Visietekst Kunst- en cultuureducatie DPB Brugge KHBO
INLEIDING Een kunstwerk kan je blij maken, kan troosten. Maar het kan je ook mistroostig of melancholisch stemmen. Of misschien laat het je onverschillig of werkt het wel vervreemdend. Kunst confronteert je nu eenmaal met wie je bent, de andere en de wereld om je heen. Een kunstwerk brengt rust door herkenbaarheid of wekt onrust, brengt je uit evenwicht zodat je in jezelf en rondom je heen op zoek gaat naar antwoorden. Wil je de ‘rust’ herstellen, dan moet je verder kijken, je eigen grenzen openbreken … . Het gaat daarbij telkens om een interactief gebeuren tussen het kunstwerk en het eigen, diepere ik. In een maatschappij waarin creativiteit en innovatief denken steeds belangrijker vaardigheden worden voor sociale en economische ontwikkeling, heeft kunst en cultuur ook een waarde in zichzelf omdat het zich bij uitstek richt op de verbeeldingskracht. Bovendien is het vermogen tot cultureel zelfbewustzijn ten diepste sociaal, en kan het voor een sterke emotionele bevrediging zorgen. Kunsten cultuur is dus niet alleen van belang voor het versterken van het onderwijs, het is ook noodzakelijk voor de ontwikkeling van onze kinderen en jongeren tot cultureel zelfbewuste burgers die in staat zijn effectief bij te dragen aan de sociale en economische ontwikkeling. Cultuur is alles wat mensen maken, doen en bindt. Cultuur is een basisbehoefte; geen luxe, geen kers op de taart. Cultuur is dus altijd een vorm van gedrag, en ieder cultuurbegrip veronderstelt alle vorige. In een schema ziet dat er als volgt uit:
Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
1
Gelukkig dringt breed maatschappelijk langzaam het besef door dat kunst en cultuur inherent zijn aan het mens zijn. Leerkrachten begrijpen dat kunst, net als taal, een conceptualiserende functie heeft. Zo ontdekken kinderen en jongeren dat een kunstwerk een reflectie is van of een reactie is op de cultuur waarin het werk is ontstaan. Dat inzicht kan ze helpen om hun eigen cultuur en die van anderen beter te begrijpen en te waarderen. Kunst en cultuur bieden unieke kansen om andere (niet louter cognitieve) competenties aan te boren, om de totale persoonlijkheid in beeld te brengen en de sociale vorming van kinderen en jongeren te ontwikkelen. Door de culturele bagage van elk kind, elke jongere naar waarde te schatten en die te bevorderen, kan het onderwijs een deel van de sociaal geconstrueerde ongelijkheid wegnemen. 1. BEGRIPPEN 1a. Wat verstaan we onder ‘cultuureducatie’? Cultuur is de som van het verleden, het heden en de verwachtingen voor de toekomst en alles wat er toe bijdraagt om te maken wie wij zijn: ons collectief (on)bewuste en onze plaats binnen de referentiekaders van tijd, ruimte en maatschappij. Cultuur stelt de mens in staat betekenis te geven aan zijn of haar werkelijkheid. Cultuureducatie begint daar waar educatie uitgaat van een bewuste omgang met cultuur. Zo is cultuureducatie gericht op het verwerven van culturele competenties of het vermogen om keuzes te maken en zelfstandig, kritisch en creatief om te gaan met cultuuruitingen die ons omringen. Het gaat daarbij om een passieve/actieve kennismaking en het verwerven van inzicht en beleving. Dit wordt o.a. nagestreefd via - specifieke vormingsmomenten (bv. cultuurprojecten); - integratie in verschillende vakken en via vakoverschrijdende projecten; - een doelgericht cultuurbeleid op school; - het nastreven van VOET (vakoverschrijdende eindtermen) voor het secundair onderwijs en domeinoverschrijdende doelen voor het basisonderwijs. 1b. Wat verstaan we onder ‘kunsteducatie’? Kunst is een dialogisch middel om zich te verhouden tot de werkelijkheid. Kunst is een actief gegeven dat start vanuit de zoekende, bevragende persoon en dat ook aan hem of haar wordt teruggekoppeld. Kunsteducatie is de gerichte aandacht voor kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes die leerkrachten en leerlingen nodig hebben om: - actief diverse kunstvormen te ontwikkelen en te beoefenen; - de diverse kunstuitingen te leren kennen en ze te kunnen plaatsen in hun culturele context; - te kunnen reflecteren over de diverse kunstuitingen en hun cultureel kader; - te kunnen werken naar een kunstzinnig eindproduct en daarbij in het proces keuzes te maken; - te kunnen openstaan voor én genieten van de affectieve aspecten van kunstbeleving - en voor de diversiteit van deze dimensie; - een begrippenkader te hanteren om kunst te smaken, te analyseren, betekenis te geven vanuit zichzelf; Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
2
-
kunstinterpretaties kritisch te beoordelen, affecten en emoties te verwoorden; kunstzinnige gevoeligheid te ontwikkelen als verweer tegen geestelijke verarming.
Via kunsteducatie ontwikkelen kinderen en jongeren kunstzinnige talenten en competenties, zowel door kunst te bekijken, te bewonderen, te beschouwen als door kunst te ervaren en ervan te genieten als door zelf aan de slag te gaan. De focus ligt daarbij op alle kunstvormen (muziek, dans, theater, beeldende en grafische kunsten, architectuur, film, fotografie, literatuur, design, mode, etc.). De school kan hierbij de kinderen en jongeren aanmoedigen door het : - vormen van een persoonlijk en gefundeerd waardeoordeel; - ontwikkelen van een ei gen methode om kunst te analyseren en kunstinterpretaties kritisch te beoordelen; - ervaren dat kunstbeleving gevoeligheid voor transcendente aanscherpt; - onbevooroordeeld leren kijken; - leren omgaan met kunst buiten schoolverband; - kritisch omgaan met media-aanbod (ontwikkelen van mediawijsheid). Het is niet alleen belangrijk dat leerkrachten en opvoeders kunst en cultuur integreren in de school, maar evenzeer dat ze jonge mensen duidelijk maken dat kunst en cultuur onlosmakelijk deel uitmaken van het leven. Kunst- en cultuureducatie vormen een essentieel onderdeel van de persoonlijke en sociale ontwikkeling van kinderen en jongeren. Zij moeten immers ook buiten de school en in het latere leven die wortels met hun eigen cultuur en die van anderen weten te vinden. Kunst- en cultuureducatie is een zoektocht naar een plaats in de wereld en naar zichzelf én een basis voor respect en verdraagzaamheid tegenover anderen en andere culturen. Net zoals wetenschap maken kunst en cultuur deel uit van het leven. Beiden zijn dimensies die invulling geven aan ons zijn. Hoe meer dimensies er aan bod komen, hoe ‘ruimer’ we mens kunnen zijn en hoe beter wij onze plaats kunnen bepalen binnen de samenleving. 2. ONTWIKKELINGS- EN LEERLIJNEN: DOORLOPENDE LIJN EN/OF CYCLISCHE BEWEGINGEN? Het leren bij kunst- en cultuureducatie verloopt zoals elk ander leren: in een cyclische beweging of in cyclische bewegingen die steeds meer uitdijen. Het zijn permanente cirkelbewegingen die ons meer slagkracht geven bij het exploreren en leren kennen van onszelf, de werkelijkheid en de anderen. Vertrekkend vanuit een basis die steeds rijker wordt, zijn we in staat om scheppend met de werkelijkheid om te springen. En we zijn er voortdurend op uit om niet taal- of tekenregisters te ontwerpen die een betere greep geven op het ongrijpbare in de werkelijkheid. Dit streven houdt een leven lang aan. Voor het basisonderwijs kan de school daarbij terugvallen op de leerlijnen die door het VVKBaO werden opgemaakt voor de 5 muzische domeinen. Beleidsmatig kan dit versterkt worden door het aanbod van kunst en cultuur steviger te structureren binnen het totale onderwijs in de basisschool. Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
3
Ook in het secundair onderwijs zorgen ontwikkelings- en leerlijnen best voor continuïteit in de ontwikkeling van kennis en vaardigheden en continuïteit in de pedagogisch-didactische aanpak. Over de graden heen evolueert van aanleren naar toepassen en contextueel plaatsen in tijd en ruimte. Het is evenwel niet de bedoeling dit enkel maar te zien als een afwisselend aanbod van verschillende kunstdisciplines en erfgoedactiviteiten, dat over meerdere leerjaren verdeeld wordt. Vakinhouden, technieken, materialen, media en ict staan in functie tot een breder, overkoepelend aanbod en programma (gericht op het creatieve).Kortom: cyclische beweging(én) en groei- en leerlijnen: een én-én-verhaal. 3. AANBOD VOOR KUNST -EN CULTUUREDUCATIE Veel scholen werken hard aan een degelijk kunstzinnig aanbod. Toch expliciteert de Commissie van onderwijs & cultuur in haar rapport (‘Gedeeld verbeeld 2008’, rapport Bamford) de behoefte aan een consistente groei- of leerlijn kunst- en cultuureducatie, in het besef dat hiervoor bruggen of verbindingen moeten worden gemaakt. Bruggen tussen vakgerichte en vakoverschrijdende aanpak, tussen leren en ervaren, tussen exact en humaan maar ook tussen school en omgeving. 3a. Bruggen tussen een vakgerichte en een vakoverschrijdende aanpak In de basisscholen worden ernstige inspanningen geleverd om de visie van de muzische leerplannen geïntegreerd te realiseren. Bepaalde domeinen binnen het muzische blijven daarbij soms ondergewaardeerd. Ook het beschouwen binnen de verschillende muzische domeinen zal nog ‘leertijd’ vergen. De link met wereldoriëntatie wordt tot dusver vaker gerealiseerd. Ook binnen taal vinden we heel wat aanzetten tot vakoverschrijdend werken. Deze geïntegreerde benadering van muzische vorming in de basisschool vindt in sommige secundaire scholen een vervolg in de vakoverschrijdende muzische projecten. Toch blijft er een wezenlijk verschil in de didactische benadering en is een kloof bij de overstap van het ene niveau naar het andere niet denkbeeldig. In het Secundair Onderwijs zijn er traditioneel drie vakken die met muzische en culturele vorming geassocieerd worden: muzikale opvoeding (MO) in de eerste en tweede graad, plastische opvoeding (PO) in de eerste, tweede en derde graad (TSO en BSO) en esthetica in de 3de graad. Nog te vaak verloopt de interne communicatie tussen deze vakken eerder stroef en is er te weinig gemeenschappelijke visie rond kunst en cultuur op school. Het overleg tussen deze drie vakken en andere is nog te vaak beperkt tot enkele afgelijnde projecten (vaak bij de voorbereiding van een excursie of een kortlopend project). Lichamelijke expressie, dans, drama en media zijn aspecten die nog te weinig aan bod komen. Daarom is het aangewezen om samen na te denken over het organiseren van - Verticaal overleg: het ontwikkelen van groei- en leerlijnen: wat, wanneer, hoe en waar; het in kaart brengen van bijvoorbeeld Alle behandelde inhouden; is er overlapping of zijn er grote hiaten? Alle productieve en receptieve vaardigheden. Welke aspecten van kijk- en luistervaardigheid komen wanneer aan bod? Welke begrippen en ervaringen brengen de leerlingen vanuit MO en PO mee in het vak esthetica? Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
4
-
Horizontaal overleg: kan er tussen verschillende vakken convergentie optreden? Zo is er, zeker in de 3de graad SO heel wat affiniteit tussen taalvakken, geschiedenis, esthetica, cultuurwetenschappen. Horizontaal overleg kan echter nog breder gaan; het ontwerpen van een wiskundig bewijs, het maken van een presentatie of het formuleren van een onderzoeksvraag, etc.. Dit alles heeft te maken met de vaardigheid tot reflecteren, exploreren, vorm geven, creëren, …
Het bundelen van die verschillende krachten kan kunst- en cultuureducatie een groter en krachtiger draagvlak geven binnen de school. Dit overleg kan uiteraard nooit een keurslijf betekenen voor de individuele leraar. Elk pedagogisch gebeuren heeft zijn eigen klemtonen: elke leerlingengroep is anders, elke leerling is anders, elke leerkracht is anders. 3b. Bruggen tussen leren en ervaren Een andere vaststelling uit het Bamford-rapport is dat de vrije ruimte om te creëren en te experimenteren uit de kleuterschool systematisch afneemt naarmate jongeren ouder worden. Het is opvallend om te zien hoe snel de onbevangen manier waarop kleuters de wereld beschouwen plaats maakt voor vaste patronen en systematisch denken. Veel leerkrachten zijn zich bewust van hun eigen muzische grondhouding en vechten tegen de vele standaardpatronen die de klas binnensluipen. Ze geven de kinderen en jongeren de kans om naar eigen expressie vorm te geven aan hun gedachten. Het is zinvol dat leerkrachten hierover met elkaar in gesprek gaan en nadenken hoe ze de vrije verwondering terug kunnen binnenhalen in hun eigen denken en handelen én in hun aanbod. Bij dit leren krijgt de leerling tijd om iets waar te nemen, om stil te staan bij schoonheid. Ervaren is een geleidelijk continuüm, dat haaks staat op de snelheid van vele leerprocessen in onze hectische samenleving. Leren en ervaren dus als antidotum tegen geestelijke verpaupering. Het is belangrijk om oefenen en exploreren als twee elkaar aanvullende en ondersteunende aspecten in leren te zien. Sommige zaken moeten echt ingeoefend en zo gedrild worden omdat ze voorwaarde zijn tot eigen verwerking en creatie. Op andere vlakken is meer exploratie, bevraging en onderzoek nodig. 3c. Bruggen tussen exact en humaan Veel leerkrachten doen schitterende dingen, maar er zijn nog altijd leerkrachten die het muzische niet hoger inschatten dan versiering van het lesaanbod. Dat kunst- en cultuureducatie bijdraagt tot de brede vorming van de totale persoonlijkheid begrijpen ze (nog) niet. In het onderwijs moeten we dringend komen tot een omkering in aanpak: cultuur en algemene vaardigheden of sleutelcompetenties (VOET’en) moeten centraal staan. Het exploreren van vakinhouden kan pas echt op een goede manier gebeuren als men deze competenties goed weet aan te wenden en als een creatief en onderzoekend persoon aan de slag kan gaan.
Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
5
In die zin is er geen tegenspraak tussen het muzische domein en de andere domeinen, maar sluiten beide in aanpak zeer direct op elkaar aan. Het gaat erom kinderen en jongeren op een actieve manier met inhouden, concepten of materialen aan de slag te laten gaan. Leren vereist overal een (cre)a(c)tieve, onderzoekende en ondernemende basishouding. Kinderen en jongeren groeien op in eenzelfde maatschappij waarin hun eigen culturele identiteit en die van anderen steeds nadrukkelijker op de voorgrond komen. Zonder onderscheid zal iedereen eigen antwoorden moeten zoeken op de culturele vraagstukken en de diepgewortelde levensvragen. Kunst- en cultuureducatie kan in die persoonlijke groei een bevrijdend antwoord bieden. Kunnen en mogen uitblinken in musiceren, schilderen, sporten, koken, dansen of bewegen is een recht voor elk kind of elke jongere. Leerkrachten die deze kansen scheppen, geven kinderen en jongeren de ruimte voor brede zorg. Zo kan iedereen op school talenten ontwikkelen en zich op cultureel vlak uitleven. Muzisch-creatief bevraagt, onderzoekt, zet mensen aan het denken, daagt uit, vraagt andere inspanningen. Daarom zijn deze competenties even belangrijk als technische, linguïstische of wetenschappelijke competenties. Ernaar streven om het creatieve kind in elk van ons (de zogenaamde ‘creatieve competentie’) te laten doorgroeien tot een gemotiveerde mens met een open blik, tot een evenwichtig gevormde geest, tot een speelse en gezonde volwassene is een belangrijke uitdaging voor de toekomst! Sommige kinderen en jongeren zullen uitblinken in wiskunde, andere in wetenschappen, talen of techniek, nog andere in het muzische. Het gaat er om uit te maken welke domeinen specifiek voor wie geschikt zijn om zich het best uit te drukken. Cultuur en expressie mogen we daarbij niet zien als een mogelijkheid om zij die niet sterk zijn op andere gebieden toch ook ‘iets’ te geven om in uit te kunnen blinken. 3d. Bruggen tussen school en omgeving Kunst- en cultuureducatie veronderstelt dat scholen ertoe aangezet worden om actieve kunstpartners te zijn. Leren voor het leven houdt namelijk in dat kinderen en jongeren ook buiten de klasmuren hun eigen culturele omgeving ten volle leren benutten. Ze leren hoe ze ook in het latere leven blijvend een verband kunnen leggen tussen de buiten- en de binnenwereld. In dat leren kan een kind, een jongere niet breed genoeg worden geïnspireerd. Naast thuis en de school moeten er nog andere plaatsen zijn die hen uitdagen tot een standpunt of tot reflectie over verschillende standpunten. Ultieme bedoeling is een eigen genuanceerd standpunt te kunnen formuleren. De buitenwereld bombardeert voortdurend het eigen normensysteem van jongeren en dwingt ze ertoe kleur te bekennen. Scholen die mogelijke actoren in de eigen buurt in kaart brengen, zullen hun lesaanbod ook makkelijker in de reële cultuuromgeving plaatsen: het cultureel erfgoed in de omgeving, de toegang tot literair werk, het stadstheater, de cultuurfabriek … Alle elementen die ook buiten de schoolpoort een toegang bieden tot kunst worden door een cultuuractieve school ten volle benut.
Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
6
Maar er is meer. Deelnemen aan culturele initiatieven staat niet gelijk aan cultuureducatie. De term educatie focust op een blijvende verandering in het gedrag van kinderen en jongeren. Dit kan niet in een ‘vrijblijvende setting’. Die verdiepende reflectie over wat gezien en beleefd werd, wordt zo geplaatst tegenover de eigen normen, waarden en culturele denkpatronen. Leerkrachten die deze dieper liggende lagen weten aan te boren, raken aan het hart van een kwaliteitsvolle kunst- en cultuureducatie. Het basisonderwijs hanteert hiervoor een aantal didactisch principes en daaraan gekoppelde werkvormen. Vanuit een doorgedreven kunstbeschouwing ontstaat de intrinsieke motivatie om te experimenteren en te creëren. In dat proces gaan kinderen ook voortdurend in reflectie en evalueren ze tussentijds op het muzische lesdoel. De mediator van dit didactisch proces houdt dit muzische proces draaiend bij alle kinderen. Hij/zij laat ze hun eigen concept kritisch beschouwen en stuwt ze om vanuit een persoonlijke reflectie hun werk te verbeteren of naar een hoger concept te creëren. Binnen het secundair onderwijs biedt het concept ‘Brede School’ - waarbij kunst en cultuur een plaats krijgen tijdens en na de schooluren - een antwoord op de zorgwekkende demotivatie bij leerkrachten en leerlingen. Meer en meer wordt erkend dat kinderen en jongeren ook buiten de school en op tal van terreinen leerervaringen opdoen. Een brede school bouwt netwerken uit en werkt samen met academies, culturele centra, met verenigingen, met vzw’s en kunstenaars uit de buurt. Niettemin mag het niet blijven bij een gimmick, een poging om de motivatie aan te zwengelen door allerlei dingen in de marge toe te voegen. Ook hier zou de creatieve, onderzoekende, ondernemende insteek moeten fungeren als centrale hefboom voor alle leren. Leraars zouden dit moeten opnemen als een basishouding tegenover wat zij brengen en ondernemen met kinderen en jongeren. Leren is niet ‘vrijblijvend’, maar men geeft samen vorm aan de werkelijkheid. Een brede school in contact met de omringende gemeenschap zou zichtbare effecten moeten hebben binnen die gemeenschap en zou moeten uitmonden in concrete acties en engagementen. Waar het uiteindelijk om gaat is kinderen en jongeren te helpen bij de ontwikkeling van een rijk, genuanceerd kader in de omgang met alles wat op hen af komt. Zo zullen zij zich als een veelzijdige persoon leren verhouden tot de werkelijkheid en tot anderen. 4. WAT KUNNEN SCHOLEN DOEN OM HUN AANBOD VOOR KUNST –EN CULTUUREDUCATIE TE VERRIJKEN? De school kan de intrinsieke, natuurlijke motivatie voor het creatieve bij kinderen en jongeren aanspreken. Kunst (maar ook wetenschap) zijn middelen om die motivatie te verhogen, tenminste als dat op een goede manier gebeurt. Zich leren verhouden tot bevindingen uit de wetenschap en tot kunstzinnige creaties is iets wat start in
Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
7
wisselwerking en vanuit reflectie, in het handelen en zoeken naar antwoorden of manieren van handelen. Creëren is de essentie van leren. Scholen doen op dit vlak al heel wat. Toch schept de droom van een consistente leerlijn voor het aanbod kunst –en cultuureducatie een aantal nieuwe verwachtingen in het basis en in het secundair onderwijs. Leerkrachten en scholen 1. zoeken hoe de breuklijn basis – secundair voor deze leergebieden versmald kan worden; 2. kunnen een te grote focus op scholing verkleinen door het beleven en vrij experimenteren meer ruimte te geven; 3. helpen kinderen en jongeren om via een diepgaande reflectie in dialoog te treden met hun eigen normen, waarden en culturele denkpatronen; 4. kunnen evolueren naar cultuuractieve partners die niet enkel participeren aan losstaande initiatieven, maar de culturele mogelijkheden van de eigen schoolomgeving systematisch meer en beter gebruiken; 5. werken vanuit het eigen pedagogisch project van de school concrete activiteiten in een groei- of leerlijn uit. 5. AANBOD VAN DE NIVEAUOVERSCHRIJDENDE THEMAGROEP Scholen kunnen de leden van de niveauoverschrijdende themagroep aanspreken om 1. te sensibiliseren om kunst- en cultuureducatie systematischer uit te werken; 2. te informeren over hoe men op elk niveau aan kunst –en cultuureducatie kan werken; 3. ondersteuning te bieden bij het voeren van een schooleigen kunst- en cultuurbeleid en hiertoe de nodige concepten uit te werken; 4. via artikels, mededelingen, praktijkvoorbeelden te inspireren; 5. ondersteuning te bieden bij het in kaart brengen van de actoren uit de eigen culturele omgeving en/ of bij het uitwerken van een omgevingsboek; 6. ondersteuning te bieden bij het opstellen van een ontwikkelings- of leerlijn en basisplan met activiteiten rond kunst- en cultuureducatie binnen de visie of opvoedingsproject van de school; 7. te informeren over project- en subsidieaanvragen rond kunst- en cultuureducatie.
Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
8
6. SELECTIEVE BIBLIOGRAFIE Anne Bamford, The Wow factor. Munster/New York, 2006 Anne Bamford, Kwaliteit en consistentie. Kunst- en cultuureducatie in Vlaanderen. Brussel, 2007 Igor Byttebier, Creativiteit. Hoe?Zo!. Tielt, 2002 Bart Caron, Niet de kers op de taart. Waarom kunst- en cultuurbeleid geen luxe is. Kapellen, 2011 Jan De Braekeleer, Actieve kunsteducatie. Een algemene methodiek. Leuven, 2001 Kris De Ruysscher, Tips voor een muzisch klimaat op school, in Pedagogische Mededelingen VVKBaO, jg. 40 (2006) nr.12, pp. 34- 43 Gedeeld/Verbeeld. Eindrapport van de commissie onderwijs en cultuur. Brussel, CANON Cultuurcel, 2008 Dirk Gombeir e.a, Press Pauze, Ruimte creëren voor Open exploreren. Leuven, 2011 Groeien in cultuur, conceptnota cultuureducatie, 2012 Muzische vorming in het Katholiek Onderwijs, Coördinatiecommissie Muzische Vorming VSKO, s.d. Smaakmaker, een beleids- en actienota over cultuureducatie, 2008 Barend van Heusden, Cultuur in de spiegel. Naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. Groningen, 2011 Guy Verzele, Geen school zonder muze. Tielt, 2005 Eeke Wervers e.a., Kernconcepten voor kunst en cultuur. Een eerste verkenning. Enschede, 2005. http://www.ond.vlaanderen.be/publicaties/eDocs/pdf/393.pdf schrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen, 2010) http://www.ond.vlaanderen.be/publicaties/eDocs/pdf/413.pdf lingsdoelen en eindtermen voor het gewoon basisonderwijs)
(brochure
vakover-
(brochure
ontwikke-
http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/wat_is_cultuureducatie.html http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/kunsteducatie
Leden van de Themagroep kunst- en cultuureducatie 2011 - 2012 Basisonderwijs: Karl Vanhuyse Secundair onderwijs Johan Vankeersbilck, Ann Casiern Els Bilcke KHBO Dirk Gombeir, Valérie Batsleer, Koen Crul, Bert Van Helleputte Medewerkers Hubert Sanders met dank aan Chris Decock
1 juni 2012
Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
9
KIJKWIJZER BIJ HET IN KAART BRENGEN VAN DE BEGINSITUATIE VAN SCHOLEN OP HET VLAK VAN KUNST- EN CULTUUREDUCATIE Werkgroep Kunst en Cultuur VSKO In welke mate zijn de volgende uitspraken op uw school van toepassing? (Gelieve een kruisje te zetten in de kolom die van toepassing is. Indien u dat wenst, kunt u uw antwoord kort toelichten in de ruimte onder elke uitspraak.)
1 visie en doelgerichtheid Kunst- en cultuureducatie maakt deel uit dingsproject.
Helemaal akkoord!
Akkoord!
van ons opvoe-
Kunst- en cultuureducatie is zichtbaar in de schoolwerking (in documenten, in de programmering, in het aanbod, in de vorming van leerkrachten, …) Onze school staat open voor allerlei inspiratiebronnen in verband met kunst- en cultuureducatie. Binnen onze school is er een gedeelde visie op kunst- en cultuureducatie. Onze school voert met betrekking tot kunst- en cultuureducatie een integraal en coherent beleid
Leerkrachten kennen, over de verschillende vakken en leergebieden heen, de gemeenschappelijke doelen op het vlak van kunst- en cultuureducatie.
Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
10
Niet akkoord!
Helemaal niet akkoord!
De schoolleiding ziet erop toe dat beleidsvisies met betrekking tot kunst- en cultuureducatie kritisch worden besproken en in de ontwikkeling van het eigen opvoedingsproject waar wenselijk worden meegenomen.
2 betrokkenheid
Helemaal akkoord
Akkoord
Onze leerkrachten worden zowel bij de conceptuele als bij de uitvoerende opdrachten betreffende kunst- en cultuureducatie betrokken. Al onze leerkrachten en andere betrokkenen worden goed geinformeerd over de beleidsvisies en – maatregelen vanuit het beleid betreffende kunst- en cultuureducatie. (leerplannen, OD/ET, VOET) Directie en/of werkgroepen ondersteunen het ontwikkelen en het opvolgen van allerlei thema’s binnen de kunst- en cultuureducatie. Onze kunst- en cultuureducatie wordt gerealiseerd conform de leerplannen en OD/ET.
Onze school participeert in voldoende mate aan het kunst - en cultuuraanbod in de omgeving van de school.
Onze school manifesteert zich in voldoende mate in verschillende vormen van kunst en cultuur.
Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
11
Niet akkoord
Helemaal Niet akkoord
3 samenwerking
Helemaal akkoord
Akkoord
Binnen onze school werkt iedereen betrokken mee aan de realisatie van goede kunst- en cultuureducatie.
Bij onze leerkrachten is de wil aanwezig om naar een gemeenschappelijk concept voor goede kunst- en cultuureducatie te groeien. Onze leerkrachten voelen zich samen verantwoordelijk voor het realiseren van een doorlopende leerlijn en kunnen daar samen aan werken. Onze school werkt ook vakoverschrijdend aan kunst en cultuureducatie.
Met betrekking tot kunst en cultuureducatie wordt er op een systematische wijze werk gemaakt van vakoverschrijdend werken. Onze school werkt, waar dat een meerwaarde kan betekenen, samen met externe partners bij het realiseren van kunst- en cultuureducatie.
Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
12
Niet akkoord
Helemaal Niet akkoord
4 responsief vermogen
Helemaal akkoord
Akkoord
Onze leerkrachten en directieleden kunnen naar anderen toe de werking rond kunst- en cultuureducatie in de klas en de school duiden en motiveren. Ons team schat zijn sterktes en zwaktes op het vlak van kunst- en cultuureducatie goed in.
Onze school kan eigen keuzes maken uit de verwachtingen en impulsen die van buitenaf op haar afkomen en kan die keuzes naar anderen toe verantwoorden. Bij het realiseren van goede kunst- en cultuureducatie laat onze school zich, waar nodig, ondersteunen en begeleiden door externen. Onze school heeft zicht op het effect van haar kunst- en cultuureducatie op de ontwikkeling van de leerlingen en kan hierover communiceren. Binnen onze school worden systemen van kwaliteitscontrole met betrekking tot kunst- en cultuureducatie in de klas en de school toegepast. Ons team slaagt erin de gegevens die zelfevaluatie en ev. externe evaluatie (bv. schooldoorlichting, onderzoek, feedback van ouders en leerlingen, …) opleveren om te zetten in concrete verbeteracties en consolidaties. Ons team beschikt over de capaciteit om aan zelfreflectie te doen.
Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
13
Niet akkoord
Helemaal Niet akkoord
Onze leerkrachten en schoolleiding gaan regelmatig na of hun beslissingen met betrekking tot kunst- en cultuureducatie in overeenstemming zijn met de actuele regelgeving.
5 reflectie en zelfevaluatie
Helemaal akkoord!
Akkoord!
Binnen onze school worden systemen van kwaliteitscontrole met betrekking tot kunst- en cultuureducatie in de klas en de school toegepast. Ons team slaagt erin de gegevens die zelfevaluatie en ev. externe evaluatie (bv. schooldoorlichting, onderzoek, feedback van ouders en leerlingen, …) opleveren om te zetten in concrete verbeteracties en consolidaties. Ons team beschikt over de capaciteit om aan zelfreflectie te doen. Leerkrachten en schoolleiding gaan regelmatig na of hun beslissingen met betrekking tot kunst- en cultuureducatie in overeenstemming zijn met de actuele regelgeving.
Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
14
Niet akkoord!
Helemaal niet akkoord!
6 zorg voor vernieuwing
Helemaal akkoord!
Akkoord!
Niet akkoord!
Helemaal niet akkoord!
Helemaal akkoord!
Akkoord!
Niet akkoord!
Helemaal niet akkoord!
Binnen onze school worden voldoende initiatieven genomen om op een inspirerende manier in te spelen op de actuele kunst- en cultuurcontext. Ons schoolteam heeft zicht op de feitelijke situatie met betrekking tot de geïntegreerde aanpak van kunst- en cultuureducatie in de verschillende vakken en leergebieden. Er is een planning die aandacht heeft voor de specifieke doelen per fase van het traject met betrekking tot de realisatie van kunst- en cultuureducatie in onze school.
7 professionalisering Binnen onze school bestaan structurele vormen van overleg en coaching die gericht zijn op professionalisering op het vlak van kunst- en cultuureducatie. Onze school onderhoudt goede contacten met haar pedagogische begeleidingsdienst en doet een beroep op haar expertise bij de implementatie van kunst- en cultuureducatie. Leerkrachten en directie ondersteunen elkaar bij de realisatie van de kunst- en cultuureducatie binnen onze school.
Onze school weet gepaste nascholingsinitiatieven te kiezen in functie van haar eigen professionalisering met betrekking tot kunst- en cultuureducatie.
Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
15
8 verantwoordelijkheden en leiding
Helemaal akkoord!
Akkoord!
Niet akkoord!
Helemaal niet akkoord!
Helemaal akkoord!
Akkoord!
Niet akkoord!
Helemaal niet akkoord!
Op school weet iedereen wie waarvoor verantwoordelijk is bij de realisatie van kunst- en cultuureducatie.
Gemaakte afspraken worden door onze leerkrachten en onze directie goed opgevolgd.
Onze school heeft zicht op de individuele expertise van haar leerkrachten en weet deze optimaal te benutten bij de realisatie van kunst- en cultuureducatie.
9 het leren van de leerling bevorderen Onze school beschikt over instrumenten en procedures om het effect van haar kunst- en cultuurbeleid op de ontwikkeling van de leerlingen na te gaan. Onze school heeft een goed zicht op de bij de leerlingen gerealiseerde en niet gerealiseerde doelstellingen, OD/ET en VOET met betrekking tot kunst- en cultuureducatie. Onze school streeft in voldoende mate de OD/ET en VOET na bij alle leerlingen. (niveaus)
Onze schoolleiding faciliteert via organisatorische en structurele maatregelen het leren van de leerling met betrekking tot kunst- en cultuureducatie.
Kunst- en cultuureducatie, ontwerp van visie, DPB-Brugge, 1 juni 2012
16