Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer-
Modules Samenvatting Bereikbaarheid Vervoersbewegingen en verkeersoverlast Parkeren Duurzame mobiliteit Verkeersveiligheid Bijlage: Bronnen
2 3 5 7 10 14 16
Datum: 21-01-2014 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Henk Moeniralam tel.: 024-329 27 38 / 024-329 98 89 (O&S) e-mailadres:
[email protected] www.nijmegen.nl (onderdeel gemeente > onderzoek en cijfers)
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 1
Samenvatting Op het gebied van verkeer en vervoer doen zich diverse ontwikkelingen voor die op een enkele uitzondering na wijzen op een positieve ontwikkeling. Zo heeft verkeer voor Nijmegenaren nog steeds de hoogste prioriteit bij de aanpak van problemen in de stad, maar is de mate waarin dit wordt genoemd veel minder dan de afgelopen jaren. En hoewel de drukte (vervoersbewegingen met de auto) op de belangrijkste invalswegen aanhoudt, is het oordeel van Nijmegenaren over de bereikbaarheid van de stad met de auto verbeterd (een stijging van de waardering van 5,9 in 2011 naar 6,4 in 2013). De hogere waardering heeft ongetwijfeld te maken met een betere doorstroming en verkeersafwikkeling door een betere afstemming van verkeerslichten en een betere spreiding van het verkeer in de stad. De komst van de Oversteek zal in de toekomst ook bijdragen aan een betere spreiding van het verkeer in de stad. De bereikbaarheid van bedrijfslocaties met de bus is in de ogen van ondernemers in Nijmegen bovendien in 2012 aanmerkelijk verbeterd in vergelijking met de jaren daarvoor. De vervoersbewegingen met de auto op de belangrijkste invalswegen blijven hoog, maar het totaal aantal vervoersbewegingen in de stad is in 2012 gedaald met 7% in vergelijking met 2011. Het gaat hier behalve om verplaatsingen van de auto en motoren, ook om verplaatsingen van bussen, vrachtwagens en (brom)fietsen. Een ander positief punt is de verdere daling van het aantal verkeersongevallen (letselongevallen) in de stad. Deze daling is een overigens een landelijke trend. In Nijmegen is het aantal letselongevallen in 2012 gedaald met 55% in vergelijking met 2010. In Arnhem was het aantal letselongevallen in dezelfde periode met 53% gedaald. De mate waarin men verkeersoverlast ervaart in de buurt is afgenomen (van 4,1 in 2011 naar 3,7 in 2013). Dit is in alle stadsdelen het geval, maar vooral in Oud-West. Desondanks blijft de overlast in Oud-West, maar ook in Nieuw-West en Centrum nog steeds hoger dan de gemiddelde overlast die in de stad wordt ervaren. Parkeren behoort al enkele jaren samen met verkeer, veiligheid en schoonhouden van de buurt tot één van de meest genoemde problemen in de buurt waaraan volgens Nijmegenaren iets gedaan mag worden. Maar de tevredenheid over de parkeergelegenheid in de buurt is gemiddeld iets toegenomen van 56% in 2011 naar 58% in 2013. De grotere tevredenheid hierover is in de meeste stadsdelen te zien. Ook in Centrum is de tevredenheid hierover gestegen (van 27% in 2011 naar 30% in 2013) maar blijft deze nog aan de lage kant in vergelijking met andere stadsdelen. Verder is de mate waarin men zegt vaak parkeeroverlast te ervaren in de buurt minder geworden. Gemiddeld is deze ervaren overlast gedaald van 24% naar 18%. De daling is in alle stadsdelen in meer of mindere mate te zien. Nijmegenaren die naar hun werkplek in Nijmegen gaan, gebruiken in 2013 meer de fiets en minder de auto dan in 2011. Het aandeel van de fiets in het woon-werkverkeer is gestegen van 59% in 2011 naar 64% in 2013 en dat van de auto is afgenomen van 25% in 2011 naar 22% in 2013. Niet alleen in het woon-werkverkeer maar ook in bezoeken aan het stadscentrum door de week en op de zaterdag is het aandeel van de fiets toegenomen. Door de week is dit aandeel gestegen van 62% in 2011 naar 65% in 2013 en op zaterdag van 58% in 2011 naar 62% in 2013. Op de koopavond echter is het aandeel van de fiets gedaald van 60% naar 57% en dat van de auto toegenomen van 17% naar 20%. Deze laatste ontwikkeling heeft vermoedelijk te maken met de mogelijkheid die sinds 2013 aanwezig is om na 18.00 uur tegen een tarief van €0,50 per uur te parkeren in garages in Centrum. Uit een peiling in 2013 onder het digitale stadspanel in Nijmegen blijkt er ook een groot draagvlak te bestaan voor deze maatregel die begin 2013 is ingegaan. Bezoekers aan de binnenstad oordelen in 2012 gunstiger over de bereikbaarheid van de binnenstad met de auto en de fiets dan in 2010. En hoewel ze ook tevredener zijn geworden over het aantal parkeerplaatsen in de binnenstad (waardering van 5,4 in 2010 naar 5,7 in 2012) blijft het oordeel hierover matig. Over de parkeertarieven waarover men van oudsher al ontevreden was, is men in 2013 nog ontevredener geworden.
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 2
Bereikbaarheid Hogere waardering bereikbaarheid stad De verkeersproblematiek staat voor Nijmegenaren nog steeds op nummer één van problemen in de stad die met voorrang aangepakt mogen worden. De mate waarin dit wordt genoemd in 2013 (22%) is echter aanmerkelijk minder dan in 2011 (bijna 40%), ondanks de aanhoudende drukte op de belangrijkste verkeerswegen in de stad (de peiling heeft immers plaatsgevonden vóór de opening van de Oversteek). Deze ontwikkeling hangt waarschijnlijk samen met de betere doorstroming en spreiding van het verkeer in de stad. De regulering van de verkeersafwikkeling is verbeterd door o.a. een betere afstemming van verkeerslichten. Ook is er de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in effectieve communicatie over bereikbaarheid (o.a. via Twitter) en wordt er gestuurd op bereikbaarheid van evenementen etc. Door de komst van de Oversteek ontstaat langzamerhand een betere spreiding van het verkeer in de stad. De waardering die Nijmegenaren hebben voor de bereikbaarheid van de stad met de auto in 2013 is dan ook duidelijk gunstiger dan voorheen. Vóór 2013 kreeg deze nog geen voldoende, maar inmiddels wel. Ook hun oordeel over de bereikbaarheid van bestemmingen binnen de stad met de auto of met de fiets valt in 2013 wat positiever uit dan in 2011. Het oordeel van de bereikbaarheid van de stad met de bus blijft constant. Niet alleen Nijmegenaren, maar ook bezoekers aan het stadscentrum (Nijmegenaren en niet-Nijmegenaren) en ondernemers in de stad oordelen de laatste jaren gunstiger over de bereikbaarheid van het stadscentrum, de stad of bedrijfslocaties in de stad. De bereikbaarheid van bedrijfslocaties met de bus wordt in 2012 bovendien door ondernemers in Nijmegen aanmerkelijk gunstiger beoordeeld dan in vorige bedrijfspeilingen. Nijmegenaren
2009
2011
2013
Bereikbaarheid van stad met auto
5,7
5,9
6,4
Bereikbaarheid binnen stad met auto
5,9
5,8
5,9
Bereikbaarheid binnen stad met fiets
7,6
7,6
7,8
Bereikbaarheid binnen stad met bus
7,2
7,1
7,1 2012
Bezoekers stadscentrum
2008
2010
Bereikbaarheid stadscentrum met auto
5,7
5,9
6
Bereikbaarheid stadscentrum met fiets
7,5
7,4
7,7
Bereikbaarheid stadscentrum met openbaar vervoer
7,5
7,2
7,5
Ondernemers
2008
2010
2012
Bereikbaarheid stad
5,8
6,1
6,3
Bereikbaarheid bedrijfslocatie met auto
6,8
7,2
7,4
Bereikbaarheid bedrijfslocatie met fiets
7,9
7,8
8,3
Bereikbaarheid bedrijfslocatie met bus
7,2
7
7,7
Bereikbaarheid bedrijfslocatie vrachtverkeer
6,3
6
6,2
Figuur 1: Rapportcijfer bereikbaarheid gegeven door Nijmegenaren, bezoekers en ondernemers Bron: Burgerpeiling 2009, 2011, 2013; Stadscentrummonitor 2008, 2010, 2012; Monitor Vestigingsklimaat 2008, 2010, 2012
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 3
Het blijft druk op belangrijkste invalswegen Ondanks het gunstiger oordeel over de (externe) bereikbaarheid van de stad, blijft het druk op de belangrijkste invalswegen in de stad. Het gaat hier vooral om de verkeersaders ten noorden, zuiden en westen van de stad, waar de totale vervoersbewegingen met de auto in 2012 ten opzichte van 2011 niet veel zijn veranderd (van 128.600 naar 126.800 per etmaal). Dat blijkt uit de jaarlijkse visuele verkeerstellingen die op diverse punten in de stad worden gehouden. Veel vervoersbewegingen met de auto (ongeveer 60.000 per etmaal) doen zich van oudsher voor over de Waalbrug (Generaal Gavinweg). Uit recente metingen is echter gebleken dat er circa 7 tot 10 procent minder autoverkeer over de Waalbrug gaat. Het effect was deels al ontstaan door verbreding van de A50, maar een extra effect hebben gekregen door de komst van de Oversteek. De verwachting is dan ook dat het autoverkeer over de Waalbrug in de toekomst minder groot zal zijn dan dat tot nu toe is geweest. Ook op de Neerbosscheweg vinden normaliter naar verhouding veel bewegingen met de auto plaats. In 2012 is dat evenwel wat minder dan in 2011 omdat het verkeer op de Neerbosscheweg enige tijd stil heeft gelegen vanwege de aanleg van het Gaziantepplein.
Figuur 2: Vervoersbewegingen per auto per etmaal op belangrijke invalswegen Bron: Gemeente Nijmegen, Visuele Verkeerstellingen 2008-2012
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 4
Vervoersbewegingen en verkeersoverlast Totaal aantal vervoersbewegingen op hoofdwegen daalt Uit de verkeerstellingen komt tevens naar voren dat het totaal aantal vervoersbewegingen is gedaald met 7% in 2012 ten opzichte van 2011. Het gaat hier om de vervoersbewegingen van auto’s en motoren, bussen en vrachtwagens en (brom)fietsers op de hoofdwegen naar en van het centrum en de overgangen van het MaasWaalkanaal. In 2011 ging het op deze wegen in totaal om ongeveer 379.000 vervoersbewegingen per etmaal. In 2012 daalden deze naar bijna 351.000. De (lichte) daling van de vervoersbewegingen op de hoofdwegen naar en van het centrum is met name te zien bij de (brom)fietsers (figuur 3), terwijl de daling van de bewegingen op de overgangen van het MaasWaalkanaal zowel bij auto’s/motoren als bij (brom)fietsers voorkomt (figuur 4).
Figuur 3: Gemiddeld aantal vervoersbewegingen naar voertuig per etmaal naar en van centrum Bron: Gemeente Nijmegen, Visuele Verkeerstellingen 2008-2012
Figuur 4: Gemiddeld aantal vervoersbewegingen naar voertuig per etmaal op overgangen Maas-Waal Bron: Gemeente Nijmegen, Visuele Verkeerstellingen 2008-2012
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 5
Verkeersoverlast in buurt neemt af De daling van het totaal aantal vervoersbewegingen in de stad gaat gepaard met een daling van de score voor de ervaren verkeersoverlast1 in de buurt. Deze score is afgenomen van een 4,1 in 2011 naar een 3,7 in 2013 (hoe lager de score, hoe minder verkeersoverlast wordt ervaren). De ervaren overlast is overal afgenomen, maar vooral in Oud-West. Toch blijven de scores van Oud-West, Nieuw-West en Centrum in 2013 nog steeds ongunstiger dan gemiddeld in de stad.
Figuur 5: Score van ervaren verkeersoverlast in buurt per stadsdeel Bron: Veiligheidsmonitor 2011, Burgerpeiling 2013
1
De score voor de ervaren verkeersoverlast in de buurt is een score op een schaal die samengesteld is op basis van vragen over geluidsoverlast van verkeer, agressief verkeersgedrag, te hard rijden en parkeeroverlast in de buurt. Hoe lager de score hoe gunstiger de situatie wordt ervaren.
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 6
Parkeren Tevredenheid bezoekers over parkeercapaciteit binnenstad groeit, maar blijft matig Op het gebied van parkeren in de stad zijn er wat gunstige, maar ook wat minder gunstige ontwikkelingen te bespeuren. Bezoekers aan het stadscentrum (Nijmegenaren en niet-Nijmegenaren) oordelen wat gunstiger over de parkeercapaciteit in de binnenstad, maar hun oordeel hierover blijft nog matig. Over de parkeertarieven zijn de bezoekers zelfs ontevredener geworden. De tarieven zijn de afgelopen jaren iets meer dan de inflatie gestegen, o.a. om de nieuwe gratis bewaakte fietsenstallingen onder Plein 1944 en onder Doornroosje mogelijk te maken. 2008
2010
2012
parkeerplaatsen
5,3
5,4
5,7
parkeertarieven
4,2
4,2
3,9
Figuur 6: Oordeel stadscentrumbezoekers over parkeerplaatsen en parkeertarieven binnenstad. Bron: Stadscentrummonitor, 2008, 2010, 2012
Nijmegenaren verdeeld over nieuwe parkeermaatregelen Parkeren is een thema dat Nijmegenaren al jaren bezighoudt. Na verkeer is parkeren het tweede probleem in de stad waaraan volgens de Nijmeegse bevolking met voorrang iets gedaan mag worden. Begin 2013 zijn er enkele nieuwe parkeermaatregelen ingevoerd. Het betreft hier o.a. de differentiatie in parkeertarieven (hoe verder van het centrum geparkeerd wordt, hoe goedkoper het wordt). Verder is het parkeerregime in vijf ringstraten2 veranderd. Dit regime houdt in dat de parkeervergunningen in deze straten overdag niet geldig zijn, zodat er ruimte is voor kortparkerend winkelend publiek dat deze straten bezoekt. Een andere maatregel is het avondparkeren. Bezoekers in centrum en de schil daaromheen dienen ook tussen 18.00 uur en 23.00 uur te betalen. Daarentegen worden bezoekers in de binnenstad na 18.00 uur gestimuleerd om tegen een tarief van €0,50,- per uur in een garage te parkeren of op enkele parkeerterreinen (o.a. Waalkade en Julianaplein) zodat ruimte vrijkomt voor bewoners om dicht in hun buurt te parkeren. Uit een digitale peiling die onder het stadspanel in 2013 is gehouden blijkt dat een meerderheid van de panelleden (57%) het niet vreemd vindt dat men meer betaalt naarmate men dichter bij het centrum wil parkeren. Onder bewoners in Centrum is dat nog een fractie meer (59%). Panelleden reageren verdeeld over het parkeerregime overdag in enkele winkelstraten/ringstraten. Er zijn ongeveer evenveel voor- als tegenstanders van deze maatregel. Ondernemers die apart zijn ondervraagd, ondersteunen deze maatregel over het algemeen wel omdat zij vinden dat consumenten op deze manier een parkeerplek kunnen vinden in de buurt van de plek waar ze willen zijn. Groot draagvlak is er onder panelleden voor het tarief van €0,50,- per uur in de garages na 18.00 uur. Ruim acht op de tien panelleden (82%) maken kenbaar achter deze maatregel te staan.
2
De vijf ringstraten waar het hier om gaat zijn: Tweede Walstraat, Van Welderenstraat, In de Betouwstraat, Van Broekhuysenstraat en Hertogstraat.
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 7
Figuur 7: Mening over parkeertarief van €0,50,- per uur in garage na 18.00 uur Bron: Nijmegenaren over de nieuwe parkeermaatregelen, Digitale peiling O&S 2013
Uit de peiling blijkt verder dat er nogal wat Nijmegenaren zijn (40%) die de parkeerregels te ingewikkeld vinden. In Centrum is dat bijna de helft (49%) van de bewoners. Nijmegenaren realiseren zich dat een oplossing van het parkeervraagstuk niet zo direct voor de hand ligt. Want ruim driekwart van hen (77%) laat weten dat het parkeervraagstuk waarschijnlijk nooit naar ieders tevredenheid zal worden opgelost.
Tevredenheid parkeergelegenheid in buurt groeit licht Parkeren is niet alleen één van de meest genoemde problemen in de stad waaraan volgens Nijmegenaren iets gedaan mag worden. Ook wat betreft de buurt behoort parkeren na veiligheid, verkeer en het schoonhouden van de buurt tot de top vier van problemen die voor Nijmegenaren met voorrang aangepakt mogen worden. De tevredenheid over de parkeergelegenheid in de buurt is gemiddeld licht gestegen van 56% in 2011 naar 58% in 2013. In de meeste stadsdelen is dat te zien, behalve in Nieuw-West, Nijmegen-Midden en Nijmegen-Zuid. Ook in Centrum is de tevredenheid over de parkeergelegenheid in de eigen buurt gestegen, maar blijft deze in vergelijking met andere stadsdelen nog laag. De wat grotere tevredenheid over de parkeergelegenheid in de buurt is terug te zien in de mate waarin men aangeeft vaak parkeeroverlast te ervaren in de buurt. Deze overlast is gedaald van 24% in 2011 naar 18% in 2013. De mate waarin men vaak parkeeroverlast ervaart in de eigen buurt is in alle stadsdelen afgenomen. Dat geldt ook voor de stadsdelen waar de tevredenheid over de parkeergelegenheid wat minder is geworden.
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 8
Figuur 8: Percentage tevredenen met parkeergelegenheid in eigen buurt Bron: Veiligheidsmonitor 2011, Bevolkingspeiling 2013
Figuur 9: Percentage per stadsdeel dat aangeeft vaak parkeeroverlast te ervaren in eigen buurt Bron: Veiligheidsmonitor 2011, Burgerpeiling 2013
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 9
Duurzame mobiliteit Aandeel fiets in woon-werkverkeer groeit Nijmegenaren die in Nijmegen werken gaan steeds meer met de fiets naar het werk. In 2013 is het aandeel van de fiets in het woon-werkverkeer toegenomen ten opzichte van 2011 en is het aandeel van de auto afgenomen. In de overige vervoerswijzen (openbaar vervoer en te voet) is weinig veranderd. Het gaat hier om bijna 41.000 Nijmegenaren die 12 uur of meer werken en naar een werkplek in Nijmegen gaan. Daarnaast zijn er ongeveer 31.000 Nijmegenaren die voor 12 uur of meer per week werken en naar een werkplek buiten Nijmegen gaan (uitgaande pendel). Bijna twee derde (65%) van deze uitgaande pendel gaat met de auto naar het werk en ruim een vijfde (22%) met het openbaar vervoer (trein of bus). Naast Nijmegenaren die in Nijmegen of buiten Nijmegen werken zijn er ook niet-Nijmegenaren die in Nijmegen werken (inkomende pendel) of via Nijmegen naar een werkplek buiten Nijmegen gaan (doorgaande pendel). Van deze laatste twee vervoersstromen zijn geen gegevens bekend over de vervoerswijze. 2005
2007
2009
2011
2013
auto
34%
36%
25%
25%
22%
fiets
54%
50%
61%
59%
64%
ov
3%
4%
4%
4%
4%
te voet
7%
8%
8%
7%
6%
anders
2%
2%
2%
4%
4%
Figuur 10: Vervoerswijze van Nijmegenaren die in Nijmegen werken Bron: Burgerpeilingen 2005-2013
Het verminderde autogebruik in het woon-werkverkeer heeft waarschijnlijk ook te maken met een groeiend besef onder automobilisten om bewuster om te gaan met het autogebruik. Uit een peiling onder het digitale stadspanel in 2013 over energie en milieu laat ongeveer twee derde van de automobilisten (65%) namelijk weten dat zij voor verplaatsingen binnen Nijmegen meestal de auto laten staan en kiezen voor de fiets dan wel de bus of te voet gaan naar de plek waar ze moeten zijn. En een nog iets grotere groep (72%) onder hen geeft te kennen dat zij haar autokilometers beperkt door autoritten slim te combineren, bijvoorbeeld door op weg naar de bouwmarkt ook naar de supermarkt te gaan.
Ook hoger fietsgebruik in stadscentrumbezoek, behalve op koopavond Behalve in het woon-werkverkeer neemt het fietsgebruik ook toe in bezoeken van Nijmegenaren aan het stadscentrum. Dat geldt zowel voor door-de-weekse dagen (figuur 11) als voor de zaterdag (figuur 12). Van het totaal aantal bezoeken door de week aan het stadscentrum wordt bijna twee derde in 2013 met de fiets afgelegd. Het aandeel van de auto door de week is afgenomen. Op de zaterdag is het fietsgebruik ook hoog, maar is het aandeel van de auto in 2013 gelijk gebleven in vergelijking met 2011. Op koopavond is er in 2013 een iets ander beeld dan op een door-de-weekse dag of zaterdag. Nog steeds worden naar verhouding veel bezoeken met de fiets afgelegd, maar is het aandeel van de fiets afgenomen en dat van de auto toegenomen. Deze ontwikkeling heeft waarschijnlijk te maken met de mogelijkheid die er sinds begin 2013 is om tegen het relatief goedkope tarief van €0,50,- per uur in de garages te parkeren na 18.00 uur.
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 10
Figuur 11: Vervoerswijze stadscentrumbezoek door de week Bron: Burgerpeilingen 2009-2013
Figuur 12: Vervoerswijze stadscentrumbezoek op zaterdag Bron: Burgerpeilingen 2009-2013
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 11
Figuur 13: Vervoerswijze stadscentrumbezoek op koopavond Bron: Burgerpeilingen 2009-2013
Gunstiger oordeel fietsbereikbaarheid en fietsvoorzieningen binnenstad Bezoekers aan de binnenstad oordelen in 2012 gunstiger over de fietsbereikbaarheid van de binnenstad en de fietsstallingsmogelijkheden in de binnenstad dan in 2010, zo blijkt uit de Stadscentrummonitor 2012. Bezoekers aan de binnenstad waren al behoorlijk positief over de fietsbereikbaarheid van de binnenstad en in 2012 is het oordeel hierover zelfs wat gunstiger geworden. De waardering voor de fietsstallingsmogelijkheden in de binnenstad was in 2010 duidelijk minder gunstig dan voorheen, maar het oordeel hierover lijkt zich in 2012 langzaam te herstellen. Daarbij moet worden beseft dat bij de meting van 2012 de ondergrondse fietsenstalling op Plein 1944 nog niet gereed was. 2008
2010
2012
fietsbereikbaarheid
7,5
7,4
7,7
fietsstallingen
6,6
5,9
6,1
Figuur 14: Oordeel stadscentrumbezoekers over fietsbereikbaarheid en fietsstallingen binnenstad Bron: Stadscentrummonitor, 2008, 2010, 2012
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 12
Veel fietsers geven aan gebruik te willen maken van een gratis bewaakte stalling In de Stadscentrummonitor 2012 zijn aan bezoekers aan de binnenstad ook enkele vragen gesteld over het fietsparkeren en de fietsenstallingen in de binnenstad. Bijvoorbeeld of men eventuele hinder ondervindt van fout gestalde fietsen of hoe men denkt over het verwijderen van fietsklemmen indien er in de plaats hiervan een (gratis) bewaakte fietsenstalling komt onder Plein 1944. Daarnaast is bij fietsers nagegaan of ze eventueel gebruik zullen maken van een (gratis) bewaakte fietsenstalling. Driekwart van de bezoekers maakt kenbaar dat men fout geparkeerde fietsen niet als (erg) hinderlijk ervaart. Ruim een op de vijf (22%) vindt fout geparkeerde fietsen wel (erg) hinderlijk. Een meerderheid (60%) zegt er geen voorstander van te zijn om de fietsklemmen in de omgeving van Plein 1944 te verwijderen als er een gratis bewaakte fietsenstalling komt onder Plein 1944 voor ongeveer 1.000 fietsen. Daarentegen zeggen zeker acht op de tien bezoekers (83%) die met de fiets naar de binnenstad komen dat zij (misschien) gebruik zullen maken van een gratis bewaakte fietsenstalling in plaats van hun fiets op straat te stallen in ruil voor minder overlast van geparkeerde fietsen in winkelstraten (figuur 15).
Figuur 15: Is men bereid om fiets in (gratis) bewaakte stalling te zetten in plaats van op straat in ruil voor minder overlast van geparkeerde fietsen in winkelstraten? (in % fietsers) Bron: Stadscentrummonitor 2013
Uit de uitgifte van stallingskaartjes in de eerste helft van 2013 van de gratis bewaakte fietsenstalling op de Bisschop Hamerstraat (capaciteit 630) en in de Mariënburggarage (capaciteit 462) blijkt dat er over het algemeen goed gebruik wordt gemaakt van deze stallingen. Op een dinsdag worden er op de Bisschop Hamerstraat gemiddeld 918 fietsen en op de donderdag gemiddeld 1.434 fietsen gestald. In de Mariënburggarage is dat op de dinsdag gemiddeld 550 fietsen en op de donderdag gemiddeld 614 fietsen.
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 13
Verkeersveiligheid Nog steeds zijn er meer Nijmegenaren die de stad verkeersveilig vinden dan die dat niet vinden Het aantal Nijmegenaren dat Nijmegen een verkeersveilige stad vindt is in 2013 minder dan in vorige metingen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de andere manier van enquêteren in 2013 (digitale enquêtering) als in vorige metingen (mondelinge enquêtering). Bij digitale enquêtering zijn de ondervraagden eerder geneigd neutraal te antwoorden. Hierdoor zijn de resultaten niet helemaal vergelijkbaar. Hoewel er in 2013 minder Nijmegenaren zijn dan in 2011 die Nijmegen een verkeersveilige stad vinden, zijn er in 2013 ook minder Nijmegenaren dan in 2011 die vinden dat Nijmegen geen verkeersveilige stad is. Niettemin is de groep die de stad verkeersveilig vindt nog steeds groter dan de groep die dat niet vindt. Zoals te verwachten was, is het aantal personen met een neutraal antwoord in 2013 (digitale enquêtering) veel groter dan in 2011 (mondelinge enquêtering). 2009
2011
2013
(helemaal) eens
46%
47%
34%
(helemaal) oneens
31%
29%
22%
neutraal
16%
20%
41%
weet niet/geen mening
7%
4%
3%
Figuur 16: In hoeverre eens met ‘Nijmegen is een verkeersveilige stad’ Bron: Burgerpeilingen 2009, 2011, 2013
Minder verkeersongevallen De daling van het totaal aantal vervoersbewegingen gaat gepaard met een verdere daling van het aantal verkeersongevallen in de stad. De daling van het aantal verkeersongevallen is een trend die zich al enkele jaren doorzet. De afnemende trend van het aantal verkeersongevallen is een landelijke trend. Ook in andere vergelijkbare steden is het aantal verkeersongevallen afgenomen. In 2010 waren er in Nijmegen in 89 geregistreerde letselongevallen (ziekenhuisopname + lichte ongevallen). In 2012 was dat terug gelopen naar 40 letselongevallen (daling 55%). In Arnhem waren er 66 letselongevallen in 2010. In 2012 waren deze gedaald naar 31 letselongevallen (daling 53%).
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 14
Figuur 17: Geregistreerde letselongevallen (exclusief doden en gevallen met uitsluitend materiële schade) Bron: SWOV 2008-2012
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 15
Bijlage: Bronnen Burgerpeilingen 2005, 2007, 2009, 2011, 2013 Stadscentrummonitor 2008, 2010, 2012, 2013 Monitor Vestigingsklimaat 2008, 2010, 2012 Visuele Verkeerstellingen 2008-2012 Gemeente Nijmegen Veiligheidsmonitor 2011 Digitale peiling O&S 2013: Nijmegenaren over de nieuwe parkeermaatregelen SWOV 2008-2012
Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- 16