GOED GEZIEN ZIE NAAR DE BOOM DIE LEEG EN NAAKT IN WEER EN WIND TE SCHUDDEN STAAT’ 1. BIJBELVERHALEN 'BOMEN' 2. AANZETTEN OM EEN NOVEMBERCELEBRATIE TE OPENEN 3. VERDIEPINGSVERHALEN BOMEN 4. LUISTERLIEDEREN ‘BOMEN’ e.a.
Pagina
1
5. BIDDEN en TROOSTEN IN NOVEMBERCELEBRATIE
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
‘ZIE NAAR DE BOOM DIE LEEG EN NAAKT IN WEER EN WIND TE SCHUDDEN STAAT’ De bomen verliezen hun bladeren. De dagen worden zienderogen korter. Mist en koude overheersen het weer. In de maand november doet veel ons denken aan vergankelijkheid en verdriet. Misschien steekt wel wat weemoed en treurigheid de kop op.
Het woord ‘KERKHOF’ verwijst naar de tuin. In de Bijbel speelt de tuin een belangrijke rol in het scheppingsverhaal. Ook een verrijzenisverhaal wordt in de tuin gesitueerd: Maria uit Magdala herkent er Jezus die haar met haar naam aanspreekt.
Goed Gezien’
Vanuit ons pastoraal jaarthema ‘
We doen de suggestie om te zorgen voor een decor waarin ‘de boom’ een centrale plaats krijgt. DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
2
willen we het beeld van de tuin, en meer bepaald de centrale plaats van de BOOM als vertrekpunt nemen voor dit verdiepingsaanbod.
Symboliek van planten/bomen die mogelijks tussen de dode stammen, takken verwerkt kunnen worden, of getoond in een PowerPoint Eikentak (-blad, eikels) De eik heeft in de oude symboliek al verschillende betekenissen: Eikenhout werd als onverwoestbaar beschouwd en was daarom het symbool van de onvergankelijkheid. De eik was ook het symbool van onsterfelijkheid en eeuwig leven. Al in de oudheid werd aan overwinnaars een lauwerkrans van eikenbladeren gegeven ten teken van onvergankelijke roem. Klimop De klimop is het symbool van het eeuwige leven vanwege z'n altijd groene bladeren. Ook is het het symbool van de eeuwige vriendschap. De klimop houdt de herinnering vast, daarom wordt ze ook veel als grafbeplanting gebruikt. Lauwerkrans De lauwerkrans van laurierbladeren is door de groenblijvende bladeren symbool van onvergankelijkheid en eeuwig leven. Het is tevens het symbool van de overwinning, roem en eerbetoon. Een schedel omkranst met lauwertakken symboliseert de heerschappij van de dood over de levenden. De lauwerkrans hoorde bij de Griekse god Apollo, zoon van Zeus. Apollo was de god die de hoogste en geestelijke schoonheid bezat. De oudste symboliek van de laurier is die van reinheid. Met laurier werden ook de smetten van vergoten bloed gereinigd. Palmtak De palmtak is het attribuut van de godin van de overwinning, Victoria. Ze symboliseert de overwinning op de dood. In de oudheid werd de palmtak aan atleten gegeven als teken van overwinning en werden koningen en keizers na een overwinning binnengehaald over een weg die bedekt was met palmtakken. De Christenen namen de palmtak over als symbool voor de martelaren. Zij gaven hun leven voor het geloof. In de Christelijke kunst was de palmtak het symbool van de overwinning op de dood door en in Christus. In de Rooms-Katholieke liturgie verwijst de palmtak naar de intocht van Jezus in Jeruzalem. Een duif met een palmtak in de snavel verwijst naar vrede. Treurwilg De treurwilg is het symbool van rouw en verdriet. De hangende takken symboliseren de tranenstroom die in de aarde verdwijnt. Voor de Germanen was de wilg het symbool van de dood. In de onder- wereld waren uitgestrekte wilgenbossen, de plaats waar de doodsgoden woonden.
Pagina
3
Bron: www.begraafplaats.nl
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
1. BOMEN IN DE BIJBEL Vanaf de eerste boom in het aardse paradijs (Genesis 2), tot de boom die ons wordt voorgesteld in het laatste Bijbelboek, Openbaring 22:2, krijgen bomen in het Woord een bijzondere plaats. Psalm 1 is een prachtig voorbeeld van de boom als metafoor voor de mens die leeft zoals zijn Maker het bedoeld heeft: “Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. ‘Alles wat hij doet komt tot bloei.’ De bijbel heeft inderdaad iets op zovele plaatsen iets met bomen en tuinen! Denken we verder maar aan: De paradijselijke tuin met de levensboom De eik van Mamre waar Abraham de drie vreemdelingen zo gastvrij onthaalde Het ricinusboompje waaronder de profeet Elia uitgeput neervalt De boom waaruit Zacheüs moet klimmen om Jezus te ontmoeten De tuin van het hooglied waar een jongen en meisje hun liefde uitzingen En…aan de tuin waar Maria van Magdala de Verrezene ontmoet!
.’
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
In die tijd ging Jezus Jericho binnen. Terwijl Hij er doorheen trok, poogde een zekere Zacheüs, hoofdambtenaar bij het tolwezen en een rijk man, te zien wie Jezus was. Maar hij slaagde daarin niet vanwege de menigte, want hij was klein van gestalte. Om Hem toch te zien liep hij hard vooruit en klom in een wilde vijgenboom omdat Jezus daar langs zou komen. Toen Jezus bij die plaats kwam keek Hij omhoog en zei tot hem: “Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet Ik in uw huis te gast zijn.”
4
Bijbel 1: Zacheüs
Zacheüs kwam snel naar beneden en ontving Hem vol blijdschap. Allen zagen dat en merkten morrend op: “Hij is bij een zondaar zijn intrek gaan nemen!” Maar Zacheüs trad op de Heer toe en sprak: “Heer, bij deze schenk ik de helft van mijn bezit; aan de armen en als ik iemand iets afgeperst heb, geef ik het hem vierdubbel terug.” Jezus sprak tot hem: “Vandaag is dit huis heil ten deel gevallen, want ook deze man is een zoon van Abraham. De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken en om te redden wat verloren was.” Je bent gevlucht hoog in een boom: weg van de mensen, weg van hun oordelen en vooroordelen. Een plek voor jou alleen, waar je jouw laatste beetje hoop nog veilig kan vasthouden. Zo’n boom heb je soms nodig, maar je hoort er niet thuis. Grond heb je nodig om met twee voeten op te staan. Vaste grond van vergeving en begrip: iemand die in jou gelooft, iemand die je respecteert, ook in je anders zijn. Iemand die je ziet en die je gaarne ziet, die je noemt bij je naam en niet bij je titel, rol of functie. Iemand die je pijn kent, je onmacht begrijpt, je gemis van een geliefde deelt… Iemand die je kent, dieper dan jij jezelf kent. Iemand voor wie je meer bent dan de huiler, ‘de janker’, de onmachtige, de corrupte, de eigenzinnige of de marginale. Iemand die in jou een mens heeft gezien, een beeld van God die liefde is. (naar Carlos Desoete)
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Lang geleden stonden er op een heuvel drie kleine bomen Ze stonden daar en droomden van wat ze later wilden worden wanneer ze groot waren. De eerste kleine boom keek naar de sterren en zei: 'Ik wil een schat bewaren. Ik wil bekleed worden met goud en gevuld met kostbare stenen. Ik word de mooiste schatkist in de hele wereld!' De tweede kleine boom keek naar de kleine stroom die beneden voorbij kronkelde op weg naar de oceaan. 'Ik wil over verre wateren reizen en machtige koningen vervoeren. Ik wil het machtigste schip ter wereld worden!' De derde kleine boom keek naar de vallei daar beneden waar ijverige mannen en vrouwen aan het werk waren in een ijverig stadje. 'Ik wil helemaal niet weg van deze heuveltop. Ik wil zo groot worden dat de mensen later, wanneer ze hier voorbijkomen en naar me kijken, hun ogen naar de hemel richten en aan God denken. Ik wil de grootste boom van de wereld worden!'
5
Bijbel 2: voederbak, vissersboot, kruis
De houthakker Er gingen veel jaren voorbij. De regen kwam, de zon scheen, de kleine bomen groeiden en groeiden. En op een dag kwamen de houthakkers de heuvel opgewandeld. De eerste houthakker keek naar de eerste boom en zei: 'Dit is een prachtige boom. Het is echt de volmaakte boom voor mij'. En met een paar zwaaien van zijn blinkende bijl viel de eerste boom tegen de grond. 'Nu gaan ze een mooie kist van mij maken; ik zal een kostbare schat bevatten', dacht de eerste boom. De tweede houthakker keek naar de tweede boom en zei: 'Dit is echt een sterke boom. Een perfecte boom voor mij'. En met een paar zwaaien van zijn blinkende bijl ging ook die tweede boom tegen de grond. 'Nu ga ik verre oceanen kunnen bevaren', dacht de tweede boom. 'Ik zal een groot schip worden dat machtige koningen vervoert'. Maar de derde houthakker keek niet eens op. 'Elke boom is goed voor mij', gromde hij. En met een paar zwaaien van zijn blinkende bijl viel ook de derde boom om. De timmerman De eerste boom was blij toen hij in de werkplaats van de timmerman werd binnengebracht. Maar de timmerman maakte uit zijn hout een voederbak voor dieren. De eens zo fiere boom werd niet met goud bekleed en hij werd ook niet gevuld met een kostbare schat. Hij hing vol zaagsel en werd gevuld met hooi voor de hongerige dieren. De tweede boom glimlachte toen de houthakker hem binnenbracht op een scheepswerf. Maar er werd die dag helemaal geen machtig zeilschip gebouwd. De eens zo sterke boom werd in stukken gezaagd en er werd een eenvoudige vissersboot mee gebouwd. Hij was te klein en te zwak om op oceanen, of zelfs op een stroom te varen. In de plaats daarvan werd hij naar een meer gebracht. De derde boom was totaal in de war toen de houthakker hem in een paar grote stukken hakte en hij zo werd achtergelaten op een grote houtstapel. 'Wat gebeurt er toch met me?', dacht de eens zo machtige boom. 'Al wat ik wilde was om op die heuvel te blijven staan en mensen naar God te wijzen'. Voederbak Er gingen weer heel wat dagen en nachten voorbij. De drie bomen waren hun vroegere dromen helemaal vergeten. Maar op een nacht werd de eerste boom verlicht door een helder sterrenlicht toen een jonge vrouw haar pasgeboren kind in die voederbak legde. 'Ik had zo gehoopt dat ik een wiegje voor hem had kunnen maken', fluisterde haar man. De moeder nam zijn hand in de hare en glimlachte omdat het licht zo mooi op dat vuile en ruwe hout scheen. Dit wiegje is prachtig', zei ze. En plots besefte de eerste boom dat hij op dit moment de kostbaarste schat van de hele wereld bevatte. Vissersboot Op een andere avond nam een vermoeide man met zijn vrienden plaats in de oude vissersboot. De man viel in slaap terwijl de tweede boom langzaam over het grote meer voer. Plots begon het te bliksemen en stak er een vreselijke storm op. De kleine boot kraakte. Hij wist dat hij niet sterk genoeg was om zoveel reizigers veilig door dit stormweer te vervoeren. De vermoeide man werd wakker. Hij stond recht, strekte zijn hand uit en zei: 'Weest stil'. Toen ging de storm even plots liggen als hij was begonnen. En toen begreep de tweede boom dat hij de Koning van hemel en aarde mocht vervoeren.
Pagina
6
Kruis Op een vrijdagochtend werd de rust van de derde boom ruw verstoord toen de twee stukken van zijn stam werden weggehaald van die grote houtstapel. Hij wist niet wat er gebeurde toen hij verder gedragen werd langs die woedende menigte. Hij sidderde toen de soldaten de handen en voeten van een man aan zijn stam vastnagelden. Hij voelde zich angstig, schuldig en ellendig. Maar de volgende zondagochtend, toen de zon opkwam en de aarde beefde van vreugde toen besefte die derde boom dat Gods liefde alles had veranderd. Het gebeuren had de derde boom sterk gemaakt. En iedere keer wanneer de mensen opkeken naar die boom zouden ze aan God denken. Dit was veel beter dan de grootste boom in de wereld te zijn. Hij was de boom die voor altijd naar de hemel mocht wijzen!
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Bijbel 3: Uit het Bijbelboek Job Een mens, geboren uit een vrouw, leeft maar een korte tijd en zorgen kent hij zonder eind. Zijn levensdagen zijn niet meer dan een bloem, die ontluikt en verwelkt, als een vluchtige schaduw die voorbijgaat. Het getal van zijn dagen is bepaald en aan zijn leven is een grens gesteld, die hij niet overschrijdt. Voor een boom is er nog hoop: zelfs omgehouwen kan hij nog uitbotten en opnieuw in blaren schieten. Al worden zijn wortels oud in de grond, als hij water krijgt, loopt hij weer uit en krijgt hij weer twijgen als een jonge plant. Maar sterft een mens : het is gedaan. Geeft hij de geest: hij is er niet meer. Als water dat verdampt, als een rivier die uitdroogt, zo is een mens, die sterft. Als een mens eenmaal geveld is, blijft hij liggen zolang de hemel bestaat en uit zijn slaap wordt hij niet meer wakker. Job 14
Bijbel 4 Psalm 1 Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen. Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. Psalm 1
Pagina
7
Bijbel 5 Jeremia
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Bijbel 6 Symbool van leven en dood – levensboom Een boom straalt kracht uit. Hij is ook dikwijls het symbool van "leven". Dit was echter niet altijd zo. Als we heel ver teruggaan in de tijd, zien we dat de boom een symbool is voor de dood. De oude Germanen tekenden een boom met de wortels naar boven en de takken naar beneden. Zo'n boom kan niet blijven leven. In de jaren '60 kwam dit teken weer in de mode. Het werd een protestteken, tegen de oorlog. De mensen wilden de wereld verwittigen dat het zo niet verder mocht gaan. De wereld moest veranderen, anders ging hij dood. In vele streken wordt bij de geboorte van een kind een levensboom of geboorteboom geplant. Het kind zal opgroeien op dezelfde manier als de boom zich ontwikkelt. Het leven van de nieuwgeborene is volgens het volksgeloof verbonden met het leven van de geplante boom. Dit idee ontstond bij de Germanen. Alle Germaanse volkeren beschouwden de boom als beeld van het leven. De tijdstippen voor het planten van de levensboom zijn volgens het oude volksgebruik de geboorte zelf, de dag van de doop of de dag van de eerstvolgende nieuwe maan. We spreken ook van Jezus als de levensboom, een diepgewortelde boom. Zijn geloof in God was heel diep, zijn leven was heel vruchtbaar want hij heeft veel mensen doen geloven in God.
Bijbel 7 Jezus was met zijn leerlingen samen en stelde hen een vraag over hun gelukkig zijn. Met welk beeld kan ik het vergelijken bedacht Hij, “een Koninkrijk van God” waar iedereen gelukkig en vredig mag samenleven? Het gelijkt op een mosterdzaadje, zei Hij, dat iemand in zijn tuin zaaide, het is weliswaar het allerkleinste zaadje, het groeide en het werd een grote boom en de vogels uit de lucht nestelden in zijn takken. Lucas. 13,18-21
Tip: leg een groot gevlochten nest bij een dorre tak of boom in het decor. Leerlingen kunnen in het nest gedachteniskaartjes neerleggen, of namen schrijven van dierbaren op kaartjes, of gevoelens, … . Gevoelens kunnen ook worden neergeschreven op een schrijfmuur (goed inleiden!).
Bijbel 8 Een boom kan naar het zuiden vallen of naar het noorden, maar zoals hij valt blijft hij liggen. Prediker 1, 3
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Daarop kwamen de burgers van Sichem en Bet-Millo bij de eik bij het gedenkteken in Sichem bijeen en riepen Abimelech tot koning uit. Toen Jotam dit vernam, ging hij de Gerizim op en riep met stemverheffing vanaf de top: ‘Hoor mij aan, burgers van Sichem, en God zal u verhoren! Eens gingen
8
Bijbel 9 Uit het Bijbelboek Rechters
de bomen eropuit om een koning te kiezen. Ze vroegen de olijfboom: “Wilt u onze koning zijn?” Maar de olijfboom antwoordde: “Zou ik ophouden mijn olie af te staan, waarmee mensen en goden worden vereerd, om wat te wuiven boven de andere bomen uit?” Toen vroegen ze het aan de vijgenboom: “En u, wilt u onze koning zijn?” Maar de vijgenboom antwoordde: “Zou ik ophouden mijn zoete vruchten af te staan, om wat te wuiven boven de andere bomen uit?” Toen vroegen ze het aan de wijnstok: “En u, wilt u onze koning zijn?” Maar de wijnstok antwoordde: “Zou ik ophouden mijn sap af te staan, dat goden en mensen verblijdt, om wat te wuiven boven de andere bomen uit?” Ten slotte vroegen de bomen aan de doornstruik: “En u, wilt u onze koning zijn?” En de doornstruik antwoordde: “Als u mij werkelijk tot uw koning wilt zalven, kom dan maar hier, in mijn schaduw is het goed toeven en kan je schuilen. Rechters 9, 6-14
Pagina
9
Mensen bij wie je kan schuilen met je verdriet, -in de schaduw van hun luisterend oor en door de mildheid van hun zalvend en troostend woord-. Het zijn Koninklijke mensen; naar de maat van Gods liefde dus. Je vaart daar altijd wel bij!
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
2. OM TE OPENEN
Liefde en bomen gaan vaak samen. Hartjes worden in bomen gegrift. Koppeltjes spreken af bij bomen, groepjes jongeren komen vaak samen bij een opmerkelijke boom. En soms groeien bomen dermate samen op dat het lijkt of ze zelf ook wel verliefd kunnen worden op elkaar.
opening 1 “CU” in november samenkomen rond een decor van kale, lege, naakte bomen, die staande in hun skelet de kwetsbaarheid en broosheid oproepen. ‘goed gezien’ zo luidt ons schoolpastoraal jaarthema maar als er zoveel uiterlijke schoonheid weg is; is er plots nog zo weinig te zien… …net dan laat de structuur van een boom zich duidelijk uitlijnen in zijn takken waar misschien plots ook een ‘leg nest’ uit vervlogen zomerdagen zichtbaar wordt? met ons verdriet en onze pijn om het verlies van mensen die ons dierbaar zijn -het lege nest in ons hart-
Pagina
10
met onze gebrokenheid bij ruzies en conflicten thuis op school met vrienden… DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
wij zijn allemaal kwetsbare en zoekende mensen en toch willen we kijken doorheen onze tranen, onze onmacht, onze pijn en het gemis ook stilstaan bij het geloof dat het leven méér is dan een hart dat klopt en plots ophoudt… wij willen ‘kijken in hart’ naar het diepere van het leven: er is méér dan dit aardse bestaan, er zit méér in het leven dan wij als mensen kunnen verstaan die diepere én andere kijk willen we tot de onze maken: zoals kale bomen in de winter hun stille wake houden -nadat zo zoveel moesten los-laten’ en daar nu staan -één en al wake van vertrouwenzo zijn we samen voor deze wake van vertrouwen waar we samen stil worden, ieder met z’n eigen kwetsbare verhaal PowerPoint:
berichtje getypt en ondertekend met “cu” Brecht zegt: Ey, Lore zegt : Hey Brecht zegt: ewwe teegn mornt etwa te doen voet scholle?? Lore zegt: euch joam kpeizet wel, da sb voor godsdienst Brecht zegt: ah merci tot later Lore zegt: cu “cu” wordt uitvergroot + overvloeiing in “see you”
Ga nooit heen zonder een zoen. Ga nooit heen zonder te groeten. Wie het noodlot zal ontmoeten, kan er morgen niet meer zijn. DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Je had me nog nageroepen: “Tot ziens”. Ik had geantwoord: “See you”. Dat deden we altijd toen we uit elkaar gingen. Het leek zo vanzelfsprekend en dat was het ook steeds geweest. “We zien elkaar nog wel” Wist ik toen veel dat dit nooit meer het geval zou zijn…
11
Bindtekst
Een leven valt stil, zoals een blad dat valt. En God raapt het op. K. Gelaude
De seizoen veranderen: van warm naar koud van licht naar donker van levendig naar doods. De seizoenen veranderen: sommige mensen rillen al bij de gedachte dat de dagen korter worden en de tijd van alleen zitten langer. De seizoenen veranderen: en je kunt de herfst haten of je kunt je er mee verzoenen. Je kunt de herfst verachten of je kunt de herfst zoenen en ontdekken dat in de bruine bladeren ook mooie kleuren zitten.
opening 2 BOMEN: ‘hemel en aarde die elkaar OMARMEN’
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Bomen zijn werkelijk. Hun bladeren praten werkelijk, met woorden veelzeggend. Hun toppen zingen. Hun stammen zwijgen hoorbaar. Hun wortels houden van de aarde. Bij een boom staande, moet ik wel ademen als een boom. Naar een boom ziende, zie ik hemel en aarde in elkanders armen.
12
Welkom. Het vallen van de bladeren is een teken dat de winter nadert. Het wordt kil en koud buiten. Ook vanbinnen, diep in ons hart, is kilte en verdriet. Omdat we iemand moeten missen. Iemand die met ons heeft geleefd. Een mens, boordevol talenten. In dit moment van verstilling en verdieping willen we aan hen terugdenken. En we vragen aan elkaar en aan God : Wil je mij troosten ? Dat vragen we, hier samen, in Zijn naam. Kruisteken.
opening 3 …een leeg kader: een venster van hoop! In september zijn we samen vertrokken op een tien maanden durende schooljaar. We stelden ons onder het jaarthema ‘GOED GEZIEN’. Maar niet altijd is er dan heldere zicht. Soms is ons zicht wazig en beperkt. Pijn, dood en lijden zorgen daarvoor. We merken dat de milde nazomer voorbij is, dat de duisternis elke avond iets vroeger valt, dat de bomen één voor één hun bladeren verliezen tot ze er kaal en stil bijstaan. En wij… trekken een warmere trui aan, een sjaal, dikke jassen om te schuilen tegen de koude. Het is ook herfst, november in ons hart. En een dikke trui of jas lijkt niet te verwarmen. Want wie een moeder, vader mist, broer, zus, oma, opa, geliefde of vriend, die mist een stukje warmte… We kijken weemoedig terug op wat voorbij is, op de afgelegde levensreis en staan we stil bij de mensen van wie we onderweg afscheid hebben moeten nemen. November raakt de rand tussen hier en de overkant. (leeg kader aan de boom hangen in het decor) Iemand verliezen is leegte ervaren. Die leegte hebben we hier in deze viering, willen tonen met de lege fotolijst, voor de allerliefste mensen die we missen. Het is een leegte die tegelijk ook een venster wil zijn naar een nieuwe toekomst. Want net die openheid, die leegte biedt kansen tot een nieuwe soort ontmoeting, over dit leven heen, doorheen pijn en verdriet. Zo kan het lege kader een venster van hoop en verrijzenis worden.
opening 4 …een afdruk; een indruk nalaten…
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
getuigenis… De zomer is voorgoed voorbij. De zon schijnt bedroefd. De bomen steken hun kale armen in de lucht. Het is herfst. Een tijd van afscheid nemen. De rijkdom van de goudbruine kleuren versluieren het geheim van het sterven. Leven is... steeds weer doodgaan. De kerkhoven staan vol gele, witte en paarse chrysanten van Allerzielen. Zij verbloemen hun afwezigheid. Waar zijn de gestorvenen? Zien wij elkaar ooit terug? De dood hoort niet thuis in het leven van een jonge mens. Maar soms slaat hij toch hard toe, onverwacht: een verkeersongeval, een ziekte,... Waarom dat alles? Een vraag die niet te beantwoorden is. Alleen, ik geloof dat er een nieuw leven is, zoals uit de schijndood van de winter de lente geboren wordt, altijd weer opnieuw. Ik geloof...
13
Het leven is even mooi en kwetsbaar als een zeepbel. De ronde bol, gevuld met adem, zweeft door de lucht en naar gelang de lichtinval, krijg je alle kleuren van de regenboog te zien. Het leven is net zo. De mens is gevuld met adem en beweegt zich op en rond de wereld. En als je lang genoeg met iemand samenleeft, dan leer je de volledige persoon kennen. En dan plots spat de bel uit elkaar. Op elk moment kan het leven stil vallen. Dat kan na een ziekte of een ongeval gebeuren, en altijd doet het pijn. Er zijn mensen die van oordeel zijn dat met de dood alles van dit leven weg is. Dat als de zeepbel van het leven uit elkaar spat, alles van die bel weg is. Dat als een lichaam sterft, alles van die persoon weg is. Maar dat klopt niet! Er blijft minstens een afdruk van de bel achter. Elke mens die sterft laat minstens een afdruk, of is het eerder een indruk, na. Ook de bel die open gespat is, laat op het papier hier en daar nog kringen na. De bellen zijn er niet meer, maar de afdrukken zijn wel nog zichtbaar.
Verwerking Teken de takkenstructuur van een boom, groot. Laat leerlingen en leerkrachten namen schrijven van geliefden of een citaat. Zo creëren we een stamboom van geliefden. Hang deze ‘stambomen van geliefden’ op bij de lamp van het jaarthema ‘GOED GEZIEN’. Zo blijven de namen te zien, van hen die we in gedachten, doen en laten, nooit nog vergeten kunnen… Hier een voorbeeld, maar vervang de wiskundeformules door namen/citaten/…
Rond de lamp van het jaarthema op de grond ligt een tapijt van zieke afgevallen zomerbladeren…
slottekst – einde verdiepingsmoment Verdriet is als een boom in de winter : verhard en zwart wijzen zijn takken als verwijtende vingers naar de hemel “voor mij hoeft het niet meer”.
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Zo stond de boom in het winterse land. De storm brak hem niet de wind deed hem niet wiegen en de regen gleed af langs loodzware stam. “Voor mij hoeft het niet meer.
14
“Laat mij staan waar ik sta het mag vriezen, het mag dooien het mag hagelen en sneeuwen het mag stormen en waaien het doet me niets het valt in het niet bij mijn verdriet.”
Ik ben er niet”. Maar onder het wart van die sombere bast daar gonsde en gistte het krioelde en kriebelde het daar klopte en bloedde het de winter lang.
Pagina
15
Hij boog niet maar barstte barstte uit in duizend knoppen of hij wilde of niet.
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
3. VERZAMELBUNDEL ‘BOMEN’
Bomen hebben wortels, blad en tak en stam. Bomen groeien langzaam en hun weg is lang. Hun wortels vinden voedsel in de aarde, sap. De stam die geeft het door aan vrucht en blad en tak. Mensen hebben wortels in het verleden ver. Vinden daar hun oorsprong komen langzaam her. Mensen geven leven aan hun takken door. Nieuwe mensen leven: zo gaat het steeds maar voort. Bomen kunnen nooit zonder grond bestaan. Raken ze ontworteld is het snel met hen gedaan. Mensen zijn als bomen - leven niet alleen. Zonder grond en wortels leeft geen mens, niet één. God heeft hen daar gevestigd bij Hem zijn zon en wind. Zonder zijn hart en liefde leeft geen mensenkind. Gestorven of in leven, een boom geknakt of zwiepend sterk, geen mens gaat ooit verloren, blijft eeuwig Gods liefste kind.
WAAR BEN JE NU ik wil roepen ik wil schreeuwen ik wil gillen maar er komt geen geluid
Pagina
16
ik wil schoppen ik wil kapot trappen ik wil slopen maar ik zet geen stap vooruit DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
mijn keel zit dicht mijn mond gesloten mijn tanden op elkaar ik kan geen klank uitstoten mijn ogen zijn droog mijn tranen vanbinnen mijn hart huilt ik zal nooit winnen ik kan geen kant op alles zit muurvast de uitweg afgesloten mijn ziel bekrast doodsbang kijk ik toe boos maar vooral machteloos waar ben je nu? waar ben je nu, vraag ik me af ik kan je nog niet missen waar ben je nu, vertel me dat ik wil je nog niet kwijt waar ben je nu, ik heb je nodig ik zal je nog vaak zoeken waar ben je nu, zie jij me nog? -jij- blijft bij mij, altijd.
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Bomen hebben iets eeuwigs en veel van mensen. In de lente, de frisheid van de jeugd; in de zomer, vind je rust en beschutting; in de herfst, vormen ze een warm wintertapijt; in de winter, geven ze nieuw leven aan hun wortels. Ze zijn echt, bij hen geen aanstellerij; een den is een den, een eik is een eik. Je moet maar eens wat meer naar de bomen kijken.
17
‘Hoe zeere valle z’af, de zieke zomerbladeren…’
Als de mensen niet mee bewegen… … waar is God dan? Op een keer was ik weer met de kinderen het bos ingetrokken en ineens zei Saskia: "God is in de bomen". Saskia is een blij en diepzinnig kind. Ze had wel meer van die plotse uitspraken. Maar deze vond ik toch wel merkwaardig. "Zit God in de bomen?", vroeg ik verwonderd. "God zit niet in de bomen. God is in de bomen", zei ze. "Ah zo." We zwegen een poosje. En plots gaf ze zelf een verklaring en zei: "God is toch in alles wat beweegt?" "Ja", zei ik, "en daarom ook in de bomen?" "Ja, de bomen bewegen toch, ziet ge dat niet?" Ja, dat zag ik. We luisterden allebei naar hun suizend gezwiep. "En waarom beweegt God?” vroeg ik bedachtzaam. Dat was een heel domme vraag: "God moet toch overal zijn om de mensen te helpen? Dat zegt mijn mama toch." Ja, dat moest ik erkennen. "Is God ook in de wolken?" "Jaja, dat ziet ge toch, ze bewegen." Ze huppelde verder. "En in het water?" "Dat hangt ervan af", zei Saskia. Ze neep in mijn hand van het nadenken en zei tenslotte: "In de beek wel, maar niet in een plas, want een plas beweegt niet." Zelf was ik er stil van geworden. Toen waagde ik mijn laatste vraag: "En in de mensen, is God in de mensen?" "Dat hangt ervan af hé", zei de kleine Saskia, "als ze bewegen.” Huub Oosterhuis
Over een boom. Een boom die langzaam vierde: het SACRAMENT VAN LOSLATEN Eerst gaf de boom het groen prijs, toen het oranje, geel en rood, en tenslotte liet hij het bruin los. Toen de boom zijn laatste blad had prijsgegeven, stond hij daar leeg en zwijgend, uitgekleed. En leunend tegen de winterlucht begon hij zijn wake van vertrouwen. Hij liet zijn laatste blad vallen en keek het na; hoe het naar de grond dwarrelde. Hij stond daar te zwijgen gekleed in de kleur van leegte; zijn takken vroegen zich af: ‘hoe kun je schaduw geven als er zoveel weg is?’ En toen begon het sacrament van wachten. Zonsopgang zowel als zonsondergang keken toe, vol tederheid; ze maakten zijn omtrekken helderder ze hielden zijn hoop levend. Ze hielpen hem te begrijpen dat zijn kwetsbaarheid, zijn afhankelijkheid en zijn nood, zijn leegte en zijn bereidheid om te ontvangen, hem langzamerhand een nieuw soort schoonheid gaven. Elke morgen en elke avond stonden ze daar stilzwijgend en vierden samen het sacrament van het Wachten!
God, sterft een boom worden zijn bladeren ziek dan lijkt het toch niet gedaan… Van zodra de lentezon hem met kracht verwarmt bot hij uit in nieuwe loten en twijgen…
(Naar het Bijbelboek Job) DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
God, als er voor een boom nog hoop is na de doodse winter zorg dan dat er ook hoop en toekomst is voor … die mensen -node- uit handen moesten gegeven.
18
God, sterft een mens dan lijkt het wel gedaan. Warmte of koude kan daar niets aan veranderen…
Het verhaal van de afgehakte tak Er was eens een boom, een onbekende boom, ergens langs de waterkant, en niemand weet nog door wie geplant. Hij leefde daar breeduit met veel takken, hij droeg de forse stem van de wind of de doodse stilte van de avondlucht. ’s Winters was het leven kaal en koud en hield hij de hoop geklemd in jonge twijgen, die hingen te wachten op een nieuwe lente. “Ga je gang”, knipoogde de voorjaarszon, en dan herleefde zijn oude groene uitbundigheid. Zijn takken liepen weer uit en schoten vol bloesems, een lust voor het oog, en als de zomer kwam, wierp hij schaduw in het rond, gratis, voor iedereen. Soms was hij een paraplu tegen stromende regen. Zo leefde die boom met al zijn takken, jaar in, jaar uit. Maar op zekere dag kwam er een man met een bijl. De takken hielden van schrik op met ruisen. De mooiste tak werd afgehakt, onherroepelijk. Het was nu een dode tak, voorgoed van het leven weggesneden. Weldra zou hij vergeten zijn door andere takken. Drie dagen later kwam de man terug en de boom werd windstil van angst. Wie treft het bittere lot vandaag? De man ging aan de voet van de boom zitten en blies op de afgehakte tak, waarvan hij een blokfluit had gemaakt. Hij speelde een prachtige melodie en de boom verstond de klank: “Horen jullie mij, zong de tak, ik leef anders maar meer dan ooit. Ik leef.
Net als bij mensen: die kunnen elkaar ook niet missen… Een oude, wijze man zat in zijn tuin tegen een appelboom te slapen of te denken – ik weet het niet – en toen kwam daar een klein meisje voorbij; het zag die man, ging naar hem toe en vroeg : Opa, wat is het voornaamste bij een boom? De oude man dacht heel diep na en zei : dat weet ik niet, wat denk jij? Nou, zei het kleine meisje, ik denk : de stam, want anders viel u om! De oude man lachte en zei: dat heb je aardig bedacht, maar toch heb je niet helemaal gelijk want die boom staat er niet voor mij alléén. En terwijl hij dat zei vielen er twee appelen naar beneden. Hij raapte ze op en gaf er één aan het meisje. Zelf pakte hij de andere en zei : smakelijk eten!
O ja, zei het meisje dat was ik vergeten: van de wortels krijgt een boom te eten en te drinken. DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
O ja, natuurlijk, nu weet ik het : bij een boom zijn de takken en de bladeren het voornaamste! Nou ik weer, zei de oude man. Wat zou er gebeuren als het nu eens heel lang niet zou regenen? En met een stok stak hij diep in de grond, zodat je de wortels van de boom kon zien.
19
O ja, natuurlijk, zei toen het meisje, de appels zijn het voornaamste; dat had ik vergeten! Toen begon het te regenen, heel erg hard te regenen. Het meisje lachte en zei: nu zitten we midden in de regen en toch blijven we droog!
Kijk, zei de oude man, en daarom weet ik nog steeds niet wat het voornaamste is van een boom. Ik denk dat niets het voornaamste is, want het gaat om de hele boom. Net als bij mensen die kunnen mekaar ook niet missen!
Soms denk ik dat mensen die elkaar helpen als bomen zijn met lage takken Er was eens een vogel met slappe vleugels. Zo zijn wij allemaal wel eens een keer : als we ons niet goed voelen in ons vel, of als iemand met ons heeft gelachen. De vogel was helemaal geen hoogvlieger, want hij had zo weinig kracht en moed ! Hij voelde zich zoveel minder dan andere vogels. Die vlogen in hoge vlucht doorheen de wolken en langs de azuurblauwe hemel. Zij konden tuimelen, maakten figuren in de wolken, en stuurden elkaar fluitende boodschappen onder en boven de wolken door. Onze vogel keek alleen maar. Hij bleef zelf op de grond zitten, pikte in het gras, vloog eens op, maar plofte enkele meters verder weer neer op de grond. Hij zag verdrietig hoe de andere vogels tot in de takken van de hoogste bomen vlogen. De vogel zat voortdurend naar de andere vogels boven zich te staren, en zag zo niet dat er misschien nog andere vogels waren die niet zo hoog durfden, en ook op de grond bleven. Maar op een keer werd het de vogel te veel. Hij verzamelde al zijn moed en sloeg zijn slappe vleugels uit… en vloog. Maar nog altijd lukte het niet om zo hoog en zo ver te raken als de andere vogels. Hij wilde alweer opgeven, maar toen zag hij een beetje verder een boom met een lage tak. Daar kon de vogel wel op. Hij probeerde en… raakte op de onderste tak ! Hij kroop stilletjes tegen de stam aan, daar was het lekker warm. De vogel vond het heerlijk op die tak. De vogel met zijn slappe vleugels was blij en zelfs een beetje trots, en toch zat hij op een heel lage tak. Maar de vogel dacht : ‘Speciaal voor vogels die niet zo sterk zijn, die niet zo’n durvers zijn, heeft God bomen gemaakt met lage takken. Zo kunnen ook minder sterke vogels groeien’. Soms denk ik dat mensen die van elkaar houden en die elkaar helpen, een beetje zijn als bomen met lage takken. Zo brengen ze leven en liefde bij en voor elkaar, zo zijn ze een beetje steun voor elkaar. Zo’n boom wordt groot en een echte levensboom.
Pagina
Er was eens een vogel met slappe vleugels. Zo zijn wij allemaal wel eens een keer, als we in niet goed voelen in ons vel, of als er iemand met ons heeft gelachen. De vogel was helemaal geen hoogvlieger, want hij had zo weinig moed en kracht! Misschien had hij ook wel een minderwaardigheidscomplex. De andere vogels scheerden in hoge vlucht doorheen de wolken en langs de azuurblauwe hemel. Zij konden tuimelen, maakten cijfers en letters in de wolken, en stuurden elkaar fluitende boodschappen onder en boven de wolken door. Onze vogel keek ernaar en trippelde wat. Hij pikte op de grond of in het gras, vloog eens op, enkele meters ver, maar plofte dan weer terug op de grond. Hij zag verdrietig hoe de andere vogels tot in de takken van de hoogste bomen vlogen. Heel de tijd keek hij naar boven zodat hij zelfs niet zag dat er ook nog andere vogels waren zoals hij. Maar op een keer werd het hem te machtig. Hij verzamelde al zijn moed en vloog ..., maar zijn krachten begaven het. Gelukkig was er ietsje verder een boom met een lage tak. Daar kon de vogel op en hij kroop stilletjes tegen de stam. En het werd er lekker warm. Op die tak kon hij zich echt heerlijk neerzetten.. Speciaal voor zo'n vogels met slappe vleugels heeft God zeker en vast bomen geschapen met lage takken. Soms denk ik, dat mensen die veel van elkaar houden, bomen zijn met lage takken ...
20
versie 2
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Eekhoorn en de mier: ‘We moeten elkaar een tijdje niet zien’ Op een ochtend klopte de mier al vroeg op de deur van de eekhoorn. “Gezellig,” zei de eekhoorn. “Maar daar kom ik niet voor,” zei de mier. “Maar je hebt toch wel zin in wat stroop?” “Nou ja … een klein beetje dan.” Met zijn mond vol stroop vertelde de mier waarvoor hij gekomen was. “We moeten elkaar een tijdje niet zien,” zei hij. “Waarom niet?” vroeg de eekhoorn verbaasd. Hij vond het juist heel gezellig als de mier zo maar langs kwam. Hij had zijn mond vol pap en keek de mier met grote ogen aan. “Om erachter te komen of we elkaar zullen missen,” zei de mier. “Missen? Je weet toch wel wat dat is?” “Nee,” zei de eekhoorn. “Missen is iets wat je voelt als iets er niet is.” “Wat voel je dan?” “Ja, daar gaat het nu om.” “Dan zullen we elkaar missen,” zei de eekhoorn verdrietig. “Nee,” zei de mier, “want we kunnen elkaar ook vergeten.” “Vergeten! Jou?” riep de eekhoorn. “Schreeuw niet zo hard” zei de mier. De eekhoorn legde zijn hoofd in zijn handen. “Ik zal jou nooit vergeten,” zei hij zacht. “Wel ja,” zei de mier. “Dat moeten we nog maar afwachten. Dag!” En heel plotseling stapte hij de deur uit en liet zich langs de stam van de beuk naar beneden zakken. De eekhoorn begon hem vreselijk te missen. “Mier,” riep hij, “ik mis je!” Zijn stem kaatste heen en weer tussen de bomen. “Dat kan nu nog niet!” zei de mier. “Ik ben nog niet eens weg!” “Maar toch is het zo!” riep de eekhoorn. “Wacht nu toch even,” klonk de stem van de mier nog uit de verte. De eekhoorn zuchtte en besloot te wachten. Maar hij miste mier steeds heviger. Soms dacht hij even aan de beukennotenmoes, of aan de verjaardag van de tor, die avond, maar dan miste hij de mier weer. ‘s Middags hield hij het niet langer uit en ging naar buiten. Maar hij had nog geen drie stappen gezet of hij kwam de mier tegen, moe, bezweet, maar tevreden. “Het klopt,” zei de mier. “Ik mis jou ook. En ik ben je niet vergeten.” “Zie je wel,” zei de eekhoorn. “Ja,” zei de mier. En met hun armen om elkaars schouders liepen zij naar de rivier om naar het glinsteren van de golven te gaan kijken. Misschien wisten zij alles. 313 verhalen over de eekhoorn en de andere dieren’ Toon Tellegen
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Meester Jan van het zesde leerjaar had een speciale activiteit voorzien voor z’n leerlingen. Hij zou in het park de bladeren samen harken om deze daarna weg te voeren naar het containerpark. Alle leerlingen begonnen met volle moed de blaadjes op een hoop te harken. En toen ze een uur bezig waren hadden ze al een hoop waar ze niet meer konden overheen kijken (maar ja, leerlingen van het zesde studiejaar zijn nu ook niet zo groot hé). Maar de meester had geen kruiwagens en schoppen voorzien om deze blaadjes weg te voeren. Dus lieten ze de hoop achter om het nodige materiaal te halen. Terwijl de groep weg was stak er een hevige wind op en al de blaadjes werden terug rond geblazen. Toen de leerlingen terug waren keken ze naar een plein vol met blaadjes, maar een hoop was niet meer te bespeuren. De leerkracht kon nog net een vloek onderdrukken, maar één van de leerlingen gaf spontaan een uitleg aan het gebeuren: “Meester, ik denk dat mijn nonkel dit gedaan heeft. Hij is nu 6 maanden overleden, maar in zijn leven was hij een echte ‘brielpot’ die altijd met mijn voeten speelde. Wel nu heeft hij nog eens vanuit de hemel met onze voeten gespeeld”. Maar een andere leerling vertelde direct erna het volgende: “Ik denk eerder dat het mijn buurman is die hier voor iets tussen zit. Toen hij leefde was hij altijd bezig in de moestuin en voor de winter legde hij een altijd een dikke laag bladeren op het veld. Zo was de grond beschermd tegen de vorst en tegen de lente lag er dan een vruchtbare laag kompost op de aarde. Ik denk dat mijn buurman gewoon wil dat de bladeren hier blijven…” “Ik denk dat het mijn oma is die mij iets wil duidelijke maken” zei dan weer een ander meisje. “In de kamer van mijn grootmoeder hingen allemaal van die oude spreuken. Eén van die spreuken was: ‘DE MENS HEEFT EEN WIL, MAAR DE NATUUR EEN GRIL’. Ik verstond dat niet en ik vroeg aan mijn oma wat dat betekende. Ze vertelde me dat een mens wel plannen heeft, maar dat je de natuur nooit naar je hand kunt zetten. Ze vertelde me ook bij dat ik nog te jong was om dat te begrijpen maar dat er wel een tijd zou komen dat ik het wel zou snappen. Ik denk dat ze me het nu heeft willen tonen…” Meester Jan stond er ademloos bij. Wat eerst een groot probleem leek, werd eigenlijk een prachtkans! Een hoop gevallen bladeren lieten de kinderen zo verhalen ‘over wie ze nooit nog konden vergeten’…
21
Gevallen bladeren doen laten kinderen aan mensen denken
Groeien als een boom Groeien als een boom, met wortels diep in de grond en uitgestrekte takken vol vreugde. Bomen van mensen worden we als het goed is in onze omgeving om te vertoeven; als we mild zijn in ons oordeel, zoals de schaduw van een boom mild is in de zomer als we tijd maken voor de mensen die door het leven niet gespaard worden zoals zij bij ons kunnen schuilen zoals je kan schuilen onder de bomen voor een hevige regenbui. Dan zal ons huis een tuin zijn voor vrienden, familie waar zij altijd welkom zijn zoals de vogels in bomen een veilige rustplaats vinden. Bomen van mensen worden we als we erin slagen de tegenslagen uit het verleden van ons af te zetten zoals een boom zijn bladeren afstoot om humus te zijn voor anderen. Ze nodigen elkaar uit om hoger te groeien. De ene boom hoeft zich niet te meten met de andere, de cipres groeit ook niet in de schaduw van de eik. Bomen van mensen worden we als we kunnen rekenen op onze wortels, als we een paar goede vrienden hebben waarop we altijd kunnen terugvallen en waaruit wij de kracht putten om verder te groeien. Dankzij hen dragen wij vruchten waar anderen nieuwe moed halen om verder te leven zoals bomen met stevige wortels rijke vruchten geven waaraan wij ons allen kunnen voeden.
Pagina
22
Bomen van mensen worden we als we andere mensen ontmoeten en aan hun zijde willen staan zonder beslag op hen te leggen of hun eigenheid te ontkennen. Zoals bomen graag DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
in elkaars buurt groeien maar ruimte moeten laten om elkaar niet te verstikken. Bomen van mensen worden we als we stormen trotseren en rechtop blijven staan waar anderen wanhopig zijn en de moed verliezen; als we altijd en overal onszelf blijven zoals een boom zichzelf blijft doorheen de seizoenen van het leven. De boom die groeit, met zijn takken naar de hemel gericht is voor de persoon moet lijden en pijn kent hoop en stilte, schaduw en rust, nabijheid en geborgenheid in onze harde samenleving.
De drie bomen Gisteren was ik in het bos op zoek naar drie bomen die ik goed gekend heb. Drie bomen die alle drie een grote tak verloren hadden. Vandaag heb ik de bomen gevonden. Elke boom was op een andere manier omgegaan met het verlies van de grote tak. De eerste boom was gaan treuren om het verlies van zijn grote tak. Ieder voorjaar als de zon hem uitnodigde om te groeien, zei de boom: “Ik kan niet groeien, want ik mis mijn tak.” De tweede boom was zo geschrokken door de pijn en het verdriet. Hij probeerde zo snel mogelijk het verlies te vergeten. Ieder voorjaar als de zon hem uitnodigde om te groeien, groeide hij zo snel hij kon. De derde boom was ook geschrokken van de pijn en het verdriet. Maar hij had gerouwd om het verlies. En het eerste voorjaar dat de zon hem uitnodigde om te groeien, had hij gezegd: “Dit jaar kan ik nog niet groeien.” Maar de zon kwam het jaar daarop terug. Nu zei de derde boom: “Ja, zon, verwarm mij zodat mijn wond kan verwarmen en helen. Mijn wond heeft warmte nodig, zodat ze weet dat ze erbij hoort.” En het derde jaar dat de zon terug kwam, sprak de boom: “Ja, zon , laat mij groeien want er is nog zoveel te groeien.” Na wat zoeken vond ik de drie bomen, of eigenlijk twee. De eerste boom was klein gebleven. De plaats van de wond was duidelijk te zien. Het was het hoogste punt van de boom. De tweede boom was geen boom meer. Hij was zo wild gaan groeien, dat de boom door een storm ontworteld was. De plek van de wond moest ik gaan zoeken. Achter een heleboel bladeren vond ik de wond. De derde boom was het moeilijkst te vinden. Ik had niet verwacht dat hij zo groot en sterk was geworden. Maar ik kon de boom herkennen aan de dichtgegroeide wond die vol kracht in het zonlicht stond.
Pagina
23
Evert Landwaard
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Mensen zijn als bomen Als je aan een boom zou vragen: hé boom, sta jij nou graag alleen? Dan zou hij, denk ik zeggen: geef mij maar boompjes om me heen. Zou je aan je pa vragen: Hé pa, sta jij graag alleen? Dan zou hij, denk ik zeggen: geef mij maar mensen om me heen. Als je aan een boom zou vragen: aan wie geef jij het leven door? Dan zou hij, denk ik zeggen: daar heb ik nu mijn takken voor. Zou je aan je ma vragen: aan wie geef jij leven door? Dan zou ze, denk ik zeggen: ja, kijk, daar heb ik jou nu voor. Zou je aan je oma vragen: jouw leven, waar komt dat vandaan? Dan zou ze denk ik zeggen: van oma's die niet meer bestaan. Dus bomen zijn als mensen: geen van twee staat graag alleen, in kinderen en takken, zo groeit er leven om ons heen. Jij, je pa en ma, dat is een soort van levensboom; die tak een eindje verder, dat is een tante of oom. Maar die opa's en oma's die jaren terug gestorven zijn? Ja, kijk, ik zal maar zeggen, dat zullen wel de wortels zijn. auteur onbekend
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Er was eens een boom die van een kleine jongen hield. Iedere dag ging de jongen naar de boom en raapte de bladeren bij elkaar. Daar vlocht hij dan een kroon van en zette hem op zijn hoofd en deed alsof hij koning van het bos was. Hij klauterde tegen de stam op, en zwaaide aan de takken heen en weer. De boom liet hem eten van zijn appels en samen speelden zij verstoppertje. Als de jongen moe was ging hij slapen in de schaduw van de boom. En de jongen hield van de boom, heel erg veel. En de boom was gelukkig. Maar het leven ging verder en de jongen werd groter en ging van school af. En de boom was vaak alleen. Op zekere dag kwam de jongen weer eens bij de boom en de boom zei:
24
“Ik heb niet veel meer nodig, ik ben doodmoe…”
“Kom jongen, kom weer in mijn stam klimmen en aan mijn takken zwaaien, eet weer van mijn appels, speel in mijn schaduw en wees gelukkig.” Maar de jongen zei: “ik ben te groot geworden om te klimmen en te spelen. Ik heb geld nodig, want ik hou ervan om dingen te kopen en plezier te maken. Kun je me niet wat geld geven?” Waarop de boom antwoordde: “Het spijt me wel, maar geld kan ik je niet geven. Neem mijn appels maar en verkoop ze in de stad. Dan heb je geld en zul je gelukkig zijn.” En de jongen klom in de boom, en plukte de appels, en bracht ze weg. En de boom was gelukkig Maar weer bleef de jongen een hele tijd weg. En de boom was bedroefd. Op een goede dag kwam de jongen weer terug. De boom fleurde weer helemaal op en zei: “Kom jongen, klim weer in mijn stam en zwaai aan mijn takken en wees gelukkig.” De jongen zei. “Ik heb het veel te druk om in bomen te klimmen. Ik wil een huis bouwen voor mijn vrouw en kinderen. Kun je mij een huis geven?” “Ik heb geen huis”, zei de boom, “Maar je mag wel mijn takken afzagen om je huis te kunnen bouwen. Dan zul je gelukkig zijn.” En de jongen zaagde de takken af en bracht ze weg om er zijn huis mee te kunnen bouwen. En de boom was gelukkig. En opnieuw bleef de jongen langere tijd weg. Toen hij weer terug kwam, was de boom zo gelukkig dat hij nauwelijks kon praten. “Kom jongen”, fluisterde hij, “kom met me spelen”. Waarop de jongen antwoordde: “Ik ben te oud om te spelen en heb geen zin. Ik wil een boot waarmee ik een heel eind hier vandaan kan. Kun je mij een boot geven?” De boom antwoordde: “Hak mijn stam om en maak daar een boot van. Dan kun je wegzeilen en zul je gelukkig zijn.” En de jongen hakte de boom om, maakte er een boot van en zeilde weg. De boom was blij, maar dit keer toch niet echt gelukkig. En na een hele tijd kwam de jongen weer terug. “Het spijt me, jongen, maar nu heb ik niets meer om je te geven. Mijn appels zijn op.” “Mijn tanden zijn te slecht om appels te eten” zei de jongen. “Mijn takken ben ik kwijt, je kunt er niet aan zwaaien.” “Ik ben te oud om aan de takken te zwaaien” zei de jongen. “Ik heb zelfs geen stam meer om tegen op te klimmen. “Ik ben te moe om te klimmen” zei de jongen. “Ik vind het echt jammer, ik wou dat ik je nog wat kon geven, maar ik heb niets meer over. Ik ben nog maar een oude stomp. Het spijt me verschrikkelijk.” “Ik heb niet veel meer nodig”, zei de jongen, “alleen een rustige plek om te zitten, ik ben doodmoe.” “Nou? Een oude stomp is juist genoeg om stil uit te rusten. Kom jongen, ga zitten en rust uit.” Dat deed de jongen en de boom was gelukkig.
Pagina
25
Ik dacht, dat ik ze kende tot ik op een dag het wonder zag! Ze stonden met hun voeten in dezelfde grond, met hun hoofd in dezelfde lucht, in dezelfde zon en in dezelfde regen. En de appelboom maakte appels, en de perenboom, tien meter verder, peren! Heel normaal, zeiden de mensen. Maar ik kon mijn ogen niet geloven. met hetzelfde, wat ze haalden uit dezelfde grond, uit dezelfde lucht, dezelfde regen en dezelfde zon, maakte de ene boom peren en de andere iets verder appels. En die zijn zo verschillende van vorm, van kleur, van geur, van smaak. Zo'n wonder had ik nog nooit gezien!
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
De koningin van de bomen Tijdens een bijeenkomst van bomen moest een koningin gekozen worden. Tot de eerste gasten behoorden de acacia en de wilg met haar fijne zilveren mantel. De acacia stelde haar overweldigend bloementapijt voor en neigde ondeugend naar de wilg. Daarna maakten de amandelboom en de populier in hun al bijna verschoten bloemenpracht hun opwachting. De boven alle uitstekende pijnboom vroeg naar de grootste kamer. Ze kon niet als de cipres in de smalle toren logeren, ze had meer ruimte nodig en lucht! De schuwe, oude en gemelijke kurkeik kwam samen met haar zuster, de machtige eik. Deze was zeker niet zo verlegen als haar zuster en begon meteen haar pracht en praal tentoon te spreiden. Je hoefde maar naar haar te zien om te weten wie de koningin van de bomen zou worden. De appelboom bloosde ervan maar de perenboom trok zich van niks aan en liep meteen naar het buffet. Ook de kersenboom en de notenboom waren geschokt door het optreden van de eik. Helemaal aan het eind kwam de olijfboom binnen, bescheiden, iets gebogen van ouderdom, maar ieder gaf ze vriendelijk haar knoestige hand. Alleen de eik deed alsof ze de uitgestoken hand niet zag en zette haar ijdel gekeuvel met de bijna even grote pijnboom verder. “Een koningin van de bomen moet groot zijn, volgroeid en tegelijkertijd stevig in de grond geworteld staan, … zoals wij tweeën,” fluisterde ze, maar net hard genoeg dat iedereen het kon horen. “Waarom zijn wij dan uitgenodigd?” vroeg de acacia tegen de kleinere bomen, “als die hoge nu al weet dat zij de koningin van de bomen zal worden!” “Natuurlijk weet ik dat, schaterde de eik, “of denk je dat één van jullie dwergen koningin der bomen zal worden misschien? Een koningin moet altijd representatief zijn, en wie zou dat beter kunnen dan ik?” Daarbij sloot ze haar ogen en streek met een grote tak langzaam over haar voorhoofd. De cipres, als altijd fier rechtop, nodigde de deelnemers om aan de lange tafel plaats te nemen. Voor de geheime stemming moest iedere boom een blad nemen en daarop de naam van haar keuze invullen. De eik wierp als eerste het blad met haar keuze in de grote houten schaal, maar pas na eerst even ingehouden te hebben genoten vna dit belangrijke moment. Bij de andere bomen ging het sneller. Aan het eind begon nam de cipres de houten schaal gevuld met de stemmen en begon ze één voor één te tellen. Alle bomen waren gespannen. “Olijf … Olijf … Olijf …” Bij de derde “olijf” brak er bij de eik een tak af. “Olijf … Olijf …” Alle bomen hadden op de olijf gestemd. Alleen op het laatste blad stond: “Eik”.
Pagina
26
De verkiezingsnacht duurde lang en feestelijk. Er werden tal van toost uitgebracht op de bescheiden maar wijze olijf, koningin der bomen. Elk jaar opnieuw mocht zij waardevolle en één van de gezondste vruchten dragen voor de mensen, terwijl de praalzieke eik vruchten mocht dragen … voor de varkens.
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Leven als de bomen Leven als de bomen, trouw en aardsgezind, bij het water wonen, leven van de wind. Hemelhoog geloven, leven uit één stuk, ademnood te boven, onverdeeld geluk. Leven als de bomen, God heeft hen geplant, leven om te loven, leven uit Gods hand. Op de lente hopen, weten van de herfst, dromen van de zomer, leven dat niet sterft. Toevlucht voor de vogels, schaduw, onderdak, huis van mededogen, liefde wijdvertakt. Leven als de bomen, zingen voor je God, levenslang geloven, vaste voet aan grond. Hans Bouma
Erik Galle in Tertio, 20 maart 2013
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Het is zoals de wind. Als je die bij momenten hoort razen, dan vrees je het ergste voor de bomen die hij op zijn weg tegenkomt. Kruinen die kunnen buigen, dwingen respect af. Buitenstaanders zijn het die beweren dat die bomen niet vechten met de wind. Vanuit hun overtuiging dat buigen verliezen is, verraden ze dat ze nog nooit overmacht hebben ervaren. Bomen kennen de wind. Ze zoeken er een vorm van verstandhouding mee. Ze luisteren graag naar zijn gefluister in hun bladeren, maar als hij woest is, kennen ze hun plaats. Kracht en onmacht zijn twee uitersten, die hoe ver ze ook van elkaar verwijderd zijn, nooit los van elkaar bestaan. Alleen wie onmacht kent, weet wat kracht betekent.
27
Wat ik jou wens? Niet dat jij de mooiste boom op deze aarde bent, niet dat je jaar in, jaar uit, schittert van bloesems aan elke twijg. Maar dat af en toe, aan één of andere tak, een bloesem opengaat, af en toe iets ontstaat, dat eens een woord van liefde een hart vindt, dat wens ik jou.
Een boom planten is een blijk van vertrouwen in de aarde, een daad van hoop op de toekomst. Een handeling van naastenliefde voor de toekomstige generaties die van zijn vruchten zullen genieten wanneer wij er niet meer zijn. Louis Mercier
De jaarringen van een boom beschrijven zijn groeikracht en grootsheid. Minstens evenveel doen de levensjaren van een mens. Kris Gelaude
Onze boom Stukje uit het boek 'droomkinderen' van Kristel Geysen (p95) Kurt en ik wilden een apart plekje om naartoe te kunnen gaan. We vonden een kerkhof veel te grijs en te triest. Daarom besloten we om een mooie boom voor Felix en Casper uit te kiezen in een bos niet ver van bij ons vandaan. Uiteindelijk werd het een vlier. Ik heb allemaal zilverkleurige houten sterretjes in de boom gehangen en zo is hij 'onze sterrenboom' geworden. Af en toe planten we bloemetjes om de boom. Telkens we er komen is 'onze boom' anders. In de lente krijgt hij nieuwe, frisse lichtgroene blaadjes. In de maand mei staat hij vol met prachtige schermen van witte bloemetjes, waarvan we er dan telkens een paar mee naar huis nemen om in een schaal met water te leggen. Wanneer het herfst wordt, krijgt hij mooie, donkerbruine besjes. Ook in de winter met sneeuw op zijn mooie ranke takjes is hij prachtig. Het is fijn om zo'n plekje in de natuur te hebben om naartoe te kunnen gaan.
Vrienden zijn als bomen, ze wachten op je tot je nog eens langs komt en ze zijn onverstoorbaar als je wegblijft. Ook na maanden afwezigheid, kan je de draad weer opnemen, omdat ondertussen niets werd afgebroken.
Eugeen Laridon
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Vrienden zijn als bomen en bomen buigen niet maar wuiven.
28
Vrienden zijn als bomen op een goede afstand van elkaar geplant. Zo moeten ze elkaar niets betwisten, ze kennen ook geen afgunst maar nodigen wel elkaar uit om hoger te groeien.
Als bomen Als de bomen in een bos, zo innig zijn we als mensen op elkaar aangewezen. Zo zelfstandig als we zijn, zo afhankelijk zijn we ook van elkaar. Alleen samen, in een hechte stamverwantschap, blijven wij overeind. Sámen ben je mens, of geen mens ben je. In een tijd van verregaande individualisering mag dit wel weer 's benadrukt worden. Zeker, op zichzelf stellen we heel wat voor. Los van alles en iedereen hebben wij betekenis. We hebben alle reden om hartgrondig 'ik' te zeggen. Een mens is tenslotte een mens - zoals een boom een boom is. Maar als niemand ooit 'jij' tegen je zegt, wat blijft er van je 'ik' dan nog over? Het verliest z'n kleur, het loopt leeg, het verschrompelt. Wie ben je nog, wanneer niemand je herkent, je bijvalt, je bevestigt? Zeg je 'ik', je gelooft jezelf niet meer. Ach, hoe kwetsbaar, hoe incompleet zijn we toch. Wat moeten we het toch van elkaar hebben. Een mens is een mens - zoals een boom een boom is. Onmiskenbaar horen we bij elkaar en op allerlei manieren kunnen we onze verbondenheid tot expressie brengen. Wat alleen al een groet kan doen, een opgestoken hand, zomaar op straat. Of een telefoontje, een kaart, een brief. Wanneer het gaat om het belijden en vieren van hun saamhorigheid, kunnen mensen soms erg terughoudend zijn. Het lijkt wel alsof ze zich er een beetje voor generen. Ze voelen wel van alles, maar ze laten dat niet of slechts zeer gebrekkig merken. Jammer is dat. Ondanks alle warmte, die ze in zich hebben, blijft de temperatuur toch laag. Waar ze veel van zouden kunnen leren: van de bomen. Hans Bouma
Vrienden zijn als bomen: op een goede afstand van elkaar geplant. Zo ontnemen ze elkaar het licht niet maar geven elkaar de ruimte. Vrienden zijn als bomen: samen groeien ze hoger ze worden sterker en strekken zich uit. Ze moedigen elkaar aan hoger te groeien. Vrienden zijn als bomen: met de wind fluisteren ze elkaar geheimen toe, ze koesteren elkaar met de zon, ze verkwikken met de regen.
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Vrienden zijn als bomen: soms lijken ze verder van elkaar af te staan, maar ondergronds zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden.
29
Vrienden zijn als bomen: ze trotseren de stormen, ze trotseren de droogte, ze doorstaan de seizoenen, van het leven.
De boom
Pagina
30
Een oude, wijze man zat in zijn tuin tegen een appelboom te slapen of te denken - ik weet het niet - en toen kwam daar een klein meisje voorbij. Het zag die man, ging naar hem toe en vroeg: "Opa, wat is het voornaamste bij een boom?" De oude man dacht diep na en zei: "Dat weet ik niet. Wat denk jij?" "Nou", zei het kleine meisje, "ik denk: de stam, want anders viel u om." De oude man lachte en zei: "Dat heb je aardig bedacht, maar toch heb je niet helemaal gelijk, want die boom staat er niet voor mij alleen." En terwijl hij dat zei vielen er twee appels naar beneden. Hij raapte ze op en gaf er een aan het meisje. Zelf pakte hij de andere en zei: "Smakelijk eten." "O ja, natuurlijk", zei toen het meisje, "de appels zijn het voornaamste, dat had ik vergeten." Toen begon het heel hard te regenen. Het meisje lachte en zei: "Nu zitten we midden in de regen en toch blijven we droog. O ja, natuurlijk, nu weet ik het: bij een boom zijn de takken en de bladeren het voornaamste." "Nou ik weer", zei de oude man. "Wat zou er gebeuren als het nu eens heel lang niet zou regenen?" En met een stok stak hij diep in de grond, zodat je de wortels van de boom kon zien. "O ja," zei het meisje, "dat was ik vergeten: van de wortels krijgt een boom te eten en te drinken." "Kijk", zei de oude man, "en daarom weet ik nog steeds niet wat het voornaamste is van een boom; ik denk dat niets het voornaamste is, want het gaat om de hele boom. Net als bij mensen, die kunnen mekaar ook niet missen."
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Bomen zijn niet alleen natuur (Omgang met bomen) Bomen zijn niet alleen natuur. Ze zijn evenzeer cultuur. De boom in het oerwoud is nameloos onderdeel van blinde woekering. De mens heeft de boom apart gezet. Hij plant een boom bij het huis, bij het water, aan weerszijden van de weg. Ik heb tuinen en parken aangelegd, zegt koning Salomo, en ze met allerlei fruitbomen vol geplant. Bomen hebben namen gekregen, zoals de dieren, de planten, de sterren. De mens snoeit de bomen, ent en veredelt ze. Door de boom wordt hij mens: verzorger, behoeder. Iedere boom is levensboom. Sappen worden omhoog gezogen door de schors. Groei speelt zich af vanbinnen, in het verborgene. Groei is onzichtbaar, onhoorbaar. Jaarringen zijn de traagst denkbare zandlopers. Wie een boom plant, gaat een verbond aan met de tijd. En leert wat geduld is. Plant een boom, als er een kind geboren wordt. Dan zie je ze samen groeien. Het kind snel, de boom langzamer. Maar hij wordt groter dan het kind, de vrouw, de man. En duurt langer. Ik verzamel bloesem van linde en vlier. Ik pluk de vruchten van kerselaar en pruimenboom. Dan de peren, de appelen. De najaarswind slaat de okkernoten los: ik raap de laatste vrucht van het jaar uit het vochtige gras. Nu komt de winter. Alles heeft zijn tijd. Zolang je er de kracht toe hebt, moet je een keer per jaar in een appelboom klimmen. Om te voelen hoe de boom gewillig loslaat wat hij maanden lang heeft gedragen. Om dankbaar te zijn en te zeggen dat het goed is. Het bestaan is gezegend. En als de oogst schraal is meer genieten van minder.
Pagina
31
Frans Cromphout
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Leerlingen zijn als bomen, op een goede afstand van elkaar geplant: ze hoeven geen ruzie te maken, jaloersheid en pesten kennen ze niet, maar ze nodigen elkaar uit om hoger te groeien.
Vrienden zijn als bomen, ze wachten tot je nog eens langs komt: zelfs al laat je ze een tijdje links liggen, je weet dat ze er nog zijn, je kan de draad weer opnemen.
Pagina
32
Leerkrachten zijn als bomen, ze breken niet maar houden stand in weer en wind: ze buigen en ze zwijgen, je mag ze je grootste zorgen toevertrouwen, want bomen bewaren je geheimen en luisteren naar…
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
4. LUISTERLIEDEREN ‘BOMEN’ e.a.
de boom Bart Van Den Bossche
en laat hem dan los dan maken we samen een droom van een bos
De Vlaamse zanger en presentator Bart Van den Bossche is in januari 2013 overleden aan een hartaderbreuk bij hem thuis. Van den Bossche werd 48 jaar.
en de wind houdt hem wakker de zon kleurt hem groen ooit zal hij vallen daar is niets aan te doen
ik zag vandaag een boom een boom in een tuin met takken en stammen en een dansende kruin
nee niets zal er blijven geen boom en geen lied geen zanger, geen dichter geen woord van verdriet
hij staat er al eeuwen te sterven,te bloeien zonder zich ooit met ons te bemoeien
geen liefde, geen passie alleen nog een kreet van een boom in een tuin waarvan niemand iets weet
geen mens die hem kent een stuk poëzie van een simpele boom en ik die hem zie
ik zag vandaag een boom een boom in een tuin met takken en stammen en een dansende kruin
hij wordt door dit lied nu een andere boom bij honderden mensen een droom van een boom
een stuk poëzie van een simpele boom en ik die hem zie en ik die hem zie een stuk poëzie
sluit even je ogen DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
hij is nu gaan leven een boom in je hoofd een beeld van een boom waar jij in geloofd
33
hij staat er al eeuwen te sterven,te bloeien zonder zich ooit met ons te bemoeien geen mens die hem kent
dat ik je mis Maaike Ouboter
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
je kust me je sust me omhelst me gerust me je vangt me verlangt me oneindig ontbangt me je roept me je hoort me je redt en verstoort me gelooft me, berooft me verstikt en verdooft me je ademt en leeft me siddert en beeft me vertrouwt me, beschouwt me als mens en weerhoudt me van bozige dromen die op komen dagen de eenzame vragen van eindig geluk met je krullen als nacht hoe je praat, hoe je lacht hoe je stem zo dichtbij als een engel verzacht in mijn dromen doorstromen, oneindige leegtes je remt me je temt me je roert en beweegt me ik mis je ik mis je ik grijp je, ik gris je ik wil je bespeel je, ik roer en beveel je om bij me te blijven in donkere nachten niet meer te smachten naar jou
34
Maaike Ouboter (12 januari 1992) is een Nederlands zangeres. Ze beleefde eind mei 2013 in Nederland en Vlaanderen een stormachtige doorbraak toen ze auditie deed in het televisieprogramma De beste singer-songwriter van Nederland. Ze verloor haar beide ouders toen ze op de middelbare school zat. Ze deed auditie met het nummer Dat ik je mis, een liedje geïnspireerd op de dood van haar ouders. Het nummer was direct na de uitzending eind mei verkrijgbaar als download, waarna het binnen twee dagen de toppositie in de Nederlandse iTunes Top 100 bereikte. Al snel volgde ook Vlaanderen, waar Dat ik je mis een dag later op nummer 1 stond. Na een week de downloadcharts te hebben aangevoerd, kwam de single op 1 juni binnen op nummer 1 in de Nederlandse Single Top 100, de 3FM Mega Top 50 en de Vlaamse Ultratop 50. Amper een maand na haar auditie had Ouboter haar eerste gouden plaat in de tas voor meer dan vijftienduizend verkochte exemplaren. Haar auditie was op dat moment op YouTube al meer dan drie miljoen keer bekeken. Anderhalve week later had Ouboters single de platina status bereikt.
laat me los ik moet nu alleen en houdt me vast als het nodig is in gedachten ik zoek je in alles om me heen maar al denk ik soms dat het zo beter is kan ik het niet helpen dat ik je soms mis ik smoor je bevroor je verlos, en verloor je weg naar een andere plek maar ik hoor je omarm je verwarm je ik zie je en voel je ik aai je ik streel je ik knuffel en kroel je je rijpt me begrijpt me verwart en misleidt me het schrikt me soms af hoeveel ik op je lijk nu mijn glimlach mijn tranen mijn liefde voor leven het spijt me van alles kom help en bevrijd me laat me los ik kan het alleen maar houd me vast als het nodig is in gedachten ik vind je in alles om me heen maar al denk ik soms dat het zo beter is kan ik het niet helpen dat ik je mis ik kus je ik sus je ik doof en ik blus je je blijft heel dichtbij me maar in mijn hoofd rust je
Pagina
35
http://www.youtube.com/watch?v=ObGlgJPCZj4&feature=player_embedded
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
nen lelijken boom Willem Vermandere D'r staat in mijn hof nen lelijken boom al veel te lange zo nen aap van nen boom hij moest uit mijn ogen met al zijn venijn en 't moeste maar zulk gene lelijkaard zijn D' happ' in mijn handen en 'k had goed gemikt God laat het groeien maar 't is de mens die 't schikt ne zwaai in de lucht direct is 't voorbij krijg ik daar zelf gene slag in mijn zij Lijk Isaac gered in 't oud testament Deur 'n engel van God juist op 't laatste moment den hemelse macht smeet mijn happ' in de grond en 't boompje bleef staan daar waar dat 't stond Vanaf dien dag heb ik het goed gesoigneerd haast blaadje per blaadje gevisenteerd bij 't minste windje, sneeuwtje of vorst klopte mijn herte van vrees in mijn borst en iedere lente heb ik diep gezucht als ik 't boomt je zag groeien scheefweg in de lucht en 'k leefde gelukkig en ie was content 'k en heb mijn eigen kinders nooit zo verwend
Pagina
36
en als ik ga dood gaan plant nevens mijn kruis twee takken van 't boompje van achter mijn huis dat 'k d' eeuwigheid lang kan slapen en dromen diep aan de wortels van mijn bloedeigen bomen
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
le dernier combat Manau In ons land sterven er jaarlijks meer dan 16.000 mensen in het verkeer. 29 % Ervan zijn jongeren tussen 18 en 24 jaar. En tijdens ‘t weekend stijgt dit zelfs tot 42 %.
1. Ca fait déjà des mois que t’es partie, me laissant seul. ’t Is al maanden dat je weg bent, mij alleen latend. Me voilà aujourd’hui devant toi, assis sur le sol. Hier sta ik nu voor je op de grond. Entre les fleurs, le marbre et toutes ces dalles sombres. Tussen bloemen, marmer en al die donkere dallen. Je ne peux voir que ton prénom inscrit sur cette tombe. Zie ik enkel nog maar je voornaam op dit graf. La suite de ma vie, tu sais a tellement changé. ’t Vervolg van m’n leven is zo drastisch veranderd. On dit que c’est ainsi et que le temps va me faire oublier. Men zegt dat het eenmaal zo is en dat de tijd mij dit zal doen vergeten. Malgré les jours passés, je n’y arrive pas. Ondanks de dagen voorbij, kan ik het niet. Des jour et nuit, je pense à toi. Dag en nacht denk ik aan jou.
Pagina
37
2. J’entends souvent ton rire, le son de ta voix. Vaak hoor ik je lach, ‘t geluid van je stem. J’ai même des souvenirs qui me reviennent des fois. ‘k Heb zelfs herinneringen die verschillende keren opkomen. Les réalités, complicité du passé, De werkelijkheden, getuigenissen uit het verleden, de tout ce qu’on a fait ensemble et que rien ne peut effacer. van alles dat we gedaan hadden en dat niemand meer kan wegvegen. Et pourtant, il y a ce sentiment de colère. En nochtans, komt telkens dit gevoel van boosheid, qui m’envahit comme un aimant attiré par le fer. die mij overstelpt als een magneet aangetrokken door metaal. Et tous ses accidents qui ne s’arrête pas. En al die ongevallen die maar niet eindigen, j’n’étais pas là pour ton dernier combat. ik was er niet voor je laatste gevecht.
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
3. Je vais rester debout, continuer mon chemin ’k Zal recht blijven, m’n weg blijven volgen apprendre encore des coups, ça va dépendre des lendemains nog veel tegenslagen kennen, dit zal van de volgende morgen afhangen. Un jour tu m’as dit que la vie ressemble à un bouquin, Een dag zij je me dat het leven als een boek is, qu’il y a le début, le milieu et bien sûr la fin. dat er een begin, een midden en natuurlijk een slot is. C’est sûr, aujourd’hui je sais où j’en suis, ’t Zeker, vandaag weet ik waar ik ben, je viens de finir le dernier chapitre de ta vie. ik kom net ‘t slot van je leven te eindigen. Tu peux partir en paix , toi seule avais raison, Ga in vrede, alleen jij had gelijk, et rendez-vous sur l’Ile d’Avalon. en afspraak op het eiland van Avalon.
Pagina
38
4. J’entends souvent ton rire, le son de ta voix. Vaak hoor ik je lach, ‘t geluid van je stem. J’ai même des souvenirs qui me reviennent des fois. ‘k Heb zelfs herinneringen die verschillende keren opkomen. Les réalités, complicité du passé, De werkelijkheden, getuigenissen uit het verleden, de tout ce qu’on a fait ensemble et que rien ne peut effacer. van alles dat we gedaan hadden en dat niemand meer kan wegvegen. Et pourtant, il y a ce sentiment de colère. En nochtans, komt telkens dit gevoel van boosheid, qui m’envahit comme un aimant attiré par le fer. die mij overstelpt als een magneet aangetrokken door metaal. Et tous ses accidents qui ne s’arrête pas. En al die ongevallen die maar niet eindigen, j’n’étais pas là pour ton dernier combat. ik was er niet voor je laatste gevecht.
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
verstild in steen Stef Bos Het hart was koud Het woord wat stil De wind stak op De regen viel De lucht was grijs Het vuur verdween Ik zag jou naam Verstild in steen De hemel leek Zo ver van mij De koude grond Was zo dicht bij Ik was nog nooit Zo klein geweest Ik zag jouw naam Verstild in steen Opeens een stem Van binnenuit Een zachte schreeuw Een stil geluid Mijn hart stond op De angst verdween Ik zag jouw naam staan Verstild in steen Ik liet jou los Ik liet jou gaan Ik zag dat alles wat geweest is Blijft bestaan Ik zag een weg Ik vond de rust Ik zag de ruimte Zag de wolken In de lucht
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Liefde is er ook al ben je niet in mekaars buurt. De zorgende aandacht van je vrienden, ouders,… stopt niet bij het weggaan. Familie en vrienden kunnen ons dragen, verder dragen, met zich meedragen, ook al zijn we niet in elkaars gezelschap.. Zo geloven christenen dat ook God de mens verder draagt over de dood heen. Zo zingt Stef Bos hoe wij anderen kunnen blijven zien in alles om ons heen al zijn ze definitief van ons heengegaan.
39
Mijn hart stond op De angst verdween Zag jou in alles Om me heen
het is al bijna november Miel Cools het is al bijna november en mijn gedachten zijn oud want nu de herfst is gekomen lijkt dit huis soms te koud om nog een droom te bewaren van het kind dat hier was de bomen verliezen hun blaren maar geven kleur aan het gras eenmaal leken de dagen duurzaam als zilver of goud maar alle kleuren vervagen de tijd maakt het mooiste ook oud als je geluk wil bewaren luister dan goed hoe het was de bomen verliezen hun blaren maar geven kleur aan het gras want soms nog stil aan de ramen praat toch nog zachtjes de wind geeft je de dagen die kwamen brengt je terug naar het kind dat je voorgoed mag bewaren zoals het vroeger eens was de bomen verliezen hun blaren maar geven kleur aan het gras herfst geeft vaak mooiere kleuren dan ooit dat zilver of goud laat nieuwe dingen gebeuren waar je dan ook weer van houdt niet meer zo fel als die jaren toen je niet wist wie je was de bomen verliezen hun blaren maar geven kleur aan het gras miel cools
Pagina
40
Miel Cools (15 april 1935 - 1 juni 2013) was een Vlaamse zanger, gitarist en kleinkunstenaar. Hij wordt de 'Nestor van de kleinkunst' in Vlaanderen genoemd.
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
5. BIDDEN en TROOSTEN
Ik ben: ‘troost’ Er was eens een kleine vrouw die langs een stoffige veldweg kwam. Ze was wel al tamelijk oud maar haar loop was licht en ze had de frisse glans van een jong meisje. Bij een ineengekrompen gedaante bleef ze staan en keek naar beneden. Ze kon niet veel herkennen. Het wezen dat daar in het stof op de weg zat, leek bijna figuurloos. Het deed haar denken aan een grauwe flanellen deken met menselijke vormen. Ze bukte zich en vroeg: “Wie ben jij eigenlijk?” Twee bijna levenloze ogen keken moe omhoog. “Ik? Ik ben het Verdriet.”, fluisterde een stem stamelend en zo zacht dat er het bijna niet kon horen. “Och, het Verdriet!”, riep de kleine vrouw blij alsof ze een oude bekende begroette. “Jij kent mij?”, vroeg het Verdriet wantrouwend. “Natuurlijk ken ik jou. Steeds weer heb je mij een stuk op weg begeleid”. “Ja maar, stotterde het Verdriet, waarom vlucht je dan niet voor mij?” “Waarom zou ik voor je vluchten, mijn liefje? Je weet toch zelf maar al te goed dat je elke vluchteling inhaalt. Maar wat ik je wilde vragen, waarom zie je er zo moedeloos uit?” “Ik… Ik ben verdrietig”, antwoordde de grauwe gedaante met gebroken stem. De kleine oude vrouw ging naast haar zitten. “Je bent dus verdrietig”, zei ze en knikte vol begrip met haar hoofd. “Vertel me eens wat jou zo bedrukt.”
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Het verdriet slikte hard. “Ze hebben spreekwoorden uitgevonden waarmee ze me willen verbannen. Ze zeggen: ‘Ach, het leven is een groot feest’. En ze voelen het getrek in de schouders en de rug. Ze zeggen: ‘Dat alleen zwakkelingen huilen’. En de opgekropte tranen doen hun hoofd bijna uit elkaar springen. Of ze verdoven zich met alcohol of drugs opdat ze mij maar niet hoeven voelen.” “Och ja”, bevestigde de vrouw, “Zulke mensen ben ik al vaker tegengekomen.”
41
Het verdriet zuchtte diep. Zou dit keer echt iemand luisteren? Dat had ze zich al zo vaak gewenst. “Ach, weet je, begon ze voorzichtig, het is zo. Niemand mag mij. Het is nu eenmaal mijn bestemming om onder de mensen te gaan en een tijdje bij ze te blijven. Maar als ik kom schrikken ze terug. Ze zijn bang voor mij en mijden me als de pest.”
Het verdriet zakte nog verder in elkaar. “En dat terwijl ik alleen maar de mensen wil helpen. Als ik heel dicht bij ze ben, kunnen ze zichzelf ontmoeten. Ik help hen een nest te bouwen waar ze hun wonden kunnen verzorgen. Wie verdrietig is heeft een erg dunne huid. Het leed breekt weer uit als een slecht genezen wond en dat doet pijn. Maar alleen bij hen die het Verdriet toelaten en alle ongehuilde tranen huilen, kunnen de wonden werkelijk genezen. Maar de mensen willen helemaal niet dat ik ze help. In plaats daarvan schminken ze een schelle lach over hun littekens. Of ze leggen een dik pantser over hun bitterheid heen.” Het Verdriet zweeg. Haar huilen was eerst zwak, toen sterker en tenslotte erg vertwijfeld. De kleine, oude vrouw nam de in elkaar gedoken gedaante troostend in haar armen. Wat voelt ze warm en zacht aan, dacht ze en streelde zachtjes het bevende hoopje. “Huil maar, Verdriet”, fluisterde ze liefdevol. “Rust maar uit zodat je weer nieuwe krachten krijgt. Vanaf nu zal je niet meer alleen zijn. Ik zal je begeleiden zodat de moedeloosheid niet meer aan de macht is.” Het Verdriet stopte met huilen. Ze ging rechtop zitten en bekeek haar nieuwe metgezellin verbaasd aan. “Maar… Maar…,, wie ben jij eigenlijk?” “Ik?”, vroeg de kleine oude vrouw glimlachend. “Ik?”, ik ben de Troost.”
Erbij blijven… Misschien is dat wel het aller moeilijkste voor mensen in ontmoetingen met mensen die lijden: Erbij blijven. Niet weglopen maar blijven machteloos wellicht maar blijven hoogstens kunnen luisteren soms zonder een touw te kunnen vastknopen aan wat je hoort omdat de ander in verwarring is maar blijven Soms niets horen dan een schreeuw misschien vloeken en dan aandrang hebben tot vermaan maar blijven en luisteren Soms luisteren naar alleen maar wanhopige stilte terwijl je als moderne mens daar het meeste bang voor bent Stilte…en toch blijven
M. Keirse DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Laat dankbare herinneringen verder leven én momenten van verdriet zoals vogels zingen in de regen.
42
Niets helemaal niets meer kunnen doen dan blijven zelfs als je weggejaagd wordt op bereikbare afstand blijven zodat wie lijdt nooit helemaal alleen is…
God, Gij kent ons bij onze naam en in dit vertrouwen willen we bidden. In stilte verwijlen en hun namen noemen, God, weemoedig en toch dankbaar, iets tussen herfst en lente in, en hopen dat zij over ons waken, en hopen dat zij nu gelukkig zijn. Laat niet verloren gaan één naam, geen ogenblik…. (hier kunnen namen worden genoemd) Korte stilte
Bidden wij voor allen die door ziekte afgesloten zijn en teruggeworpen op zichzelf. Bidden wij voor jonge mensen, kinderen die uit hun omgeving worden weggerukt door ziekte, door een verkeersongeval of door hun eigen levensangst. Korte stilte
Bidden wij voor mensen die blindelings verder gaan en hun verdriet niet kunnen verwerken. Dat zij worden opgericht uit hun vertwijfeling. Dat er voor hen een mens zal zijn die zwijgen, troosten en begrijpen kan. Korte stilte
Bidden wij voor ons die hier samenzijn, dat wij ons zorgend keren naar mensen. Dat er ook ruimte zou zijn in ons midden van kwetsbaarheid, dat we het niet verleren zorg te dragen voor mekaar. Korte stilte
Toon Hermans DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Ik weet niet hoeveel mensen mij geschreven hebben toen het slecht met me ging: "We zullen een kaarsje voor je opsteken." Mensen uit alle lagen van de bevolking, onder wie ook gelouterde mensen die zelf ooit hard hadden moeten knokken. Op die momenten voel je, dat zo' n kaarsvlammetje niet zo maar een sentimenteel lichtje is. Als iemand een kaars pakt en een lucifer en die kaars voor iemand anders aansteekt, dan is er toch sprake van warmte van de ene mens voor de andere mens. Duizenden en duizenden mensen steken op een dag een kaarsje aan. Dat is iets heel anders dan wanneer duizenden mensen geen kaars aansteken. Bidden betekent niet alleen 'vragen voor jezelf', maar het is ook vragen voor de ander. Zo vindt door het gebed een verbinding tussen mensen plaats en dat is een grote kracht in de samenleving.
43
kaarsvlam
We branden een eerste kaars voor alle overledenen van onze school. Met een tweede kaars gedenken we wie overleden zijn in onze gezinnen en onze families. De derde kaars steken we aan voor alle vrienden en kennissen die we verloren hebben, door de dood, door conflicten, op welke manier dan ook. Een vierde kaars branden we ter herinnering van de mensen om wie niemand treurt, bij wiens begrafenis niemand aanwezig was en zal zijn. Een vijfde kaars laten we branden voor alle mensen die omkwamen door honger, oorlog, terreur en geweld. Een zesde kaars is voor al diegenen die vandaag en op dit moment, waar ook ter wereld, sterven. Een volgende kaars steken we aan voor de vele zinloze slachtoffers van het verkeer. Bij de achtste kaars gaan onze gedachten naar het ongeboren leven, dat geen kans krijgt ooit geboren te worden. De negende kaars is bestemd voor ons allemaal, opdat het verdriet dat ons onvermijdelijk ooit zal overvallen, ons niet zal verstikken en opdat we voor anderen een troost en steun mogen zijn.
Soms valt een knop nog voor het een bloem wordt Soms dooft een vonk nog voor het een vlam wordt Soms droogt een druppel nog voor het een stroom wordt. Soms breekt een twijg nog voor het een tak wordt
Hoe kan dat? En mag dat? Het moest toch niet mogen! DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Soms sterft een jongere nog voor hij volwassen wordt.
44
Soms sterft een ei nog voor het een vogel wordt
Hoe komt het? Doet God dat? Nee. God zou niet kunnen! God wil het leven van alles en ieder en huilt met ons mee door onze ogen. naar Yvonne van Emmerik
Het had nooit mogen gebeuren Het had nooit mogen gebeuren. En toch gebeurde het. Het is om te huilen en je huilt dan ook. Hartverscheurend. Tranen zijn je enige expressiemogelijkheid Maar vervolgens: doe er iets mee. Geef je verdriet een functie; maak het productief. Laat het ergens goed voor zijn. Verdriet je kunt er innerlijk door groeien. Er wijzer van worden, menselijker. Gevoeliger, ook voor andermans verdriet.
Pagina
45
En wie weet, inspireert het je tot protest tegen alles, wat verdriet veroorzaakt.
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
DPB Brugge GOED GEZIEN + ZIE naar de BOOM DIE…
Pagina
Carmino Bohez –Rik Depré DPB-Brugge domeinbegeleiding pastoraal@school BaO - BuBaO – SO - BuSO
46
website pastoraal op school www.kobrugge.be/pastoraal