Scheutnieuws
België-Belgique P.B. Brussel X 1/2619
Missiehuis van Scheut
Ninoofsesteenweg 548 • 1070 Brussel • tel. 02 526 14 00 Administratie en Redactie:
[email protected] • www.scheut.be
Tweemaandelijks – 42ste jaargang Nr. 5 – SEPTEMBER - OKTOBER 2012 - Afgiftekantoor Brussel X
Het missiehuis van Scheut in Brussel Een klein schakeltje in een groot raderwerk
“De Missionarissen van Scheut”, of kortom “Scheut”, is een internationale missiecongregatie die 150 jaar geleden in deze wijk van Anderlecht gesticht werd door Theofiel Verbist om missiewerk te verrichten in China. Met enkele gezellen vertrok hij erheen in 1865 maar een goede twee jaar later stierf hij reeds. Het werk ging verder en nu telt de congregatie 881 leden, afkomstig uit 18 landen en werkzaam in 23 landen.
Momenteel telt de congregatie 10 verschillende provincies: --3 in Afrika (Centraal en West-Afrika; Zuidelijk Afrika; Kinshasa) --2 in Amerika (Latijns-Amerika en de Caraïben; de Verenigde Staten) --4 in Azië (Indonesië; Japan; Filippijnen; China-Mongolië) --1 in Europa (België-Nederland) De Belgisch-Nederlandse Provincie heeft het grootste aantal leden. Velen genieten er nu, na een heel leven van werk in de missies, van een welverdiende rust.
Scheutnieuws september - oktober 2012
1
Wat vind je in het missiehuis van Scheut ? Het moederhuis van de Congregatie
Omdat de Congregatie hier gesticht werd is dit huis in Scheut “Het Moederhuis van de Congregatie”. Tot in 1967 was het Algemeen Bestuur hier gevestigd. Nu is dat in Rome.
De Belgisch-Nederlandse provincie wordt bestuurd vanuit dit Missiehuis. In totaal telt ze 311 leden waarvan de meesten in één van volgende huizen wonen: - Scheut-Anderlecht: 17 - Embourg: 16 - Kessel-Lo: 27 - Kortrijk: 21 - Leuven: 11 - Rue Berckmans (St.-Gilles): 7
- Rumbeke: 14 - Schilde: 39 - Teteringen (Nederland): 23 - Torhout: 29 - Zuun (St.-Pieters-Leeuw): 30
77 andere confraters wonen verspreid over het hele land. Ze werken in parochies of doen gespecialiseerd apostolaat. 6 werken in Frankrijk. Eén werkt als dokter in Mozambique. In tegenstelling tot de andere huizen van de Provincie, waar de meeste bewoners op rust zijn, werken veel confraters hier nog in dienst van de leden van de Provincie en ook in dienst van de confraters die missiewerk verrichten in de missielanden. Van alle Scheutisten daar werkzaam zijn er nog 124 afkomstig uit België en Nederland. Ook worden nog veel diensten bewezen aan verschillende bisdommen waarmee Scheut historisch verbonden is omdat Scheut er vroeger werkzaam was en er veelal de stichter van is.
Kapel met het graf van de Stichter
De kapel is de gebedsplaats van de eigen gemeenschap maar ook de christenen van de omliggende parochies kunnen er terecht. De eucharistieviering is er elke dag om 7u30 en op zondag om 7u30 en 9 u. In de crypte onder de kapel bevindt zich de authentiek Chinese sarcofaag met het stoffelijk overschot van de Stichter. Deze werd in 1931 met de “Mercator” uit China overgebracht en in een grote nationale plechtigheid ondergebracht in het Missiehuis. Bij de Stichting was hier een bedevaartsoord. O.-L.Vrouw werd er vereerd onder de naam “Onze-Lieve-
Vrouw van Gratie”. Ze wordt er nog steeds onder die naam aangeroepen. Haar beeld wordt er in ere gehouden.
Het Provinciaal Bestuur
Pater Provinciaal en de Viceprovinciaal wonen in Scheut. Iedere maand vergaderen ze er met de Provinciale Raadsleden. Ook het Provinciaal Secretariaat en het Provinciaal Economaat zijn er gevestigd.
Allerhande Diensten
Verschillende diensten maken het de confraters zowel hier als in de derde wereld gemakkelijk om hun werk te verrichten. Het Provinciaal Economaat regelt veel geldzaken, ook voor de missies buiten Europa. De VZW “Scheut-Ontwikkelings-Samenwerking” (S.O.S.) doet de administratieve verwerking van giften voor het missiewerk zodat die kunnen afgetrokken worden van het belastbaar inkomen. Ook de administratie van Ziekenfonds en Pensioenen voor alle missionarissen gebeurt hier.
De Missieprocuur
De officiële ingang hiervan is langs de Van Souststraat 191. Missionarissen kunnen er terecht voor het bestellen en verzenden van allerlei materiaal dat ze ter plaatse veelal niet kunnen vinden. Ook de reizen van en naar de missielanden worden er geregeld. Heel veel confraters bv. uit Kongo of Zuid-Amerika, maar werkzaam in de Filippijnen of Mongolië, of uit Indonesië en werkzaam in Kongo, doen beroep op deze diensten. Velen van hen komen hier voorbij op doorreis van of naar hun missieland.
De Fotogalerij
Sinds de stichting van de Congregatie verlieten meer dan 3.750 confraters hun geboorteland om in een ver land missiewerk te verrichten. Vooral in het begin stierven heel velen na één of twee jaar, in China tengevolge van tyfus, in Kongo van malaria of slaapziekte. Bij hun vertrek werd een grote foto gemaakt, en die vind je allemaal in de indrukwekkende fotogalerij, aanvankelijk alleen in zwart-wit, met de jaren steeds meer gekleurd.
Het Chinees museum
Het museum bevat een verzameling waardevolle voorwerpen die missionarissen uit China hebben mee-
Het Rectoraat van het huis
De fotogalerij met bijna 4.000 foto’s van missionarissen
gebracht of opgestuurd. Meerdere hiervan zijn het resultaat van opzoekingen door missionarissen-wetenschappers of etnologen. Oorspronkelijk waren ze bedoeld als didactisch materiaal bij de lessen die de jonge missionarissen wegwijs moesten maken in de Chinese cultuur. Vroeger beschikte het huis ook over een grote verzameling uit Kongo, maar deze werd overgemaakt aan het Museum van Centraal Afrika in Tervuren.
De Rector en Vicerector zijn de verantwoordelijken van de gemeenschap en dragen zorg voor de goede gang van zaken in het huis. Zeer belangrijk voor het huis van Scheut is het onthaal. Gastvrijheid is één van onze troeven. Verschillende verenigingen en groepen uit de omgeving houden er graag hun vergaderingen of bijeenkomsten. Familieleden van confraters in de missielanden kunnen er steeds terecht en worden zoveel mogelijk geholpen, vooral wanneer ze zich zorgen maken als er al eens moeilijkheden zijn in de landen waar de missionarissen werkzaam zijn, zoals bij de aardbeving in Haïti, of tijdens de jarenlange rebellies in Kongo. Ook missionarissen op verlof zijn er steeds welkom en worden zoveel mogelijk geholpen. Naast de vele bezoekers zijn er ook regelmatig bijeenkomsten van confraters. Samenkomen in Scheut roept steeds aangename herinneringen op. Omwille van dit alles spreekt elke Scheutist steeds van “Moeder Scheut”.
Erik Maes, cicm
Scheutnieuws september - oktober 2012
3
Geschiedenis van de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Gratie in Scheut In de loop van het jaar 1445 hechtte Pieter van Assche, een vrome herder van Moortebeek, een beeldje van de Moedermaagd aan de stam van een lindeboom die naast de weg stond van Brussel naar Ninove. Het duurde niet lang of buren en reizigers kwamen het beeldje vereren; zij legden kleine gaven aan de voet van de lindeboom: bloemen en kaarsen. Van 1449 af vermeerdert de toeloop van pelgrims aanzienlijk, de giften worden talrijk en de overheden van de stad, in samenspraak met de bisschop van Kamerrijk, moeten samen beslissen waarvoor de offeranden zullen dienen. Er is sprake van wonderen: genezingen en dodenopwekkingen. In vergaderingen van notabelen worden de mirakelverhalen onderzocht en men besluit tot de aankoop van het terrein waarop de linde staat en tot de bouw van een kapel. Men moest dan priesters vinden of religieuzen om de kapel te bedienen en om ten dienste te staan van de steeds groeiende massa pelgrims. De overheid van Brussel wendde zich tot de orde van de kartuizers. In 1456 kwamen zeven kloosterlingen zich in Scheut vestigen. Geleidelijk aan en dankzij de edelmoedige bijdragen van prinsen en van de stad Brussel werd de kartuizerij van Scheut gebouwd. Zij omvatte het klooster en de kerk die afgezonderd stond van de kapel. De zeer ruime kerk waarvan de bouw begon in 1469 werd voltooid in 1531, dankzij milde schenkingen van verschillende voorname personen, onder andere Keizer
Karel. Het klooster was eveneens merkwaardig, en gedurende meer dan honderd jaar kenden de kartuizers van Scheut vreedzame dagen, levend in de strikte observantie van hun strenge regel en hun tijd bestedend aan gebed en studie. De bedevaarders kwamen steeds zeer talrijk en gingen daarna heinde en verre de gunsten verkondigen hun door Onze-Lieve-Vrouw van Gratie geschonken. In de tweede helft van de 16de eeuw werd België overspoeld door het protestantisme. In 1578 kwam een bende calvinisten de kartuizerij bestormen, zij verjoegen de monniken, roofden alles wat vervoerbaar was en staken de prachtige gebouwen in brand. De kloosterlingen vluchtten naar Luik en verbleven er tot het jaar 1585. Toen zij naar Scheut terugkeerden vonden zij er niets meer dan puin. De miraculeuze kapel stond nog recht maar de vensterruiten waren weggehaald en het dak was door het vuur vernield. De kartuizers bouwden een nieuw klooster op een andere plaats in de stad. Maar het volk bleef naar het oude heiligdom komen waar Maria voortging haar wonderbare weldaden uit te delen. Daarom deden de kartuizers in het begin van de 17de eeuw de meest noodzakelijke herstellingen aan de kapel. Op 10 april 1619 kwam Mathias Hovius, Aartsbisschop van Mechelen, het herstelde heiligdom inwijden. Toch kwam het oorspronkelijke beeld van Maria niet terug in Scheut. De kloosterlingen vervingen het door een namaaksel dat men daar vereerde tot aan de Franse
Kapel en eerste gebouw van Scheut in 1870
Op het einde van de 18de eeuw werd België door nieuwe beproevingen getroffen. In 1783 verbande Keizer Jozef II onmeedogend de kartuizers uit zijn staten, en legde de hand op hun goederen. De kapel van Scheut die zij tot dan toe bediend hadden onderging hetzelfde lot. De gewaden werden aangeslagen en de kapel gesloten. En toen de Franse Revolutionairen het land binnenvielen werd de kapel als staatsgoed verkocht. Het heiligdom werd door een landbouwer gekocht die er een schuur van maakte. Zestig jaar later werd de kapel die nog steeds als schuur diende, openbaar te koop aangeboden. De heer Jean-Charles Brabandt kocht ze met het inzicht het heiligdom terug te schenken aan zijn oorspronkelijke bestemming. Hij liet de kapel op zijn kosten herstellen en plaatste er een nieuw beeld van Maria in. Na 60 jaar gedwongen verwaarlozing kwamen de gelovigen weer talrijk toestromen. In 1861 hadden Theofiel Verbist en drie andere priesters van de Brusselse clerus besloten een Congregatie te stichten van missionarissen voor China. Ze kwamen in contact met Jean-Charles Brabandt, de eigenaar van de kapel, die niets anders wenste dan de devotie voor Maria in Scheut te zien herleven. Hij stond hun het heiligdom af. De ceremonie van herstel had plaats op 27 april 1863 en werd bijgewoond door een grote menigte. Talrijke priesters uit Brussel en de voorsteden waren eveneens gekomen om één te zijn in gebed met de toekomstige missionarissen. Beeld uit 1857 in de huidige kapel
Revolutie. In die woelige periode werd het verborgen gehouden door een buurvrouw, Catharina de Maseneer, die het later aan de kerk van Anderlecht schonk waar het vandaag nog te zien is. Wat het echte mirakelbeeldje betreft, weleer door Pieter van Assche aan de lindeboom opgehangen, weet men niet wat ervan geworden is. Tot het einde van de 18de eeuw bleef de kapel van O.-L.-V. in Scheut een drukbezocht bedevaartsoord. Vele parochies van Brussel en omgeving trokken er op bepaalde tijdstippen in processie naartoe. Jonggehuwden van Brussel kwamen bij Maria de zegen over hun huwelijk afsmeken. Zeer dikwijls ook kwamen pasgewijde priesters in Scheut hun eerste heilig misoffer opdragen.
Op 24 oktober 1864 had in Scheut een nog meer aangrijpende plechtigheid plaats. De eerste missionarissen van de beginnende Congregatie legden op die dag hun religieuze geloften af, en de Kardinaal Aartsbisschop was zelf gekomen om de geloften af te nemen. Op het ogenblik van de Heilige Communie legden de missionarissen hun geloften af en voegden er de verbintenis aan toe zich te wijden aan de prediking van het geloof bij de vreemde volkeren onder de bescherming van Onze-LieveVrouw van Gratie. Naar een artikel van Frans Vranckx, de tweede Algemeen Overste van Scheut, verschenen in Missiën in China en Congo, 1901, n° 12, pp. 265-273.
Jo Dedier, cicm Scheutnieuws september - oktober 2012
5
Kongolese kandidaat-Scheutisten In het vorige nummer van Scheutnieuws (p. 6-7) spraken we al over de vorming van een lokale clerus in Kongo. Pius XI had, in zijn encycliek Rerum Ecclesiae, de buitenlandse missionarissen ook aangespoord om geschikte lokale kandidaten, die zich bij hun congregaties wilden voegen, niet af te wijzen. Op het Mpongo Laurent Algemeen Kapittel van Scheut van 1947 werd in die zin de beslissing genomen om in de missielanden bekwame jongeren voor Scheut aan te werven en voor hen terplekke een noviciaat te openen. Het bleef echter nog een hele tijd stil in Kongo vooraleer aan die aanbeveling gevolg werd gegeven. Pas in 1951, na een vergadering in Kinshasa, zegden de toenmalige Provinciaals van Scheut dat ze akte namen van de beslissing van het Kapittel, maar tegelijkertijd kondigden ze aan dat ze hierover in Kongo ‘een grote discretie in acht wensten te nemen’. Het keerpunt kwam er in 1953 toen de Provinciaals in Scheut-Brussel bijeen waren. Eindelijk werd erkend dat het een goed idee was ‘om de congregatie in Belgisch Kongo te helpen groeien zodat het missiewerk er duurzaam wordt’. Vanaf die dagen moest van deze plannen zonder aarzelen werk worden gemaakt. Dus vroegen de Provinciaals officieel aan de Algemene Raad van de Congregatie de toestemming om in hun missiegebied een noviciaat te openen. De toestemming kwam er en bovendien werd hun toegestaan ‘voor deze ene keer’ (pro hac vice) de kandidaten te rekruteren in de bestaande groot- en kleinseminaries. Als vestiging van het noviciaat kozen de Provinciaals voor Katoka-Luluaburg, in de schaduw van het Provinciaal huis van de Scheutisten in Kasayi. Tegelijkertijd stelden ze de dag voorop om het noviciaat te openen: 8 december 1954. Op het regionaal grootseminarie van Kabwe en de kleinseminaries van Scheut in de andere vicariaten, verspreidde het nieuws zich als een lopend vuurtje dat in Katoka een noviciaat van Scheut werd geopend en dat de seminaristen die het wensten daarvoor hun kandidatuur mochten stellen. Aan kandidaten ontbrak het niet. De lijst ervan werd bekend gemaakt tijdens het laatste semester van 1954. Het was een spannende tijd, vooral dan voor de kandidaten die zich in het grootseminarie van Kabwe hadden aangemeld. Nu de lijst met namen bekend was, voelden de grootseminaristen die kandidaturen aan als een verraad aan de lokale clerus. Vooral tegen het einde van het tweede semester van 1954 kregen de kandidaat-Scheutisten nogal wat tegenkanting van drie kanten tegelijk. Lokale priesters verweten de scheutisten dat ze onrechtmatig propaganda voerden voor hun eigen
zaak waardoor ze de betere priesterkandidaten van de lokale clerus dreigden af te snoepen. De grootseminaristen van Kabwe verweten hun jaargenoten die voor Scheut kozen, dat ze in een blank en Europees instituut stapten om te kunnen genieten van de materiële voordelen die Europeanen in Kongo genoten en om ooit de gelegenheid te vinden om naar Europa te reizen. En enkele Europese Scheutisten meenden dat het aanvaarden van vreemde kandidaten maar niets was. Hoe dan ook, vijftien kandidaten, ook wel eens spottend ‘de vijftien mysteriën van de rozenkrans’ genoemd, worden toegelaten tot het noviciaat in Katoka, waar ze op 8 december 1954 intraden. Jan Van Puyenbroeck werd hun novicemeester, met Henri Reynaert en Léon Van Coillie aan zijn zij. Dertien van de vijftien spraken hun eerste religieuze geloften uit op 8 december 1955. Die achtste december blijft een grote dag voor de Congregatie. Scheut zette op die dag definitief de deuren open voor internationaliteit en multiculturaliteit. Met vreugde mocht men de hymne zingen: ‘Gedenk, Heer, uw Congregatie die van in het begin uw bezit is geweest.’
Katoka - Noviciaat
Die achtste december blijft ook een heuglijke dag onder meer door de aangrijpende woorden van Amaat Van Zandijcke, die de eerste directeur was van het kleinseminarie en tegelijkertijd dienstdoende rector van het grootseminarie van Kabwe. Tijdens het feestdiner nam hij het woord en herhaalde met schorre stem wat ooit de oude Simeon had gezegd: ‘Nu kan ik in vrede gaan, de aflossing is verzekerd’.
(samenvatting van een artikel van Laurent Mpongo, cicm. Laurent zelf behoorde tot de eerste groep novicen van Katoka)
Nieuw provinciaal bestuur sinds 1 juli 2012
Foto: van links naar rechts: Kaal Henk (° 1936 Tilburg) – Matton Jef, provinciaal (° 1951 Zwevegem) – Reynebeau Jan (° 1949 St.-Amandsberg) – Van Humbeek Frans (° 1944 Kapelle-op-den-Bos) – Mvibudulu Mavinga Martin (° 1971 Kimbanda) – Ysebaert Alfons (° 1942 Dikkelvenne) – Stulens Cyriel, viceprovinciaal (° 1940 Zutendaal) – Thomas Jacques (° 1944 Anderlecht).
Getuigen van het Evangelie Ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de Congregatie van Scheut heb ik een boek gepubliceerd: Getuigen van het Evangelie. De Missionarissen van Scheut 1862-2012, 327 p. Het gaat over de ontwikkeling van de missies waar Scheut heeft gewerkt, vooral over de hedendaagse situatie, met een blik op de toekomst. De auteurs zijn Scheutisten afkomstig van België, Brazilië, China, Kongo, Filippijnen en Haïti. Ze schrijven vanuit hun eigen missie-ervaring: een Filippino over zijn missie in Indonesië, een Chinees en een Braziliaan over de missies in Azië, een Haïtiaan over de regio van de Amerika’s, enz.
Nestor Pycke, cicm Het boek is te verkrijgen bij de Missieprokuur van Scheut-Brussel, IBAN-code: BE13 4392 1363 7139. BIC-code: KREDBEBB. Prijs: € 23, verzendingskosten inbegrepen.
Komen en gaan
(lijst afgesloten op 31 augustus 2012)
Kwamen op verlof:
Aernouts Adriaan (Kongo) - Bouckaert Geert (Filippijnen) - Colyn André (Japan) - De Busschere Georges (Filippijnen) - Lesage Mark (Filippijnen) - Rommel Carlos (Kongo) - Stulens Joe (Kongo) - Vermeersch Robert (Kongo).
Keerden terug naar hun missie:
Bouckhout Ferdinand (Hong Kong) - Colyn André (Japan) - De Dapper Etienne (Filippijnen) - Demyttenaere Jan (Brazilië) - Goffart Marcel (Taiwan) - Goossens Ludo (Japan) - Lesage Mark (Filippijnen) - Ockerman Mark (Brazilië) - Tanghe Antoon (Kongo) - Van de Walle Roger (Japan) - Vanvolsem Ivo (Kongo) - Verlinden Evarist (Filippijnen).
Scheutnieuws september - oktober 2012
7
Onze overledenen Onze overledenen Noël Vander Plaetsen Geboren in Tielt (W-Vl) op 24 maart 1931. Eerste geloften op 8 september 1953. Priester gewijd op 3 augustus 1958. Missionaris in de Filippijnen vanaf 1959. Overleden in Baguio op 16 juli 2012. Kamiel Keters Geboren in Oostende op 28 september 1929. Eerste geloften op 1 mei 1948. Missionaris in Kongo van 1951 tot 1990 en daarna in België. Overleden in Torhout op 28 juli 2012. Louis Jaspers Geboren in Nerem op 8 april 1928. Eerste geloften op 8 september 1947. Priester gewijd op 3 augustus 1952. Missionaris vanaf 1953 in Kongo, België en U.S.A. Overleden in San Antonio, Texas (U.S.A.) op 12 augustus 2012. Lode Verstraete Geboren in Roeselare op 3 september 1925. Eerste geloften op 8 september 1946. Priester gewijd op 29 juli 1951. Missionaris in de Filippijnen van 1952 tot 1966 en daarna in België. Overleden in Torhout op 16 augustus 2012. Robert Mullie Geboren in Heestert op 11 april 1921. Eerste geloften op 8 september 1941. Priester gewijd op 26 januari 1947. Missionaris in Kongo van 1947 tot 2005 en daarna in België. Overleden in Torhout op 21 augustus 2012.
Overleden familieleden van confraters
Kortrijk, 27.06.12: Mvr. Irène Stock, zus van Raymond († 2008). Pamel, 29.06.12: Mvr. Livina De Dapper, zus van Etienne (Filippijnen). Rumbeke, 04.07.12: Mvr. Godelieve Denys, zus van Michiel († 1994) en Karel (Rumbeke). Scherpenheuvel, 12.07.12: Dhr Georges Nolmans, schoonbroer van Nele Mattheus (Kessel-Lo). Zonhoven, 16.07.12: Mvr. Rosa Baerts, schoonzus van Marcel Henrix (Kessel-Lo). Westerlo, 18.07.12: Mvr. Hilda Houtman, schoonzus van Marcel Leemans (Zuun). Ingooigem, 20.08.12: Dhr Emmanuel Decock, broer van André (Brazilië).
Redactie: Romain Clement, Werner Lesage, Erik Maes, Juul Stoffelen, Julien Vandevoorde, Frans Van Oudenhove, Nand Verhoeven Verantwoordelijke uitgever: Erik Maes, Missiehuis van Scheut, Ninoofsesteenweg 548, 1070 Brussel Bankrekening: Missiehuis van Scheut - Brussel, IBAN-code: BE34 4392 1002 4190, BIC-code: KREDBEBB, met de vermelding: “voor Scheutnieuws” Drukkerij-Uitgeverij Jan Verhoeven nv - Sint-Pieters-Leeuw