Gemeente Amersfoort
Beleidsterrein: Org. onderdeel: Opsteller: Ondewerp:
/
Sociale Zaken WSOIMOIAZ H.A.W. Bakker
User-id: Tel:
BAKW 4658
BELEIDSKADER WERK & INKOMEN I M O E R I N G WWB Kader:
Reg.nr. Datum
Toelichting:
1498886 13-09-2004
verantwoordelijken
Per I januari 2004 is de Wet werk en bijstand ingegaan. Voor de volledige invoering van deze wet moet het beleidskader voor 2005 en volgende jaren worden vastgesteld.
afdelingshoofd O manager hoofdafdeling sectorcontroller rn directeur sector Odirecteursector ......
li
datum
pa
;ti,:! -
I/
1.115
II
juridisch advies O gemeentecontroller Voorstel:
Aan de raad voor te stellen het beleidskader werk & inkomen vast te stellen.
.
I 1I
Staf
o
s2w
d.d. 30
!
-, ,
/I I
en W behandeling
rn agendastuk O hamerstuk O kabinet O embargo datum:
tijd:
B en W vergadering datum
agd.pht
I
O secretaris
rn secretaris O burgemeester O weth. de Wilde
I//
O weth. Jonkman O weth. Brink O weth. Eerdmans O weth. Strengen O weth. van derweg
I(
advies raads- enlof commissiebehandi O bespreekstuk raad O hamerstuk raad rn raad via commissie SO O peiling commissie O info commissie (op agenda) O Ik commissie (op lijst) O geen
I1
overige: O CCT (begr.wijz.) O G.O. O Ondernemingsraad
B en W - besluit d.d.:
""
CL
33-2w
conform O aangehouden O vervallen
Gemeente Amersfoort
. Concept-Raadsvoorstel
Agendapunt:
Reg.nr
Podeleuiliehouder
Raadscornmissie(s)
Wethouder J.P.A.de Wilde
-Raadscommissie ontwikkelingen
Sector
Datum
WSOIMO
27 augustus 2004
14896:
Sociaal-maatschappelijl
Ondemerp:
Beleid werk & inkomen / invoering WWB Voorstel: vaststeilen van het beleidskaderwerk 8 inkomen.
Aan de gemeenteraad,
-1
Reden raadsbesluit en kader
Reden voor dit voorstel is de invoering van de wet, die per 1januari 2004 de Abw heeft opgevolgd: de W werk en bijstand (WWB). Uw raad heeft gekozen voor invoering van de WWB in twee stappen. Voor het overgangsjaar 2004 heeft uw raad gekozen voor voortzetting van het beleid 2003 naast de per 1 januari 2004 noodzakelijke of zeer gewenste aanpassingen aan de WWB. Met dit voorstel zet u de hyeede stap: het vaststellen van het beleid werk & inkomen voor 2005 en volgende jaren, waarmee tevens de WWB volledig is ingevoerd. Per 1-1-2005 moet op grond van de WW de nieuwe wetgeving volledig verwerkt zijn in het gemeentelijke beleid. Separaat bieden wij u een viertai verordeningen aan die het nieuwe beleid completeren,
-2
Samenvatting
Aanleiding voor dit beleidskader werk & inkomen is de wet, die per i januari 2004 de Algemene bijstandswet heeft vervangen: de Wet werk en bijstand (WWB). De wet scherpt de rechten en plichten va^ bijstandscliënten aan, waarbij arbeidstoeleiding nog meer centraal staat. Het voorkomen van langdurige uiikeringsahkelijkheid zien wij als centrale doelstelling van ons gemeentelijk beleid. De WWB biedt ons meer beleidsruimte en vrijheid om de effectiviteit en efficiency van het huidige beleid te vergroten. Dat moet ook wel omdat de financiële risico’s van het beleid voor 100% bij de gemeente komt te liggen.
i
de duur van de WWB uitkering niet langer dan strikt noodzakelijk is’? Om deze opgaven het hoofd te bieden, volgen we vijf sporen: 1. Instroombeperking Wij zijn ‘streng aan de poort’, onder meer door nauwe samenwerking met het CWI bij (het voorkomen van) de uitkeringsintake. Wij willen een “Morgen beginnen” project starten, dat direct werk biedt aan potentide WWB-cliënten, voor wie een reguliere baan net niet direct haalbaar is.
~
I
! ~
I
1
I I
2. Toeleiding naar werk I Cliënten met werkperspectief worden zo snel mogelijk toegeleid naar werk. Het naar vermogen deelnemen aan toeleiding is een verplichting, die hoort bij het recht op een WWB-uitkering. Doen w a t j e kunt. Als I alternatief voor de opgeheven Wet inschakeling Werkzoekenden (WIW) en Regeling In- en Doorstroombanen (ID) hebben wij een nieuw Amersfoorts stelsel van gesubsidieerd werk ontwikkeld dat
I I
uitstroomdoelstelling van 15%. Naast onze inzet om een groot aantal tijdelijke werkplekken te verkrijgen willen wij bijdragen aan het scheppen van regulier werk. in 2004 hebben wij een job-hunter aangesteld om lokale en regionale werkgevers actief te benaderen. Wij bouwen de ID-regeling af door middel van een drietal maatregelen: een premie voor werkgevers die een ID-medewerker zonder subsidie in dienst h0udt;ondersteunen van ID-medewerkers bij doorstroom en een geleidelijke afbouw van de loonkostensubsidie. Wij zijn ons ervan bewust dat de stapsgewijze afbouw van loonkostensubsidie voor met name van gemeentelijke subsidie afhankelijke instellingen negatieve effecten kan hebben. Wij gaan met alle betrokken instellingen afzonderlijk overleg voeren. Waar met de afbouw door de gemeente gewenste en
een samenhangend pakket van goede voorlichting, vroegtijdig signaleren en opsporen van fraude, daadwerkelijk sanctioneren en consequent terugvorderen hebben wij onze handhavingspraktijk op nieuwe leest geschoeid.
I
Gemeenie Amersfoort Volgvei
Rcgcling voor Sociale Participatie Amersfoort Plustoeslag 65+ Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen Langdurigheidstoeslagen Schuldhulpverlening Wij onderzoeken op dit moment de mogelijkheden voor invoering van een aanvullend collectief contract ziektekostenverzekering en de mogelijkheden van een^ Amersfoort-pas ais alternatief voor de regeling sociale participatie. in 2005 komen wij met voorstellen hierover. Wij geven primair uitvoering aan onze centrale doelstelling door het ondersteunen bij arbeidsinschakeling door de instroom te beperken en door strikte handhaving. De sporen éen, twee en vier hebben onze hoogs prioriteit. Om de uitstroom naar regulier werk maximaal te stimuleren hebben wij de uitstroompremie met ingang v 2004 opnieuw ingevoerd. De premie voor 2004 bedraagt € 900 en wordt uitgekeerd aan cliënten die minimaal éenjaar een bijstandsuitkering hebben ontvangen en die door het vinden van regulier werk minimaal één jaar bijstandsonafhankelijk zijn. Concrete taakstellingen voor het beleid werk en inkomen zullen wij voorleggen in jaarlijkse werkplannen
-3
Financiële aspecten
Dit voorstel heeft geen directe fmanciële gevolgen. Met het beleidskader werk & inkomen leggen we I beleid werk & inkomen niet strikt vast, maar geven wij structuur en richtingen aan en stellen 1 prioriteiten, van waaruit het beleid zich de komende jaren ontwikkelt. Een vertaling naar verdeling van budgetten vindt plaats in de jaarplannen; voor het eerst in het Jaarplan werk & inkomen 2005. De feiteli: inzet van middelen bezien wij van jaar tot jaar. in hoofdstuk 12 van het beleidskader gaan wij in op de systematiek van de financiering van het beleid w( & inkomen voor de komende jaren.
-4
Betrokkenheid bureers en instanties
Bij het ontwerpen van dit beleidskader hebben wij gebruik gemaakt van inbreng van raadsfracties tijdc diverse commissievergaderingen (SOC), waaronder de discussienota LuchtenveldrTanamal. Ook hebben inspiratie geput uit de stadsconferentie “De Match” van maart 2004. In contacten met andere gemeenten ‘branchorganisatie’ Divosa hebben wij onze voorstellen getoetst aan opvattingen en modellen elders in I land. Het beleidskader was onderwerp van inspraakbijeenkomsten met de Cliëntenraad Sociale Zekerheid, Allochtonenadviesraad, het Gehandicapten- en Patiënten Platform Amersfoort, de Seniorenraad en de R; van Kerken Amersfoort. De standpunten zijn in een bijlage bij dit raadsvoorstel gevoegd. in grote lijn kunnen de raden en het GPPA instemmen met het beleid werk & inkomen. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Dr. G. de Kleijn
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp raadsbesluit
- concept beleidskader werk &inkomen - inspraakreacties -3-
Gemeente Amersfoort Volgvel I
I
Concept-Raadsbesluit
~
I
! Rq.nr
1489
I
I
De raad der gemeente Amersfoort;
i I
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 augustus 2004, sector WSOíMO (nr. 1489620
I !
besluit: vast te stellen: hei Beleidskader werk & inkomen ‘doen wat je kunt’;
Vastgesteld in de openbare vergadering van ._.... de griffier,
de voorzitter,
..
1 "DOEN IVATJE KUNT" I
Inleiding ...........
beleidskader Werk & Inkomen
-
pqina
concept
I
I
......................................... ................ ......................................................... ........................
2.2 4.
7
Keuzes, die wij eind 2003 heb
Afwegingen ............................ Instroom beperken ....................................................... 4.1 Samenwerking 4.2 Morgen beginnen .............
5.1
Algemeen .......
6.1
De doontroompool ....
................................................................................... .......................
Activeren.. 7.3
Beschut werk.
9.6 Verhaal ............................ i0 Minimabeleid ........................................................................................
11.1 i 1.2 i 1.3 11.4
....................................
25
Financieringsstmctuur Fonds Werk & Inkomen. ........................................................ Begroting 2005-2008. .... ................................................... . . . . Financiering activiteiten reintegratie. ............................................................. Risico's en organisatorische aspecten.........................................................................
26 28
1 "DOEN WATJE KUNT"
beleidskader IVerk & inkomen
. concepl
prrgina 2
Samenvatting Aanleiding voor dit beleidskader werk & inkomen is de wet, die per 1 januari 2004 de Algemene bijstandswet heeft vervangen: de Wet werk en bijstand (WWB). De wet scherpt de rechten en plichten van bijstandscliënten aan, waarbij arbeidstoeleiding nog meer centraal staat. Het voorkomen van langdurige uitkeringsafhankelijkheid zien wij als centrale doelstelling van ons gemeentelijk beleid. De WWB biedt ons meer beleidsruimte en vrijheid om de effectiviteit en efficiency van het huidige beleid te vergroten. Dat moet ook wel omdat de financiële risico's van het beleid voor 100% bij de gemeente ligt. Wij zien ons voor twee opgaven gesteld: Hoe komen we tot een inzet van middelen die leidt tot minimale instroom in en maximale uitstroom uit de uitkering van WWB-cliënten? e Hoe dragen we maximaal bij aan het streven dat iedere cliënt terecht een WWB-uitkering ontvangt en de duur van de WWB uitkering niet langer dan strikt noodzakelijk is? Om deze opgaven het hoofd te bieden, volgen we vijf sporen: 1. Instroombeperking Wij zijn 'streng aan de poon', onder meer door nauwe samenwerking met het CWI bij (het voorkomen van) de uitkerinBintake. Wij willen een "Morgen beginnen" project starten, dat direct werk biedt aan potentiële WWB-cliënten, voor wie een reguliere baan net niet direct haalbaar is.
2. Toeleiding naar werk Cliënten met werkperspectief worden zo snel mogelijk toegeleid naar werk. Het naar vermogen deelnemen aan toeleiding is een verplichting, die hoort bij het recht op een WWB-uitkering. Doen wotje kunt. Als alternatiefvoor de opgeheven Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) en Regeling In- en Doorstroombanen (ID) hebben wij een nieuw Amersfoorts stelsel van gesubsidieerd werk ontwikkeld dat wij per 2005 in werking hebben: de doorstroompool. De doorstroompool omvat alle ontwikkelde en nog te ontwikkelen vormen van tijdelijk werk gericht op doorstroom naar regulier werk. Conform de afspraak in het Collegeprogramma kent Amersfoort in ieder geval 480 gesubsidieerde werkplekken en hanteren we een uitstroomdoelstelling van 15%. Naast onze inzet om een groot aantal tijdelijke werkplekken te verkrijgen willen wij bijdragen aan het scheppen van regulier werk. In 2004 hebben wij een job-hunter aangesteld om lokale en regionale werkgevers actief te benaderen. Wij bouwen de ID-regeling af door middel van een drietal maatregelen: een premie voor werkgevers die een ID-medewerker zonder subsidie in dienst houden; ondersteunen van IDmedewerkers bij doorstroom en een geleidelijke afbouw van de loonkostensubsidie. Wij zijn ons ervan bewust dat de stapsgewijze afbouw van loonkostensubsidie voor met name van gemeentelijke subsidie afhankelijke instellingen negatieve effecten kan hebben. Wij gaan met alle betrokken instellingen afzonderlijk overleg voeren. Waar met de afbouw door de gemeente gewenste en gesubsidieerde prestaties in het geding zijn, vinden wij samen met die instellingen een oplossing.
I
1
"DOEN IVATJE KUNT'
beleidskader Werk & Inkomen
-
concept
pogrnu 3
3. Activering van cliënten Het derde spoor, activering van cliënten met een gering werkperspectief, is gericht op begeleiding, motivering en het wegnemen van belemmeringen zoals bijvoorbeeld het aanpakken van schuldenproblematiek en het leren van deNederlandse taal. Ook hier geldt dat het naar vermogen deelnemen aan activering kan worden opgelegd als een verplichting, die hoort bij het recht op een WWB-uitkering. Doen w a t j e kunt. Voor cliënten met een verder weg liggend perspectief op regulier werk ontwikkelen wij een beschut werkproject. J. Handhaving Met het vierde spoor willen wij bevorderen dat al onze cliënten terecht een WWB-uitkering ontvangen en dat zij zich houden aan de regels die daarvoor gelden. Wij starten een brede aanpak "beter handhaven"; met een samenhangend pakket van goede voorlichting, vroegtijdig signaleren en opsporen van fraude, daadwerkelijk sanctioneren en consequent terugvorderen hebben wij onze handhavingspraktijk op nieuwe leest geschoeid.
5. Minimabeleid Minimabeleid staat enigszins los van de overige vier sporen en heeft betrekking op alle burgers in Amersfoort met een inkomen op het minimumniveau Minimabeleid is gericht op het voorkomen van sociaal isolement, door directe en indirecte financiële steun, waarbij wij de armoedeval zoveel mogelijk voorkomen. Ons minimabeleid kent de volgende voorzieningen: Bijzondere bijstand Regeling voor Sociale Participatie Amersfoort Plustoeslag 65+ Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen Langdurigheidstoeslagen Schuldhulpverlening Wij onderzoeken op dit moment de mogelijkheden voor invoering van een aanvullend collectief contract ziektekostenverzekering en de mogelijkheden van een Amersfoort-pas als alternatief voor de regeling sociale participatie. in 2005 komen wij met voorstellen hierover. Wij geven primair uitvoering aan onze centrale doelstelling door het ondersteunen bij arbeidsinschakeling, door de instroom te beperken en door strikte handhaving. De sporen één, twee en vier hebben onze hoogste prioriteit. Om de uitstroom naar regulier werk maximaal te stimuleren hebben wij de uitstroompremie met ingang van 2004 opnieuw ingevoerd. De premie voor 2004 bedraagt € 900 en wordt uitgekeerd aan cliënten die minimaal eénjaar een bijstandsuitkering hebben ontvangen en die door het vinden van regulier werk minimaal één jaar bijstandsonafhankelijk zijn. Concrete taakstellingen voor het beleid werk en inkomen zullen wij voorleggen in jaarlijkse werkplannen.
1
Inleiding
In dit beleidskader werk & inkomen 'doen wat je kunt' zetten wij het beleid werk & inkomen van de gemeente Amersfoort voor de komende jaren uit. Al vele jaren voeren wij een actief beleid werk & inkomen met een accent op het reïntegreren van bijstandscliënten naar werk: werkvoor inkomen. Beleid dat in de praktijk zijn vruchten heeft afgeworpen, want wij hebben veel cliënten met een bijstandsuitkering aan het werk geholpen. Aanleiding voor dit nieuwe beleidskader is de wet, die per I januari 2004 de Abw heeft vervangen: de Wet werk en bijstand (WWB). De WWB geeft ons ruimte voor beleidsvernieuwing en vrijheid om de effectiviteit en efficiency van ons huidige beleid te vergroten. De WWB dwingt ons hier ook toe, omdat de financiële gevolgen van het beleid werk & inkomen geheel voor rekening van de gemeente komen. In dit beleidskader draait het om deze nieuwe uitdaging. Met dit beleidskader geven wij structuur en richting aan en stellen wij prioriteiten, van waaruit het beleid zich de komende jaren ontwikkelt. De opgaven voor de komende jaren zijn: Hoe komen we tot een inzet van middelen die leidt tot minimale instroom in en maximale uitstroom uit de bijstand? Hoe dragen we maximaal bij aan het streven dat iedere bijstandscliënt terecht een WWBuitkering ontvangt en de duur van de WWB-uitkering niet langer dan strikt noodzakelijk is? Het antwoord geven we aan de hand van concrete jaarplannen en jaarlijkse beleidsevaluaties.' in het jaarplan werk & inkomen stellen wij waar nodig bij en geven w i een concrete invulling voor het komende jaar. in het jaarlijkse beleidsverslag meten, interpreteren en vergelijken we en trekken wij conclusies voor het volgende jaar. Met de opgaven waarvoor de gemeente op dit beleidsterrein staat heeft deze cyclus meer dan voorheen een ontwikkelingskarakter. Wij hebben gekozen voor invoering van de WWB in twee stappen. De eerst stap, het vaststellen van het beleid in het overgangsjaar 2004, is eind 2003 door d e raad gezet. Voor het overgangsjaar 2004 heeft de raad gekozen voor voortzetting van het beleid 2003 naast de per 1 januari 2004 noodzakelijke of zeer gewenste aanpassingen aan de WWB. Deze aanpassingen hebben vooral betrekking gehad op: de 100% financiële verantwoordelijkheid van de gemeente voor de uitvoering van de WWB; de bezuinigingen die het rijk tegelijk met de invoering van de WWB doorvoerde; het wegvallen van de regelingen voor gesubsidieerd werken; de beperkingen die zijn opgelegd aan het gemeentelijke minimabeleid. Het beleid 2004 hebben wij vastgelegd in het Jaarplan werk & inkamen 2004. De tweede stap is het vaststellen van het beleid werk & inkomen voor 2005 en volgende jaren. Per 1 januari 2005 moet op grond van de WWB de nieuwe wetgeving volledig venverkt zijn in het gemeentelijke beleid. Met de vaststelling door de raad van: dit beleidskader werk & inkomen; de verordeningen over reïntegratiebeleid, maatregelenbeleid en het beleid toeslagen en verlagingen; het concrete beleid en de taakstellingen in hetjaarplan werk & inkomen 2005 is deze tweede stap gezet.
[
"DOEN WATJE KUNT''
beleidskader Werk & Inkomen . concept
pogiw 5
Dit beleidskader kent de volgende opbouw:
2. De WWB en Amersfoort: hoofdlijnen van de WWB en de keuzes die eind 2003 zijn gemaakt 3. 'Doen wat je kunt' - één doelstelling, twee opgaven, vijf sporen 4. Instroom beperken 5. Toeleiden naar werk 6 . Gesubsidieerd werken 7. Activeren 8. Uitkeringen verstrekken 9. Beter handhaven 10. Minimabeleid 1 I . Financiering
1
I “ D O W II4TJE KUMT” 2.
beleidskader Werk & Inkomen
-
concepr
pagina 6
WWB en Amersfoort
In dit hoofdstuk geven wij informatie over de WWB in het algemeen en gaan wij kort in op de keuzes, die eind 2003 zijn gemaakt.
2.1
Hoofdlijnen van de wet
Doelstelling De doelstelling van de WWB is gelijk aan de doelstelling van de Algemene bijstandswet van 1996, maar scherper geformuleerd. Het uitgangspunt is dat iedere burger zelfstandig in zijn bestaan moet kunnen voorzien door het verrichten van arbeid. Als dit niet mogelijk is en er geen andere voorzieningen beschikbaar zijn, heeft de gemeente de taak te helpen met het zoeken naar werk en, zolang met werk nog geen zelfstandig bestaan mogelijk is, met inkomensondersteuning. Werk boven uitkering. De gemeente is verplicht voorzieningen te bieden die gericht zijn op reïntegratie. De WWB is vormgegeven op grond van deze aangescherpte doelstelling, waarbij alle regelgeving meer dan in de Abw, ondergeschikt is aan het uitgangspunt dat iedereen maximaal moet worden geprikkeld om te gaan werken. De belangrijkste wijzigingen als gevolg van de WWB We noemen de vijf meest in het oog springende wijzigingen. 1 Reintegratieverplichting voor iedereen De verplichting tot reïntegratie is algemeen. Alleen in individuele gevallen kan hiervan worden afgeweken. De hoogte van de uitkering wordt gekoppeld aan het getoonde besef van verantwoordelijkheid en aan het nakomen van verplichtingen. De gemeente is verantwoordelijk voor het aanbieden van voorzieningen voor cliënten met een bijstandsuitkering (we spreken verder van cliënten) die niet op eigen kracht aan de slag kunnen komen. De cliënt heeft op zijn beurt aanspraak op reïntegratie-inspanningen van de gemeente.
Daarbij is het wenselijk dat de gemeente alle denkbare instrumenten inzet. De gemeente wordt daarin ondersteund door sterke vereenvoudiging van regelgeving, ook waar het de inzet van budgetten betreft. Het begrip ‘passende arbeid’ in de Abw is vervangen door ‘algemeen geaccepteerde arbeid’. Dit houdt in dat ook arbeid onder het niveau van de cliënt moet worden aanvaard.
2. Inkomenswaarborg met strik individueel maahverk Het grote belang van een op uitstroom en reïntegratie gerichte aanpak laat onverlet dat de inkomenswaarborg een kemfunctie is van de WWB. De systematiek in de Abw van centrale normen en gemeentelijke toeslagen blijft ongewijzigd. Bijzondere bijstand mag alleen nog worden verstrekt in individuele gevallen (maatwerk). Categoriale inkomensondersteuning is wettelijk niet meer mogelijk, behalve voor 65+ers. Inkomensbeleid is strikt voorbehouden aan het Rijk. In de WWB is een langdurigheidstoeslag opgenomen voor cliënten met een gering arbeidsmarktperspectief, die langer dan vijfjaar van een minimuminkomen hebben geleefd en in die periode niet hebben gewerkt en die voldoende hebben getracht werk te verkrijgen. Ook dit dient individueel te worden getoetst.
I
"DOEN IV.4TJEKUMT"
beleidskader Werk & Inkomen
-
concept
pagino 7
3. Financiële risico S van Rijk overgedragen naar gemeenten Meer beleidsmatige vrijheid van gemeenten i s gekoppeld aan volledige verantwoordelijkheid voor de financiering. Het Rijk verschaft een jaarlijks vast te stellen budget dat bestaat uit een inkomensdeel (het i-deel) en een werkdeel (het W-deel). Het totale budget voor alle gemeenten schommelt mee met de conjunctuur. De verdeling naar gemeenten geschiedt op basis van een objectief verdeelmodel, onathankelijk van het aantal cliënten per gemeente. De objectiviteit van het model staat ter discussie. Middelen die de gemeente overhoudt op het werkdeel vloeien terug naar het Rijk. Het inkomensdeel is vrij besteedbaar en mag dus, naast de financiering van de WW-uitkeringen, voor andere doeleinden worden benut, zoals voor reïntegratie.
4. Deregulering en derapportage De WWB geeft de gemeente minder formele dwingende regels dan tot dusver. Veel verplichtingen in de Abw zijn omgezet in bevoegdheden van de gemeente. Verder zijn veel uitvoeringsvoorschriften, zoals de RAU (Regeling Administratieve Uitvoenngsvoorschriften), vervallen. Het toezicht door het Ministerie van CZW i s minder direct.
5. Verantwoordingskader wijzigî Het college van B&W verantwoordt zich tegenover de gemeenteraad over de uitvoering van de wet in volle omvang. De gemeenteraad stelt de formele kaders vast op het terrein van werk & inkomen, onder meer door het vaststellen van verordeningen over: het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling (reïntegratieverordening); het afstemmen (= verlagen) van de algemene bijstand als de cliënt niet voldoet aan zijn verplichtingen o f op een andere manier onvoldoende besef van verantwoordelijkheid toont (maatregelenverordening). Deze verordening komt in plaats van het boete- en maatregelenbesluit dat onder de Abw gold; het beleid toeslagen en verlagingen (verordening toeslagen en verlagingen); cliëntenparticipatie (verordening cliëntenparticipatie). Deze verordeningen zijn een verplichting op grond van de WWB en moeten uiterlijk 1 januari 2005 inwerking treden.
2.2
Keuzes, die de gemeenteraad eind 2003 heeft gemaakt
Eind 2003 heeft de raad besluiten genomen over die onderdelen van het beleid werk & inkomen, die een noodzakelijke of zeer gewenste aanpassing vroegen per 1 januari 2004 als gevolg van de invoering van de WWB. Deze eerste stap van de invoering van de WWB is vastgelegd in het Jaarplan werk & inkomen 2004 Wij vanen de belangrijkste punten kort samen.
De arbeidsverplichting i n de WWB wordt aan alle cliënten de arbeidsverplichting opgelegd. Een ontheffing van de arbeidsverplichting wordt gekoppeld aan drie voorwaarden: individuele afweging, zeer dringende redenen en op tijdelijke basis. Wij hebben hierbij oog voor mantelzorgers. Onder de Abw werden 2 categorieën cliënten uitgezonderd: alleenstaande ouders met jonge kinderen en cliënten van 57%jaar en ouder.
I "DOEN WATJE KUNT"
bekidskader Werk & Inkomen
-
roncrpl
puginu 8
Alleenstaande ouders Voor alleenstaande ouders met jonge kinderen geldt de arbeidsverplichting. D e gemeente moet daarbij rekening houden met een verantwoorde invulling van de combinatie van werk en zorg .bij kinderen tot 12jaar. Wij gaan hier als volgt mee om: Wij bieden deze cliënten hulp bij het vinden van kinderopvang en scholings- en opleidingsmogelijkheden die ertoe bijdragen dat deze cliënten op termijn geheel uit de bijstand kunnen uitstromen. Alleenstaande ouders met een arbeidsverplichting kunnen een op hun situatie afgestemd traject niet weigeren. Wij houden rekening met dringende redenen van alleenstaande ouders, waardoor ze tijdelijk zelf voor hun kinderen moeten zorgen.
Cliënten van 57%jaar en ouder Wij beoordelen de eventuele ontheffing van de arbeidsverplichting van alle daarvoor in aanmerking komende cliënten, ook van 57%jaar en ouder op individuele basis. Deze cliënten worden door ons niet bij voorbaat voor de arbeidsmarkt afgeschrevenop grond van hun leeftijd. Wel hebben wij oog voor de geringere kansen van een groot deel van onze cliënten van 57% jaar en ouder. Gesubsidieerd werken Vooruitlopend op het te ontwikkelen nieuwe gemeentelijke stelsel voor gesubsidieerd werken 'de doorstroompool' (zie hoofdstuk 6) is in 2004 de doorstroompool experimenteel van start gegaan met de variant: detachering bij reguliere werkgevers in de profit- en nonprofit sector. Het premiebeleid Met de invoering van de WWB per I januari 2004 keerde de mogelijkheid van gemeentelijk premiebeleid terug. Wij hebben de uitstroompremie opnieuw ingevoerd, omdat wij ervan uit gaan dat inzet van premies de uitstroom uit de bijstand verhoogt en een bijdrage levert aan het voorkomen van de armoedeval. De premie voor 2004 bedraagt € 900. De premie wordt uitgekeerd aan cliënten die minimaal één jaar een bijstandsuitkering hebben ontvangen, die de bijstand hebben beëindigd door het vinden van regulier werk en die vervolgens minimaal één jaar bijstandsonafhankelijk zijn gebleven door het verrichten van betaalde arbeid. Beleid doelgroep Niet UitkeriogsGereehtigden (NUG'gers) De gemeente is ook verantwoordelijk voor de reïntegratie van de doelgroep nietuitkeringsgerechtigden en personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaanden wet (NUG'gers). De doelgroep NüG'gers omvat iedere inwoner van Amersfoort, zonder uitkering (of met een Anw-uitkering), die zich als werkzoekende bij het C W I meldt. Op de omvang van deze doelgroep hebben wij geen invloed. Aan de ondersteuning van deze doelgroep geven wij een lagere prioriteit dan aan de ondersteuning van personen met een bijstandsuitkering. WiJ hanteren een budgetplafond en een inkomensafhankelijke eigen bijdrage en wij maximaliseren de kosten per traject. Aanpassingen van bet armoedebeleid Op grond van de aanscherpingen in de WWB hebben wij gekozen voor de volgende aanpassingen in 2004:
1
[
"DOEN IVATJE KUNT"
belridskoder Werk R Inkonien - concepl
pogin0 9
Bijzondere bijsiand Wij passen de bijzondere bijstand weer louter op individuele basis toe. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden, waaruit noodzakelijke.kosten voortvloeien die niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm. Amersfoort Plus toeslag Jaarlijkse uitkeringen, zoals de Amersfoort Plus toeslag mogen alleen aan 65+ers worden uitgekeerd. De Amersfoort Plus Regeling is hieraan aangepast. De langdurigheidstoeslag De langdurigheidstoeslag is een in de wet opgenomen categoriale toeslag, ter vervanging van de waaier van gemeentelijke categoriale regelingen. Cliënten van 23 tot 65 jaar' hebben jaarlijks recht op deze toeslag als zij 60 maanden of meer een inkomen op het niveau van de bijstandsnorm hebben en aan een aantal overige voorwaarden voldoen: in een periode van 60 maanden mag men niet hebben gewerkt en mag men geen sanctie voor het onvoldoende meewerken aan het vinden van werk hebben ontvangen.
' Recht hebben Ook: WAO-ers die minstens 80% arbeidsongeschiktzijn.
1
''DOEN WATJE KUNT''
.
beleidskader Werk & Inkomen - concupr
pagina 10
'Doen wat je kunt': een doelstelling, twee opgaven, 3 vijf sporen In dit hoofdstuk formuleren wij de hoofdlijnen van ons beleid werk & inkomen. Deze hoofdlijnen werken wij uit in de volgende hoofdstukken.
Eén doelstelling, twee opgaven Het voorkomen van langdurige UitkeringsafhankelijWieidzien wij als centrale doelstelling van ons beleid werk & inkomen. Wij geven hieraan uitvoering primair door het bieden van ondersteuning bij de arbeidsinschakeling. Op grond van de WWB (artikel 7) is in de eerste plaats de gemeente verantwoordelijk voor deze ondersteuning. Werk vaar uitkering is al veie jaren een van de uitgangspunten van ons beleid. Uitkeringsafhankelijkheid voorkomen wij verder door instroombeperking en strikte handhaving. De WWB geeft ons ruimte voor beleidsvernieuwing en vrijheid om de effectiviteit en efficiency van ons huidige beleid te vergroten. De WWB dwingt ons hier ook toe, omdat de financiële gevolgen van het beleid werk & inkomen geheel voor rekening van de gemeente komen. In verzekeringstermen: schadelastbeperking. De twee opgaven daarbij zijn: I . Hoe komen we tot een inzet van middelen die leidt tot minimale instroom en maximale uitstroom? 2. Hoe dragen we maximaal bij aan het streven dat iedere cliënt terecht een WWB-uitkering ontvangt en de duur van de WWB-uitkering niet langer dan strikt noodzakelijk is? Vijf sporen Ons beleid werk & inkomen loopt over vijf sporen:
I . Instroombeperking. Wij zijn 'streng aan de poort', onder meer door nauwe samenwerking met het C WI bij (het voorkomen van) de uitkeringsintake. 2. Toeleiding naar werk van cliënten met werkperspectief. Het naar vermogen deelnemen aan toeleiding is een verplichting, die hoort bij het recht op een WWB-uitkering. Doen watje kunt.
3. Activering van cliënten waar het werkperspectief nog niet in voldoende mate aanwezig is Ook hier geldt dat het naar vermogen deelnemen aan activering kan worden opgelegd als een verplichting, die hoort bij het recht op een WWB-uitkering. Doen watje kunt. 4. Handhaving: het bevorderen dat al onze cliënten terecht een WWB-uitkering ontvangen en zich strikt houden aan de regels die daarvoor gelden, door het maken van heldere afspraken over rechten en plichten, het verlenen van optimale dienstverlening en het opsporen van fraude.
5. Minimabeleid Minimabeleid staat enigszins los van de overige vier sporen en heet? betrekking op alle burgers in Amersfoort met een inkomen op het minimumniveau. Minimabeleid is gericht op het voorkomen van sociaal isolement, door directe en indirecte financiële steun, waarbij wij de armoedeval zoveel mogelijk voorkomen. Het minimabeleid zetten wij voort, ondanks bezuinigingen van het rijk.
I
"DO€N II',.ITJ€
KUiVT"
beleidskader Werk & Inkomen
-
concept
pogina I I
Afwegingen De WWB dwingt ons tot een scherpere keuze van inzet van middelen. Tot de komst van de WWB hadden we meer te maken met verschillende geoormerkte budgetten, zoals de budgetten voor gesubsidieerd werk. Ons beleid was gericht op het maximaal benutten van deze budgetten. Met de WWB beschikken wij over slechts twee aan elkaar gerelateerde geldstromen: het werkdeel en het inkomensdeel. Met deze budgetten, waarbij de hoogte van het inkomensdeel onzeker is (zie hiervoor hoofdstuk 1 I Financiering), moet de gemeente het doen. Omdat de financiële gevolgen van het beleid werk & inkomen voor het eerst geheel voor rekening van de gemeente komen, treedt nu de vraag naar het rendement van de inzet van middelen over de volle breedte van het beleid werk & inkomen naar voren. Dit plaatst ons voor afwegingen: Wat is een aanvaardbare verhouding tussen de inzet van miljoenen perjaar op toeleiding naar werk en de uitstroomresultaten? Hoeveel zetten we in op activering van cliënten, waarvan we vaststellen dat zij zeer moeilijk aan het werk zullen komen? Waar ligt de balans tussen investering van de instroombeperking, van het handhavingsbeleid en de investering in de toeleiding naar werk? Kortom: waar liggen de prioriteiten? Wat is de optimale aanpak, waarbij inzet en resultaten in verhouding zijn? Toeleiden of activeren? Wij blijven inzetten op toeleiding naar werk en op activering, waarbij wij prioriteit geven aan toeleiding. Wij stellen ons cliëntenbestand voor staande op een ladder. Op de bovenste sporten staan de cliënten die een grote kans hebben op uitstroom naar regulier werk. Op de sporten daar direct onder staan de cliënten met werkperspectief, die een toeleidingstraject volgen. Op de middelste sporten vinden we de cliënten met een geringer werkperspectief, die een langer toeleidingstraject nodig hebben. Op de onderste sporten staan de cliënten, waarvoor toeleiding naar werk vooralsnog te hoog gegrepen is en die, op basis van hun individuele omstandigheden, starten met een activerings- of zorgtraject (bijvoorbeeld: eerst afkicken). Ons streven is iedere individuele cliënt de ladder op te stuwen. Iedere individuele cliënt op het onderste deel van de ladder kan zich vroeg of laat ontwikkelen, waardoor activering, toeleiding en werk een perspectief wordt. Wij schrijven niemand af! De cliënt is verplicht zich naar vermogen hiervoor in te zetten. Doen warje kunt. Prioriteiten In grote lijn leggen wij de prioriteiten in de volgorde: I . Instroombeperking, gelet op het grote financiële rendement: geen uitkering, geen administratieve last, en het maatschappelijke rendement: geen gewenning aan een uitkering 2. Toeleiding naar werk van cliënten met werkperspectief, waarmee het uitkeringsvolume daalt (of minder stijgt), met een maatschappelijk en financieel rendement 3. Handhaving, gelet op het financiële rendement en het belang van maatschappelijk draagvlak. 4. Activering van cliënten zonder direct werkperspectief, met een maatschappelijk rendement, zonder (direct) financieel rendement. In deze nota onderbouwen wij deze prioriteitstelling. Een vertaling naar de verdeling van het budget vindt plaats in de jaarplannen, voor het eerst in het Jaarplan werk & inkomen 2005. De feitelijke inzet van middelen bezien wij van jaar tot jaar aan de hand van:
1
I
"DOEN W A T J E W V T "
beleidskader Werk & Inkometr
-
concepr
poginri I 2
De ontwikkeling van het cliëntenbestand WWB, met name de verhouding tussen cliënten met meer en met minder werkperspectief, op basis van een gedetailleerd en voortdurend actueel inzicht in het bestand; Het rendement van eerdere inzet van middelen door meten van resultaten over de volle breedte van het beleid werk & inkomen; De ontwikkeling van de arbeidsmarkt; Benchmarkgegevens: de resultaten van ons beleid werk & inkomen, de ontwikkeling van ons bestand in vergelijking met andere gemeenten. Organisatie De ontwikkeling van het beleid werk & inkomen past in de verdergaande omschakeling van een organisatie die vooral gericht is op uitkeringsversfre~ingnaar een meer ondernemende organisatie die gericht is op het behalen van resultaten bij het beperken van de instroom en het bevorderen van de uitstroom. De opgaven waarvoor de gemeente staat, stelt zwaardere eisen aan de uitvoering. Uiteindelijk komt een goede uitvoering van het beleid werk & inkomen tot stand in het contact tussen klantmanager of trajectbegeleider en de cliënt. Investeren hierin draagt niet in de laatste plaats bij aan de gewenste resultaten.
1 “DOEN IP5ITJE K U i V l ”
beleidskader Werk A Inkomen
-
concept
pogino I 3
4. Instroom beperken In dit hoofdstuk werken wij het spoor instroombeperking uit. Instroombeperking heeft een hoge prioriteit gelet op het grote financiële rendement (geen uitkering, geen administratieve last) en maatschappelijke rendement (geen gewenning aan een uitkering). “Streng aan de poort” vormt de noemer van dit beleid. Centraal staan de taken van het CWI gericht op arbeidstoeleiding en uitkeringsintake. Aan deze poort willen wij een “Morgen Beginnen” project starten. Ook het handhavingsbeleid (zie hoofdstuk 9 Beter handhaven) draagt bij aan instroombeperking. Daarnaast hebben wij aandacht voor preventie: meer afstemming met het UWV ter beperking van doorstroom van cliënten met een WW- of WAO-uitkering naar de WWB, en aandacht voor schooluitvallers.
4.1
Samenwerking CWI
De samenwerking met het CWI is gericht op het voorkomen van instroom in de WWB door bemiddeling naar werk door het CWI, voordat een intake van de uitkering plaatsvindt. Daarnaast voert het CWI op grond van de wet SUWI de administratieve uitkeringsintake uit. De samenwerking ligt vast in de Service Niveau Overeenkomst. Het belang voor de gemeente van een goede uitvoering van deze poortwachtersfunctie neemt met de WWB fors toe. De Service Niveau Overeenkomst voor 2004 is hierop aangescherpt en is bovendien meer SMART. In het streven naar voortdurende verbetering van de poortwachtersfunctie evalueren wij jaarlijks de afspraken en stellen de Service Niveau Overeenkomst bij.
4.2
Morgen beginnen
De meest effectieve manier om een aanvraag voor een WWB-uitkering te voorkomen is het aanbieden van werk. Werk mag niet worden geweigerd. Primair is de werkzoekende zelf verantwoordelijk voor het zoeken en vinden van werk. Gelet op de huidige arbeidsmarkt zal deze werkzoekende zeer gemotiveerd moeten zijn en zich breed moeten oriënteren. Als vangnet in de aanpak ter voorkoming van een WWB-aanvraag past een project, dat direct werk biedt aan deze potentiële WWB-cliënten: Morgen beginnen ( Work First) . Wij verwachten dat van dit vangnet vooral een preventieve werking uit gaat, in het bijzonder naar jongeren. Ervaringen in andere gemeenten wijzen erop dat bij het aanbieden van concreet werk (‘je kunt morgen beginnen’) een deel van de aanvragers afziet van de uitkenngsaanwaag en er de voorkeur aan geeft zelf werk te zoeken in plaats van in het Work fint project te werken. Wij willen starten met een Work first aanbod met een beperkte omvang. Vóór plaatsing op een werkplek vindt toetsing plaats aan de rechtmatigheidseisen van de WWB. Hiermee staat dit aanbod alleen open voor werkzoekenden, die zonder dit project onontkoombaar een WWBuitkering zouden ontvangen.
1
"DOEN WATJE K W T "
beleidskader Werk & Inkomen - concept
pagina /.I
5 Toeleiden naar.werk In dit hoofdstuk werken wij het tweede spoor, toeleiding naar werk, uit. Onder reïntegratie verstaan wij roeleiding naar werk, in de WWB gedefinieerd als arbeidsinschakeling. Toeleiding naar werk, waarmee het uitkeringsvolume (sneller) daalt (of minder stijgt), met een maatschappelijk en financieel rendement, heeft een hoge prioriteit. Het reïntegratiebeleid vormt de kern van het beleid werk & inkomen. Achtereenvolgens gaan wij in op: De inzet van de budgetten, het inzicht in het bestand en de verplichting tot het aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid; De regie over de toeleidingstrajecten en de rechten van cliënten; De toeleidingstrajecten naar werk: door scholing, begeleiding e d o f het opdoen van werkervaring. in het volgende hoofdstuk komt het nieuwe stelsel van gesubsidieerd werken aan bod.
5.1
Algemeen
Inzet van budgetten Nieuw is dat de omvang van reïntegratie-activiteiten niet meer alleen wordt bepaald door de omvang van het reïntegratiebudget (het W-deel). De gemeente mag nu ook WWB-cliënten met behoud van uitkering dan wel met inzet van de uitkering (het i-deel) aan het werk zetten. De inzet van het W-deel richten wij vooral op cliënten met een WWB-uitkering. De rest van dit budget zetten we breder in, onder meer voorjongeren zonder recht op een uitkering, maar met een zeer slechte startkwalificatie op de arbeidsmarkf en voor overige niet-uitkeringsgerechtigden. Waar wij het 1-deel inzetten voor reïntegratie-activiteiten, geldt de voorwaarde dat de inzet cliënten betreft met een WWB-uitkering. Inzicht in het bestand Een continu actueel inzicht in het bestand is een voorwaarde voor het goed kunnen sturen op de doelstellingen van het reïntegratiebeleid. De bestandsopbouw medio 2004 i s als volgt: Tabel Cliënten (inclusief partners) naar fase (indicatie voor de afstand tot de arbeidsmarkt) Fase 1 Fase 2 Fase3 ' Fase4 Nog niet ingedeeld totaal 1o1 238 697 2568 254 3858
Toelichting: Door de nieuwe regelgeving is het aantal fase 4-cliënten in vergelijking met vorig jaar met 15% afgenomen. Van ongeveer de helft van de fase 4-cliënten wordt verwacht dat zij nog zullen uitstromen, bijvoorbeeld omdat voor alleenstaande ouders met jonge kinderen nu ook de arbeidsverplichting geldt. Bovendien zitten in fase 4 op dit moment nog cliënten met belemmeringen die met een enkelvoudig traject kunnen worden weggenomen, zoals bijvoorbeeld het leren van de Nederlandse taal.
I
"DOEN W A T J E K U N T '
beleidsbder Werk R Inkomen
-
coitcrpr
pagino I S
Algemeen geaccepteerde arbeid Cliënten moeten op grond van.de WWB algemeen geaccepteerde arbeid aanvaarden. De cliënt, maar ook de arbeidsmarkt, is echter gebaat bij duurzame uitstroom naar werk op het (0pleidings)niveau van de cliënt. Uitgangspunt voor de toeleidingstrajecten naar werk is het verkrijgen van duurzame arbeid in de zin van onafhankelijkheid van de uitkering. Elke ruimte daarbinnen voor het verrichten van algemeen geaccepteerde arbeid wordt daarbij zoveel mogelijk benut. Wij blijven inzetten op individueel maatwerk: begeleiding, scholing en het opdoen van werkervaring en als dat past in de aanpak: de weg naar blijvende uitstroom uit de uitkering zo kort mogelijk houden. Direct aan het werk als dat kan.
5.2
De regie over de trajecten
De regie over alle toeleidings- en activeringsactiviteiten ligt bij de gemeente. De regietaak omvat: het vaststellen van het geëigende traject voor de individuele cliënt, het afsluiten van trajectplannen met nieuwe WWB-cliënten en overige WWB-cliënten, voor wie een (nieuw) traject is geïndiceerd; o Het inkopen van (deel-)trajecten scholing en begeleiding al dan niet met werkervaring. Een deel van deze trajecten kopen wij in op de private markt in het in het kader van de verplichte aanbesteding; het volgen van trajecten en registreren van voortgang en resultaten. De trajectbegeleider blijft de cliënt volgen. De komende jaren blijven wij de regie op deze wijze uitvoeren. Instrumenten voor toeleiding Het beleid is de komende jaren gericht op verdere ontwikkeling en resultaatgerichte inzet van een breed scala aan toeleidingsinstnimenten. Wij hanteren een driedeling, waarbinnen alle toeleidingsinstrumenten moeten vallen: Starttrajecten voor nieuwe WWB-cliënten met een goed werkperspectief. Het gaat om kortdurende zeer intensieve trajecten, die veel vragen van de inzet van de cliënt. De instrumenten, zoals intensieve sollicitatietraining, kopen wij in op de reïntegratiemarkt. De financiering vindt plaats met inzet van het werkdeel. Deze trajecten zijn in 2004 gestart met een pilot, waarin verschillende methodieken worden getest.
.
Trajecten op maat: begeleiding, scholing e d o f werkervaring. Veruit de meeste trajecten vallen hieronder. De doelgroep bestaat uit cliënten met een minder goede startkwalificatie. Deze trajecten voeren wij zelf uit of kopen wij in op de particuliere markt en bij Banenplan. Belangrijk instrument van 'trajecten op maat' is de doarstroompool: een gevarieerd aanbod van tijdelijk werk, de opvolger van de WIW. Zie het volgende hoofdstuk 'het nieuwe stelsel van gesubsidieerd werk'. Begeleiding kan ook resulteren in alternatieve uitstroom, bijvoorbeeld cliënten tot 30 jaar kUMen in plaats van de uitkering studiefinanciering krijgen als zij een studie oppakken. Trajecten naar relfsrmidigondernemerschap. De trajecten voeren wij zelf uit met advisering door het IMK, waarbij wij het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen (BBZ) uitvoeren. W i doen dit ook voor de regiogemeenten.
I
"DOEX II:.ITJE KUNT''
beleidskader Werk & Inkomen - concept
pagina 16
De concrete inzet van instrumenten bezien wij jaarlijks aan de hand van de arbeidsmarktontwikkeling, de ontwikkeling van het WWB-bestand, de resultaten van het voorgaande jaar en benchmarkgegevens. Als meetresultaat geldt vooral: uitstroom naar regulier werk voor langere tvd, minimaal I jaar. Rechten WWB-cliënten De beslissing of wij een WWB-cliënt wel of niet een bepaald traject aanbieden wordt vastgelegd in een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit. Een cliënt die het niet eens is met deze beslissing, kan hiertegen bezwaar maken. Voordat op het bezwaar wordt beslist, wordt de cliënt in de gelegenheid gesteld te worden gehoord.
5.3
Flankerend beleid
Premies De WWB maakt het mogelijk dat wij het instrument van de uitstroompremie herinvoeren. De Amersfoortse uitstroompremie hebben wij opnieuw ingesteld met ingang van 2004 (zie 2.2). Schuldhulpverlening Ongeveer 1/3 van de WW-cliënten heeft schulden. Het bieden van schuldhulpverlening levert een bijdrage aan de uitstroom naar werk. Schulden zijn veelal een belemmerende factor bij de stap van uitkering naar werk. Het meerinkomen uit arbeid gaat vaak voor lange duur naar de afbetaling van de schuld. Het saneren van schulden bij de overgang van uitkering naar werk levert een positieve bijdrage aan de start op de arbeidsmarkt en aan de continuïteit. Voor de financiering zetten wij onder andere het werkdeel in. Kinderopvang Op 1 januari 2005 wordt de Wet Kinderopvang ingevoerd. De wet heeft gevolgen voor het gemeentelijk beleid kinderopvang ten behoeve van trajecten van WWB-cliënten met jonge kinderen, voornamelijk alleenstaande ouders. Wij komen met aangepast beleid in het Jaarplan Werk & Inkomen 2005. Schrijnende gevallen Verzoeken van (ex)cliënten, die door het volgen van trajecten in de problemen zijn gekomen, bijvoorbeeld omdat hun aanspraak op een langdungheidstoeslag is vervallen, zullen wij serieus nemen. Als het Rijk daarin toestemt zullen wij een hardheidsclausule toepassen.
Meer re vinden in: de Verordening Reïntegratie met toelichting
I
"DOEN WATJE KUiVT"
belzidskader Werk & inkomen
-
concept
pagina / 7
6 Het nieuwe stelsel van gesubsidieerd werk In dit hoofdstuk gaan wij dieper in op een van de instrumenten van toeleiding naar werk: tijdelijk werk, het opdoen van werkervaring. Wij geven de contouren van de opvolger van de WIW: de doorstroompool. Daarnaast gaan wij in op het scheppen van reguliere banen. Tenslotte zetten wij uiteen hoe wij de geleidelijke afbouw van WIW-werkplekken en ID-loonkostensubsidies realiseren.
6.1
De doorstroompool
De komende jaren willen wij een breed en gevarieerd aanbod van tijdelijk werk ontwikkelen. De noemer van dit nieuwe stelsel van gesubsidieerd werk is "de (Amersfoorfse)doorsfroompool". Onder deze noemer plaatsen wij alle ontwikkelde en nog te ontwikkelen vormen van tijdelijk werk gericht op doorstroom naar regulier werk. De voorstellen uit de discussienota van de raadsleden Luchtenveld/Tanamal worden in de doorstroompool geconcretiseerd, met uitzondering van de hoogte van de salariëring. Dit om de doorstroomdoelstelling niet in gevaar te brengen en het project betaalbaar te houden. Onze doelstelling is - conform het collegepropamma 2004 - 2006 - dat minimaal 15% van het aantal cliënten met een gesubsidieerde arbeidsplaats uitstroomt naar regulier werk. Als resultaat van de doorstroompool geldt uitsluitend de doorstroom naar een reguliere baan, voor minimaal één jaar. De doorstroompool komt in de plaats van de regelingen tot 2004: d e WIW en de ID-regeling. De WIW-contracten en de loonkostensubsidie op p o n d van de ID-regeling bouwen wij geleidelijk af. De doorstroompool heeft de volgende kenmerken: Tijdelijk werk voor maximaal 1 jaar; verlenging bij uitzondering. De doorstroompool staat niet op zichzelf. Veelal gaat aan plaatsing op een werkplek een voortraject vooraf. De doorstroompool maakt dan ook onderdeel uit van de trajecten op maat (zie 5.2). Plaatsing in de doorstroompool moet zorgvuldig worden afgewogen. De regie over de plaatsingen in de doorstroompool ligt nadrukkelijk in handen van de gemeente. Alleen cliënten met een WW-uitkering, voor wie de doorstroompool de kortste weg naar werk is, komen in aanmerking. Voor deze cliënten is de doorstroompool verplicht. Verder biedt de doorstroompool - in beperkte omvang - ruimte voorjongeren. Hiermee continueren wij de sluitende aanpak vroegtijdige schoolverlaters.
I
I "DOEN IVATJE KUNT''
beleidskader Werk R Inkomen
-
concepf
pagina IS
Medewerkers in de doorstroompool met een tijdelijk dienstverband ontvangen het wettelijk minimumuurloon. De medewerker ontvangt echter nooit meer dan de hoogte van de WWB-uitkering plus een kleine toeslag. Doorstroom naar een reguliere baan blijft zo ook financieel aantrekkelijk. De doorstroompool wordt gefinancierd uit het I-deel, de inleenvergoeding van de werkgever en uit de vrije ruimte in het werkdeel voor begeleiding en overheadkosten. Wij hebben een voorkeur voor het realiseren van tijdelijke werkplekken bij reguliere werkgevers. Daarnaast stimuleren wij het oprichten van een nieuwe voorziening gericht op het scheppen van tijdelijk werk met een lagere drempel, te vergelijken met de sociale werkvoorziening, echter met een andere doelgroep. ( z i e 7.2) In de WWB is opgenomen dat ook 70% van het gesubsidieerd werken openbaar moet worden aanbesteed. Deze openbare aanbesteding, die ook in de wet SUWI is opgenomen, wordt in 2006 landelijk geëvalueerd. Mede op grond van deze evaluatie ontwikkelen wij in 2006 aanvullend beleid op dit punt. Onze subsidierelatie met Stichting Banenplan zullen wij hierin uiteraard betrekken. In 2004 is de doorstroompool experimenteel van start gegaan met de variant: detachering bij reguliere werkgevers in de profit- en nonprofit sector. Deze variant wordt uitgevoerd door Stichting Banenplan, die ook de WIW en de ID uitvoerde. Hiermee voorkomen we dat er een hiaat ontstaat tussen WIW en doorstroompool.
6.2
Scheppen van reguliere banen
Naast onze inzet om een tijdelijke werkplekken te verkrijgen willen wij bijdragen aan het scheppen van regulier werk. Het gaat ons om banen op een niveau dat aansluit op het niveau van WWB-cliënten met een goed werkperspectief In 2004 is een job-hunter aangesteld om lokale en regionale werkgevers actief te benaderen. De activiteiten van de job-hunter willen wij intensiveren. Begin 2004 is de afdeling Economische Zaken gestart met werkgevers die zich in Amersfoort willen vestigen in contact te brengen met ons Activeringscentrum om plaatsingsmogelijkheden van WWB-cliënten te onderzoeken.
6.3
De geleidelijke afbouw van de WIW en de loonkostensubsidie ID-regeling
Het oude stelsel van gesubsidieerd werk omvatte de WIW en de regeling in- en doorstroombanen, de ID-regeling, voorheen de 'Melken-banen'. De WIW had betrekking op tijdelijke detacheringen bij werkgevers als opstap naar regulier werk. De ID-regeling bood loonkostensubsidie aan werkgevers te behoeve van het in dienst hebben van IDmedewerkers voor onbepaalde tijd. De regeling was niet direct gericht op doorstroom naar een reguliere baan, in tegenstelling tot wat de naamgeving suggereert Met ingang van 2004 zijn de WiW en de ID regeling opgeheven. Het budget dat de gemeente ontving voor de WIW en de ID is indirect, met een forse bezuiniging, opgenomen in het werkdeel WWB. Begin 2004 waren 170 WIW werkplekken en 230 ID werkplekken bemenst. Deze werkplekken worden vanaf 2004 gefinancierd uit het werkdeel. Ons beleid is gericht op het afbouwen van de WIW-contracten, het stapsgewijs beëindigen van de loonkostensubsidie op grond van de IDregeling en het overstappen op het door de gemeente vormgegeven nieuwe stelsel van gesubsidieerd werken onder de noemer doorswoompooi.
I "DOEN WATJE KUiVT"
beleidskader Werk & Inkomen
-
concepr
pagina 19
Afbouw WIW De W I W bouwt vanzelf af, omdat het tijdelijke dienstverbanden voor tbvee tot vier jaar betreft. Voor de medewerkers op een WIW werkplek heeft de afbouw geen nadelige gevolgen. In 2006 is de WIW grotendeels afgebouwd. De financiering vanuit het werkdeel stopt. Afbouw loonkostensubsidie ID regeling De ID regeling biedt 100% loonkostensubsidie en i s in zijn aard nooit gericht geweest op doorstroom. Voortzetting van de subsidiëring van 230 banen (peildatum januari 2004) zou een groot beslag leggen op de middelen voor reïntegratie, met een gering uitstroomresultaat. Deze inzet is niet langer verantwoord, gelet op het financiële risico voor de gemeente bij de uitvoering van de WWB, wat vooral moet worden opgevangen door een effectief reïntegratiebeleid. Daarom bouwen wij de loonkostensubsidie geheel af. Afbouw kan echter nadelige gevolgen voor de medewerkers hebben. Bij de afbouw volgen wij een zorgvuldig traject, dat in 2003 is gestart. In de eerste plaats stimuleren wij het in reguliere dienst nemen van de ID-medewerkers. Een premie van € 10.000 is beschikbaar voor de werkgever die een IDmedewerker zonder subsidie in dienst houdt. In de tweede plaats laten wij onderzoek uitvoeren naar de doorstroomkansen van de huidige ID-medewerkers en bieden wij ondersteuning bij die doorstroom. Resultaten van het onderzoek zijn op het moment van opstellen van deze nota nog niet bekend. In de derde plaats stellen wij een afbouw in van de loonkostensubsidie van 25% per jaar met ingang van de tweede helft van 2005. Op deze wijze is de loonkostensubsidie op zijn laatst in 2008 afgebouwd. M e t deze stapsgewijze afbouw sluiten wij aan bij de lijn die in de meeste gemeenten is gekozen. Wij streven ernaar de afbouw eerder te realiseren door de blijvende inzet van ondersteuning bij uitstroom en de premie. Wij zijn ons ervan bewust dat de stapsgewijze afbouw van loonkostensubsidievoor met name van gemeentelijke subsidie afhankelijke instellingen negatieve effecten kan hebben. Wij gaan met alle betrokken instellingen afzonderlijk overleg voeren. Waar met de afbouw door de gemeente gewenste en gesubsidieerde prestaties in het geding zijn, vinden wij samen met die instellingen een oplossing.
I "DOEN W A T J E KUNT"
beleidskader Werk di Inkomen
-
concept
pagina 20
7 Activeren Activering van cliënten zonder direct werkperspectief heeft niet onze hoogste prioriteit. Het beleid in de komendejaren is gericht op verdere ontwikkeling en resultaatgerichte inzet van de instrumenten voor activering. Resultaatgericht wil zeggen: cliënten komen hoger op de ladder (zie 3. I). We onderscheiden activeringstrajecten op maat, zorgtrajecten en beschut werk
7.1
Activering op maat
Deze trajecten zijn gericht op begeleiding, motivering, het wegnemen van belemmeringen enzovoort De doelgroep bestaat uit cliënten met een gering werkperspectief. Deze trajecten voeren wij zelf uit of kopen wij in op de particuliere markt.
7.2
Zorgtrajecten
Een aantal van de cliënten 'onder aan de ladder' heeft medische of psychische belemmeringen, zoals verslaving. Deze cliënten zijn in behandeling, vaak langdurig, of zijn in behandeling geweest en kunnen in een vicieuze cirkel zitten. Wij bevorderen dat het perspectief van deze cliënten toeneemt door het zoveel mogelijk wegnemen van belemmeringen. Dit willen' we bereiken door begeleide verwijzing naar en door afspraken te maken en contact te onderhouden met behandelende instellingen, zoals RIAGG en instellingen voor verslavingszorg. Ook kunnen we cliënten verplichten een behandeling te volgen. De financiering van deze trajecten vindt plaats met inzet van het werkdeel. Wij zijn in gesprek met ziektekostenverzekeraars over medefinanciering.
7.3
Beschot werk
Wij ontwikkelen een beschut werkproject voor de groep cliënten zonder direct werkperspectief. Het gaat om werk, dat vrijwillig, maar niet vrijblijvend wordt uitgevoerd door WWB-cliënten, die naast de uitkering een kleine premie ontvangen.
I "DOEN W T J E KUNT"
beleidskader Werk di Inkomen - concepr
pagina 21
8 Uitkeringen verstrekken De prioriteit in ons beleid werk & inkomen voor instroombeperking en uitstroombevordering laat onverlet dat de inkomenswaarborg een kernfunctie is van de WWB. De beleidsruimte voor het feitelijk verstrekken van de WWB-uitkering is beperkt. De systematiek in de Abw van centrale normen en gemeentelijke toeslagen vinden we ongewijzigd terug in de WWB. Door het rijk vastgestelde standaardnormenbepalen de hoogte van de WWB-uitkering. Daarnaast hebben gemeenten beperkte ruimte om afte wijken van de toeslag van 20% (bij alleenstaandenen alleenstaande ouders) o f om een verlaging (van de 100% norm van gehuwden en samenwonenden) toe te passen. Wij zetten het beleid dat primair gericht is op rechtmatige en efficiënte verstrekking voort. Wij blijven kiezen voor een simpel en overzichtelijk normensysteem bij de toepassing van toeslagen en verlagingen. De toeslag wordt verstrekt (of de verlaging wordt niet toegepast), tenzij er sprake is van het delen van de woning met anderen. Bij het ontbreken van woonlasten verlagen wij de WWB-uitkering met een bedrag dat gelijk is aan de minimumhuur die in het kader van de huursubsidie geldt. Wij blijven gebruik maken van de bevoegdheid voor 21- en 22 jarigen een verlaging toe te passen. Hiermee voorkomen we dat de uitkering hoger uitvalt dan het minimumloon voor 21- en 22 jarigen.
Meer te vinden in: de Verordening toeslagen en verlagingenbeleid met toelichting.
1
“DOEN WATJE KUNT”
.
beleidskad2r Werk & Inkomen
-
concept
pagina 22
9 Beter handhaven Handhaven richt zich op het bevorderen van de nalevingsbereidheid van-WWB-cliënten en op het effectief bestrijden van fraude. De gemeentelijke beleidsruimte op dit punt is fors toegenomen. De wijze van controle op de naleving van de plichten van WWB-cliënten is geheel vrij. Onder de Abw was dit tot in detail voorgeschreven. Het financiële risico van onterecht toegekende uitkeringen’(ca.E 12.000 per uitkering perjaar) ligt volledig bij de gemeente. Dit noodzaakt tot het vaststellen van een lokaal handhavingsbeleid. In dit hoofdstuk zetten wij ons beleid, dat een hoge prioriteit heeft, uiteen.
9.1
Beleid
Handhavingsbeleid draagt ertoe bij dat iedere cliënt terecht en niet langer dan strikt noodzakelijk een WWB-uitkering ontvangi, wat weer bijdraagt aan het maatschappelijk draagvlak voor het beleid werk & inkomen van de gemeente Amersfoort. In de kern gaat het over het bestrijden van fraude, gericht op die cliënten, die misbruik maken van de sociale zekerheid. Wij gaan strenger, slimmer en resultaatgerichter handhaven. Dit sluit aan bij de intensivering van het reïntegratiebeleid (zie hoofdstuk 5). Beide zijden van de balans van rechten en plichten scherpen wij aan. Bovendien draagt het handhavingsbeleid bij aan uitstroom uit de uitkering. Wij starten een brede aanpak: “beter handhaven”, waarbij wij vijf elementen onderscheiden: I . Vroegtijdige en heldere voorlichting (preventie); 2. Optimaliseren diensweerlening (preventie, creëren van draagvlak); 3. Vroegtijdig constateren en afhandelen van overtredingedfraude; 4. Daadwerkelijke sanctionering; 5. Consequent terugvorderen. Deze elementen hangen onderling nauw samen. Preventie voorkomt fraude, het vroegtijdig opsporen van fraude, daadwerkelijk sanctioneren en consequent terugvorderen draagt weer bij aan preventie. Voorlichting over dit handhavingsbeleid versterkt de preventie. De gemeente Amersfoort doet al veel aan preventie, fraudealertheid van klantmanagers en aan opsporing. Zo is het uitvoeren van een huisbezoek al jarenlang praktijk in Amersfoort. Veel gemeenten maken daar nu pas een begin mee.
9.2
Vroegtijdig constateren door slimmer controleren
Het op grond van de Abw verplichte ritueel van maandelijkse inkomstenverklaringen en periodieke controles van cliënten vroeg veel capaciteit en leverde relatief weinig fraudesignalen op. In aansluiting op succesvolle pilots in andere gemeenten kiezen wij voor een alternatief: het controleren op maat op basis van signalen en op risicosturing. Inmiddels vindt dit alternatief landelijk steeds meer navolging. Signaalsturing houdt in het voortdurend alert zijn bij alle informatieverkeer tussen cliënt en SZ op de mogelijkheid van fraude en het doorvragen bij onduidelijkheden, Risicosturing houdt in dat cliënten met een hoog risico intensiever worden gecontroleerd. Het verhoogde risico heeft niet te maken met de individuele cliënt, maar met die kenmerken van de
I “DOEN IV,ITJ&
KUNT’
beleidskuder Werk
? L
Inkomen
-
concepl
puginu 23
cliënt, waarvan op grond van landelijke ervaringscijfers een verband is vastgesteld tussen deze kenmerken en een hoger frauderisico. Met deze methode verwachten wij fraude effectiever op te sporen. Bovendien zijn wij beter in staat in een vroeg stadium fraude te voorkomen door nieuwe cliënten met kenmerken, die een frauderisico inhouden, bij de intake intensief te Controleren. Daarnaast voeren wij themacontroles uit: op grond van actuele ontwikkelingen of bestandsinformatie voeren wij controle uit op een thema. Deze aanpak heeft ook een klantvriendelijke kant. Voor de meeste cliënten heeft het minder overbodige controle tot gevolg, wat de verhouding tussen cliënt en gemeente ten goede komt. Aan het slimmer controleren koppelen wij lik-op-stuk beleid: het direct en snel afhandelen van fraude, direct sanctioneren van het overtreden van regels en het snel terugvorderen van teveel ontvangen bijstand. Meer re vinden: ‘beter handhaven’, fraudebeleidskader 2005-2009, Gemeente Amersfoort.
9.3
Voorlichting en dienstverlening
Heldere voorlichting aan cliënten, beginnend nog voor de intake, draagt bij aan het voorkomen van overtredingen en fraude. Het betreft zowel de voorlichting aan cliënten in het algemeen (rechten en plichten) als de voorlichting over het handhavingsbeleid: de controle-instrumenten die wij toepassen en de maatregelen bij overtredingen van regels en bij fraude. Het verbeteren van de voorlichting is een continu proces, waaraan wij vanuit de invalshoek van “beter handhaven” de komende tijd gerichter aandacht zullen geven. Ook goede dienstverlening draagt bij aan het voorkomen van overtredingen en fraude. Het verbeteren van de dienstverlening is een continu proces. Goede dienstverlening creëert draagvlak voor een goede nalevingsbereidheid. De dienstverlening is onderwerp van het periodieke klanttevredenheidsonderzoek.
9.4
Sanctioneren
De gemeente moet op grond van de WWB een maatregel (sanctie) opleggen in de vorm van een verlaging van de uitkering als wij constateren dat een cliënt zich niet aan de regels houdt of anderszins onvoldoende besef van verantwoordelijkheid toont. De criteria zijn in een verordening vastgelegd. Ons beleid is gericht op zowel het voorkomen van het opleggen van een maatregel als op het direct sanctioneren van het niet nakomen van verplichtingen. Het betreft verplichtingen in het kader van het reïntegratiebeleid, het niet nakomen van overige verplichtingen en bij fraude. Bij het opleggen van een maatregel onderscheiden wij vier gradaties van licht tot zwaar en hanteren wij vaste sanctiebedragen. I het niet voldoen aan de inlichtingenplicht; I1 onvoldoende inzet bij het verkrijgen van werk; 111 het belemmeren van het verkrijgen van werk; het niet nakomen van verplichtingen in het kader ven een traject; IV het weigeren van of door eigen toedoen verliezen van werk: uitsluiting van de bijstand gedurende één maand. Als het ten onterechte verstrekken van een uitkering aan de orde is, of er is een te hoog bedrag verstrekt, bedraagt de sanctie een percentage van het benadelingsbedrag.
I
I "DOEN W A T J E K I J V T
beleidskader Werk & Inkomen
-
conrep
pogino 2.1
In alle gevallen toetsen wij de verwijtbaarheid en houden wij rekening met bijzondere persoonlijke omstandigheden. Meer te vinden in: de Verordening maatregelen WWB Gemeente Amersfoort met toelichting.
9.5
Terugvorderen
Op grond van de WWB is de gemeente volledig vrij in het voeren van een terugvorderingsbeleid. De gemeente behoudt de teruggevorderde bedragen voor 100%, in plaats van vmr 25% op grond van de Abw. Ons terugvorderingsbeleid is gericht op het voorkomen van het ontstaan van vorderingen en op snelle terugvordering van teveel of onterecht ontvangen bijstand.
Vertrekpunt bij terugvorderen is: 100% terugvorderen. Hierop passen wij de volgende nuanceringen toe: Wij houden rekening met bijzondere individuele omstandigheden. De wijze van terugvordering moet de uitstroom naar werk en het behoud van werk niet te zeer belemmeren. Bij schulden als gevolg van fraude wijken wij alleen bij zeer maarwegende gronden af van 100% terugvorderen. In deze omstandigheden kan een deel van de schuld worden kwijtgescholden. Vaak is sprake van meerdere schulden. In dat geval geldt de voorwaarde dat kwijtschelding moet bijdragen aan een duurzame oplossing van het schuldenprobleem. Wij kunnen de verplichting opleggen van deelnemen aan schuldhulpverlening. In de positie van schuldeiser werken wij mee aan schuldsaneringen in het kader van integrale schuldhulpverlening. Volumebeleid De brede aanpak 'beter handhaven' zal op termijn leiden tot afname van het aantal debiteuren en toename van opbrengsten. Wij willen het aantal debiteuren verder terugbrengen door efficiënter te gaan terugvorderen, mede op basis van een kosten - baten analyse van de
invorderingsactiviteiten.
9.6
Verhaal
Het verhalen van bijstand, bijvoorbeeld bij alimentatieverplichting, is in de WWñ een bevoegdheid van de gemeente. De gemeente Amersfoort maakt gebruik van deze bevoegdheid. Het beleid gericht op het verhalen van bijstand zal uiterlijk bij inwerkingtreding van het nieuwe kinderalimentatiestelsel worden heroverwogen. Die inwerkingtreding staat gepland voor 2005.
[ "DOEN CVATJE K W T "
10
beleidskader Werk & Inkomen
-
conccpi
pagina 25
Minimabeleid
Minimabeleid vormt het sluitstuk in ons beleid werk &inkomen. Minimabeleid is onder meer gericht op het voorkomen van sociaal isolement van cliënten, die langdurig van een minimum inkomen moeten rondkomen, en van overige burgers in dezelfde omstandigheden, waarbij wij de armoedeval zoveel mogelijk voorkomen. Wij geven aan het woord minimabeleid de voorkeur boven armoedebeleid.
10.1 Voortzetting van het beleid in grote lijn In mei 2004 heeft de raad zich krachtig uitgesproken voor het instandhouden van het minimabeleid in Amersfoort op het niveau van 2004. Het nog resterende deel van de door het rijk opgelegde bezuiniging op de uitkering uit het gemeentefonds, 1,2 miljoen, drukt niet op het minimabeleid vanaf 2005. Met ingang van 2004 hebben wij het Amersfoortse minimabeleid aangepast aan de WWB. Zie hiervoor het Jaarplan Werk & Inkomen 2004. Het minimabeleid voor de komende jaren ziet er als volgt uit. Bijzondere bijstand; Regeling voor sociale participatie; Amersfoort plus toeslag voor 65+; Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen; Langdurigheidstoeslag (LDT), bij 5 jaar of langer op het minimum inkomen leven; Schuldhulpverlening.
10.2 Aanpassingen van het minimabeleid De kqmende jaren willen wij de effectiviteit en de efficiency van het minimabeleid vergroten Wij willen met name de verhouding uitkeringskosten - uitvoeringskosten verbeteren: minder uitvoeringskosten. De uitvwringskosten van de bijzondere bijstand bedragen bijna 50% van de totale kosten. De strikt individuele toepassing van de bijzondere bijstand onder de WWB maakt deze verhouding er niet beter op. Wij zien mogelijkheden om binnen de regels van de WWB en zonder de rechten van de cliënten aan te tasten tot een gunstiger verhouding te komen. Naast een aantal kleinere maatregelen denken we aan de volgende wijzigingen van het beleid: De invoering van een aanvullend collectief contract ziektekostenverzekering. Een dergelijk contract vermindert de uitvoeringskosten bijzondere bijstand en verbetert bovendien de verzekeringspositie van WWB-cliënten en overige huishoudens met een minimuminkomen. Wij komen met een voorstel voor invoering van een dergelijk contract met ingang van het 2' kwartaal 2005 (Jaarplan Werk & Inkomen 2005). Alternatief voor de regeling sociale participatie: de stadspas. Het verkennen van de mogelijkheden van een Amersfoon-pas als alternatief voor de regeling sociale participatie is opgenomen in het collegeprogramma 2004 - 2006. Een stadspas biedt voordelen: het bereik is groter, de toepassing kan breder en flexibeler zijn en de gemeentelijke investering genereert meer budget ten behoeve van de doelgroep. Op grond van de resultaten van een onderzoek naar de haalbaarheid van een stadspas komen wij met een voorstel.
"DOEN iVA T JE K U N T ,
I1
beleidskader Werk & Inkomen - concept
pagina 26
Financiering
11.1 Financieringsstructuur Fonds Werk 8, Inkomen. De financiering van de Wet werk en bijstand, het Fonds Werk & Inkomen, is gebaseerd op twee pijlers namelijk het Werkdeel en het Inkomensdeel. Tot 1 januari 2004 konden wij onze uitgaven op het gebied van Inkomen nog voor 75% declareren bij het rijk en de overige 25% was gebudgetteerd. Met de invoering van de WWB met ingang 2004 is 100% gebudgetteerd en daarmee het risico volledig bij de gemeente komen te liggen. Het macrobudget Inkomensdeel wordt bepaald op basis van de Macro Economische Verkenning van het CPB en over de gemeenten verdeeld op basis van een objectief verdeelmodel. Dit objectief model is gebaseerd op de sociaal-economische structuur van de gemeenten. Hierdoor heeft het budget voor de individuele gemeente geen (directe) relatie meer met de uitkeringslasten. Eventuele overschotten hoeven niet te worden afgerekend met het rijk, maar mogen voor andere beleidsdoelen worden ingezet. Jaarlijks vindt de definitieve vaststelling van het budget plaats in september van het dan lopende begrotingsjaar. Tot nu toe kan Amersfoort, als gevolg van herverdeeleffecten door de invoering van het verdeelmodel, als nadeel gemeente worden aangemerkt. Om hier verandering in aan te brengen heeft Amersfoort actie ondernomen. Zo is geparticipeerd in een op initiatief van het ministerie gevomde landelijke werkgroep. Daarnaast is staatssecretaris Rutte speciaal voor dit onderwerp met een ambtelijke delegatie in Amersfoort op bezoek geweest. Het bureau APE heeft vervolgens, in opdracht van de staatssecretaris, onderzoek gedaan naar de werking en plausibiliteit van het verdeelmodel. Amersfoort heeft ook aan dit onderzoek meegedaan. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft de staatssecretaris aan de Tweede Kamer voorstellen gedaan voor aanpassing van het model. De verwachting is dat het aanpaste model gunstiger voor Amersfoort zal uitpakken. In de begroting 2005 is reeds rekening gehouden met een hogere bijdrage van € 1,0 miljoen. Het macrobudget Werkdeel wordt nog steeds bepaald op basis van historische cgfers en vervolgens op basis van historisch aandeel verdeeld over de gemeenten (Amersfoort 0,62%), waarbij afrekening van overschotten met het rijk plaatsvindt. Voor 2005 geldt deze systematiek nog steeds. Het rijk wil echter ook voor het Werkdeel naar een objectief verdeelmodel. Dit verdeelmodel is nu in ontwikkeling. De verwachting is dat dit model in 2006 zal worden ingevoerd. De eerste berichten hierover zijn voor Amersfoort niet gunstig. Het armoedebeleid is een volledig gemeentelijke aangelegenheid. Financiering vindt dan ook geheel plaats uit gemeentelijk budget.
11.2
Begroting 2005-2008.
In de begroting 2005-2008 van de gemeente Amersfoort zijn de navolgende voorlopige' cijfers (op hoofdlijnen) voor Inkomen, Werk en Armoedebeleid opgenomen (deze ramingen zijn excl. uitvoeringskosten)
Het voorlopig budget inkomensdeel 2005 zal. evenais het budget Werkdeel 2005, ná Prinsjesdag bekend worden gemaakt.
1
pagina 27
beleidskader Werk & Inkometi - coneep1
"DOEN W A T J E K W T "
Door verdergaande objectivering van het verdeelmodel (100% in 2007) en doorwerking rijksbezuiniging (2005 en 2006) wordt het gemeentelijk aandeel nadeling beïnvloed.
.. - .
I
110.349 Lasten Rijksbudget Werkdeel 19.413 Geraamd saldo I936 (gemeentelijk aandeel)
I
19.719 19.413 I306
19.569 19.413 I156
19.569 19.413 I156
Door aanpassing van de lasten conform de reeds doorgevoerde rijksbezuinigingen op het rijksbudget (2004) en het wegvallen van de SPAK c.a. (2006) wordt het gemeentelijk aandeel lager.
Armoedebeleid Lasten Aflossing c.a.*****) Geraamd Saldo (gemeentelijk aandeel)
2.591 212 2.379
2.591 212 2.379
2.591 212 2.379
2.591 212 2.379
DOE.\‘11’.17 J E K U V T
11.4
beleidskader Werk R Inkomen
. conctppr
pagina
IS
Risico’s en organisatorische aspecten.
Met de nieuwe budgetsystematiek van het Fonds Werk & Inkomen zijn I worden de (financiële) risico’s bij de gemeente gelegd. Hierbij valt te denken aan: I . Indien de plaatselijke volume-ontwikkeling groter is dan de landeluk ontwikkeling zal dat financiële gevolgen kunnen hebben voor de individuele gemeente. 2. Plaatselijk een grotere bevolkingsgroei dan gemiddeld heeft nadelige gevolgen binnen de objectieve verdeling van het macrobudget Inkomensdeel. Inmiddels heeft de staatssecretaris dit risico onderkend en toegezegd naar een oplossing te zoeken. 3. De exacte uitkomsten van de herziening van het verdeelmodel Inkomensdeel zijn ten tijde van dit schrijven nog niet bekend. Voor het werkdeel is dit nog volledig onbekend. 4. De staatssecretaris heeft aangegeven dat het verdeelmodel Inkomensdeel na de herziening een onderhoudstraject in zal gaan. De effecten van dit onderhoudstraject zijn momenteel niet te voorzien. In het jaarplan Werk en Inkomen 2005 zullen wij naar verwachting kunnen beschikken over de hoogte van de ‘voorlopige’ rijksbudgetten 2005. In januari 2005 volgt de beschikking over 2005, waarna in september 2005 het definitieve rijksbudget 2005 wordt vastgesteld. Wij zullen op basis van de uitvoeringsplannen voor 2005 én rekening houdend met de voorlopige rijksbudgetten, een concretere financiële paragraaf kunnen formuleren. Op basis van het meejarenbeleidskader kunnen wij nu tot de volgende afbakening komen: Het I-deel zal ingezet worden voor: Uitkeringen (aantallen x gemiddeld € 12.000,--) Langdurigheidstoeslag (LDT) Doorstroompool (onder de voorwaarde van par.12.3) Het W-deel zal ingezet worden voor: Morgen beginnen Reïntegratietrajecten Doorstroompool Beschut werk Trajecten nuggers Premiebeleid Schuldhulpverlening Waar mogelijk zal ook gebruik worden gemaakt van externe financieringsbronnen (b.v.ESF gelden). Verder zal het Formatienormeringssysteem (FNS)niet eerder dan in 2005 volledig zijn herzien en aangepast aan de invoering van de WWB. Naar verwachting zal de verdere uitwerking van deze nota in concrete uitvoeringsplannen, in ieder geval in 2005, binnen de bestaande bedrij fsvoenngsbudgetten kunnen plaatsvinden.