vaktekenen en schetsen. Kennis van de structurele onderdelen van gebouwen die door stukadoors behandeld worden. Stijlkenmerken herkennen met het oog op het gevraagde type verfraaiing. Kennis van gebreken ten gevolge van fysische en chemische invloeden op gebouwen (verschillende soorten metselwerk, de aanzuigkracht van de diverse te bepleisteren materialen, overhelling van muren, opstijgend vocht, mosbegroeiing…). Kennis van voorbehandelingstechnieken. Kennis van rekenkunde en meetkunde
V3 K2
Kennis van de meest courant gebruikte producten en hun toepassingsgebied. Catalogi kunnen raadplegen. Kennis van opmeten. Kennis van rekenkunde en meetkunde. Kennis van standaard meetmethode. Kennis van volumedosering.
K3
2
3
V2
K2
K2 K3
3
3
op basis van een uitvoeringsplan, eventueel aangevuld met een bezoek aan de werf, de nodige hoeveelheden materiaal voor een bepaald werk berekenen ladders, stellingen en hijstoestellen aanbrengen
2
afschermzeilen tegen weersinvloeden aanbrengen materiaal en gereedschap zo plaatsen dat men er efficiënt mee kan werken
3
3
3
V3 K3 K3 K3 K3
Kennis van de soorten ladders en stellingen en hun toepassingsgebied. Veiligheidsvoorschriften kennen.
K3
Kennis van handgereedschap, apparatuur en machines, hun kenmerken en toepassingsgebied.
K2
K3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
16
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
Mate van beheersing
3.10 de ondergrond schoonmaken, niet-vastzittende delen (specie, steen, beton, nagels e.d.) verwijderen en cementbaarden weghakken 3.11 de voorziene voorbehandeling volgens de gebruiksinstructies uitvoeren 3.12 beoordelen of de ondergrond een verstevigingsnet vereist, een gepast net kiezen en aanbrengen 3.13 de pleisterlaag uitlijnen en uitzetten met behulp van waterpas, schietlood en spandraden om de dikte van de bepleistering te bepalen 3.14 in de juiste verhouding bindmiddel (cement of kalk), zand en water mengen met behulp van schop, troffel en mortelmenger
3
3.15 in de juiste verhouding voorgemengde droge mortels met water mengen met behulp van schop, troffel en mortelmenger
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
3
Kennis van soorten wapeningen, hun kenmerken en toepassingsgebied.
K3
3
Kennis van lood-, pas- en uitlijningswerk.
K3
3
Kennis van mortelsoort voor buitenbepleistering (gebreken, stevigheid, vloeibaarheid en verwerkbaarheid) en hun toepassingsgebied. Kennis van soorten mortelmengers.
K3
3
3
K3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
17
CLUSTER 4: BUITENBEPLEISTERING UITVOEREN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 4.1 4.2
4.3
4.4
4.5 4.6 4.7
4.8 4.9
4.10
4.11
4.12 4.13
4.14 4.15
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
met mortel geleiders aanbrengen een pleisterdrager aanbrengen en indien nodig verstevigen met een pleisterlaag isolatiemateriaal + wapeningslaag op de gevel bevestigen
3
Kennis van de diverse geleiders en randprofielen. Kennis van pleisterdragers.
K3
Kennis van de meest toegepaste thermische isolatiematerialen, bewapeningslagen en hun bevestigingstechniek.
K3
cementspecie in een eerste al of niet van een wapening voorziene laag aanbrengen de aanzetmortel horizontaal opkammen een tweede cementlaag aanbrengen bij machinaal pleisteren de machine instellen, het debiet van het aanmaakwater regelen en de pleisterspecie spuiten de spuitmachine onderhouden afhankelijk van de aan te brengen afwerkingspleister de tussenlaag alleen afreien ofwel afreien en opkammen de gevel met sier- of krabpleister afwerken en een beschermlaag aanbrengen op het juiste ogenblik de uitrusting en het gereedschap reinigen persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken afval beperken, selectief sorteren en restanten en producten milieuvriendelijk opslaan de werkplek schoonhouden en opruimen de eigen prestaties of administratie bijhouden (gewerkte uren, gebruikt materiaal, …)
3
3
Kennis van de soorten pleisters.
K2
3
Kennis van reinigingsproducten.
K3
3
Kennis van de geldende veiligheidsvoorschriften. Kennis van de geldende milieureglementering. Kennis van voorschriften m.b.t. afvalverwerking.
K3
3
3
K3
3 3 3
3 3
3
3
K2 K3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
18
3.3.5.3 Concrete vertaalslag voor Droge bepleistering
CLUSTER 5: DE UITVOERING VAN DROGE BEPLEISTERING PLANNEN EN VOORBEREIDEN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 5.1
5.2
een uitvoeringsplan lezen en een werkopgaveblad interpreteren zodat hij weet welk oppervlak welke behandeling moet krijgen
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
3
Kennis van de structurele onderdelen van gebouwen die door stukadoors behandeld worden. Kunnen vaktekenen en schetsen. Toepassingsgebieden van gipskartonplaten onderkennen. Kennis van de voornaamste profielsoorten en van hun wijze van monteren.
K1
de plaats van de draagstructuur van wanden en plafonds uitzetten de aan te brengen wanden en plafonds, de vloer- en plafondprofielen, de plaats van eventuele kozijnen en doorgangen van leidingen, … uitzetten de juiste plaats van de nutsvoorzieningen bepalen en uitzetten en de werfafspraken respecteren op een uitvoeringsplan de nodige hoeveelheden materiaal voor een bepaald werk berekenen ladders, stellingen en hijstoestellen voor droge bepleisteringswerken aanbrengen materiaal en gereedschap zo plaatsen dat men er efficiënt mee kan werken
2
gipskartonplaten oordeelkundig opslaan 5.9 de draagstructuur bepalen met het oog op een modulaire maatvoering rekening houdend met een dwarse of overlangse plaatsing van de elementen 5.10 de ondergrond voorbereiden om de draagstructuur te verankeren
3
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
5.8
2
V3 K3 K3
Kennis van opmeten. Kennis van rekenkunde en meetkunde. Kennis van standaard meetmethode.
K3 K3
Kennis van de soorten ladders en stellingen en hun toepassingsgebied. Veiligheidsvoorschriften kennen. Kennis van gereedschap: handgereedschap, apparatuur en machines kunnen herkennen, noemen, er de kenmerken van kennen en het toepassingsgebied kunnen bepalen.
K3
Catalogi kunnen raadplegen.
V3
K3
2
2
3
3
3
3
K3 K2
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
Mate van beheersing
5.11 profielen op lengte afkorten 5.12 een draagstructuur voor lichte voorzetwanden, scheidingswanden en plafonds aanbrengen en de noodzakelijke voorzieningen aanbrengen voor het maken van de openingen 5.13 thermische en akoestische isolatie aanbrengen
3
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
19
Mate van beheersing
Gereedschapskennis
K3
Kennis van elementaire bouwfysica.
K2
3
3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
20
CLUSTER 6: GIPSKARTONPLATEN BEVESTIGEN EN AFWERKEN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 6.1
6.2 6.3
6.4
6.5
6.6
6.7 6.8
6.9 6.10
6.11 6.12
6.13 6.14
gipskartonplaten met aangepast gereedschap bewerken gipskartonplaten dwars en overlangs plaatsen gipskartonplaten op de draagstructuur met een gepaste techniek bevestigen gipskartonplaten met mortel op de draagstructuur verlijmen de plaats voor het aanbrengen van de kooflijsten bepalen en op de muur aanduiden de kooflijsten naar maat zagen, vastkleven en de overtollige pasta verwijderen hoek- en randprofielen plaatsen voegbanden kleven en voegen, schroefkoppen, hoeken en randen volgens de verwerkingsvoorschriften van de fabrikant afwerken een elastische voegkit kiezen en aanbrengen op het juiste ogenblik de uitrusting en het gereedschap reinigen persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken. afval beperken, selectief sorteren en restanten en producten milieuvriendelijk opslaan de werkplek schoonhouden en opruimen eigen prestaties of administratie bijhouden (gewerkte uren, gebruikt materiaal, …)
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
Kennis van bevestigingsmiddelen, het gereedschap en de plaatsingsmethoden.
K3
Kennis van de verschillende voegproducten en toebehoren. Kennis van de verschillende uitvoeringsmaterialen en -technieken ter bescherming van hoeken en randen. Catalogi kunnen raadplegen.
K3
3
3 3
3
3
3
3 3
3
K3
V3
3
3 3
3 3
Kennis van de geldende veiligheidsvoorschriften. Kennis van voorschriften m.b.t. afvalverwerking. Kennis van de geldende milieureglementering.
K3 K3 K3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
21
3.3.5.4 Concrete vertaalslag voor Gipsblokken plaatsen
CLUSTER 7: HET PLAATSEN VAN GIPSBLOKKEN PLANNEN EN VOORBEREIDEN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
7.1 een uitvoeringsplan lezen en een werkopgaveblad interpreteren zodat hij weet welk oppervlak welke behandeling moet krijgen 7.2 de plaats waar de wand moet komen, bepalen en uitzetten
3
Kennis van de structurele onderdelen van gebouwen die door stukadoors behandeld worden. Kunnen vaktekenen en schetsen.
K1
7.3 maatregelen treffen zodat de eerste laag horizontaal kan worden geplaatst 7.4 op aanwijzing vochtisolatie plaatsen 7.5 wanneer de gipswand aansluit op een bepleisterde muur, de bepleistering verwijderen 7.6 tegen bestaand metselwerk randprofielen plaatsen 7.7 stelprofielen loodrecht plaatsen 7.8 bouwlijm volgens voorschrift aanmaken en de aangemaakte specie beoordelen met het oog op de verwerkbaarheid
3
3
V3
Kennis van gipsblokken (afmetingen, eigenschappen, toepassingsgebied en afwerkingstechnieken).
K3
Kennis van de eigenschappen van bouwlijmen (bv. in functie van de verwerkingstijd)
K3
3 3
3 3 3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
22
CLUSTER 8: GIPSBLOKKEN PLAATSEN EN AFWERKEN PLANNEN EN VOORBEREIDEN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan: 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
8.6 8.7 8.8 8.9
8.10 8.11
8.12 8.13
8.14 8.15
de lijmspecie op de gipsblikken aanbrengen gipsblokken volgens plan in verband plaatsen een staande tand uitvoeren. de benodigde passtukken opmeten en op maat zagen regelmatig met rei en waterpas de verticaliteit en horizontaliteit van de geplaatste blokken controleren en indien nodig correcties aanbrengen een opening op maat uizagen. een metalen deurlijst aan de wand verankeren overtollige lijmspecie verwijderen na het aanbrengen van nutsvoorzieningen de sleuven en gaten uitvullen de afwerkingslaag aanbrengen en egaliseren op het juiste ogenblik de uitrusting en het gereedschap reinigen persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken afval beperken, selectief sorteren en restanden en producten milieuvriendelijk opslaan de werkplek schoonhouden en opruimen eigen prestatie of administratie bijhouden (gewerkte uren, gebruikt materiaal, …)
Mate van beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van beheersing
Kennis van de geldende veiligheidsvoorschriften. Kennis van voorschriften m.b.t. afvalverwerking. Kennis van de geldende milieureglementering.
K3
3 3 3 3 3
3 3 3 3
3 3
3 3
3 3
K3 K3
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
3.3.6
23
Beroepshoudingen Onder beroepshoudingen worden de meer algemene, minder aan een specifieke uitvoering gebonden eigenschappen, attitudes, persoonlijkheids- en gedragskenmerken verstaan, die functioneel kunnen zijn in het arbeidsproces. Het is het geheel van cognitieve, affectieve en actiecomponenten wezenlijk voor de uitoefening van een beroep. Beroepshoudingen slaan op alle clusters van vaardigheden. − Zelfstandigheid/Doorzettingsvermogen: erop gericht zijn de toegewezen taken van begin tot einde af te werken. − Organisatievermogen: het vrij algemene toezicht op de stukadoorswerkzaamheden impliceert dat een stukadoor erop gericht moet zijn het eigen werk zelf te plannen en bij te sturen. − Zin voor samenwerking: bereid zijn met collega’s samen te werken. − Zorgvuldigheid: erop gericht zijn de taken zo uit te voeren dat beschadigingen aan bestaande oppervlakken voorkomen wordt. − Zin voor afwerking: aandacht hebben voor de gestelde afwerkingseisen. − Leergierigheid: bereid zijn mee te evolueren: nieuwe producten willen verwerken en nieuwe uitvoeringstechnieken willen toepassen. − Veiligheidsbewustzijn, milieubewustzijn en hygiëne: voortdurend aandacht hebben voor de veiligheid en de gezondheid van zichzelf en van anderen. − Zin voor ergonomie: erop gericht zijn zo ergonomisch mogelijk te werken (bv. bij het stellingen bouwen, het tillen,…). − Beroepsfierheid: erop gericht zijn kwalitatief hoogstaand werk af te leveren. − Flexibiliteit: bereid zijn zich aan te passen aan verschillende uitvoeringsomstandigheden.
3.3.7
Contextgegevens Stukadoorswerk is ongetwijfeld één van de zwaardere beroepen in de bouw. Voor de verplaatsing van de lasten moet zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van tilgereedschap en aangepaste technieken. Aspecten die ook een bijzondere aandacht vereisen zijn: specifieke manieren om de belasting te verminderen bij het laden van een spaarbord, bij het traditioneel opbrengen van de specie en bij het egaliseren van de bepleistering. Stukadoors zijn ook blootgesteld aan wisselende klimatologische factoren. Veiligheidsrisico’s Bij het egaliseren van muren kunnen rondvliegende stukken steen verwondingen veroorzaken. Bij het gebruik van de mortelmenger moeten alle veiligheidsmaatregelen genomen worden en een wegwerpstofmasker en beschermbril gedragen worden. Ladders, stellingen en schragen zijn onmisbaar voor de stukadoor maar hun gebruik houdt een verhoogd risico op ongevallen in. Gezondheidsrisico’s Bindmiddelen (gebluste of hydraulische kalk, gipspoeder, cement) en toeslagstoffen kunnen een schadelijke invloed uitoefenen op de gezondheid. Het beroep van stukadoor is een gereglementeerd beroep (Zie 3.2 Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel)
B E R O E P S O P L E ID IN G S P R O F IE L S T U K A D O O R
24
4
BIBLIOGRAFIE
L. Sels, Beroepsprofiel Stukadoor, Brussel, Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid, 1997. Handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor het secundair en volwassenenonderwijs. Brussel, Dienst voor Onderwijsontwikkeling, 1998. Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs, Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Departement Onderwijs.
5
MEDEWERKERS AAN DE SECTORCOMMISSIE
♦
Vanden Borre Gilbert, voorzitter, VVKSO
♦
Schoof Freddy, firma F. Schoof, Dendermonde
♦
Maes Theo, stukadoor, Beveren-Waas
♦
Hermans Ivo, Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid
♦
De Coster Martin, Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding
♦
Van den Vreken Chris, Dienst voor Onderwijsontwikkeling
♦
Van den Branden Herman, Instituut voor Bouwbedrijf, Gent, OVSG
♦
De Rouck Marcel, Vrij Technisch Instituut, Aalst, VVKSO
♦
Duerinck Danny, Koninklijk Technisch Atheneum, Lier, ARGO
♦
Borgonjon Wim, Dienst Europese Projecten
♦
Vanheste Rita, Vlaamse Onderwijsraad
bagger
werktuigkundige voor de baggervaart baggerwerker
machinale beroepen
torenkraanbestuurder kraanbestuurder bestuurder mobiele kraan en verreiker boorder bronbemaler weg- en waterbouw
heimachinist chauffeur
ruwbouw
bouwplaatsmachinist wegenwerker
metselaar bekister ruwbouw
ijzervlechter
steen
betonhersteller prefab-monteerder gevelwerker voeger dekvloerlegger afwerking ruwbouw
tegelzetter stukadoor dakdekker
dak afwerking
dakdichter glas
glaswerker stellingbouwer
metaal
industriële isolateur monteur CV sanitair installateur schilder-decorateur
verf industrieel schilder
Bijlage: BEROEPENSTRUCTUUR BOUWSECTOR (versie 28 mei 1998)
natuursteenbewerker