Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
Deze notitie is tot stand gekomen in samenspraak met : Martin van den Boogaert (BEM, Bond van Eindhovense Muziekgezelschappen), Relinde Janssen (Korenfederatie), Adeline van Campen (Het Brabants Orkest), Ramon Etman (Broet), Hedi Egelmeers (Bibliotheek Eindhoven), Beppie Remmits (CultuurStation-CKE), Nancy van Loon (Dynamo), Marieke van Schijndel (De Krabbedans), Florien Boonman (Kunstbende), Judith Ensel (Art-Fact Tilburg), Willem Jan Renders (van Abbemuseum) Samenstelling : Ruud Janssen, CKE
1
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
Belang van kunst-, cultuureducatie en amateurkunst voor de stad en regio “Kunst raakt mensen. Miljoenen Nederlanders houden zich wekelijks met kunst bezig. Actief deelnemen aan kunst geeft mensen plezier, scherpt de creatieve vermogens, geeft uiting aan emoties, geeft een kans op reflecteren op de omgeving en is een zinvolle besteding van de vrije tijd.” (uit : Monitor amateurkunst in Nederland 2009, De Feiten, Kunstfactor Utrecht) Kunstfactor verzamelde feiten over mensen, die actief met kunst bezig zijn. Deze feiten zijn ook uitgesplitst naar de 4 grote steden en naar Zuid-Nederland, maar niet specifiek voor Eindhoven en Zuidoost Brabant. Uit projectie van de cijfers kun je het volgende afleiden : In Eindhoven doen 120.000 mensen aan actieve kunstbeoefening. Deze mensen zijn gespreid over alle leeftijden en hun beoefening is heel breed: zingen, tekenen, schilderen, muziekinstrument bespelen, dansen, toneelspelen, schrijven, nieuwe media. Van deze mensen besteden 60.000 meer dan 50 minuten per week aan hun kunstzinnige hobby. Actieve deelname is één ding, maar hoe belangrijk is cultuur voor mensen? Ook dit is onderzocht. Voor 42% van de Nederlanders vormt cultuurdeelname (zoals het bezoeken van tentoonstellingen, theaters en concerten) een belangrijk onderdeel van hun leven. (uit : Betekenis van kunst en cultuur in het dagelijks leven, Stichting Cultuur-Ondernemen, oktober 2010, een onderzoek naar cultuurmotivatie in Nederland). Cultuur en kunst kan niet zonder educatie. Zonder educatie zou er weinig kunst zijn, zeker heel weinig hoog ontwikkelde kunst. Dat is niet exclusief westers, het geldt evenzeer voor Indiase sitar, Chinese kalligrafie of Balinese dans. Educatie vindt plaats op verschillende niveau’s, in verschillende omgevingen en op verschillende manieren : •
Educatie bestaat uit proeven (kennismaken, oriënteren), leren en doen.
•
Van oudsher blijkt een eerste bepalende factor voor je culturele belangstelling de omgeving, het gezin waarin een jong kind opgroeit.
2
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020 •
Educatie kan formeel of informeel zijn en plaatsvinden op school, bij vereniging, bij centrum voor de kunsten, muziekschool of “op straat”.
•
De gewenste hoeveelheid en soort educatie hangen sterk af van ambitieniveau en kunstvorm. (Dus maar een beperkt deel van 60.000 actieven heeft educatie nodig.)
Educatie blijkt niet alleen van belang voor de actieve kunstbeoefening, maar ook voor de belangstelling en waardering van de toehoorder of toeschouwer van kunst. Educatie is te beschouwen als de bodem van een taart in honderden smaken. Zonder educatie ook minder waardering voor en bezoek aan (professionele) kunst. Het belang van cultuureducatie is evident en het loont daar op jonge leeftijd mee te beginnen. De ontvankelijkheid van heel jonge kinderen is al groot en hoe jonger je culturele bagage meekrijgt, hoe langer je de rest van je leven daarvan profiteert. In “De Staat van de Stad 2020” wordt aangegeven dat er in 2020 een goede culturele basisinfrastructuur zal zijn met o.a. het Centrum voor de Kunsten (CKE), dus de kunsteducatie wordt ook gemeentelijk erkend als van basaal belang. Het loont om hierin te investeren omdat het loont te investeren in onderwijs en ontwikkeling van kennis en vaardigheden. We willen in Nederland een bloeiende kenniseconomie, daarom investeren we in onderwijs. Dat is niet goedkoop maar broodnodig. De hoogwaardige economie in de regio Eindhoven met zijn Brainport ambities is een schoolvoorbeeld van hoogwaardige kenniseconomie. Creativiteit is een kernbegrip. Deze regio trekt en behoudt alleen de noodzakelijke kenniswerkers als er ook een passende culturele en kunstzinnige omgeving is. Aan de basis van kunst ligt ook onderwijs, in dit geval kunst- en cultuureducatie. Ook dat is niet goedkoop, maar een noodzakelijke basisinfrastructuur voor Brainport Eindhoven. Kunst- en cultuureducatie is niet regionaal georganiseerd, met name omdat de subsidiering vooral lokaal is. De klanten van kunst- en cultuureducatie trekken zich daar niet zoveel van aan, ze zoeken hun educatie en amateurkunst daar waar het zich in de regio bevindt. Eindhovense verenigingen hebben ook veel leden uit de omringende gemeenten. Presentaties vinden, ook vanuit Eindhoven, in de hele regio plaats. Specialisaties in educatie en amateurkunst vindt men in grotere of gespecialiseerde instellingen en verenigingen, veelal in Eindhoven. Waar in andere gebieden gemeenten samenwerken om tot betere kunsteducatie in een efficiënte organisatie te komen (bijv. rondom Tilburg of in de Meijerij), heeft gebrekkige gemeentelijke samenwerking dit in onze regio tegengehouden.
3
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
Staat van de (Kunst-, Cultuureducatie en Amateurkunst in de) Stad 2020
Mede dankzij cultureel ondernemerschap ligt er een goede culturele basisinfrastructuur zoals het Muziekgebouw, Parktheater, Centrum voor de Kunsten Eindhoven (CKE), openbare bibliotheek en bioscopen (uit : Staat van de Stad 2020, gemeente Eindhoven oktober 2010)
1. een beeld van 2020 2. cultuureducatie in 2020 concreet 3. kunsteducatie en amateurkunst in 2020 concreet 4. verantwoordelijkheid en rol van de overheid
Met culturele instellingen wordt hier bedoeld de professionele kunstproducenten, podia en musea in Eindhoven en de regio, inclusief professionele kunsteducatieve instellingen en bibliotheek. Met amateurkunst wordt hier bedoeld het totaal van kunstactiviteiten in de vrije tijd van mensen die dit niet als professional doen.
4
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
1.
In 2020 zien we een bruisend totaalbeeld
Op het gebied van kunst-, cultuureducatie en amateurkunst is er in 2020 een goede basisinfrastructuur. Alle Eindhovenaren maken van jongs af aan kennis met theater, dans, urban culture, muziek, literatuur, beeldende kunsten en alle mengvormen die hiertussen ontstaan zijn. Ze doen onder schooltijd activiteiten, bezoeken voorstellingen, maken kennis met de actieve kunst die in hun eigen wijk plaatsvindt. Ze kunnen makkelijk voor kunst kiezen in naschoolse projecten in hun spilcentrum, en zich zo breed oriënteren. Hierna is er een doorstroming naar gespecialiseerde cursussen en lessen, of naar activiteiten in de wijk. Ze kunnen echt aan de slag met kunst : leren en doen. De talenten (gemotiveerde kinderen met aanleg) worden gezien en krijgen bijzondere kansen zich te ontwikkelen. In de stad is een bruisende centrale ontmoetingsplek voor educatie en amateurkunst. Ieder, die actief met kunst bezig wil zijn, komt hier graag naar de werkplaatsen, podia, expositieruimten, cursus- en lesruimten. Je kunt terecht met je eigen vraag en er is een groot en pluriform educatie aanbod, in goede kwaliteit, tegen een redelijke prijs. Veel verschillende kunstvormen, op veel verschillende manieren aangeboden, ook met online mogelijkheden voor contact, ondersteuning of feedback. Bovendien is er een verbinding met andere goede aanbieders van kunst- en cultuureducatie en de professionele podia. Alle culturele diversiteit in de maatschappij is op deze manier te vinden (als je het hier niet vindt, hoef je in Zuid-Nederland niet verder te zoeken). Het is ook een ontmoetingspunt voor bloeiende verenigingen en projectorganisaties, die terecht kunnen bij hun steunpunt. (Dit is een goede navolging van de steunpunten voor amateurkunst die al langer bestonden in steden als Tilburg, Maastricht en Weert). Je kunt als vereniging of individu geholpen worden met organisatie, subsidieaanvraag of projectsubsidie, met het bekendmaken van je ideeën en projecten, of om mensen te vinden die met je mee willen doen. Het steunpunt onderhoudt een virtueel podium voor amateurkunst, gekoppeld aan informatie over projecten om zelf actief in te zijn of die je kunt bezoeken, en informatie over een veelheid aan verenigingen en verbanden waarin mensen kunst beoefenen. Er zijn voorstellingen en presentaties en uitnodigingen om als individu mee te doen, of je kunt exposities bekijken, of resultaten van stadsmanifestaties. In de ontmoetingsplek kun je bij uitstek de ontwikkeling volgen van talenten. Zij staan als begaafde kinderen al regelmatig op de podia, krijgen als vakstudenten de ruimte voor hun
5
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020 presentaties en inspireren als jonge professionals de nieuwe jongste aankomende talenten. De top die onze Eindhovense en regionale talenten bereiken is heel hoog, omdat de piramide die hun ontwikkeling mogelijk maakt heel breed is. In de talentontwikkeling bestaat een goede samenwerking met professionele kunstenaars, podia en musea, en met de kunstvakopleidingen op HBO en MBO niveau. In diverse wijken in de stad zijn bij spilcentra of andere plekken met meerdere gebruikers mogelijkheden voor amateurkunst en educatie, bijvoorbeeld voor specifieke doelgroepen of deelmarkten, of voor een bescheiden palet aan activiteiten op wijkniveau. Op de grote professionele podia in de stad is ruimte voor grote bijzondere voorstellingen en concerten door amateurs. Daar vinden ook schoolvoorstellingen plaats voor kinderen en jongeren. In de eigen programmering zorgen de podia voor educatieve onderdelen en impulsen bij de professionele kunsten. De gemeente Eindhoven is trots op deze ontwikkeling en resultaten. Zij neemt haar verantwoordelijkheid waar dat nodig is en vaart op eigen initiatief en eigen inzet van haar burgers waar dat mogelijk is. De gemeente realiseert zich, dat zeker in Eindhoven Brainport de culturele basisinfrastructuur een randvoorwaarde is. Mensen willen graag in Eindhoven Brainport wonen en werken, maar alleen als er óók een bruisend cultureel klimaat is met mogelijkheden om cultureel actief te zijn en je cultureel te ontwikkelen.
6
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
2.
cultuureducatie in 2020 concreet
Cultuureducatie : proeven aan kunst, d.w.z. kennismaken en oriënteren (in Eindhoven heeft Cultuurstation de gemeentelijke taak om makelaar voor cultuureducatie te zijn tussen het regulier onderwijs en alle culturele instellingen. In 2011 worden 63 lokale initiatieven gebundeld door Cultuurstation, van hele kleine individuele initiatieven tot de grote culturele instellingen.) •
In 2020 is dit proeven in alle kunstdisciplines én cultureel erfgoed bereikbaar voor alle mensen in Eindhoven en de regio
•
Kinderen en jongeren kunnen niet ontkomen aan dit proeven, dat via scholen, spilcentra en naschoolse activiteiten op een aantrekkelijke wijze wordt meegegeven aan íeder kind. Daarbij worden ook ouders betrokken.
•
Elke culturele instelling heeft in de taakstelling een onderdeel cultuureducatie
•
Er zijn samenwerkingsverbanden tussen culturele instellingen en het onderwijs met aanbod op maat
•
Amateurkunst is betrokken bij cultuureducatie op scholen
•
Er zijn regionaal afspraken gemaakt tussen gemeenten onderling en met de provincie over de regie en samenhang in deze programma’s
•
Makelaars van cultuureducatie in de regio werken nauw samen
•
In het totale aanbod zijn herkenbare Eindhovense accenten (techniek, design, licht)
•
Talenten worden gescout, herkend en doorgeleid naar adequate begeleiding
•
Het jeugdcultuurfonds bundelt inkomensregelingen voor cultuurtoegang
•
Onderwijs, sociaal cultureel werk, kinderopvang en CultuurStation bemiddelen kinderen naar het jeugdcultuurfonds
•
Via de locale educatieve agenda wordt de verantwoordelijkheid van het onderwijs voor cultuureducatie en doorlopende leerlijnen verder ontwikkeld
7
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
3.
kunsteducatie en amateurkunst in 2020 concreet
Kunsteducatie en amateurkunst : leren en doen (actief bezig met kunst)
•
In 2020 hebben alle mensen in Eindhoven en de regio een ruime keuze om actief met kunst bezig te (leren) zijn
•
Het aanbod is pluriform en omvat alle kunstvormen die de moeite waard zijn en waarvoor in Eindhoven en de regio een markt (te creëren) is
•
Het aanbod is financieel bereikbaar en van goede kwaliteit
•
De continuïteit van opleidingen is gewaarborgd
•
Innovatie speelt een belangrijke rol, waarbij online mogelijkheden benut worden
•
o
Nieuwe lesvormen
o
Nieuwe didactieken
o
Gebruik van technische hulpmiddelen
o
Nieuwe communicatievormen
Technologische ontwikkelingen maken het inspelen op nieuwe vragen en bereiken van grotere aantallen deelnemers mogelijk
•
Er is een goede samenwerking tussen de verschillende aanbieders in de markt
•
Talenten worden al jong herkend en krijgen een goede opleiding (zodat ze vervolgens tot professional opgeleid kunnen worden)
•
Kunsteducatie en amateurkunst zijn meer zichtbaar in de stad en de podia van de stad : door kunst kan iedereen deelnemen aan de samenleving
•
Er is goede “hardware” : de fysieke infrastructuur is op orde o
Les- en cursusruimten
o
Repetitieruimten
o
Werkplaatsen, open ateliers
o
Ontmoetingsruimten
o
Podia
o
Virtuele podia en ontmoetingsruimten
8
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
•
Er is een steunpunt voor amateurkunst, met als taak o
Stimuleren deelname aan kunst
o
Ondersteunen initiatieven van verenigingen en individuen
o
Financieel ondersteunen van interessante initiatieven
o
(bemiddelen in) faciliteren
o
Bevorderen van zichtbaarheid van (amateur)kunst
o
Opzetten van structurele contacten met sponsors
Toelichting : de vorm van kunsteducatie in de toekomst De vorm waarin kunsteducatie in de toekomst kan plaatsvinden zal deels veranderen. Oorzaken : technologische ontwikkelingen, veranderende vraag, verminderende subsidie, veranderende maatschappij. Internet wordt al gebruikt voor betere communicatie en inhoudelijke ondersteuning. Gevolgen kunnen zijn een vergroting van het bereik van kunsteducatie, een verbetering van de kwaliteit van de leerprocessen, een verbeterde efficiency, de noodzaak tot hogere investeringen, aanpassing van huisvesting. Het meest waarschijnlijk is een combinatie van al deze factoren. De verwachting is dat de huidige ontwikkeling van minder vaste patronen verder zal doorzetten : niet alleen avondcursussen van een heel seizoen, maar dagcursussen, vakantieactiviteiten, ontmoetingen en presentaties van internetcursisten, zelfwerkzaamheid (open ateliers, open podia), docent in coachrol i.p.v. docentrol. Daarnaast blijft er de vraag naar die vormen van kunsteducatie, die hun waarde bewezen hebben en leiden tot door de klant gewenste resultaten.
9
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
4.
verantwoordelijkheid en rol van de overheid
Kunst- en cultuureducatie is niet alleen of primair de verantwoordelijkheid van de overheid. Je kunt eerder spreken van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de betrokken partijen : de inwoner van de regio Eindhoven, de culturele instellingen en de gemeente(n). - De burger heeft een grote eigen verantwoordelijkheid voor de invulling van zijn vrije tijd. Dat betekent dat er van burgers een reële financiële bijdrage verwacht mag worden als hij kiest om actief met kunst(educatie) bezig te zijn. Deze eigen bijdrage kan in de toekomst verder stijgen, mits zorgvuldig gedoseerd en in kleine stappen. Fondsen als het jeugdcultuurfonds of regelingen voor armoedebestrijding kunnen bijdragen aan de toegankelijkheid voor speciale doelgroepen. - Culturele instellingen zijn veelal ontstaan uit particuliere initiatieven van inwoners. Zij hebben hun rol voor de lokale samenleving sterk kunnen vergroten dankzij subsidies. Van hen wordt meer cultureel ondernemerschap gevraagd, professionele en efficiënte bedrijfsvoering, oog voor de vraag van het publiek, aanpassing aan de veranderingen in de samenleving. Op culturele instellingen rust de verantwoordelijkheid gericht te blijven op hun specifieke culturele doel en dat te blijven verenigen met de beschikbare financiële middelen. Van culturele instellingen mag in deze tijd gevraagd worden kritisch te zoeken naar mogelijkheden om met minder subsidie de doelen te bereiken. - De overheid vindt kunst en cultuur van belang voor een gezonde aantrekkelijke samenleving. De overheid ziet daarom scherp het verschil tussen een hobby en de actieve deelname van mensen aan kunst en cultuur. Een willekeurige hobby is met name van belang voor de hobbyist zelf, maatschappelijk is het voortbestaan van de hobby niet relevant. Bij kunst en cultuur ligt dit anders. Iedereen zou het onmiddellijk als een ramp ervaren als er geen mensen meer actief met kunst en cultuur bezig zouden zijn. Er was nog nooit een samenleving zonder kunst en cultuur (wel zonder postzegelverzamelaars). Daarbij draagt kunst en cultuur bij aan de sociale samenhang in de samenleving, zorgt voor levendigheid in de stad en de wijken en helpt mensen het beste uit zichzelf te halen. Daarom is het een verantwoordelijkheid van de overheid te borgen dat mensen actief aan kunst en cultuur kunnen (leren) doen.
10
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
Deze verantwoordelijkheid betekent ook dat de gemeente hier voldoende geld in steekt, zonder dat de taak van de gemeente is om alles te betalen. Zoals aangegeven hebben ook andere partijen hier een verantwoordelijkheid in. Om de pluriformiteit van het aanbod, de continuïteit en de kwaliteit te borgen kan de financiering van de gemeente niet gemist worden. Concreet benoemen we de volgende aspecten : •
Infrastructuur
De overheid zorgt in Nederland voor infrastructuur (zoals wegen en scholen). De infrastructuur van kunst- en cultuureducatie, de gebouwen met de algemene overhead, wordt daarom door de gemeente gesubsidieerd. Dit geldt ook voor goede faciliteiten voor amateurkunst zoals repetitieruimte en ateliers, die voor een redelijke eigen bijdrage toegankelijk zijn. •
Cultuureducatie voor kinderen en jongeren
Cultuureducatie voor kinderen en jongeren vergt veel organisatie en afstemming tussen scholen, kinderopvang en culturele instellingen. Deze functie wordt door de gemeente met subsidie mogelijk gemaakt, waarbij de gebruikers (scholen en kinderen) voor de activiteiten een redelijke eigen bijdrage betalen voor de directe kosten van de activiteiten. De vervoerskosten die noodzakelijk zijn om kinderen naar de diverse locaties van culturele instellingen te kunnen brengen blijken vaak een bottleneck in het bereik, het verdient aanbeveling hier een oplossing voor te vinden. •
Activiteiten die uit hun aard kostbaar zijn
Buiten de algemene infrastructuur (zie hierboven) kunnen in de kunsteducatie en amateurkunst veel van de directe kosten gedragen worden uit de eigen bijdragen van cursisten en deelnemers. Dat geldt niet voor alle activiteiten. In kunsteducatie is met name muziekonderwijs per definitie kostbaar, omdat maar beperkt groepsgewijs gewerkt kan worden. Er moet geïnvesteerd worden in innovatieve lesmethoden en gebruik van nieuwe technische en didactische mogelijkheden (bijv. via internet) om te realiseren dat in de toekomst minder directe subsidie nodig zal zijn dan in het verleden. Zonder subsidie is en blijft breed toegankelijk goed muziekonderwijs ondenkbaar. •
Talenten
Talenten verdienen een specifieke optimale begeleiding. Talenten vormen de kweekvijver voor de toekomst, ze moeten doorstromen en gezien worden. Het gaat in absolute zin om tamelijk kleine aantallen, maar relatief om kostbare voorzieningen. •
Steunpunt amateurkunst 11
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020 De gemeente en de provincie (via Kunstbalie) gaan het steunpunt amateurkunst faciliteren en stellen (project)subsidies ter beschikking voor interessante projecten en vouchers voor workshops, training en inhoudelijke begeleiding. Van bedrijven verwachten we in toenemende mate bereidheid bij te dragen aan projecten uit maatschappelijke betrokkenheid én vanwege de positieve uitstraling van kunst in Eindhoven Regionale samenwerking en samenhang zijn een laatste aspect van de rol van de overheid. Kunst en cultuur zou gebaat zijn bij meer regionale regie. In de praktijk blijkt dit moeilijk te realiseren, met name vanwege lokale subsidiestromen. In kunst- en cultuureducatie zien we mogelijkheden tot betere en efficiëntere voorzieningen, professionelere benadering van potentiële klanten, mooier en breder aanbod voor veel meer mensen. Een voortrekkersrol van de gemeente Eindhoven is gewenst om hiervoor regionaal politiek draagvlak te krijgen.
12
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
BIJLAGE De ontwikkelingen in kunst- en cultuureducatie, 7 trends beschreven : 1. leren en doen Bij het actief met kunst bezig zijn vervaagt de strenge scheiding tussen leren en doen
2. actief in kunst, actief in vereniging? De bloeitijd van oude verenigingsverbanden is voorbij, er ontstaan nieuwe verbanden van kunstactieve mensen
3. scheiding tussen de disciplines Er is minder sprake van scherpe grenzen tussen de verschillende kunsten en er zijn nieuwe vormen
4. podiumbehoefte Er is een grote algemene behoefte om een podium te hebben en naar buiten te treden
5. cultuureducatie in (en na) het onderwijs Cultuureducatie in het onderwijs wordt niet meer alleen aan het onderwijs zelf overgelaten
6. educatie en professionele kunst Professionele kunsten verbinden zich meer met educatie
7. werkvormen in de kunsteducatie Nieuwe technieken en leervormen gaan traditionele werkvormen van de kunsteducatie aanvullen
13
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
Trend 1 : leren en doen Bij het actief met kunst bezig zijn vervaagt de strenge scheiding tussen leren en doen DE ACHTERGROND VAN HET LEREN Educatie in cultuur en kunst speelt van oudsher een belangrijke rol. Zeker in de kunsten is educatie zo noodzakelijk en belangrijk geworden, dat het een eigen vaak afgescheiden plaats kreeg. Muziek en tekenen kregen een eigen plaats in het curriculum in het onderwijs. De resultaten hiervan zijn zo algemeen dat er al zeer lang behoefte is ontstaan aan meer gespecialiseerde educatie in de kunsten. Hierin ligt een belangrijke ontstaansgrond voor muziekscholen, creativiteitscentra, jeugdateliers en vervolgens centra voor de kunsten. Daarbuiten bestond en bestaat er een fragmentarische particuliere markt. Deze educatieve instellingen richtten zich uitsluitend op educatie. Het was niet de bedoeling te voorzien in de behoefte van kinderen of volwassenen om actief met kunst bezig te blijven. Het was alleen de bedoeling om de leerling en cursist artistiek en technisch op te voeden. Zodat die vervolgens voldoende kunstbagage en vaardigheid had om zelfstandig door te gaan. Dat zelfstandig doorgaan betekende dan ofwel individueel de kunst blijven beoefenen (bijv. fotograferen, pianospelen, schilderen) ofwel aansluiten bij een groep gelijkgestemden: (lid worden van een toneelvereniging, accordeonclub of zangkoor). Ter illustratie : een muziekschool stuurde een leerling na het behalen van het hoogste examen weg. De leerling werd doorverwezen naar een amateursymfonieorkest of harmonie (of bij uitzonderlijke talenten naar het conservatorium). DE ACHTERGROND VAN HET DOEN Actief een van de kunsten beoefenen, dat is waar het uiteindelijk om gaat. Miljoenen Nederlanders houden zich hiermee bezig, zoals aangegeven in de inleiding. Nederlanders hebben dit in het verleden uitgebreid georganiseerd, zeker bij muziek en zang. Het lid worden van een vereniging was een zeer algemeen maatschappelijk verschijnsel, vaak met de keuze tussen een katholieke of protestantse variant. Wie lid werd deed dat op jonge leeftijd en overlijden was de meest gebruikelijke reden van opzegging. Gouden speldjes wegens 50-jarig lidmaatschap waren wijd verbreid. Deze tijd is voorbij, ter illustratie : in Eindhoven zijn bij de BEM (Bond van Eindhovense Muziekgezelschappen) negen
14
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020 harmonieën en fanfares aangesloten. Zeven daarvan zijn opgericht in de 1e helft van de vorige eeuw, 1 eind 19e eeuw en 1 (het Eindhovense Seniorenorkest) in 1983. Educatie was geen hoofdpunt in het functioneren van de verenigingen. Mensen kwamen opgeleid binnen of functioneerden mee volgens het principe “al doende leert men”. Waar opleiding bewuster werd ingezet werd gebruik gemaakt van centra voor de kunsten of muziekscholen of werd een eigen opleidingspoot ingericht (bijv. een eigen jeugdopleiding bij een drumfanfare). DE VERSMELTING Het leren en het doen zijn dichter bij elkaar gekomen, in een heel geleidelijk proces in de afgelopen twintig jaar. Het educatieve proces wordt minder gezien als één doorgaande stijgende lijn van een x-aantal jaren, waarna het echte “doen” kan beginnen. En bij het doen is er minder het idee dat je voor de rest van je leven uitgeleerd bent. Anders gezegd : in centra voor de kunsten en muziekscholen is veel meer aandacht gekomen voor het toepassen en genieten van de bereikte vaardigheden. Bij verenigingen kwam meer aandacht voor kwaliteitsgroei. Niet alleen wekelijkse repetitieavond, maar ook groepsrepetitie, een extra workshop of masterclass, inhuur van gastdocenten of gastregisseur, gerichte koorscholing. Voor amateurkunstenaars wordt scholing o.a. ondersteund door de provinciale instelling Kunstbalie. Er zijn nieuwe vormen van kunsteducatie ontstaan, vaak mengvormen tussen leren en doen. Bij beeldende kunsten zijn er open ateliers, waarin vrij gewerkt wordt en op sommige momenten een professioneel kunstenaar aanwezig is. Niet zozeer in de rol van docent, niet om een gestructureerd leerproces vorm te geven, maar meer als coach, die beschikbaar is om advies te geven, te reflecteren, vragen te stellen. In popmuziek komen jongeren met de vraag om in een bandje te (leren) spelen. Er wordt een bandje geformeerd en ze gaan spelen onder leiding van een docent die materiaal aanreikt. Als er behoefte bestaat aan gerichtere training kan bijv. een workshop popzang gevolgd worden. De vraag van de klant stuurt het proces en in dit proces lopen leren en doen door elkaar.
15
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
Trend 2 : actief in kunst, actief in vereniging? De bloeitijd van oude verenigingsverbanden is voorbij, er ontstaan nieuwe verbanden van kunstactieve mensen De behoefte actief met kunst bezig te zijn is onverminderd groot. Dit loopt niet parallel met de behoefte in een vereniging actief te zijn. Hierin is zichtbaar dat de maatschappij verandert. Mensen hebben minder de behoefte en dus minder de neiging zich voor een heel leven te binden aan een vereniging. De verenigingstrouw is verminderd, leden blijven minder lang lid en er melden zich minder (jonge) leden. Vergrijzing is een algemeen gevolg. Daarmee is ook een belangrijke oorzaak aangegeven voor het probleem van de organisatie van en in de vereniging. De vereniging is afhankelijk van de vrijwillige inzet van leden om de vereniging te laten functioneren. Dat kan zijn in ondersteunende werkzaamheden of het dragen van bestuurlijke verantwoordelijkheid. Het valt voor veel verenigingen niet mee de continuïteit in de organisatie te waarborgen. Samen met genoemde vergrijzing leidt dit tot een afname van het aantal verenigingen en het aantal leden. Als voorbeeld de eerder genoemde BEM. Midden jaren tachtig telde deze bond 23 verenigingen in Eindhoven als lid. Het laatste nieuwe lid is in 1983 aangesloten en momenteel telt de BEM nog 12 verenigingen. Tegelijk zie je allerlei nieuwe verbanden ontstaan waarin mensen actief met kunst bezig zijn. De koren in Eindhoven kennen ook vergrijzing, maar een initiatief van de korenfederatie als het meezingproject is zeer succesvol en ook aantrekkelijk voor zangers die niet vast aan een koor verbonden (willen) zijn. In de popmuziek spelen veel mensen in bands die regelmatig wisselen van samenstelling. Een instelling als PopEi is bij uitstek een voorziening die dit facilitair ondersteunt, eventueel een podium biedt en verder het initiatief bij de deelnemers laat. Educatieve ondersteuning is op vraag ter plekke beschikbaar. Voor individuele fotografen is GLOW een uitgelezen manifestatie geworden om bijzondere foto’s te maken, wie wil kan dit in een workshop onder leiding van een begeleidende docent doen. Ook via nieuwe media ontstaan verbanden waarin mensen met kunst actief zijn, maar dat betekent niet dat het sociale aspect minder belangrijk is. Ook in nieuwe verbanden is het sociale aspect een wezenlijk onderdeel van de beleving.
16
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
Trend 3 : scheiding tussen disciplines Er is minder sprake van scherpe grenzen tussen de verschillende kunsten en er zijn nieuwe vormen De grenzen tussen kunstdisciplines lijken steeds meer te vervagen. Er ontstaan nieuwe genres en cross-overs. Jongeren kiezen minder definitief voor één bepaalde kunstvorm, maar zijn meer browser geworden. Alles wat interessant is kun je een tijdje doen, tot je geen zin meer hebt of iets anders interessanter vindt. Dit loopt parallel aan de teruglopende binding aan vaste verenigingen of verbanden voor zeer lange tijd. De afwisseling is niet alleen tussen de ene kunstvorm of de andere, maar kan ook zijn tussen cultuur en sport, of tussen sport en weer een cursus bij de volksuniversiteit gaan volgen. Misschien kun je spreken van overloopgebieden tussen kunst, sport en techniek. Bij Urban, waar urban sports en urban culture dicht bij elkaar komen, is dit heel evident. Het leven wordt diverser, de publieksgroepen van culturele instellingen wisselen sterker. Er zijn ook snellere wisselingen van culturele trends. Een bepaalde dansstijl, een bepaalde beeldende techniek of een bepaald muziekinstrument trekt nationaal of internationaal aandacht, het kan leiden tot een hausse aan specifieke optredens en cursussen en binnen enkele jaren kan het weer voorbij zijn. Veel dynamiek, veel keuze en mensen bewegen mee. De scheiding tussen hoge en lage kunst is minder scherp en is in ieder geval minder gebonden aan sociale klasse. Zoals bij kleding of bij woninginrichting goedkope zaken gemengd kunnen worden met dure merkartikelen kunnen dezelfde mensen in hun kunstbeleving of hun kunstactiviteit ook heel diverse keuzen maken. Programmering in concertzalen en schouwburgen is veel breder geworden dan voorheen.
17
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
Trend 4 : podiumbehoefte Er is een grote algemene behoefte om een podium te hebben en naar buiten te treden De behoefte om zelf actief met kunst bezig te zijn leidde in het verleden lang niet altijd tot de behoefte zich naar de buitenwereld te manifesteren. De aloude subsidievoorwaarde aan amateurverenigingen om ten minste eenmaal per jaar een openbaar optreden te verzorgen illustreert dit. Daar is de laatste jaren sterke verandering in gekomen. De behoefte om alleen of met een groep gelijkgestemden een podium te zoeken en naar buiten te treden lijkt onverzadigbaar geworden. Op televisie en sociale media, maar ook de fysieke podia in Eindhoven zie je hiervan de resultaten. De vraag of iets in alle redelijkheid een podium waard is lijkt een volstrekt ouderwetse vraag geworden. De term podium moet je in dit verband heel breed zien. Het zijn de “traditionele” fysieke podia voor de podiumkunsten in de stad (schouwburg, muziekcentrum), de musea en andere tentoonstellingsruimten, de straat (urban culture, festivals), speciale gebieden als StrijpS, publicaties, talkshow, scholen, karaokebar, de kroeg (jamsessie). In hoog tempo komen daar alle virtuele podia bij. Nu de noodzakelijke kosten en investeringen van publicatie en etaleren van jezelf en je kunstproductie geminimaliseerd zijn, blijkt er inderdaad geen drempel meer. Je kunt altijd en onmiddellijk je eigen podium zoeken, uitwisselen met anderen en feedback krijgen op je prestaties. Daarbij is nog een ander aspect te signaleren : het gaat bij de podiumbehoefte niet (meer) alleen om het laten zien of horen wat je kunt, om het in vervoering brengen (of choqueren) van je publiek, om het reproduceren van bewezen meesterwerken. Het kan nu ook gaan over het expressie geven aan je eigen identiteit. Het kan minder over de kunst gaan en meer over jezelf. In de kunsteducatie leidt dit alles ook tot verandering. Waar voorheen tentoonstellingen, presentaties, concerten en voorstellingen met name plaatsvonden als logisch sluitstuk van een educatief proces, zie je nu vaker dat de presentatie een doel op zich is geworden. Uit marktonderzoek bij cursisten van CKE blijkt duidelijk de expliciete vraag van cursisten naar optredens. In het onderwijs zie je dat weekafsluitingen en musicals voor groep 8 vaste fenomenen zijn geworden.
18
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
Trend 5 : cultuureducatie in (en na) het onderwijs Cultuureducatie in het onderwijs wordt niet meer alleen aan het onderwijs zelf overgelaten Kunst en cultuur heeft in het onderwijs geen vanzelfsprekende plaats. Het zit wel in de kerndoelen, maar er wordt weinig op resultaten gecontroleerd. Dat is de reden dat de rijksoverheid, veel gemeenten en centra voor de kunsten hebben geïnvesteerd in versterking van de aandacht voor cultuureducatie in het onderwijs. Basisscholen hebben extra geld per leerling gekregen om aan cultuur te besteden, in het voortgezet onderwijs is de cultuurkaart ingevoerd die scholen of leerlingen zelf aan cultuur kunnen besteden. Dit is gepaard gegaan met het instellen van “cultuurmakelaars” (zoals Cultuurstation in Eindhoven), die een brug slaan tussen de vraag van het onderwijs en het aanbod van culturele instellingen. Een bijzondere stimulans is het fenomeen “combinatiedocent”. Dit zijn sport- of kunstdocenten, die in een basisschool onder schooltijd hun vak doceren en na schooltijd daaraan op dezelfde school een vervolg geven. Vooral in ‘krachtwijken’ is dit van belang, om doorstroming te krijgen vanuit spilcentra naar naschoolse activiteiten, amateurkunst in de wijk en/of gerichte kunsteducatie bij een centrum voor de kunsten. In het huidige politieke klimaat is de vraag hoe de toekomst van deze stimulerende maatregelen zal zijn. Het extra geld voor basisscholen is er nog, maar is niet meer geoormerkt voor cultuur. De toekomst van de cultuurkaart is onzeker. Hoe sterk zullen de culturele programma’s zich al gevestigd hebben in het onderwijs? Of hoe snel zal wat er nu is opgebouwd ook weer verwateren omdat het accent naar taal en rekenen gaat? Kunst en cultuur in het onderwijs is met name van belang om iedereen de kans te geven kunst te ontdekken. Het is goed dat kinderen niet alléén afhankelijk zijn van de eigen persoonlijke omgeving waarin ze opgroeien. Wat in de inleiding “proeven” werd genoemd (kennismaken, oriënteren) is bij uitstek het onderdeel dat álle kinderen in Eindhoven mee moeten krijgen. Het vervolg daarop (het leren en het doen) is een individuele keuze voor wie daartoe gemotiveerd is. Dat vervolg moet in alle diversiteit goed toegankelijk zijn : als je iets proeft wat je lekker vindt, moet je het daarna ook wel kunnen eten. De persoonlijke keuzen van die tienduizenden die kunst en cultuur “leren en doen” vormen immers de ruggengraat van cultureel Eindhoven. Zonder hen geen cultureel klimaat, zonder hen geen bezoekers voor de podia en musea, zonder hen uiteindelijk ook geen professionele kunst.
19
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
Trend 6 : educatie en professionele kunst Professionele kunsten verbinden zich meer met educatie In de professionele kunsten wordt het belang van educatie algemeen onderkend. Dit betekent nog niet een voortdurende aandacht voor educatie vanuit professionele gezelschappen en podia. Wel is die aandacht groeiend. Een aantal professionele gezelschappen en podia heeft een educatieve dienst, die educatieve begeleiding verzorgt van voorstellingen of educatieve programma’s. Deze educatie is meestal gericht op het “eigen” publiek, maar soms ook op specifieke doelgroepen. Voorbeelden van het eerste zijn persoonlijke toelichtingen voorafgaand aan operavoorstellingen of concerten in Parktheater of Muziekgebouw, of educatief materiaal of lezingen rond een tentoonstelling in het Van Abbe. Voorbeelden van het tweede zijn projecten van musici van Het Brabants Orkest in een basisschool of een speciale schoolvoorstelling door Het Paard dat Vliegt voor basisschoolleerlingen. Beide verbindingen zijn van beide kanten van belang. Het is vanuit de professionele kunst van belang om niet alleen te laten zien en horen, maar ook toelichting, uitleg etc. te geven. Het is noodzakelijk het algemene publiek mee te nemen in de ontwikkelingen in de kunsten om te voorkomen dat er een onoverbrugbare kloof zou ontstaan tussen publiek en kunst (zoals in het verleden her en der gebeurd is). Professionele kunstenaars zijn zich niet altijd bewust van deze noodzaak. Aan de andere kant is vanuit de educatie van belang dat niet alleen actieve kunstbeoefening of niet alleen kunst op amateurniveau bereikbaar is. De bijzondere inspiratie vanuit professionele kunst moet voortdurend en gemakkelijk gevoeld kunnen worden door iedereen, vanaf de eerste stappen op de ladder van cultuureducatie. Inspirerende voorbeelden van professionals in de kunst kunnen leiden tot de behoefte zelf actief in kunst te worden, zelf actief zijn in kunst kan leiden tot de behoefte de professionele voorbeelden op te zoeken ter inspiratie. De verbinding tussen educatie en professionele kunst is bijzonder van belang bij de opleiding van talenten. De echte talenten zijn in veel gevallen de professionele kunstenaars van de toekomst. Talenten moeten veelvuldig in aanraking komen met professionals als leermeester, als rolmodel, als inspiratiebron. Ze verdienen zorgvuldige aandacht vanaf de scouting of ontdekking van het talent, de selectie en de gerichte ontwikkeling.
20
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
Trend 7 : werkvormen in de kunsteducatie Nieuwe technieken en leervormen gaan traditionele werkvormen van de kunsteducatie aanvullen In de kunsteducatie is de oudste werkvorm het meedoen met een groep die de kunst al wat meer meester is. Een verder ontwikkelde vorm is de meester-gezel relatie : een deskundige of professional verzamelt leerlingen om zich heen, die met eenvoudig werk beginnen en zich geleidelijk ontwikkelen, al naar gelang capaciteiten en motivatie. In de volkscultuur zijn deze patronen vaak nog goed herkenbaar. Naarmate kunsten zich verder ontwikkelden ontstond de noodzaak voor meer en betere opleiding. Behalve verbeelding, inspiratie en creativiteit vereisen de kunsten ook vakmanschap, technische kennis en vaardigheid. Er blijven aspecten van het oude ambacht dat je onder de knie moet krijgen. Een professioneel danser kun je niet worden zonder jarenlange intensieve training en opleiding die vaak al voor het tiende jaar begint. Ook professioneel musicus word je niet in een paar jaar. ‘Selectie aan de poort’ lijkt nu nieuw maar is het niet : in het kunstvakonderwijs is het sinds jaar en dag volstrekt normaal om een toelatingsexamen te doen. Daarbij kennen de kunsten net zo’n hoge specialisatiegraad als in de maatschappij algemeen zichtbaar is. Zoals je van je huisarts geen gebitsbehandeling verwacht, zul je een beeldend kunstenaar niet als musicus in een symfonieorkest zien. Een pianist zal niet optreden als blazer, zelfs zal een hoboïst geen fagot spelen, ondanks dat het beide dubbelrietblaasinstrumenten zijn. Specialisatie vereist speciale opleiding. Voor- en nadoen volstaat niet meer om de gewenste resultaten te bereiken. Er ontstonden opleidingen, lesmethodes en er werden didactische en pedagogische principes ontwikkeld. Met name in muziek zijn opleidingen gespecialiseerd én kostbaar. Het gaat om het produceren van goede klanken, die in een leerproces gecontroleerd en verbeterd moeten worden en dat vereist veel individuele aandacht. Dit leidde tot veel individuele lessen én tot verbluffende resultaten : in muziek worden stukken, die midden 19e eeuw maar door een enkeling ter wereld gespeeld konden worden, nu door honderden of duizenden beheerst. Er is een ontwikkeling ingezet om meer in groepen ter werken waar dat mogelijk is. Nieuwe communicatietechnieken tussen leerlingen en docenten kunnen leerprocessen bevorderen, e-learning staat nog in de kinderschoenen maar gaat kansen bieden. Leren hoeft niet alleen van een autoriteit, peer-learning kan ook waarde en efficiency toevoegen aan het leerproces. Docenten krijgen naast hun rol als docent ook een rol als coach. 21
Kunst-, cultuureducatie en amateurkunst in de Stad 2020
De ontwikkelingen in kunst- en cultuureducatie, 7 trends beschreven : 8. leren en doen Bij het actief met kunst bezig zijn vervaagt de strenge scheiding tussen leren en doen
9. actief in kunst, actief in vereniging? De bloeitijd van oude verenigingsverbanden is voorbij, er ontstaan nieuwe verbanden van kunstactieve mensen
10.
scheiding tussen de disciplines Er is minder sprake van scherpe grenzen tussen de verschillende kunsten en er zijn nieuwe vormen
11.
podiumbehoefte Er is een grote algemene behoefte om een podium te hebben en naar buiten te treden
12.
cultuureducatie in (en na) het onderwijs Cultuureducatie in het onderwijs wordt niet meer alleen aan het onderwijs zelf overgelaten
13.
educatie en professionele kunst Professionele kunsten verbinden zich meer met educatie
14.
werkvormen in de kunsteducatie Nieuwe technieken en leervormen gaan traditionele werkvormen van de kunsteducatie aanvullen
22