Stadsmonitor -thema Veiligheid-
Modules Vermogensdelicten Geweld Vernieling en overlast Verdachten Onveiligheidsgevoelens Preventie Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid en leefbaarheid Verschillen tussen gebieden binnen de stad Totaaloverzicht stedenvergelijking Bijlage: Bronnen
2 5 7 10 11 13 15 16 17 19
Versie: 6 oktober 2014 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Ad Manders tel.: 024-329 22 77 / 024-329 98 89 (O&S) e-mailadres:
[email protected] www.nijmegen.nl (onderdeel gemeente > onderzoek en cijfers)
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 1
Vermogensdelicten Na enkele jaren van flinke stijging is het aantal aangiftes van woninginbraak in 2013 afgenomen. Binnen het totaal aantal aangiftes van woninginbraak is het aandeel pogingen tot woninginbraak toegenomen. Door de jaren heen zijn het vaak dezelfde stadsdelen waar relatief veel woninginbraken plaatsvinden; wel zijn er van jaar tot jaar behoorlijke verschillen in de top 10 van wijken waar het meeste ingebroken wordt.
Ontwikkeling aantal aangiftes verschilt per soort vermogensdelict Het aantal aangiftes van woninginbraak lag in 2013 8% lager dan in 2012. In de jaren daarvoor was het aantal aangiftes van woninginbraak fors gestegen. Binnen het totale aantal aangiftes van woninginbraak nam het aandeel pogingen tot woninginbraak toe van 20-23% in 2010-2012 tot 29% in 2013. De laatste drie jaar kwamen relatief veel aangiftes van woninginbraak uit de stadsdelen Nijmegen-NieuwWest en Nijmegen-Midden en uit de wijken Kwakkenberg, Galgenveld, Groenewoud (Oost), Hees, Heseveld (Nieuw-West), Nije Veld, St. Anna, Hazenkamp (Midden), Hatertse Hei (Zuid) en ’t Broek (Lindenholt). 2010
2011
2012
2013
woninginbraak
1038
1288
1447
1335
schuurinbraak
254
366
393
388
auto-inbraak (incl. motoren)
2434
1672
1367
1724
autodiefstal (incl. motoren)
519
396
420
466
fietsendiefstal (incl. bromfietsen)
2647
3086
3991
3282
zakkenrollerij
457
500
568
536
winkeldiefstal
614
594
645
749
bedrijfsinbraak
369
431
333
320
Figuur 1: Aangiftes vermogensdelicten in de periode 2010-2013 Bron: Politiecijfers
Het aantal aangiftes van auto-inbraak nam in 2013 toe naar het niveau van 2011, maar was wel duidelijk lager dan in 2010. Auto-inbraak komt het meest voor in Nijmegen-Centrum en daarna in Nijmegen-Midden. Dat patroon zien we al jaren. Ook het aantal aangiftes van autodiefstal steeg in de afgelopen jaren, maar was in 2013 lager dan in 2010. Het aantal aangiftes van fietsendiefstal vertoont van jaar tot jaar flinke schommelingen. In 2013 lag het aantal in de buurt van het gemiddelde voor de periode 2010-2013. Ook het aantal aangiftes van zakkenrollerij schommelt van jaar tot jaar en lag in 2013 niet ver van het gemiddelde voor de periode 2010-2013. Het aantal aangiftes van winkeldiefstal is de afgelopen jaren gestegen. Het aantal aangiftes van bedrijfsinbraken lag in 2013 op het laagste niveau van de afgelopen vier jaar.
Cijfers over slachtofferschap vermogensdelicten sluiten aan bij beeld aangiftecijfers Ook de slachtoffercijfers uit bevolkingsonderzoek (landelijke Veiligheidsmonitor) laten een afname van woninginbraak en fietsendiefstal en een toename van auto-inbraak zien. Van belang bij woninginbraak is dat het percentage dat slachtoffer werd van een geslaagde woninginbraak afnam (van 3,2 in 2012 naar 2,2% in 2013), terwijl het percentage dat slachtoffer werd van een poging tot woninginbraak iets toenam (van 2,7% naar 2,9%). Dit sluit aan bij gegevens van de politie: binnen het totaal aantal aangiftes van woninginbraak is het aandeel pogingen tot woninginbraak toegenomen.
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 2
Figuur 2: Percentage Nijmegenaren dat in het voorgaande jaar slachtoffer werd van ... Bron: Landelijke Veiligheidsmonitor, CBS
Stedenvergelijking: slachtofferschap woninginbraak nog wel aan de hoge kant In 2013 gaven relatief veel Nijmegenaren aan dat ze slachtoffer werden van (poging tot) woninginbraak: 5,2% tegenover 4,1% gemiddeld voor vergelijkbare steden (Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Nijmegen, Maastricht, Tilburg). Het verschil tussen Nijmegen en de andere steden is op dit punt wel kleiner geworden (2012: 5,9% tegenover 4,2%). Verder gaven in 2013 relatief veel Nijmegenaren aan dat ze slachtoffer werden van zakkenrollerij of beroving (3,9% tegenover 2,7% gemiddeld voor vergelijkbare steden). In 2012 scoorde Nijmegen op dit punt gemiddeld. Het slachtofferpercentage voor auto-inbraak was in 2013 in Nijmegen gemiddeld (3,3% tegenover 3,1% gemiddeld voor vergelijkbare steden). In 2012 was dat lager dan gemiddeld. En het slachtofferpercentage voor fietsendiefstal was in 2013 in Nijmegen iets lager dan gemiddeld (6,8% tegenover 7,2% gemiddeld voor vergelijkbare steden), terwijl dat in 2012 nog relatief hoog was.
Woninginbraak in deelgebieden: deels wel en deels geen vaste patronen Nadere analyse van de aangiftecijfers voor woninginbraak voor de afgelopen tien jaar laat het volgende zien: De laatste tien jaar werd er meer dan gemiddeld ingebroken in Nijmegen-Oud-West (9 van de 10 jaar), Nijmegen-Nieuw-West (9 van de 10 jaar), Nijmegen-Midden (7 van de 10 jaar). Minder dan gemiddeld werd er ingebroken in Nijmegen-Noord (alle jaren), Dukenburg (alle jaren), Nijmegen-Zuid (9 van de 10 jaar) en Lindenholt (7 van de 10 jaar). En in Nijmegen-Centrum en Nijmegen-Oost werd er het ene jaar meer dan gemiddeld en het andere jaar minder dan gemiddeld ingebroken. Op wijkniveau zien we enerzijds van jaar tot jaar behoorlijke verschillen in de top 10 van wijken waar het meest ingebroken werd; in totaal hebben 26 van de 35 woonwijken minimaal één keer in de top 10 gestaan. Anderzijds zijn er 8 wijken, die in de afgelopen tien jaar vaak (= minimaal vijf keer) tot de top 10 behoorden. Het gaat om wijken in Oud- en Nieuw-West (Biezen, Wolfskuil, Heseveld en Hees), Midden (Nije Veld en Goffert) en Nijmegen-Oost (Galgenveld en Groenewoud). Die wijken behoren tot verschillende woningmarktklassen. Op basis van vastgoedwaarde (WOZ-waarden in klassen) en de economische positie van bewoners (gemiddeld huishoudensinkomen) heeft O&S een clustering in vier ‘woningmarktklassen‘
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 3
samengesteld. De meeste van de wijken, waar door de jaren heen veel ingebroken werd, behoren tot de hoogste klasse of tot de één na laagste klasse.
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 4
Geweld Het aantal overvallen is sinds het piekjaar 2010 aan het dalen. Voor de andere soorten geweldsdelicten zien we geen duidelijke trends.
Afname van aantal overvallen Voor de meeste soorten geweldsdelicten zien we geen duidelijke veranderingen in het jaarlijks aantal aangiftes. Een uitzondering is de daling van het aantal overvallen. Vanaf begin 2009 nam het aantal overvallen in Nijmegen, net als in andere steden in het land, flink toe. De piek lag in 2010 (62 aangiftes). De laatste jaren daalde het aantal overvallen fors (19 aangiftes in 2013). Ook landelijk is het aantal overvallen afgenomen. 2010
2011
2012
2013
mishandeling
779
857
759
760
bedreiging
404
432
453
446
huiselijk geweld
415
412
401
392
zedenmisdrijf
111
114
109
107
overval
62
46
37
19
straatroof
118
77
90
92
Figuur 3: Aangiftes geweldsdelicten in de periode 2010-2013 Bron: Politiecijfers
Mishandeling en bedreiging komen het meest voor in Nijmegen-Centrum en komen relatief weinig voor in Nijmegen-Oost en Nijmegen-Noord.
Slachtofferschap mishandeling licht gestegen In 2013 was het percentage Nijmegenaren dat aangaf dat het slachtoffer werd van mishandeling wat hoger dan in de jaren daarvoor. Dat geldt ook voor bedreiging. In de aangiftecijfers zien we dat niet terug. Uiteenlopende beelden voor de aangifte- en slachtoffercijfers kunnen te maken hebben met de ernst van de delicten en de aangiftebereidheid.
Figuur 4: Percentage Nijmegenaren dat in het voorgaande jaar slachtoffer werd van ... Bron: Landelijke Veiligheidsmonitor, CBS
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 5
Stedenvergelijking: beeld wat veranderd In 2013 lag het percentage Nijmegenaren dat slachtoffer werd van geweldsdelicten (3,7%) iets hoger dan gemiddeld in vergelijkbare steden (3,3%). In 2012 was dat percentage wat lager dan het gemiddelde voor de vergelijkbare steden. Omdat het om een korte tijdreeks en kleine verschillen gaat, kunnen we hier nog niet veel conclusies aan verbinden.
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 6
Vernieling en overlast Het aantal meldingen van jeugdoverlast nam in 2013 wat toe, maar de Burgerpeiling 2013 laat een afname van de ervaren jeugdoverlast zien. Voor diverse vormen van overlast in de buurt geldt dat Nijmegenaren deze (wat) minder ervaren dan de bewoners van vergelijkbare steden: drugsoverlast, jeugdoverlast en verkeersoverlast.
Diverse veranderingen ten aanzien van overlastmeldingen Het aantal meldingen van jeugdoverlast was in 2013 hoger dan in 2012. Wel lag het aantal meldingen in 2013 lager dan het gemiddelde over de laatste vier jaar. Relatief veel meldingen hebben betrekking op voorvallen in Nijmegen-Centrum en de wijk Nije Veld. Het aantal meldingen van vernieling/vandalisme was in 2013 en 2012 lager dan in de jaren daarvoor. Relatief veel meldingen hebben betrekking op voorvallen in Nijmegen-Centrum. Uit eerder onderzoek weten we dat vernielingen relatief vaak door jongeren worden aangericht. 2010
2011
2012
2013
vernieling, vandalisme
2.284
2.108
1.751
1.810
jeugdoverlast
1.348
960
995
1.161
overlast buren
485
441
503
575
drugs-/drankoverlast
248
333
331
472
horec aoverlast
332
362
219
270
overlast zwervers
439
366
365
293
Figuur 5: Geregistreerde overlast in de periode 2010-2013 Bron: Politiecijfers
Het aantal meldingen van drugs- en drankoverlast is sinds 2010 flink toegenomen. De meeste van die meldingen hebben betrekking op incidenten in het stadscentrum (46% in 2013), maar ook in enkele andere wijken zien we een stijging van het aantal meldingen. Het aantal meldingen van overlast van zwervers is flink gedaald. Meer dan de helft van die meldingen heeft betrekking op incidenten in de wijk Stadscentrum. Het aantal meldingen van overlast van buren is vanaf 2011 gestegen, vooral in de stadsdelen NijmegenZuid, Nijmegen-Midden en Lindenholt. Het aantal meldingen van horecaoverlast schommelt van jaar tot jaar en lag in 2013 wat onder het gemiddelde voor de afgelopen vier jaar. Het grootste deel van die meldingen komt uit het stadscentrum.
Slachtofferschap vernieling: weinig verandering
Figuur 6: Percentage Nijmegenaren dat in het voorgaande jaar slachtoffer werd van ... Bron: Landelijke Veiligheidsmonitor, CBS
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 7
In 2013 gaf bijna zes procent van de Nijmegenaren aan dat men slachtoffer werd van vernieling aan een voertuig (auto, motor, fiets, enz.). En bijna drie procent werd slachtoffer van vernieling van andere eigendommen. De verschillen met 2012 zijn niet groot.
Ervaren overlast in de buurt: veranderingen m.b.t. jeugdoverlast In ons bevolkingsonderzoek (Burgerpeiling) vragen we aan Nijmegenaren naar indrukken ten aanzien van overlast in de woonbuurt door specifieke groepen. Die indrukken zijn in de afgelopen jaren licht gewijzigd. Het percentage met de indruk dat overlast door omwonenden vaak in de buurt voorkomt, is licht gestegen. Dit sluit aan bij het gestegen aantal meldingen van burenoverlast (politiecijfers). Voor de ervaren drugsoverlast en overlast van dronken mensen zien we een lichte daling.
Figuur 7: Percentage Nijmegenaren dat de indruk heeft dat overlast in de buurt vaak voorkomt, naar soorten overlast Bron: Burgerpeiling, O&S
Van de bewoners van Nijmegen-Centrum heeft een relatief groot deel de indruk dat overlast van dronken mensen (54%), overlast van groepen jongeren (31%) en drugsoverlast (24%) vaak in hun buurt voorkomen. Dit patroon zagen we ook bij eerdere metingen. Van de hierboven genoemde vormen van overlast wordt jongerenoverlast relatief veel genoemd als een met voorrang aan te pakken buurt- en stadsprobleem. Maar het beeld op dit punt is wel veranderd. Het aantal Nijmegenaren dat jongerenoverlast als een met voorrang aan te pakken stadsprobleem ziet, is fors afgenomen (van 9% in 2009 naar 3% in 2013). Dat geldt ook voor het aantal Nijmegenaren dat jongerenoverlast als een met voorrang aan te pakken buurtprobleem ziet (van 16% in 2009 naar 8% in 2011 en 2013).
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 8
Verder is ‘groepen jongeren op straat’ niet meer de meest genoemde reden, maar de op één na meest genoemde reden voor onveiligheidsgevoelens in de woonbuurt. De meest genoemde reden is nu ‘mensen in de buurt die ik vanwege hun gedrag niet vertrouw’. De ervaren jongerenoverlast is het sterkst afgenomen in Hatert, Nijmegen-Noord en Nijmegen-Nieuw-West. In de buurt Willemskwartier (= een groot deel van de wijk Nije Veld) is er sprake van een toename van de ervaren jeugdoverlast. Eerder is genoemd dat het aantal meldingen van jeugdoverlast daar relatief hoog is. Ook in de aandachtsgebieden in Lindenholt is de ervaren jeugdoverlast gestegen. Leuvensbroek springt eruit als gebied waar relatief veel bewoners jongerenoverlast als een belangrijk buurtprobleem zien (geldt ook voor Willemskwartier).
Stedenvergelijking: minder overlast Ruim acht procent van de Nijmegenaren gaf in 2013 aan dat men slachtoffer werd van vernieling aan een voertuig of aan andere eigendommen. Dat sluit aan bij het gemiddeld beeld voor vergelijkbare steden. Voor diverse vormen van overlast zien we dat relatief weinig Nijmegenaren aangeven dat ze daar veel last van hebben. Dat geldt het sterkst voor overlast van drugshandel of drugsgebruikers. In 2013 gaf 4% van de Nijmegenaren aan hier veel overlast van te ervaren, tegenover 7,1% gemiddeld voor vergelijkbare steden (bron: landelijke Veiligheidsmonitor). Verder ervaren relatief weinig Nijmegenaren veel overlast van te hard rijden, agressief verkeersgedrag en parkeeroverlast in de woonbuurt. En ook de percentages ‘ervaart veel overlast van rondhandhangende jongeren’ en ‘ervaart veel overlast van buurtbewoners’ zijn in Nijmegen iets lager dan gemiddeld in vergelijkbare steden. In de vragenlijst voor de landelijke Veiligheidsmonitor wordt gevraagd welke vorm van overlast in de eigen buurt als eerste moeten worden aangepakt, en welke als tweede. Het meest genoemd zijn vormen van verkeersoverlast (te hard rijden, parkeerproblemen) en vormen van fysieke verloedering (hondenpoep en rommel op straat), gevolgd door overlast van rondhangende jongeren, buurtbewoners en drugsgebruikers/handelaars (zie figuur 8). Relatief weinig genoemd zijn: vernieling straatmeubilair, bekladding, agressief rijgedrag, horecaoverlast en het lastigvallen van mensen op straat. De prioriteitenlijst van de Nijmeegse burgers wijkt op geen enkel punt significant af van het gemiddelde beeld voor vergelijkbare steden. 1e
2e
te hard rijden
14,3%
10,4%
hondenpoep
12,1%
13,5%
parkeerproblemen
11,1%
6,0%
rommel op straat
9,9%
9,2%
overlast buurtbewoners
6,4%
2,7%
overlast jongeren
5,7%
6,2%
drugsoverlast
3,2%
2,9%
Figuur 8: Welke vormen van overlast in de buurt moeten volgens de Nijmegenaren als eerste en tweede aangepakt worden Bron: Landelijke Veiligheidsmonitor, CBS
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 9
Verdachten Stedenvergelijking laat zien dat het aantal veelplegers in Nijmegen gemiddeld is en het aantal harde kern jongeren benedengemiddeld.
Ruim 300 veelplegers Het aantal personen in Nijmegen, dat in 2012 verdacht werd van een misdrijf (130 per 10.000 personen van 12 jaar en ouder) ligt in de buurt van het gemiddelde voor vergelijkbare steden (135). In Nijmegen, Groningen en Leiden is het aantal verdachten ten opzichte van 2010 duidelijk afgenomen. Tot de Nijmegenaren, die in 2012 verdacht werden van een misdrijf, behoren 330 veelplegers. In 2010 was het aantal veelplegers iets hoger (circa 350). Van die veelplegers is 45% van buitenlandse afkomst, van alle verdachten 43%. In 2010 was een kleiner deel van de Nijmeegse veelplegers van buitenlandse afkomst (37%). In vergelijking met andere steden is het aantal veelplegers in Nijmegen gemiddeld (23 per 10.000 inwoners van 12 jaar en ouder). In 2012 telde Nijmegen 55 harde kern jongeren. In de jaren daarvoor schommelde het aantal tussen de 48 en 71. Een harde kern jongere is een persoon in de leeftijdscategorie 12-24 jaar, die in het peiljaar verdacht werd van twee zware misdrijven en bovendien in de jaren daarvoor drie keer antecedenten heeft opgelopen, of die in het peiljaar verdacht werd van ten minste drie zware misdrijven. Een meerderheid van de harde kern jongeren in Nijmegen is van buitenlandse afkomst (70% tegenover 61% in 2010). In vergelijking met de andere steden is het aantal harde kern jongeren in Nijmegen aan de lage kant (17 per 10.000 12-24-jarigen, tegenover 20 gemiddeld voor vergelijkbare steden).
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 10
Onveiligheidsgevoelens Voor de onveiligheidsbeleving scoort Nijmegen gunstiger dan vergelijkbare steden. In 2009 was dat ook het geval. In 2011 was er in Nijmegen nog sprake van een lichte toename van de onveiligheidsgevoelens, maar zowel ons eigen bevolkingsonderzoek als de landelijke Veiligheidsmonitor laten daarna een daling van de onveiligheidsgevoelens zien.
Onveiligheidsgevoelens in de woonbuurt weer iets afgenomen De lichte toename van de onveiligheidsgevoelens in 2011 heeft zich niet doorgezet. Het aandeel bewoners dat zich in de buurt vaak of soms onveilig voelt (2,5% “vaak” en 15,2% “soms”) is weer wat teruggelopen.
Figuur 9: Onveiligheidsbeleving; voelt zich in woonbuurt ... Bron: Burgerpeiling, O&S
De meest genoemde redenen voor de onveiligheidsgevoelens in de woonbuurt zijn achtereenvolgens mensen in de buurt die men vanwege hun gedrag niet vertrouwt (door 11% genoemd), groepen jongeren op straat (8%), donkere/slecht verlichte plaatsen (7%), drugsdealers/drugsverslaafden (5%), de criminaliteit in de buurt (5%) en stille/afgelegen plaatsen (4%). Het percentage Nijmegenaren, dat “onveiligheid, criminaliteit” als het belangrijkste stadsprobleem ziet, is na een lichte stijging in 2011 - weer gedaald naar het niveau van 2009 (12%). In een lange reeks van jaren tot 2009 noemden steeds minder Nijmegenaren “onveiligheid, criminaliteit” als een met voorrang aan te pakken stadsprobleem (daling van 61% in 1993 naar 12% in 2009). Twee problemen worden vaker genoemd als met voorrang aan te pakken stadsproblemen: verkeersproblematiek (bereikbaarheid van en verkeersdoorstroming in de stad; door 22% genoemd) en parkeerproblemen (door 17% genoemd). Bij de buurtproblemen zien we een ander beeld: het percentage, dat “onveiligheid, criminaliteit” als het belangrijkste buurtprobleem ziet, is gestegen van 10% in 2009 naar 13% in 2011 en 15% in 2013. Dit zou te maken kunnen hebben met de stijging van het aantal woninginbraken in de afgelopen jaren. In de jaren daarvoor was dit percentage gedaald van 21% in 2001 naar 10% in 2009. Één probleem is vaker genoemd als een met voorrang aan te pakken buurtprobleem, namelijk verkeersproblematiek (te hard rijden, verkeersdrukte, onveilige verkeerssituaties).
Stedenvergelijking: onveiligheidsbeleving gunstiger dan in andere steden De laatste meting in het kader van de landelijke Veiligheidsmonitor (2013) bevestigt het beeld uit ons eigen bevolkingsonderzoek: het percentage Nijmegenaren dat zich in de buurt vaak of soms onveilig voelt, is
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 11
gedaald. Nijmegen scoort in 2013 op dit punt gunstiger dan alle andere vergelijkbare steden. In 2012 scoorde Nijmegen nog meer in de buurt van het gemiddelde. Een aantal uitkomsten uit de Veiligheidsmonitor kan een deel van de verklaring voor dit verschil bieden: In Nijmegen heeft een relatief laag percentage de indruk dat er in de woonbuurt veel criminaliteit voorkomt (13,1% tegenover 17,1% gemiddeld voor vergelijkbare steden). In Nijmegen ervaren relatief weinig bewoners veel overlast van 1 of meer vormen van sociale overlast (overlast van rondhangende jongeren, drugshandel- en gebruikers, mensen die anderen op straat lastigvallen en dronken mensen op straat) (10,1% tegenover 14,2% gemiddeld voor vergelijkbare steden). In Nijmegen is de score voor sociale cohesie in de woonbuurt relatief hoog (5,9 tegenover 5,6 gemiddeld voor vergelijkbare steden). In Nijmegen ervaren relatief weinig bewoners in de woonbuurt veel overlast van 1 of meer vormen van fysieke verloedering (rommel op straat, straatmeubilair dat vernield is, bekladde muren of gebouwen, hondenpoep) (22% tegenover 27,6% gemiddeld voor vergelijkbare steden). Het rapportcijfer voor de leefbaarheid van de buurt is in Nijmegen hoger dan in alle andere vergelijkbare steden (7,4 tegenover 7,1 gemiddeld voor vergelijkbare steden).
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 12
Preventie Voor het toepassen van preventieve maatregelen door burgers scoort Nijmegen ten opzichte van vergelijkbare steden gemiddeld. Het gemiddeld aantal technische maatregelen dat Nijmegenaren tegen woninginbraak toepassen, ligt in Nijmegen even hoog (1,6) als het gemiddelde voor vergelijkbare steden. In 2011 scoorde Nijmegen op dit punt nog wat beneden het gemiddelde voor de steden. Gevraagd is naar de volgende vier maatregelen: extra veiligheidssloten of grendels op buitendeuren, (rol)luiken voor ramen en/of deuren, buitenverlichting en een alarminstallatie. Voor al deze maatregelen geldt dat deze in Nijmegen ongeveer evenveel worden toegepast als gemiddeld in de vergelijkbare steden (zie figuur 10). Bewoners van koopwoningen passen de maatregelen vaker toe dan bewoners van huurwoningen. Dat geldt voor alle vier de maatregelen.
Figuur 10: Percentage dat technische maatregelen tegen woninginbraak toepast Bron: Landelijke Veiligheidsmonitor, CBS
Ook het gemiddeld aantal sociaal-preventieve maatregelen dat burgers toepast, is in Nijmegen even hoog (1,9) als het gemiddelde voor vergelijkbare steden. Gevraagd is naar de volgende maatregelen: ‘s avonds licht laten branden wanneer er niemand thuis is, de fiets indien mogelijk in een bewaakte fietsenstalling neerzetten, waardevolle spullen meenemen uit de auto en waardevolle spullen thuislaten als men ergens naartoe gaat. Voor de afzonderlijke maatregelen geldt dat deze in Nijmegen ongeveer evenveel worden toegepast als gemiddeld in de vergelijkbare steden (zie figuur 11).
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 13
Figuur 11: Percentage dat sociaal-preventieve maatregelen ‘vaak’ toepast Bron: Landelijke Veiligheidsmonitor, CBS
Bij ‘waardevolle spullen meenemen uit de auto’ moet bedacht worden dat een deel van de respondenten heeft aangegeven dat de vraag niet van toepassing is. Een beperkt percentage (3%) geeft aan dat men waardevolle spullen altijd in de auto laat liggen.
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 14
Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid en leefbaarheid In Nijmegen is het oordeel over het functioneren van de politie en de gemeente m.b.t. leefbaarheid en veiligheid gunstiger dan gemiddeld in de vergelijkbare steden. Lang niet alle burgers hebben een oordeel over het functioneren van de politie en de gemeente als het gaat om de inzet voor de veiligheid en leefbaarheid. Voor zover Nijmegenaren een oordeel hebben over het functioneren van de politie in het algemeen zijn ze vaker tevreden (32%) dan ontevreden (8%). Dat geldt ook voor het functioneren van de politie in de buurt: 28% ‘tevreden’ en 7% ‘ontevreden’. Deze scores zijn iets gunstiger dan het gemiddelde beeld voor vergelijkbare steden. Ook over het functioneren van de gemeente m.b.t. de aanpak van leefbaarheid en veiligheid zijn Nijmegenaren vaker tevreden (40%) dan ontevreden (10%). En ook deze scores zijn iets gunstiger dan het gemiddelde beeld voor de vergelijkbare steden. Vaker dan de bewoners van vergelijkbare steden reageren Nijmegenaren positief op stellingen over de inzet van de gemeente op het vlak van leefbaarheid en veiligheid: 54% van de Nijmegenaren is het eens met de stelling “de gemeente heeft aandacht voor het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt”, tegenover 48% gemiddeld voor de bewoners in vergelijkbare steden; 49% van de Nijmegenaren is het eens met de stelling “de gemeente informeert de buurt over de aanpak van leefbaarheid en veiligheid in de buurt”, tegenover 43% gemiddeld voor de bewoners van vergelijkbare steden; 44% van de Nijmegenaren is het eens met de stelling “de gemeente betrekt de buurt bij de aanpak van leefbaarheid en veiligheid in de buurt”, tegenover 36% gemiddeld voor de bewoners van vergelijkbare steden. Voor de laatste twee stellingen geldt dat het percentage “eens” in Nijmegen hoger is dan in alle andere steden.
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 15
Verschillen tussen gebieden binnen de stad Vanwege de centrumfuncties springt Nijmegen-Centrum er negatief uit als het gaat om criminaliteit, overlast en de veiligheidsbeleving. Verder ervaren de bewoners van de aandachtsgebieden1 meer overlast en onveiligheid dan de bewoners van de niet-aandachtsgebieden. Door de jaren heen verandert het lijstje van aandachtsgebieden die op deze punten het meest ongunstig scoren.
Tamelijk vast patroon voor verschillen tussen stadsdelen Een vast gegeven is dat Nijmegen-Centrum er vanwege de centrumfuncties (winkelscentrum, uitgaansleven) sterk uitspringt als het gaat om criminaliteit en overlast. Het grootste deel van de winkeldiefstallen en gevallen van zakkenrollerij vindt in dit stadsdeel plaats. Ook geweldsdelicten (bedreiging, mishandeling, straatroof), fietsendiefstallen en auto-inbraken komen er relatief veel voor. Verder komen uit dit stadsdeel relatief veel meldingen van drugsoverlast, jongerenoverlast en vernieling. Daarbij aansluitend geven relatief veel bewoners aan jongerenoverlast en drugsoverlast te ervaren. En de bewoners hebben meer dan gemiddeld last van onveiligheidsgevoelens. Opvallende verandeingen in de afgelopen jaren zijn de toename van het aantal aangiftes van winkeldiefstal en van het aantal meldingen van jeugdoverlast en de afname van het aantal woninginbraken en van het aantal meldingen van vernieling. Een ander al langer bestaand beeld is dat de stadsdelen Nijmegen-Oost en Nijmegen-Noord het meest gunstig scoren als het gaat om criminaliteit, overlast en veiligheidsbeleving.
Minder vast patroon voor de aandachtsgebieden Over het geheel genomen scoren de aandachtsgebieden op het vlak van ervaren onveiligheid en overlast minder gunstig dan de niet-aandachtsgebieden. Een verklaring daarvoor is dat deze gebieden relatief veel kenmerken hebben, van welke bekend is dat deze een negatieve invloed hebben op de mate van onveiligheidsgevoelens en overlast, zoals: - een relatief groot aandeel bewoners in een zwakke sociaaleconomische positie; - de aanwezigheid van multiprobleemgezinnen; - de aanwezigheid van jeugdgroepen; - een relatief lage mate van saamhorigheid in de wijk; - een relatief groot aandeel sociale woningbouw; - een relatief hoge mate van verloedering. In 2011 scoorden de volgende vier aandachtsgebieden het meest ongunstig voor de ervaren onveiligheid en overlast: de wijken Neerbosch-Oost, Meijhorst en Aldenhof en de buurt Voorstenkamp. In 2013 springt een aantal andere gebieden er als meest ongunstig uit: de wijk Heseveld, de buurten Willemskwartier, Leuvensbroek en Zellersacker en opnieuw de wijk Meijhorst. Daarbij hoort wel de aantekening dat de verschillen tussen de meeste aandachtsgebieden niet heel groot zijn. Dat er door de jaren heen verschillen zijn in de lijst van minst scorende gebieden op het vlak van overlast en onveiligheid heeft onder meer te maken met de specifieke inzet in bepaalde gebieden op het moment dat daar grotere problemen aan de oppervlakte komen (denk bijvoorbeeld aan de inzet van politie, straatcoaches, jongerenwerkers, Veiliger Wijkteams en wijknetwerken).
1
Biezen, Wolfskuil, Heseveld, Neerbosch-Oost, Willemskwartier (is een groot deel van de wijk Nije Veld), Kolping (een buurt in de wijk Goffert), Hatert, Meijhorst, Aldenhof, Zwanenveld, Malvert, een deel van Tolhuis (52e - 78e straat), de buurt Zellersacker in de wijk ’t Acker, de buurten Voorstenkamp en Gildekamp in de wijk De Kamp en de buurt Leuvensbroek in de wijk ’t Broek. Ook Stadscentrum en Benedenstad zijn aandachtsgebieden, maar minder vanwege achterstanden bij de bewoners.
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 16
Totaaloverzicht stedenvergelijking De stedenvergelijking op basis van de laatste meting in het kader van de landelijke Veiligheidsmonitor (najaar 2013) laat een relatief gunstig beeld voor Nijmegen zien als het gaat om de ervaren overlast en veiligheidsbeleving. Wel gaven wat meer Nijmegenaren aan dat ze slachtoffer van delicten werden, maar de verschillen met de gemiddelde slachtofferpercentages voor vergelijkbare steden zijn niet significant. Sinds 2013 hanteert bureau Onderzoek en Statistiek bij stedenvergelijking een vaste set van steden. Bij de keuze voor die set is gekeken naar drie criteria: welk of geen kennisstad, bevolkingsomvang en nabijheid. De set ziet er als volgt uit: zes kennissteden (studentensteden) met tussen de 120.000 en 210.000 inwoners (Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht en Tilburg) en Arnhem (stad van vergelijkbare omvang nabij Nijmegen). In de tabel op de volgende pagina zijn de uitkomsten voor de vaste set van steden op een rij gezet. Als een stad significant gunstiger scoort dan het gemiddelde voor de acht steden is het vakje met de uitkomst groen gekleurd. En als een stad significant minder gunstig scoort dan het gemiddelde voor de 8 steden is het vakje met de uitkomst oranje gekleurd. Als we de acht steden met elkaar vergelijken zien we in grote lijnen het volgende beeld: Nijmegen scoort op diverse punten significant gunstiger, onder meer als het gaat om ervaren overlast, veiligheidsbeleving en de inzet van de gemeente voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Alleen bij slachtofferschap zien we dat Nijmegen slechter dan gemiddeld scoort (bijvoorbeeld een hoger percentage slachtoffers van woninginbraak; verschil tussen Nijmegen en de andere steden is op dit punt wel kleiner geworden dan in 2012). Echter voor geen enkel delict geldt dat het slachtofferpercentage voor de Nijmegenaren significant hoger is dan het gemiddelde voor de steden. Ook Groningen en Leiden scoren op diverse punten gunstiger dan gemiddeld. Maastricht en Tilburg scoren op diverse punten minder gunstig dan gemiddeld (o.a. een lager rapportcijfer voor de veiligheid in de woonbuurt en een hoger percentage dat de indruk heeft dat er in de woonbuurt veel criminaliteit voorkomt). Arnhem, Eindhoven en Enschede ten slotte scoren op de meeste punten niet afwijkend van het gemiddelde.
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 17
Arnhem Eindhoven Enschede Groningen Leiden Maastricht NIJMEGEN Tilburg gemiddeld slachtofferschap: % in voorgaande jaar slachtoffer van … (poging tot) woninginbraak diefstal uit of vanaf de auto autodiefstal diefstal van een ander motorvoertuig fietsendiefstal (poging tot) zakkenrollerij-beroving geweld vernieling indrukken m.b.t. criminaliteit in buurt % met indruk dat in de buurt veel criminaliteit voorkomt % dat in de buurt veel overlast van drugsgebruik of drugshandel ervaart preventie aantal technische maatregelen om woninginbraak te voorkomen (technopreventie) aantal sociaal-preventieve maatregelen sociale omgeving % dat in de buurt veel overlast van 1 of meer vormen van sociale overlast ervaart % dat veel overlast van buurtbewoners ervaart % dat in de buurt veel overlast van rondhangende jongeren ervaart schaalscore sociale cohesie in de buurt openbare ruimte % dat in de buurt veel overlast van 1 of meer vormen van fysieke verloedering ervaart % eens met de buurt is buiten goed verlicht * % eens met de perken, plantsoenen en parken in de buurt zijn goed onderhouden verkeersoverlast % dat in de buurt veel overlast ervaart van: parkeerproblemen te hard rijden agressief verkeersgedrag imago buurt rapportcijfer leefbaarheid buurt onveiligheidsgevoelens % dat zich in de buurt vaak onveilig voelt % dat zich in de buurt vaak of soms onveilig voelt rapportcijfer voor veiligheid in de buurt functioneren politie % tevreden over functioneren politie in algemeen % ontevreden over functioneren politie in algemeen % tevreden over functioneren politie in buurt % ontevreden over functioneren politie in buurt gemeentebestuur % tevreden over functioneren gemeente m.b.t. aanpak leefbaarheid en veiligheid % ontevreden over functioneren gemeente m.b.t. aanpak leefbaarheid en veiligheid % eens "gemeente heeft aandacht voor verbeteren leefbaarheid en veiligheid in buurt" % eens "gemeente informeert buurt over aanpak van leefbaarheid en veiligheid in buurt" % eens "gemeente betrekt buurt bij aanpak van leefbaarheid en veiligheid in buurt"
4,1 3,1 0,4 0,7 4,9 3,0 3,3 8,8
4,4 5,2 0,6 0,9 7,5 1,4 3,0 7,8
4,8 3,5 0,3 1,0 6,5 3,3 3,4 7,5
3,2 1,9 0,1 1,3 9,2 1,9 4,1 7,1
2,6 2,9 0,4 1,0 8,1 2,9 2,2 8,5
3,0 1,4 0,0 2,1 8,5 2,2 3,0 7,0
5,2 3,3 0,4 1,4 6,8 3,9 3,7 8,4
5,2 2,7 0,6 1,7 6,1 3,5 3,7 9,3
4,1 3,1 0,4 1,3 7,2 2,7 3,3 8,1
18,2
16,9
14,0
15,5
11,8
25,1
13,1
21,7
17,1
6,4
7,0
4,4
6,0
4,8
19,6
4,0
6,8
7,1
1,6
1,6
1,7
1,3
1,3
1,7
1,6
1,8
1,6
1,8
2,1
1,9
1,4
1,6
2,0
1,9
2,1
1,9
13,8
14,4
12,1
12,2
12,4
26,6
10,1
15,0
14,2
8,8 7,8
6,8 6,3
9,2 7,5
8,2 5,6
6,0 7,3
6,8 8,7
6,9 6,5
7,3 8,6
7,5 7,2
5,8
5,5
5,7
5,6
5,7
5,6
5,9
5,5
5,6
30,4
29,0
29,5
19,9
28,2
31,3
22,0
32,0
27,6
78,8 72,2
79,3 72,0
79,7 67,8
79,2 78,1
82,1 71,2
75,6 65,7
79,0 70,4
80,9 64,0
79,4 70,4
24,3 25,7 8,7
20,2 21,7 8,4
21,8 27,4 9,5
15,4 15,5 5,0
19,4 17,1 7,6
21,9 29,4 10,5
14,1 18,9 5,7
27,0 27,0 10,3
20,5 22,6 8,1
7,1
7,0
7,1
7,3
7,3
7,1
7,4
7,1
7,1
2,6 18,5 6,7
1,9 18,2 6,7
2,3 16,8 6,8
2,0 16,0 6,9
2,1 14,9 7,0
3,4 21,1 6,6
1,9 13,8 6,9
3,5 21,0 6,6
2,4 17,5 6,8
31,7 8,1 27,0 9,2
26,6 12,0 21,6 10,0
28,9 10,7 26,1 10,6
40,1 6,9 32,6 7,2
34,3 7,3 28,6 7,2
26,4 13,9 23,7 13,8
31,5 7,8 27,9 7,1
30,8 10,9 23,1 11,8
31,4 9,7 26,2 9,6
34,8
32,7
37,5
48,1
37,3
29,3
39,5
33,5
36,9
11,8
10,7
11,2
7,9
11,1
17,1
10,1
15,3
11,7
51,9
47,7
41,0
55,3
47,1
39,4
54,3
46,3
48,3
44,7
44,5
37,3
42,9
39,2
35,2
48,9
45,0
42,7
36,9
37,9
35,6
36,8
29,0
27,4
43,9
34,2
35,7
Figuur 12: Stedenvergelijking voor diverse uitkomsten op het vlak van veiligheid Bron: Landelijke Veiligheidsmonitor, CBS
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 18
Bijlage: Bronnen
Burgerpeiling 2013, O&S Landelijke Veiligheidsmonitor 2013, CBS Politiecijfers 2010-2013: geregistreerde misdrijven en incidenten De G31-gemeentetabellen 2012, HKS-gegevens politie, bewerkt door KLPD - Dienst IPOL
Stadsmonitor -thema Veiligheid- 19