STAAT VAN DE INSTELLING MBO Technicom B.V.
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Hoogvliet Rotterdam 27VT 248489 5 - 13 september 2013 13 november 2013
Pagina 2 van 24
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.1 2.2 3
Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Vervolgtoezicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
3.2
Risico’s op relevante indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
4 4.1
RESULTATEN OPLEIDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Allround operator (Operator B), Operator (Operator A) en Assistent operator (Basisoperator) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
5
BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleidingen . . . . . . . . 23 Allround operator (Operator B), Operator (Operator A) en Assistent operator (Basisoperator) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Pagina 3 van 24
Pagina 4 van 24
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde in september 2013 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij Technicom. Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. Technicom is een nbi met ongeveer 150 studenten en acht opleidingen. De instelling heeft een onderwijslocatie in Hoogvliet en verzorgt opleidingen incompany. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het verslag van werkzaamheden, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op uw instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten en praktijkopleiders en zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek. De volgende opleidingen zijn onderzocht: Gebied Opbrengsten
Gebied Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
90012
27VT|90012, Allround operator (Operator B)
27VT|90012, Allround operator (Operator B)
leerweg bol niveau 3 locatie Koddeweg 43, Hoogvliet
90311
27VT|90311, Operator (Operator A)
27VT|90311, Operator (Operator A)
leerweg bbl niveau 2 locatie incompany
Pagina 5 van 24
95688
27VT|95688, Assistent operator (Basisoperator)
27VT|95688, Assistent operator (Basisoperator)
leerweg bbl niveau 1 locatie incompany
De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico’s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusie waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de onderzochte opleidingen vindt u in hoofdstuk 4.
Pagina 6 van 24
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de kwaliteitsonderzoeken en de analyse van risico’s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven we een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven we aan in welke mate er risico’s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico’s, enkele risico’s of veel risico’s. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen.
2.1
Conclusie Technicom is een opleidingsinstituut dat de ontwikkelingfase is ontgroeid. Met een duidelijke visie kwaliteit te willen leveren, heeft Technicom de afgelopen jaren geïnvesteerd in een eigen onderwijsmodel en eigen onderwijs- en examenmateriaal. Deze visie heeft houvast en sturing gegeven aan het ontwikkelproces. Nu de organisatie meer in de fase van beheer en exploitatie komt, moet de organisatie zich meer richten op het evalueren, bijsturen en aanpassen van de toepassing van het onderwijsmodel en onderwijsmateriaal. Een aanpak waarvan de eerste tekenen al zichtbaar zijn, maar die nog niet als een voldragen systematiek kan worden getypeerd. Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen we hierbij tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij Technicom onvoldoende is. Daarnaast schatten we in dat op basis van de risicoanalyse en het uitgevoerde onderzoek er geen risico's - in termen van verwachte tekortkomingen - zijn voor de uitvoering van het onderwijs bij andere opleidingen. Het oordeel dat de kwaliteitsborging onvoldoende is, gecombineerd met de constatering dat er geen risico's zijn, leidt er toe dat we geen nader onderzoek uitvoeren bij Technicom. Wel is er sprake van vervolgtoezicht naar aanleiding van tekortkomingen in de kwaliteitsborging. Dit wordt in de volgende paragraaf toegelicht. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we drie opleidingen onderzocht. Bij deze opleidingen hebben we het onderwijsproces en examinering als voldoende beoordeeld en is het oordeel over kwaliteitsborging op
Pagina 7 van 24
opleidingsniveau geïntegreerd met het oordeel over kwaliteitsborging op instellingsniveau. De kwaliteitsborging is onvoldoende. Er vindt vervolgtoezicht plaats, zoals is te lezen in de volgende paragraaf. 2.2
Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij Technicom is onvoldoende. Daarmee wordt niet voldaan aan de naleving van de wet (artikel 1.3.6 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs) en is sprake van vervolgtoezicht vanwege niet naleving van wettelijke vereisten. Technicom krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren. Het vervolgtoezicht bestaat hieruit dat we over een jaar de kwaliteitsborging opnieuw zullen beoordelen. We zullen dat doen op het niveau van de instelling. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de drie onderzochte opleidingen De opleidingen die Technicom aanbiedt, worden door één organisatieonderdeel op dezelfde wijze verzorgd. Wij hebben daarbij geen onderscheid geconstateerd in de oordelen over de verschillende opleidingen. In onderstaand schema is het vervolgtoezicht van alle opleidingen gezamenlijk te lezen. Allround operator (Operator B), 27VT|90012 Operator (Operator A), 27VT|90311 Assistent operator (Basisoperator), 27VT|95688 Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB.
Vervolgtoezicht •
Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Lopende toezichtactiviteiten voortvloeiend uit eerder inspectieonderzoek Op het moment van het vaststellen van het definitieve rapport van de Staat van de instelling hebben we geen onderzoeken in uitvoering dan wel in onze planning staan. Nader onderzoek Uit het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen wij dat geen aanvullende toezichtactiviteiten noodzakelijk zijn. Tekortkomingen bij de onderzochte opleidingen in relatie tot de kwaliteitsborging leiden tot vervolgtoezicht zoals in de tabel hierboven is aangegeven. De risicoanalyse geeft evenmin aanleiding tot het uitvoeren van extra toezichtmaatregelen.
Pagina 8 van 24
3
INSTELLINGSBREDE RESULTATEN In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico’s zijn bij de instelling.
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied 4
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
•
Kwaliteitsborging
Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage II. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Voldoende Onvoldoende
• • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing De kwaliteitsborging is onvoldoende omdat de verankering van de kwaliteitszorg in de organisatie onvoldoende is. Zo is er geen systematische en cyclische benadering waarin bevindingen, analyses en conclusies onderling samenhangen. Dit blijkt uit het ontbreken van een herleidbare onderbouwing van de zelfevaluatie (een periodieke beoordeling van de eigen onderwijskwaliteit). Daarbij vindt er geen zichtbare analyse van de onderwijskwaliteit plaats. Bij deze eigen beoordeling van de onderwijskwaliteit is ook geen onafhankelijke deskundige betrokken. Door deze drie elementen samen is er geen samenhangend zicht op de eigen onderwijskwaliteit en zijn verbeteracties meer ad hoc en incident gericht en ontbreekt de onderlinge samenhang waar mogelijk of nodig. Dat betekent niet dat Technicom geen kwaliteitsverbeterende maatregelen treft naar aanleiding van tekortkomingen. Er is wel sprake van monitoring van delen van het onderwijsproces, nu nog gekoppeld aan een evaluatie van het onderwijsmodel en aan de trajectevaluaties met de verschillende
Pagina 9 van 24
opdrachtgevers. We hebben gezien dat enkele bevindingen van ons tijdens het onderzoek reeds op de agenda van Technicom staan. We noemen in dit kader de aandacht voor het zicht op het didactische handelen. Positief in het kader van een systematische aanpak van kwaliteitsborging vinden we het zicht op examinering. Hierbij is er nadrukkelijker dan bij het onderwijsproces sprake van het daadwerkelijk volgen en beoordelen van de uitvoering. Deze constatering steunt echter voor een belangrijk deel op de werkwijze waarin een externe partner verantwoordelijk was voor de examinering en de kwaliteit ervan. We hebben wel gezien dat deze systematiek is overgenomen. 3.2
Risico’s op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico’s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: Geen Enkele Veel 0
Mate van risico's
•
Kwaliteit onderwijs en examinering We zien geen tot gering risico met betrekking tot de kwaliteit van onderwijs en examinering bij andere crebo-opleidingen van Technicom. Alle opleidingen zijn gebaseerd op hetzelfde zelfontwikkelde onderwijsmodel. Ook de onderwijsvorm en de organisatie van het onderwijs zijn voor alle opleidingen gelijk. Dit geldt ook voor de opzet en aanpak van de examinering. De positieve conclusies en oordelen zijn ook van toepassing op andere opleidingen. Dit geldt uiteraard ook voor de enkele onvoldoendes en aandachtspunten. Opbrengsten We zien geringe tot matige risico's voor de opbrengsten op basis van gegevens van de eindtermenopleiding Beveiliger die voorheen werd uitgevoerd. Deze waren namelijk ruim onder de norm. Momenteel wordt deze opleiding echter niet meer aangeboden. Dit geldt voor alle eindtermgerichte opleidingen. Voor wat betreft de beroepsgerichte opleidingen heeft Technicom momenteel nog onvoldoende zicht op (trendmatige) rendementsgegevens, een actueel overzicht kon Technicom niet overleggen. Recentelijk zijn wel de eerste trajecten met een positief resultaat afgerond en zijn diploma's verstrekt. Het
Pagina 10 van 24
risico op onvoldoende opbrengsten voor de beroepsgerichte opleidingen achten we daarom vooralsnog gering. Tevredenheid studenten/medewerkers We zien een gering tot matig risico bij de tevredenheid van studenten. Hoewel het evaluatieproces van Technicom, waarbij ook studenten zijn betrokken, nog niet volledig is afgerond, hebben we tijdens het onderzoek wel gemerkt dat de studenten uitingen van ontevredenheid geven. Deze betreffen met name de informatievoorziening, het tijdig verstrekken van de leermiddelen en de ontoereikende technische ondersteuning van de elektronische leeromgeving. Dit heeft gevolgen voor de motivatie van studenten en daarmee indirect van invloed op het rendement van de opleidingen. Ten aanzien van de tevredenheid van medewerkers worden geen noemenswaardige risico's gezien. Stabiliteit organisatie en management We zien ten aanzien van de stabiliteit van organisatie en management geen tot geringe risico's. De organisatie is voldoende bemenst voor de uitvoering van onderwijs en examinering. Recente vacatures zijn adequaat gevuld. Hiermee komen uit op de conclusie dat er bij Technicom geen risico is voor de onderwijskwaliteit.
Pagina 11 van 24
Pagina 12 van 24
4
RESULTATEN OPLEIDINGEN In dit hoofdstuk vermelden we de oordelen over de vijf kwaliteitsgebieden. Tevens geven we een beschouwing. Hierbij geven wij oordelen en een beschouwing die van toepassing zijn op alle drie afzonderlijk onderzochte opleidingen. Dit omdat de opleidingen die Technicom aanbiedt door één organisatieonderdeel op dezelfde wijze worden verzorgd. Daarbij hebben wij geen onderscheid geconstateerd in de oordelen over de verschillende opleidingen.
4.1
Allround operator (Operator B), Operator (Operator A) en Assistent operator (Basisoperator) De kwaliteitsonderzoeken bij Allround operator (Operator B), 27VT|90012, niveau 3, locatie Hoogvliet, Operator (Operator A), 27VT|90311 en Assistent operator (Basisoperator) 27VT|95688 (beide incompanytrajecten) hebben geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging is niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege het niet naleven van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
•
Pagina 13 van 24
Gebied 1: Onderwijsproces 1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
Voldoende Onvoldoende
• •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing In het recente verleden heeft Technicom de keuze gemaakt om als onafhankelijk instituut opleidingen aan te bieden binnen - met name - de procesindustrie. Dit heeft geresulteerd in eigen les- en examenmateriaal en een eigen examencommissie. Daarbij is een onderwijsmodel ontwikkeld dat voor alle opleidingen van toepassing is en in verschillende vormen wordt aangeboden (incompany, klassikaal/open inschrijving, afstandsleren (DLS)/open inschrijving). De evaluatie van het onderwijsmodel en het nieuwe lesmateriaal is nog niet volledig afgerond. Tijdens tijdens het onderzoek is wel gebleken dat het onderwijsmodel een gedegen aanpak van het onderwijs en bijpassende examinering garandeert. De focus van Technicom ligt nu op het doorvoeren van verbeteringen en doorontwikkeling van het didactisch handelen en de studiebegeleiding en het optimaliseren van de examenprocessen. Als gevolg van het feit dat alle opleidingen volgens hetzelfde onderwijsmodel zijn opgezet en in alle onderwijsvormen worden aangeboden, is het oordeel over
Pagina 14 van 24
alle opleidingen gelijk. Nuances met betrekking tot opleiding en/of onderwijsvorm worden, daar waar van toepassing, toegelicht. Onderwijsproces De kwaliteit van het onderwijsproces is voldoende. Dit komt voornamelijk tot uitdrukking in het programma. Daarentegen is de intake en plaatsing onvoldoende en zijn er aandachtspunten bij studieloopbaanbegeleiding en didactisch handelen. Desondanks is er sprake van verzorgd onderwijs met een duidelijke toegevoegde waarde voor de doelgroep. Het programma dat is gebaseerd op het nieuwe onderwijsmodel (voor procesoperators van niveau 1 tot en met niveau 3) ontleent zijn kracht aan een duidelijk structuur, met een stevig theoriedeel. Technicom heeft de filosofie dat de operators naast vaardigheid in het beheersen van de processen ook begrip moeten hebben van de processen en machines die ze bedienen. Daarbij kent het model - in alle onderwijsvormen - veel thuisstudie en zelfstandig leren. Dit is niet altijd even eenvoudig voor de doelgroep die veelal lang niet meer aan het onderwijs heeft deelgenomen. De in het model met regelmaat opgenomen theorietoetsen, maken de student duidelijk hoe hij vordert met z'n studie. Ook de afstemming tussen theorie en praktijkopdrachten is in het model verankerd. In de praktijk loopt de uitwerking van de praktijkopdrachten hierop wat achter, vaak door drukte op het bedrijf, maar dit leidt niet tot problemen. Voor de intake en plaatsing bevindt Technicom zich soms in een lastige positie. Er is een gedegen intake mogelijk - op wens van het bedrijf - die zich met name richt op het cognitieve niveau van de student. Op basis hiervan krijgt Technicom een goede indicatie welk opleidingsniveau voor de student het meest passend is. Helaas is het door keuzes van de opdrachtgever (zowel bij incompany als bij open inschrijving), niet altijd mogelijk de student het voor hem geëigende niveau te laten volgen of de juiste onderwijsvorm te kiezen. Dit kan impact hebben op de motivatie en zorgt er tevens voor dat niet de volledige potentie van de student wordt aangesproken en ontwikkeld. We constateren daarom twee belangrijke onvolkomenheden bij de intake. Ten eerste is er geen informatie beschikbaar over de studievaardigheden en motivatie van de student in relatie tot de opleiding. Bij de open inschrijving zou Technicom de student beter kunnen adviseren over de keuze voor afstandsleren of voor de klassikale variant. Ten tweede is de docent niet bekend met informatie over de student die wel beschikbaar is. Dit is meer het geval bij open inschrijving dan bij incompanytrajecten. De docent kan hierdoor niet goed inspelen op de aanwezige niveauverschillen. Mogelijkheden voor verdieping of verbreding maken wel deel
Pagina 15 van 24
uit van het aanbod van Technicom, maar tijdens de opleiding wordt binnen de kaders van het overeengekomen opleidingsmodel gebleven. Versnelling - op eigen initiatief van de student - en gefaciliteerd door de gekozen onderwijsvorm, is wel mogelijk. In dit kader verdient ook de studieloopbaanbegeleiding aandacht. Door de splitsing van rollen van docent en praktijkbegeleider is er geen eenduidig zicht op de studievoortgang van de student (anders dan de resultaten van de kennistoetsen). Ook is de communicatie tussen beiden rollen beperkt. Het risico dat de student studievertraging oploopt of motivatie-issues ervaart waarop niet tijdig wordt ingespeeld, is daardoor groter. Dit is met name het geval bij de open inschrijvingen, klassikale trajecten en DLS. Bij incompanytrajecten functioneert de studieloopbaanbegeleiding naar behoren, omdat de docent, tevens praktijkbegeleider, regelmatig met het bedrijf en student de voortgang bespreekt. Tot slot een aandachtspunt dat Technicom zelf ook heeft geconstateerd en waar het een scholingsprogramma voor heeft opgesteld. Het didactisch handelen van de docent kan getypeerd worden als traditioneel, met een klassikale/frontale lesvorm. De interactie met de doelgroep verdient aandacht inclusief de afstemming op individuele leervragen. Wij beoordelen het door Technicom gelanceerde scholingstraject om de didactische kwaliteit van de docenten te vergroten als positief en passend. Examinering en diplomering De kwaliteit van examinering en diplomering is voldoende. De belangrijkste reden hiervoor is de betrouwbaarheid van afname en beoordeling op basis van het exameninstrumentarium. Ten aanzien van dit instrumentarium zijn wel enkele opmerkingen te plaatsen. Bij het oordeel is ook het feit meegewogen dat de examencommissie van Technicom zicht had op de geconstateerde tekortkomingen en hierop al verbeteringen had geformuleerd. Ten aanzien van de betrouwbaarheid van afname en beoordeling waren wij onder de indruk van de deskundigheid en gedegenheid waarmee assessoren hun werk uitvoeren. Zij doen dit met oog voor de eisen uit het kwalificatiedossier en de vereisten uit de branche. Dit bleek ook uit de examendossiers en gesprekken met het bedrijfsleven. Hierbij speelt ook een rol dat de assessoren en praktijkbegeleiders periodiek worden opgeleid/getraind door een extern bureau en dat bijwoning tijdens het beoordelen van een proeve daar onderdeel van uitmaakt.
Pagina 16 van 24
Ten aanzien van het exameninstrumentarium zijn tijdens het onderzoek zaken geconstateerd die eerder ook door de examencommissie zijn opgemerkt. Hiervoor worden momenteel aanpassingen voorbereid. Ten eerste betreft dit de onduidelijkheid over de cesuurbepaling van de theorie- en fasetoetsen en het commentaarveld bij de beoordelingen van de proeve van bekwaamheid. Hoewel de cesuurbepaling feitelijk correct is, is de berekening ervan en de informatie erover aan de student onvoldoende transparant. De student kan aan het percentage (is niet gelijk aan het cijfer) wel afleiden of een voldoende behaald is, maar studenten kunnen niet altijd hun cijfers in de online-leeromgeving makkelijk (terug)vinden. Ten tweede is er nauwelijks ruimte om opmerkingen ter onderbouwing van het oordeel te plaatsen. Hierdoor is de mogelijkheid voor de examencommissie om zich aanvullend een beeld te vormen van de gelijkwaardigheid van oordelen summier. Wel is er bij de beoordeling een externe assessor van Technicom aanwezig. Deze heeft zowel een beoordelende taak, als de taak om toezicht te houden op de uitvoering van het examen. Hij rapporteert hierover aan de examencommissie. Dit protocol van afname is op zich functioneel, maar door beperkte of (te) korte informatie soms minder informatief. Over het geheel genomen is ons oordeel dat de examencommissie voldoende zicht heeft op de kwaliteit van examinering, ook nu Technicom deze verantwoordelijkheid sinds 1 januari 2013 'in huis' heeft. Dit blijkt onder andere uit het feit dat de examencommissie stuurt op de wijze waarop het afnameprotocol door de assessoren wordt ingevuld en uit de verbeterpunten ten aanzien van het examenmateriaal - zoals de onderbouwing van het oordeel die momenteel worden opgepakt. Diplomering ook op basis van evc-trajecten - waar Technicom om bedrijfseconomische en kwaliteitstechnische redenen mee stopt verloopt zorgvuldig en tijdig. Voor de examinering van Nederlands op het referentieniveau 2F maakt Technicom gebruik van het exameninstrumentarium dat wordt ingekocht bij Deviant. Dit materiaal is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. Ook afname en beoordeling van van dit examenonderdeel is voldoende door beoordeling door twee assessoren waarvan een in taal gespecialiseerde assessor is. Opbrengsten In dit onderzoek is geen beoordeling over de opbrengsten mogelijk. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging van de opleidingen is gelijk aan de kwaliteitsborging op
Pagina 17 van 24
instellingsniveau, zoals in paragraaf 3.1 is beschreven. Wettelijke vereisten Tijdens het onderzoek is niet geconstateerd dat de opleiding handelt in strijd met wettelijke eisen.
Pagina 18 van 24
5
BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1.
Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. Een normering per aspect. Een normering per kwaliteitsgebied.
2. 3.
Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed
• • •
Voldoende
• • •
•
Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan.
Slecht
• •
Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.
Pagina 19 van 24
Voor de beoordeling van de rendementen is gebruik gemaakt van de volgende normen. Doelgroep
Norm
< 23 jaar
65
> 23 jaar
67
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed
• •
Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
•
Aan één standaard is niet voldaan.
Slecht
•
Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering Kwaliteitsborging Goed
• • •
Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• • •
Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan
Slecht
•
Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Pagina 20 van 24
Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd).
Pagina 21 van 24
Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Pagina 22 van 24
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleidingen Allround operator (Operator B), Operator (Operator A) en Assistent operator (Basisoperator) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
• • • • •
Pagina 23 van 24
Gebied 2: Examinering en diplomering
Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
• • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Pagina 24 van 24