Strategisch beleidsplan – 2013-2016 Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst
Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst, Utrecht 2014
Colofon
Strategisch beleidsplan 2013-2016, Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst Samenstelling: Ocker van Munster, Marlies Tal, afdelingshoofden (Angela van Dijk, Peter van den Esschert, Teunis IJdens, Wies Rosenboom, Melissa de Vreede), (senior-)projectleiders en medewerkers LKCA Tekstredactie: Bea Ros
31 maart 2014
Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst Kromme Nieuwegracht 66 Postbus 452 3500 AL Utrecht Email:
[email protected] Internet: www.lkca.nl
Inhoud Samenvatting
1 Een nieuwe koers 1.1 Aanleiding 1.2 Trends en positionering 1.3 Profiel en rol voor het LKCA 1.4 Missie en visie 1.5 De kern van de nieuwe koers 2 Wat doet het LKCA en voor wie 2.1 Inleiding 2.2 Thema’s 2.3 Productclusters 2.4 Doelgroepen van het LKCA 2.5 Wat doen we niet (meer)? 2.6 Samenvattend 3 Waarmee doet het LKCA dat
5
7 7 8 9 10 12
13 13 15 22 25 27 28 29
4
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
Samenvatting In dit strategisch beleidsplan beschrijft het Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) zijn nieuwe koers. Dit plan is te beschouwen als een aanvulling en een aanscherping van het Activiteitenplan 2013-2016 van het LKCA en dient in samenhang hiermee te worden gelezen. We beantwoorden hiermee aan de voorwaarde van de minister van OCW in de subsidiebeschikking, maar ook aan de interne behoefte aan meer richting en duidelijkheid. Het is nodig om het LKCA als nieuw, uit de samenvoeging van Cultuurnetwerk Nederland en Kunstfactor, ontstaan kennisinstituut helder en stevig te profileren.
Onze heroriëntatie omvatte onder meer een doelgroepenonderzoek en gesprekken over verwachtingen vanuit het veld over de rol van het LKCA. Men verwacht, zo bleek, van het LKCA een steviger rol in publieksbeïnvloeding en algemene profilering van de sector. Het LKCA moet meer de spil in het netwerk zijn, een organisatie die niet alleen kennis deelt, ondersteunt en faciliteert, maar ook agendeert, initieert en zijn stem laat horen in het publieke debat. We staan niet naast het veld, maar midden in het veld en we staan voor het veld als dat nodig is. Tegelijkertijd koesteren we onze onafhankelijke en kritische blik, ook op de eigen sector.
We beperken ons bovendien niet tot de eigen sector, maar gaan actief op zoek naar verbindingen met andere (beleids)terreinen. Vooral in het sociale domein, waar momenteel transities van landelijk naar gemeentelijk beleid plaatsvinden, zien we veel kansen om de (maatschappelijke) kracht van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie te benutten.
Op basis hiervan beschrijven we in hoofdstuk 1 onze missie ofwel waar we voor staan: Het LKCA staat voor het belang van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie voor individu en samenleving. Wij ontlenen ons bestaansrecht aan onze actieve, deskundige en betrokken inzet voor cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie en aan de kwaliteit van onze bijdrage aan praktijk en beleid. Onze visie beschrijft waar we voor gaan: Wij gaan voor goede cultuureducatie binnen- en buitenschools. Wij gaan voor actieve cultuurparticipatie bereikbaar voor iedereen. Wij gaan voor draagvlak voor cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie. Wij gaan voor verbinding van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie met de samenleving.
We hebben deze missie en visie vertaald naar vier thema’s waar we de komende jaren, samen met onze partners, de schouders onder zetten: 1 Verbetering van de kwaliteit van cultuureducatie binnen- en buitenschools 2 Vernieuwing van de infrastructuur voor actieve cultuurparticipatie 3 Versterking van de verbinding tussen actieve cultuurparticipatie en andere sectoren 4 Bevordering van waardering voor cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie in de samenleving
5
Met deze thema’s verbreedt het LKCA zijn perspectief en dat resulteert in een eveneens verbreed activiteitenpakket en uitbreiding van doelgroepen. Daarbij streven we ernaar dat onze Strategisch beleidsplan – 2013-2016
activiteiten beter zichtbaar en herkenbaar worden als producten van het LKCA. We onderscheiden in onze werkzaamheden de volgende zeven productclusters: A. Digitaal Kenniscentrum B. Analyse en reflectie C. Richtlijnen, leerplannen en normstelling D. Actieve kennisdeling E. Creëren en verrijken van netwerken F. Strategische communicatie G. Beleidsondersteuning
In hoofdstuk 2 van dit beleidsplan lichten we deze thema’s en productclusters toe en beschrijven we waar het LKCA de komende jaren aan zal werken. We maken ook duidelijk wat we niet doen, zoals ons begeven op de markt en concurreren met andere partijen. Onze basis is samenwerken met anderen, verbindingen leggen en de sector actief vertegenwoordigen. Niet als belangen- of brancheorganisatie, maar als deskundige en onafhankelijke kennispartner. Een verbreding van focus, activiteiten en doelgroepen brengt groter afbreukrisico met zich mee. Dat is te ondervangen met helder management. In hoofdstuk 3 staat beschreven hoe we werken aan een stevige en flexibele organisatie waarin de oorspronkelijke bloedgroepen niet meer te onderscheiden zijn. Er loopt inmiddels een traject om de organisatiestructuur aan te passen en de competenties van medewerkers te herijken. Vóór zomer 2014 zal deze aanpassing haar beslag krijgen.
6
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
1
Een nieuwe koers
1.1
Aanleiding
Het LKCA is begin 2013 gestart op basis van het Activiteitenplan 2013-2016 en draait momenteel voluit binnen de afgesproken beleidskaders en de financiële en personele mogelijkheden van de rechtsvoorgangers Cultuurnetwerk Nederland en Kunstfactor. De Raad voor Cultuur heeft in augustus 2012 een positief advies gegeven over het activiteitenplan en de toenmalige staatssecretaris heeft dat advies overgenomen.
De raad heeft in zijn advies wel aangetekend dat het plan verder moest worden aangescherpt, omdat de plannen en de richting van het nieuwe instituut nog onvoldoende duidelijk waren. De missie en visie vroegen nog de nodige aandacht evenals de concrete doelstellingen, aldus de raad. In navolging hiervan stelt het ministerie van OCW in de subsidiebeschikking als voorwaarde dat het LKCA een heldere strategische agenda overlegt en het activiteitenplan aanscherpt. Om tegemoet te komen aan de vragen van het ministerie en de raad en omdat het LKCA zelf ook behoefte heeft aan een meer richtinggevend kader, hebben we met het ministerie van OCW afgesproken om in het voorjaar van 2014 een strategische agenda (aangepast beleidsplan) te presenteren. Dit beleidsplan ligt nu voor u. Dit plan is te beschouwen als een aanvulling en een aanscherping van het Activiteitenplan 2013-2016 van het LKCA en dient in samenhang hiermee te worden gelezen.
Onder leiding van de nieuwe directeur Ocker van Munster heeft het LKCA zijn koers herijkt en aangescherpt. In dit traject hebben we naast de ideeën van de eigen medewerkers ook geluisterd naar verwachtingen van externe partijen over het LKCA. Er zijn vele gesprekken gevoerd in het veld en er is een kwalitatief doelgroepenonderzoek door middel van interviews met een aantal stakeholders gehouden. Er zijn bovendien enkele brainstormsessies georganiseerd met externe partijen die dichtbij het LKCA staan. Deze omgevingsverkenning heeft veel inzicht gegeven in de beelden en verwachtingen. De resultaten van deze heroriëntatie zijn gelegd naast het vigerende activiteitenplan uit 2012 en betrokken in de opstelling van het werkplan 2014. Aldus is toegewerkt naar een nieuwe koers en concretisering van programma’s en producten voor huidige en nieuwe doelgroepen, binnen de bijgestelde beleidskaders. Op basis van deze nieuwe inzichten hebben we onze missie en visie geherformuleerd.
Het voorliggende plan legt de nadruk op de koerswijziging. De nieuwe koers wordt vertaald in enkele thema’s waarop wij in deze cultuurnotaperiode specifiek willen inzetten. Vervolgens beschrijven wij welke instrumenten en producten we daarvoor gebruiken. De concrete vertaling van thema’s en productclusters naar activiteiten vindt u terug in het werkplan voor 2014 dat als bijlage deel uitmaakt van dit plan. Het plan zal worden gerealiseerd binnen de bestaande budgettaire kaders. Het verwezenlijken van de ambities vereist aanpassing van de organisatiestructuur en aandacht voor de competenties van medewerkers. Daarvoor is inmiddels een traject in gang gezet. Vóór de zomer zal deze aanpassing haar beslag krijgen.
7
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
1.2
Trends en positionering
Het veld van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie is sterk in beweging, evenals de maatschappelijke en politieke opvattingen daarover. Cultuureducatie geniet, in elk geval in de lopende periode, grote prioriteit. Cultuureducatie in het onderwijs is speerpunt voor de rijksoverheid, vastgelegd in het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Maar er is een groot risico dat cultuureducatie ondersneeuwt in een onderwijsveld dat onder druk staat om in meer basale leergebieden betere resultaten te boeken. Dit veld vindt cultuureducatie weliswaar belangrijk, maar de praktische invulling en inbedding in het curriculum is vooralsnog onvoldoende geborgd. Er is een stevige discussie over de vraag aan welke eisen goede cultuureducatie moet voldoen. Ook de vraag hoe cultuureducatie moet worden gewaardeerd en verankerd in andere onderdelen van het curriculum leeft in het veld. Talrijk zijn de symposia en publicaties over kwaliteit van cultuureducatie. Er worden op diverse plekken leerlijnen en standaarden ontwikkeld. Het Rijk probeert, onder meer met de opdracht aan SLO om een landelijk leerplankader te ontwikkelen, een handreiking op te stellen en tot een gemeenschappelijke notie te komen over wat goede cultuureducatie is. Vooralsnog bloeien er heel veel bloemen, maar zijn er nog onvoldoende ijkpunten voor het onderwijs en voor de Onderwijsinspectie die in 2015 cultuureducatie gaat monitoren. Een aparte positie in dit levendige veld neemt erfgoededucatie in. Als onderdeel van cultuureducatie dreigt dit aandachtsgebied soms vermalen te worden tussen de kunstvakken. Het veld van de actieve cultuurparticipatie is eveneens sterk aan verandering onderhevig. We zien daar traditionele structuren en patronen in hoog tempo verdwijnen. Nieuwe vormen komen op, maar zijn nog lastig te duiden, versnipperd en daardoor minder sterk gepositioneerd in het lokale krachtenveld. De verenigingsstructuur staat onder druk, als gevolg van gewijzigde leefpatronen en digitale mogelijkheden. De moderne amateur is veelal gericht op snel resultaat, dwars door disciplines heen. Kortdurende verbintenissen en projectmatig, doelgericht werken nemen de overhand, ten koste van lange leerlijnen en ambachtelijke verdieping. Bestaande en nieuwe vormen van actieve cultuurparticipatie zoeken steun bij het vergroten van het maatschappelijk draagvlak, en vragen instrumenten om inhoudelijk te innoveren en zakelijk te professionaliseren. De lokale infrastructuur voor cultuureducatie staat onder druk. Centra voor de kunsten en muziekscholen die lokaal fungeren als baken in het buitenschoolse aanbod van kunstbeoefening en educatie worden getroffen door omvangrijke bezuinigingen. Nieuw aanbod is in ontwikkeling, maar vooralsnog sterk versnipperd, met weinig garantie voor kwaliteit, innovatie en continuïteit. De particuliere, onafhankelijke aanbieder is in opmars, gesteund door internet en nieuwe vormen van leren en kunstbeoefening. Kunstvakdocenten verliezen hun baan en zijn gedwongen om zelfstandig verder te gaan, veelal in een gemengde beroepspraktijk. Er ontstaat daardoor noodzaak aan een nieuwe visie op het vak en de wijze van organiseren.
De sociale functie van kunstbeoefening en haar bijdrage aan betekenisgeving en ontmoeting komen meer in het licht te staan. Bijna de helft van de Nederlanders uit alle bevolkingsgroepen en inkomenslagen, is actief in een of andere vorm van kunstbeoefening. Actieve cultuurpartici-
8
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
patie kan daarom een belangrijke verbinder in de samenleving zijn. Er is evenwel sprake van een teruglopende participatie. Beleidsmakers en aanbieders zoeken antwoorden op deze uitdagingen en verwachten steun en handreikingen bij het bereiken van nieuwe ambities. Veel ontwikkelingen wijzen in de richting van de-institutionalisering en minder overheidsbemoeienis. Meer marktwerking en nieuwe samenwerkingsverbanden en organisatievormen komen op. In dit veld, in dit tijdsgewricht en met de alom gevoelde urgentie is het LKCA door zijn unieke en onafhankelijke positie een waardevolle partner. Het LKCA kan, in een tijd waarin organisaties verdwijnen, bestuurlijke netwerken verkruimelen, continuïteit niet gegarandeerd is en kwaliteitsstandaarden niet meer vanzelfsprekend zijn, met zijn kennisbasis, netwerken en ervaring betekenisvol bijdragen aan structuur en samenhang in het veld van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie. 1.3
Profiel en rol voor het LKCA
Veel van bovenstaande trends hebben wij al benoemd in het Activiteitenplan 2013-2016. De prioriteiten in dat plan en de bijbehorende acties van het instituut zijn daarvan afgeleid: ontwikkeling van de infrastructuur, borging van de kwaliteit en samenhang in amateurkunst, cultuureducatie brengen naar het hart van het onderwijs en stimuleren van de culturele levensloop: verbinding educatie en amateurkunst. In de recente strategische oriëntatie hebben we opnieuw de thema’s en prioriteiten voor de komende periode besproken. Opvallend is dat externe partijen, vooral beleidsmakers en vertegenwoordigers van belangenorganisaties, het belang van draagvlakvergroting in de samenleving benadrukken. We merken dat men op het gebied van publieksbeïnvloeding en profilering van de sector meer van het LKCA verwacht. We kiezen daarom een meer geprononceerde opstelling, omdat hierin onze rol als kennisinstituut sterk tot uitdrukking komt. Onze expertise en positie in het veld bieden ruimte voor zo’n rol. Een tweede duidelijke accentverschuiving komt voort uit de kansen die we zien in de huidige transities binnen het sociale domein. Als gevolg van de decentralisatiebeweging naar gemeenten vinden interessante ontwikkelingen plaats waarin actieve cultuurparticipatie veel kan bieden. Wij zullen ons expliciet richten op de kansen om vooral het veld van de actieve cultuurparticipatie in te bedden in de sociale omgeving.
De door ons bevraagde externe partijen zien dat het LKCA ontwikkelingen signaleert en deelt, dat we nieuwe verbindingen leggen, contacten maken, bijeenkomsten organiseren en dat we publiceren. Wel heeft het veld behoefte aan een meer agenderende rol en een meer activistische opstelling. Een duidelijke visie en zichtbare focus op doelgroepen, thema’s en kernproducten is nodig om het LKCA beter te profileren. Men ervaart het LKCA als een deskundige en betrokken buitenstaander, die kennis aandraagt, faciliteert en signaleert, maar nog niet de spil is in het netwerk.
Het veld verwacht van het LKCA initiatief op relevante thema’s in cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie op strategisch niveau. Verder is er een sterke behoefte aan profilering richting overheden en samenleving van de waarde van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie. Wij blijven signaleren en kennis delen, maar zullen ook agenderen, initiëren en stelling nemen in het belang van het veld.
9
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
Daarbij willen wij inspelen op actuele veranderingen en de gevoelde maatschappelijke urgentie: we staan niet naast het veld, maar midden in het veld en we staan voor het veld als dat nodig is. We dragen samen met onze partners verantwoordelijkheid voor het bevorderen van actieve cultuurparticipatie en cultuureducatie. We staan samen met het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP) voor het bereiken van de doelstellingen van de rijksoverheid ten aanzien van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie. Deze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het programma cultuureducatie met kwaliteit komt tot uitdrukking in een intensieve samenwerkingsrelatie met het FCP.
Dit alles betekent dat het LKCA een nieuw aanzien moet krijgen. Wij gaan actief aan de slag om een sterk LKCA-profiel neer te zetten, herkenbaar voor onze doelgroepen en onze stakeholders. We zien de noodzaak om de samenleving te bereiken met een aansprekende boodschap over ons veld. Dit gaan we doen door met partners in het veld een strategisch communicatiebeleid te ontwikkelen. We moeten ervoor zorgen dat een meer actieve rol niet ten koste gaat van een onafhankelijke, kritische blik, ook op de eigen sector. In de eerste plaats zullen we binnen de sector geen deelbelangen vertegenwoordigen. Ons blikveld blijft de sector als geheel. Vanuit die optiek zullen wij ook de ontwikkeling en implementatie van het beleid van de rijksoverheid ondersteunen. De basis voor een onafhankelijke en kritische blik op de sector is onze kennis en ervaring. Die kerncompetentie van ons instituut vormt de legitimering voor een actievere rol.
We zijn er primair voor het veld, dus blijven we ontmoeting en uitwisseling stimuleren. Samen met andere landelijke partners en de lokale culturele infrastructuur ontwikkelen wij handreikingen en referentiekaders. We realiseren ons dat we niet alles zelf hoeven te doen. Door gerichte samenwerking halen we de buitenwereld ook naar binnen. 1.4
Missie en visie
De basis voor het LKCA is gelegd in de brief van de staatsecretaris voor cultuur aan de tweede kamer van 10 juni 2011 over het cultuurbeleid en de bijbehorende ministeriele regeling. Daarin wordt binnen de basisinfrastructuur ruimte gereserveerd voor een ondersteunende instelling op het gebied van cultuureducatie en amateurkunst. Het ministerie van OCW heeft nadere randvoorwaarden gespecificeerd. Belangrijkste element daarin is de koppeling met het Fonds voor Cultuurparticipatie. De nieuwe instelling krijgt de opdracht om met het FCP bij te dragen aan een gezamenlijke uitvoering van de programma’s die op verzoek van OCW door het FCP worden ontwikkeld. Tevens is opdracht gegeven om te bezien welke onderdelen op het gebied van erfgoededucatie, die door Erfgoed Nederland werden ontplooid, in het activiteitenpakket kunnen worden ingepast. De beide aandachtsgebieden, cultuureducatie en amateurkunst, dienen inhoudelijk gelijkwaardig te worden gepositioneerd. Het ministerie hecht er voorts belang aan dat activiteiten worden ontplooid die bijdragen aan de beleidsontwikkeling van de verschillende overheden.
10
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
Bij de oprichting van het LKCA zijn missie en visie in één formulering gevat:
Het LKCA ambieert een wezenlijke bijdrage te leveren aan de culturele levensloop van kinderen, jongeren en volwassenen. Het LKCA streeft ernaar zoveel mogelijk mensen te stimuleren een leven lang deel te nemen aan kunst en cultuur: leren en doen. Samen met betrokken professionals wil het LKCA de kwaliteit van voorzieningen en activiteiten die ontwikkeld worden ten behoeve van ieders culturele levensloop, vergroten. We willen missie en visie weer onderscheiden: missie zegt waar we voor staan; visie is waar we voor gaan. Missie – waar staan we voor
Het LKCA staat voor het belang van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie voor individu en samenleving. Wij ontlenen ons bestaansrecht aan onze actieve, deskundige en betrokken inzet voor cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie en aan de kwaliteit van onze bijdrage aan praktijk en beleid. Visie – waar gaan we voor
Wij gaan voor goede cultuureducatie binnen- en buitenschools. Wij gaan voor actieve cultuurparticipatie bereikbaar voor iedereen. Wij gaan voor draagvlak voor cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie. Wij gaan voor verbinding van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie met de samenleving. In onze corporate tekst, bedoeld voor gebruik in communicatie over het LKCA, komen missie en visie samen:
Het LKCA is het landelijk kennisplatform voor professionals, bestuurders en beleidsmakers in cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie. Via kennisuitwisseling en onderzoek dragen we bij aan de kwaliteit van praktijk en beleid. Het LKCA stimuleert de professionele ontwikkeling van het veld door ontmoeting en debat. Ook bieden we advies bij vraagstukken over cultuureducatie en cultuurparticipatie in brede zin. Via informatienetwerken, conferenties en met digitale middelen verschaffen we inzicht in relevante ontwikkelingen op dit gebied, nationaal én internationaal. Het LKCA draagt bij aan de ontwikkeling van beleidsprogramma’s van de rijksoverheid voor cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie en ondersteunt de uitvoering daarvan.
11
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
1.5
De kern van de nieuwe koers
Als instituut hebben wij een unieke positie in een beweeglijk veld. Wij zijn betrokken en stellen ons meer proactief op. Daarbij zullen we er voor waken dat onze positie in het veld eenduidig en onafhankelijk moet zijn en we niet in concurrentie treden met partners in het veld. We kunnen zelf keuzes maken binnen onze missie en visie op basis van onze expertise en waarneming omtrent de vragen bij onze doelgroepen. Wij zijn een instrument van de overheid en bewegen ons tussen de rol van onafhankelijk waarnemer en die van verantwoordelijke actor, die samen met partners het belang van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie dient. Het LKCA wil de volgende verbeteringen realiseren: – We nemen een sleutelrol in voor zowel actieve cultuurparticipatie als cultuureducatie in de relatie tussen werkveld en overheid. Die rol komt onder meer tot uitdrukking in operationele beleidsadviezen. – We stellen ons actief op in het veld vanuit een solide kennisbasis, met sterke verbindingen met partners in het veld en andere domeinen van de samenleving. Wij zijn proactief en nemen een coördinerende en initiërende positie in, in het hart van de sector. – We nemen een actievere rol in het ontwikkelen en borgen van kwaliteitskaders voor cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie. – De kennisbank en de onderzoekscompetentie zetten we meer in voor het duiden en analyseren van ontwikkelingen in de sector. – We nemen een actieve rol in de bewustwording van de samenleving en werken samen met partners aan branding van de sector – We exploreren en bevorderen de verbinding van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie met het sociale domein. Door allianties met partijen in het brede maatschappelijke veld leveren we een actieve bijdrage van onze sector aan de participatiesamenleving.
12
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
2
Wat doet het LKCA en voor wie
2.1
Inleiding
Om onze missie te realiseren focussen wij de komende beleidsperiode op vier thema’s: 1 2 3 4
Verbetering van de kwaliteit van cultuureducatie binnen- en buitenschools Vernieuwing van de infrastructuur voor actieve cultuurparticipatie Versterking van de verbinding tussen actieve cultuurparticipatie en andere sectoren Bevordering van waardering voor cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie in de samenleving
Voor elk van de thema’s beschrijven wij in een matrix welke producten het LKCA aan de verschillende doelgroepen aanbiedt (zie tabel 1). Om bovenstaande thema’s te verwezenlijken moeten wij ons beter profileren met strategische communicatie en kaderstelling, validering en evaluatie. Wij zullen meer nadruk leggen op onze rol in de bewustwording bij het algemene publiek of specifieke groepen in de samenleving, en op het stellen van de norm door het ontwikkelen van referentiekaders, kwaliteitsnormen, certificering, validering et cetera. We komen dan op de volgende productclusters: A. B. C. D. E. F. G.
Digitaal Kenniscentrum Analyse en reflectie Richtlijnen, leerplannen en normstelling Actieve kennisdeling Creëren en versterken van netwerken Strategische communicatie Beleidsondersteuning
De thema’s en productclusters sluiten nauw aan bij de dagelijkse praktijk van onze doelgroepen (beleidsmakers, wetenschappers en (toekomstige) professionals). De beleidsmakers zijn onze voornaamste stakeholders, zij laten zich mede leiden door het oordeel van de professionals. Die professionals zijn niet alleen geïnteresseerd in producten die hen verder helpen, maar ook in producten die hun (toekomstige) klanten aanspreken: participanten en het grote publiek.
13
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
2.
3.
4.
schools
Vernieuwing van
de infrastructuur voor actieve cultuurparticipatie
tief medewerkers,
kunstvakdocenten, dingen
Beleidsmakers, be-
stuurders en ondernemers
xx
Versterking van de Beleidsmakers, beverbinding tussen actieve cultuur-
participatie en an-
dere sectoren Bevordering van waardering voor cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie in de samenleving
xxxxx
xxxxx xxxx
onals
xxxxx
xxxxx xxx
xxxxx xxxxx
xxxxx
xxxxx
x
xx
xxxxx
x
14
19
9
39
14
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
22 46
24
9
14
x
5 5
Elk x staat voor één voorgenomen activiteit van het LKCA in het werkplan 2014, waarin al geanticipeerd is op de koerswijziging. De kruisjes laten zien waar we voornamelijk mee bezig zijn.
Totaal aantal activiteiten
G. Beleidsondersteuning
xxx
x
xxxx
de samenleving
Tabel 1: matrix thema’s en productclusters
xxxx
12
relevante groepen in
Totaal aantal activiteiten
xxxxx
xxxxx x
x
stuurders en professi-
xxxxx
xxx
catie
icc'ers, lerarenoplei-
cultuureducatie
xxxxx
F. Strategische communi-
binnen- en buiten-
de kwaliteit van
xxx
van netwerken
Leerkrachten, educa-
x
E. Sturen en versterken
Verbetering van
xxxx
D. Actieve kennisdeling
1.
LKCA
xxxxx
en normstelling
Primaire doelgroep
Reguliere activiteiten
C. Richtlijnen, leerplannen
Thema’s
B. Analyse en reflectie
Productclusters:
A. Digitaal Kenniscentrum
Matrix thema’s en productclusters
2.2
Thema’s
We beschrijven in deze paragraaf eerst de relevantie van elk thema en benoemen vervolgens de meerwaarde en activiteiten van het LKCA voor dit thema. Maar eerst definiëren wij enkele kernbegrippen.
Met cultuureducatie doelen wij op zowel binnen- als buitenschoolse educatie in kunst, erfgoed en media. Hebben we het over cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs, dan spreken we over cultuuronderwijs. Bedoelen we juist enkel buitenschoolse vormen, dan spreken we expliciet over buitenschoolse cultuureducatie of meer in het bijzonder buitenschoolse kunsteducatie waar het puur de kunstdisciplines betreft.
Met actieve cultuurparticipatie doelen we als LKCA op alle vormen van het actief beoefenen en artistiek ontwikkelen van of betrokken zijn bij cultuur in de vrije tijd, dus buiten school en werk. Het bezoeken van cultuur als publiek behoort niet tot ons aandachtsgebied. Actieve cultuurparticipatie is dus een brede term die buitenschoolse cultuureducatie en amateurkunst, kunstbeoefening in de vrije tijd, omvat, maar bijvoorbeeld ook community arts en vrijwilligerswerk in de erfgoedsector. Ons werkveld is kortweg te omschrijven als zowel alle vormen van binnen- en buitenschoolse cultuureducatie (cultuureducatie) als het beoefenen van of actief betrokken zijn bij cultuur in de vrije tijd (cultuurparticipatie). Cultuureducatie Cultuuronderwijs
Actieve
Cultuurparticipatie Buitenschoolse
cultuureducatie of kunsteducatie
Figuur 1: Cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie
15
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
Amateurkunst
Thema 1 - Verbetering van de kwaliteit van cultuureducatie binnen- en buitenschools Cultuureducatie in het basisonderwijs In deze beleidsperiode kan cultuureducatie in en voor het onderwijs, in het bijzonder het basisonderwijs, op politieke steun rekenen. Onder verantwoordelijkheid van minister Bussemaker wordt het door de vorige regering geïnitieerde beleidsprogramma Cultuureducatie met Kwaliteit uitgevoerd en zijn nieuwe initiatieven ondernomen om duurzaam in te zetten op cultuureducatie in het basisonderwijs. Ons partnerschap met het FCP bevindt zich voornamelijk in dit domein, omdat de programma’s die het FCP in opdracht van OCW uitvoert hierop in overwegende mate zijn gericht.
Cultuureducatie met Kwaliteit Het programma Cultuureducatie met Kwaliteit beoogt in 2013-2016 vier doelen te realiseren: goede curricula met doorlopende leerlijnen voor cultuureducatie, deskundige leerkrachten en educatiemedewerkers, duurzame resultaatgerichte samenwerking tussen scholen en culturele instellingen en bruikbare beoordelingsinstrumenten voor leeropbrengsten van cultuureducatie. Dat vergt veel van het onderwijs (schoolbesturen, schoolleiding, leerkrachten/ICC 'ers) en van de buitenwacht (culturele (BIS-) instellingen, vakdocenten, zzp'ers). Scholen hebben de regie over de wijze waarop ze vorm geven aan de wettelijk voorgeschreven leergebieden kunstzinnige oriëntatie en wereldoriëntatie. Kwaliteitsverbetering vereist een lange adem. Om de gestelde doelen van het programma Cultuureducatie met kwaliteit te realiseren is tijd nodig. Het LKCA volgt nauwlettend een aantal lokale en regionale programma's die zijn gestart vanuit de matchingsregeling Cultuureducatie met Kwaliteit, in de vorm van langlopende casestudies. Daarnaast gaat onze aandacht uit naar projecten die in 2014 starten vanuit het Flankerend Beleid. Het LKCA organiseert in hechte samenwerking met het FCP, met het oog op de monitoring en evaluatie, specifieke kennisateliers voor deelnemers aan de regeling.
Cultuureducatie in het voortgezet onderwijs De onderbouw van het voortgezet onderwijs werkt net als het basisonderwijs met tamelijk globale kerndoelen en kent minder duidelijk gearticuleerde kwaliteitseisen. Bovendien ontbreekt toezicht van de Onderwijsinspectie op het onderwijs in de kunstvakken. Voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs is de situatie helder. De eindtermen (de eindexamens) bepalen de beoogde inhoud en opbrengsten van de kunstvakken. De verkenningscommissie kunstvakken bepleitte in haar advies onder meer aandacht voor ontwikkeling van nieuwe vakinhouden.
16
Om de samenwerking tussen voortgezet onderwijs en culturele instellingen een kwaliteitsimpuls te geven moet de educatiefunctie van culturele instellingen verbeterd worden en moeten vakinhoudelijk betrokkenen in school en instellingen over meer faciliteiten beschikken. De cultuurkaart beïnvloedt de samenwerking overigens positief. De cultuurprofielscholen kunnen voorbeelden opleveren van geslaagde invulling van het cultuuronderwijs. Kwaliteitsindicatoren voor culturele instellingen bieden meer kansen op een duurzame samenwerking en een groei naar cultureel partnerschap met het onderwijs. Hoewel het accent van onze activiteiten sinds een paar jaar nadrukkelijk op het basisonderwijs Strategisch beleidsplan – 2013-2016
ligt, zal het LKCA ook in beperkte mate aandacht besteden aan het voortgezet onderwijs. Van een doorlopende leerlijn is immers geen sprake wanneer deze stopt bij groep 8.
Cultuureducatie buitenschools Meer dan 40% van de Nederlanders van 6 jaar en ouder houdt zich bezig met enige vorm van kunstbeoefening. Een substantieel deel van hen maakt daarbij gebruik van het cursusaanbod van centra voor de kunsten en particuliere voorzieningen. Voor kinderen is het steeds vaker mogelijk om binnenschools kennis te maken met de diverse kunstdisciplines, om vervolgens deze kennismaking te verdiepen na school. In scholen zijn, naast culturele (BIS-)instellingen, vaak centra voor de kunsten, soms in samenwerking met amateurkunstverenigingen, actief. Zij leggen de verbinding tussen kunstvakken en kunstbeoefening op en na school. Er is overigens nog weinig veldonderzoek gedaan naar wat werkt en wat niet. Gedegen en gevaloriseerde kennis hierover zou de overgang tussen de deelterreinen kunnen versoepelen en het aanbod inhoudelijk helpen verbeteren.
Op provinciaal en gemeentelijk niveau is recentelijk flink bezuinigd op de culturele infrastructuur en daarmee op buitenschoolse kunsteducatie. Dit vormt een bedreiging voor de kwaliteit, maar kan ook kansen bieden om creatiever en ondernemender tegemoet te komen aan wensen en behoeften van potentieel geïnteresseerden.
Een betere aansluiting tussen binnen- en buitenschoolse cultuureducatie is voor het LKCA belangrijk. Dat levert tegelijkertijd aanknopingspunten op voor de verbinding tussen de diverse onderdelen van ons werkterrein.
Positionering erfgoededucatie In 2012 nam rechtsvoorganger Cultuurnetwerk Nederland de producten en diensten op het gebied van erfgoededucatie over van Erfgoed Nederland. Het LKCA blijft deze taken, conform de opdracht van het ministerie van OCW, uitvoeren. Speciale aandacht gaat uit naar de positionering van erfgoededucatie, onder meer binnen het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Ook over de plek die erfgoededucatie inneemt binnen de leerplankaders van de SLO en van Cultuur in de Spiegel voert het LKCA overleg met betrokkenen en met de professionals op het gebied van erfgoededucatie. Tijdens diverse studiedagen in kleiner en groter verband is over bovenstaande thema’s al informatie uitgewisseld. Een discussie die in de nabije toekomst zal worden voortgezet, is of erfgoededucatie beter tot zijn recht zal komen binnen het vak wereldoriëntatie/geschiedenis, of dat kunstzinnige oriëntatie/de kunstvakken een betere voedingsbodem bieden. Het LKCA blijft een platform bieden aan degenen die zich hard maken voor erfgoededucatie, zowel binnen- en buitenschools. De afbrokkelende infrastructuur is ook hier een punt van zorg, al komen er tal van kleinere initiatieven – vaak gestoeld op vrijwilligers - voor in de plaats. Het Digitaal Kennis Centrum richt zich op de professionals erfgoededucatie en biedt hen specifiek toegesneden informatie. Voor het theoretisch fundament wordt onder meer zorggedragen via de bijzondere leerstoel erfgoededucatie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
17
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
LKCA werkt aan – Begin april 2014 is het landelijk leerplankader van SLO gereed. De komende jaren maakt het LKCA samen met SLO en FCP dit kader toegankelijk en toepasbaar voor het onderwijs en de culturele instellingen. Een ander hulpmiddel voor kwaliteitsverbetering is een bruikbaar en beproefd beoordelingsinstrumentarium. In juni 2014 verschijnt de rapportage van de NWO-reviewstudie naar beoordelingsinstrumenten in de kunsteducatie door onder meer de beide bijzonder hoogleraren van het LKCA. Voortbordurend daarop zal het LKCA werken aan de ontwikkeling van beoordelingsinstrumentarium voor het basisonderwijs, samen met partners als Cito. Bovendien spant het LKCA zich in om samen met de vakverenigingen en andere belanghebbenden de Onderwijsinspectie te voorzien van criteria en handvatten, zodat deze de kwaliteit van cultuureducatie in het basisonderwijs kan toetsen. – Voor interne cultuurcoördinatoren (ICC’ers), cultuurcoaches, erfgoedprofessionals, pabodocenten en educatiemedewerkers van culturele (BIS-)instellingen organiseert het LKCA vakinhoudelijke studiedagen: van kleine, op intervisie gerichte bijeenkomsten tot grote conferenties die kennisoverdracht en ontmoeting bevorderen. – Voor het buitenschoolse kunstonderwijs stimuleert het LKCA kwaliteitsborging, zoals het introduceren en zo nodig bijstellen van richtlijnen, het evalueren van kwaliteitsnormen en het (her)formuleren van raamleerplannen en het inzichtelijk maken van het lokale voorzieningenniveau. Hierbij stimuleren we ook actief de doorstroom van binnenschoolse kunstzinnige oriëntatie naar actieve kunstbeoefening in de vrije tijd. Het LKCA geeft praktijkvoorbeelden, informeert over mogelijkheden, zoals de doorstroming van cultuurprofielscholen naar mbo en/of het kunstvakonderwijs en bevordert kennisontwikkeling. – Voor professionals op het gebied van erfgoededucatie blijft het LKCA speciale aandacht houden via de website, via het vakoverleg erfgoedconsulenten, het Platform Erfgoededucatie, via de blogs Cultuureducatie met Kwaliteit, via studiedagen, via de bijzondere leerstoel en via het verzamelen van kennis over interessante voorbeelden van erfgoededucatie in het algemeen en erfgoedleerlijnen in het bijzonder. Ook het thema erfgoededucatie voor ouderen – voor erfgoedinstellingen een relevant thema – wordt door het LKCA opgepakt.
Thema 2 - Vernieuwing van de infrastructuur voor actieve cultuurparticipatie
Het LKCA deelt het uitgangspunt van de minister van OCW dat iedereen in Nederland de mogelijkheid moet hebben om actief deel te nemen aan het culturele leven. Kinderen, jongeren en volwassenen in verschillende levensfasen beoefenen in hun vrije tijd een of meer culturele activiteiten. Ze willen daar beter in worden en aan anderen laten zien, horen of lezen wat ze doen. Daar zijn goed gespreide, toegankelijke en gevarieerde lokale en regionale voorzieningen voor nodig in de vorm van verenigingen, clubs, instellingen, bedrijven en zelfstandige culturele ondernemers. Professionele kunstdocenten en artistiek begeleiders vormen met hun kennis en vaardigheden een belangrijk onderdeel van deze infrastructuur. De buitenschoolse infrastructuur staat onder druk. Tegelijktijd zijn vele ontwikkelingen gaande in het veld die vragen om nieuwe structuren en verbanden. Overheden, instellingen en verenigingen heroverwegen hun posities en beleid. LKCA wil hierin ondersteunen door kennis en expertise te delen, ontmoeting en debat te faciliteren en door advisering op het gebied van beleid en uitvoering.
18
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
Adviesvraag provinciale en lokale stelsel van voorzieningen voor actieve cultuurparticipatie Op 16 juli 2013 vroeg Jet Bussemaker, minister van OCW, advies aan de Raad voor Cultuur over het provinciale en lokale stelsel van voorzieningen voor actieve cultuurparticipatie. Dit stelsel staat onder druk door bezuinigingen van Rijk, provincies en gemeenten. Daarnaast veranderen ook de behoeften van de beoefenaars. Ze willen zich minder binden aan een vereniging of een meerjarige cursus of opleiding en kiezen vaker voor kortdurende gelegenheidsverbanden.
De Raad voor Cultuur heeft onlangs een advies uitgebracht Meedoen is de kunst. Het LKCA heeft het adviestraject onder andere ondersteund door het uitbrengen van een mapping document: Lokaal stelsel actieve cultuurparticipatie in transitie waarin de stand van zaken van het lokale voorzieningenniveau in kaart wordt gebracht. Het LKCA faciliteert het verdere discours tussen het veld en de overheden door in samenwerking met OCW, VNG en de Raad voor Cultuur regiobijeenkomsten te organiseren over het advies van de Raad. Het LKCA werkt aan: – De veranderende financiële en sociaal-culturele omgeving vraagt van organisaties, ondernemers en professionals een andere manier van denken en handelen. Het LKCA stelt in navolging van het vijfde advies van de Raad een atlas voor actieve cultuurparticipatie op en geeft tweejaarlijks het trendrapport actieve cultuurparticipatie (Zicht op actieve cultuurparticipatie) uit. – Als kenner van het veld brengt het LKCA zwakke plekken, lacunes én nieuwe kansen in kaart en stimuleert het betrokken partijen om daar iets mee te doen. We analyseren en duiden ontwikkelingen en behoeften, maken deze zichtbaar via bijeenkomsten, netwerken en publicaties en initiëren hierover het debat met professionals en bestuurders, beleidsmakers en overheden. In het najaar van 2014 publiceert het LKCA daartoe de strategische verkenning cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie. – Het initiatief om de infrastructuur te vernieuwen en in te spelen op veranderende omstandigheden ligt bij het werkveld. Het LKCA werkt aan de versterking van netwerken (organisatievermogen van de sector) en ondersteunt daartoe ondernemende amateurkunstorganisaties, vernieuwende aanbieders en actieve beoefenaars in deze initiatieven. Thema 3 - Versterking van de verbinding tussen actieve cultuurparticipatie en andere sectoren
19
Actieve cultuurparticipatie is van grote waarde voor individu en samenleving doordat ze creatieve, innovatieve en sociale competenties helpt ontwikkelen. Deze competenties dragen bij aan het zelfstandig functioneren van mensen en aan het nemen van verantwoordelijkheid, wat zijn weerslag heeft op hun maatschappelijke participatie. Daarnaast versterkt actieve cultuurparticipatie in –min of meer – georganiseerde verbanden sociale cohesie en samenhang in krimp- en plattelandsgebieden en ook in de stedelijke omgeving. Community arts bijvoorbeeld verbinden op lokaal en regionaal niveau cultuurparticipatie met wonen, wijken en bedrijven. De samenleving verandert in hoog tempo en de transitie van de zorgzame overheid naar de participatiesamenleving is volop gaande. Vooral de decentralisaties van overheidstaken naar gemeentes voor jeugd, ouderen en langdurig zieken, en arbeidsparticipatie zijn ingrijpend. Gemeentes zijn op zoek naar nieuwe structuren en het ontstaan van sociale wijkteams wordt gestimuleerd. De sector van de actieve cultuurparticipatie kan helpen met het formuleren van
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
antwoorden op actuele vraagstukken in dit sociale domein. Het LKCA stimuleert wisselwerking, samenwerking en interactie tussen de wereld van de actieve cultuurparticipatie met het sociale domein, maar ook met het (primaire) onderwijs, de sportsector, bibliotheken, erfgoed, natuur en techniek. Elkaar versterken is daarbij het doel.
We werken bij het aangaan van verbindingen met andere sectoren nauw samen met het FCP, met andere kennisinstituten als Movisie, het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB), het Nederlands Jeugd Instituut (NJI),de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) en ook met partners als de ouderenfondsen Fonds Sluyterman van Loo, Stichting RCOAK en VSBfonds.
Cultuur en andere sectoren In de cultuurbrief van juni 2013 verwoordt minister Bussemaker van OCW de waarde van cultuur voor andere sectoren als volgt: ‘Complexe maatschappelijke vraagstukken vragen om innovatie en creatieve oplossingen. De kruisbestuiving tussen cultuur en andere sectoren kan een bijdrage leveren aan onder andere de gezondheidszorg, de vergrijzingsproblematiek, stedelijke ontwikkeling, klimaatverandering en het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Dat vraagt wel om het vroegtijdig inschakelen van de creatieve sectoren op een strategisch niveau, zogenoemde co-creatie. De potentie van cultuur en creativiteit voor andere sectoren kan breder worden benut. Dit vraagt onder andere om een ondernemende houding van de cultuursector en de creatieve industrie en om goed opdrachtgeverschap. Het vraagt van sectoren om duidelijke vraagarticulatie ten aanzien van de cultuursector.’ Het LKCA stimuleert een sterkere verbinding tussen actieve cultuurparticipatie en andere sectoren. Kennis delen en leren van elkaar staan daarbij centraal.
Het LKCA werkt aan: – We delen kennis over het maken van verbindingen met andere sectoren, waaronder het sociale domein, met regionale bijeenkomsten in samenwerking met regionale partners en NOV. We verzamelen en verspreiden good practices en ontwikkelen instrumenten voor praktijk en beleid. – We werken aan kennisdeling over verbindingen en samenwerking tussen de sportwereld en de wereld van de culturele vrijetijdsbesteding. – We monitoren een aantal praktijken waarbij verbindingen tussen binnenschoolse cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie in de vrije tijd worden gelegd. Op basis van de goede voorbeelden die daaruit naar voren komen ontwikkelen we handvatten. – We gaan strategische allianties aan met landelijke stakeholders, zoals Movisie, Actiz, NOC*NSF, NISB, Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed, Museumvereniging, Natuurmonumenten. We zullen de innovatiekracht en meerwaarde van cultuurparticipatie voor de verschillende sectoren tonen aan bestuurders, beleidsmakers en professionals uit de verschillende sectoren.
20
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
Thema 4 - Bevordering van waardering voor cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie in de samenleving Het LKCA wil het draagvlak voor cultuureducatie en -participatie bij het brede publiek versterken en bijdragen aan een positief imago. Niet alleen vanwege het maatschappelijke nut, maar ook omdat veel mensen simpelweg plezier beleven aan, ontroerd raken door of troost vinden in kunst en cultuur. Nederland staat in de Europese top drie met theaterbezoek, het lezen van boeken en het bezoeken van historische monumenten, musea of galerieën. Hoewel de bezoekersaantallen bij orkesten en opera dalen, ontvangen rijksmusea, bioscopen en filmtheaters juist meer bezoekers. Daarnaast doet 40% van de bevolking aan kunstbeoefening. Ondanks deze vanzelfsprekendheid van kunst en cultuur in de samenleving ontbreekt het bewustzijn daarvan vaak in de publieke opinie. Wij willen dit bewustzijn van de intrinsieke, maatschappelijke en sociale waarde van kunst en cultuur versterken.
Lang leve kunst / Ouderen en cultuur, een publiekscampagne Het programma Lang Leve Kunst / Ouderen en Cultuur, dat het LKCA samen met het FCP, NOV en drie private fondsen uitvoert, vloeit voort uit een convenant dat de bewindslieden van de ministeries van OCW en VWS hebben gesloten met de fondsen en veld van de ouderenzorg. De activiteiten van het LKCA richten zich op het stimuleren en monitoren van netwerkvorming door lokale partijen op het terrein van kunst en cultuur, zorg, welzijn en gemeente of cluster van gemeentes. Het LKCA voorziet de ambassadeurs van het programma, van goede en aansprekende informatie. Ook maken we goede voorbeelden zichtbaar op landelijke en Europese conferenties en ontwikkelen we het festival Lang Leve Kunst, naar voorbeeld van het Ierse Bealtaine festival.
Het LKCA werkt aan: – De kracht van cultuureducatie en –participatie is vooral zichtbaar in de passie en betrokkenheid van de deelnemers en beoefenaars zelf. Het LKCA zal daarom de professionals, deelnemers en kunstbeoefenaars zelf aan het woord laten om te vertellen waarom kunst en cultuur voor hen zo belangrijk zijn. – Het LKCA zoekt ambassadeurs die veel publiciteit voor het thema kunnen generen, zoals Koningin Máxima voor muziekeducatie. Ook valt te denken aan aansluiting bij populaire programma’s als So You Think You Can Dance en The voice of Holland die kunstbeoefenaars aan een groot publiek laten zien. Bij publiciteitscampagnes zoeken we zoveel mogelijk samenwerking met gelijkgestemde partners of vergelijkbare campagnes. – We verzamelen informatie en onderzoeksresultaten ten behoeve van de discussie over het belang van cultuureducatie en –participatie en mengen ons bij gelegenheid met een onderbouwd verhaal in het publieke discours via media en debat. – We ondersteunen partijen in het veld in hun communicatiestrategie en bevorderen dat we gezamenlijk een coherente boodschap over cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie uitgedragen.
21
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
2.3
Productclusters
Het LKCA kiest zoals gezegd voor zeven clusters van producten: digitaal kennis centrum, analyse en reflectie, referentiekaders en normen, actieve kennisdeling, creëren en versterken van netwerken, strategische communicatie en beleidsondersteuning. A. Digitaal Kennis Centrum (DKC)
Het DKC heeft als doel online kennis te ontsluiten en te delen. Het is een structurele voorziening waar het veld vragen beantwoord krijgt, kan discussiëren en ervaringen en kennis kan delen. Het DKC omvat de LKCA-website, online platforms, sociale media en nieuwsbrieven. De website biedt zowel basisinformatie als diepgaandere ontsluiting van belangrijke thema’s in de vorm van kennisdossiers. We bieden geselecteerde en geannoteerde vakliteratuur aan, toegespitst op actuele en relevante thema's. Daarnaast bundelt de site informatie over ontwikkelingen in praktijk, beleid en onderzoek omtrent cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie. Naast een rijke informatiebron is het DKC een platform dat professionals uitnodigt hun kennis en ervaring te delen en mee te discussiëren. De website en sociale media (denk aan thematische LinkedIngroepen, Twitter en Facebook) zijn op elkaar afgestemd om zo laagdrempelige uitwisseling te bereiken. We werken samen met professionals om in co-creatie onderwerpen uit te diepen en nieuwe inzichten te verwerven. Het DKC een betrouwbare bron voor actueel nieuws en relevante bijeenkomsten. Bezoekers kunnen dit volgen via de website of door actieve ontvangst via rss, twitter of als customized nieuwsbrief. Naast de informatie in het DKC dat antwoorden biedt op allerlei vragen uit het veld wordt voorzien in een helpdeskfunctie voor vragen per telefoon of e-mail. Het Digitaal Kennis Centrum is dynamisch en wordt permanent geactualiseerd. We bevragen gebruikers regelmatig over hun bevindingen en passen vorm en inhoud van het DKC navenant aan. B. Analyse en reflectie
Professionals in cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie moeten kennis kunnen nemen van gedegen analyses van en serieuze beschouwingen over relevante trends en vraagstukken. Het gaat zowel om inzicht in praktische vraagstukken als om analyses voor de ontwikkeling, uitvoering, monitoring en evaluatie van beleid. Het LKCA stimuleert theorievorming en empirisch onderzoek op dit terrein en bevordert het gebruik daarvan in praktijk en beleid. We voeren zelf verkenningen en analyses van trends en vraagstukken uit en publiceren daarover. We bundelen inzichten uit onderzoek en maken deze toegankelijk voor diverse doelgroepen via websites, publicaties en presentaties. We werken hierbij samen met universiteiten, hogescholen, zelfstandige onderzoekers, onderzoeksbureaus en opdrachtgevers van onderzoek. De toekomstige onderzoeksagenda (najaar 2014) cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie biedt een inhoudelijk kader voor deze activiteiten van het LKCA. In aansluiting op de behoefte van de Raad voor Cultuur werkt het LKCA aan een strategische agenda voor en in overleg met het veld, zoals toegezegd in het Activiteitenplan 2013-2016. In deze Strategische verkenning en scenario's cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie 20172020 geven we een visie op ontwikkelingen in het veld over een periode van vier tot acht jaar.
22
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
C. Richtlijnen, leerplannen en normstelling Veel professionals in het werkveld hechten waarde aan richtlijnen en standaarden waar zij zich aan kunnen spiegelen. Het LKCA draagt samen met zijn partners bij aan de ontwikkeling en actualisering van kwaliteitsstandaarden en referentiekaders, voor zowel het binnenschoolse als het buitenschoolse werkveld, waaronder nieuwe spelers op de markt.
Vooral in de muziek-, dans- en theaterwereld werkt men met vastgestelde richtlijnen en certificering. Gecommitteerden en examinatoren zien toe op de kwaliteit. Ook in andere disciplines bestaat behoefte aan dergelijke vormen van kwaliteitsborging en monitoring. Het LKCA draagt hieraan bij door bestaande richtlijnen en certificeringssystemen te monitoren, zo nodig bij te stellen of nieuw te ontwikkelen en te implementeren. Ook intervisiedagen en evaluatietrajecten dragen bij aan kwaliteitsborging.
In het kader van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit heeft SLO in opdracht van OCW een landelijk leerplankader voor kunstzinnige oriëntatie en wereldoriëntatie ontwikkeld. Gelijktijdig ondersteunt het FCP in dat programma samen met de 35 gemeenten met meer dan 90.000 inwoners en met de provincies de ontwikkeling, verdieping en vernieuwing van leerlijnen door culturele instellingen in samenwerking met basisscholen. Het LKCA werkt in de komende jaren mee aan de implementatie van het landelijke leerplankader, aan het signaleren en verspreiden van inspirerende concrete invullingen van dit kader en aan de afstemming daarvan met decentraal ontwikkelde leerlijnen. Dat doen we met aandacht voor alle kunstdisciplines en erfgoed.
De pabo's gaan de door de HBO-Raad vastgestelde kennisbases voor de kunstvakken (muziek, beeldende vormgeving, drama-dans) inbrengen in hun curriculum en vervolgens uitwerken in lesmodules per studiejaar. Het LKCA fungeert hierin als verbindende schakel om kwaliteit en afstemming tussen de pabo's te realiseren. D. Actieve kennisdeling
Het LKCA ondersteunt professionals in cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie bij het op peil houden en verder ontwikkelen van hun deskundigheid. Hiervoor organiseren we zowel landelijke activiteiten en bijeenkomsten zoals de Onderzoeksconferentie of de Dag van de Cultuureducatie, als regionale bijeenkomsten, ook in samenwerking met landelijke of regionale partners. Actieve kennisdeling betekent dat professionals elkaar ontmoeten en met elkaar in gesprek gaan op kleine en grotere bijeenkomsten. In kenniskringen, kennisateliers, op workshops en conferenties delen ze beschikbare kennis en bespreken ze de toepassing ervan, en wordt ook nieuwe kennis voortgebracht om het eigen handelen te verbeteren. De combinatie van verschillende soorten kennis, zoals praktijkkennis of ervaringskennis, expertkennis en wetenschappelijke kennis, draagt bij aan de kwaliteit van producten en dienstverlening in cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie. Deze vormen van directe, persoonlijke kennisuitwisseling ondersteunen we met nieuwsbrieven, kennisdossiers en digitale communities.
23
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
E. Creëren en versterken van netwerken Een netwerk bestaat uit een verzameling mensen, organisaties of instanties en de verbindingen daartussen. Sociale en organisatienetwerken zijn heel belangrijk voor de verspreiding van informatie, kennis en ideeën. Bovendien kunnen via netwerken belangen, opvattingen en ideeen worden verbonden en in overeenstemming gebracht. Netwerken zijn daarom ook strategisch belangrijk. Het LKCA maakt zelf deel uit van netwerken in de cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie om informatie, kennis en ideeën te halen en te brengen. Wij versterken deze netwerken door nieuwe verbindingen te leggen tussen mensen, organisaties en instanties in praktijk, beleid en onderzoek. Dat gebeurt onder meer door het organiseren van divers samengestelde platforms voor kennisuitwisseling.
Met het afbrokkelen van traditionele structuren, zoals koepel- en brancheorganisaties en regionale steunpunten ontstaat behoefte aan nieuwe verbanden voor belangenbehartiging en strategische beleidsvorming. Het LKCA legt daarvoor nieuwe lijnen, ook met organisaties en instanties in andere sectoren, bedrijfsleven en fondsenwereld. De vorming en versterking van netwerken ondersteunen we met digitale middelen (communities en sociale media). Voorbeelden van huidige en voorgenomen netwerkactiviteiten zijn het netwerk landelijke koepelorganisaties amateurkunst, het vakoverleg erfgoedconsulenten en het landelijk platform kenniscentra cultuureducatie. F. Strategische communicatie
Het LKCA gaat een meer actieve rol nemen waar het gaat om de beeldvorming en bewustwording. Daarbij werken we samen met landelijke partners en sluiten we actief aan bij bestaande initiatieven. Het gaat om conceptontwikkeling ten aanzien van merkstrategie en strategische communicatie en om op de samenleving gerichte promotieacties en manifestaties zoals de WAK. Politici en ambassadeurs richten zich steeds meer tot de samenleving via boodschappen en sturen minder met geld, organisatie en regelgeving. Naast gerichte (reclame) boodschappen en publiciteitscampagnes worden manifestaties, presentaties, congressen en thematische ontmoeting gebruikt als podia. LKCA is op deze gebieden al zeer actief en beschikt over expertise. Verbetering van de exposure van onze bestaande activiteiten, voor een ruimer publiek, via persvoorlichting, aansprekende publicaties, presentaties zijn daarin belangrijke elementen. Daarmee verschaffen we ook anderen een platform om een groter publiek te bereiken.
Het LKCA gaat het debat aan door media-aandacht te genereren en te participeren in sociale media. We haken daarbij aan op de actualiteit door systematisch een logische koppeling met cultuureducatie of actieve cultuurparticipatie te maken. Het LKCA zal aanwezig zijn en het woord voeren waar het ertoe doet. Dit betekent dat we meer eigen sprekers gaan leveren, medewerkers gaan trainen om deel te nemen in panels enzovoort. We creëren een eigen platform, zowel on- als offline, voor ontmoeting en debat over actuele ontwikkelingen en de rol van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie in de samenleving. We doen dit waar mogelijk samen met andere spelers, zoals de stichting WAK, FCP, Stichting Collectieve Promotie Kunstbeoefening (SCPK) en Kunsten '92.
24
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
G. Beleidsondersteuning Het LKCA wil de beleidsvorming van gemeentelijke en provinciale overheden en de landelijke overheid actief en op basis van kennis en deskundigheid ondersteunen. Gemeenten maken keuzes in hun ondersteuning van lokale voorzieningen. Sommige laten cultuureducatie in de vrije tijd aan de markt over, andere kiezen voor nieuwe organisatievormen of een bezuiniging op de bestaande instellingen. Provincies bezuinigen op ondersteuningsinstellingen of sturen aan op een andere rol voor deze instellingen. Het Rijk zet sterker in op cultuuronderwijs in het basisonderwijs dan voorheen. Op andere beleidsterreinen verandert de taakverdeling tussen Rijk, provincies en gemeenten door de decentralisaties in het sociaal domein.
Het LKCA signaleert dat politici en beleidsambtenaren behoefte hebben aan kennis, advies en uitwisseling over deze veranderingen, en over de beleidsopties die kunnen bijdragen aan het bereiken van politieke doelstellingen. Wij bieden daarom ondersteuning door kennis en expertise aan te reiken. Campagnes van overheden ondersteunen wij door praktijkvoorbeelden in kaart te brengen, die in de schijnwerpers te zetten, ontmoeting en debat te organiseren (zoals de regiobijeenkomsten in het kader van het advies van de Raad voor Cultuur), netwerken te vormen en handvatten aan te reiken voor beleid. Verder dragen we bij aan een betere afstemming tussen het optreden van lokale, provinciale en landelijke overheden door onderzoek naar rol en taakverdeling tussen overheden en ondersteuningsstructuren. In dit verband is de internationale dimensie van belang: internationale vergelijkingen en afspraken in Europees verband die de positie van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie betreffen. 2.4
Doelgroepen van het LKCA
De doelgroepen van het LKCA zijn omvangrijk en divers. Tot nu toe rekenen we beleidsmakers, bestuurders van onder meer verenigingen en instellingen en professionals in cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie tot onze belangrijkste doelgroepen. Ook wetenschappers en studenten maken graag gebruik van ons kennisaanbod.
De laatste tijd zien we verschuivingen optreden. Bestaande doelgroepen hebben andere vragen dan voorheen en er ontstaan nieuwe doelgroepen, zoals de groeiende groep zzp'ers en schoolbestuurders. In onze nieuwe koers kiezen wij er bovendien voor nieuwe doelgroepen te benaderen, bijvoorbeeld in het sociale domein. Belangen in kaart brengen, wensen vervullen, verbindingen maken De scheiding tussen onze doelgroepen is niet zo stringent als we af en toe aannemen. Ze leven niet in separate werelden, maar komen elkaar geregeld tegen in hun dagelijkse werk. De belangen zijn weliswaar niet altijd gelijk, maar er is veel dat onderling gedeeld wordt. Wij zien het als een van onze taken om al die belangen en behoeftes scherp in kaart te brengen en te vertalen naar concrete activiteiten. Ook willen we ons extra inspannen om doelgroepen die iets voor elkaar kunnen betekenen, te verbinden en samen te brengen. Om dit goed te doen, moeten we onze blik verruimen door zelf onderdeel van de netwerken te worden.
25
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
Het brede publiek als nieuwe doelgroep Wij vinden het brede publiek een belangrijke, nieuwe doelgroep. Dit is onder meer ingegeven door de wens van de minister om het draagvlak voor de waarde van kunst, cultuur en creativiteit voor onze samenleving te versterken. Daarin zullen we uiteraard selectief te werk moeten gaan en ons vooral moeten richten op doelgroepen die politiek prioriteit genieten, effectief bereikt kunnen worden en potentieel ontvankelijk zijn. In een effectieve publieksbenadering zal nog geïnvesteerd moeten worden, door onderzoek en door ‘doen’. Veel van onze activiteiten, met name de presentaties, conferenties en publicaties, lenen zich er voor om door middel van slimme communicatie een groter publiek te bereiken.
Oog voor de eenpitter De groei van zzp’ers in de werkvelden neemt sterk toe. Veel van deze eenpitters zijn voor zichzelf begonnen na ontslag of reorganisaties en zijn hiermee de vanzelfsprekende omgeving van een organisatie kwijt geraakt. Deze nieuwe zelfstandige professionals moeten actiever op zoek naar informatie en kennis die voorheen meer organisch tot ze kwam. Soms maken ze al onderdeel uit van een van onze doelgroepen, maar we weten dat we nog maar een beperkt deel van hen bereiken. Deze doelgroep vereist dus een extra inspanning van ons, zowel in wat we ze bieden (producten als netwerken en kwaliteitsstandaarden) als hoe we ze benaderen. Schoolbestuurders In het beleid van het ministerie heeft verbetering van het cultuuronderwijs op dit moment prioriteit. Dit is specifiek een aangelegenheid van het onderwijs. Het LKCA en zijn rechtsvoorgangers richten zich al lange tijd op de leraren. Om een wezenlijke verandering teweeg te brengen zijn de schoolbestuurders een belangrijke schakel waar we actief op gaan inzetten.
BIS-instellingen BIS-instellingen zijn onderdeel van de zogeheten Landelijke Culturele Basisinfrastructuur (BIS). Zij krijgen subsidie om te zorgen voor een landelijk cultureel aanbod en vallen onder directe ministeriële verantwoordelijkheid. Cultuureducatie is expliciet onderdeel van hun opdracht. Versterking van de relatie tussen het culturele veld en het onderwijs is een belangrijk element van het programma cultuureducatie met kwaliteit. Voor de culturele instellingen betekent dit dat hun aanbod beter moet aansluiten op de vraag vanuit het onderwijs. LKCA gaat daarin ondersteunen door het uitwisselen van ervaringen te stimuleren, en kennis te delen op het gebied van didactiek en methode.
Professionals erfgoededucatie Het veld van het cultureel erfgoed is zeer breed en divers. Naast de aloude indeling ‘musea, archieven, archeologie en monumenten’ omvat het ook immaterieel erfgoed en de vormgeving van stad en landschap. Op deze terreinen zijn tal van vrijwilligers actief, ook op het gebied van educatie. Zij verzorgen vaak de rondleidingen of educatieve programma’s voor groepen, afkomstig uit het onderwijs of daarbuiten. Het LKCA richt zich met zijn producten en diensten niet direct op deze grote groep, maar op de professionals die verantwoordelijk zijn voor hun activiteiten. .
26
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
Internationaal Onze kennis van internationale ontwikkelingen in cultuureducatie en -participatie is ook van waarde voor collega’s in het buitenland. Omgekeerd kunnen we leren van ontwikkelingen in andere landen. Dit vraagt om een goed overzicht van de buitenlandse instellingen en organisaties en hun doelstellingen en activiteiten. Het is onze ambitie om in internationale verbanden (praktijk, beleid en onderzoek) een gewaardeerde en gezochte partner te zijn.
Het sociale domein als nieuwe partner Naast nieuwe doelgroepen gaan we ook actief op zoek naar nieuwe samenwerkingspartners en netwerken van verschillende maatschappelijke sectoren waarmee we (gaan) samenwerken. In de wereld van sport, welzijn en de zorg zijn dat de collega-instellingen en de overkoepelende organisaties als NOC*NSF, de landelijke fondsen en overheden. Op lokaal niveau ontstaan nieuwe netwerken als gevolg van de huidige sociale transities. Denk hierbij aan lokale kenniscentra, gemeentelijke beleidsambtenaren en (particuliere) aanbieders van kunsteducatie. 2.5
Wat doen we niet (meer)?
Het moet voor onszelf en de buitenwereld duidelijk zijn waar de grenzen liggen van het takenpakket. In de praktijk kan dat lastig zijn, omdat er in het veld uiteenlopende vragen en verwachtingen leven.
– Als onafhankelijke instelling die de publieke zaak dient, zorgt het LKCA ervoor niet te concurreren met anderen en marktrelaties niet te verstoren. Wij zien wel een taak in het initieren en ontwikkelen van zinvolle activiteiten voor de sector die in potentie te vermarkten zijn of door anderen kunnen worden overgenomen. Deze taken zullen we afstoten zodra ze tot wasdom zijn gekomen. – Wij verstrekken in beginsel geen individueel advies aan instellingen en particulieren anders dan via de website (helpdeskfunctie). Uitzondering vormt dienstverlening tegen betaling aan partners die van strategisch belang zijn en dienstverlening die bijdraagt aan de versterking van onze kennisbasis of relatienetwerk. – Deskundigheidsbevordering doen wij door kennisuitwisseling, kaderstelling en validering, intervisie et cetera. Wij bieden niet zelf cursussen en trainingen aan. – We vervullen geen makelaarsfuncties. Zo zijn wij geen bemiddelaar van vraag en aanbod tussen scholen en culturele instellingen. Daarin zijn al andere partijen actief, en zo’n rol leidt tot een verlies van onafhankelijkheid. – Wij zijn ook geen brancheorganisatie. Wij staan voor het belang van de sector als geheel, maar vertegenwoordigen daarbinnen geen deelbelangen. Wij hebben wel een rol in het creëren van platforms en netwerken waardoor brancheorganisaties hun belangen beter kunnen behartigen. Zo nodig bevorderen we dat er brancheorganisaties zijn. – We stappen af van de pretentie dat we het gehele veld voor wat betreft de kennis en informatiefunctie kunnen overzien en alle publicaties in onze sector kunnen inventariseren en beschrijven. We richten ons op actuele en thematische kennisverwerving op basis van onze prioriteiten en zorgen voor meer toegesneden en op de praktijk gerichte samenvattingen en handreikingen. 27
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
2.6
Samenvattend
Met de vier thema’s verbreedt het LKCA zijn perspectief ten opzichte van het eerdere beleidsplan. Naast cultuureducatie, infrastructuur, amateurkunst en professionalisering kiezen we voor aanvullende prioriteiten: draagvlakvergroting in de samenleving en verbinding met de sociale omgeving.
Met de zeven productclusters zorgen we er voor dat onze activiteiten beter zichtbaar en herkenbaar worden als producten van het LKCA. Dat laatste geldt voor strategische communicatie en onze activiteiten voor kaderstelling en validering. Daarin zijn we natuurlijk nu ook al actief, maar weinig zichtbaar omdat we sterk gericht zijn op het helpen van anderen. Door ons te profileren met eigen producten verkrijgen we in het krachtenveld meer stevigheid en worden we ook aantrekkelijker als samenwerkingspartner.
Ook in doelgroepen verruimen we de focus. Het brede publiek is ook voor ons een doelgroep, niet om bij hen het merk LKCA te positioneren, wel om het draagvlak voor cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie te verbreden. Dat doen we vooral door anderen te ondersteunen in hun exposure naar de samenleving. Naast nieuwe doelgroepen gaan we ook actief op zoek naar nieuwe samenwerkingspartners in het sociale domein. De matrix (tabel 1) laat zien waar de focus van onze activiteiten ligt in termen van de gehanteerde prioriteiten voor thema’s producten en doelgroepen. Dit betekent deels een herordening en opnieuw richten van al bestaande taken. Zo kunnen campagneactiviteiten voor ouderen die voorheen in beginsel 'afgerekend' werden op feitelijke deelname door ouderen, ook worden beoordeeld op mediaexposure nu die laatste categorie een duidelijk LKCA-product is geworden.
Wat het LKCA niet (meer) doet, is zich begeven op terreinen waar anderen een betere of logischere partij zijn, zoals het makelen van cultuureducatief aanbod. Wij moeten onze positie als onafhankelijk instituut bewaken. Vanuit die rol kunnen we het meest geloofwaardig opereren en invloed uitoefenen op de positie van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie in de samenleving.
Dit kunnen we niet alleen. We zijn afhankelijk van partners en stakeholders waarmee we intensief moeten samenwerken. Onze ambitie is dat we voor die partners aantrekkelijk zijn door wat we doen en voor elkaar krijgen. Door onze unieke, onafhankelijke positie in het veld kunnen we veel betekenen als verbinder binnen de sector en als vertegenwoordiger van de sector daarbuiten. Daarbij moeten we in relaties met anderen duidelijker zijn over onze rol en over wat we wel en niet kunnen bieden. Daarvoor dienen deze bijgestelde missie en koers als kompas.
28
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
3
Waarmee doet het LKCA dat
Het beleidsplan heeft niet alleen gevolgen voor onze activiteiten, maar ook voor onze organisatie en wijze van werken. In dit hoofdstuk beschrijven we globaal hoe en met wie het LKCA zijn ambities gaat realiseren. Voor deze bijstelling op het activiteitenplan is een gedetailleerde invulling van begroting, organisatie en personeelsbezetting niet aan de orde. Uiteraard moeten we de ambities binnen de uitgezette financiële en personele kaders waarmaken.
Budgetverdeling De bij de fusie afgesproken budgetverdeling over de gebieden cultuureducatie en amateurkunst is geïmplementeerd en komt vooral tot uitdrukking in de opbouw van het personeelsbestand van de nieuwe organisatie. Dit betekent dat cultuureducatie een relatief groter gewicht heeft gekregen bij de inrichting van de organisatie. Een en ander is in overeenstemming met de prioriteit die het Rijk in de lopende planperiode heeft gegeven aan cultuureducatie. Die prioritering kan in de volgende periode verschuiven. In elk geval vinden wij dat binnen onze organisatie de noodzakelijke competenties minder werkveldspecifiek zijn. Dit betekent dat wij de afgesproken verdeling verder niet als leidraad voor de verdeling van mensen en middelen hanteren. Samenwerking Veel van onze ambities kunnen we slechts realiseren in samenwerking met en support van anderen. Het LKCA moet dus niet alles zelf doen, maar verbindingen maken. Co-creatie is nodig, omdat we niet over alle noodzakelijke deskundigheden beschikken, maar ook omdat we de sector alleen effectief kunnen versterken door belangen te koppelen en waarde toe te voegen voor anderen. We moeten daartoe niet alleen binnen de eigen sector opereren, maar ook daarbuiten de issues en kansen aangrijpen. Dat vereist een meer ondernemende attitude en het vermogen om vanuit het belang van de ander naar onszelf te kijken. Samenwerken wordt voor LKCA nog meer dan nu het geval is corebusiness.
Een van die logische verbanden is de samenwerking met het FCP. Al in de opdracht van het ministerie werden beide instellingen tot samenwerking aangezet. De synergie tussen FCP en LKCA is evident. Beide instellingen hebben eigen rollen, maar delen de verantwoordelijkheid voor het realiseren van het rijksbeleid. We moeten duidelijk uitdragen dat we als partners samen optrekken.
Competenties Het spectrum van onze activiteiten en doelgroepen is breed. De ambities zijn stevig, vooral ook vanwege de nieuwe domeinen en doelgroepen. Aan de andere kant trekken we ons terug uit de dienstverlening aan specifieke doelgroepen of instellingen. We maken de slag van dienstverlener voor specifieke spelers naar platform voor beleid en professionalisering en treden bovendien op als belangenbehartiger voor de sector. Deze slag is nodig, omdat de behoeften van het veld veranderen en omdat we een full service organisatie na een de facto halvering van de beschikbare middelen niet kunnen volhouden.
29
De behoeften van het veld veranderen, omdat aanbieders en vragers meer zelfredzaam zijn en digitale instrumenten en kennis meer beschikbaar en uitwisselbaar zijn geworden. De vraag Strategisch beleidsplan – 2013-2016
naar specifieke diensten neemt af. Daarentegen neemt de behoefte aan organisatievermogen, intervisie, ontmoeting, duiding en zichtbaarheid sterk toe. Dat geldt voor vrijwel elk niveau, van praktijk tot en met sturing en beleid. Daar spelen we op in door onze competentiemix te verbreden en minder inhoudelijk-specialistisch en werkveldspecifiek te worden.
In feite is deze ontwikkeling al gaande, mede afgedwongen door de fusie en de bezuinigingen. Daarvoor is nog wel een verdere doorontwikkeling van de organisatie en versterking van bepaalde competenties nodig.
Doorontwikkeling van de organisatie Het LKCA is een fusieorganisatie. De herkomst van medewerkers speelt nog altijd een rol bij de interne samenwerking en kennisdeling. We werken nog steeds hard aan een gezamenlijke cultuur, zodat iedereen van elkaars werk, kennis en kennissen op de hoogte is en we als het LKCA met één gezicht naar buiten kunnen treden. De organisatiestructuur moet nog worden verbeterd. Dit is nodig om de competentiemix beter af te stemmen op de nieuwe prioriteiten en om een flexibelere, meer naar buiten gerichte organisatie te worden. Op dit moment loopt er een traject om het organisatiemodel en de wijze van werken te herijken. We zullen uitgaande van het bijgestelde beleidsplan de beschikbare en benodigde competenties in de organisatie vergelijken. Ook houden we de organisatiestructuur tegen het licht en stellen we deze waar nodig en mogelijk bij. Dit zal waarschijnlijk leiden tot herziene functieprofielen en herschikking van taken. Voor zomer 2014 zal dit traject worden afgerond. Risico’s en waarborgen Het LKCA moet binnen een periode van twee jaar een effectieve en zichtbare bijdrage aan de actieve cultuurparticipatie en de cultuureducatie leveren. Stakeholders zullen ons beoordelen op de impact die het LKCA als onafhankelijk instituut en spil in het netwerk teweeg brengt. De heroriëntatie op de vraag vanuit het veld en de verwachtingen van onze stakeholders heeft uitgewezen dat de aanvankelijk ingezette koers daarvoor niet toereikend is. De ambitie is derhalve verbreed. Met een verbreding van de opdracht lopen we ook een groter afbreukrisico. Met de verder reikende ambitie is ook het terrein en het aantal spelers waarvan we mede afhankelijk zijn, uitgebreid. Er is ook een groter risico dat we worden ingehaald door de actualiteit, door verschuivende beleidsprioriteiten et cetera. We signaleren de volgende risico’s, en mogelijke antwoorden:
– Management van verwachtingen In dit plan zijn de ambities vooral richtinggevend. Doelstellingen die zijn geformuleerd ten aanzien van thema’s en doelgroepen reiken deels verder dan de beleidsplanperiode 20132016 en worden mede beïnvloed door externe factoren. De vraag is welke resultaten er in deze planperiode behaald moeten worden en wat de ijkpunten zijn. Daarbij tekenen we aan dat de vier geformuleerde thema’s zich in verschillende fases van ontwikkeling bevinden. Het eerste thema (verbetering van de kwaliteit van cultuureducatie binnen- en buitenschools) bevindt zich in de implementatie fase en kent duidelijk omschreven resultaten en ijkpunten. 30
Strategisch beleidsplan – 2013-2016
De nieuwe thema’s (versterking van de verbinding tussen actieve cultuurparticipatie en andere sectoren en bevordering van waardering voor cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie in de samenleving) bevinden zich deels in een exploratieve fase en laten zich minder goed vertalen naar opbrengsten en effecten. Die zullen in de volgende planperiode zichtbaar worden. Op activiteitenniveau kunnen opbrengsten in elk geval wél in kaart worden gebracht: Van jaar op jaar worden de doelstellingen vertaald in concrete activiteiten en projecten waarvan de resultaten worden vastgelegd. Activiteiten en opbrengsten worden nauwkeurig omschreven en mensen en middelen worden toegekend aan activiteiten en projecten. Het werkplan fungeert als intern sturingsinstrument en is ook een instrument om opbrengsten inzichtelijk te maken en daarover met stakeholders afspraken te maken. Uiteraard verschaft het werkplan medewerkers richting en kader voor hun werk. We willen worden afgerekend op de opbrengsten in ons werkplan. Tegelijkertijd zorgt het werkplan er ook voor dat onze activiteiten binnen de budgettaire en personele kaders blijven.
– Monitoring en evaluatie We houden eveneens met het werkplan de vinger aan de pols en sturen bij waar nodig. Met periodiek klant- en doelgroepenonderzoek, een nog in te richten kwaliteitsbewakingstraject en door middel van projectevaluaties bewaken we onze koers. LKCA verricht veel veldonderzoek teneinde de effecten van ( overheids ) programma’s in kaart te brengen, waarbij onze eigen inbreng eveneens aan de orde is. Met name het programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’ wordt begeleid door systematische monitoring en evaluatie. Voor zover activiteiten zich nog in een meer exploratieve fase verkeren moet intensieve uitwisseling met de relevante doelgroepen indicaties opleveren voor opbrengst en effect. Voor de grotere thema’s zullen we klankbordgroepen vormen van deskundigen en stakeholders om te kunnen reflecteren en bijsturen waar nodig. Bovendien zal in 2014 en doelgroepen en stakeholdersonderzoek plaatsvinden op basis waarvan kan worden bijgestuurd indien nodig. – Flexibiliteit Het risico van strakke planning en risicobeheersing is dat we in ons zelf gekeerd raken en het contact met de buitenwereld verliezen. Vooral in het bewegelijke veld waarin wij opereren, bestaat het risico dat we nieuwe trends en relevante thema’s zowel binnen de sector als in de omgeving missen en daar niet tijdig op inspelen. Daartegen moet een meer extraverte en open houding ons beschermen. De verwachting is ook dat de aanpassing van de organisatie naar een meer open en op samenwerking gerichte structuur voldoende waarborgen gaat bieden.
31
Strategisch beleidsplan – 2013-2016