Jaargang 2 – nummer 3 Wintereditie 2011
scoop
Tijdschrift van de geneesheer-specialisten van AZ Alma campus Eeklo en Sijsele
Lees in dit nummer: 3 ❯ Het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt 4 ❯ Steeds meer belangstelling voor geriatrisch dagziekenhuis 6 ❯ Interne liaison geriatrie 9 ❯ Externe liaison geriatrie – Niet Pluis Gevoel Meetjesland Het belang van Vitamine D – Thuiszorgoverleg
12 ❯ Ondervoeding voorkomen – Vaccinatie richtlijnen bij ouderen – Ergotherapeutische interventies in thuissituatie 14 ❯ Nieuws uit AZ Alma 16 ❯ De kijk van de huisarts
Themanummer Geriatrie In dit nummer wordt de werking van de dienst geriatrie van AZ Alma belicht, zowel binnen de muren van het ziekenhuis als daarbuiten. AZ Alma streeft er immers naar om de ouderen zolang mogelijk in hun vertrouwde omgeving te houden. (foto familie Depoortere, Oedelem)
Colofon
Dr. Danny Meire, ❮ hoofdredacteur Almascoop
Almascoop is het tijdschrift van de geneesheer-specialisten van AZ Alma.
Verantwoordelijke Uitgever ❯ Dr. Paul Hoste voorzitter medische raad
Hoofdredacteur ❯ Dr. Danny Meire
Redactieraad ❯ ❯ ❯ ❯ ❯ ❯ ❯ ❯ ❯ ❯
Dr. Dirk Bernard, medisch directeur Dr. Joost De Ganck Dr. Alex Demurie Dr. Paul Hoste Dr. Wim Hutse Dr. Eddy F.P. Kuppens Dr. Danny Meire Dr. Stefaan Poriau Dr. Peter Roosen Marc Van Hulle, manager PR en communicatie
Design ❯ Living Stone
DTP en Drukwerk ❯ Offsetdrukkerij De Sonville
Samenstelling ❯ ❯ ❯ ❯ ❯ ❯ ❯ ❯ ❯
Dr. Hilde Baeyens Dr. Dominique De Landsheere Dr. Peter Desmet Odri Apers Anneke Bauwens Lieven Goeminne Romina Vandemaele Ellen Ackaert Marc Van Hulle
Fotografie ❯ IPon Maldegem ❯ Michel Moens ❯ AZ Alma
Suggesties voor Almascoop steeds welkom bij: ❯ Marc Van Hulle postvak manager PR en communicatie (campus Eeklo of campus sijsele) @
[email protected] 050 72 83 32
VZW AZ Alma ❯ campus sijsele Gentse Steenweg 132 B-8340 Sijsele-Damme tel. 050 72 81 11 ❯ campus eeklo Moeie 18 B-9900 Eeklo tel. 09 376 04 11 www.azalma.be
[email protected] Indien u meewerkt aan een reportage voor Almascoop stemt u impliciet ook in met het nemen en/of publiceren van foto’s die verband houden met deze reportage of deze activiteit. Wij hopen op uw begrip daarvoor te kunnen rekenen.
02
Editoriaal
Beste lezer, Bij het verschijnen van dit nummer zullen de verkiezingen voor de nieuwe Medische Raad in AZ ALMA reeds hebben plaatsgevonden. Gelukkig heeft een nieuwe Medische Raad niet zoveel tijd nodig om zich te installeren als een federale regering. De Medische Raad is voor de ziekenhuisartsen een belangrijk orgaan. Immers via dit orgaan participeren de artsen in de organisatie van het ziekenhuis. Daar waar de directieleden, incluis de hoofdgeneesheer, aangeduid worden door de raad van bestuur en aldus het uitvoerend orgaan zijn van het ziekenhuis wordt de Medische Raad democratisch verkozen door de geneesheren werkzaam in het ziekenhuis. De Medische Raad is een belangrijk adviesorgaan aan de raad van bestuur voor het algemeen beleid en de strategie. De Medische Raad spreekt met de raad van bestuur ook de Algemene Regeling en werkvoorwaarden evenals de Financiële Regeling af. De leden van de Medische Raad doen dit op vrijwillige en onbezoldigde basis. Een woord van dank voor de uittredende leden, die de afgelopen drie jaar tijd, moeite en energie hebben geïnvesteerd voor het algemeen belang is hier op zijn plaats. Dank ook aan collega Theo Timmermans, die bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, zijn ziekenhuisactiviteiten heeft stopgezet. Op de hem eigen wijze, zonder veel poeha, heeft Theo afscheid genomen van het ziekenhuis. Theo, het ga u goed! In dit nummer vindt u verschillende artikels over ouderenzorg. Zoals iedere lezer weet, worden wij in onze brede regio dagdagelijks geconfronteerd met een grote groep ouderen. De specifieke situatie en pathologie vergen een aangepaste aanpak. Ook in dit gebied van geneeskunde en verzorging is de jongste jaren enorme verandering en vooruitgang geboekt. Samenwerking tussen alle zorgniveaus is hier van essentieel belang. De niet-aflatende stimulerende invloed van de geriaters van AZ Alma evenals inzet van huisartsen en zorgverleners in deze sector worden in dit nummer uitvoerig toegelicht. Verder vindt u in dit nummer naast enkele nieuwtjes ook de voorstelling van de huisartsenkring ‘de Noordster’. Dank aan collega Dirk De Smet voor een terugblik op de geschiedenis van de kring die blijkbaar in collegiale sfeer het aangename aan het nuttige heeft weten te paren. Op het eind van 2011 worden wij geconfronteerd met een dreigende crisissfeer maar toch kijken wij als Alma-familie hoopvol uit naar 2012. De aanvang van de werken van het lang verwachte nieuwbouwziekenhuis zijn gepland voor maart 2012. Hierover berichten wij alvast in ons volgend nummer. Veel leesgenot. Dr. Danny Meire Hoofdredacteur ■
'Het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt' door dokter Hilde Baeyens
Het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt Het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt werd vastgelegd in KB van 29/01/2007. Het omhelst de integrale zorg voor de oudere patiënt met geriatrisch profiel. Deze zorg wordt opgenomen door een multidisciplinair team geriatrie binnen een acuut ziekenhuis (ambulant en hospitalisatie). Externe liaison zorgt dan weer voor kwaliteitsvolle uitwisseling van expertise tussen huisartsen, CRA’s in WZC, thuiszorgnetwerken en teams geriatrie. Geriatrie is een jonge discipline, doch is het toonbeeld van evidence based medicine. In 1984 kon Rubenstein aantonen dat het voor ouderen met geriatrisch profiel een bijkomend voordeel is om op een acute G (GEU) dienst te worden opgenomen in vergelijking met klassieke dienst interne geneeskunde (controle groep). Niet alleen de 1-jaars overleving verbeterde significant (50%), doch ook ADL, IADL, mentale toestand (cfr. grafiek). Met het oog op kwaliteit van leven zijn deze laatste parameters nog veel belangrijker. Dit resulteerde in een bijna halvering van aantal opnames in een WZC na een jaar (27% vs 47% na 1 jr). (cfr Sepulveda GEM study, NEJM 1984; 311:1664). 48%
47%
25%
GEU
24%
controle groep
Het team geriatrie observeert respectvol het functioneren van de oudere, wat zijn mogelijkheden zijn en zijn beperkingen. Hiervoor worden objectieve assessment-schalen gebruikt, die een aanvulling betekenen voor de expertise van het team. De verschillende, onderliggende relevante aandoeningen worden opgespoord en als mogelijk behandeld. Vanaf dag één wordt gestart met multidisciplinaire revalidatie, ook al zijn patiënten vaak nog ziek. Hierdoor wordt verhinderd dat de algemene fysieke conditie van de oudere afneemt door de hospitalisatie op zich. Uit dit fenomeen blijkt dat de klassieke aanpak van een zieke patiënt (eerst diagnose D, daarna therapie C en daarna revalidatie Sp) voor ouderen met geriatrisch profiel nefast is. De wekelijkse teamvergadering met multidisciplinaire patiëntenbespreking zorgt ervoor dat alle teamleden op de hoogte zijn
De drie geriaters van AZ Alma: dokter Dominique De Landsheere, dokter Peter Desmet en dokter Hilde Baeyens.
van de aandoeningen van de oudere, dat observaties worden doorgegeven en acties ondernomen. De ontslagvoorbereiding naar huis (inclusief thuisinterventies en thuiszorgoverleg), het al dan niet stoppen van intraveneuze voeding en vocht, starten van puur palliatieve therapie, opstarten van bewind42% voering, wordt in team besproken. 24%
Geleidelijk aan groeide de ervaring dat deze multidisciplinaire manier van werken ook ambulant zou moeten kunnen aangeboden worden. In 2006 was AZ Alma een van de eerste die het pilootproject dagziekenhuis geriatrie vanuit het FOD kon opstarten. De meerwaarde voor patiënten met geriatrisch profiel thuis, in WZC of in kortverblijf is duidelijk. Het dagziekenhuis ontvangt anno 2010 1000 patiënten per jaar en patiënten en families zijn zeer tevreden (cfr. enquête). Oudere patiënten met complexe pathologie kunnen bij voorkeur terecht op het dagziekenhuis G, ook voor semi-urgente problemen. Een opname is enkel aangewezen bij levensbedreigende acute pathologie, of als omkadering thuis of setting in WZC ontoereikend is. Door de vergrijzing van de bevolking en het tekort aan acute G bedden, leert de realiteit dat heel wat ouderen buiten de acute G te worden opgenomen. In het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt werd door het FOD een luik interne liaison functie opgenomen. Dit heeft als doel de geriatrische knowhow ook buiten de G ingang te laten vinden.
AZ Alma geriatrie heeft gekozen om drie geriatrische syndromen te detecteren: ondervoeding, verwardheid, recidiverend vallen. Het behandelende team krijgt adviezen aangereikt zodat deze syndromen aangepakt kunnen worden.
Oudere patiënt met geriatrisch profiel: 1. actieve poly-pathologie 2. polyfarmacie en gestoorde farmacokinetiek; 3. gestoorde homeostase mogelijkheden en fragiliteit 4. atypische ziektebeelden, geriatrische syndromen 5. gevaar voor verlies aan zelfredzaamheid 6. tendens tot inactiviteit waardoor toegenomen risico op institutionalisering 7. ondervoeding 8. psychosociale problemen
Met enige trots ligt voor u het nummer rond het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt (cfr tabel hierboven). We hopen dat u hierdoor een boeiende kijk zult krijgen op de multidisciplinaire aanpak van de oudere met geriatrisch profiel. Voor bijkomende info kunt u terecht op de website van AZ Alma , waar het geriatrische handboek in te kijken valt, zoals de wet het voorschrijft. Dit nummer kwam dan tot stand dankzij en met het ganse G-team. Ik wens hen hierbij dan ook expliciet te bedanken voor hun enthousiasme, teamspirit en werklust hand in hand met het diepe respect voor ouderen. Dr. Hilde Baeyens Diensthoofd geriatrie AZ Alma ■
03
‘Steeds meer belangstelling voor geriatrisch dagziekenhuis’
Steeds meer belangstelling voo In het geriatrisch dagziekenhuis kunnen geriatrische patiënten terecht met tal van specifieke noden zoals: geheugen-, slik- en gangproblemen, nazicht medicatie, vermagering, therapieën zoals bloedtransfusie, ijzer, inmmunoglobulines, Zometa,… Ook voor wondzorg en revalidatie zijn oudere patiënten hier aan het juiste adres. (zie fig. 1: cijfers mbt zorgtrajecten)
ken en het behandelingsvoorstel met de patiënt en zijn familie. De nodige voorschriften en het verslag voor de huisarts worden meegegeven wanneer de patiënt naar huis gaat. Deze multidisciplinaire aanpak slaat dan ook aan, want het geriatrisch dagziekenhuis is in volle groei. Op 5 jaar tijd is het aantal patiënten verviervoudigd. (zie fig. 2: cijfers ivm de bezetting van het dagziekenhuis)
Figuur 1 Zorgtraject
2008
%
2009
%
2010
%
cognitie
189
37,8
405
60,2
479
48,7
malnutritie
24
4,8
20
3,0
2
0,2
vallen
267
53,4
24
3,6
11
1,1
23
3,4
16
1,6
incontinentie
cognitie
malnutritie
vallen
incontinentie
Een multidisciplinair team staat ter beschikking van het geriatrisch dagziekenhuis. Dit team bestaat uit de geriaters, 3 verpleegkundigen, een ergotherapeute, een kinesist(e), een logopediste, een psychologe en een medewerker van de sociale dienst. Indien nodig wordt de diëtiste geraadpleegd. Een patiënt op het geriatrisch dagziekenhuis wordt verwelkomd door een verpleegkundige en neemt plaats in één van de comfortabele zetels. Daarna volgt een consultatie bij de geriater met de patiënt en zijn familie. De geriater bepaalt per patiënt het specifieke/persoonlijke programma waarin elk lid van het multidisciplinair team haar taak vervult. De patiënt wordt vanuit de gezamenlijke ruimte begeleid van en naar de nodige onderzoeken. De verpleegkundigen geven de nodige informatie over het verloop van die dag en stellen de patiënten gerust. Bij cognitieve problemen worden nog enkele vragenlijsten overlopen met de familie. De patiënt krijgt ’s middags een warme maaltijd aangeboden waarna ze de gelegenheid krijgen om te rusten. In de namiddag bespreekt de geriater de uitslagen van de resultaten van de onderzoe-
04
Figuur 2 Ambulante patiënten
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2
244
288
500
673
983
?
De herkomst van onze patiënten: 77% komt van thuis, 20% komt van een RVT. Met overige wordt bedoeld: kortverblijven, service flats. (zie fig. 3: cijfers over herkomst)
Reactie van de dochter van een patiënt van het geriatrisch dagziekenhuis
‘Medewerkers op geriatrie kunnen niet genoeg waardering krijgen!’ De afdeling geriatrie van AZ Alma in het algemeen, en het dagziekenhuis in het bijzonder worden fel gewaardeerd, ook door familieleden van patiënten. Monique is zo iemand: ze kwam eerst met haar vader, en nu met haar moeder op geregelde tijdstippen naar het dagziekenhuis. ‘Ik vind dat een schitterend initiatief: alle onderzoeken worden gecentraliseerd, je hebt onmiddellijk de resultaten ervan en ’s avonds kunnen de patiënten gewoon weer terug naar hun vertrouwde omgeving. En je krijgt ook een deskundige uitleg van de dokter, zodat je perfect weet waar je aan toe bent.’ Monique is een fan van de aanpak van dokter Baeyens: ‘Ik vind haar holistische visie, met de patiënt centraal, de beste om van daaruit de problemen op te sporen en aan te pakken.’ Maar ze heeft ook waardering voor het personeel op de geriatrie: ‘Ik vind het echt heel positief dat jonge verpleegkundigen voor de afdeling geriatrie kiezen. Ik zie in het dagziekenhuis, maar ook verder op de afdeling, jonge verpleegkundigen die heel vriendelijk en vakkundig met de patiënten omspringen. Het beleid kan die mensen niet genoeg waarderen, vind ik. Onze ouders hebben goed voor ons gezorgd, nu is het aan ons om goed voor hen te zorgen, en daar helpen zij voor een belangrijk deel aan mee.’ Geriatrie is trouwens één van de afdelingen waarvoor een specifieke beroepstitel bestaat.
door Anneke Bauwens, verpleegkundige dagziekenhuis geriatrie
or geriatrisch dagziekenhuis Het team van het geriatrisch dagziekenhuis in campus eeklo: van links naar rechts dokter Hilde Baeyens (geriater), kinesitherapeute Ellen Matthys, ergotherapeute Eveline Doppegieter, verpleegkundige Griet Goethals, sociaal assistente Ellen Ackaert, verpleegkundige Béatrice Bagilimana, dokter Dominique De Landsheere (geriater), verpleegkundige Anneke Bauwens en psychologe Griet De Smet.
Welke patiënten kunnen terecht in het geriatrisch dagziekenhuis? Verwijzing door: huisarts, best telefonisch overleg met geriater. De geriater legt dan de planning in grote lijnen vast. Graad van urgentie: niet-urgent en semi-urgent (bij uitzondering urgent). Afhankelijk van urgentie wordt een afspraak binnen enkele dagen tot maximaal drie weken geregeld. Aanpak: Multidisciplinair (team G) en Interdisciplinair (andere medische disciplines). Een (meestal luxerende) ziekenhuisopname wordt op die manier vermeden.
Figuur 3 Herkomst
2008
%
2009
%
2010
%
thuis
405
81,0
520
77,3
757
77,0
ROB/RVT
86
17,2
147
21,8
202
20,5
overige
9
1,8
6
0,9
24
2,4
- 93% vindt dat de verpleegkundige voldoende uitleg gaf - 96% vindt dat hij/zij voldoende en begrijpbare uitleg krijgt van de geriater - 87% zou het geriatrisch dagziekenhuis aanraden De patiënt brengt het volgende mee: verwijsbrief van de huisarts, medicatielijst, verslag verpleging indien patiënt verblijft in een RVT, SIS kaart , bloedgroepkaart, bril en/of gehoorapparaat. ■
thuis
ROB/RVT
overige
Uit cijfers van een tevredenheidsenquête in 2009 blijkt het volgende: - 52% werd verwezen door de huisarts, 38% door de geriater (na opname op een Gdienst of voor follow-up na een dagopname) - Meeste patiënten worden gebracht en opgehaald door een familielid
Contactinfo: Verpleging geriatrisch dagziekenhuis: 09-376 05 88 Dr. Hilde Baeyens: 09-376 04 59 Dr. Dominique De Landsheere: 09-376 04 88
Aard van problemen: 1. opsporen van oorzaken van geriatrische syndromen (vb ondervoeding, gedragof geheugenproblemen, mobiliteitsproblemen, chronische problemen, polyfarmacie) 2. intraveneuze therapie (venofer, gammaglobulines, transfusie, bifosfonaten, diuretica) 3. revalidatie (in aansluiting opname G; cognitieve revalidatie) 4. follow-up: een aanpak van complexe, polypathologie om heropnames G te voorkomen Aard van patiënten : 1. ouderen met geriatrisch profiel (cfr blz. 3) 2. thuiswonende ouderen 3. bewoners van instellingen (WZC, Sp gerontopsychiatrie), patiënten in kortverblijf Geriatrisch Dagziekenhuis AZ Alma, Moeie 18 te Eeklo (09-376.05.88)
05
‘Interne liaison geriatrie biedt multidisciplinaire ondersteuning’
Interne liaison geriatrie biedt mu De interne liaison probeert gespecialiseerde multidisciplinaire ondersteuning te bieden aan alle oudere patiënten, 75-plussers die niet opgenomen worden op een geriatrische dienst en die beantwoorden aan bepaalde criteria (GRP: Geriatrisch Risico Profiel). De taak van de interne liaison geriatrie bestaat uit het: • Tijdig opsporen van aanwezigheid van geriatrische syndromen door case-finding en indien gewenst een verder doorgedreven geriatrisch assesment van cognitie, vallen, ondervoeding, depressie. Drie belangrijke zorgpaden (malnutritie, vallen en mobiliteit, cognitie) worden uitgewerkt om detectie mogelijk te maken naar deze specifieke problemen bij ouderen. • Specifieke noden en problemen op medisch, verpleegkundig, paramedisch en sociaal vlak herkennen en er aan tegemoet komen. • Multidisciplinair consult aanbieden. • Onze geriatrische deskundigheid ter beschikking stellen van de behandelende arts en het multidisciplinair team. Dit vertaalt zich in een advies aan de behandelende geneesheer-specialist, het verpleegkundig paramedisch team en de huisarts. Het team van de interne liaison geriatrie bestaat uit: • De geriaters: Dr. Hilde Baeyens, Dr. Dominique De Landsheere, Dr. Peter Desmet • Ergotherapeuten: Freya De Vos en Liesbet Hebbelinck • Liaisonverpleegkundigen: Odri Apers, Karlien Geirnaert en Marleen Backaert • Logopediste: Els De Groote • Diëtiste: Claire Vermeire • Psychologe: Griet De Smet • Sociaal verpleegkundige: Ellen Ackaert Aanvullend zullen ook de paramedici, die de patiënt reeds volgen, worden betrokken voor het verder analyseren en evalueren van specifieke problemen. Het verloop van de interne liaison geriatrie: • Een eerste screening gebeurt aan de hand van de GRP (Geriatrisch Risico Profiel). Het is een screeningsinstrument om de risicopatiënten bij de 75-plussers op te sporen.
06
Afbeelding 1 Risico (situatie voor opname)
Ja
Nee
Cognitieve stoornis: problemen van ernstige vergeetachtigheid of verwardheid? Zijn er zaken die u vergeet die u niet wou vergeten? (gebruikt u hulpmiddelen: briefje, boekje……)
2
0
Alleenwonend of geen hulp mogelijk door inwonende partner/familie? (niet voorzien van thuishulp, bv. Poetshulp,maaltijden,enz..) 1
0
Moeite met transfers /stappen of gevallen het voorbije jaar? (alleen uit bed/zetel komen)
1
0
Werd u de laatste 3 maanden opgenomen in een ziekenhuis? (minstens 1 overnachting, ook op spoed)
1
0
Neemt u dagelijks meer dan 5 verschillende geneesmiddelen in? (controle dossier)
1
0
TOTAAL SCORE
………........../6
Deze eerste testing is zeer geschikt om functionele achteruitgang bij de patiënt te detecteren en zijn/haar fragiliteit in kaart te brengen. (afbeelding 1) • Op basis van de resultaten (2 of ≥ 2) uit deze screening wordt gekeken of en welke bijkomende testen noodzakelijk zijn om bestaande problemen te detecteren en te analyseren. • Er wordt dan gestart met een of meerdere zorgpaden, afhankelijk van de screening van de testen die worden gebruikt doorloopt men het volledige traject (stroomschema’s). • Indien nodig kan ook een consult bij de geriater overwogen worden, dit steeds door de IL-verpleegkundige na ruggespraak met de behandelende geneesheer-specialist. • Aan de hand van de bevindingen van de verschillende meetinstrumenten wordt de patiënt besproken op het IL-team al dan niet (afhankelijk van het probleem) in aanwezigheid van een geriater. Een advies voor het behandelend team en behandelende arts wordt geformuleerd en doorgegeven. De behandelende arts kan dit opnemen in zijn ontslagbrief naar de huisarts. Bij een positieve GRP: (afbeelding 2 - Stroomschema interne liaison) De drie zorgpaden worden uitgewerkt in sa-
Positieve screening: ≥ 2 menwerking met volgende geneesheer-specialisten: • Malnutritie: opvolging en behandeling, in samenwerking met gastro-enterologen en dieetkeuken • Valproblematiek: risico en preventie, in samenwerking met fysiotherapeuten • Cognitie: delier, in samenwerking met neurologen 1) Waarom ondervoeding aanpakken? Bij het ouder worden verandert de lichaamssamenstelling, men krijgt meer vetmassa waardoor de spiermassa vermindert en de kans op sarcopenie vergroot. De geleidelijke afname van spiermassa lijdt tot afname van de spierkracht wat belangrijk is voor de zelfredzaamheid en mobiliteit van de oudere. Een tekort aan energie, eiwitten of andere ingrediënten geeft een meetbaar effect op de lichaamssamenstelling en lichaamsfuncties met volgende gevolgen: • Fysieke gevolgen: verminderde AH –functies, verminderde spiersterkte en gedaalde cardiale functie • Negatieve invloed op psyche van oudere: moeheid,depressie,minder sociale interactie • Verminderde immuunfunctie: complicaties zoals vertraagde wondheling, infecties • Negatieve impact op prognose van patiënt: verlengde hospitalisatieduur • Toegenomen gebruik van de gezondheidszorg, verhoogde kost
Opname patiënt AZ Alma (niet G afd.)
Patiënt
door Odri≥ 75Apers, verpleegkundigeEXCLUSIE interne liaison jaar?
(lijst ICT)
GRP door verpleegkundige die patiënt opneemt op afd. (CE/CS) <24u na opname (bij anamnese) LIAISON verpleegkundige haalt scores op
ltidisciplinaire ondersteuning Score > 2?
EXCLUSIE
Afbeelding 2: Stroomschema interne liaison
POSITIEVE GRP screening: Automatische opname van de patiënt in de interne liaison
CASEFINDING door liaisonteam G
COGNITIE
Verwardheid?
DOS positief?
DOS
Behandelende arts informeren
MiniCog + Clock
Clock ≤ 2/5?
POS
Cornell
Clock ≥ 3/5?
VAL
Usual walking speed
VOEDING
Wegen, meten, voedingsscore
GERIATRISCH LIAISON TEAM: Overloopt de patiënten en bespreekt nood aan bijkomend assessment door paramedici
Cijfers tonen aan dat ondervoeding bij de 75-plusser aanwezig is: • Algemene ziekenhuispopulatie: 30% • Ouderen thuis en goed gevoed: 5-20% • Ouderen in ZH: 20-60% • Ouderen in RVT/WZC: 40-80% Oorzaken van ondervoeding • Verminderde vertering en/of opname in ZH of instelling • Verminderde eetlust • Verhoogde behoefte aan hulp • Overmatig verlies van voedingsstoffen • Sociale en psychologische factoren • Slechte mondhygiëne Door het vroegtijdig herkennen van patiënten met risico op ondervoeding kunnen we een voedingsplan opstellen en verdere complicaties vermijden. Voor die herkenning is ‘Meals on Wheels’ een aardig hulpmiddeltje.
Medicatie (digitalis, neuroleptica, psychotropica, theofylline) Emoties (depressie) Anorexia (alcoholisme, fecale impactie) Late-life paranoia Slikproblemen (parkinson, slokdarmdivertikel, lewy body dementie) Orale en dentale problemen (pijnlijke mond, afgebroken tanden) No money (armoede) Wandering (doolgedrag en motorische onrust bij dementerenden, vergeten eten) Hyperthyroidie, hyperparathyroidie Enteric problems (malabsorptiesyndroom, gluten enteropathie) Eetproblemen (artritis, visusproblemen, plegie) Lage zout en laag cholesteroldieet Shopping en problemen bij voedselvoorbereiding
Tijdens het maaltijdgebeuren houden we rekening met drie gebieden: a. Voedsel tot zich nemen b. Slikproces c. Energie en eetlust Na observatie door de logopediste/ ergotherapeute worden de nodige interventies en adviezen doorgegeven aan het behandelende team dit kan zowel een logopedisch als een dieet- of hulpmiddelenadvies zijn. Ook slikstoornissen kunnen ondervoeding bij 75 plussers veroorzaken: • Slikklachten • 3 tot 5 % bij de bevolking • > 50% post-CVA • Frequent probleem, alhoewel niet alle patiënten medische hulp zoeken • 8 tot 10% bij 50 plussers • Hoger in de doelgroepen: • 30-40% in de verzorgingsinstellingen voor ouderen • 30% op afdelingen acute geriatrie • 63% vertoont afwijkingen op slikfoto’s, zonder specifieke slikklachten Een slechte mondhygiëne kan leiden tot ondervoeding, door pijn en ongemak in de mond vermindert de eetlust, geeft verslechtering van de smaak. Het kan leiden tot diabetes, respiratoire en cardio-vasculaire aandoeningen. Het zorgpad malnutritie is opgestart sinds 04/04/2011. (afbeelding 3: Stroomschema malnutritie zie pag. 8) 2) Belang van valpreventie Het risico op valincidenten neemt toe bij het ouder worden door verschillende factoren: • verminderde spierkracht • verminderde mobiliteit en beweging • medicatie • orthostatische hypotensie • visusproblemen • voetproblemen, risicohoudend schoeisel • risicovolle thuissituaties en gedrag • urineweginfecties Een bijkomend onderzoek om cardiale, neurologische of orthopedische oorzaken uit te sluiten is dan ook wenselijk. Valpreventie bij ouderen vereist een actieve multidisciplinaire zorg van de verschillende disciplines. Zorgpad vallen zal in het najaar opgestart worden.
07
‘Interne liaison geriatrie’ (vervolg)
3) Cognitie: verschil tussen acute verwardheid (delier) en dementie Delier en dementie zijn de twee syndromen die het meest geassocieerd worden met verwardheid bij ouderen, zij kunnen ook samen voorkomen. Het delier is een van de meest voorkomende vormen van psychopathologie bij ouderen, het komt frequent voor en wordt vaak niet herkend. Het is een stoornis van het bewustzijn en het geheugen en ontwikkelt zich over een korte tijdspanne. Het herkennen en behandelen van een delier is zeer belangrijk gezien de patiënt een risico heeft op het ontwikkelen van complicaties zoals dehydratatie, malnutritie, aspiratie, decubitus, vallen, langere hospitalisatieduur, wat kan resulteren in een opname in een WZC. De mortaliteit van een acuut delier is hoog,
Afbeelding 4: Herkomst en bestemming patiënten
meer in een delier verkeert. Het zorgpad cognitie wordt nog uitgewerkt en zal in het voorjaar 2013 opgestart worden. ■
ongeveer 8%, en wordt vooral verklaard door de onderliggende medische condities (bij ouderen zelfs tussen 15 en 40% mortaliteit). Om cognitieve stoornissen vast te stellen is het dan ook van belang dat de patiënt niet
Afbeelding 3: Stroomschema malnutritieSTROOMSCHEMA MALNUTRITIE
Detectie malnutritie
Interne liaison
Nieuwe patiënten Gdiensten
NEEN
GRP positief?
Verpleegkundigen
Dieetdienst
Wegen
BMI berekenen
Meten
Afname NRS 2002
Voedingsscore
positief?
Afname MEOF Logopedisten
Ergo MEOF= Minimal Eating Observation Form
08
Dieetdienst
Stop
‘Externe liaison geriatrie’ door dokter Peter Desmet, geriater
Externe liaison binnen het geriatrische zorglandschap In AZ Alma is er een goede samenwerking met de huisartsen, de diensten voor thuisverzorging, de rust- en verzorgingstehuizen en de centra voor dagverzorging. In het kader van het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt noemen deze samenwerkingsovereenkomsten ‘externe liaison’. Ze hebben tot doel de continuïteit van de zorg te optimaliseren alsook synergieën en functionele samenwerkingsnetwerken te ontwikkelen. Op die manier worden de geriatrische principes en de geriatrische pluridisciplinaire deskundigheid ter beschikking gesteld van de huisarts, de coördinerende en raadgevende artsen en de zorgverstrekkers van de geriatrische patiënten. De geriaters komen regelmatig samen met de coördinerende artsen en verantwoorde-
lijken van de omliggende RVT’s. Zo kwamen tijdens deze bijeenkomsten reeds verschillende topics aan bod zoals bv. MRSA en clostridium problematiek, palliatieve zorg en advanced care planning, obstipatie, voeding, delier bij ouderen, …. Maar ook de onderlinge communicatie tussen het RVT en het ziekenhuis wordt zo bevorderd, denken wij daarbij maar aan onderwerpen zoals therapiebeperking bij onze patiënten, medicatiebeleid en voorziening bij onze patiënten, communicatie rond MRSA status en behandeling, fixatiebeleid, enz.
In het ziekenhuis zijn er ook overlegmomenten met de thuiszorgdiensten. Het geriatrische team, de huisarts, de professionele en andere mantelzorgers en de patiënt met zijn familie zitten rond de tafel tijdens een zorgoverleg. Daar wordt dan het ontslag naar huis voorbereid en de nodige zorg besproken. Dit bevordert een optimale continuïteit en kwaliteit van zorg in de thuissituatie. Samenvattend streeft de externe liaison vooral een hogere kwaliteit en een goede continuïteit van de geleverde zorg na bij onze geriatrische patiënten. ■
Ook behoren bijscholingen voor huisartsen over bv. palliatieve sedatie, vitamine D deficiëntie, valproblematiek bij geriatrische patiënten, …. tot de externe liaison.
Vroegtijdige detectie van dementie met adequate begeleiding van de dementerende persoon en zijn mantelzorgers:
Niet Pluis Gevoel Meetjesland Sinds 2005 is een ‘Niet Pluis Gevoel Meetjesland’-project actief. In eerste fase werd een flowchart ontwikkeld voor thuiszorgdiensten en huisartsen (www.nietpluisgevoel. be). Dit had als doel om signalen vanuit de thuiszorgdiensten objectief door te geven aan de huisartsen, d.m.v. van de ‘niet pluis index’. De thuiszorgdiensten werden hierin gedurende een jaar intensief begeleid door Els Dewulf, gesteund door de Vlaamse overheid en i.s.m. OVOSIT. Tegelijkertijd kregen de huisartsen eenvoudige, betrouwbare instrumenten aangereikt om hun aanpak bij personen waarbij een ‘nietpluisgevoel’ werd gesignaleerd of ervaren, efficiënter te laten verlopen. In een tweede fase bleek dat er meer vraag was naar ondersteuning van de huisarts. Enerzijds werd hieraan tegemoet gekomen door de oprichting van een expertise groep dementie voor huisartsen, een samenwerking van AZ Alma (dienst geriatrie
en neurologie) en de huisartsenkring OMEHAK. Anderzijds was er ook de vraag van de huisartsen om bijkomende ondersteuning te krijgen bij het toepassen van de instrumenten. Om hieraan tegemoet te komen stelt het Wit Gele Kruis sinds 2011 een geriatrisch referentie thuisverpleegkundige ter beschikking (0498/93 10 70 of
[email protected]). Daarnaast merkten we dat ook heel wat mantelzorgers deze signalen doorgeven aan de huisartsen. Daarom vonden we het belangrijk om dit project ook naar mantelzorgers toe bekend te maken. Daarom vonden dit najaar drie info-evenementen plaats i.s.m. de gemeentebesturen van Eeklo (28/09/2011), Evergem (18/10/2011) en Aalter (25/10/2011). Het geheel bestond uit een toneel ‘Witte Rozen’ en een kort panelgesprek. Ook een 15-tal organisaties die specifieke diensten aanbieden voor personen met dementie hadden een stand, waar de persoonlijke interactie werd bevorderd.
Met financiële ondersteuning van deelSEL Meetjesland en logistieke ondersteuning van stad Eeklo (in het kader van Eeklo Koppig) werd er ook een sociale wijzer dementie Meetjesland opgesteld, die in de brede regio verspreid zal worden. Hiertoe werd een 200-tal organisaties verschillende keren opgeroepen om zich kandidaat te stellen. De stuurgroep ‘Niet Pluis Gevoel Meetjesland’ anno 2011 bestaat uit: dr. Hilde Baeyens (AZ Alma), Sabine Boerjan (paradox), Koen Cromheecke (OCMW Maldegem), dr. Eddy Deveneyns (voorzitter Omehak en voorzitter stuurgroep), Barbara D'Huyvetters (OCMW Eeklo), Petra Mouton (Wit Gele Kruis), Raf Opstaele (GGZ), Ann Pappens (Familiezorg), Katrien Van den Meerschaute (Socialistische Mutualiteit), Sofie Van Kerckvoorde (Christelijke Mutualiteit), Els Vandoorne (netwerk psychiatrische thuiszorg) en Annemie Viane (Familiehulp). ■
09
'Het belang van vitamine D' door dokter Hilde Baeyens, diensthoofd geriatrie
Vitamine D-substitutie in woon- en zorgcentra in het Meetjesland
Het belang van vitamine D Het belang van vitamine D in het kader van het calcium- en botmetabolisme en ontstaan van osteoporose is uitvoerig gekend. Vitamine D blijkt echter een veel bredere fysiologische functie te vervullen in ons lichaam dan we tot nu voor mogelijk achtten. Op bijna alle organen van ons lichaam zijn eindorgaanreceptoren voor vitamine D terug te vinden. Vitamine D substitutie kan 50% reductie in valincidenten bekomen, dit in hoog risicogroepen, waaronder WZC-bewoners. Er zijn verschillende wetenschappelijke bevindingen die dit resultaat kunnen verklaren. Vitamine D-tekort veroorzaakt een toegenomen ‘body sway’ en een daling van de spierkracht. Hierdoor heeft een persoon meer moeite om rechtop te komen uit een stoel of bij het bestijgen van een trap. Hyperparathyroidie (zowel primaire als secundaire) veroorzaakt myopathie met myalgie, met bijkomend disuse en spieratrofie als gevolg. Chapuy et al vonden een toename aan PTH in plasma als serum 25 OH vit D3 lager is dan 78 nmol/L (=31ng/ml). Bij plotse bewegingen zijn het de snelle en sterke type II spiervezels, die als eerste worden aangesproken om het vallen te vermijden. Spierbiopsies bij patiënten met osteomalacie tonen een atrofie van de type II spiervezels, met vetinfiltratie, fibrose, etc... Op MRI werd recent vastgesteld dat er een verband bestaat tussen vitamine D-spiegel en degeneratieve vervetting van selectieve spiergroepen (vb. m. semimembranosus). In de Framingham study, bleek dat bij een lage vitamine D-spiegel, de kans op een cerebro- en cardiovasculair accident verdubbeld is. Vitamine D-supplementen doet de systolische bloeddruk en de hartfrequentie dalen. In 2003 werd aangetoond dat er een verband is tussen vitamine D-tekort met secundaire hyperparathyroidie en hogere spiegels atrial natriuretic peptide (=ANP). Dit zou kunnen bijdragen tot het ontwikkelen van hartfalen. Ook het activeren van het renine-angiotensine-aldosterone systeem (=RAAS) kan vermeden worden door adequate vitamine D-substitutie. Vitamine D-tekort bij ouderen wordt ook geassocieerd met lage gemoedstoestand en slechter cognitieve performantie. Tot slot zou er ook sprake zijn van een immuunmodulerend effect van vitamine D. Uit dit alles blijkt het belang van het nastreven
10
van een goede vitamine D-spiegel voor de gezondheid van de oudere, in het bijzonder in een WZC. Lage 25-OH vitamine D-spiegels zijn sterk gecorreleerd met prevalentie en incidentie van frailty.
omtrent vitamine D-gebruik in hun WZC. 13 WZC namen vrijwillig deel. Een supplementatie ratio werd berekend en anoniem besproken op het gezamenlijk overleg en de CRA’s kregen individuele feedback over hun resultaten.
Vitamine D-tekort bij bewoners van woon- en zorgcentra: een feit
De supplementatie ratio bij de eerste meting (1/02/2010) was laag. Slechts één op vier WZC-bewoners kreeg een supplement (alle bewoners van deelnemende WZC in beschouwing genomen, n=12, # 1183).
De hoeveelheid synthese in de huid, wordt bepaald door het aantal uren zonneschijn. Hierbij speelt de breedtegraad, het seizoen, het huidstype een rol. De beste expositie aan UVB-straling gebeurt tussen 10 en 15 uur, een 5 à 30 minuten tweemaal per dag. Ook de leeftijd speelt hier een rol: voor een zelfde zonne-expositie als een volwassene, zal een oudere boven 70 jaar, slechts 30% van de hoeveelheid vitamine D3 synthetiseren als deze volwassene. Vitamine D-tekort is endemisch in de WZC in België. De verklaring dient niet ver worden gezocht. Het aantal uren zonne-expositie is te laag: de zon schijnt niet altijd in België, de bewoners komen te weinig buiten op het goede moment en soms ook helemaal niet. De gemiddelde leeftijd in WZC stijgt ver boven de 70 jaar, waardoor synthese nog sterk is afgenomen. Het menu in de WZC bevat meestal te weinig van deze vette vissoorten, boter en (volle) melk om deze tekorten op te vangen.
Vitamine D-substitutie bij WZC-bewoners in het meetjesland: resultaten van twee metingen, effect van sensibilisering Gezien de caleidoscopische fysiologische effecten van vitamine D, vormt het toedienen van vitamine D-supplementen/substitutie een zeer efficiënte interventie. Het kan beschouwd worden als goede kwaliteit van zorg, ook voor ouderen die geen bewezen osteoporose vertonen. In het kader van externe liaison geriatrie (AZ Alma, campus eeklo) werden de coördinerend raadgevende artsen (=CRA’s) gevraagd om mee te werken aan een puntprevalentie-meting
Na sensibilisatie van en door CRA verdubbelde de supplementatie ratio significant (P=0,019) bij de tweede meting (1/12/2010). Talrijke vitamine D-supplementen die op het formularium staan in WZC zijn niet steeds voldoende hoog gedoseerd. Vitamine D-supplementen kunnen – algemeen gesteld - veilig bij alle WZC-bewoners gestart worden. Mocht er toch een symptomatische hypercalciemie ontstaan, dient men bedacht te zijn voor optreden van primaire hyperparathyroidie of zeldzamer, sarcoidose. Het resultaat van deze studie werd door het College van Geriatrie (FOD, mei 2011) bekroond in het kader van kwaliteitsverhogende projecten. Langs deze weg danken we nogmaals de CRA-artsen voor hun medewerking en sensibiliserend werk. Het toont ook aan dat de externe liaison tussen dienst geriatrie en WZC tot positieve resultaten kan leiden. ■
'Externe liaison' met thuiszorgcoördinatoren' door Ellen Ackaert, sociaal assistente 'Thuiszorgoverleg
Thuiszorgoverleg met thuiszorgcoördinatoren en sociale dienst AZ Alma Een opname in een woonzorgcentrum wordt door ouderen meestal zo lang mogelijk uitgesteld. Eenmaal echter de beslissing genomen om dan toch het huis te verlaten, kan de oudere vaak niet onmiddellijk worden opgenomen. In beide gevallen kan er sprake zijn van complexe thuissituatie waarbij heel wat verschillende thuiszorgdiensten en mantelzorgers betrokken zijn. Dan kan een zorgoverleg aangevraagd worden dat tot een zorg op maat van de hulpbehoevende persoon moet leiden, rekening houdend met zijn belangen en behoeften. Ook mantelzorgers en professionele zorgverleners hebben er baat bij: goede afspraken zorgen voor efficiënte zorgverlening en kunnen overbelasting van mantelzorgers vermijden.
Noden van de patiënt Ook vanuit AZ Alma wordt bij complexe zorgsituaties gebruik gemaakt van een thuiszorgoverleg als instrument om een ontslag voor te bereiden. Zo werden er tussen oktober 2009 en september 2010 in totaal 32 overleggen aangevraagd (22 campus eeklo; 10 campus sijsele). De dienst geriatrie heeft hierin de grootste traditie. Hierbij neemt de sociale dienst contact op met de thuiszorgcoördinator van het betrokken ziekenfonds. Alvorens een overleg kan plaats vinden, zal de thuiszorgcoördinator i.s.m. de sociale dienst van AZ Alma de nodige informatie rond de probleemsituatie in kaart brengen. De coördinator nodigt alle betrokkenen uit voor een overleg in de thuisomgeving zelf of op een andere locatie (indien de patiënt is opgenomen in het ziekenhuis, ziekenfonds…). Indien aangewezen zal de ergotherapeute van de dienst geriatrie met de oudere op thuisinterventie gaan, zodat zijn fysiek, psychisch en cognitief functio-
neren in kaart kan worden gebracht. Op die manier is het duidelijk wat de patiënt in de thuissituatie kan: dit is immers niet steeds hetzelfde als in de ziekenhuissituatie en is meestal sterk geëvolueerd tijdens de opname in het ziekenhuis. In het tijdsbestek van één uur wordt een zorgenplan opgesteld. Hierbij engageren de thuiszorgdiensten zich tot het opstarten van specifiek afgesproken hulp op het moment dat de patiënt terug thuis komt. De geboden hulp is afhankelijk van de nood van de hulpvrager (oudere), de mogelijkheden van de mantelzorgers en de mogelijkheden die de thuiszorg heeft. Doelgroep zijn cliënten met een B, C of Ad-profiel.
veerd worden naar de overheid, bestaat ook hier een tijdsdruk. De thuiszorgcoördinatoren zijn hiervan op de hoogte en het zorgoverleg en ook het uiteindelijk ontslag gebeurt zo snel mogelijk (in 2010 tussen 4 tot 13 kalenderdagen).
Huisarts is spilfiguur
Grote meerwaarde
De aanwezigheid van de huisarts op het overleg is heel belangrijk omdat hij de spilfiguur is tussen de zorgbehoevende en zorgverleners en instaat voor continuïteit van zorg thuis. In het verleden was er al een goede aanwezigheid van de huisartsen (47%), doch we zien dit toenemen in 2010 (62,5%). Grootste redenen van afwezigheid van huisarts waren tijdsgebrek en afstand. Enige creativiteit zal nodig zijn om het probleem van afstand te verhelpen: misschien kan videoconferentie hier in de toekomst een oplossing bieden om bijv. huisartsen uit Zelzate te laten participeren in het overleg?
In 2010 werden er 32 patiënten met zorgenplan naar huis ontslagen. Ook palliatieve situaties komen hiervoor in aanmerking: 3 patiënten overleden. Slechts 6 patiënten werden opgenomen in een WZC binnen het jaar. Bij 23 patiënten wordt dit zorgenplan tot op heden opgevolgd. Heel vaak merken we dat deze zorgenplannen een hele tijd stand houden (tot zelfs verschillende jaren). Bovendien zijn er minder heropnames in het ziekenhuis. Bij opname omwille van medische redenen, verloopt het ontslag ook stukken vlotter bij personen met een zorgenplan. De afspraken werden immers reeds gemaakt en slechts minimale bijsturing is noodzakelijk.
Gezien de multidisciplinariteit en ook de grote tijdsinvestering van de thuiszorgdiensten, werd ernaar gestreefd om het overleg maximaal één uur te laten duren. Dit werd bereikt mede door een samenwerkingscontract (sinds 2005) met verschillende thuiszorgcoördinatoren en de dienst geriatrie van AZ Alma. Evaluatie heeft geleerd dat het overleg in realiteit gemiddeld één uur duurt. Gezien ook elke ligdag op de afdeling geriatrie moet gemoti-
Geleidelijk aan zien huisartsen welke voordelen een thuiszorgoverleg heeft: de patiënt kan terug naar huis, de zorg is georganiseerd als de patiënt thuis komt, de zorgverleners (gebonden aan beroepsgeheim) zijn goed op de hoogte van de specifieke noden van de patiënt (v.b. beginnende dementie, achterdocht, ondervoeding).
Kortom, het thuiszorgoverleg met opmaak van zorgenplan, biedt een grote meerwaarde voor de patiënt, de mantelzorgers, de professionele hulpverleners en ook het ziekenhuis en de specialist (vnl geriaters). De zorg kan efficiënt en op maat worden georganiseerd, zodat de thuissituatie langer haalbaar blijft en onnodige heropnames kunnen vermeden worden. ■
Lijst van RVT’s en WZC’s waarmee vanuit AZ Alma nauw wordt samengewerkt:
Avondzegen Ter Hollebeke Ten Audenvoorde Ter Caele St. Elisabeth Onderdale St. Vincentius St. Jozef St. Bernardus Ave Maria
9900 Eeklo 9940 Sleidinge 9940 Ertvelde 9940 Evergem 9900 Eeklo 9910 Ursel 9970 Kaprijke 9960 Assenede 9968 Bassevelde 9940 Sleidinge
Ons Zomerheem De Linde St. Jozef St. Jozef Dr. Coppens Veilige Have Rusterloo Mariawende St. Jozef St. Jan
9930 Zomergem 9950 Waarschoot 9980 St Laureins 9971 Lembeke 9900 Eeklo 9880 Aalter 8730 Beernem 8730 Beernem 8755 Ruiselede 8340 Damme
Morgenster St. Jozef St. Vincentius Huyze Den Hoorn Huize Van Zuylen Warmhof Begijnewater Westervier
8340 Sijsele-Damme 9000 Gent 9080 Lochristi Zaffelare 8340 Moerkerke 8310 St. Kruis Brugge 9990 Maldegem 9990 Maldegem 8310 St. Kruis Brugge
11
'Afdeling Geriatrie’ - Algemene werking - Vaccinatie
Afdeling geriatrie Ondervoeding voorkomen op de afdeling geriatrie door Lieven Goeminne, hoofdverpleegkundige geriatrie 4 Ouderen in ziekenhuizen en woon- en zorgcentra hebben een hoog risico op het ontstaan van ondervoeding. Diverse internationale studies hebben dit aangetoond. Een eigen studie toonde dat 85% van de patiënten opgenomen op een acute afdeling geriatrie dit risico vertoonden op basis van de MNASF, een screeningsinstrument voor het opsporen van dit risico. De redenen hiervoor zijn divers: comorbiditeit, slecht gebit, polyfarmacie, psychosociale problemen. Maar ook omgevingsfactoren spelen mee. Alleen eten in bed in een moeilijke houding is niet bevorderlijk. De presentatie op een dienbord is niet aangepast aan de mogelijkheden van de patiënt of is niet herkenbaar. Brood en koude schotel ingepakt in folie zijn vaak moeilijk te openen. Onderzoeken en behandelingen verstoren de maaltijd. Patiënten die specifieke hulp nodig hebben worden niet opgemerkt. Haastige verpleegkundigen hebben geen tijd om eten te geven omwille van andere prioriteiten zoals onderzoeken, bloedafnames, parameters, medicatie. Ondervoeding heeft ernstige gevolgen op de gezondheid, het genezingsproces en de levenskwaliteit van deze ouderen. Daar willen wij iets aan doen. De aanpak op de afdeling geriatrie steunt op drie pijlers:
1. Het afdelingsrestaurant De maaltijden worden opgediend in het afdelingsrestaurant. De omgeving is aangepast, gezellig en comfortabel en de patiënten worden uitgenodigd om er samen aan tafel te eten: zien eten doet eten. De wens van de patiënt wordt gerespecteerd maar de kunst bestaat er in om het eten in het restaurant aantrekkelijk te maken zodat de patiënt er voor kiest om er te komen eten. Sequentieel opdienen, de soep los van de maaltijd, het dessert na de hoofdmaaltijd, zorgt er voor dat de patiënten meer eten.
12
2. Het aanbod Dankzij het buffetsysteem kunnen de patiënten kiezen aan tafel en niet vooraf zoals op een doorsnee afdeling. Er is een gevarieerd aanbod aan brood, beleg en drank in een gemakkelijk hanteerbare vorm om de zelfstandigheid te respecteren. Wat men zelf kan beslissen en doen, lukt altijd beter. Wij hebben vastgesteld dat soms patiënten ondanks de drie maaltijden toch blijven vermageren. Daarom bieden wij dagelijks ook tussen de maaltijden iets extra’s, bij voorkeur gewone vertrouwde producten zoals yoghurt, fruitsap, frisdrank, milkshake, een ijsje. Om het drinken te bevorderen wordt aan de familie en het bezoek de kans geboden om op de afdeling samen een tas koffie te drinken in het restaurant (ook gebruikt als dagzaal) van de afdeling.
3. Hulp bieden Minstens even belangrijk is het helpen bij de maaltijd. Het heeft geen zin om een uitgebreid aanbod in een mooi restaurant te voorzien en tussendoortjes aan te bieden als de patiënt niet kan eten omwille van fysieke of psychische beperkingen. Dit is heel arbeidsintensief en past daarom in de multidisciplinaire werking van een geriatrische afdeling. De geriatrische patiënt heeft nood aan een team bestaande uit de geriater, verpleegkundig team, maatschappelijk werker, kinesitherapeut, ergotherapeut, logopedist en diëtist. Zowel om een goed beeld te krijgen van de problemen als voor een goede behandeling is elk van deze disciplines onontbeerlijk. Dit is heel toepasselijk op de zorg voor een goede voedingstoestand van de patiënten. De geriater voor het opvolgen van de voedingstoestand, de verpleging voor het verstrekken van de maaltijden en de hulp, de kinesitherapeut voor de verplaatsing naar het restaurant, de ergotherapeut voor de vaardigheden bij het eten en nood aan hulp, de diëtiste voor de kwaliteit van het eten en het aanbod, de logopediste voor de hulp bij mensen met slikproblemen. Het eetpatroon is dan ook een belangrijk onderwerp op de wekelijkse multidisciplinaire teamvergadering. ■
Ergotherapeutische in thuissituatie door Eveline Doppegieter, ergotherapeu In samenspraak met het team geriatrie (artsen, verpleegkundigen, paramedici) en de patiënt en mantelzorgers, wordt door de ergotherapie van de acute geriatrie een individuele thuisinterventie verricht.
Wat is een thuisinterventie? • Observeren van dagelijks functioneren van de patiënt in de thuissituatie, zowel op fysisch, psychisch als cognitief vlak. • Een ergotherapeut gaat samen met de patiënt naar huis, gedurende een 2-tal uren. Vooraf wordt bekeken welke activiteiten bijzondere aandacht zullen verdienen. • Adviseren van de oudere en zijn mantelzorger zodat levenskwaliteit en ook veiligheid van de oudere verhoogd worden, rekening houdend met zijn normen en waarden.
Wanneer een thuisinterventie? • Thuisinterventie vindt plaats nadat het team geriatrie de mogelijkheden van de patiënt maximaal heeft hersteld. Dit door diagnose, behandeling en therapie van medische aandoeningen en beperkingen. Nazicht van medicatielijst is een belangrijk onderdeel. • Er wordt nagegaan of de patiënt fysisch voldoende is gerevalideerd om terug naar huis te keren en/of er aanpassingen dienen te gebeuren. Dit geeft vaak vertrouwen bij de patiënt die na een lang ziekenhuisverblijf angst heeft om terug naar huis te
interventies
Vaccinatie richtlijnen bij ouderen: healthy ageing strategy
te team G keren. Ook bij mantelzorgers, echtgenoten, etc .. geeft het vertrouwen omtrent hun niveau van functioneren. Op die manier kunnen patiënten soms vlugger naar huis dan zonder thuisinterventie. Bovendien kan de zorgnood van de patiënt voor ontslag bepaald worden en de thuiszorg hierop inspelen, zodat deze op de dag van het ontslag reeds operationeel is. • Er wordt nagegaan of de patiënt psychisch in staat is om terug thuis alleen te functioneren. Ouderen twijfelen soms zelf als ze terug naar huis willen gaan, terwijl de familie reeds lang een beslissing heeft genomen… Door hen terug te laten keren naar die omgeving, helpt het hen soms een knoop door te hakken en zelf de beslissing te nemen (richting huis of WZC). • Er wordt nagegaan of de patiënt cognitief in staat is om terug thuis te functioneren, al dan niet met bijkomende structuur geboden door thuiszorgdiensten. Herkent de oudere zijn omgeving? Vindt hij alle noodzakelijke levensmiddelen terug? Kan hij/zij zich enkele uren, zonder toezicht, veilig in zijn thuisomgeving handhaven? Meestal betreft het alleenwonende patiënten met een verhoogd valrisico en al dan niet cognitieve problemen. De mantelzorgers/familieleden worden altijd uitgenodigd om de interventie bij te wonen. ■
Vaststellingen: • De globale leeftijdsverschuiving van de wereldbevolking noopt ons voor te bereiden voor ‘gezond ouder worden’ vroeg in de levensloop. Dwz ‘levenslang gezond ouder worden’…. • Vaccinatie is een kosten-effectieve manier om zich te beschermen tegen allerlei aandoeningen doorheen het leven, doch werd tot nu toe te weinig gebruikt als strategie i.k.v. gezond ouder worden. Belgische gegevens omtrent vaccinatiegraad bij ouderen zijn schaars. Eén studie (Stubbe et al; Eur J Emerg Med 2007; 14:14-24) ging de aanwezigheid na van IGG antistoffen tav tetanos. Deze waren voldoende bij 64,2% in algemene populatie, doch slechts 35,4% bij patiënten > 65 jaar. • Gevolgen van vaccinatie voor kinderen zijn alom gekend: recente introductie rotavirus vaccinatie zorgt voor halvering van aantal opnames op diensten pediatrie in België… • Het effect van vaccins die al langer op de markt zijn (vb mazelen, kinkhoest etc) worden niet meer correct ingeschat. Het ziektebeeld is zelden nog gekend, de perceptie leeft hierdoor dat risico bij vaccineren groter is dan risico’s bij ziekte. Dit met verminderde vaccinatiegraad tot gevolg: 75 % van gevallen van tetanos komt voor bij 65-plussers. • Een heleboel secundaire aandoeningen zijn het gevolg van deze infecties. Morbus paget (Beenmerg mononuclairen van deze patiënten exprimeren mRNA van viraal nucleocapside van mazelenvirus). Herpes zoster (levenslange incidentie 25% PNH 5%). Bij oudere met verhoogd CV risico zal pneumococcenvaccinatie het aantal nieuwe myocardinfarcten significant verminderen. Patiënten die gehospitaliseerd werden voor coronair lijden en gevaccineerd tegen griep, vertoonden OR 0,34 mortaliteit na 1 jaar tov nietgevaccineerden. • Primo infecties bij ouderen komen frequenter voor dan vroeger. Zij lopen bovendien het gevaar niet meer (h)erkend te worden als ziekte beeld (kinkoest, tetanos, mazelen, difterie), waardoor verhoogde mortaliteit. De mortaliteit van tetanos boven 60 jaar bedraagt 60%. Pertussis kan naast persisterende hoest (gemiddeld 48 dagen) epi-
lepsie, syncope, vermagering als gevolg hebben. Dit is een reden om een gecombineerd vaccin tegen tetanos, kinkhoest en difterie toe te dienen, ter gelegenheid van opname wegens trauma, opname in een WZC (cfr richtlijnen).
Begrippen en nieuwe inzichten: • Immunosenescentie: Immuunrespons op klassieke vaccins vermindert, door verminderde T- cel en B-cel activatie. De bescherming (IgG) tegen deze ‘kinder’ziekten vermindert met de leeftijd, waardoor boostering noodzakelijk is vooraleer immunosenenescentie optreedt. Het ontwikkelen van meer efficiëntie vaccins (conjugaat vaccins, intradermale vaccins) met betere immuunrespons bij ouderen en immuungedeprimeerde patiënten is een must. • Herd Immunity ‘Cocoon’: Vaccineren van grootouders die op neonati passen, kan deze neonatus beschermen tegen ziekte (vb pertussis) vooraleer deze zijn vaccinatie kreeg. Anderzijds zal hierdoor de vaccinatiestatus van ouderen verhoogd worden, vooraleer immunosenescentie optreedt. • Herd Immunity: Vaccineren van gezondheidspersoneel beschermt de patiënten tegen het oplopen van ziekte, waartegen die oudere minder goed is beschermd. Oudere leeftijd, overtuigd zijn van effect van vaccinatie, gezorgd hebben voor een oudere persoon met griep, overtuigd zijn dat collega’s zich ook laten vaccineren, zijn alle doorslaggevende argumenten om zich te laten vaccineren voor de griep. Gezondheidspersoneel hebben een voorbeeldfunctie naar ouderen toe.
Besluit: • Levenslang vaccineren is een manier om gezond ouder te worden. De huisarts is de persoon bij uitstek om de vaccinatie status van de oudere op te volgen en actie te ondernemen. • De vaccinatie status van onze ouderen zijn niet gekend, ook niet bij de kwetsbare groepen (ouderen die worden opgenomen in een WZC etc). • Vaccineren heeft niet alleen een individueel voordeel voor de patiënt, zijn directe omgeving (neonati, verzorgenden), maar ook op maatschappelijk niveau (tegengaan antibioticaresistentie pneumococcen). ■
EUGMS and IAGG-ER: voorstel vaccinatieprogramma voor oudere volwassenen (2009) (MICHEL JP et al
Rejuvenation Research 2009; 19: 127-35)
Start op 60 jaar of pensioen leeftijd
-na assessment van vaccinatiestatus van oudere -herevaluatie bij opname in WZC
1. TdaP (=tetanos-difteria-pertussis vaccinatie) (booster elke 10 jaar; zo geen vaccinatie vooraf: volledig schema toedienen) 2. influenza vaccinatie (elk jaar) 3. pneumococcen vaccinatie (elke 5 jaar) 4. herpes zoster vaccinatie (eenmalig, revaccinatie frequentie nog niet gekend) Nieuw trauma/verwonding
Multiple hospitalisaties
TT= tetanus toxoid Of Td = tetanus difteria toxoids (Td) of TdaP;
pneumococcenvaccinatie (elke drie jaar)
13
Nieuws uit AZ Alma
Nieuwe pneumoloog dokter Hans Jonnaert Sinds begin oktober is een nieuwe pneumoloog aan de slag in AZ Alma: dokter Hans Jonnaert. Hij zal enkel op campus eeklo consultatie houden. Dokter Jonnaert studeerde af als doctor in de genees-, heel- en verloskunde in 1984 aan UGent, en behaalde in 1989 zijn erkenning ‘inwendige ziekten’. Hij werkte de voorbije 20 jaar als pneumoloog in het Emmanuel Ziekenhuis te Wetteren, dat sinds 1998 gefusioneerd is met ASZ Aalst. Hij leidde er onder meer het Palliatief Supportteam op de campus Wetteren en was ook geneesheer-diensthoofd van het niet-chirurgisch dagziekenhuis. Op de foto ziet u dokter Jonnaert in het midden van het voltallige team pneumologen van AZ Alma: van links naar rechts dokter Christiaan Roels, dokter Hannelore Goeminne, dokter Hans Jonnaert, dokter Hilde Van Hoorebeke en dokter Paul De Buysscher. • Secretariaat pneumologie campus eeklo: 09-376.05.43 • Secretariaat pneumologie campus sijsele: 050-72.80.53 • Dokter Paul De Buysscher: 050-72.80.31 • Dokter Hannelore Goeminne: 09376.05.84 • Dokter Hans Jonnaert: 09-376.05.63 • Dokter Christiaan Roels: 050-72.80.32 • Dokter Hilde Van Hoorebeke: 09-376.05.86
Afscheid dokter Theo Timmermans Deze zomer nam AZ Alma afscheid van
14
orthopedist dokter Theo Timmermans, die meer dan dertig jaar actief was in campus sijsele. De afscheidnemende dokter staat op deze foto, genomen op zijn laatste werkdag, tweede van rechts en wordt geflankeerd door zijn collega-orthopedisten dokter Hans Van den Wyngaert, dokter Christian Smets en zijn opvolger, dokter Wouter De Keyser. De voorzitter van de medische raad van AZ Alma, dokter Paul Hoste, omschrijft dokter Timmermans als ‘een ruwe bast met een gouden hart’, maar ook als iemand met ‘een ongeëvenaarde werkethiek die zich voor het ziekenhuis uit de naad werkte’. Dokter Timmermans startte destijds als algemeen chirurg, maar eindigde als een door de patiënten felgewaardeerd traumatoloog. • Secretariaat orthopedie-traumatologie campus sijsele: 050-72.84.30 • Dokter Wouter De Keyser: 050-72.80.88 • Dokter Christian Smets: 050-72.80.47 • Dokter Hans Van den Wyngaert: 05072.80.20
Nieuwe digitale mammografiezaal in campus eeklo AZ Alma bouwde op de dienst medische beeldvorming in campus eeklo een nieuwe digitale mammografiezaal uit. Hier worden vrouwen preventief gescreend op borstkanker. Tot dusver gebeurde de mammografie in campus eeklo op analoge toestellen. De nieuwe digitale mammografiezaal betekende een investering van 250.000 euro. ‘Het digitale toestel laat ons toe om met een lagere stralingsdosis minstens even goede beelden te bekomen dan tot voor kort’, zegt diensthoofd dokter Danny Meire (foto). ‘En dit vinden de negen radiologen van AZ Alma heel belangrijk: ook bij de vernieuwing van onze RX-zaal vorig jaar in campus sijsele en eerdere investeringen in campus eeklo hebben we bewust geopteerd voor toestellen met lagere stralingsdosissen.’ De Mammomat Inspiration van Siemens
zorgt ook voor een maximaal patiëntencomfort door bij elke borst de juiste compressiekracht, gebaseerd op de individuele borstkarakteristieken, toe te passen. Tenslotte, en dat is ook heel belangrijk, kunnen de foto’s nu digitaal gearchiveerd worden. ‘Bij een mammografie is het nodig om de huidige toestand te vergelijken met vroegere foto’s’, legt dokter Meire uit. ‘Daarom moesten patiënten ook steeds hun oude foto’s meebrengen, maar soms waren ze die kwijt geraakt. Nu is dit uitgesloten, wij archiveren ze voor onze patiënten. En dat digitaal werken heeft ook consequenties voor het milieu, want chemische ontwikkelproducten zijn niet meer nodig.’ • Secretariaat Medische Beeldvorming campus eeklo: 09-376.04.70 • Secretariaat Medische Beeldvorming campus sijsele: 050-72.83.50
Hoofdverpleegkundige Lieven Goeminne schreef boek over ondervoeding bij ouderen Lieven Goeminne, sinds kort hoofdverpleegkundige op de afdeling G4 in campus eeklo, is de auteur van een boek over ondervoeding bij ouderen. ‘Ondervoeding is een ernstig probleem bij ouderen’, zegt Lieven Goeminne. ‘Meerdere factoren kunnen dit in de hand werken of verklaren. Met mijn boek wil ik niet alleen de aandacht vestigen op dit fenomeen (Wat is ondervoeding? Hoe kan ik het herkennen en meten? Waarom zijn juist ouderen er vatbaar voor?), maar meer nog wil ik door het boek mogelijkheden bieden om ondervoeding te voorkomen.’ Met enkele illustratieve praktijkvoorbeelden. Het boek ‘Ondervoeding bij ouderen’ verscheen bij Kluwer in de reeks ‘Cahier Ouderenzorg’ en kost 43,88 euro. ISBN: 9789046519912
AZ Alma haalt dit jaar 600 bevallingen De geboorte van Florine Strobbe, op vrijdagmiddag 21 oktober, was een memorabel moment op de kraamafdeling van AZ Alma, campus eeklo. Die bevalling was de vijfhonderdste van 2011, en het feit dat die zo vroeg valt, betekent dat AZ Alma straks zeker de kaap van de zeshonderd bevallingen zal ronden. En dat is al vijftien jaar (van 1996) geleden. Dokter Michel Bafort, diensthoofd gynaecologie, schrijft het succes van de kraamafdeling toe aan drie factoren: • de complete vernieuwing van de afdeling in 2006 met meer luxe en comfort, niet alleen in de kamers, maar ook in de arbeids- en verloskamers; • de constant aanwezige kwaliteit, creativiteit en engagement bij het personeel (AZ Alma is een erkend opleidingscentrum voor vroedvrouwen, zodat de beste elementen voor het eigen ziekenhuis kunnen gerekruteerd worden), waardoor ook nieuwe initiatieven ontstaan zoals
Recente publicaties dienst geriatrie AZ Alma • Vit D supplementation in nursing home residents: mission impossible? Dr H. Baeyens, Dr P. Desmet, Dr D. De Landsheere and CRA artsen region Meetjesland. European Geriatric Medicine, 2010 (1), S1:S127 (B126). • Vit D supplementation in nursing home residents: mission impossible? Dr H. Baeyens, Dr P. Desmet, Dr D. De Landsheere and CRA artsen region Meetjesland. Tijdschrift voor gerontologie en geriatrie, 42(1), p 40, 2011.
de ‘tiende maand’ (vroedvrouwen die bij de mama’s thuis langs lopen), of de prenatale lessen voor toekomstige ouders (i.s.m. Kind en Gezin), of de babymassage na de bevalling…; • het team van vijf gynaecologen, dat recent werd verjongd en prima samenwerkt. Deze aanpak is vrij uniek: de patiënt kiest voor één bepaalde gynaecoloog. Die begeleidt de patiënt tijdens de zwangerschap, maar doet (behoudens enkele uitzonderingen) ook zelf de bevalling, ook al is hij of zij op dat moment niet de dokter met wachtdienst. Op de foto zien we centraal achteraan dokter Karl Brack die de vijfhonderdste bevalling van 2011 voor zijn rekening nam en voor twee trotse ouders van Florine Strobbe zorgde. • • • •
Dokter Michel Bafort: 09-376.04.53 Dokter Karl Brack: 09-376.04.49 Dokter Christine Colmant: 09-376.04.53 Dokter Fleur De Metsenaere: 05072.80.59 • Dokter Myriam Struyven: 09-376.04.50
offerte indienen, en de belangstelling was dan ook vrij groot. Momenteel worden alle prijsopgaven nauwkeurig bestudeerd. ‘Na die studieperiode van enkele maanden willen we begin januari 2012 definitief de aannemer voor ons bouwproject aanduiden’, zegt Henk Vincent, directeur facilitaire diensten en masterplan. ‘Die aannemer krijgt vervolgens twee maand de tijd om de werken te starten, we gaan er dus van uit dat in maart volgend jaar de bouwwerf wordt opgestart.’ Van dan af duurt het zestig maand (5 jaar) tot de definitieve inhuizing, die dus begin maart 2017 mag verwacht worden. Dit bouwproject wordt het grootste ooit in de Meetjeslandse regio: het gaat om een investering van ruim 220 miljoen euro, waarvan een kwart door AZ Alma zelf wordt gefinancierd! Het zeven bouwlagen tellende ziekenhuis (verdieping -1, gelijkvloers en vijf verdiepingen) komt op een terrein van tien ha en zal plaats bieden aan 513 patiënten.
Bouw van nieuw ziekenhuis start in maart Eind oktober werden de offertes van de geïnteresseerde aannemers voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis in Eeklo geopend. Voor dit gigantische project mochten aannemers uit heel Europa een
• "Prevalence of potentially inappropriate prescribing in an acutely ill population of older patients admitted to six European hospitals". European Journal of Clinical Pharmacology. Gallagher P, Lang PO, Cherubini A, Topinková E, Cruz-Jentoft A, Montero Errasquín B, Mádlová P, Gasperini B, Baeyens H, Baeyens JP, Michel JP, O'Mahony D. Eur J Clin Pharmacol. 2011 Nov;67(11):1175-88. Epub 2011 May 17. • The experimental use of methylphenidate for hypothermia in patients with lewy body dementia. European Geriatric Medicine 2011(2) p 177-178. H. Baeyens, J. Deconinck, JP Baeyens.
D. De Landsheere, J. Dekoninck et al. Tijdschrift voor geneeskunde, aanvaard voor publicatie op 20/09/2011. ■
Prijzen De prijs College Geriatrie in verband met Kwaliteit 2011 werd op 13 mei 2011 toegekend aan dr. H. Baeyens en de CRA’s van de regio Meetjesland ("Vitamin D supplementation in nursing home residents: mission impossible?"). ■
• Vitamine D substitutie bij ouderen in woon –en zorgcentra: een haalbare uitdaging. H. Baeyens, P. Desmet,
15
De kijk van de huisarts
Dr. Christine Balcaen, huisarts
Geachte collegae, Als al ietwat oudere huisarts, ben ik toch ‘relatief nieuw’ in de streek. Ik nam een bestaande praktijk over in Boekhoute (deelgemeente van Assenede), intussen 11 jaar geleden! De laatste jaren, heb ik een enorme evolutie meegemaakt, zowel in AZ Alma, als in de huisartspraktijk.
Het bestuur van huisartsenkring 'De Noordster' in 2000, v.l.n.r.: dr. Willy De Groote, dr. Dirk De Smet, dr. Marc Ryckaert, dr. Luc Uyttendaele, dr. Paul Cammaert, dr. Gaston De Neve en vooraan zittend dr. Felix Keenens.
Huisartsenkring De Noordster Kort na de Tweede Wereldoorlog begonnen de huisartsen André Cammaert, Leon Nachtegaele en Gaston De Neve met een wachtdienst-zonder-naam. Zij werkten samen om elkaar op vrijdagnamiddag en zondagnamiddag (voetbal) te vervangen bij afwezigheid. ‘In die tijd werkten de huisartsen nog dag en nacht, zondag en weekdag’, zegt bestuurslid dokter Dirk De Smet. ‘Legendarisch waren de spreekuren in Assenede, Boekhoute en Ertvelde op zondag na de hoogmis! In de jaren zeventig, tachtig is de wachtdienst geevolueerd naar zijn huidige vorm, maar de mensen waren het gewoon dat de huisarts steeds ter beschikking stond en onmiddellijk bereikbaar was.’ Ook de samenwerking met het ziekenhuis in Assenede/Eeklo was in die periode belangrijk. ‘We herinneren ons allemaal, zeker de oudere generatie, de tijd van dokter De Keyser, dokter De Leu, dokter De Beir... Het waren eigenlijk heroïsche tijden, we dienden ons in die periode te behelpen met weinig middelen, maar kregen de volle steun van de collega's in het ziekenhuis. Ook de samenwerking onder de collega's was perfect, getuige de grote bloei van onze bond van het noorden in die periode. Toen was iedereen lid en kwam ook iedereen naar elke (languitlopende en rijkelijk besprenkelde) vergadering, met de lange verhalen van collega anesthesist Van Hecke...’ De Noordster in de huidige hoedanigheid bestrijkt nog steeds Assenede, Ertvelde en Boekhoute. ‘Aanvankelijk verzorgden we enkel de wekelijkse wachtdiensten in het weekend’, herinnert dokter De Smet zich.
‘Maar toen het verplicht werd om jaarlijkse punten voor accreditering te verzamelen, zijn we zelf bijscholingsactiviteiten gaan organiseren zodat we niet steeds overal moesten rondtoeren om punten te sprokkelen. We hebben zelfs een tiental jaar congressen gehouden in het buitenland. Daarbij bezochten we haast alle Europese hoofdsteden in het gezelschap van een schare specialisten die ons bijschoolden. We volgden ook de gezondheidsdiensten in deze Europese steden van nabij.’ Dokter De Smet wijst erop dat al deze activiteiten pas tot stand kunnen komen door de inzet van het bestuur. Momenteel wordt het bestuur van De Noordster gevormd door de huisartsen Cammaert, De Praeter, De Smet, Rijckaert, Van Petegem en Uytendaele. ‘Onlangs werden de weekdiensten ingevoerd, en aanvankelijk was dat organisatorisch nogal een moeilijke opgave’, bekent dokter De Smet. ‘Maar we zijn erin geslaagd, ook met de hulp van twee externe artsen (dr. Lemaire en dr. Lammens), die ons heel goed bijstaan in de organisatie van deze wachtdienst. We zijn Valère – hoewel vaak in Canada – en Etienne dankbaar voor hun inzet. Onze huisartsenkring is er zich van bewust dat tijden veranderen en dat op termijn andere structuren het licht zullen zien, maar we hopen dat we met ons huidige concept nog een tijdje verder zullen kunnen. In de toekomst zullen waarschijnlijk overal te lande wachtposten verschijnen, maar geloof mij, ik denk dat er in onze contreien, nog niet veel mensen zitten te wachten op deze nieuwe structuren, zeker niet de patiënten, om wie het eigenlijk allemaal draait.’ ■
Veel van de specialisten alsook de directie van het ziekenhuis zijn geëvolueerd van een eerder paternalistische houding, naar een houding van overleg, in het belang van de patiënt, die meer en meer centraal komt te staan. De ombudsdienst en een goed bereikbare medisch directeur zijn maar enkele aspecten hiervan. Ook het intensief contact met meerdere specialisten is een niet te onderschatten schakel in onze motivering tot het verbeteren van eigen kennen en kunnen. Preventie komt meer en meer op de voorgrond. Maar geen enkele dienst kende een zo spectaculaire evolutie als de dienst geriatrie. Alle geriaters zijn sterk gemotiveerd en vullen elkaar goed aan in hun verschillende vakgebieden. Gezien de vergrijzing van de bevolking, neemt deze doelgroep in belangrijke mate toe. Ook de oudere patiënt wenst inspraak in behandeling, toekomstperspectief en levenseindevragen. De algemene tendens om de patiënt, ook op hoge leeftijd, met vaak eenvoudige middelen zelfredzaam te houden, laat hem toe langer in eigen vertrouwd milieu te blijven. Hierbij duiken voor de huisarts soms onverwachte problemen op, die niet alleen creatieve oplossingen vragen, maar ook een intensieve samenwerking tussen geriater, thuiszorgdiensten, mantelzorgers, woon- en zorgcentra met dagcentra. Dit alles wordt zeer arbeidsintensief, tijdrovend, maar het loont wel. Het geriatrische dagziekenhuis vind ik een ‘superinitiatief’. Het gaat hier om een ideale tussenstap tussen eindeloze transfers van en naar het ziekenhuis, en een door de oudere vaak als bedreigend aangevoelde opname. Gezien een ketting maar zo sterk is als haar zwakste schakel, zou ik hier een lans willen breken om meer middelen te investeren in de thuiszorg. De mantelzorgers verdienen meer dan ons volle respect, maar voelen zich soms in de steek gelaten door de professionele hulp. Gebrek aan personeel, vakanties, zieken, … Gegronde redenen, maar toch…. Door de continue inzet van ‘onze geriaters’, ook naar bijscholingen toe, is er in de dagelijkse huisartsenpraktijk een duidelijke evolutie merkbaar. Door het meer systematisch gaan uitvoeren van o.a. de kloktest, een eenvoudig, weinig tijdrovend testje, kunnen vele mensen onderkend worden met beginnende dementie. De resultaten hiervan zijn eigenlijk wel wat ‘benauwend’. Het geeft in elk geval de indruk dat er een enorme ‘dementiegolf’ op ons afkomt. Daarom zie ik ook duidelijk de noodzaak in van vroegdetectie en –behandeling. Er wacht de volgende generatie huisartsen zonder twijfel een zware maar boeiende taak. Onderlinge samenwerking, het is van groot maatschappelijk belang. Ik kan er enkel voor pleiten dat de ingeslagen weg voortgezet wordt, dat alle medici en paramedici met dezelfde inzet verder kunnen werken. Over X aantal jaren behoren wijzelf immers ook tot ‘de geriatrische populatie’. ■