Scheutnieuws
PB- PP B-00012 B- 00000 BELGIE(N) - BELGIQUE
Missiehuis van Scheut
Ninoofsesteenweg 548 • 1070 Brussel • tel. 02 526 14 00 Administratie en Redactie :
[email protected] • www.scheut.be Tweemaandelijks – 46ste jaargang Nr. 2 –MAART-APRIL 2016 – Afgiftekantoor Brussel X - P006670
Op stap met de jeugd van Haïti: de Stichting Mamosa-Cunina Jan Hoet (°Lier 1942) is sinds 1967 werkzaam in Haïti. Vrij vlug na mijn aankomst in Haïti had ik al door dat dit een volk was dat in meerderheid bestaat uit kinderen en jongeren. Deze Haïtiaanse jeugd heeft geen duidelijke toekomst, is aan zichzelf overgelaten, slachtoffer van een vervreemdend schoolsysteem, dikwijls bedrogen door zijn politieke leiders en opvoeders. Deze jeugd wordt gedwongen tot een ongenadige strijd om vooruit te komen op de sociale ladder, met slechts één droom: een visum verkrijgen voor de USA of Europa. Een jeugd bedreigd door twee plagen: aids en drugs. Maar eveneens een jeugd die droomt van mooie en goede dingen, die houdt van muziek en dans, die naar de wereld kijkt met een uitnodigende glimlach, vol verwachting naar erkenning, waardering en vriendschap. Dat is de reden waarom ik meteen de keuze maakte om op stap te gaan met deze jeugd.
onthaalhuis voor studenten. Ik mocht rekenen op begrip en steun van mijn oversten en confraters, en installeerde me in een huurhuis met een vijftiental jongeren uit de parochies waar ik in het binnenland had gewerkt en die hier in de stad schoolliepen. We noemden dit huis “Mamosa”, naar de beginletters van de plaatsen waarvan de eerste kostgangers kwamen: Marmont, Mombin Crochu en Saltadère. Enkele jaren later was dit onthaalhuis volzet met 24 jongeren. Na de aardbeving van januari 2010, waarbij het onthaalhuis
In de eerste drie parochies waar ik mijn missiewerk deed, stak ik telkens heel wat energie in het organiseren van jeugdactiviteiten. Als fervent sportbeoefenaar richtte ik voetbal- en volleybalkampioenschappen in. Ik legde enkele basketbalterreinen aan, organiseerde atletiekwedstrijden, uitstappen, filmvoorstellingen, kampioenschappen voor de meisjes in bikkelen en dominospel, enz. In 1995 werd ik gevraagd naar de hoofdstad te komen om directeur te worden van “Bon Nouvèl,” een door Scheut gesticht Creools maandblad. Ik vreesde toen een punt te moeten zetten achter jeugdwerking. Maar niets was minder waar. Ik kon starten met een Scheutnieuws maart-april 2016
1
totaal vernield werd, vreesde ik opnieuw dat het met jeugdwerking gedaan was. Maar, dankzij de beweging van solidariteit en hulp die toen op gang kwam, kregen we nieuwe moed en zagen we de kans te herbeginnen. Die ramp van 2010 heeft geleid tot een geheel nieuwe benadering en het opzetten van de Stichting MamosaCunina. Na vier jaar vechten kreeg de Stichting eindelijk de officiële erkenning, gepubliceerd in het Haïtiaans staatsblad van 12 mei 2015. Deze samenwerking met Cunina resulteerde in jeugdwerking op 3 terreinen:
1. Opvang en begeleiding van studenten in huize MAMOSA
In april 2011 konden we met de steun van de Belgische NGO “Cunina” een huis aankopen in een rustige wijk. De officiële inhuldiging van ons nieuwe huis Mamosa had plaats op 7 mei 2011. Het was een groot feest, waarop alle kinderen die genoten van een Cunina-peterschap, en een delegatie van CuninaBelgië, aanwezig waren. Kort daarna begonnen we met de bouw van zeven nieuwe kamers, een buitenkeuken en een kantoor voor het beheer van de peterschappen. Vandaag wonen er in MAMOSA 28 meisjes en drie jongens, samen met twee volwassenen. In de twintig jaar van zijn bestaan kan dit project terugblikken op mooie resultaten. Heel wat jonge mensen konden hun studies afmaken en hun plaats innemen op de arbeidsmarkt als geneesheer,
verpleegster, landbouwingenieur, boekhouder, secretaris, enz. Zij die nu kunnen instaan voor hun levensonderhoud, maakten plaats voor nieuwkomers die zo de kans krijgen aan hun toekomst te bouwen. (zie: www.webmamosa.org)
2. Peterschappen en onderwijsondersteunende projecten: Cunina-Haïti
“Cunina” is, zoals gezegd, een Belgische NGO, gesticht door Mvr. Sophie Vangheel in 1990. Deze organisatie, waarmee ik al vanaf het ontstaan samenwerk, wil door middel van peterschappen en onderwijsondersteunende projecten zoveel mogelijk kinderen in haar partnerlanden naar school sturen. Onze Stichting beheert de werking van CuninaHaïti. Vooreerst zijn er peterschappen voor 120 kinderen in de hoofdstad Port-au-Prince. Het beheer daarvan wordt waargenomen door Wilnise René, die zelf een universitair diploma heeft behaald dankzij een Cunina-peterschap. Verder zijn er peterschappen voor meer dan 400 kinderen, verdeeld over vier lagere scholen en één middelbare school in Mombin Crochu, en één lagere school in La Victoire. Deze scholen genieten ook van de onderwijsondersteunende klein schalige projecten, bv. de aanbouw van enkele klaslokalen, de aankoop van nieuwe schoolbanken, enz. Daar is het Ketheline Louis die verantwoordelijk is voor de opvolging. (zie: www.cunina.org)
3. Activiteiten van Sportbond “Banzaï”
De sportbond werd officieel gesticht op 19 mei 1996. Het initiatief werd genomen door een groep jongeren, afkomstig van Mombin Crochu, die naar de hoofdstad waren gekomen om er hun middelbare studies te doen. Zij begonnen met een volleybalclub. Van een kleine groep leden van het eerste uur is Banzaï uitgegroeid tot een stevige en alom bekende sportvereniging, met meer dan 200 ingeschreven leden. De club Banzaï heeft zijn eigen statuten. Het Uitvoerend Comité, dat uit zeven leden bestaat, wordt door de Algemene Vergadering
verkozen, telkens voor een termijn van vier jaar. Aldus wil de club leerschool zijn voor democratisch denken en goedwerkende organisatie. Banzaï heeft ook sterke banden met de “Stichting Mamosa – Cunina”, aangezien sport één van de actieterreinen is van de stichting. (zie: www.iwebbanzai.org)
Het bouwproject van de Stichting
We hebben altijd de droom gekoesterd om samen met huize Mamosa, een sportinfrastructuur te bouwen. Met de hulp van een immobiliënkantoor slaagden we erin een gepast stuk grond aan te kopen. Maar het is pas twee jaar later dat we, na een administratief gevecht, het echt in bezit konden nemen. We begonnen met de werken in juni 2013, eerst met het bouwen van de muur die het terrein moet omsluiten. Maar in november moesten we de werken nood-gedwongen stilleggen bij gebrek aan geld. Sindsdien gaan we, telkens er wat geld wordt gevonden, stap voor stap verder. Het sportcentrum is een zware financiële uitdaging geworden. Het geld voor dit alles kwam van de Stichting Mamosa-Cunina en bestond uit giften van weldoeners ontvangen na de aardbeving van 2010. Aangezien de Stichting geen mogelijkheden meer heeft om het bouwproject te ondersteunen zijn we nu verplicht om onze gelden die expliciet voor de bouw bestemd zijn daarvoor te gebruiken. Het resultaat van de ontelbare stappen die we hebben ondernomen om voldoende geld te vinden is tot nu toe ontgoochelend mager. Het
is zelfs heel moeilijk geworden om de Stichting zelf levend te houden en ervoor te zorgen dat alle activiteiten in het kader van haar werking kunnen uitgevoerd worden. Maar we blijven zoeken en hopen dat deze droom ooit werkelijkheid wordt.
Jan Hoet, cicm Wie dit project wil steunen, kan storten op SOS Scheut – Ontwikkelings – Samenwerking – Brussel: IBAN: BE82 0000 9019 7468, BIC BPOTBEB1. Bij iedere storting het projectnummer vermelden: 02 509 008 en de naam van het project Mamosa. Er kan een attest verkregen worden.
Komen en gaan
(lijst afgesloten op 29 februari 2016)
Kwamen op verlof :
Vandenabeele Fernand (Brazilië) - Vermeersch Robert (Congo).
Keerde terug naar zijn missie : Vermeersch Robert (Congo).
Scheutnieuws maart-april 2016
3
Zaadjes gezaaid, gist in het deeg Marcel Goffart (°Merksem 1937) is sinds 1964 werkzaam in Taiwan en kwam in 2015 op verlof.
de Allerhoogste... om licht te brengen voor hen die in het duister zitten." (Lc. 1,76-79) De zaadjes zijn gezaaid, de gist is in het deeg.
Een andere groep mensen: de straatjeugd
Persoonlijk contact met niet-christenen, ook gevangenen De gevangenen zijn zo joviaal-arrogant! Elke week gaan we ze met een groepje katholieke vrijwilligers, missie-gezinde Chinezen, een paar uur bezoeken. Ze geven af op de bewakers, op het Ministerie van Justitie en op het slechte eten. Doch altijd spottend en ik voel wel dat ze het eigenlijk niet menen, maar daardoor gewoonweg hun pijn van het gevangenzitten willen uiten. Ik voel stiekem met hen mee tegen de overheid. Voor ons is het een kans om aan te pikken en van daaruit wat realiteitszin, geduld en hoop in te pompen om het hier met wat humor en zelfs christelijke aanvaarding beter uit te houden. Soms past het om een evangelietekst of een woord van Jezus erbij te halen, want als (niet-vurige!) boeddhisten hebben ze toch wel wat gevoel voor het Eeuwige. Als ik dan af en toe een dankbare glimlach zie, weet ik dat ‘het Woord’ niet nutteloos was. Soms is er wel iemand die vraagt om godsdienstonderricht en doopsel. Als aalmoezenier van die groep vrijwilligers ben ik blij samen met hen de geest van vergeving te kunnen doorgeven. "En gij, kind, zult profeet zijn van
Ik kon het in Taipei niet aanzien dat een kleine bengel door een politiehand werd weggerukt van een hotdogkraam omdat hij er eentje gapte. Hij had honger, was weggelopen van school, zijn gescheiden vader was al drie dagen weg "voor zaken" en de ijskast was leeg. Vele boefjes worden aangetrokken door dievenbendes om als goedkope werkkracht voor hen te gaan stelen. Met wat drugs blijven ze dan vasthangen aan zulke groep criminelen en geraken vroeg of laat in de gevangenis. Zo zijn we in onze parochie gestart met een naschoolse kinderopvang. Gratis, want veel kansarme families kunnen de publieke naschoolse klassen niet betalen. Het zijn kinderen van alleenstaande moeders, dikwijls voor een makelaarshuwelijk naar Taiwan gelokt vanuit Vietnam, Thailand of de Filippijnen. Ofwel kinderen van vaders van wie de echtgenote met een andere man wegging. Vader of moeder kennen geen Chinese letters en kunnen dus het Chinees huiswerk van hun kinderen niet opvolgen. De gescheiden vader van Sying Sying heeft een handicap. Hij gaat met krukken. En Sying Sying (in het tweede leerjaar) is zijn enige dagelijkse steun. In de lagere school lachten de kinderen hem uit omdat zijn jas altijd stonk naar tabak. Ik trok met een van onze leerkrachten naar zijn huis om te zien wat hun probleem was... In hun klein appartement was er geen wasmachine en vaders zieke been mocht geen water aanraken want het was besmet. Dus werd altijd enkel het hoogstnodige met een koud handwasje gekuist. We hebben hun dan maar direct een wasmachine gekocht! Is dat sinterklaasje spelen? Is dat paternalisme? Men zegt dat we de mensen tot zelfhulp moeten brengen. Maar in vele gevallen is er dringend een uitgestoken hand nodig om de stap naar zelfgroei te zetten. Trouwens, vaders enig inkomen is de schaarse maandelijkse sociale bijstand. Hij is ons dankbaar en Sying Sying kan zonder
schroom met de klaskameraden spelen. Vrienden maken is een levensnood. Zo maken we onze kinderen iets gelukkiger. Ook al kunnen ze het "Onze Vader" bidden en zingen, ze zijn niet katholiek. Ze horen wel graag de verhalen van Jezus en de ouders zijn blij dat de kinderen goede voorbeelden horen, hoewel zij als boeddhisten hun kinderen zeker niet zullen laten dopen. Dat is positief genoeg. De zaadjes zijn gezaaid, de gist is in het deeg en de rest is voor later. De Heer zal hen zegenen!
Nog iets dat me blij maakt
De leerkrachten van onze kinderzorg die niet allen katholiek zijn worden ook aanvaard, als ze maar een hart hebben voor kansarme kinderen. Onlangs kwam er een lerares en kinderleidster naar mij met een probleem. Zij is boeddhist en weet dus van bidden. Maar ze kan de wrevel en jaloezie van een medeleerkracht niet van zich afzetten en ze kan er zelfs niet van slapen. Ze zou haar werk willen stopzetten. Ze zei: "Ik smeek een Geluk-Brengende-Geest elke dag om de jaloezie van die lerares te doen ophouden, maar het helpt niet." Ik dacht: Ik zou ze kunnen bepraten om te bidden tot de Drie-Ene God van ons. Maar dat zou bedrog zijn. Zij gelooft oprecht in haar "GelukBrengende-Geest". Dus zou het volgens mij in haar geweten geloofsafval zijn en een onoprecht bidden tot die Drie-Ene God die zij niet kent. God zelf overstijgt
al onze verschillen in kennis van Hem. Ik zei haar: "Belangrijk is niet hoeveel je bidt, maar wel hoe je bidt. Echt bidden is in vertrouwen uw zorgen in zijn handen leggen, ze echt van u afzetten, Hem laten doen en rustig gaan slapen." Ze staarde me even aan. Ik zag ontroering in haar ogen en ze zei: "Dank u." Toen zei ik tot haar met een lachje: "Blijf nu maar bij ons werken voor de kinderen.” Hoe zal ze later geloven? Geloofsverdieping leidt ons dichter bij de Heer. Oprechtheid is de eerste voorwaarde om tot geloof te komen. De zaadjes zijn gezaaid, de gist is in het deeg en de toekomst ligt in Gods hand.
Marcel Goffart, cicm Scheutnieuws maart-april 2016
5
Korte terugkeer naar mijn land Jean Peeters (°Jumet-Gohissart 1939) had de kans om een drietal weken in Kinshasa en Boma te verblijven, waar hij iets meer dan 20 jaar missionaris geweest is. Hij vertelt over zijn ervaringen in zijn vroegere missieland.
(“on se débrouille”) is het grote principe. Alle voetpaden van de stad worden ingenomen door winkeltjes waar men van alles te koop aanbiedt: vooral groenten (maniokbladeren, knoflook, tomaten, …) maar ook alles wat men normaal in een supermarkt vindt: van wc-papier tot kookpannen, van zeep tot stoelen, schroevendraaiers, buizen voor waterleiding, enz. Dat is wat men noemt de parallelle markt. De regering heeft wel geprobeerd de BTW op te leggen maar, zoals voor zoveel andere verordeningen, er is niemand die zich eraan houdt.
Achteruitgang in het binnenland
Jean Peeters met een bevriende familie
Ontwikkeling van de steden
Wat mij onmiddellijk trof was de buitengewone ontwikkeling van de steden. Elektriciteit, ondanks de regelmatige stroomonderbrekingen; de groeiende aanwezigheid van plaatsen waar water voorzien is; bepaalde grote banen binnen de steden zijn gebetonneerd en waterafvoer is aangelegd; vele, mooie, nieuwe gebouwen verrijzen, talrijke gevels worden versierd, enz. Maar wat vooral treft is de enorme uitbreiding van steden en cités langs de grote en drukke verbindingswegen. Op 35 km van Kinshasa zijn de wegen nog altijd even overvol als in het centrum en het krioelt er van de winkeltjes.
Het verkeer is enorm, ook al omdat er te weinig alternatieve wegen zijn. Het openbaar vervoer is beter dan 20 jaar geleden, taxi’s en “motos taxis” zijn niet te tellen. En bovenal: het krioelt er van het volk dat zich in alle richtingen een weg baant. “Pater, als we niet bewegen, sterven we van de honger.” En inderdaad, op enkele bevoorrechten na die een vast werk hebben en goed betaald worden, wacht de overgrote meerderheid van de bevolking een ander lot. Zijn plan trekken
De miserie begint pas van zodra men de steden en de grote verbindingswegen verlaat. Enkele kilometers meer naar het binnenland en je bent in een verleden van 30-50 jaar terug. Niets schijnt veranderd te zijn: dezelfde hutten, hetzelfde probleem van water halen aan de bron, maar vooral de erbarmelijke toestand van de wegen of wat ervoor doorgaat. Niet te verwonderen dat de mensen hun dorpen verlaten en naar de stad of de cités trekken: ze kunnen de producten van hun landbouw niet meer verkocht krijgen en vallen dus zonder inkomsten.
In de parochie Kilengi (60 km verwijderd van een grote weg) vertelde de dokter van een klein dispensarium/materniteit me dat hij er nog 2-3 jaar dacht te blijven wonen en werken, niet meer. Hij wordt inderdaad niet betaald door de Staat en ziet zich dus verplicht zijn patiënten in het ziekenhuis te houden tot ze hem betaald hebben. Het ligt voor de hand dat vele mensen wegvluchten van zodra ze daar de kans toe zien. En dit schijnt in heel het binnenland het geval te zijn.
Kleine sprankels van hoop
Hier en daar ontstaan “ziekenfondsen” waarin de leden regelmatig hun bijdrage storten wat het hen mogelijk maakt hun zieken te helpen. Maar zo’n ziekenfonds is alleen mogelijk in de grote dorpen, want om van de hulp te kunnen genieten moet je een van de weinige door het ziekenfonds erkende gezondheidscentra opzoeken. Het is uiteindelijk alleen een
zekere begoede klasse die er deel kan van uitmaken: leerkrachten, militairen, administratie, advocaten. In het bisdom Boma, waar ik vele jaren gewerkt heb, zijn alle parochies nu in handen van de diocesane clerus en gelukkig is hun toestand aanzienlijk verbeterd de laatste 20 jaar. Meer en meer zijn het de plaatselijke geloofsgemeenschappen die hen onderhouden. Op zondag wordt een tweede collecte georganiseerd, de “schaal van de priester” genoemd, waarbij een geldelijke bijdrage en voedingswaren geschonken worden. Het bisdom heeft zelfs een systeem van solidariteit uitgewerkt waarbij rijkere parochies de armere helpen. Dat werkt min of meer, afhankelijk van de betrokken personen. In het binnenland hebben vele dokters een klein consultatiebureau geopend. Maar dikwijls nemen ze – noodgedwongen – risico’s die niet door de beugel kunnen: operaties zoals keizersnede, appendicitis, breuken, worden er uitgevoerd, met dikwijls heel nefaste gevolgen.
Moeilijkheden
De economische en sociale crisis die ook Congo treft en de voorouderlijke geloofspraktijken die terugkeren zijn een ideale voedingsbodem voor de vermenigvuldiging van sekten en hun twijfelachtige voorgangers. Sommigen spreken van een echte “industrie van de duivel en van de tovenaars (ndoki)”. Een ware gesel voor de maatschappij omwille van de vele valse beschuldigingen! Het fenomeen van ‘behekste kinderen’, die uit hun familie weggejaagd worden, is stilaan bezig heel het land te overheersen. Een nieuwe wet wil aan deze praktijken een halt toeroepen, maar dat haalt weinig of niets uit. Het aantal NGO’s stijgt zienderogen maar ze zijn geconfronteerd met problemen waarvan de westerse weldoeners niet het minste benul hebben: stroomonderbrekingen die de koelkasten buiten werking stellen, hevige regenval die wegen en bruggen vernielt, onvoorziene ziekten, de toestand van de wegen, …
Deze moedige vrouw heeft bovenop haar eigen kinderen ook de drie andere kinderen van haar man opgenomen.
Een kleine NGO had een tweedehands frigo-camion gekocht, waarmee lokale producten konden vervoerd worden naar de centra. Een prachtig idee, dat echter geen lang leven kende. Een kapotte versnellingsbak, problemen met het afkoelingssysteem, de onmogelijke wegen, … Sinds enkele jaren bestaat in Boma de “Université Kasa Vubu” en een Hoger Instituut van biochemie. Maar … in welke staat, met welk materiaal, welke stagemogelijkheden? Maar wat opmerkelijk is, dat is de moed en het goede humeur van de bevolking. Het zijn vechters, met als leuze: “Hier gaat alles goed, uitgenomen wat niet goed gaat.”
Jean Peeters, cicm (overgenomen uit “Scheut en Famille”) Scheutnieuws maart-april 2016
7
Onze overledenen Onze overledenen Gerard Derluyn Geboren in Beveren-Roeselare op 14 november 1931. Eerste geloften op 8 september 1952. Priester gewijd op 4 augustus 1957. Missionaris in Congo van 1958 tot 2003 en daarna in België. Overleden in Torhout op 15 januari 2016. Jozef Van Keerberghen Geboren in Sint-Pieters-Leeuw op 18 februari 1924. Eerste geloften op 8 september 1943. Priester gewijd op 1 augustus 1948. Missionaris in Congo van 1949 tot 1995 en daarna in België. Overleden in Sint-Pieters-Leeuw op 2 februari 2016. Gerard Deruyttere Geboren in Gullegem op 9 mei 1919. Eerste geloften op 8 september 1939. Priester gewijd op 16 juli 1944. Missionaris in Congo van 1947 tot 1999 en daarna in België. Overleden in Torhout op 19 februari 2016.
Overleden familieleden van confraters Wevelgem, 04.11.15: Dhr Bernard Gheysens, broer van Gaby (Brazilië). Gistel, 02.01.16: Mvr. Anna Dieryck, zus van Gaby (Filippijnen). Lendelede, 09.01.16: Dhr Aimé Hanssens, broer van Stan († 2013) en Staf († 2015). Rillaar, 13.01.16: Mvr. Louisa Jacobs, zus van Lambert (Kessel-Lo). Zundert, 21.01.16: Mvr. Catharina Koeken, zus van Theodoor († 2003) en Jozef (Schilde). Gouda (NL), 21.01.16: Dhr Adrianus Johannes van de Goor, schoonbroer van Jan van den Heuvel (Scheut). Ieper, 12.02.16: Mvr. Elisabeth Weyts, zus van Albert (†1998) en schoonzus van Achiel Hermans (†2011). Houthalen, 13.02.16: Dhr Louis Van Meulder, broer van Isidoor (Zuun). Sint-Maria-Horebeke, 15.02.16: Dhr Jules Pycke, broer van Nestor (Kessel-Lo) en schoonbroer van Michel Haelterman (Zuun). Hofstade, 16.02.16: Mvr. Maria Daelman, zus van Clement (†2014). Vorst, 21.02.16: P. Jakob Debruyne, Norbertijn van Tongerlo, broer van Henri (Scheut). Ooigem, 23.02.16: Mvr. Simonne Maertens, zus van Frans († 1987), André († 1983), Joris († 2009), Michel († 2013), Willem († 1999) en Noël († 1998).
Redactie : Romain Clement, Werner Lesage, Erik Maes, Jef Matton, Marcel Peeters, Frans Van Oudenhove, Nand Verhoeven Verantwoordelijke uitgever : Erik Maes, Missiehuis van Scheut, Ninoofsesteenweg 548, 1070 Brussel Bankrekening : Missiehuis van Scheut - Brussel, IBAN-code : BE34 4392 1002 4190, BIC-code : KREDBEBB, met de vermelding : “voor Scheutnieuws” Drukkerij-Uitgeverij Jan Verhoeven nv - Sint-Pieters-Leeuw