Scheutnieuws
België-Belgique P.B. Brussel X 1/2619
Missiehuis van Scheut
Ninoofsesteenweg 548 • 1070 Brussel • tel. 02 526 14 00 • fax 02 521 21 63 Administratie en Redactie :
[email protected] • www.scheut.be Tweemaandelijks – 44ste jaargang Nr. 1 – JANUARI - FEBRUARI 2014 - Afgiftekantoor Brussel X
Waar voelen de Scheutisten zich thuis? Cyriel Stulens (Zutendaal °1940) was van 1966 tot 2004 werkzaam in Kongo. Hij werd nadien rector van ons huis in Kessel-Lo. Sinds 2012 is hij viceprovinciaal van de Belgisch-Nederlandse provincie.
Félicien Ntambue, Cyriel Stulens, Jan van den Heuvel
Zich thuis voelen. Het is belangrijk. Zo was het al in de landen waar wij gewerkt hebben maar nu ook voor de meer dan tweehonderd Scheutisten die hier in België en Nederland in één van onze elf huizen verblijven. Dat is een grote groep, terwijl een zeventigtal anderen nog in parochies of op andere plaatsen werkzaam zijn. Ook zij behoren tot een huis, meestal het dichtst bij hun werkterrein, en daar zijn zij ook altijd welkom. “Onze huizen zijn een plaats waar men kan thuiskomen, zichzelf zijn, tot ontplooiing komen… elk volgens zijn eigen geaardheid”. Zo staat er geschreven in een brochure door Scheut uitgegeven, met de titel: “Onze huizen, samen bouwen aan een thuis.” Om ons thuis te voelen hebben wij geen luxe nodig, trouwens wij hebben dat nooit gehad, maar wij hebben wel graag dat het gezellig is, proper, aangepast, en dat wij over het nodige kunnen beschikken.
Het belangrijkste in onze gemeenschappen is gezelligheid en huiselijke warmte en daaraan proberen wij allemaal bij te dragen. De manier waarop wij met elkaar omgaan, in luisterbereidheid en aandacht, vooral voor hen die het moeilijk hebben, dat alles bepaalt of het een goede gemeenschap is. Ieder volgens zijn mogelijkheden proberen wij kleine diensten te bewijzen, in de refter, voor het onthaal, voor de bloemen en het park of elders. Meer dan wijzelf zullen de bezoekers soms vlug aanvoelen hoe de sfeer in onze gemeenschappen is. Opdat onze huizen een ware thuis zouden zijn, is er nog veel meer nodig. Wij hebben allemaal graag sobere doch goede maaltijden, wij verlangen dat onze huizen netjes en proper zijn, dat wij het nodige materiaal hebben om ons werk of onze hobby uit te voeren. Onze huizen moeten onderhouden worden. Voor het beheer en onderhoud van onze huizen zijn er de laatste jaren grondige veranderingen gebeurd. Leken hebben nu een grote rol en verantwoordelijkheid niet alleen in de dagelijkse werking maar ook in het beleid. Meer dan vijftien jaar geleden al kwamen de verantwoordelijken van de Scheutprovincie tot het besef dat zij daarvoor moesten beroep doen op mensen die de nodige vorming en competentie hebben. De meesten onder ons hebben wel ervaring met landen en culturen in de derde wereld, doch niet met alles wat een bedrijf vraagt aan management, organisatie, voorzieningen en planning. De eisen van de maatschappij en van de officiële instellingen zijn de laatste jaren nog toegenomen, vooral dan in verband met onderhoud van gebouwen en infrastructuur, arbeidswetgeving en personeelsbeleid, veiligheid, voedselkwaliteit en hygiëne. Scheutnieuws januari - februari 2014
1
kunnen thuis voelen in onze huizen. Zij kennen ook onze Scheutse identiteit met haar eigen aspecten en gevoeligheden. Elke week vergaderen de confraters, verantwoordelijk voor de gemeenschap, met één van hen om de concrete zaken te bespreken en ervoor te zorgen dat de werking ook altijd oog heeft voor de persoonlijke noden van de bewoners. Goede verstandhouding en samenwerking zijn hier van groot belang.
Ook de wettelijke schikkingen en de nieuwe mogelijkheden in verband met zorgverstrekking zijn ons meestal totaal vreemd. Het is niet alleen een feit dat wij daarmee geen ervaring hebben, doch het is ook zo dat wij niet meer over de jeugdige energie beschikken om ons in te werken in die wereld. Er is dus enerzijds de groeiende complexiteit van de huidige maatschappij en wetgeving en anderzijds de vermindering van onze mogelijkheden. Wij botsen dan op onze grenzen als persoon en als groep. De druk op vitale confraters vergroot dan: kunnen jullie dit nog opnemen? Er gebeurt veel voor de zorg voor ouderen, vooral in onze huizen van Zuun en Torhout waar permanente verzorging is, maar toch kunnen wij alleen onmogelijk tegemoet komen aan de toenemende noden. Wij mogen dat allemaal toevertrouwen aan “Simeon”, de organisatie die dat voor ons opneemt. Alhoewel het werk al vele jaren gedaan werd en zich stilaan heeft uitgebreid, is het pas op 24 november 2009 dat alles een officieel kader kreeg in de vorm van VZW Simeon. De bedoeling was onze huizen nog efficiënter, met nog meer competentie en stabiliteit, te beheren. Drie personen zijn voltijds bezig met de dagelijkse werking van Simeon en komen regelmatig in elk van onze huizen. Wij noemen hen diensthoofden en één uit de groep is coördinator. Zij doen een heel mooi werk, met veel toewijding en zo zorgen zij ervoor dat wij ons
Simeon heeft de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de gebouwen met de nodige herstellingen en aanpassingen. De zorg voor de infrastructuur van energie, liften, brandveiligheid, enz. krijgt ook veel aandacht. De administratie, boekhouding en bevoorrading worden door Simeon verzekerd, alsook de zorg voor zieken en ouderen, keuken en onderhoud. Alles samen genomen is dat een zeer uitgebreid programma. Vooral het personeelsbeleid vraagt veel competentie en organisatietalent. Het gaat hier over meer dan 60 personen. Wij mogen de leden van Simeon dankbaar zijn dat zij die verantwoordelijkheid willen op zich nemen, want dikwijls is het echt geen sinecure. Soms zeggen wij: “Dat kan ik zelf nog doen”. Wij zijn altijd zeer actief geweest en velen hebben een grote verantwoordelijkheid gehad in de missies en daarom is het soms moeilijk om los te laten en sommige dingen door meer ervaren mensen te laten doen. Het vraagt van elk van ons en een grote aanpassing. Wij moeten niet op onze lauweren gaan rusten. Wij kunnen inderdaad nog heel wat doen voor de gemeenschap, maar het moet op een gepaste en gecoördineerde manier gebeuren. Het is wenselijk dat wij in de goede Scheutse geest ons verantwoordelijk weten en ons betrokken voelen bij alles wat het leven in de gemeenschap aangaat. Immers voor iedereen is het belangrijk nuttig en aangenaam bezig te zijn. Samen met Simeon bouwen wij in onze huizen aan een thuis voor iedereen.
Cyriel Stulens, cicm
Het Chinamuseum in Scheut In 1862 stichtte pater Theofiel Verbist de missiecongregatie van ‘Het Onbevlekt Hart van Maria’, beter bekend als de congregatie van de ‘Missionarissen van Scheut’. Ze wordt zo genoemd omdat hun eerste woning gelegen was in een wijk van Anderlecht, ‘Scheutveld’ geheten. De congregatie werd gesticht voor de evangelisatie van China en werkt nu in Afrika, Amerika, Azië en Europa.
Het laatste gedeelte behandelt de geschiedenis van het beeldje van O.-L.-V.- van Gratie, dat vanaf de 15de eeuw op ‘Scheutveld’ stond, en de geschiedenis van de Congregatie van Scheut. Naast het Chinamuseum bevindt zich de unieke fotogalerij. 3750 foto’s van Scheutisten getuigen van een sterk verleden, een geschiedenis van bloed en
Jonge Scheutisten die naar China afreisden werden voorbereid door de studie van taal en cultuur. Voorwerpen uit China werden opgestuurd als didactisch materiaal. Zo ontstond het Chinamuseum. Het Chinamuseum van Scheut bevat een verzameling van waardevolle voorwerpen die missionarissen uit China hebben meegebracht of opgestuurd. Een eerste afdeling toont ons voorwerpen uit het steen- en bronstijdperk, een verzameling Chinese munten vanaf de 25ste eeuw vóór onze tijdrekening en voorbeelden van Chinees handschrift en schrijfbenodigdheden. Een tweede afdeling geeft een overzicht van het Chinese en Mongoolse volksleven. Een derde afdeling is gewijd aan het volksgeloof en de verschillende godsdiensten: confucianisme, taoïsme, lamaïsme en vooral het boeddhisme. Over het christendom in China handelt een vierde afdeling. Er wordt kort verwezen naar de ontmoetingen met het christendom vanaf de 7de eeuw. Een kast is gewijd aan de bokseropstand in 1900. Verder wordt in enkele kasten getoond hoe missionarissen zich integreerden door zich de taal en de gewoonten van het Chinese volk eigen te maken. Zo zien we hoe ook het godsdienstonderricht en de liturgie een Chinees tintje kregen.
tranen, van inzet en vreugde, van engagement in de wereld, alsook van universele broederschap. In 2013 mochten Jean-Pierre Bénit en Frans Van Oudenhove 900 bezoekers rondleiden. Het museum is te bezoeken enkel op afspraak: 02.526.14.00 –
[email protected] en is toegankelijk voor andersvaliden. Ook groepen zijn welkom, liefst niet meer dan 20 personen.
De Missionarissen van Scheut, de redactieploeg van Scheutnieuws, wensen u en allen die u genegen zijn, voor het jaar 2014:
“Vrede en alle Goeds” Scheutnieuws januari - februari 2014
3
De Scheutisten in de Belgisch-Nederlandse provincie
De huizen in onze provincie hebben niet alleen hun vaste bewoners (aantal vermeld tussen haakjes) maar zijn ook een referentiepunt voor confraters die buiten deze huizen leven en werken.
Huis van Kessel-Lo bij Leuven (24), diende vroeger als studiehuis, later als animatie-centrum: referentiepunt voor confraters in Anderlecht, ThorembaisSaint-Trond, Houthalen-Helchteren, Sint-Truiden en Ezemaal. Rector: Leopold Vandooren. Provinciaal Huis van Scheut in Brussel (17): referentiepunt voor confraters in Collobrières (Frankrijk), Wachtebeke, Sint-Niklaas, Eke, Gent, Merchtem, Tete (Mozambique), Woluwe, Wetteren en Machelen. Rector: Frans Van Oudenhove.
Huis van Embourg bij Luik (17): referentiepunt voor confraters in Luik, Landenne, Chastre, Aische-en-Refail, Namen, Fexhe-Slins en Vyle-etTharoul. Rector: Alfons Ysebaert. Huis van Zuun, Sint-Pieters-Leeuw bij Brussel (27), diende vroeger als noviciaat en werd opnieuw ingericht voor 24/24 en 7/7 zorgverstrekking: referentiepunt voor confraters in Aalst, Genk, Bost-Tienen, Asse, Halle en Vlezenbeek. Rector: Jan Reynebeau. Huis “Rue Berckmans” in Brussel (7), deed dienst als provinciaal huis van de vroegere Zuid-Belgische provincie: referentiepunt voor confraters in Ukkel, Schaarbeek en Brussel. Rector: Jean-Claude Soete.
Huis van Leuven (10): dit huis is een restant van ons vroegere studie-huis voor theologie en voor afgestudeerde theologanten die verder studeerden o.a. aan KU Leuven. Wordt opgeheven tegen het einde van dit jaar. Rector: Emiel Van de Velde.
Huis van Torhout (29), oorspronkelijk een vormingshuis en nu als nieuwbouw ingericht voor zorgverstrekking zowel overdag als ‘s nachts: referentiepunt voor confraters in Oostende, Haringe, Boezinge en Brugge. Rector: Frans Van Humbeeck.
Huis van Schilde (35), begon als een huis voor revalidatie: referentiepunt voor confraters in Vlimmeren, Boechout, Lier, Schoten, Antwerpen, Rijkevorsel, Edegem en Schilde. Rector: Marcel Peeters.
Huis van Rumbeke bij Roeselare (14): referentiepunt voor confraters in Zonnebeke, Ieper, Koksijde, Ardooie, Diksmuide en Wervik. Rector: Jef Laevens.
Huis van Kortrijk (18), oorspronkelijk opgericht voor de opleiding van broeders, later gebruikt als animatiecentrum: referentiepunt voor confraters in Roesbrugge, Deerlijk, De Pinte, Menen, Izegem en Kortrijk. Rector: Guido Everaert.
Huis van Teteringen bij Breda, Nederland (24), een paviljoen in het nieuwgebouwde Woonzorgcentrum Zuiderhout: referentiepunt voor confraters in Riethoven en Ravenstein. Rector: Henk Kaal. De tekeningen werden gemaakt door confrater Frans Lava, die in 2012 overleden is. Scheutnieuws januari - februari 2014
5
Onze-Lieve-Vrouw-Van-Overal Nol Quartier (Kuurne °1944) was van 1970 tot 2012 werkzaam in Kongo.
De dame is oud geworden. Ik ken haar al lang want samen met haar man had ze een winkel waar ze potten, pannen, tassen, messen en alles wat nodig was in de keuken verkochten. Als kind hadden we liever met de vrouw te doen dan met de man want die was stuurs, vonden wij. Vele vele jaren later wachtte ze me op na de mis: of ik eens langs kon komen, het zou haar man plezier doen. Hij keek tv. Voor het eerst zag ik de Ronde van Frankrijk met onderschriften. De man zat mager en bleek in zijn zetel. Ja, hij kende me nog van toen ik als kind naar de winkel kwam. Dat is lang geleden. “En dan ben je naar Kongo vertrokken hé.” Nu is hij ziek. “Mijn maag plakt toe” zegt hij, “en mijn darmen doen het ook niet meer.” Hij zucht. “Maar moet ik daarom klagen? Kijk, wij waren de eersten van het dorp die ieder jaar naar het buitenland konden reizen. We gingen ieder
jaar skiën. We zagen de helft van de wereld. We hebben heel veel geluk gehad.” Hij keek me aan en glimlachte: “En moet ik nu al die mooie herinneringen verliezen omwille van een maag en een stel darmen? Nee toch! Mijn leven, dat zijn niet die zieke dingen binnenin. Mijn leven, dat zijn die mooie jaren samen met mijn vrouw en de kinderen. Ik laat me al dat moois niet afnemen. Ik ben een dankbare mens.” Ondertussen had de vrouw schoteltjes, kommetjes en glazen op tafel gezet met koekjes en snoepjes en ze had geen armen genoeg om de flessen vast te houden: “Wat zal je drinken?” - “Om het even” zei ik. Toen ging ze uiteindelijk aan tafel zitten. “Ik wil je nog iets vragen. Zie je dat beeldje daar staan: Onze-Lieve-Vrouw en haar Kindje. Ik heb het wat in de hoek gezet omdat de kinderen zeggen dat het ouderwets is. Maar ik vind het mooi. Ik kreeg het toen ik mijn eerste communie deed, zo rond 1915, binst de oorlog. Dat beeldje heeft veel gezien hoor! Onze-LieveVrouw en haar Kindje, ze hebben mijn kinderen zien geboren worden en zien groot worden. Ze hebben vader zien sterven, want hij woonde bij ons in. En ze zijn er nog, Onze-Lieve-Vrouw en haar Kindje. Maar we worden oud. Als wij er niet meer zullen zijn zal het beeldje op de vuilhoop belanden, en dat kan ik niet verdragen.” Ze schoof op de rand van haar stoel: “Ik dacht, misschien kan de pater dat beeldje meenemen. Onze-Lieve-Vrouw en haar Kindje hebben ze overal nodig.” En ik nam het beeldje mee naar Kongo. Er was wat verf af, en ik schilderde het zacht bruin met donkere strepen ‘voor de patine’. Het leek nu een houten beeldje, en als je goed keek, kon het wel een Afrikaans beeldje zijn. Zo rond kerstdag nam ik het mee bij Bapro, een trouwe medewerker, een vriend. En ik vertelde waar dat beeldje vandaan kwam. Ik vertelde wat de man zei over zijn mooie leven, over zijn ziekte, en hoe hij, spijts alle pijn, dankbaar bleef om wat hij allemaal kon beleven samen met zijn vrouw en zijn kinderen.
Ik vertelde hoe het beeldje, daar in de living een beetje in de hoek stond omdat de kinderen het niet mooi vonden. Ik vertelde dat de vrouw het jammer vond dat het beeldje verloren zou geraken. En hoe ze zei: “Onze-Lieve-Vrouw en haar Kindje hebben ze overal nodig” toen ze me het beeldje toevertrouwde. “Kijk, hier, geef het een plaats in je huis. En zorg ervoor.” Bapro gaf het beeldje een plaats in zijn huis, hoog op een taboeret. En zoals het aan de andere kant van de wereld getuige was van geboorten en dood, zo zou het ook in Kongo getuige zijn van veel vreugde, maar ook van veel pijn. Hoeveel keer hoorden Onze-Lieve-Vrouw en haar Kindje de liedjes die de kinderen zongen? Hoeveel keer voelden ze de angst als een onweer kletterde op de golfplaten en de wind rukte aan het dak, als de donder en de bliksem als boze krachten raasden rond het huis. Ze overleefden een brand. Ze hoorden de jammerklachten bij de dood van de schoondochter, bij de dood van zijn zoon, bij de dood van zijn vrouw… Onze-Lieve-Vrouw van de Zeven Weeën, zegt de Kerk, maar zeven is veel meer dan zeven. Bapro weet het wel. Jarenlang kwam ik bij hem thuis en zag de kinderen opgroeien, uit huis trekken, trouwen… Neen, het beeldje kan het ongeluk en de pijn niet buiten het huis houden, maar een kaars bij het beeld geeft steun en troost. Jaren gingen voorbij. Ik werd benoemd in een andere provincie. Ik troost me met de gedachte dat alles goed gaat bij Bapro. Eerlijk, ik vergat een beetje Onze-Lieve-Vrouw en haar Kindje. Het noodlot, of hoe heet dat ook, bracht me terug in het vaderland. De vrouw-van-het-beeldje is overleden, enkele maanden na haar man, hoor ik zeggen. Ik verblijf nu in ons huis in Torhout waar ik me ten dienste stel van oude en zieke confraters. Twee weken per maand trek ik ’s morgens naar het hospitaal hier vlakbij om eucharistie te vieren met de zusters en enkele zieken. Ik ga er binnen langs de hoofdingang van het hospitaal. Na de mis schenkt een zuster me een kopje koffie in en er wordt gepraat over van alles
en nog wat. Daarna kan ik langs een zijpoortje weer op de baan. Soms is het koel, soms is het warm, soms is er mist, soms regen. Er zijn bloemen en struiken, elke morgen is anders. Enkele dagen geleden zag ik tussen de takken en de bloemen een klein kapelletje, en wonder, daar stond Onze-Lieve-Vrouw en haar Kindje, identiek hetzelfde beeldje als het beeldje dat ik achterliet in Kongo (daar zouden ze zeggen: letterlijk hetzelfde). Spontaan riep ik: “Kijk, Onze-Lieve-Vrouw-van-bij-Bapro!” Er moet ook wat verf afgeschilferd zijn want ze schilderden het beeldje wit, zoals ik dat in Afrika bruin schilderde. Van onder de witte verf was het alsof ze lachten: de Moeder en haar Kindje. Zo dicht bij het hospitaal: vreugde en pijn zullen weer niet veraf zijn. Elke keer als ik er nu langs kom, al regent het pijpenstelen, al fladderen vogels of wiebelen vlinders, is het bijtend koud of snikheet, vanzelf draait mijn blik de kant op van het kapelletje: “Wees gegroet, Onze-Lieve-Vrouw-van-bij-Bapro” en in gedachten ben ik eventjes ver weg, daar waar ik nog altijd een beetje thuis ben.
Nol Quartier, cicm Scheutnieuws januari - februari 2014
7
Onze overledenen Onze overledenen Mon Verbruggen Geboren te Rumst op 15 maart 1925. Eerste geloften op 8 september 1946. Priester gewijd op 29 juli 1951. Missionaris in Kongo van 1952 tot 1990 en daarna in België. Overleden in Halle op 1 december 2013. Jules Chanterie Geboren in Petegem a/d Leie op 5 augustus 1946. Eerste geloften op 8 september 1966. Priester gewijd op 14 mei 1972. Missionaris in Brazilië, Angola, Rome en België. Overleden in Torhout op 21 december 2013.
Overleden familieleden van confraters Achtel-Rijkevorsel, 29.10.13: Dhr Frans Mertens, schoonbroer van Gustaaf Brosens (†1993). O.-L.-V.-Waver, 30.10.13: Zr Renildis (Maria Kerkhofs), zus van Fons (†1999). Oostrozebeke, 05.11.13: Dhr Daniël Vanparys, broer van Leon (Rumbeke). Mechelen, 15.11.13: Dhr Jos Vervloet, schoonbroer van Leo Wets (Kessel-Lo). Waasmunster, 22.11.13: Mvr. Simonne Van Hecke, schoonzus van Johan Waegeman (Kessel-Lo). Izegem, 05.12.13: Dhr Paul Duyvejonck, broer van Jozef (†1993). Leuven, 09.12.13: Dhr Danny Victor, schoonbroer van Paul Van Boxstael (†2008). Tielt, 22.12.13: Dhr Etienne Vander Plaetsen, broer van Noël (†2012). Herfelingen, 23.12.13: Dhr Jozef Foulon, broer van Pol (Kortrijk).
Komen en gaan
(lijst afgesloten op 31 december 2013)
Kwam op verlof :
Maes Antoon (Taiwan)
Keerden terug naar hun missie :
Daems Jozef (Kongo) - Ollevier Willy (Taiwan)
Een kleine bijdrage voor Scheutnieuws helpt ons vooruit. Om de twee maanden sturen wij aan 8.000 abonnees een fris blad met nieuws van Scheut in de wereld. Boeiende verhalen over mensen, inzet van mensen, blijde boodschap aan mensen. Een bijdrage kan ons helpen de druk- en verzendingskosten van Scheutnieuws te dragen. Daarvoor kunt u storten op rekening van “Missiehuis van Scheut”, IBAN-code: BE34 4392 1002 4190 BIC-code: KREDBEBB met vermelding “voor Scheutnieuws”.
Hartelijk dank ! Redactie : Romain Clement, Guido Everaert, Werner Lesage, Erik Maes, Marcel Peeters, Julien Vandevoorde, Frans Van Oudenhove, Nand Verhoeven Verantwoordelijke uitgever : Erik Maes, Missiehuis van Scheut, Ninoofsesteenweg 548, 1070 Brussel Bankrekening : Missiehuis van Scheut - Brussel, IBAN-code : BE34 4392 1002 4190, BIC-code : KREDBEBB, met de vermelding : “voor Scheutnieuws” Drukkerij-Uitgeverij Jan Verhoeven nv - Sint-Pieters-Leeuw